De waterstand te Winkel en Nieuwe Niedorp. HET ONBEREIKBARE. WOENSDAG 5 NOVEMBER 1919 UitgeversTRAPMAN Co. EERSTE BLAD. FEUILLETON. SCHAGEN, LAAN D 5. Int. Teleph. No. 20. 51., Dit blad verschijnt viermaal eer weekDinsdag, Woensdag, r>onder<^ac en /-aterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur wor- den APV ifeN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Airatemic- Laiii Prijs per 3 maanden fl.40. Losse nummers 6 cent. AD VERTEN TIÉN van 1 tot 5 regels f 0.80. iedere regel meer 15 cent (bewijsno. inbegrepen)., Groote letters worden naar plaatsruimte berekend Dit nummer bestaat uit twee bladen. Dinsdag 4 November, 'g middags half twee, ver gaderden IMoleiïmeestera en Stemgerechtigde Inge landen van den Oosterpolder onder Winkel en Nieuwe Niedorp, In da Prins Maurits te Nieuwe Niedorp. De vergadering, die als punt 1 op de agenda ver meldde: Vaststelling regeling waterstand in ver band met het voorstel tot verdaging van het win- terpeil, was druk bezocht. Ben 40-tal personen was aanwezig. Nadat de voorzitter, de 'heer J. Koomen Hiz. de vergadering had geopend, wijzende op het belang rijke onderwerp dat straks in bespreking zal wor den gebracht en de hoop uitspreekt, dat de aan wezigen zullen trachten duidelijk en beknopt weer te geven wat zij meenen te moeten zeggen, vraagi spr. of iemand der aanwezigen bezwaar maakt dat de pers, die in de koffiekamer aanwezig is, de ver gadering bijwoont en de vergadering dus openhaal zal worden gehouden. Niemand «der aanwezigen maakt bezwaar, zoodat de pers wordt toegelaten. Voor deze vergunning betuigt de pers bij deze gaarne haar dank. Voorzitter memoreert nu, hoe door den heer Gaijaard op de vorige vergadering de idéé is ge opperd en dan ook nu een voorstel van hem is in gekomen, om 't winterpeil in den geheelen Ooster polder te verlagen en te bepalen op 30 c.M. onder het zomerpeil. Het normale winterpeil is 10 centi meter onder het zomerpeil. Spr. is zelif niet op die laatste vergadering tegenwoordig geweest, maar de bestuursleden hebben toen de toezegging gedaan, dat een vergadering in Augustus zou worden be legd om over deze zaak een beslissing te namen. Dat deze vergadering eerst heden wordt gehouden, vindt zijn oorzaak in het feit, dat de zaak zoo lang n onderzoek is geweest. Het was naar mijn mee ning noodig, een onderzoek in te stellen of de Oos terpolder wel de vrijheid had, tegenover de ge meente Winkel, met het oog op de sluis en het vaarwater,het peil te veranderen. In bet archiei van de gemeente en van den polder hebben w*» niets kunnen vinden en hebben we ons tot Ged. Sta ten gewend met de vraag of in hun archief mis schien stukken aanwezig waren die aantoonden dat een overeenkomst was gesloten. Ged. Staten zijn we ken bezig geweest en op een herhaald schrijven heeft spr. een onderhoud met een ingeniAir gehad, die tamelijk goed met den toestand op de hoogte bleek. Ged. Staten hebben evenwel ook niets kun nen vinden, het jaar waarvan de sluis gedateerd is n.L 1684, is nog opgegeven, maar zij konden niets vinden. Thans eohter is er een schrijven van Ged. Staten ingekomen, waarin zij erop wijzen, dat H laagland in den Oosterpolder zeker gebaat zou zijn met verlaging van het peil en het voor een opper vlakte van 40 H.A. zeker gewenscht zou zijn dai het peil op 30 c.M. onder zomerpeil* zou worden ge steld en het ook vooral overige landbouwbedrijven ten goede zou konden. Toch zijn er ernstige bezwa ren aan de vaststelling van een dergelijk peil ver honden en wordt gewezen op de scheepvaartbelan- ?en die door een dergelijken waterstand zeer zou tten worden geschaad. Ged. Staten achten mede in verband met het scbptsluisje te Nieuwe Niedorp de maatregel te ingrijpend en ge<ven in overweging dat er naar gestreefd wordt tot geleidelijke verla ging over te gaan. De vraag is bovendien nog of met de tegenwoor dige bemaling het voorgestelde peil wed is te ver krijgen. Voorzitter zegt, dat nog bezwaarschriften tegen het voorstel-Gaijaard zijn ingekomen en wel: le. van het bestuur van de Fruit- en Groentenvereeniging „Winkel" te Winkel, waarin het bestuur mededeelt, hoe reeds nu, nu het pedl als proef 20 c.M. ondex zomerpeil is gehouden, varen zeer moeilijk, op sommige plaatsen onmogelijk is gemaakt en dan ook met algemeene stemmen is besloten ernstig te gen peil verlaging te protesteeren; 2e. van de coöperatie „De Tijdgeest", P. Kratoman, S. Boor e.a., voorrende te Winkel, waarin gewezen wordt op het onbruikbaar maken van het vaarwa ter, wanneer het pedl wordt verlaagd; 3e. van het gemeentetoestuur van Winkel, dat ei op wijst, hoe bij verlaging van het peil, het ver keer te water geheel wordt stop gezet en de aan voer van bouwmaterialen, turf en andere artikelen, on/mogelijk zal worden gemaakt, terwijl bovendien door drooglegging der sloten, het vervoer van pro ducten naar de markt onmogelijk zal worden, wat veel nadeel kan veroorzaken. Het gemeentebestuur verzoekt dan ook niet tot peilverlaging over te gaan De secretaris, de heer A. de Ridder, leest hierpp de notulen, die onveranderd worden vastgesteld. Naar aanleiding van de notulen zegt voorzittei nog, waar de heer Gaijaard vroeg met het oóg op kasgeldleening of «iet een voorloopige heffing van den omslag kon plaats vinden, dat dit niet gaat In de jaarlijksche vergadering wordt bepaald, op welke tijden de polderlasten geind mogen worden en dat is op verzoek der ingelanden bepaald eerst op begin September, maar tmet het oog op aflossing bij Gemeentecrediet op Augustus. Bén suppletoire heffing laat de verordening toe, maar van een voor loopige heffing kan geen snrake zijn. Wijziging van de' heffing zou alleen plaats kunnen hebben bij de vaststelling van het kohier. De f2500 zijn in October afgelost. De' heer Gaijaard heeft verder gezegd, dat er 4 vletten per maand naar Winkel gingen, maar hier op zou nog wel wat zijn af te dingen, want in den laatsten tijd zijn er veel meer doorgegaan. Voorzitter deelt verder mede, aan de molen- meesters gevraagd te hebben, wat zij dachten van peilverlaging. 30 c.M. onder zomerpeil kwam hun niet gewenscht voor, dat zou veel te kostbaar zijn, 10 c.M. beneden het normale winterpeil zou mis schien gaan en spr. heeft de goedkeuring gevraagd een proef daarmee te nemen. De tegenwoordige waterstand, dat is de stand verkregen door de proef, is, dat het peil is 2122 c.M. onder zomerpeil, bij het Paadje 19 c.M., aan de Langereis 16 c.M. Voorzitter vraagt aan den heer Otsen te willen nveedec-len, hoe zijn bevindingen zijn met het stoom gemaal' bij deze proef. De heer Otsen zegt, dat de machine het water wei lager kan krijgen, maar het zal heel lang duren eer zij het water heeft In 3 uur, zegt spr., is de sloot bij mij droog. Voorzitter deelt mee, wat malen over het tijdvak 15 October tot 2 November gekost heef: 135 uui malen met een gebruik aan steenkolen van 110 K.G. per uur, is totaal 14850 K.G., tegen een prijs van f 68 per 1000 K.G., franco stoomgemaal is f 909.8b, smeerolie f27, stoker 135 uur 35 cent is f47.25. Sto ker heeft op het oogenblik verhooging gevraagd en de machinist bij dezen voortgang ook,, zoodat de kosten, dan nog zonder berekening van verpakking hebben bedragen f983 k f984. De molens hebbep dan nog geholpen zooveel ze konden. Nadat de voorsteller, de heer Gaijaard, het woord DOOR JOHN GALSWORTHY. UITGAVE VAN W. DE HAAN. UTRECHT. .Winston liet de auto stoppen waar de nauwe steeg ™Üi(ap op den oever, en stapte vlug uit. Uit instinkt hij zachtjes langs den grasrand, en Markey ach- J0" hem aan. Toen een zwart iets dat op.den oever b!>. in 't gezicht kwam, voelde hij even 'n doodelijkan Jogst, want hij meende dat 't maar een weggeworpen *ffc®dingstuk was. Toen zag hij 't bewegen, en met Jjia hand Markey wenkend om stil te s aan, liep hij ■Ween op z'n teenen over 't gras, met bijna 'in gevoel atl verrukking. Hij trad geluidloos tusschen die voor ®^ergebogen gestalte en het water, knielüé aéér> én fe. voor zoover hij spreken koni «Mijn lieveling!" i, >P richtte T hoofd op en zag hem aan. Haar leek gelaat, met de onnatuurlijk groote, donkere oogein f® t haar er over heen, 't was hem alles vreemd) van do droefenis zélf, zander eenige votr- rteujkheid. En hij wist niet wat te doen of hoe te pen en te troosten, hoe le redden. Hij zag jn haar J?8en zoo duidelijk den blik van een opgejaagd dier. 'Bevangen wordt en uit instinkt zei hij «ik heb haar ook zoo wreed verloren, Gyp". Hij 8 Gat de woorden tot haar doordrongen en hoe haar blik doffer werd. Toen strekte Jxij zijn arm uit bok haar naar zich toe. totdat haar wang den zijne en haar trillend lichaam tegen zich aan., zei hij zachtjes: «.Voor mij. Gyp; voor mij dan!" jioen hij haar inet Markey's hulp in de auto had. jCtiten ze haar niet naar huis. maar naAr de her Ze had hooge koorts, en ging ijlen. Tegen twaalf tgk® tante Rosamund en juffrouw Markey, die ge- ^'eerd waren, gekomen$n de héélé hérbérg besproken, opdat niet geen gedruisch haar blir O 2?.u- in Ja rijf uur werd WInston naar beneden geroepen eejj ji Weine zoogenaamde zitkamer. Bij 't raam stond j^i lange vrouw met den rug van haar behandschoende tt^j. AWo de oogen gedrukt. Ofschoon zij zoolang hij i _|°n mijten van elkaar af hadden gewoond, kende totdat Üi ^umnierhay alleen van aanzien, en hij wachtte To»» j?rme vrouw 't eerste spreken zou. sride zjj, met zachte stern; „Er valt niets te zeggen; ik wilde u alleen even zien. Hoe is 't met haar?" „Zij ijlt," Een minuut stonden zjj heelemaal stil, toen fluis terde zij „Mijn armie jongen. Heeft u hem gezien zijn voorhoofd?" Haar lippen beefden. „Ik wil hem/ mee naar huis nemfen." En de tranen liepen langzaam, ach" W haar voile. langs haar bleeke wangen. Armie vrouw! Arme vrouw! Zij had zich naar 't raam gekeerd, met den zakdoek onder de voile bézig, jen keek uit naar 't kleine strookje grasveld, waar dfe .duisternis al viel en Winston zag ook lüt naar dat sombere daglicht Eindelijk zei hij „Ik zal u al Zijn dingen zenden behalve wat er bij mocht zijn van troost voor mijn arm meisje." Zij wpndde 'zich plot? om: „Dat is dus 't eina van alles. Majoor Winston. steekt er soms iet? achter waren ze echt gelukkigf' Winston keek haar strak aan ein antwoordde; O. té gelukkig!" Zonder blikken of blozen keek hij Ln die betraande oogen. die hem aanstaarden,; toen keerde zij zich met 'n zwaren zucht weder om, en haar gelaÓt met d|«li zakdoek pfvegende, trok zij de voile neer. Het was niet waar dat wist hij door wat Gyp in koorts gesproken had maar kil' zou zorgen, aat niemand, zelfs Summerhay's moeder niet, er ook maar iets van hooren zou. „Ik weet niet of mijn kind er boven opkomt. of wat zij daarna zal doen. Ais 't noodlot slaat, is 't maar al te raak. En voor u! Goeden dag" Lady Summerhay -drukte zijn uitgestoken hand. Vaarwel", zeide zij met verstikte stem. „Ik wensch u Vt beste." -Toen keerde zij zich haastig om en vetrok. En Winston ging weer naar bovetn, de wacht hou den. In jje dagen die volgden, toen Gyp in vergetel heid van alles tusschen Teven <jp dood lag. verliet Winston ternauwernood haar kamer, die lage kamer mfet begroeide vensters, waaruit de rivier te zien was, beschenen door de bleeke Novemberzon, of zwart on der de sterren. Hij kon er almaar naar kijken, geboeid, iooals mfen soms naar de rustelooze zee tuurt. Hij had haar als door 'n wonder gered van die kronkelendia rivier. Hij had geen verpleegster willen !jebben. Tapt,, Ro samund en juffrouw Markey waren baindig in riekje èn hij kon niet velen dat een vreemde zou hooren wat zij in haar ijlen sprak Zijn deel aan de verpleging was. daar maar stil te ritten, en J>aar geheimen zoo veel nij kon voor anderen te verbergen. En elke mi nuut dat hij weg was van zjjn post, rekende hjj verlies. heeft gekregen, zegt deze, dat hij k 2 jaar ge leden reeds getracht heeft voor de landerijen aan 't Paadje een onderbemaling te krijgen, nadat hem meegedeeld was, dat algemeene verlaging van het peil, met het oog op de scheepvaart ondoenlijk was. Spr. heeft toen het plaatsen van een Hercules- windmotor voor de Langereis-landerijen gevraagd, welke molen dan het water kon overbrengen in den Oosterpolder. t)ok hiertegen waren beizwaren en wel het niet te krijgen zijn van de materialen. In- tusschen zijn ongeveer 2 jaar verloopen en er is nog geen sprake van een Hercules-windmolen. Spr. wijst er op, dat aan de Rijd onder Winkel een Hercules-windmolen is geplaatst en ook daar het watér wordt opgeheven. Bovendien is er niet alleen aan de Langereis laag land, ook op veel verschillende andere plaatsen. Waar dus meerdere lage landen in den polder aanwezig zijn, meent spr. dat het peil over het algemeen verlaagd moet wor den, handhaaft zijn voorstel en wijst er nog eens op dat de toestand aan de Langereis onhoudbaai is. Wat de opmerking van den heeér Otsen betreft, dat het water niet gauw genoeg bij de machine is, dat komt omdat de slooten niet in orde zijn, die zullen in de allereerste plaats veranderd moeten worden .an zoo gemaakt worden dat er een goede toevoer naar de machine en hoofdslooten is Voorzitter wijst er op, dat de grondsoorten in onzen polder zich zeer slecht leetnen om de slooten dieper te maken en dan zou ook de keur jrewlj- zigd moeten worden. Wat de kosten betreft, dat zou ook geen kleinigheid zijn.. 'De heer Meurs gelooft vrij zeker, dat er van Winkel tot de Langereis niet één sloot is die op de diepte te houden is, zooals de heer Gaijaard voor stelt, ze zijn gewoonweg niet te houden. De heer D. tKoomen acht dit onmogelijk. Spr. heeft het uit eigen beweging wel geprobeerd, maar den volgenden dag waren ze weer dicht. Het zit 'm in de grondsoort. Ook spr. wijst er op hoe het bij zoo'n laag peil onmogelijk zal zijn de groenten van het land te krijgen en ook om ze naar Noordscharwoude te vervoeren. Het zou dus voor de groentencultuur groote schade zijn. 1 De heer Gaijaard vraagt of het dan niet moge lijk is de Veert met den mtoddermiolein uit te die pen, kan die dan niet op diepte gebracht worden. Voorzitter: Dan staat de dretmpel van de sluis in den weg. De heer Honingfti zetgt, dat er in den polder veel kleine boeren zijn met 1 of 2 bunder land en ook die hehben hun belangen en nogal tamelijk wat ook. Ook hun belangen moeten we behartigen en dat is de mogelijkheid open te houden met hun groenten naar Noordscharwoude te kunnen gaan. Reeds thans kan dat al niet dan met een schuitje. Spr. vraagt wnaneer het winterpeil begint. Voorzitter: Gewoonlijk November, dat hangt van de omstandigheden af.. De heer Honingh zegt, dat deze kleine proef de kleine bouwers al heeft gedupeerd. iDe.heer Beuimkes meent, dat de belanghebbenden maar moeten bijdragen in de extra-bemalingskos- ten, dat doen er nu ook nog door het plaatsen van een „Stokvis" in den Nederlandspolder. We moe ten een ieder behulpzaam zijn, maar Winkel moei zijn slooten kunnen houden. De heer P. Zwagerman vraagt, of de lage landen te Langereis niet in verbinding zijn te brengen met de lage landen te Winkel. Voorzitter: Er zit nog hoog land tusschen. Ook spr. wijst op de aparte afzonderingen, zoo als van het Oosterland, waarvoor de ingezetenen nu nog jaarlijks een rijksdaalder vergoeding moeten geven voor de steenkolen voor de extra bemaling. Het lijkt spr. onbillijk, dat voor het plaatsen van een „Stokvis" of een „Hercules" extra moet worden betaald. Hij bleef uren aaneen haar maar aanzien. Geen Ander dan hij kon zoo goed den draad naar 't gewone be kende aanknoopen. waardoor koortslijders, onbewust, feenigszins den weg vinden in jle duistere doolhoven waarin zij dwaien. Ein Rij dacht aan haar zoo-Als ze vroeger was gezond en gelukkig zonder dat hij 't "wist de methode volgend \an die mentale en andere mannen der wetenschap, die voor hem kwakzalvers waren. Het verbaasde hem zoovelen als er lieten vragen, zelfs menschen die hij als vijanden beschouwde, gaven kaartjes af. of zonden bedienden, zoodat hij wel moest aanntemen dat tnenschm van stand hun menschelijke goedheid reserveeren voor hen die op den rand van 't graf zijn. Maar de burgerlui ontroerden hem dage lijks door hun echt medegevoel voor haar, die hen gjéwopnen had door zachtheid en beminnelijkheid. Eens "kreeg ,hij 'n brief opgezonden uit Bury Street. „Majoor Winston. „Ik heb 'n advertentie in de courant gelezen over den dood van de arme Mr. Summerhay. Och, het' doet me zoo'n verdriet voor haar. Zij was zoo goed vo.or mij ik ben er heel eng naar over. Als U meent dat zij zou jvilLen weten hoe we allemaal met haar begaan zijn. wilt t het haar wel zeggen? Ik vind het zop wneed. Uw topgenegene, Daphne Wmg". Dus ze wisten Summerhay's naam dat had hij niet gedacht Hij antwo.ordde niet, want hij wist niets ('.i-durende die laatste koprtsdagen was 't moeiljjk te dragen dat gejaagde fluisteren en mo.mpelen on- santen hangende zinnen, jlie weinig zeiden- en zop vleel beteekenden. Soms hield hij zijn ooren dicht om jjjaar niet te luisteren naar die lange gemo.edsover- spannitng. waarin hij au en dan pen kijk kreeg. Van 'n bepaalde tragedie scheen haar afdwalende geest zich niet bewust te zijn. Almaar prevelde zij over haar difepe liefde, en over den angst de zijne te vérliér zen en dan plots 'n fluisterlach, griezelii ein onlevend als 'n weerschijn van volmaakt geluk. Die lach was 't zwaarste .te dragen en bracht altijd weer de tranen in zijn oogen. Maar langzamerhand trok hij 'n schra len troost uit deze overtuiging, dat Summerhay's droe ve dood een einde had gemaakt aan een toestand, die nog tragischer had kunnen afloopon. Op een nacht, zittende in een diepen stoel naast haar bed zag hij, uit een sluimering ontwakend eetn paar oogen op hem gericht Zij waren anders ze keken, het waren haar Aan den anderen kant moet men het verlies van vaarwater niet gering achten, de steenen worden langs de voorstoot aangevoerd, in alle boeken wordt veel gedaan om het vervoer per schuit mogelijk te maken, er is zelfs een sluis te Heerhugowaard ge bouwd en bier zou tmen geheel het tegenoverge stelde doen. De heer Meurs vraagt of de heer Gaijaard stap pen heeft gedaan om het plaatsen van een „Stok vis" aan de Langereis mogelijk te maken. Zijn daar ernstige bezwaren tegen? De heer Gaijaard zegt dat zijn buren daar wel warm voor te krijgen zijn. Wat de Langereis be treft, was hij er mee klaar, .maar een eigenaar van landerijen aan 't Paadje, hier ook aanwezig, was et niet voor te vinden en zooiets ontmoedigt. Ook de kerk, die er 14 tmorgen 'heeft liggen, was er voo». Spr. vraagt of het nu niet mogelijk was een Hercu les-windmolen aan den Langereisdijk te plaatsen en het water in de ringstoot van Geestmeramtoacht over te malen, dat zou een prachtige oplossing zijn. Voorzitter: Dan zouden natuurlijk de kosten van overbemaling -van 40 bunders jaan G-eestmeram bacht betaald moeten worden. De beer Gaijaard meent, dat het veel meer dan 40 bunders is, een kleine 200 bunders. Voorzitter: Wel neen, de heele strook van Lange reis tot Lutjewinkel is 200 bunder. Spr. zegt, dat er ook over gesproken is het water in den Oude Nie- dorperpolder te laten loopen, maar dan moeten we natuurlijk een stuk van onzen polder loslaten. Wat mdj betreft, het kan mij niet schelen dat tos te la ten. De heer Gaijaard zegt, dat de waterstand te Lan gereis wel 40 C.M. met dien van Oude Niedorp ver schilt. lil ii IUJ Voorzitter: U vergist u in de maten. (De heer Gaijaard zegt, dat specialiteiten op land bouwgebied altijd eten lagen waterstand verdedi gen en zeggen, hoe meer het land in het water is, hoe minder men heeft aan bemesting. En dit blijk* Wel uit Oude Niedorp, waar ze wel een 14 dagen eerder aan het zaaien zijn en meer profijt van bua bemesting hebben.. De waterstand hier veroorzaak» absoluut groote schade, vandaar dat spr. met het oog op de bemaling en de ongelijkheid van den pol der het wel zou toejuichen bij Oude Niedorp onder gebracht te worden. Voorzitter zegt, dat onze bemaling voldoende is, maar men moet niet vergeten, dat door de tijds omstandigheden het bestuur zich niet altijd aan het voorgeschreven peil heeft gehouden. -De heer P. Koopman is in principe voor verla ging van het peil, maar gaat met het idéé van Ged. Staten, om de verlaging geleidelijk in te voeren me» en wil daarom het peil 5 C.M. lager stellen dan hei normale winterpeil. De heer Zwagerman vraagt of het geen oplossing is om te traehten de Langereis bij Oude Niedorp onder te brengen. De heer P. Koopman: Dat wil Oude Niedorp niet, Daar hebben we niet aan te denken. De heer P. Kamp, oordeelt een peil 10 c_M. lager dan anders wel mogelijk, maar we zijn nu ook van het ,eene uiterste tot het andere gekomen. Laat tmen dan voor het dorp de slooten verbeteren. Voorzitter: Neen, de sluis. De heer P. Kamp: Ja, de sluis dan ook er kan nu geen turfschuit door. Voorzitter: Jawel. De heer P. Kamp: Neen, dan moet ze afgeladen worden. Ben stem: Dat komt door de bruggen. De heer J. Breebaart Jr. zegt, dat bij normalen waterstand de turf tot voor het pakhuis kan ko men. Spreker wijst er op dat hier tegenstrijdige be langen aanwezig zijn, maar dat de finantieele zijd» van het vraagstuk over het hoofd wordt gezien. eigen 'oogen weer. Haar lippen bewogen. „Vadjertjel" „Ja lieveling." Ik herinner mij alles." Bij paar woorden leunde Winston voorover eb drukte zijn lippen op haar hand, die op het dek lag „Waar is hij begraven?" „T|b Wifdrington? J«." „Het was meer oen zucht dan een woord, en toen Winston het hoofd oprichtte zag hij dat ze baar oogen meer sloot Nu de koorts weg was. viel de witte d°°r schijnendheid van haar vangen en voorhoofd t^jetn de donkere oogharen en net haar des te meier op Was het een levend gari,cht, of was het de schoon heid van den dood? H5j b/ukte. Zij ademde en sliep. HOOFDSTiUK XII Op nieuwjaarsdag bijna twee maanden na Summer hay s dood. jiad ae .terugreis naar Mildenham plaats miet kleine tempo's. Mildenham, donker en met denf delfden geur, voJ van het verleden, voordat de liefdé ontstond. Voor kleine Gyp, die nu over de vijf jaar was. gn die al wat van het leven ging begrijpen, was dit nog het prettigste tehuis. In' het .otóerveeren van hoe die nu langzamerhand de ziel van die plek werd. zooals zij zelve yls kind was geweest, vontf Gyp van tijd tot tijd wat rust. Ze was nog piet veel bij krachten^ meer een schaduw nog en als men haar onverwachts leenkeek. had pe het droevigste gericht denkbaar. Zé zorgdfe 'er maar voor, niet .overvallen te worden. Achl haar glimlach was voor Winston nog droever, Hjj zag er geen licht in, dien winter ein het voor jaar. Zij deed haar uiterste "best, en men kon alleen nxaar toezien en afwachten. Vooral niet verhaasten. Misschien kon de tijd wat helen. En hij bemoeide zich maar mfet kleine Gyp, zoodat ie twee zoo goed ais onafscheidelijk werden. Die lente kwam en güng Lichamelijk sterker werd Gyp wel. paaar sinds ze terug waren in Mildenham was ze nog pooit buiten den tuin gekomen, nooit had ze over Red House of over Summerhay gesproken. Winston had gehoopt, dat de warmte en ae zonne schijn wat .licht in naar geest zouden bPengen, maar dat sdheen van niet.. Het was niet dat ze haar smart aankwfeekte, veeleer trachtte za te véirgétén étn te ver bloemen. Maar haar haft was gebroken, dat was het Daar hielp niets aan. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1919 | | pagina 1