I illllftl NiEïïS- AdvertEniiB- Luiknvllil Meijer Pels, ZATERDAG 18 OCTOBER 1919 is Jaargang Nd. §50! Alkmaar, BLANKE KRULTABAK van J. R. KEUSS. Buitengewoon zacht en geurig. HET ONBEREIKBARE. ""eerste blad. De dingen om ons heen. feuilleton. Nieuwesloot (Hofplein) 59, Schetsen uit de RechteaaL {ns - Uitgevers TRAPMAN Co. 9CIIAGEN. LAAN D 5. Int. Teleph. No. 2G hebben beschikbaar gelden voor ie hypotheken op lan derijen op zeer voordeelige voorwaar den en tegen lage rente Uil hiail vcrsrhiint viermaal oer week: Dinsdag. Woensdag. L)onderiiai' P' 'n2cndinp tot 's morgens 8 uur wor- i?n ADV''KW I RN 1 1EN ir het eerstuitkomend nummer peolaatst. Prijs per 3 maanden fT.40. Losse nummers 6cent ADVERTEN TIÉN' van 1 tot 5 regels f OM iedere regel meer 15 cent (bewqsno. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend Prijs ■TftN inbeereoen). pIj NUMMER bestaat uit vier bladen. Houden eiken Donderdag tusschen 8 en II uur te Schagen gitting in het Hotel „de Roos" van den heer H. DE LIGT. Wanneer deze regelsden leecr onder de oogen komen, is de vrede tusschen Duitschland en de Entente een feit. ï>rie, misschien zelfs vier van de groote Ententelanden ratificeeren in den loop van deze week het verdrag en de gtichtingsoorkonde van den Volkenbond, die door hun afgevaardigden reeds in Versailles werden onderteekend. Ontegenzeggelijk is dit een groote schrede naar betere toestanden en desniettemin ontbreekt alle grond voor tevredenheid. Lord Robert Cecil en Aaqulth hebben het zoo te- lacht gezegd, dat de nieuwe wereldorde, die in Ver- Killes en Parijs in plan ia gebouwd, alleen dan da werkelijk gebouw kan verrijzen, alleen dan een Acces kan zijn, wanneer niet de regeeringen, doch fie -votkeu zeil zich aan den Volkenbond laten gele gen liggen. Nu heeft helaas leder volk gewoonlijk iets andera aan het hoofd dan Idealen. Men heeft in onze da gen te kampen met duurte, met loonen die te laag arbeidstijden die te lang heet/en, ma(t malaise op velerlei gebied. De materieele belangen gaan dua voor, dan komen de sociale en de ideëele interessen, zooals bijv. de verhouding tusschen de landen onderling, komft ergens in ,de zooveelste plaats. Dit is onjuist, omdat het kortzichtig is. En toch was het deze volgorde van belangen, die den door- »lag gaf bij alle verkiezingen der laatste jaren. Het was daarom zoo kortzichtig, omdat geen en kel land, met uitzondering misschien van de Ver- eenigde Staten, zich zelf bedruipen kan, niemand anders noodig heeft. Zelfs Amerika evenwel heeft fooveel punten van aanraking op financieel en economisch gebied met andere landen, dat ook zij öch niet afzijdig kunnen houden. Waar nu geregeld aanraking en verkeer tusachen 4« volken noodig ia, dient er in de allereerste plaats t» worden gezorgd voor een behoorlijker rechtatoe- Rand. Zoomin als twee personen zaken kunnen doen ot contracten kunnen sluiten, zonder dat er «en ge schreven of gewoonte-wet bestaat plus een rech ter, die beslist over de waarde dier afspraken, zoo goed behoort ook tusschen natiën een recht te be staan, een wet en een rechter, die in naam dier wet dat recht verkondigt plus een macht die er zorg voor draagt dat de uitspraak des rechters kan worden voltrokken. Dat alles mankeerde in onze samenleving. Terwijl in elk beschaafd land recht en wet be stond en de overtreder tot inkeer genoopt werd, heerachta er tusschen de staten anarchie van de ergste soort. iEien anarchie, die met de bekends funeste gevolgen leidde tot den wereldoorlog. Nu is de gelegenheid gekomen om die anarchie te vervangen door een rechtstoestand. De volken echter, d.w.z. de kiezers, richten hun aandacht in de eerste plaats op meer loon, minder werk en dergelijke dingen. Zij vergeten, dat alles wat zij sedert jaren hebben verkregen, van rech ten, van contracten, van rustig leven, van zelfbe schikking over hun eigen bestaan, van vrijheid van woord en schrift, direct is weggevaagd, zoodra er geen rechtszekerheid is tusschen de naties onder ling. Dele les had men kunnen trekken uit den oorlog. Zelfs in hea bij uitstek vrijheidlievende Engeland, waar geen dienstplicht ooit had bestaan en waar de vakvereenigingen een macht in den staat waren als nergens elder9, werd die vrijheid van het individu, die macht der trade-unions aan kant gezet, zoodra alle krachten noodig waren om een einde te maken aan het Duitache geweld. Nu is dit gevaar afgewend, door machtsontwik keling. Niet door recht en rechtspraak. 'Die twee deden hun geluid alleen nog maar hoo- ren in de onderhandelingen der Groote X, toen voorloopig de Statuten van den Volkenbond wer den vastgesteld. De lezer weet, dat wij totaal niet gelooven, dat die statuten voor de eeuwigheid zijn vastgesteld en dat nog veterlei cr in zal zal moeten worden ver anderd alvorens dit Statuit ala «ene rechtvaardige wereldgrondwet kan worden beschouwd. Niettemin: het begin is er. Dit staat ongetwijfeld vast. Daarom moet nu het werk beginnen om d!t zóó te veranderen, dat niemand meer reden heeft tot klacht. DU te doen is niet de taak der regeerders, doch der volken-zelf. Regeerders zitten of raken vast in tradities van politiek of diplomatie Zij zijn ge bonden aan door hen zelf of door hun voorgangers gemaakte afspraken en regelingen. I>e volken, die van dit alles gewoonlijk nooit iets hadden vernomen, voor de regeering kwam om zoo veel millioen en zooveel man om oorlog te voeren die dus steeds de dupe waren en toch altijd weer opnieuw voor een ctf andere vaak zeer chimae- rlsch doel hun geld en werk en bloed weggaven, die nooit de kans hadden zich uit te spreken over de wanschelijkheid van een of andere afspraak, krijgen thans de gelegenheid daartoe. Voor de eerste ngaal in de geschiedenis der we reld. Maar bovendien krijgen zij thans een hou vast in hunne internationale betrekkingen. Voort aan za! er naast en boven het geweld en de macht iets anders komen, het Recht En wel in een blijvenden vorm, gesteund op een wet en met een wel omschreven procedure. Toch zien wij het zeldzaam verschijnsel, dat ook nu nog de volken, d.wt. da kiezers en de pera, die hot IdazeraveiLk «r toe brengt de <>«1» of andere deus a's Inzet bij d« TwkUwingan beschouwen, nog altoos niet inzien welk een Lalang da Volkenbond voor heel de wereld heeifi Nog steeds ziet men niet in, dat de jaarbudgetten voor leger en vloot zóó kunnen worden vermin derd, dat niet alleen de belastingdruk minder zwaar wordt, doch dat tevens vrijwel alle eischsn op sociaal gebied kunnen worden vervuld, wanneer niet 2/5 tot 2/3 weg ging aan niet-prbductieve uit gaven. Het is alsof iemand, aan alle zijden bij goede maatschappijen voor diefstal en inbraak verzekerd, zijn inkomen in hoofdzaak ging besteden aan vei ligheidssloten, revolvers, voetangels en klemmen, roodat er als er eens inbrekers kwamen er niets meer bij hean te stelen zou zijn, dan wat min of meer evrouderde instrumenten itot afweer van dieven. Natuurlijk kan dit nooit de bedoeling van een particulier zijn. Evenmin die van en volk. Wan neer men geloof heeft in den Volkenbond is het de plicht van ledereen er toe anode te werken, dat die Bond zoo goed en zoo sterk mogelijk wordt Zoodra dit bereikt is, komt er zooveel staatsgeld vrij, dat alle wenachen, die nu nog utopie zijn, tot werkelijkheid kunnen worden. Ziedaar de reden waarom wij de tegenwoordige i houding der politieke leiders in alle landen zoo kortzichtig vinden. Als in Engeland, Amerika, Frankrijk, Italië om van ons land niet eens te spreken uitgaven wor den verlangd ten behoeve der arbeiders, dan kun nen wij dit in zekeren zin begrijpen. Maar wij ver staan ook, dat men een gulden maar éénmaal kan uitgeven en dat zoolang niet Juist één van alle pro gramma's aansluiting bij en verbetering van den Volkenbond ls, het noodlge geld niet ter beschik king kan komen voor die andere kostbare hervor mingen. Alle landen hebben op bun begroeting een uit gaafpost, die vroeger reden van bestaan kan heb ben gehad, doch speciaal voor de kleine landen wel druk, doch geen voordeel beduidde Thans bestaat het voordeel van. die uitgaven voor defensie voor niemand meer. sedert er een nieuw middel, n.L het Recht, is verrezen ter regeling van Internationale verhoudingen. Voor één procent der defensieuitgaven kan men een fonds ter beschikking stellen ter bevordering van de studie van het volkenrecht in zijn nieuwe ontwikkeling, waarvan de wereld nooit heeft ge droomd. Dan blijft er nog altoos 99 pet. over voor loons- verbooging ,pensioensverhooging. toeslagen en wat dies meer zij. Nog afgezien van hert feit, dat met dit vrijkomend geld energiek kan worden opgetreden ten behoeve van prijsvermindering. Ziedaar hoe wij de redevoeringen van Robert Co- cil en van Asquith meensn te mogen Lezen. UITKIJK. DOOR JOHN GALSWORTHY. UITGAVE VAN W. DE HAAN. UTRECHT. 40, wijdde zich deze weken geheel alleen aan haar ?®r, maar ze leefde op de post. en als er bij toe. tori. 26 wisselend nu eens zich verheugend op d>4 peinst, dan weer knorrig en down; en ze werden r* korter. En de derde week kwam haar tante Rou ^"Und ook bij hen. Die goede vrouw was cwn hechte m geworden in Gyp's nieuwen toestand, die volgens sp meening een goede Jes was voor I-Torsen, moest dat arme kind een leven zonder liefde Z\j had een beslist ongunstige opinie over de dijks wetten, zooals vrouw een heldin, slaan. Itut" yergat geheel, dat Gyp niet den minsten 0f v°<'lde ain 'n giag te slaan tegen huwelijkswetten 'IstiH? wi *ante Roeamund's aristocratisch en op- 0010 bloed kookte over van haat, tegen die ,j>uf- AL- ■"''hielden dat vrouwen 't eigen- ren .En dat deed haar zeer Morri die nog volhielden dat vrouwen 't eigen wü .vafl den 'man weren En yjdchtig een tkrgdyke posiiit- Md 'n nieuwtje voor Gyp 1-1* llei> ,W.r «air <*oor Bond Street even voorbij dien confi- cjw' weet wel, kind waar ze die heerlijke mokka. Ö«tik k®n> m wie denk je dat er uitkwamen? Miss yrPM Wing en onze vriend Fiorsen; en nijdig dat hen Hij kwam naar me toe, terwijl z'n meisje ttet I?aar beloerde. Ik had heusch 'n Peetje merfij dat ri?bad die bekenden hongerigen blikik denk öUalTti u®8 opgegeten had En hij vroeg hoe je 't tno*.. Ut «ei best". Toen zei hij ^als u haar unt- vefoT. *eg dan, dat ik haar niet vergeet, en nooit zal di. ™aar te had gelijk; dit ia de soort vrouw, haar P*at." En ik werd er naar van, zooals hij Wh, aan*eek Toen maakte hij even 'n buiging; en 'tt1 lze; zij erg in d'r schik. Ik had echt met *ei rustig i '•nietje, dat hoeft heusch niet; hij heeft al- Tirn. J* met zichzelf te doen." <lat cY„iJJ0®amuod was In beetje gechoqueerd door ^niiaie. zwoeg, 't Goede mensch had nooit sa- maar meneer mengeleefd met Fiorsm. Dienzeiiden middag zat Gyp op ti beschut piekje in de weide .met 'n boek voor zich en die ouiao zelfdé gedachte kwam telkens terug: „Vaandag is 't Donder dag Maandag over acht dagen. Dus nog elf dagen." Daar kwamen drie figuren langzaam op haar af, een man. een vrouw en jvat een hond moest verbeelde#. Engelsche liefde voor 't schoome, en de rechten van den mensch hadden den neus van 't beest platgerf drukt, hem de helft van zijai ooren ontnomen, en maar een stompje staart gelaten. Hij had asihma, en schom melde van misère. Een stem zei „Hier is 't goed, Maria. We kunnen hier in de zon zitten." Als 't niet die chranisch.verkouden stem, bij de ontelbare graven opgedaan, ware geweest, zou Gyp meneer Wagge niet herkend hebben want in plaats van zijn baard had hij likkebaarden en juf'roujw Wagge was aanmerkelijk iin dikte toegenomen Ze hadden tijd noodig voor ze rustig in haar "buurt gin gen neerzitten. „Ga jij hier zitten, Maria. Daar heb je de zon niet in je pogen." ,jseen Robertik hier. J«J daar. „Neen. jij daar." ..Neen ik Jank ie; kom Duckie." Maar de hond kleef stokstijf °P pad staan «n bckceek Gyp en meneer Wagge kloek toén ook dién „Wep dat is een verassing^" En terwijl hij met zijn strooien hoed frommelde, wreef hij een nand ove? zijn mouw en stak die Gyp toe De hand wes bijna droog en dikker dan vroeger. Terfwijl zij die drukte, kwam de hond naar voren en ging aan haar voeten citten. Juffrouw Wagge stak ook een hand in een glimmende handschoen ulL ,,Dat is aardig" prevelde ze. „Wie had kunnen denken u hier te ontmoeten. Maar Duckie mag niet op uw mooie laj>on zitten. Kom JRuckie." Maar Duckie bloef stokstijf met zijn rug tegen Gyp'» acheinen aan zitten Toen zei pen eer Wagge plots „U is zeker hier komme wone'T" „O neen! Ik ben met mijn vader voor de beden hier." „Ja dat dacht ik al. want ik 'had u hooit gezien." „Wij wonen hier sedert een jaar zoowat 't Is een aardig plekje." „Ja. erg liet" „We wilden buiten zijh. De lucht bevalt ons wel alleen «en beetje te ijzerhoudend zou je zoo zeggón. Maar de menschen Worden hier oud. Wij hebben lang moe ten zoeken." Juffrouw Wagge zei met piepatem „Ja we hebben nog over Wimbledoh gedacht. Wagge vond 't hier .prettiger; hij kan NA JAREN, „..Ze raten, met hun beidzn, op het bankje in het plantsoen, een eind buiten de atad. Een va» he» Iacbt«-, luidkeel*. Jti bent gek schreeuwde Jan hel hit. Ie *wat hert een jog van twintig jaar op z'n hocjpt. Denk Je nou waarachtig WillemNee, Iaat on? nou eens even in ernst praten... Defnk je nou waarachtig, dat Oina nou nog na over de twee jaar, ik wou je toch wijzer hebben, zeg...." En de ander, op het bankje op hst pfantscen zit tend, knikte van ia... Zeker, da', atond bij bar vast. Dear twijfelde ie niet aan. De twee, pas uit de „baies" ontslagen mannen cte". daar, met de ellebogen steunend kaiet-n, pratend met elkander over wat ze nu zouden -beginnen. Ik weet 't wéi". zei Willem en agenlijk bad hij willen -vedkoesleres, wetknuffelen, ir. z'n binnenste, het heerlijke oenkbedd; net vergezicht, dat nu in htm opleefde „Ik woet 't best" ze» hij „wat wc zullen be^rv nen. Dina en ik... O ja. Dat van wat toen aabeurd is, Jigi achter ons. We gaan weg. Ean heel eind ver.-. Waar ni»mand ot» bereiken kan,.. In zuivere lucht... Waar werk genoeg is. Wij hebben er toen toch over.' gesprotten. En els dat niet gebeurd was, dat on geluk .van overvallen te worden, voordat je er be grip van had...." Hij sprak nu een andere taal daa de'boeven, waarvan hij zich wilde losscheuren.,„Den zou "t immers heel anders zijn geloopen.„ Heel', beef anders...." De ander spuwde voor zich uit. Had toch met hem te doem... Wist niet watje zeggen zou... Dacht aan, dat Willem, wanneer hem straks blijken zou. dat te te goed van vertrouwen geweest was, de dub hem misschien voor goed zou moeten missen... Wart hij kende z'n karakter... „Zeg" zei Jan, „als 'k jou was, zou ik beginnen met eens effetjps dé kesxnissrfi op t« zoeken. Dina komt altijd nog wel terechtl11 Maar hij kréég geen antwoord, Jan za& dat de ander z'n pakjo over den schouder sjorde, tn zich gereed maakte om op te spannen. Dat was een slecht treken. „Laten we een borrel pakken" zei Jan, sich -an laatste hoop vastklemmend. Maar Willem, na al die maanbvm „bajes" - schudde van neen. Hij had geen tijd. Moest bsar, Dina, zoaken. Dat was 't eerste noodigste. Dat dreef hem voort. Zoodat Jan teer hard, zeer ruw, hartstochtelijk op den grond spuwde. Be grijpend nu, dat 't ernstig geval betrof.... En hij kwam, na allerlei steegje, ta hebben door zocht, aan het huis, waar se yertoefda. Wierp zijn bundeltje goed oj> den vloer neer. Stak z'n 'ïjp aen sa bestelde bier Vroeg naar Dina Kamp... Van wie bh wist, dat ze hier moest wezen. De waardin kwam. De dikke vrouw zette zich over hem aan het tafeltje. Diroot met het instinct van oen mensch, dat zóóveel gezien, heeft doorpei lend hot geval. Ze snapte al driekwart.... Lse» bier klokkefcsn in glas. Koek hem, Willem, aan met scherpr hier goed wandelen; en 't is hier misschien ook defti- qz i, aoq jBtui 1 uu«Aa8 r»du[ n, pfhje sus tff' ifjsjou pz o» 'Pnqospjjpu} ^aoj{ zaouoft „"loom si jpkq op tra 'uopusjj* jboa oaqqoq om zog weet ik niet, maar in een plaats als deze vdel Je meer voor een kerk; mijn vrouw ging altijd meófr dien kant op, Ik steek niks onder stoelt» en banken. Gyp zei zachtjes: „Dat is een kwestie van atmosfeerzou 't nletf" Meneer Wagge schudde zijn hoofd. „Neen; "ik ban niet voor wierook wij zijn niet orthodox. Maar hoe is 't met u, mevrouw? Wc hebben t dikwijls over u. ziet er best uit." Zijn gezicht zag donkerrood en juffrouw Wagge kreeg de tint van oen bostwortei. De nond aan Gyps voeten' bewoog zich, snuffelde, draaide zich om en viel weer tegen Gyp's beenen aan. Heel rustig zj zij: „Ik heb vandaag juist van Daisy gehoord. Ze is nu een heele ster, is 1 niet? Juffrouw Wagge' zuchtte. Meneer Wagge keek op zij, en antwoordde ..Het is een pijnlijk onderwerp. Ze verdient tig a vijftig pona :i de week.; en delsranten staan vol over d'r Ze heeft enorm succes, dat is vast Em ze werkt hard. Ik denk wel dat ze een vijftien honderd per jaar oplegt Nou, dat jaar van die erge influenza heb ik nooit dulzena gehaald. Neen, ze boft hoor." En daarop juffrouw Wagge: „Heeft u dr .laatste portret gezien dat waai» ze tusschen die twee hydrangea's in staat Dat had ze zelf poo bedacht' Meneer Wagge mompelde plota: „Ik ben komt met JHH te rusten na 't leven dat ik achter den rug heb, kn ik denk er liever maar weinig over, vooral niet waar u bij bent, mevrouw noen, dat doe ik niet graag." Toen was er pen slllte, waaronder meneer en prtf- frouw Wagge voor zich zagen en Gyp naar den hond koele. „O. daar ]>en je eindeHJkl" Het was Wihston, die te voorschijn traa, en rijn wenkbrauwen lichtelijk op trok. Gyp moest even lachen. Haar 'vaders -Wweerd, smal gcziKht met de droomerige oogen, rijn fijnen neus, zijn korten grijzen knevel, die rijn lippen on bedekt het saju magere rechte figuur, zijn houding rijn fijne., rustige stem, dat alles was <Je volmaakte tegen stelling mei meneer Wagge's dikke; stevige figuur, met zijn grof vef en toch lijmerige stem. Het scheen wel of de Voorzienigheid de twee uitersten van 't maat schappelijke type eens wilde demonstreeren. En zij aeide „Meneer en juffrouw Wagge - mijn vader." Winston nam z'n hoed af. Gyp bleef ritten, met den hond nog aan haar vqeten. Aangenaam, meneer. Ik hoop dat u wil heeft Wagge mompelde plots: altija biji haar te «teo, sis ze eens langs de aula Maar ik ben hier gekomen om Uit van 't bïonwater. 't Moet heel krachtig zijfn, geloof ik." „Dank u niet gevaarlijker dan de meeste. Gch bruikt u 't ookT' „Neen" zei hij, „we wonen hier." „Zoo? ftoeft u hier dan werk?" „Nou. om u de waarheid te zeggen, ben ik voor mijn rust hier. Maar ik neem elke veertien dage» 'n Turksch bad, dat frischt je op, en houdt de poriën open." Juffrouw Wagge zei zacht je) „Het bekomt mijn man uitstekend." Winston sprak: „Zoo en is dit uw Jiond? Hij ziet ei filosofisch uit, zou ik zeggen." Juffrouw Wagge zei: „Het is *een stoute hoed. la het niet, Duckie?" Toen Duckie voelde het middelpunt te zijn van alle maal, stond hij op, en hijgde in Gyp's gericht Zij nam het waar pm op,te staan. „Wij paoeten nu gaan. Goeden dag. Het vu aar, dig u eens terug te riem. Wilt u Daisy groeten ala u naar riet?" Juffrouw Wagge nam onverwacht een zakdoek uit de reticule Meneer Wagge schraapte zijn keel. Gyp tnerkte dat Duckae achter ze aanwaggelde (te dat juffrouw Wagge „Duckie. Duckie" riep van ach ter haar zak doek Zachtjes zei Winston: „Dus die twee hebben dat mooie schaap. 'Nou maar ze beteekendo niet veel als men dat goed bedenkt Ze is oog bij onzen vriend* naar ik van je tante hoor." 3?p knikte a. en ik hoop dat ze gelukkig is." „Hij is het niet. schijnt het Net goed." Gyp schudde het hoofd. „O neen. vadertje I" ,.lk zeg maar. moet niemand het kwade toewen- schen. Maar als ik menschen zie die de» neus voor je optrekken, goeie genade!" „Och vadertje, wat hindert datf' Winston antwoordde gemelijk „Mij hindert het erg. zoo'n onbeschoftheid." In die paar dagen te Tunbridge Wells openden zQ hun harten meer voor elkaar dan zij in jaren gedaan hadden. Hertzij het baden zijn ziele.korst woeker maak? te, dan wel of de lucht, dia volgens meneer Wagga een beetje te ijzerhoudend was, op Winston een tg. gengeatelde uitwerking had, zekér u eersten plicht vah des menschen geslotenheid. v»h gegrt vïü begon te verwaarioozen, en zijn handel en wandel als nooit tevoren liet zien hoe die en die op de been was geholpen, hoe die en die.naar Canada was ►fiden, de vrouw van 'die en die door haar beval ling was heengeholpen, de dochter van zoo en zoo weer op streek was gebracht na een „mixtap" En Gyps klndervereering bvgun opnieuw te bloeien. Op den laatste» middag van hun verblijf wandelde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1919 | | pagina 1