De dingen om ons heen. HEI ONBEREIKBARE. TWEEDE BLAD. Schetson uit de Rechtzaal. Zaterdag 13 September 1919. b2&le Jaargang Mo. 64ÖL FEUILLETON. t ■wm fcfadheidSns hebben gedacht, W} dé meardertieiö t gerusi maakt? Emilie keek verschrikt op. jSoe kwam humier stamgomoo-ten ia het aan plotaaliaga looit- ma nu opeens aan de kasafersfirma, yraar bjj pa'g (jolt OoBtenryk heelt dus «tin doodvonnis onderteek yjnd. üeei veel anders is het niet. Altoos wanneer in de naaste toekomst geen groots en gewichtig* y^auderiugen ui dit vredesverdrag worden gemaakt. WaS b«t LHiitaohe .verdrag onereus. dit is net nog yeel meer, Ouitsohland moest betalen, afstand doen van dit en dat. maar met uitsondering van betrekke) liïk geringe gebieden, waarvan ten opzichte van Elzas- Lotbaringen en Polen tó|v het „Duitsch^ryn" zeer nroblemauek was. is Duilschland gebleven, wat het 4* Het beeft zyn bestaansmogelijkheid uit den brand .,^d oen beeft kans zich te hersteilen én opnieuw ,'n m8cbt OP verschillend gebied te worden. Met Oostenrijk staat het geheel andere. Het gebied ar ïiaDsburgers is uiteengevallen. Het kunstmatige knut- jtiwerk dat 't^men van zoovpie eeuwen hééft letart. 'is ineengeestort. Wie zich maar onafhankelijk ton verklaren, deed het. Galiicië ging naar Polen, Zuid- Tyrol naar Italië Kroatië en Slovenië sloot zich bij ^ervië aan flohemen werd zelfstandig Hongarije even eens. En de buren azen nog op allerlei gebieden, dié oaar zij nopen, door een referendum hun te beurt lullen vallan. W«a»en. woeger het middelpunt van een groot nJE, dat bloeide door handel, landbouw en nijverheid, ia Qu de hoofdstad geworden van een staat met nauwe. |tüa grooter bevolking dan ons land. Een staat zon der landbouw, zonder aujnen. zonder veeteelt, hoofd- sad. jvaar hoogstens de geldhandel internationaal op des duur van beteekenis kan zijn zoodra althans eeu Oostenrijksche kroon, die een franc waard was iets njeer zal kunnen gaan bedingen dan de 4Vs ceot vaQ thans. Als amusementstad kan het spjn oud» beteekenis op den langen duur misschien Jerugkrijgen, al zullen Praag en Budapest groote concurrenten zijn. En wanneer dit rbiedt zal het alleen daaraan te danken zjjn. dat Weencr een begrijpelijker taal spreekt dan déCzéch en Hongaar, wier taal zelfs voor den kenner van veie vreemde spraken een onoplosbaar raadsel «is., om dat er geen "énkel aanrakingspunt gevonden wordt, noch met Latijn, noch met Germaansch. Misschien kan dit feit Woenen ten goede komen doch ook dit schijnt lang niet Zeker. Bovenzie11 is de existentie van een groote stad, die gebasoerd zou 4)b op zuiver jam uaement. vrjj onzeker. Allerlei aorta" ken kunnen een verandering in den smaak van het rei zend nu uitgaand publiek meebrengen. JBovendien was bet den rci/.^er. die voor genoegen of gezondheid naar Oostenrijk 'ging. meestal niet in de eerete plaats om Weenou te doen. Karlshad en dergelijke plaatsen wa ren het hoofddoel en als men er toch was. liep men Weeneu niet voorbij. Karlsbad echter is Boheemsch en andere bekende vacantieoorden hebben evenééns hun Oosteorijksche nationaliteit verloren. Economisch is dus de toesta ud tier Duitsch-Oostenf ijjksche Republiek zeer ongunstig Goud is er niet in noemenswaardige hoeveelheid. Uitvoerartikelen evén- min. terwijl de hoofdindustrie, de mode, voor alle ■ondstoffen. laken zijde, bont, voeren, enz. bij het Wtenland terecht moet komen. De firma, die laken van tien kronen per meier kocht. Boet thans echter in het buitenland bet tiendubbele Jedrag aan kronen neertellen. Het is duidelijk, dat deze toestand onhoudbaar is. Maar uitgevoerd mpet er worden. Anders kan de schadevergoeding niet worden betaald en is een Staats bankroet onvermijdelijk. l)e Entente immers heeft gedecreteerd, dat Oostén- rijk aansprakelijk is voor zijn deel in de oude Staats schuld en voor het geheel van de ooriogsschula van bet oude keizerrijk. De Yugoslaviach en Gzechische Sta ten hebben zich van de betaling van rente en aflossing der leeningen niets aan te trekken. Zij immers hebben zich tegen den oorlog gekant en ra strijd willen voeren, zoodra zjj zeker m eendenj wetesn. dat de kans voor do Centralen verkeken was. Toen ontdekte men plotseling zijn saamhoorigheid met inden groepen en zijn vurige en tem I «gezindheid, waar van nieis gebleken was bjj net yolk. zoolang de dub bele adelaars zegevierend wapperden boven de slag velden. joeu Hoemenié neergeslagen was, Italië over wonnen scheen, toon in het Westen succes op succes volgde, joen Berlijn nog sprak van „vuistpanden" en van pen beslissing qp grond van de oorlogjkaart. Czeacher als Masaryk en lkaréa, mot een klein groepje valgeLimateni, mogsm vem den bejrinn® over dekking go we eet, dat zij Don vurig pro-entente wa ren Een ontdekking paz gemaakt nadat de kan sen waren gekeerd. Nu wordt met veel ophef da stelling geponeerd, dat tij altoos tegen den oorlog waren, nooit voor de oarlogakredlleten hadden wil len stammen en dat zit op gnond daarvan het recht oenooren te bezitten zich aan de m <vt«>b<Ytn.l t np ■ya x onttrekken. Zoödat dus Oostenrijk moet optomen voor het geheel der achuil- o^r(a,a<^effi®111 if®0? d« regeering van den ouden Czechen en Krenten, Slovenen en SlowAton evengoed zitting haddén. had do conferentie moeten inzien, zal men zeggen. Dveo^ilgd, dat men' X heeft Ingezien en v*"iuu' m°* ov^ww*1!111 ^TlJ* eenvoudig machteloos tegen- i°w 0 en YuK°®^e> amder wier me- y^^elinfên niet kunnen uft- ijven. Bovendien heeft men hen rtoodig tegen de ®n *tïak8 te?e® «"«NUk» andere groe- w£L herstelden, saamgelapten wereld lede zouden kunnen bedreigen. Zij kunnen zich permitteerem. Dat blijkt uit de hou- JTf* To? ïtoemendë in de Hongaarsche quaiestie, waarschuwende telegrammen, nota's en wriructia* uit Parijs eenvoudig genegeerd worden mei hei doorzichtige «n lamme excuus, dat zii nooit zyn aangekomen! Dat blijkt ook uit de pertinente weigering vtan iafast en Be!*fraxto om het verdrag met Oosten rijk onderteek enen, zoolang daarin de bepaling staat dia t de Rloemienieii en Serviërs de vreemde ra-s sen binnen hun landspalen goed: hebben te toehande- Ion en hun rechtszekerheid moeten geven ten aan zien van burgerrechten, taal, school en godsdienst. Uit het verzet tegen zulk een bepaling blijkt af doend hoever de beschaving dier landen nog achter staat bij West-Europa. Wanneer een dergelijke be paling, die toch ln hoofdzaak slaat op de Joden, in een traktaat met een West- F.uropeesche macht was opgenomen, zou men zich daar hoogstens verbassen over zoo iets vanzelfsprekends, diat men in de twin tigste eeuw geen geloofsvervolgingen meer zal ensoe- neeren. Het verzet er tegen, vooral van Roemenië, dat op gebied' van Jodenhaat, gelooven we, nog er ger was dan Rusland, bewijst, voor wie nog bewijs noodig heeft, welk lot dien Jood beschoren zal zijn, wanneer de Volkenbond hun niet beschermt. Om de bandon tegenover de Joden vrij te hebben toekent Roemenië, teekeoen de Yugoelaven niet. Waarlijk, Wilson had ongelijk, dat hij het voor stel van onzen professor Vollanhoven niet overnam, dat hij den Volkenbond geen internationale poli tiek schonk, die op de hieele wereld1 en speciaal bij al dergelijke achterlijke landen zorgt voor controle en voor bescherming ven hen, die zich zelf niet kunnen verdedigen. De brutaJütedit vvlamj dergelijke llamdedl die zoo overtuigd zijn hunner onmisbaarheid, dat zij zich elke onbeschaamdheid mieenen te mogen permit teerem, vraagt dringend om politietoezicht. Amdérs gaan de venster» van Moeder Europa er straks wéér aan DOOR JOllN GALSWORTHY. UIGAVE VAN W. DE HAAN. UTRECHT. Gvp plukte een bosje cichoreibloemen. Zij was J**ls vlak boven het strand voor zij hem zag staan ww den rots hoog, jnet de oogen naar haar zoerf *®d langs het strand. Na het zoemen der bijen en vitógoa was hel hier heel stil enkel Het heel zacht f~sc"eu van kleine golfjes. Hij had haar nqg niet L0or®ü aankomen, en de gedachte schoot haar door JL ..Als ik inog een stap verder ga, is het altijd, Zti bleef staan, nauwelijks aaemhaiend, i de cichoreibloemen voor de lippen. Joen hoorde ie échten, en terwijl zjj vlug voort liep. zei. •.Hier ben ik." '1 wsndde zich om, greep haar hand. en zonr Doort^ *oord iu spreken, gingen zij onder de rotsU b^ai ^*^Zjj liepem z^j aan zy over het harde and, 2^!*® we naar boven gaan, 4® velden ia." hun» ^aierduu tegen de lage roisen op, en gingen hek bi 1" meL Bras l«cgr<x;uren bovenkant naar «fan! «naar i,"™ ^Ppêlveld. Hij hield het voor haar bpen, annen voorbijging, nam hjj .haar in zijn Voor hu s ^aar aiaof hij er nooit mee zou uitacheicjpn *«e UC' ^duizendmaal gek ast wus. was dit de KLLS- DooHflltlMxIr uiai1 m VAii Anm fptriiö fpfittn rtu. «3 ^uodsbloek vief vau freui terug tegen die' met 'itog 'bevende rrppen, en oogen. Van hji, 70n*ör waren, Zeen zij hem yan, «aanzimtg tich (j ^Qt> dronken van dien ÏUs. En terwijl /li haar >Se^ng omwendde paar het hek, legde zij ^Uat ,rniea op de bovenste sp^ en verborg haar Ihi ^aar keel kwam oen lieftjg gesnik, ea Hr. i ulso' Jh®»' 'ha'"1 er v®11 ®°u "reken. Zjjn **fuor wuu^ulJ'éc au uru knikjes, zijn stem dicht aan Hlfep' P?pi Mijn lievelingi O, #chei uit, Gypl" bietszij kon niet ophouden. Die kus had dn m "aar ziel doen breken, haar leven tot op ha(._~°8eul>iik weggevaagd, iets vreesolijks en wonder- hj ^^8®wrocht., Eindoiijk wist zÜ or met moeite Uit axiï* BPyt ine het spijt me zool Kijk kijk la ,Wet naar uie. Ga even weg, ep.... dan., dan 7* *oo weer beter." het °wi' 'eta le zeggen gehoorzaamde hij, en, jut ja £ja doorgegaan, zatu hij zich op den Wij, Nederlandietra, evenwel weitetn, dat hef niet alleen OoethEuropa la waar dé politieagent noodig ia om zulke politieke O-W are Mnnem de perken te houden. Reden te meer om bij een herziening van den Volkenbond, die toch noodig zal blijken aan te dringen op ale internationale politiemacht. Liefst ook op Internationale recherche UITKIJK. dood een groot deal van "hun fortuintje was gede poneerd. Kern pers en Jalings, herhaalde ze. trachtend haar ster» rno flink mogelijk te doen kinken hoe komt u daarou? Er werd gescheld Wie zou dat kunnen ^jjn, zei moeder o, zeker dc posb.„ misschien een brief van Anton Kaatje is aeker al uit. hé? Maar Emilie was af <q> de trap. t Was de post geweest. Er lag in de bus een briefkaart van Anton, haar broer, en oen van de bekende gele onvéloppé der kassiersfirma. j£mmy stak den brief van Kemper en Jalincs met bonzend hart gauw by zich. Bracht de briefkaart van Anton aan ma. Wat beef Je toch. zei de moeder en ze vatte eén van Emillés handen. Je hebt kou gevat, zei ma: je hebt koorts, kind. Ga vanavond vooral niet meer uit hoor. Jawel, zei "Ernmy, ik moet nog even naar Marie. Als Je dat kind niet controleert, 'aan voert ze oeenf zier uit; krijg ik weer een uitbrander, dat ze geen vorderingen maakt. Laat haar schieten, zei moeder, wfj kunnen ér r ondheid op oim maar gela te verdienen. Maar Emilie had al haar hoed opgezet. Trok haar hand! schoenen aan. Zij kuste de oude vrouw op het voor. hoofd. Vloog dc straat op. Voelde zien eerst te opi- gewonden. 4e gejaagd om in een tram te gaan zitten, Li®P, een pear halien ver. Pakte eindelijk de tram, In een stille doodsche straat schelde zij ergens aan. Meneer Dujardin was ihuis. Emilie wisi den Ven naar Honri kn kamers. Zij had geinformeerd hy had geen bezoek. Zy tikte 6an de deur van rijn zitkamer^ Kreeg geen antwoord. Ging er binnen. Heanri was er niet. Wel brandde het .gas boven rijn schriijftafel. En pen pijpje lag nog walmend op het bekje. Wie is daar? pep een stem. En tegelyk kwam meneer Dujardin te voorschyn. in zy'n ovtrhemdsmou- wen. Hij was bezig zich aan te jjleeden. Had een laag wit vest aangetrokken. Schrok toen hij Emmy zag staan —Jij hier, zei jjjj. Ja. ,ik, zei Emmy. In de tram had zij den brief van Kemper en Jalings gelezen. Ik moet fe dringend spreken, zei ze. Ja. zie je, zei hij jan keek even op rijn horloge. Een minuut maar. zei Emmy te trotseh om iets aan te merken pver zyn gehaastheid. Hij had een jas aangetrokken. Ging zitten. Emilie reikte hem den brief van den kassierover. Hij streek over zijn blon den kneveL Bleef uiterlijk kalm. „Hm zei hjj eindelijk, Kun je ervoor zorgen? vroeg 'Emilie Hjj dacht op den nrief turend, even na. Keek weer op üjn horloge. De conferentie, die Ik vanavond heb, hernam hjj eindelijk, staat in nauw verband met het welslagen van de zaak. Alles loopt prachtig. Ik heb vanmiddag nog een gesprek gehad met Van Vliet, je weet. den richard „aio president commissaris zal worden. Alles staat er magnifiek voor. Maar natuurlijk. je kunt zulke dingen niet forceeron. Dan riskeer je al les te bederven. Even wachtte Emilie. Han. barstte zij plotseling los, dat hij verschrikt naar de deur week. Han. Ik kan 't niet langer jilL houden... Dat dag aan dag bedriegen van ma. dat besef. dq| ik haar klakkeloos heb laten tookène^ zonder dat zjj begreep.... Kemper vraagt aanvulling zoo- als je ziet.... Wat moet ik berinnen. Zij had de hany den tegen het gelaat gedrukt. Toen stond meneer Du jardin kalm. langzaam op. Hjj bad zijn pantoffels nog aan. liep" geruischloos over Jjet tapijt Sloeg z'n arm om Emmy d'r schouders. Fluisterde vlak bij haar oor. Dat beduidde immers niets. Totaal niets. Die vrouwtje^ mm fh zaken allemaal even onbekookt,! overdréven. Zij had toch de machtiging van ma. WeL, nu. dan moest zy nog een „stukje^ prolongeeren. Er was nog genoeg, 't Kwam immers niet op aan. WanDeOr zjj getrouwd waren, dan kraaide er geen haan naar. Henri voelde hoe haar tranen op rijn vingers drup ten ;Hjj nam haar hoedje af en streek over de Monde lokken, waarin hier en daar al een zilveren draadje was gesponnen. Hjj haalde een glas water en liet b&ar drinken .Nam zjjn flacon en besprenkelde haar zakh doek met eau de .cologne. Zoo zaten zti hand in hand. Emmy luisterde naar £jn woorden, net toe. dat hjj haar kuste. Haar folterende angst verdween en ein- deltik glimlachte rij over haar opgewonden ongerust- heid. Henri had haar een heel anderen ktik op dö dingen gegeven. Den volgenden 'dac, zou zij bjj han op z'n kantoor komen. Dan zou hy met Emmy over leggen. haar wel Wijzen, hoe zjj. dé zaakjes met Kemw por en Jalings had te regelen. Ook dat kwam best pp z'n pootjes terecht Zij liepen Samen de straat in. Emilie zou hem een eind wegbrengen. Zjj gaf hem nu een ijrm. En rij praatten over den dag. waarop hy- ma officieel haar hand zou vragen. Ma begreep er toch wél alles van. maar tot nu toe had hjj net offi# cieel worden van hun egagement voortdurend uitge- JVAT BLLIFIL4. 't Werd zeer schemerig In de huiskamer. En Ma. die na 't eten als naar gewoonte in haar arms toeft had ritten dutten, werd wakker en vroeg met schorre stem. hoe laat 't w|ps. Emilie mompelde wat. Hoe kat zeg je. kind, vroeg de moeder t is al] donker. Zon je het licht niet opsteken. Nou. eventjes nog, ma als n 1 goedvindt, zei de dochter. Maar moeder wou zoo graag tie krant Inkij ken. Zij sloot de gardtinen. Tikte tegen het knopje van 't electrisch licht Zoo, zei Ma, ppgefrischt door tiet slaapje» nou kunnen we elkaar zien, AI zeven uur, Em. De dochter zei niet veel Zat aan tafel op de krant te turen zonder jets te lezen. Wat ben je stil, Emmy, zei ma, er is toch niets? Welneeu, taoedertie, Hoe koint u daarby? Jawel, zei de ouae, met iets angstigs in haar stem ik heb 't de laatste paar dagen pi opgemerkt 1 steld .En wat deed ex dat ook toe. .zei Henri, wat Zeg mij liever ronduit als er vrat aan scheelt Hebben I kon haar per slot van rekening, dat gefelidteer van Kempen en Jalings soms iets geschreven, dat je on-allerlei menschen schelen. Zjj behoorden elkpnder. Voor het herié leven,, t Verdere was bjj zaak. Emi 'ie éen ander mensch toen ze thuis kwain. Zy verzon allerlei leugentjes over dc leerlingen. Had wat lekkers voor ma meegebracht Plakte haar oudje weer eens oudexwetsch hartelijk. Er was glans, leven In haar oogen en wat kleur op haar wangen. Je bent een andere pe» geworden, zei moeder, H is net zooals de dokter laatst zei wat jou ontbreekt is frissche lucht, meer be weging .Je moet lederen ochtend een fiksohe wande. Jing maken. Dan ben je zoo gezond ?ls eön visch. IVecics. moedertje, zei Emmy nu slaat u de spijker op rin kop. ik beloof u ik zal "hri recept volgcaj hoor. - De twee vrouwen stonden tegenover éOkaar^, Emmy met gebelde vuisten, 't Haar losgewoeld. Hijgend naar adem. Dat lieg je. schreeuwde zy mot rauwe stern, dat is een infame, gemeene leugen. De kleiné. grauwt bleeke vrouw, die haar een paar dagen geleden schrlf- teltik een onderhoud had gevraagd on die zij verzocht had je komen op een uur, dat ma haar gewone wandeling maakte met tante Nelly de haar voor een half uur onbekende vrouw lachte. In haar doffe- uitgabluschte. ingezonken oogen was geen medelijden met 'Emilie. Zy scheen te genieten van de smart, die zy .berokkende. Gelooft u het niet. zei zo. denkt n, dat ik n wat sta voor te liegen? Zij maakte het taschje open. dat ze bjj zich had. Haalde er brieven uit. Kykt u maar eens even, zei de bezoekster. U kent toch zijn hand wel. Deze brief is gedateerd van 3 September, dat is acht maanden geleden. Toen kende u Henri toch al. is 't niet... En deze is vaa^ van 20 Aug. Enfin, leest u maar,^. Hjj zal u wed precies hetzelfde verteld hebben. Bezoekster wachtte. Emmy had de brieven gegrepen... Zij las... Zij her kende niet alleen hel schrift van Henri Dujardin. maar z\jn huichcdtaal. Die zachte, zoete woordekens waren 't. Hij had wel gezorgd, dat niemand er „houvast" aan kroeg Mar het bedrogen vrouwtje haa in een anv dere stad gewoond. Hij was dus wed genoodzaakt haar nu on dan te schrijven. - Zij ti$af de brieven terug. En het bleeke. mjigere vrouwtje vertrok. Ik had t mijn plicht geacht, u te waarschuwen.... Ik was erachter gekomen, dat hjj u. nietwaar... En weer glansde de helsche vreugde, over dat verdriet die whnhoop, Emmy overstelpendj in haar uitgabluschte oogen Zijj was daarna heengegaan. En Emilie niet gloeien de wangen, naar boven. Zij trok een la open en nam er iets uit. Stak 'i bij zich. Voelde plotseling vreemde, ijzige kalmte in zich ko men. Ging naar zyn kamer en moest wachten. Er waren drie menschen voor haar. Emilie bladerde in tijdschriften, die er lagen 't Was haar nu of zy hier kwam voor een doodgewone zaak. Zij glimlachte over een mop in een van de geïllustreerde tijdschriften die in de wachtkamer lagen. Lachte nog eens. Luid-» -keels..„ dat de meneer, die nu nog met haar antif1 chambreerde, eenigszins verwonderd opkeek. Emilie eventjes ol serveerde, 't Kon haar niets schelen. Zij keek den meneer ook aan. Hij" glimlachte even. Het electrische schelletje trilde. Zy bleef alléén in de wachtkamer. De meneer bleef maar kort.... Aan u. zei het klerkje. Daar stond zij tegenover hem. De bezoekster van Emilie had twee brieven gelaten. Zij smeet ze voor hem neer. Hij werd zag af vaalbleek. Mtin geld. zet jEmiie. En rij "klopte haar hand op het olad van ik zal je.... De woorden werden als verstikt in haar keef Een deur ging open. 't Hoofd van een den bedienden ver toonde zich. Maar Henri gaf wenk. De deur werd gesloten. Wil je bedaard rijn. vroeg hij, je betamen lijk gedragen? Maar "Emilie raasde voort. Krijschte. dat ze haar geld moest hebben.... Dat hy haar moest teruggeven.... Zijn schuldbekentenis,... Het bewijs wat ik je geleend heb. mtin arme moeder bestelend. Schurk, {pijn geld;.. Zij schreide onder het schreeuwen. De tranen stroom den over haar wangen Henri hoorde de bediende^ mompelen En plotseling werd hij beseffend dat zijn naam verloren zou zij" door blinde woede aangetast. Hij smeet de deur open. die fijn partlcn« lier kantoor scheidde van het vertrek, waar dé dienden zaten. Die vrouw is krankzinnig, schreeuwde hij tele foneer den hulpdienst. Dadelijk. Wilde de telefoon grfjpen. dat Emilie Rem belette. Een worsteling.z" tastte met haar vrije hand in de corsage, een schot viel. D^èpolitie verscheen... Emilie werd gearresteerdL.- Ten slotte is Emilie nbg vrij kunnen kamen,... De advocaat van Emmy liet uitkomen, op welke wijze de vrouw in de beklaagdenbank, gvsi de ingeval leg wangen en de in de kassen gezonken oogen, tof deze daad was gekomen. In haar wanhoop, woede, in haar zenuwtoestand, niet wetend wat rij o°cd heeft rij naar de revolver gegrepen, zoodat een schot was gevallet^ waardoor echter niemand werd geraakt. En treurig was het aan te zien "het restje leven, dat daar nog in de beklaagdenbank zat. terwijl kan] van zijn bureanjmiiiistre... Mijn geld... 01 rand der rots jamt zijn r uit over ugnaar haar toe, en keek) rang. £n liet haar elkaar te Terwijl zti het hout van het oude, grijze hek beet pakte tot net haar handen pijn deed, Btaarde Gyp naar de cichoreibloemen en klaprozen die weder in het stoppelveld waren opgegloeid, naar de vlinders, die elkaar nazaten in het zonlicht over de heg. naar het schuim dat de kalme zee afzette, totdat 'zij nog slechts fladderende vlekjes in het blauw waren. Doch toen zij haar wangen gewreven had en met haar zakdoek over haar gericht had gestreken, voel de zjj dat zjj ek nog even ver vanaf was zichzelve te kunnen vertrouwen. Wat er in haar had plaats gegrepen was te hevig, te heerlijk, te angstwekkend. En terwijl zjj paar hem toe ging. zeidc rij: „Laat mij nfi alleen naar huis gaan. Toe, laat me gaan. Lieveling. Morgen." Summerhay keek op. „Wat jij wilt is goed, Gyp..„ altjjd. .Hij drukte "haar hand tegen zijn wai toen los. en. pa rij" arm vast over elkaar te hebben geslagen, hervatte hjj zyn doelloos staren over zee. Gyp wende zich af .om neen te gaan. Zjj ging de rij vier weder over. dóch bleef qqg langen ujcT in het ptinbosch ritten „totdat de avond viel en de sterren langzamerhand uit een lucht van mauveblauw te voor-C sclujïi kwamen, dat. naar de psychiaters zeggen, de kleur Van het rieteomklefidsel t£ar goeden is. Dien avond laat toen zjj gerood was met het borstelen van beur haar. opende zij het venster en ging in de veranda. Wat was net warm pn stil. Er kwam geen enkel! Kuid van het slapende huis er Was geen zuchtje^ ar gericht omlyst door haar haar, jmur haaiden, haar oeheeie "lichaam Moeide. De maan 'aéhter Me pijn boom ukken vulde ieder hoekje van haar brein met waakzaamheid. Hel zachte huiveren van een vrijwel brandinrioo» zee bij opkomenden Vloed rees, daalde, rees daalde De zandsteenkhp schitterde als eensneëuw baak En zooals dit hÜ «en maannacht het geval is was alles bevolkt door onwerkelijke.wezens Benmoote nachtvlinder schoot langs haar geacht zóó did£t, dat rit het fladderen der vleug* Is voelde. Een klein nacht- Sa schwrelde in de strSken of het zand. Plotseling bewoog de schaduw van den Wet*e grasZiJ bewoog een heul ktein beetje maar zij bewoog rich toch En. versteend van schrik... staarde Gyp er naar Daar. dicht tegen den stam aangedrongen, stond Summarhay. ztin 8®!*®» J®*"1 Achtbaar tfgen d^ stam. met het maanüchF op een wang, met een hand boven de oogen. Hij bewoog die hand stak haar sma kend naar baar uit. Langen tijd n°® lang® tj|d? - bewoog Gyp zich niet. keek recht naar die ■meekende gestalte. E" toen jnyt oen gevóél dat zjj nooit rksTid bad. aag zjj hom naar ach toekomen. Hjj kwam tot aan de veranda, en bleef daar naar haar Staan opkijken Zjj kon alle roerselen op zijn gelaat waarnemen... hartstocht, eerbied, en bovenal ver bazing en zjj hoorde hem vol ontzag "fluisteren „Ben jjj het, Gyp? Ben jij het werkelijk? Je ziet er zoo jong uit." HOOFDSTUK VII. Van het oogenblik harer overgave ging Gyp over in een gevoelstoestand, die nog des te heerl ijker was. omdat zjj er pooit in geloofd had. en nooit had ge dacht dat zjj kon liefhebhen zooals zjj nu liefhad. Dagen en nachten gingen voorbij in een soort van droom, en als Summernay niet hy haar was. wachtte zjj enkel 'met een glimlach op de lippen "op, het vol gend uur hunner ontmoeting. Juist jpcals zij het nooit mogelijk had geacht de wereld in de geheimen van haar b uweiijksicven in te leiden, zoo nam rij ook nu de wereld gansch niet in aanmerking. Alleen de gedachte aan haar vader (bezwaarde haar, Hjj wés te rug in de stad. En zjj Voelde dat Zjj bet hem., moest vertellen. Toen Summer hay dit vernam, zeide hjj en kel „Goed, Gyp, doe wat je.hel beste dunkt," En twee dagen voordat yaar maand in het landf huis om .was. ging zy heen, en liet Betty met kleine Gyp achter, pm haar qp den laats ten dag te volgen. Bleek en een beetje loom, zooals menschen zjjn als zjj genezen rijn. vond Winstoin haar,, toetn lm uit de sociëteit thuiskwam. Zfj had haar avondtoilet aange, trokken en boven de blankheid harer schouders had den haar door de zon gebruinde gezicht en huis bijna de kleur van een bloedperzik. Nooit had hjj haar gelaat zóó gezien, nooit haar oogen zoo. stralend, Eu hij uitte een zacht gegrom van voldoening. Het was alsof een bloem, die njj .het laatst hog gesloten en sierlijk gezien had. ploiseling ontloken was, in volle volmaaktneid. Zti doorstond rijn blik "niet volkomen kalm en stelde naar"bekentenis dien geheelen avond uil Het was niet gemakkelijk lang nmt gemakkelijk. Eindelfjk. toen hy oen laatste sigaret rookte, yóór rich ter ruste te begeven, nam óf een kussen, liet er rich naast zijn stoel op neer, en leunde tegen rijn knie, waar baar gelaat voor hem yerboraen was. als op dien dag ua net eerete bal. toen zjj geluisterd had naar zijn bekentenis. En zü begon: „Vader, herinnert u rich nog, hoe ik eens zei dat ik niet begroep wat moeder en u voor elkaar voett den?" Wlnston zeide niets, een angstig voorgevoel had rich van hem meester gemaakt. Gyp hernam „Nu weet ik hoe men liever zou .willen sterven, dan iemand cJp ie geven." r jYinstoü haalde diep adem» „Wie is 't? Summerhay?" „Ja; vroeger dacht ik, dat ik nooit verliefd zou worden, maar u? wist wel beter." I Beter! In troosteloos zwijgen dacht hti snel: „Wat' is em aan te doen? Wat kan ik doen? Haar laten scheiden?" Misschien kwam het door den klank in haar stem, of enkel door het ernstige van den toestand, doch hij voelde geen wrevel, zooals toen hti haar aan Fiorsen verloren had. Liefdel Een hartstocht zooals ook hem en haar moeder had aangegrepen. En deze jonge man? Een fatsoenlijke vent, een goed ruiter t was te hegrtipen. Ah. als die weg maar vry was geweest Hij legde zijn hand qp haar schouder en zeide: „WeL Gyp, dan moeten wee per slot toch nog zien dat we je laten scheiden." Zti schudde het hoofd, „Daar is het te laat voor. Laat hjj eemf scheiding aanvragen, als hjj tenminste wil." Winston had qp dat oogenblik al zyn zelfbeheer* sching noodig Te laat? Nu al. Het plotseling beden-, ken dat hjj geen recht had igts te zeggen, deed hem zwijgen, Gyp hernam „Lt heb nem mét mijn hecle wezen lief. Het kan me niets schelen wat dc wereld denkt of zegt," Zjj had zich nu omgewend en zoo Winstou faog «enigszins getwyfeld haa aan den aard van haar ge« voel. kreeg hjj nu zekerheid. Dit was oen heel 'anderé typ dan hjj tot nu toe gekend had Een stralend, zacht sneLademend wezen, met hetzelfde lenige, waakzamé voorkomen als de moederkat of de leeuwin, wjer wel pen bedreigd worden. Plotseling herinnerde Lij rich noe rij als kind, mei een gezicht vol spanning op hindernissen placht aan te rjjden die veel te noog voor haar waren. Ten laatste zeide hjj: „'t Spijt me, dat _je *t me niet qerder gezegd hebt.® „Dat kon ik niet. Ik wist 't niet, O, vader, ik schijn u alljjd pjjm te moeten doen. Vergeef het me." Zij drukte rijn hand tegen haar wang. die brandend heet aanvoelde. En hjj aacht„Vergeven. Natuurlijk vergeef ik haar .Daar gaal het niet omde kwestie is Én een visioen, hoe er over zijn geliefd kind zou gepraat woftden, hoe rij bezoedeld zou worden en van mond tot mond gaan. of in het Andere geval, hoe haar te wachten stond wat ook hjj 'had moeten verduren* oen teven vol verborgenheid, een bestaan wof heimétt ljjke ontmoetingen, waaraan vooral haar dochtertje on kundig moest blijven. Ah. dat niet. En toch was zelfs dfil niet nog beter dan dat andere, waartegeaf heel rijn trots in haar in opstand kwam. en reeds nu zjjn Woede opwekte tegen longen die zich zouden roe. ren. en oogen die zoutten knipoogen, of cigeogerechtigd ten hemel worden geslagen? Summerhay's wereld waz min of meer de rij mij het schandaal; dat zooals alle

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1919 | | pagina 5