De waterstand te Winkel
en Nieuwe Niedorp.
HET ONBEREIKBARE.
WOENSDAG 5 NOVEMBER 1919
UitgeversTRAPMAN Co.
EERSTE BLAD.
FEUILLETON.
SCHAGEN, LAAN D 5.
Int. Teleph. No. 20.
51.,
Dit blad verschijnt viermaal eer weekDinsdag, Woensdag,
r>onder<^ac en /-aterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur wor-
den APV ifeN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
Airatemic- Laiii
Prijs per 3 maanden fl.40. Losse nummers 6 cent. AD VERTEN
TIÉN van 1 tot 5 regels f 0.80. iedere regel meer 15 cent (bewijsno.
inbegrepen)., Groote letters worden naar plaatsruimte berekend
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Dinsdag 4 November, 'g middags half twee, ver
gaderden IMoleiïmeestera en Stemgerechtigde Inge
landen van den Oosterpolder onder Winkel en
Nieuwe Niedorp, In da Prins Maurits te Nieuwe
Niedorp.
De vergadering, die als punt 1 op de agenda ver
meldde: Vaststelling regeling waterstand in ver
band met het voorstel tot verdaging van het win-
terpeil, was druk bezocht. Ben 40-tal personen was
aanwezig.
Nadat de voorzitter, de 'heer J. Koomen Hiz. de
vergadering had geopend, wijzende op het belang
rijke onderwerp dat straks in bespreking zal wor
den gebracht en de hoop uitspreekt, dat de aan
wezigen zullen trachten duidelijk en beknopt weer
te geven wat zij meenen te moeten zeggen, vraagi
spr. of iemand der aanwezigen bezwaar maakt dat
de pers, die in de koffiekamer aanwezig is, de ver
gadering bijwoont en de vergadering dus openhaal
zal worden gehouden. Niemand «der aanwezigen
maakt bezwaar, zoodat de pers wordt toegelaten.
Voor deze vergunning betuigt de pers bij deze
gaarne haar dank.
Voorzitter memoreert nu, hoe door den heer
Gaijaard op de vorige vergadering de idéé is ge
opperd en dan ook nu een voorstel van hem is in
gekomen, om 't winterpeil in den geheelen Ooster
polder te verlagen en te bepalen op 30 c.M. onder
het zomerpeil. Het normale winterpeil is 10 centi
meter onder het zomerpeil. Spr. is zelif niet op die
laatste vergadering tegenwoordig geweest, maar de
bestuursleden hebben toen de toezegging gedaan,
dat een vergadering in Augustus zou worden be
legd om over deze zaak een beslissing te namen.
Dat deze vergadering eerst heden wordt gehouden,
vindt zijn oorzaak in het feit, dat de zaak zoo lang
n onderzoek is geweest. Het was naar mijn mee
ning noodig, een onderzoek in te stellen of de Oos
terpolder wel de vrijheid had, tegenover de ge
meente Winkel, met het oog op de sluis en het
vaarwater,het peil te veranderen. In bet archiei
van de gemeente en van den polder hebben w*»
niets kunnen vinden en hebben we ons tot Ged. Sta
ten gewend met de vraag of in hun archief mis
schien stukken aanwezig waren die aantoonden dat
een overeenkomst was gesloten. Ged. Staten zijn we
ken bezig geweest en op een herhaald schrijven
heeft spr. een onderhoud met een ingeniAir gehad,
die tamelijk goed met den toestand op de hoogte
bleek. Ged. Staten hebben evenwel ook niets kun
nen vinden, het jaar waarvan de sluis gedateerd
is n.L 1684, is nog opgegeven, maar zij konden
niets vinden. Thans eohter is er een schrijven van
Ged. Staten ingekomen, waarin zij erop wijzen, dat
H laagland in den Oosterpolder zeker gebaat zou zijn
met verlaging van het peil en het voor een opper
vlakte van 40 H.A. zeker gewenscht zou zijn dai
het peil op 30 c.M. onder zomerpeil* zou worden ge
steld en het ook vooral overige landbouwbedrijven
ten goede zou konden. Toch zijn er ernstige bezwa
ren aan de vaststelling van een dergelijk peil ver
honden en wordt gewezen op de scheepvaartbelan-
?en die door een dergelijken waterstand zeer zou
tten worden geschaad. Ged. Staten achten mede in
verband met het scbptsluisje te Nieuwe Niedorp
de maatregel te ingrijpend en ge<ven in overweging
dat er naar gestreefd wordt tot geleidelijke verla
ging over te gaan.
De vraag is bovendien nog of met de tegenwoor
dige bemaling het voorgestelde peil wed is te ver
krijgen.
Voorzitter zegt, dat nog bezwaarschriften tegen
het voorstel-Gaijaard zijn ingekomen en wel: le. van
het bestuur van de Fruit- en Groentenvereeniging
„Winkel" te Winkel, waarin het bestuur mededeelt,
hoe reeds nu, nu het pedl als proef 20 c.M. ondex
zomerpeil is gehouden, varen zeer moeilijk, op
sommige plaatsen onmogelijk is gemaakt en dan
ook met algemeene stemmen is besloten ernstig te
gen peil verlaging te protesteeren;
2e. van de coöperatie „De Tijdgeest", P. Kratoman,
S. Boor e.a., voorrende te Winkel, waarin gewezen
wordt op het onbruikbaar maken van het vaarwa
ter, wanneer het pedl wordt verlaagd;
3e. van het gemeentetoestuur van Winkel, dat ei
op wijst, hoe bij verlaging van het peil, het ver
keer te water geheel wordt stop gezet en de aan
voer van bouwmaterialen, turf en andere artikelen,
on/mogelijk zal worden gemaakt, terwijl bovendien
door drooglegging der sloten, het vervoer van pro
ducten naar de markt onmogelijk zal worden, wat
veel nadeel kan veroorzaken. Het gemeentebestuur
verzoekt dan ook niet tot peilverlaging over te gaan
De secretaris, de heer A. de Ridder, leest hierpp de
notulen, die onveranderd worden vastgesteld.
Naar aanleiding van de notulen zegt voorzittei
nog, waar de heer Gaijaard vroeg met het oóg op
kasgeldleening of «iet een voorloopige heffing van
den omslag kon plaats vinden, dat dit niet gaat
In de jaarlijksche vergadering wordt bepaald, op
welke tijden de polderlasten geind mogen worden
en dat is op verzoek der ingelanden bepaald eerst
op begin September, maar tmet het oog op aflossing
bij Gemeentecrediet op Augustus. Bén suppletoire
heffing laat de verordening toe, maar van een voor
loopige heffing kan geen snrake zijn. Wijziging van
de' heffing zou alleen plaats kunnen hebben bij
de vaststelling van het kohier. De f2500 zijn in
October afgelost.
De' heer Gaijaard heeft verder gezegd, dat er 4
vletten per maand naar Winkel gingen, maar hier
op zou nog wel wat zijn af te dingen, want in den
laatsten tijd zijn er veel meer doorgegaan.
Voorzitter deelt verder mede, aan de molen-
meesters gevraagd te hebben, wat zij dachten van
peilverlaging. 30 c.M. onder zomerpeil kwam hun
niet gewenscht voor, dat zou veel te kostbaar zijn,
10 c.M. beneden het normale winterpeil zou mis
schien gaan en spr. heeft de goedkeuring gevraagd
een proef daarmee te nemen.
De tegenwoordige waterstand, dat is de stand
verkregen door de proef, is, dat het peil is 2122
c.M. onder zomerpeil, bij het Paadje 19 c.M., aan
de Langereis 16 c.M.
Voorzitter vraagt aan den heer Otsen te willen
nveedec-len, hoe zijn bevindingen zijn met het stoom
gemaal' bij deze proef.
De heer Otsen zegt, dat de machine het water wei
lager kan krijgen, maar het zal heel lang duren eer
zij het water heeft In 3 uur, zegt spr., is de sloot bij
mij droog.
Voorzitter deelt mee, wat malen over het tijdvak
15 October tot 2 November gekost heef: 135 uui
malen met een gebruik aan steenkolen van 110
K.G. per uur, is totaal 14850 K.G., tegen een prijs
van f 68 per 1000 K.G., franco stoomgemaal is f 909.8b,
smeerolie f27, stoker 135 uur 35 cent is f47.25. Sto
ker heeft op het oogenblik verhooging gevraagd en
de machinist bij dezen voortgang ook,, zoodat de
kosten, dan nog zonder berekening van verpakking
hebben bedragen f983 k f984. De molens hebbep
dan nog geholpen zooveel ze konden.
Nadat de voorsteller, de heer Gaijaard, het woord
DOOR JOHN GALSWORTHY.
UITGAVE VAN W. DE HAAN. UTRECHT.
.Winston liet de auto stoppen waar de nauwe steeg
™Üi(ap op den oever, en stapte vlug uit. Uit instinkt
hij zachtjes langs den grasrand, en Markey ach-
J0" hem aan. Toen een zwart iets dat op.den oever
b!>. in 't gezicht kwam, voelde hij even 'n doodelijkan
Jogst, want hij meende dat 't maar een weggeworpen
*ffc®dingstuk was. Toen zag hij 't bewegen, en met
Jjia hand Markey wenkend om stil te s aan, liep hij
■Ween op z'n teenen over 't gras, met bijna 'in gevoel
atl verrukking. Hij trad geluidloos tusschen die voor
®^ergebogen gestalte en het water, knielüé aéér> én
fe. voor zoover hij spreken koni
«Mijn lieveling!"
i, >P richtte T hoofd op en zag hem aan. Haar
leek gelaat, met de onnatuurlijk groote, donkere oogein
f® t haar er over heen, 't was hem alles vreemd)
van do droefenis zélf, zander eenige votr-
rteujkheid. En hij wist niet wat te doen of hoe te
pen en te troosten, hoe le redden. Hij zag jn haar
J?8en zoo duidelijk den blik van een opgejaagd dier.
'Bevangen wordt en uit instinkt zei hij
«ik heb haar ook zoo wreed verloren, Gyp". Hij
8 Gat de woorden tot haar doordrongen en hoe haar
blik doffer werd. Toen strekte Jxij zijn arm uit
bok haar naar zich toe. totdat haar wang den zijne
en haar trillend lichaam tegen zich aan., zei hij
zachtjes:
«.Voor mij. Gyp; voor mij dan!"
jioen hij haar inet Markey's hulp in de auto had.
jCtiten ze haar niet naar huis. maar naAr de her
Ze had hooge koorts, en ging ijlen. Tegen twaalf
tgk® tante Rosamund en juffrouw Markey, die ge-
^'eerd waren, gekomen$n de héélé hérbérg
besproken, opdat niet geen gedruisch haar blir
O 2?.u-
in Ja rijf uur werd WInston naar beneden geroepen
eejj ji Weine zoogenaamde zitkamer. Bij 't raam stond
j^i lange vrouw met den rug van haar behandschoende
tt^j. AWo de oogen gedrukt. Ofschoon zij zoolang
hij i _|°n mijten van elkaar af hadden gewoond, kende
totdat Üi ^umnierhay alleen van aanzien, en hij wachtte
To»» j?rme vrouw 't eerste spreken zou.
sride zjj, met zachte stern;
„Er valt niets te zeggen; ik wilde u alleen even
zien. Hoe is 't met haar?"
„Zij ijlt,"
Een minuut stonden zjj heelemaal stil, toen fluis
terde zij
„Mijn armie jongen. Heeft u hem gezien zijn
voorhoofd?" Haar lippen beefden. „Ik wil hem/ mee
naar huis nemfen." En de tranen liepen langzaam, ach"
W haar voile. langs haar bleeke wangen.
Armie vrouw! Arme vrouw! Zij had zich naar 't
raam gekeerd, met den zakdoek onder de voile bézig,
jen keek uit naar 't kleine strookje grasveld, waar
dfe .duisternis al viel en Winston zag ook lüt naar dat
sombere daglicht Eindelijk zei hij
„Ik zal u al Zijn dingen zenden behalve wat
er bij mocht zijn van troost voor mijn arm meisje."
Zij wpndde 'zich plot? om:
„Dat is dus 't eina van alles. Majoor Winston. steekt
er soms iet? achter waren ze echt gelukkigf'
Winston keek haar strak aan ein antwoordde;
O. té gelukkig!"
Zonder blikken of blozen keek hij Ln die betraande
oogen. die hem aanstaarden,; toen keerde zij zich
met 'n zwaren zucht weder om, en haar gelaÓt met
d|«li zakdoek pfvegende, trok zij de voile neer.
Het was niet waar dat wist hij door wat Gyp
in koorts gesproken had maar kil' zou zorgen, aat
niemand, zelfs Summerhay's moeder niet, er ook maar
iets van hooren zou.
„Ik weet niet of mijn kind er boven opkomt. of
wat zij daarna zal doen. Ais 't noodlot slaat, is 't
maar al te raak. En voor u! Goeden dag"
Lady Summerhay -drukte zijn uitgestoken hand.
Vaarwel", zeide zij met verstikte stem. „Ik wensch
u Vt beste." -Toen keerde zij zich haastig om en vetrok.
En Winston ging weer naar bovetn, de wacht hou
den. In jje dagen die volgden, toen Gyp in vergetel
heid van alles tusschen Teven <jp dood lag. verliet
Winston ternauwernood haar kamer, die lage kamer
mfet begroeide vensters, waaruit de rivier te zien was,
beschenen door de bleeke Novemberzon, of zwart on
der de sterren. Hij kon er almaar naar kijken, geboeid,
iooals mfen soms naar de rustelooze zee tuurt. Hij had
haar als door 'n wonder gered van die kronkelendia
rivier.
Hij had geen verpleegster willen !jebben. Tapt,, Ro
samund en juffrouw Markey waren baindig in riekje
èn hij kon niet velen dat een vreemde zou hooren
wat zij in haar ijlen sprak Zijn deel aan de verpleging
was. daar maar stil te ritten, en J>aar geheimen zoo
veel nij kon voor anderen te verbergen. En elke mi
nuut dat hij weg was van zjjn post, rekende hjj verlies.
heeft gekregen, zegt deze, dat hij k 2 jaar ge
leden reeds getracht heeft voor de landerijen aan
't Paadje een onderbemaling te krijgen, nadat hem
meegedeeld was, dat algemeene verlaging van
het peil, met het oog op de scheepvaart ondoenlijk
was. Spr. heeft toen het plaatsen van een Hercules-
windmotor voor de Langereis-landerijen gevraagd,
welke molen dan het water kon overbrengen in den
Oosterpolder. t)ok hiertegen waren beizwaren en
wel het niet te krijgen zijn van de materialen. In-
tusschen zijn ongeveer 2 jaar verloopen en er is
nog geen sprake van een Hercules-windmolen.
Spr. wijst er op, dat aan de Rijd onder Winkel
een Hercules-windmolen is geplaatst en ook daar
het watér wordt opgeheven. Bovendien is er niet
alleen aan de Langereis laag land, ook op veel
verschillende andere plaatsen. Waar dus meerdere
lage landen in den polder aanwezig zijn, meent spr.
dat het peil over het algemeen verlaagd moet wor
den, handhaaft zijn voorstel en wijst er nog eens
op dat de toestand aan de Langereis onhoudbaai
is. Wat de opmerking van den heeér Otsen betreft,
dat het water niet gauw genoeg bij de machine is,
dat komt omdat de slooten niet in orde zijn, die
zullen in de allereerste plaats veranderd moeten
worden .an zoo gemaakt worden dat er een goede
toevoer naar de machine en hoofdslooten is
Voorzitter wijst er op, dat de grondsoorten in
onzen polder zich zeer slecht leetnen om de slooten
dieper te maken en dan zou ook de keur jrewlj-
zigd moeten worden. Wat de kosten betreft, dat
zou ook geen kleinigheid zijn..
'De heer Meurs gelooft vrij zeker, dat er van
Winkel tot de Langereis niet één sloot is die op de
diepte te houden is, zooals de heer Gaijaard voor
stelt, ze zijn gewoonweg niet te houden.
De heer D. tKoomen acht dit onmogelijk. Spr. heeft
het uit eigen beweging wel geprobeerd, maar den
volgenden dag waren ze weer dicht. Het zit 'm in
de grondsoort. Ook spr. wijst er op hoe het bij zoo'n
laag peil onmogelijk zal zijn de groenten van het
land te krijgen en ook om ze naar Noordscharwoude
te vervoeren. Het zou dus voor de groentencultuur
groote schade zijn. 1
De heer Gaijaard vraagt of het dan niet moge
lijk is de Veert met den mtoddermiolein uit te die
pen, kan die dan niet op diepte gebracht worden.
Voorzitter: Dan staat de dretmpel van de sluis in
den weg.
De heer Honingfti zetgt, dat er in den polder veel
kleine boeren zijn met 1 of 2 bunder land en ook
die hehben hun belangen en nogal tamelijk wat
ook. Ook hun belangen moeten we behartigen en
dat is de mogelijkheid open te houden met hun
groenten naar Noordscharwoude te kunnen gaan.
Reeds thans kan dat al niet dan met een schuitje.
Spr. vraagt wnaneer het winterpeil begint.
Voorzitter: Gewoonlijk November, dat hangt van
de omstandigheden af..
De heer Honingh zegt, dat deze kleine proef de
kleine bouwers al heeft gedupeerd.
iDe.heer Beuimkes meent, dat de belanghebbenden
maar moeten bijdragen in de extra-bemalingskos-
ten, dat doen er nu ook nog door het plaatsen van
een „Stokvis" in den Nederlandspolder. We moe
ten een ieder behulpzaam zijn, maar Winkel moei
zijn slooten kunnen houden.
De heer P. Zwagerman vraagt, of de lage landen
te Langereis niet in verbinding zijn te brengen met
de lage landen te Winkel.
Voorzitter: Er zit nog hoog land tusschen.
Ook spr. wijst op de aparte afzonderingen, zoo
als van het Oosterland, waarvoor de ingezetenen nu
nog jaarlijks een rijksdaalder vergoeding moeten
geven voor de steenkolen voor de extra bemaling.
Het lijkt spr. onbillijk, dat voor het plaatsen van
een „Stokvis" of een „Hercules" extra moet worden
betaald.
Hij bleef uren aaneen haar maar aanzien. Geen Ander
dan hij kon zoo goed den draad naar 't gewone be
kende aanknoopen. waardoor koortslijders, onbewust,
feenigszins den weg vinden in jle duistere doolhoven
waarin zij dwaien. Ein Rij dacht aan haar zoo-Als ze
vroeger was gezond en gelukkig zonder dat hij
't "wist de methode volgend \an die mentale en andere
mannen der wetenschap, die voor hem kwakzalvers
waren.
Het verbaasde hem zoovelen als er lieten vragen,
zelfs menschen die hij als vijanden beschouwde, gaven
kaartjes af. of zonden bedienden, zoodat hij wel moest
aanntemen dat tnenschm van stand hun menschelijke
goedheid reserveeren voor hen die op den rand van
't graf zijn. Maar de burgerlui ontroerden hem dage
lijks door hun echt medegevoel voor haar, die hen
gjéwopnen had door zachtheid en beminnelijkheid.
Eens "kreeg ,hij 'n brief opgezonden uit Bury Street.
„Majoor Winston.
„Ik heb 'n advertentie in de courant gelezen over
den dood van de arme Mr. Summerhay. Och, het'
doet me zoo'n verdriet voor haar. Zij was zoo goed
vo.or mij ik ben er heel eng naar over. Als U meent
dat zij zou jvilLen weten hoe we allemaal met haar
begaan zijn. wilt t het haar wel zeggen? Ik vind het
zop wneed.
Uw topgenegene,
Daphne Wmg".
Dus ze wisten Summerhay's naam dat had hij
niet gedacht Hij antwo.ordde niet, want hij wist niets
('.i-durende die laatste koprtsdagen was 't moeiljjk
te dragen dat gejaagde fluisteren en mo.mpelen on-
santen hangende zinnen, jlie weinig zeiden- en zop
vleel beteekenden. Soms hield hij zijn ooren dicht om
jjjaar niet te luisteren naar die lange gemo.edsover-
spannitng. waarin hij au en dan pen kijk kreeg. Van
'n bepaalde tragedie scheen haar afdwalende geest zich
niet bewust te zijn. Almaar prevelde zij over haar
difepe liefde, en over den angst de zijne te vérliér
zen en dan plots 'n fluisterlach, griezelii ein onlevend
als 'n weerschijn van volmaakt geluk. Die lach was
't zwaarste .te dragen en bracht altijd weer de tranen
in zijn oogen. Maar langzamerhand trok hij 'n schra
len troost uit deze overtuiging, dat Summerhay's droe
ve dood een einde had gemaakt aan een toestand, die
nog tragischer had kunnen afloopon. Op een nacht,
zittende in een diepen stoel naast haar bed zag hij,
uit een sluimering ontwakend eetn paar oogen op hem
gericht Zij waren anders ze keken, het waren haar
Aan den anderen kant moet men het verlies van
vaarwater niet gering achten, de steenen worden
langs de voorstoot aangevoerd, in alle boeken wordt
veel gedaan om het vervoer per schuit mogelijk te
maken, er is zelfs een sluis te Heerhugowaard ge
bouwd en bier zou tmen geheel het tegenoverge
stelde doen.
De heer Meurs vraagt of de heer Gaijaard stap
pen heeft gedaan om het plaatsen van een „Stok
vis" aan de Langereis mogelijk te maken. Zijn
daar ernstige bezwaren tegen?
De heer Gaijaard zegt dat zijn buren daar wel
warm voor te krijgen zijn. Wat de Langereis be
treft, was hij er mee klaar, .maar een eigenaar van
landerijen aan 't Paadje, hier ook aanwezig, was et
niet voor te vinden en zooiets ontmoedigt. Ook de
kerk, die er 14 tmorgen 'heeft liggen, was er voo».
Spr. vraagt of het nu niet mogelijk was een Hercu
les-windmolen aan den Langereisdijk te plaatsen
en het water in de ringstoot van Geestmeramtoacht
over te malen, dat zou een prachtige oplossing zijn.
Voorzitter: Dan zouden natuurlijk de kosten van
overbemaling -van 40 bunders jaan G-eestmeram
bacht betaald moeten worden.
De beer Gaijaard meent, dat het veel meer dan
40 bunders is, een kleine 200 bunders.
Voorzitter: Wel neen, de heele strook van Lange
reis tot Lutjewinkel is 200 bunder. Spr. zegt, dat er
ook over gesproken is het water in den Oude Nie-
dorperpolder te laten loopen, maar dan moeten we
natuurlijk een stuk van onzen polder loslaten. Wat
mdj betreft, het kan mij niet schelen dat tos te la
ten.
De heer Gaijaard zegt, dat de waterstand te Lan
gereis wel 40 C.M. met dien van Oude Niedorp ver
schilt. lil ii IUJ
Voorzitter: U vergist u in de maten.
(De heer Gaijaard zegt, dat specialiteiten op land
bouwgebied altijd eten lagen waterstand verdedi
gen en zeggen, hoe meer het land in het water is,
hoe minder men heeft aan bemesting. En dit blijk*
Wel uit Oude Niedorp, waar ze wel een 14 dagen
eerder aan het zaaien zijn en meer profijt van bua
bemesting hebben.. De waterstand hier veroorzaak»
absoluut groote schade, vandaar dat spr. met het
oog op de bemaling en de ongelijkheid van den pol
der het wel zou toejuichen bij Oude Niedorp onder
gebracht te worden.
Voorzitter zegt, dat onze bemaling voldoende is,
maar men moet niet vergeten, dat door de tijds
omstandigheden het bestuur zich niet altijd aan het
voorgeschreven peil heeft gehouden.
-De heer P. Koopman is in principe voor verla
ging van het peil, maar gaat met het idéé van Ged.
Staten, om de verlaging geleidelijk in te voeren me»
en wil daarom het peil 5 C.M. lager stellen dan hei
normale winterpeil.
De heer Zwagerman vraagt of het geen oplossing
is om te traehten de Langereis bij Oude Niedorp
onder te brengen.
De heer P. Koopman: Dat wil Oude Niedorp niet,
Daar hebben we niet aan te denken.
De heer P. Kamp, oordeelt een peil 10 c_M. lager
dan anders wel mogelijk, maar we zijn nu ook
van het ,eene uiterste tot het andere gekomen.
Laat tmen dan voor het dorp de slooten verbeteren.
Voorzitter: Neen, de sluis.
De heer P. Kamp: Ja, de sluis dan ook er kan
nu geen turfschuit door.
Voorzitter: Jawel.
De heer P. Kamp: Neen, dan moet ze afgeladen
worden.
Ben stem: Dat komt door de bruggen.
De heer J. Breebaart Jr. zegt, dat bij normalen
waterstand de turf tot voor het pakhuis kan ko
men. Spreker wijst er op dat hier tegenstrijdige be
langen aanwezig zijn, maar dat de finantieele zijd»
van het vraagstuk over het hoofd wordt gezien.
eigen 'oogen weer. Haar lippen bewogen.
„Vadjertjel"
„Ja lieveling."
Ik herinner mij alles."
Bij paar woorden leunde Winston voorover eb
drukte zijn lippen op haar hand, die op het dek lag
„Waar is hij begraven?"
„T|b Wifdrington?
J«."
„Het was meer oen zucht dan een woord, en toen
Winston het hoofd oprichtte zag hij dat ze baar oogen
meer sloot Nu de koorts weg was. viel de witte d°°r
schijnendheid van haar vangen en voorhoofd t^jetn
de donkere oogharen en net haar des te meier op
Was het een levend gari,cht, of was het de schoon
heid van den dood?
H5j b/ukte. Zij ademde en sliep.
HOOFDSTiUK XII
Op nieuwjaarsdag bijna twee maanden na Summer
hay s dood. jiad ae .terugreis naar Mildenham plaats
miet kleine tempo's. Mildenham, donker en met denf
delfden geur, voJ van het verleden, voordat de liefdé
ontstond. Voor kleine Gyp, die nu over de vijf jaar
was. gn die al wat van het leven ging begrijpen, was
dit nog het prettigste tehuis. In' het .otóerveeren van
hoe die nu langzamerhand de ziel van die plek werd.
zooals zij zelve yls kind was geweest, vontf Gyp van
tijd tot tijd wat rust. Ze was nog piet veel bij krachten^
meer een schaduw nog en als men haar onverwachts
leenkeek. had pe het droevigste gericht denkbaar. Zé
zorgdfe 'er maar voor, niet .overvallen te worden.
Achl haar glimlach was voor Winston nog droever,
Hjj zag er geen licht in, dien winter ein het voor
jaar. Zij deed haar uiterste "best, en men kon alleen
nxaar toezien en afwachten. Vooral niet verhaasten.
Misschien kon de tijd wat helen. En hij bemoeide zich
maar mfet kleine Gyp, zoodat ie twee zoo goed ais
onafscheidelijk werden.
Die lente kwam en güng Lichamelijk sterker werd
Gyp wel. paaar sinds ze terug waren in Mildenham
was ze nog pooit buiten den tuin gekomen, nooit had
ze over Red House of over Summerhay gesproken.
Winston had gehoopt, dat de warmte en ae zonne
schijn wat .licht in naar geest zouden bPengen, maar
dat sdheen van niet.. Het was niet dat ze haar smart
aankwfeekte, veeleer trachtte za te véirgétén étn te ver
bloemen. Maar haar haft was gebroken, dat was het
Daar hielp niets aan.
Wordt vervolgd.