e
oprichting eener Vereeniging
HET ONBEREIKBARE.
UitgévérsTRAPMAN Cö.
Boieveii uit Engeland.
FEUILLETON.
Ingezonden Stukken.
Gemengd Nieuws.
WOENSüMi 10 SEPTEMBER
ici'' gang h, ü479
SCHAGEN, LAAN D 6. Int. Teleph. No. 2a
J~~
del Bestuur van Kring I N.H. der
fl. M, van Landbouw, maakt belang
hebbenden bij den verkoop van slacht
vee op levend gewicht bekend, dat
op Donderdag II, 18 en 25 Sept. a.s„
v.m. 9-11 uur, bij den Heer C. BOON
TJES te Schagen, gelegenheid bestaat,
tot het teekenen van eene lijst, ten
doel hebbende:
voor den verkoop van slachtvee
op levend gewicht.
Met het verzamelen dier handteekenln-
gen zal zich belasten
de Secretaris,
D. SLEUTEL Oz.
SGIAGE1
Alieieei Nieivs-
COURANT
ARïertEitifi- LMilimilifl.
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag. Woensdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inxending tot 's morgens 8 uur wor-
jvDVB^TBNI i K.\ in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
Prijs per 3 maanden f 1.20 per post f 1.40. Losse nummers 6 cent
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f 0.75. iedere regel meer 14 cent
(bewijsno. inbegrepen). Groote lett. worden naar plaatsr. berekend
Amsterdam, 7 September 1910.
Zoo langzamerhand beginnen de Engelsche bladen
geer eens te schrjjven over andere diryvn dan dié.
welke rechtstreeks uit den oorlog voortvloeien, al n<v
Pflew laatste nog steeds een groote plaats in.
er komt ook een andere toon in De Duitschera
„orden weer „Gvnnans" genoemd ihploats van Hun-
oen". Duitsche schrijvers worden weer geluztsn. hun
n vertaald. Do Virtaling. of liever de voortge-
vertaling van Gerhard Hauptmann's dramajisclie
d sinds Augustus 1914 was rij blijven lig-
jnent. ..wat niet voorbijgegaan of geringschat mag wor
den Hauptmann fa een groote figuur ln de moderne
letterkunde, de grootste van alle op dramatisch ge
bied. naar het ons voorkomt"
ZooflTs op dit gebied vertaling van de werken
ma ,lot dusver vijnndo'ijkc schrijvers zoo pi at h t
jp allerlei ander gebied eveneens. Wel héiracht er
mnl onrust wei zal er nog gerulmen tijd over heen
Boeten pan eer een li ïwo normah toestand fa in-
■leden, maar er komt toch weer ftjd om diuggn te
ben .dis tijdens den oorlog noodzakelijk moesten Mij-
01 liggen.
Drie jaar geleden .in 1916, bezocht Ik meermalen de
■Bchthrê tuinen van j£ew. de welbekende Kew Gar-
lens. Een van He dingen, die daar toen ieders aan
licht trokken, was een reusachtige boomstam, acht-
Kjekig geschaafd, en bestemd voor vlaggestok, In zon
B tegen heeft hij daar gelegen de lamste drié jaar.
m tnuns eindelijk te worden opgericht
De Victory Flagjtaff wordt hfl genoemd, en men had
■hoopt hem op te richten vóór de vredesfeesten, op
at dan voor ae perste jnqal de Dritsche vlag van zijn
Ïzou kunnen wapperen. Allerlei omstandigheden
ter hebben de oprichting vertraagd.
Deze vlaggestok is een geschenk geweest aan Eiogé-
fesd van de regeering van Britsch Columbia gezon-
fin om don vorigen. jjie vergaan was, en die even-
eens een geschenk was van Britsch Columbia. te ver
min n. Maar die vorige was maar een kind bffy dezen
«geleken. Zijn hoogte waa 159 voet er gaan ruim
tóe voeten in een meter zijn dikte onder aan 1
ral 20 C.M., boven aan den top lZVi c.^kf De afmetingen
de Victory Flagstaff zijn: hoogte 215 voet. dikte
ct-ier en boven respectievelijk 2 voet 23 c.M.. en 1
net, Meit andere woorden: de vlaggestok zal veel hoo-
pr zijn dan Nelson's Monument o_p Trafalgar Square,
tant dat fa 142 voel; ook Uog hooger dan The Fire
lonument. want dat fa 202 voetslechts even la
la: dan die torens van St. Paui's. die 221 voet zijn.
De „reusachtige den. die den vlaggestok heeft gele
urd. werd geveld in 1014, en was toen een voet of
rif langer en ook aanzienlijk dikker dan op jiet oogen
uk. Door bekwame werklieden werd hem zijn tegen
woordige achthoekige vonn gegeven, die langzaam en
geleidelijk dunner wordt naar den top.
De .grootse moeilijkheid lag echter ln het vervoer,
kch alle bezwaren werden overkomen, en den 29en
December 1015 bracht de Meiionethshire hem te Lon
den aan ln het Victoria Dok. vanwaar met hem een
voudig de Theems op hééft gesleept tot aan Kew,
Thans blijft nog de oprichting over. waarmee m n
tis begonnen. Uiterst voorzichtig, wad men weet ir>
i Gardeus, bij ondervinding, dat dergelijke groote
trlaggestokken bij de oprichting gemakkelijk kunnen bre"
tan. Dat lot onderging een veel kleinere stok in 1859.
Mie mogelijke voorzorgsmaatregelen J3|jn thans even-
84.
DOOH JOHN GALIWORTHY.
UITGAVE VAN W. DE HAAN. UTHMHT.
HOOFDSTUK V.
Summerhay droeg zijn hart niet op de tong, jen
J9®1 hy op den laats ten dag van den zittingstermijn
~Ju kamers verliet om naar die laatste qntinoeüng te
Pfln, stond zyn gezicht vrijwel als gewoonlijk onder
2? grijzen hoogOn hoed. Doch inderdaad zat hij vrae-
in de krjiJ Hjj bad zijn eigen code van wat
8®ntleman betaam da Het was misschien een beSt-
°nd*wetsch, doch. het hield ook Tin, om hooit iets
doeQ| wat uen vrouw verdriet kon doen of haar
a. ^oeüjikheden brengen. Al deze weken had hij
SWHyen behaerscht, doch dit had hem Meer gekost
durfde bedenken. De eenige getuige van zjjn
was zijn oude Schotecho temer, wiens slaap 1 j
r®ut op nacht had verstoord door zijn op en neer
kw~?,v*a ée lange doorioopende zitkamer, van rijn
Al» ,n 'M*- wist - moust weten wat nij voeloe.
uit Sr '"■V1 wilde, .had z\j slechts een vinger
t,a(ir - en dit had zij hiot gedaan. Als hij
of ziin ^raa "k Wtt het welriekende parfum rook
ademhali«'ïea 11(3 tangzama zachte bew-^ing van haar
het zwjjmoldu zjjo. jioofd fft was
tojJSgrich #W sa vriéudoLijk
Ml <richD^irf1^/''iaar hij na lederen dag k
op ®°8 Juist kunnen behoorschen;
uiterli
^j^diu hartstochtelijk verliefd is."hunkert naar cen-
het(j anG, hij verdeelt tusschen hevige bedrijvig-
kon risn, had
ra - _H j doch uu hti
togdj"j;"™ Mond baar vopr weken te verliezen;
«"-TT2 1, °ch diop .terneergeslagen. Ook voor zoo-
rijln uiterlijk leven voor Inert oog der wereld
een moeUUken tijd doorleefd. Een
tel die eigenaardige zwijgzaamheid "waarin"een
ÏJ* öuk°' hartspyn lijdt of al zyn vermogen
4^(J*®er' ,°P het orpoepen van haar gelaat uit do
w of het zonlicht Hfj, had kans gezien zijn
het 'Wichten- en was dankbaar geweest dat Uil
hebdo® had; doch met zijn vrienden had hij
die n. wahilg bemoeid, da» zij zelden i ,,Wat hoert
°UtChr tocll?" Altijd al een beetje onzeker in zijn
•Mj® rijn vrienden, ontweek hij degenen, die
tpoVt geluncht, gedanst, gedineerd en aan
bil 111 'ia(Idei1 gódaan, g« ht L En tocli schuw-
ToeinH K^hchap eveneens en ging waar
tqZT? gtóchteu, leven, wat dan ook ril11 gedach-
Hl tüttddeuy aonder zijn aandacht te vragen.
Swal genomen, en als geen onvoorziene omstandighe-
t lusschcnbeidé komen, zal over eenige dagen de
tscho vlag kunnen wapperen van den top van de
zen woudreus, die een wereldreis heeft moetén vol
brengen, om op de plaats zijner bestemming te komen.
Dit js dus een van de dingen, die de Lngelschman
ra kunnen gaan bewonderen tengevolge van het slui
ten ,van dan vrede. He< is er ver van af dat het het
eenige zou zijn.
We hebben deze week kunnen lezen, dat de kunst
schatten uit het Britsch Meseum. en ook uit andere
musea, die uit Vrees voor luchtaanvallen waren weg-,
gebracht, weer naar hun eigenlijke verblijfplaatsen rijn
teruggekeerd. Zoo is thans ook weer te zien het mooiste
ruiterstandbeeld van Londen een standbeeld van Ka-
rel l
'Zestien Jaar voor de terechtstelling van koning Karei
werd dit standbeeld vervaardigd door den Fransch-
man Hubert Le Sueur. Le Sueur kreeg de opdracht
niet van den koning, maar van Sir Richard Weston,
die het in den "tuin yan zijn nieuw huis te Rocbamp-
ton wilde plaatsen. De Franschman zou f 7200 ont
vangen voor: „,het gieten van een paard in koper,
een voet grooter dan een groot paard en het beeld van
Zjjne Majesteit Koning Karei naar verhouding, volle
zes voet.' Anderhalf jaar zou Le Sueur noomg heb
ben voor de vervaardiging.
Doch nu komt het vreemde van de geschiedenis.
Het standbeeld is nooit geplaatst in Rochampton. en
bü het uitbreken van den burgeroorlog viel het in de
handen van het Parlement Daarop volgde de onthoof
ding van den koning, en men verkocht het standbeeld
als oud metaal aan een koperslager, genaamd John
Rivett. op voorwaarde, dat hij het beeld stuk zou
slaan. Om de autoriteiten te bewijzen, dat hij aan
deze opdracht had voldaan, liet Rivett hun stukken
brons, zien, zoogenaamd van het standbeeld afkom
stig. In werkelijkheid echter had hij het zorgvuldig ver
borgen gee kleinigheid voor een meer aan levens
groot ruiterbeeld. Of die koperslager aldus handelde uit
winstbejag, omdat hij andere tijden verwachtte, waar
in hjj net bééld voor veel geld zou kunnen verkoopen,
of omdat hij het uit koningsgezindheid niet wilde ver
nietigen. is mij onbekend. In elk geval spekte hij.
zijn beurs op geweldige wijze, door aan de Royalisten
bronzen messenheften te verkoopen. als „echte'' déé-
len van het standbeeld en aan hun tegenstanders en
aartsvijanden eveneens ais souvenirs van hun over-
winning
De Honderden eigenaars van bronzen heften, ge
maakt van het ruiterstandbeeld van koning Karei, zul
len wel raar opgekeken hebben in 1660. £oen .bij de
troonsbestijging van Karei II, John Rivett met het
ongeschonden beeld voor den dag kwam. Doch toen
wachtte den koperslager een minder aangename ver
rassing. De zoon jan den vorigen eigenaar, Sir Rir
chard Weston. van wien het Parlement het beeld had
afgenomen, eischte het thans op als zijn rechtmatig
eigendom. Veertien jaar lang "bleef het onbeslist, aan
wien Karei I met zijn paard toebehoorde. In bet jaar
1674 werd een eind aan de zaak gemaakt „door het
ruiterbeeld ten geschenke te geven aan dén zoon van
den onthoofden vorst, die het in Londen liet plaat
sen. En thans, na een ballingschap yan enkele jaren,
is hot buustwerk van den Franachen meester weer
voor een ieder te zien Al weer een van dé góvoL
gen van den oorlog, al was het maar een klein en
betrekkelijk onbeduidend gevolg .verdwenen. Het waré
te wenschen. dat alle andere gevolgen, waaronder thans,
en voor hoe lang nog. mjDioenen gebukt man, pp
dezelfde eenvoudige wijze tot normale toestanden kon
den Worden teruggebracht
Het moet eikend worden dat hij zonder het zuli
te willen tot da ontdekkingvan de diepte van zijn
hartstocht gekomen was, zich er van bewust dat hét
te veel opgeven beteeikende Doch er rijh vrouwén,
die zoo direct en -eenvoudig tot het gevoel spreken,
dat het versland geheel buiten spel mijft-; en hy
had zich nooit afgevraagd of Gyp waard was bemind
te worden, of zij deze of gene hoedanigheid bezat,
of die en dia deugd ifij verlangde haar juist zoo-
als zij was, en woog haar op guaneried weegschaal;
Mannen kunnen hartstochtelijk liefhebben ga er zich
toch tegelijkertijd van bewust zijn, dat hun hartstocht
enkel verlangen is; het is mannen mogelijk enkel om
spiritueele waarde te beminnen, terwyl zij toch voelen
dat da geliefde deze of gene deugd of bekoorlijkheid
mist
Summarhay's liefde had niet een dergelijk verdeeld
bewustzijn. Ook liet hij haar verleden geheel buiten
beschouwing. Hij herinnerde zich in het jachtveld g<E
hoord te hebben dat q) Winston's natuurlijke doen»
ter was; en zelfs toen" reeds had hij het verlangen
in zich voelen opkomen om dien cuüiepigon schaar
da al jager onder handen te nemen. Tioo meer er tol
gun de wauscheiijkheld haar lief te hebben bleek té
zijn, hoe meer hij haar lief wilde hebben; zelfs haar
ellendig huwelijk beïnvloedde hem slechts in zóóverre
dst hel haar geluk "beïnvloedde. Hot kwam er niet op
aun niets kwam erop aan dan haar te zien en zoo.
vcellfls zij jiem wilde toestaan bü haar te zijn En
au ging zij voor een maand naar zee en hijzelf
vervloekt hy moest ln Pbrtshire zijn om kor
hoenders to jagen. Een maand. Hij liep langzaam de
rivier Zou hjj zich durven uitspreken? Soms
leek hn»r gelaat op dat van ben kind als het een
ruw of angstaanjagend woord verwacht. Men kom haai
ueen piindouu onmogelijk. Maar soms had hij
W het gevoel gehad, dat zij, mariM wilde dat hij)
zich uitsprak. Een paar maal had hij een zachten,
tragen blik opgevangen - die >;eder verdween zoo»
dru hiji heit.zag
IHj was nog voor rijn tijd en terwijl hg over de
borstwi in.r. leunde, keek hij. naar den stroom. De
zou scheS op het water, en vervrooWIcte het geel
achtige go warrel en de kleine zwarte draaikolkjes
heUüTfde water dat onder de wilgen door foorbQ
Eynsham, voorbij Oxford,, onder Je1 kerk te Clifton
door, voorbij Jtoulsford. voorbW Sounliig was gevio«d
Eu ky dacht i „Mijn Godl Als ik haar eens zéén
dag voor mij alleen-.op de rivier Jiad één hee-
leu, langen dagl" Waarom was hy fll dozen üjd zoo
bloohartjg geweest? Hy slreek met de hand over zijn
gelaat. Breode gezichten vermageren niet gauw, d°ob
het rijde voelde hem jnager aan, en dit gaf hem een
soort ziekeLijke voldoening.' Wist zij maar hoe hy
verlangde, hoe hy -lood. Hu sloeg de richting in van
Whitèhai Twee lui die hjj koude, hkihton hem staandt
Mijnheer de Redacteur.
Met deze wil ik het publiek van Callantsoog even
opmerkzaam maken wat het gezegde betreft In het
laatste raadsverslag als zouden de heer Yan de Poll
en Mevr, v. d. Poll hier te Callantsoog zooveel goed
doen en zooveel hebben gedaan, (jaarna zou ik willen
weten, wat voor goeds zij ooit hebben gedaan, bi) mijn
weten niets. Ook wat de mobilisatie betreft hebben de
menschen het brandhout duur moeten betalen, het
we3 voor den heer van de Poll een goede gelegen^
held om Re* van jto hand te doen. De minvermogen-»
den hadden het voor liet arbeidsloon moeten hébben,
dan had het 'al duur genoeg geweest
Distributie van wilde konijnen, ook een goede daad,
maar vergeet piet, dat de menschen f 1.50 voor zoo'n
magere helmenknapper moesten geven, dan had hij
ze beschikbaar moeten stellen voor den gewonen prijs
van 40 a 50 cent Zoo het voor de mobilisatie was. ia
dit nu het goede wat hy* in den mobilisatietijd gedaan
heeft
Wat het vreemdelingenverkeer betreft, word' het hiér
ontzettend tegengehouden. Wanneer iemand zijn hoofd
even boven de duinen uitsteekt, volgt er onmiddellijk
een bekeuring, want alle oogen rijn daarop gericht
Indertijd (in 1917) is er een stuk duingewas afgebrand,
wat 'nogal oena meer gebeurd, een fatsoenlijke vrouw
van hier ging eens kijken, hoever die brand gegaan was,
geheul geen gedachte dat dit kwaad kon. Maar onmid
dellijk komt Van Be Poll mét zyn gevolg en voorzien
va neen beëedigd man, die onmiddellijk proces-verbaal
moest opmaken én zij kreeg van v. Poll zoo'n uit
brander. dat jde vrouw het zoodanig op haar zenuwen
kreeg, dat rij -bijna niet thuis £on komen. Diezelfde
juffrouw Voonde in een huisje van v (L Poll. zij
kreeg het bericht, per Deurwaarder, dat zij met 8
om een nap te wisselen. Een van hen was jpas
getrouwd. Op den twaalfden gingen zij pok naar Schot
land. Bah! Wat leek ham datgene, wat voor hem
tot dan het gloriepunt van het gehoede jaar was ge
weest, vervelend alledaagschl Ah, maar als hijf oens
met béér naar Schotland kon gaan. Hij zoog don
adem met een zucht in, en liep snel door. Zonder
te letten op de prachtige schildwachten hjj d» Garde-
kazerne, zonder iets van welke schoonheid ook, te
zien, liep hij besluiteloos het water langs, en ring naar
hun gewone bank; in zijn verbeelding zal hij daar
reeds met zyn stok in het kiezelzand te .prikken, met
een zenuwachtig trillend hart, en die steeds weder tc-
rugkeerende vraag: ,.Zou ik het wagen le spreken?"
En blotseling zag hy jLat zij hem reeds voor was, en
er al zat Zijn hart sprong op van vreugde». Nu fgeett
langer uitstel hii zou zich uitspreken.
Zaj droeg een maiskleurige mousseline japon, .waaraan
het zonlicht een zekere doorschijnendheid verieemdó,
e nzat met over felkaar geslagen knieën achterover te
leunen, met een hand rustend op den knop van haar
opgerolde parasol, en het gelaat hall verborgen door
een breed eerunden hoed. Summerhay klemde de
tanden op elkaar, ön ging recht op haar toe.
„Gypl Neen, ik noem je hij geen anderen naam
meer. Zo okunnen we biet doorgaan. Je weet. dat bet
onmogelijk is ,Je weet. dat ik Ie aanbid. Als je me
niet Liefheb!, moet Ik hier vandaan. Den boeien dag,
den heulen nacht droom ik van niets anders dan van
jou. Wil je dat ik heengaj Gyp?"
Als ze eens zei i .Ja. ,ga heen". Zij maakte een
lichte beweging, als in protest, pn antwoordde zacht,
zonder hem aan te lijken t
„.Natuurlijk wil ik niet, dat Je heengaat Hoe zou
ik dat kunnen?"
Summerhay zdde hijgend: „Dus dan heb je me
lief?"
Zij wendde heit gelaat at
„Wacht pog. Wacht nog een kledin poosje. Als we
terug komen, zal ik! 't je vertollen Dat beloof ik je."
„Zoo leng nog?"
,.Een "maand. Is dat lang? Toel Het is voor mij
ook niet zoo gemakkelijk. Zij glimlachte flauwtjes
en sloeg een oogenblik haar pogen naar hem óp.
„Toe laten we er a unict over doorgaan."
Dien avond op ztin sociëteit, terwijl nij sigaret op
sigaret rookte, zag nij door den blauwen rook heen
haar gezicht, zooals zij bet hem een oogenblik naar
het zijne had opgeheven^ en uu eens was hjj in
den hemel, dan weer in de hei
HOOFDSTUK VI.
De van een veranda voorziene bungalow aan de
zuidkust, gebouwd eb bewoond door een schilder,
die bevriend was met tante Rosaonund, had een
dagen het huis moest verlaten. De Huuroommissie van
Schagen wist 'hem aan zijn verstand te brengen, dat
hij daar het recht niet toe bad, en de opaeggingstermijta
verlengd moest worden.
In aen zomer worden hier wel eens bramen gerecht
in het duin en in het bosch is het enorm, maar zjl
gaan allen tot rotting over, zelfs voor enorm veel
geld mag pr niemand plukken, zelfs niet naar kijken.
Mevr. v. d. Pöl en haar dochters hebben twee kind»,
ren gesnapt, van eene Ottervanger, alhier woonachtig,
zij liepen ,om het bosch ln een droge sloot, zij heb
ben die kinderen ln den arm genomen eö gek nepen,
dat de kinderen stonden te gillen. Toen dg thuis kwa
men stonden zij nog te hullen voor hum ouders, en
hun potje m'ei nranién werd voor htm oogen leegge
stort. dat kunnen twee vrouwen getuigen, die Mevr. v.
d. Poll er erg over hebben aangesproken.
Wat de landerijen betreft, rijn de boüwertjes Die!
op hun gemak. Ongeveer een maand geleden, toea
een klein boertje, werkzaam in zyn bouw. erwten, boor
nen peulen, enz., kwamen de jachtopziener, zijn hond
en een zoon van v. <L Poll daar door alles héén ga»
slenterd en werd er heel wat vertrapt, dat alles om
een eendje te séhieten. En toen de eigémaar zyn vér-
ontwaardiging daarover uitsprak, kreeg hy van den
jachtopziener Honschoten ten antwoord: ,B... kerel,
ik heb niets met je noodig," De eigenaar gééft het aan
bij den Burgemeester, hij kon hem getroosten met de
woorden: ik zal er met v. d. Poll over spreken, en
daar is het tot heden toe b ygebleven. Vier dagen
daarna komt de jachtopziener Honschoten met vier
halfwassen stukgeschoten konijntjes bij den eigenaar
met de woorden: JJj hebt het nogal bont gemaakt
tegen den Burgemeester. Heeft een óigênaar nog wat
te vertellen over rijn eigendom, of heeft v. d. Poli
het recht om eeb ander zyn boel plat te loopen?
Wat het vreemdelingen verkeer betreft, dat zal niar
ook zeker wel niet zoo'n grooten vooruitgang maken,
de landerijen in den omtrek worden zooveel moge»
Rjk door de familie aangekocht, bang dat er anders
een huisje zou verrijzen. Ook heit eenigsto bouwterrein
van de gemeente fa hy doende pm dat in handen te
krijgen, voor ruil voor een rommel stuifduinen, waar
nooit geen mensch wil wonen, .ten noorden van hei
dorp. riet zal eerstdaags in dén Raad besloten wor
den. Wanneer onze raadsleden, hetzjj vrijzinnig of sor
ciaal. dan allen weer ja knikken, dan is de zaak
beklonken, en de heeren die gevraagd hebben om
oen stukje grond te koopen om hier een villaatje te zet
ten. zullen er naast grypen. Het Callantsoog moet blij
ven wat het altijd geweest is. dan is het naar de Heeren
hun zin. Hebben de Heeren, voorzitter en eereo
voorzitter van de Vereeniging voor Vreemdelingenver
keer dit niet in de gaten, ray dunkt, dan kan een
ieder wel bedanken lid te zijn van de \V.V.
MJHaer. gaarne zag ik dit ingezonden stuk geplaatst
G. TEN BOEKEL Ga.,
voorheen timmerman.
Callantsoog .7 September 1919.
ALS DE ARBEIDER IN DL WINST DEELT.
Max Harden heeft onlangs in de .Zukunft" geschre
ven. dat hel toch van overwegend belang zou zyn,
indien iedere werkman zou deelen in de winst van de
onderneming.
Naar aanleiding van deze bewering, die de men
schen elkaar zoo dikwjjls napraten, schryft de heer
Deutsch. voorzitter van den raad van directeuren van
tuin, waiarvan bet glanspunt één pijnboom was, dia
voor bet bosoh daarachter was uitgedwaald, Hét
huisje stond geheel alleen, juist boven oen rote-
laag, vanwaar de kust in zandige plataautjes naar
de zee afdaalde. De veranda en bet dichte pijmboscb
gaven overvloedige schaduw, en het strand al dn
zon en zeelucht, noodlg om de kleine Gyp te bruinen,
die nu eeb kleine dikzak was, zooals ook haar moe
der op baar leeftijd was geweest, en ongenetestijlk
verliefd op en zonder vrees voor bonden otf ellk an
der soort van beesten, en die reeds woorden zed, die
nadere verduidelijking behoefden.
's Nachts, ais Gyp vanuit haar slaapkamer door de
platte takken van de pijnboom heenkeek, kreeg zij
vaak het gevoel alsof zij bet eenige wezen op aarde
was. De rimpelende, rilvoren zee, die eenzame pijn
boom, de koude maan, de lucht die donker koren
bloem-blauw was, bet sissende, zuigende gekabba)
van de branding over bet kierel op bet strand, zelfs
de zoute, kille lucht leken eenzaam. Ook overdag
in de wazige warmte, als de wolken nauwelijks
voortdrijvend, zich met bet blauw vermengden, en de
pluimen van de grove helm nauwelijks beefden, en
do zeevogels met bun schorren lach en hun ge-
krijscb vlak over bet water scheerden leek bot
haar alles dikwijls deel te vormen van een droom.
Zij baadde en werd even bruin als baar dochtertje,
een echte zigeunerin, met haar hreedgurandon
hoed en linnen japonnen. En toch leek zij hier nau
welijks te leven, want zij was nooit vrij van de her
innering aan die laatste ontmoeting met Summer
hay. Waarom had hij zich uitgesproken, en aldus een
einde gemaakt aan hun kalme vriendschap, en baar
geheel alleen aan dit pgnlljk harte-onderzoek over
gelaten? Maar toch wenschte zij rijn woorden niet
onguzegd. Alleen, boe moest zij weten of zij zich
imoeet terugtrekken en vluchten, of de vrees van
zich afzetten om rich te laten gaan en zich in da
onbekende diepte der liefde te storten van dien
hartstocht, waarvan rij den aard voor de eerste
maal bevend bad gevoeld, terwijl zy zat te kijken
naar galjas" en die zij steeds daarna met een
zekere beving bad gevoeld. Moest bet werkelijk rijn
alles of niets? Gaf rij werkelijk genoeg om hem door
alle hinderpalen heen te breken en rich in het mid
den van den stroom te storten? Zoolang rij elkaar
iederen dag hadden kunnen zien, was het zoo gemak
kelijk geweest te leven voor do volgende ontmoeting
- en niet te denken aan wat daarna zou komen.
Maar nu, nu alles onder haar voeten weggeslagen
was, viel er nog slechte aan do toekomst te denken
de hare en de zijne. Doch behoefde zij zich wél
om do zijne te bekommeren? Zou hij haar niet Juist
zoo lang liefhebben als hij verkoos?
W.oitU vervolgd.