e oprichting eener Vereeniging HET ONBEREIKBARE. UitgévérsTRAPMAN Cö. Boieveii uit Engeland. FEUILLETON. Ingezonden Stukken. Gemengd Nieuws. WOENSüMi 10 SEPTEMBER ici'' gang h, ü479 SCHAGEN, LAAN D 6. Int. Teleph. No. 2a J~~ del Bestuur van Kring I N.H. der fl. M, van Landbouw, maakt belang hebbenden bij den verkoop van slacht vee op levend gewicht bekend, dat op Donderdag II, 18 en 25 Sept. a.s„ v.m. 9-11 uur, bij den Heer C. BOON TJES te Schagen, gelegenheid bestaat, tot het teekenen van eene lijst, ten doel hebbende: voor den verkoop van slachtvee op levend gewicht. Met het verzamelen dier handteekenln- gen zal zich belasten de Secretaris, D. SLEUTEL Oz. SGIAGE1 Alieieei Nieivs- COURANT ARïertEitifi- LMilimilifl. Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag. Woensdag, Donderdag en Zaterdag. Bij inxending tot 's morgens 8 uur wor- jvDVB^TBNI i K.\ in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Prijs per 3 maanden f 1.20 per post f 1.40. Losse nummers 6 cent ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f 0.75. iedere regel meer 14 cent (bewijsno. inbegrepen). Groote lett. worden naar plaatsr. berekend Amsterdam, 7 September 1910. Zoo langzamerhand beginnen de Engelsche bladen geer eens te schrjjven over andere diryvn dan dié. welke rechtstreeks uit den oorlog voortvloeien, al n<v Pflew laatste nog steeds een groote plaats in. er komt ook een andere toon in De Duitschera „orden weer „Gvnnans" genoemd ihploats van Hun- oen". Duitsche schrijvers worden weer geluztsn. hun n vertaald. Do Virtaling. of liever de voortge- vertaling van Gerhard Hauptmann's dramajisclie d sinds Augustus 1914 was rij blijven lig- jnent. ..wat niet voorbijgegaan of geringschat mag wor den Hauptmann fa een groote figuur ln de moderne letterkunde, de grootste van alle op dramatisch ge bied. naar het ons voorkomt" ZooflTs op dit gebied vertaling van de werken ma ,lot dusver vijnndo'ijkc schrijvers zoo pi at h t jp allerlei ander gebied eveneens. Wel héiracht er mnl onrust wei zal er nog gerulmen tijd over heen Boeten pan eer een li ïwo normah toestand fa in- ■leden, maar er komt toch weer ftjd om diuggn te ben .dis tijdens den oorlog noodzakelijk moesten Mij- 01 liggen. Drie jaar geleden .in 1916, bezocht Ik meermalen de ■Bchthrê tuinen van j£ew. de welbekende Kew Gar- lens. Een van He dingen, die daar toen ieders aan licht trokken, was een reusachtige boomstam, acht- Kjekig geschaafd, en bestemd voor vlaggestok, In zon B tegen heeft hij daar gelegen de lamste drié jaar. m tnuns eindelijk te worden opgericht De Victory Flagjtaff wordt hfl genoemd, en men had ■hoopt hem op te richten vóór de vredesfeesten, op at dan voor ae perste jnqal de Dritsche vlag van zijn Ïzou kunnen wapperen. Allerlei omstandigheden ter hebben de oprichting vertraagd. Deze vlaggestok is een geschenk geweest aan Eiogé- fesd van de regeering van Britsch Columbia gezon- fin om don vorigen. jjie vergaan was, en die even- eens een geschenk was van Britsch Columbia. te ver min n. Maar die vorige was maar een kind bffy dezen «geleken. Zijn hoogte waa 159 voet er gaan ruim tóe voeten in een meter zijn dikte onder aan 1 ral 20 C.M., boven aan den top lZVi c.^kf De afmetingen de Victory Flagstaff zijn: hoogte 215 voet. dikte ct-ier en boven respectievelijk 2 voet 23 c.M.. en 1 net, Meit andere woorden: de vlaggestok zal veel hoo- pr zijn dan Nelson's Monument o_p Trafalgar Square, tant dat fa 142 voel; ook Uog hooger dan The Fire lonument. want dat fa 202 voetslechts even la la: dan die torens van St. Paui's. die 221 voet zijn. De „reusachtige den. die den vlaggestok heeft gele urd. werd geveld in 1014, en was toen een voet of rif langer en ook aanzienlijk dikker dan op jiet oogen uk. Door bekwame werklieden werd hem zijn tegen woordige achthoekige vonn gegeven, die langzaam en geleidelijk dunner wordt naar den top. De .grootse moeilijkheid lag echter ln het vervoer, kch alle bezwaren werden overkomen, en den 29en December 1015 bracht de Meiionethshire hem te Lon den aan ln het Victoria Dok. vanwaar met hem een voudig de Theems op hééft gesleept tot aan Kew, Thans blijft nog de oprichting over. waarmee m n tis begonnen. Uiterst voorzichtig, wad men weet ir> i Gardeus, bij ondervinding, dat dergelijke groote trlaggestokken bij de oprichting gemakkelijk kunnen bre" tan. Dat lot onderging een veel kleinere stok in 1859. Mie mogelijke voorzorgsmaatregelen J3|jn thans even- 84. DOOH JOHN GALIWORTHY. UITGAVE VAN W. DE HAAN. UTHMHT. HOOFDSTUK V. Summerhay droeg zijn hart niet op de tong, jen J9®1 hy op den laats ten dag van den zittingstermijn ~Ju kamers verliet om naar die laatste qntinoeüng te Pfln, stond zyn gezicht vrijwel als gewoonlijk onder 2? grijzen hoogOn hoed. Doch inderdaad zat hij vrae- in de krjiJ Hjj bad zijn eigen code van wat 8®ntleman betaam da Het was misschien een beSt- °nd*wetsch, doch. het hield ook Tin, om hooit iets doeQ| wat uen vrouw verdriet kon doen of haar a. ^oeüjikheden brengen. Al deze weken had hij SWHyen behaerscht, doch dit had hem Meer gekost durfde bedenken. De eenige getuige van zjjn was zijn oude Schotecho temer, wiens slaap 1 j r®ut op nacht had verstoord door zijn op en neer kw~?,v*a ée lange doorioopende zitkamer, van rijn Al» ,n 'M*- wist - moust weten wat nij voeloe. uit Sr '"■V1 wilde, .had z\j slechts een vinger t,a(ir - en dit had zij hiot gedaan. Als hij of ziin ^raa "k Wtt het welriekende parfum rook ademhali«'ïea 11(3 tangzama zachte bew-^ing van haar het zwjjmoldu zjjo. jioofd fft was tojJSgrich #W sa vriéudoLijk Ml <richD^irf1^/''iaar hij na lederen dag k op ®°8 Juist kunnen behoorschen; uiterli ^j^diu hartstochtelijk verliefd is."hunkert naar cen- het(j anG, hij verdeelt tusschen hevige bedrijvig- kon risn, had ra - _H j doch uu hti togdj"j;"™ Mond baar vopr weken te verliezen; «"-TT2 1, °ch diop .terneergeslagen. Ook voor zoo- rijln uiterlijk leven voor Inert oog der wereld een moeUUken tijd doorleefd. Een tel die eigenaardige zwijgzaamheid "waarin"een ÏJ* öuk°' hartspyn lijdt of al zyn vermogen 4^(J*®er' ,°P het orpoepen van haar gelaat uit do w of het zonlicht Hfj, had kans gezien zijn het 'Wichten- en was dankbaar geweest dat Uil hebdo® had; doch met zijn vrienden had hij die n. wahilg bemoeid, da» zij zelden i ,,Wat hoert °UtChr tocll?" Altijd al een beetje onzeker in zijn •Mj® rijn vrienden, ontweek hij degenen, die tpoVt geluncht, gedanst, gedineerd en aan bil 111 'ia(Idei1 gódaan, g« ht L En tocli schuw- ToeinH K^hchap eveneens en ging waar tqZT? gtóchteu, leven, wat dan ook ril11 gedach- Hl tüttddeuy aonder zijn aandacht te vragen. Swal genomen, en als geen onvoorziene omstandighe- t lusschcnbeidé komen, zal over eenige dagen de tscho vlag kunnen wapperen van den top van de zen woudreus, die een wereldreis heeft moetén vol brengen, om op de plaats zijner bestemming te komen. Dit js dus een van de dingen, die de Lngelschman ra kunnen gaan bewonderen tengevolge van het slui ten ,van dan vrede. He< is er ver van af dat het het eenige zou zijn. We hebben deze week kunnen lezen, dat de kunst schatten uit het Britsch Meseum. en ook uit andere musea, die uit Vrees voor luchtaanvallen waren weg-, gebracht, weer naar hun eigenlijke verblijfplaatsen rijn teruggekeerd. Zoo is thans ook weer te zien het mooiste ruiterstandbeeld van Londen een standbeeld van Ka- rel l 'Zestien Jaar voor de terechtstelling van koning Karei werd dit standbeeld vervaardigd door den Fransch- man Hubert Le Sueur. Le Sueur kreeg de opdracht niet van den koning, maar van Sir Richard Weston, die het in den "tuin yan zijn nieuw huis te Rocbamp- ton wilde plaatsen. De Franschman zou f 7200 ont vangen voor: „,het gieten van een paard in koper, een voet grooter dan een groot paard en het beeld van Zjjne Majesteit Koning Karei naar verhouding, volle zes voet.' Anderhalf jaar zou Le Sueur noomg heb ben voor de vervaardiging. Doch nu komt het vreemde van de geschiedenis. Het standbeeld is nooit geplaatst in Rochampton. en bü het uitbreken van den burgeroorlog viel het in de handen van het Parlement Daarop volgde de onthoof ding van den koning, en men verkocht het standbeeld als oud metaal aan een koperslager, genaamd John Rivett. op voorwaarde, dat hij het beeld stuk zou slaan. Om de autoriteiten te bewijzen, dat hij aan deze opdracht had voldaan, liet Rivett hun stukken brons, zien, zoogenaamd van het standbeeld afkom stig. In werkelijkheid echter had hij het zorgvuldig ver borgen gee kleinigheid voor een meer aan levens groot ruiterbeeld. Of die koperslager aldus handelde uit winstbejag, omdat hij andere tijden verwachtte, waar in hjj net bééld voor veel geld zou kunnen verkoopen, of omdat hij het uit koningsgezindheid niet wilde ver nietigen. is mij onbekend. In elk geval spekte hij. zijn beurs op geweldige wijze, door aan de Royalisten bronzen messenheften te verkoopen. als „echte'' déé- len van het standbeeld en aan hun tegenstanders en aartsvijanden eveneens ais souvenirs van hun over- winning De Honderden eigenaars van bronzen heften, ge maakt van het ruiterstandbeeld van koning Karei, zul len wel raar opgekeken hebben in 1660. £oen .bij de troonsbestijging van Karei II, John Rivett met het ongeschonden beeld voor den dag kwam. Doch toen wachtte den koperslager een minder aangename ver rassing. De zoon jan den vorigen eigenaar, Sir Rir chard Weston. van wien het Parlement het beeld had afgenomen, eischte het thans op als zijn rechtmatig eigendom. Veertien jaar lang "bleef het onbeslist, aan wien Karei I met zijn paard toebehoorde. In bet jaar 1674 werd een eind aan de zaak gemaakt „door het ruiterbeeld ten geschenke te geven aan dén zoon van den onthoofden vorst, die het in Londen liet plaat sen. En thans, na een ballingschap yan enkele jaren, is hot buustwerk van den Franachen meester weer voor een ieder te zien Al weer een van dé góvoL gen van den oorlog, al was het maar een klein en betrekkelijk onbeduidend gevolg .verdwenen. Het waré te wenschen. dat alle andere gevolgen, waaronder thans, en voor hoe lang nog. mjDioenen gebukt man, pp dezelfde eenvoudige wijze tot normale toestanden kon den Worden teruggebracht Het moet eikend worden dat hij zonder het zuli te willen tot da ontdekkingvan de diepte van zijn hartstocht gekomen was, zich er van bewust dat hét te veel opgeven beteeikende Doch er rijh vrouwén, die zoo direct en -eenvoudig tot het gevoel spreken, dat het versland geheel buiten spel mijft-; en hy had zich nooit afgevraagd of Gyp waard was bemind te worden, of zij deze of gene hoedanigheid bezat, of die en dia deugd ifij verlangde haar juist zoo- als zij was, en woog haar op guaneried weegschaal; Mannen kunnen hartstochtelijk liefhebben ga er zich toch tegelijkertijd van bewust zijn, dat hun hartstocht enkel verlangen is; het is mannen mogelijk enkel om spiritueele waarde te beminnen, terwyl zij toch voelen dat da geliefde deze of gene deugd of bekoorlijkheid mist Summarhay's liefde had niet een dergelijk verdeeld bewustzijn. Ook liet hij haar verleden geheel buiten beschouwing. Hij herinnerde zich in het jachtveld g<E hoord te hebben dat q) Winston's natuurlijke doen» ter was; en zelfs toen" reeds had hij het verlangen in zich voelen opkomen om dien cuüiepigon schaar da al jager onder handen te nemen. Tioo meer er tol gun de wauscheiijkheld haar lief te hebben bleek té zijn, hoe meer hij haar lief wilde hebben; zelfs haar ellendig huwelijk beïnvloedde hem slechts in zóóverre dst hel haar geluk "beïnvloedde. Hot kwam er niet op aun niets kwam erop aan dan haar te zien en zoo. vcellfls zij jiem wilde toestaan bü haar te zijn En au ging zij voor een maand naar zee en hijzelf vervloekt hy moest ln Pbrtshire zijn om kor hoenders to jagen. Een maand. Hij liep langzaam de rivier Zou hjj zich durven uitspreken? Soms leek hn»r gelaat op dat van ben kind als het een ruw of angstaanjagend woord verwacht. Men kom haai ueen piindouu onmogelijk. Maar soms had hij W het gevoel gehad, dat zij, mariM wilde dat hij) zich uitsprak. Een paar maal had hij een zachten, tragen blik opgevangen - die >;eder verdween zoo» dru hiji heit.zag IHj was nog voor rijn tijd en terwijl hg over de borstwi in.r. leunde, keek hij. naar den stroom. De zou scheS op het water, en vervrooWIcte het geel achtige go warrel en de kleine zwarte draaikolkjes heUüTfde water dat onder de wilgen door foorbQ Eynsham, voorbij Oxford,, onder Je1 kerk te Clifton door, voorbij Jtoulsford. voorbW Sounliig was gevio«d Eu ky dacht i „Mijn Godl Als ik haar eens zéén dag voor mij alleen-.op de rivier Jiad één hee- leu, langen dagl" Waarom was hy fll dozen üjd zoo bloohartjg geweest? Hy slreek met de hand over zijn gelaat. Breode gezichten vermageren niet gauw, d°ob het rijde voelde hem jnager aan, en dit gaf hem een soort ziekeLijke voldoening.' Wist zij maar hoe hy verlangde, hoe hy -lood. Hu sloeg de richting in van Whitèhai Twee lui die hjj koude, hkihton hem staandt Mijnheer de Redacteur. Met deze wil ik het publiek van Callantsoog even opmerkzaam maken wat het gezegde betreft In het laatste raadsverslag als zouden de heer Yan de Poll en Mevr, v. d. Poll hier te Callantsoog zooveel goed doen en zooveel hebben gedaan, (jaarna zou ik willen weten, wat voor goeds zij ooit hebben gedaan, bi) mijn weten niets. Ook wat de mobilisatie betreft hebben de menschen het brandhout duur moeten betalen, het we3 voor den heer van de Poll een goede gelegen^ held om Re* van jto hand te doen. De minvermogen-» den hadden het voor liet arbeidsloon moeten hébben, dan had het 'al duur genoeg geweest Distributie van wilde konijnen, ook een goede daad, maar vergeet piet, dat de menschen f 1.50 voor zoo'n magere helmenknapper moesten geven, dan had hij ze beschikbaar moeten stellen voor den gewonen prijs van 40 a 50 cent Zoo het voor de mobilisatie was. ia dit nu het goede wat hy* in den mobilisatietijd gedaan heeft Wat het vreemdelingenverkeer betreft, word' het hiér ontzettend tegengehouden. Wanneer iemand zijn hoofd even boven de duinen uitsteekt, volgt er onmiddellijk een bekeuring, want alle oogen rijn daarop gericht Indertijd (in 1917) is er een stuk duingewas afgebrand, wat 'nogal oena meer gebeurd, een fatsoenlijke vrouw van hier ging eens kijken, hoever die brand gegaan was, geheul geen gedachte dat dit kwaad kon. Maar onmid dellijk komt Van Be Poll mét zyn gevolg en voorzien va neen beëedigd man, die onmiddellijk proces-verbaal moest opmaken én zij kreeg van v. Poll zoo'n uit brander. dat jde vrouw het zoodanig op haar zenuwen kreeg, dat rij -bijna niet thuis £on komen. Diezelfde juffrouw Voonde in een huisje van v (L Poll. zij kreeg het bericht, per Deurwaarder, dat zij met 8 om een nap te wisselen. Een van hen was jpas getrouwd. Op den twaalfden gingen zij pok naar Schot land. Bah! Wat leek ham datgene, wat voor hem tot dan het gloriepunt van het gehoede jaar was ge weest, vervelend alledaagschl Ah, maar als hijf oens met béér naar Schotland kon gaan. Hij zoog don adem met een zucht in, en liep snel door. Zonder te letten op de prachtige schildwachten hjj d» Garde- kazerne, zonder iets van welke schoonheid ook, te zien, liep hij besluiteloos het water langs, en ring naar hun gewone bank; in zijn verbeelding zal hij daar reeds met zyn stok in het kiezelzand te .prikken, met een zenuwachtig trillend hart, en die steeds weder tc- rugkeerende vraag: ,.Zou ik het wagen le spreken?" En blotseling zag hy jLat zij hem reeds voor was, en er al zat Zijn hart sprong op van vreugde». Nu fgeett langer uitstel hii zou zich uitspreken. Zaj droeg een maiskleurige mousseline japon, .waaraan het zonlicht een zekere doorschijnendheid verieemdó, e nzat met over felkaar geslagen knieën achterover te leunen, met een hand rustend op den knop van haar opgerolde parasol, en het gelaat hall verborgen door een breed eerunden hoed. Summerhay klemde de tanden op elkaar, ön ging recht op haar toe. „Gypl Neen, ik noem je hij geen anderen naam meer. Zo okunnen we biet doorgaan. Je weet. dat bet onmogelijk is ,Je weet. dat ik Ie aanbid. Als je me niet Liefheb!, moet Ik hier vandaan. Den boeien dag, den heulen nacht droom ik van niets anders dan van jou. Wil je dat ik heengaj Gyp?" Als ze eens zei i .Ja. ,ga heen". Zij maakte een lichte beweging, als in protest, pn antwoordde zacht, zonder hem aan te lijken t „.Natuurlijk wil ik niet, dat Je heengaat Hoe zou ik dat kunnen?" Summerhay zdde hijgend: „Dus dan heb je me lief?" Zij wendde heit gelaat at „Wacht pog. Wacht nog een kledin poosje. Als we terug komen, zal ik! 't je vertollen Dat beloof ik je." „Zoo leng nog?" ,.Een "maand. Is dat lang? Toel Het is voor mij ook niet zoo gemakkelijk. Zij glimlachte flauwtjes en sloeg een oogenblik haar pogen naar hem óp. „Toe laten we er a unict over doorgaan." Dien avond op ztin sociëteit, terwijl nij sigaret op sigaret rookte, zag nij door den blauwen rook heen haar gezicht, zooals zij bet hem een oogenblik naar het zijne had opgeheven^ en uu eens was hjj in den hemel, dan weer in de hei HOOFDSTUK VI. De van een veranda voorziene bungalow aan de zuidkust, gebouwd eb bewoond door een schilder, die bevriend was met tante Rosaonund, had een dagen het huis moest verlaten. De Huuroommissie van Schagen wist 'hem aan zijn verstand te brengen, dat hij daar het recht niet toe bad, en de opaeggingstermijta verlengd moest worden. In aen zomer worden hier wel eens bramen gerecht in het duin en in het bosch is het enorm, maar zjl gaan allen tot rotting over, zelfs voor enorm veel geld mag pr niemand plukken, zelfs niet naar kijken. Mevr. v. d. Pöl en haar dochters hebben twee kind», ren gesnapt, van eene Ottervanger, alhier woonachtig, zij liepen ,om het bosch ln een droge sloot, zij heb ben die kinderen ln den arm genomen eö gek nepen, dat de kinderen stonden te gillen. Toen dg thuis kwa men stonden zij nog te hullen voor hum ouders, en hun potje m'ei nranién werd voor htm oogen leegge stort. dat kunnen twee vrouwen getuigen, die Mevr. v. d. Poll er erg over hebben aangesproken. Wat de landerijen betreft, rijn de boüwertjes Die! op hun gemak. Ongeveer een maand geleden, toea een klein boertje, werkzaam in zyn bouw. erwten, boor nen peulen, enz., kwamen de jachtopziener, zijn hond en een zoon van v. <L Poll daar door alles héén ga» slenterd en werd er heel wat vertrapt, dat alles om een eendje te séhieten. En toen de eigémaar zyn vér- ontwaardiging daarover uitsprak, kreeg hy van den jachtopziener Honschoten ten antwoord: ,B... kerel, ik heb niets met je noodig," De eigenaar gééft het aan bij den Burgemeester, hij kon hem getroosten met de woorden: ik zal er met v. d. Poll over spreken, en daar is het tot heden toe b ygebleven. Vier dagen daarna komt de jachtopziener Honschoten met vier halfwassen stukgeschoten konijntjes bij den eigenaar met de woorden: JJj hebt het nogal bont gemaakt tegen den Burgemeester. Heeft een óigênaar nog wat te vertellen over rijn eigendom, of heeft v. d. Poli het recht om eeb ander zyn boel plat te loopen? Wat het vreemdelingen verkeer betreft, dat zal niar ook zeker wel niet zoo'n grooten vooruitgang maken, de landerijen in den omtrek worden zooveel moge» Rjk door de familie aangekocht, bang dat er anders een huisje zou verrijzen. Ook heit eenigsto bouwterrein van de gemeente fa hy doende pm dat in handen te krijgen, voor ruil voor een rommel stuifduinen, waar nooit geen mensch wil wonen, .ten noorden van hei dorp. riet zal eerstdaags in dén Raad besloten wor den. Wanneer onze raadsleden, hetzjj vrijzinnig of sor ciaal. dan allen weer ja knikken, dan is de zaak beklonken, en de heeren die gevraagd hebben om oen stukje grond te koopen om hier een villaatje te zet ten. zullen er naast grypen. Het Callantsoog moet blij ven wat het altijd geweest is. dan is het naar de Heeren hun zin. Hebben de Heeren, voorzitter en eereo voorzitter van de Vereeniging voor Vreemdelingenver keer dit niet in de gaten, ray dunkt, dan kan een ieder wel bedanken lid te zijn van de \V.V. MJHaer. gaarne zag ik dit ingezonden stuk geplaatst G. TEN BOEKEL Ga., voorheen timmerman. Callantsoog .7 September 1919. ALS DE ARBEIDER IN DL WINST DEELT. Max Harden heeft onlangs in de .Zukunft" geschre ven. dat hel toch van overwegend belang zou zyn, indien iedere werkman zou deelen in de winst van de onderneming. Naar aanleiding van deze bewering, die de men schen elkaar zoo dikwjjls napraten, schryft de heer Deutsch. voorzitter van den raad van directeuren van tuin, waiarvan bet glanspunt één pijnboom was, dia voor bet bosoh daarachter was uitgedwaald, Hét huisje stond geheel alleen, juist boven oen rote- laag, vanwaar de kust in zandige plataautjes naar de zee afdaalde. De veranda en bet dichte pijmboscb gaven overvloedige schaduw, en het strand al dn zon en zeelucht, noodlg om de kleine Gyp te bruinen, die nu eeb kleine dikzak was, zooals ook haar moe der op baar leeftijd was geweest, en ongenetestijlk verliefd op en zonder vrees voor bonden otf ellk an der soort van beesten, en die reeds woorden zed, die nadere verduidelijking behoefden. 's Nachts, ais Gyp vanuit haar slaapkamer door de platte takken van de pijnboom heenkeek, kreeg zij vaak het gevoel alsof zij bet eenige wezen op aarde was. De rimpelende, rilvoren zee, die eenzame pijn boom, de koude maan, de lucht die donker koren bloem-blauw was, bet sissende, zuigende gekabba) van de branding over bet kierel op bet strand, zelfs de zoute, kille lucht leken eenzaam. Ook overdag in de wazige warmte, als de wolken nauwelijks voortdrijvend, zich met bet blauw vermengden, en de pluimen van de grove helm nauwelijks beefden, en do zeevogels met bun schorren lach en hun ge- krijscb vlak over bet water scheerden leek bot haar alles dikwijls deel te vormen van een droom. Zij baadde en werd even bruin als baar dochtertje, een echte zigeunerin, met haar hreedgurandon hoed en linnen japonnen. En toch leek zij hier nau welijks te leven, want zij was nooit vrij van de her innering aan die laatste ontmoeting met Summer hay. Waarom had hij zich uitgesproken, en aldus een einde gemaakt aan hun kalme vriendschap, en baar geheel alleen aan dit pgnlljk harte-onderzoek over gelaten? Maar toch wenschte zij rijn woorden niet onguzegd. Alleen, boe moest zij weten of zij zich imoeet terugtrekken en vluchten, of de vrees van zich afzetten om rich te laten gaan en zich in da onbekende diepte der liefde te storten van dien hartstocht, waarvan rij den aard voor de eerste maal bevend bad gevoeld, terwijl zy zat te kijken naar galjas" en die zij steeds daarna met een zekere beving bad gevoeld. Moest bet werkelijk rijn alles of niets? Gaf rij werkelijk genoeg om hem door alle hinderpalen heen te breken en rich in het mid den van den stroom te storten? Zoolang rij elkaar iederen dag hadden kunnen zien, was het zoo gemak kelijk geweest te leven voor do volgende ontmoeting - en niet te denken aan wat daarna zou komen. Maar nu, nu alles onder haar voeten weggeslagen was, viel er nog slechte aan do toekomst te denken de hare en de zijne. Doch behoefde zij zich wél om do zijne te bekommeren? Zou hij haar niet Juist zoo lang liefhebben als hij verkoos? W.oitU vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1919 | | pagina 1