derde blad. Raad Anna Paulowna. Zaterdag 6 December 1919. 62ste Jaargang No. 6529. Vergadering van den Raad op Woensdag 3 De cember 1919. dos middags uur. Afwezig de heeren Spigt en D. 'Stammes, vaca ture door vertrek van den heer Preijde. Voorzitter de heer C. Wij den es Spaans, burge meester, secretaris de heer C. Keijzer. Na opening volgt lening der notulen, die onver anderd worden goedgekeurd. Van den heer Spigt is mededeeling ontvangen, dat Wj verhinderd is de vergadering bij te wonen. Van den heer C. J. Preijde is een schrijven inge komen, waarin mededeeling wordt gedaan dat hij wegens vertrek uit de gemeente, verplicht is te WdAnken als raadslid. Schrijver wijst op de prettige manier van samenwerking en ook van bestrijding, die steeds plaats had, hoopt dat dit zoo mag blij ven en spreekt de wensch uit dat heit den leden goed moge gaan, terwijl hij de verzekering geeft met belangstelling het werken van den Raad te zullen volgen. Voorzitter zegt het aangenaam te vinden, dat de heer Preijde in dezen vorm afscheid van den Raad heeft meenen te moeten nemen. Ook van onzen kant hebben wij den heer Preijde als mensch en als raads lid Leeren waardeeren en ik stel u voor den heer Preijde een vriendelijk schrijven terug te zenden en hem dank te brengen voor hetgeen hij in het be lang der gemeente 'heeft gedaan. Ged. Staten hebben goedgekeurd de kohieren schoolgeld over het 3e kwartaal, de rekening ovei 1918, batig saldo f 1419.26. Bij de gisteren gehouden kasverificatie was over eenkomstig boeken en bescheiden in kas f2087.76H. Dankbetuiging is ingekomen van den heer De V ries, H. d. S. voor de toegestane gratificatie en van den heer Wessel, ambtenaar ter secretarie en de agenten van politie Hartog en Teutelink, voor ver hooging van salaris. Al déze mededeelingen worden voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde komt het voorstel-Lichthart tot het plaatsen van 2 straatlantaarns te Van Ewijcksluis, waarover in de .vorige vergadering de stemmen staakten. De heer Stammes komt ter vergadering. Het voorstel-Lichthart wordt aangenomen met 5 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren Re- zelman, Wiggers, Koorn en Stammes. Onderzoek geloofsbrieven van het gekozen raads lid H. J. Jansen, in de plaats van den heer Preijde. kan nog niet plaats hebben, doordat ondanks de moeite die er voor gedaan is, de stukken nog niet volledig aanwezig zijn. Evenmin kan de rooilijn voor den Meerweg en Koningsweg worden vastgesteld, omdat de Gezond heidscommissie daarover nog geen advies heeft uit gebracht. B- en W. stellen voor als lid toe te treden tot de Vereeniging van Ned. Gemeenten. Deze vereeniging doet, behalve het uitleen^n en in bewaring nemen van gelden, aankoopen van verschillende artikelen, als schoenen, rijst, enz. .De contributie bedraagt G cent .per inwoner, terwijl een entréegeld van f2.— per 1000 inwoners wordt geheven. Goedge vonden. Van de Sociaal.Democratische Raadsfractie if het voorstel ingekomen, tot wijziging van verordening op de heffing van een hoot'delijken omslag. In een zeer uitvoerige toelichting wordt als aan leiding tot dit voors!el genoemdle. de te lage af trek voor noodzakelijk levensonderhoud2e. de aftrek van 25 ten honderd voor inkomsten uit een vermogeh van piinder dan f 13000 of uit andere bronnen ver. kregen, welke een zeer-groote onbillijkheid schépt én 3e. wordt gemeend, dat de aftrek voor kinderen hoo- ger behoort te zijn, ter wij,! ook de leeftijdsgrens 'van 15 jaar den voorstellers te laag voorkomt. Overigens wordt gemeer.d% dat de grondslag der be staande verordening goed is. behoudens enkele oa- derdeelen. dje gewijzigd kunnen worden. Toch is er één ondenfeel van een artikel, dat noodzakelijk behoort te .vervallen, n.1. dat gedeelte, waarin bepaald, wordt, dat het geschatte inkomen wordt verminderd niet 25 ten honderd, voorzoover dat inkomen wordt verkre gen uit pen vermogen van minder dan f 13000, inko mens dus uit bezittingen, als: onroerende goede re r», roerend kapitaal en kapitaal in ondernemingen en ar beid, of rechten op periodieke uitkeeringen van het leven afhankelijk. Dit onderdeel geeft aan deze verordening, die ové- rigens democratisch kan werken, een reactionai re strekking, wijl hierdoor een groote ongelijk heid ta aftrek wordt geschapen. Van 'best bezoldigden en van hen die uit hun be drijf hoogo inkomsten genieten, blijft een veel groo- ter bedrag Onbelast, dan van hen, die slechts geringe inkomsten genieten. Mot voorbeelden wordt aangegeven,. ;dat iemand met een inkomen van f 1200. verkregen uit arbeid, een aftrek heeft van f 750 onbelast inkomen., iemand met een inkomen van f 1000. f 700 onbelast, iemand met een inkomen van f 10000 uit zijn bedrijf verkregen, een totaal van f 2950 onbelastbaar inkomen. Voorgesteld wordt, daarom het laatste gedeelte van artikel 18 derde lid, te laten wervallen fcn slechts te doen luiden.Het aldus geschatte inkomen wordt Op zijn werkelijk bedrag berekend." Hierdoor zal een groot bedrag als belastbaar inkomen in rekening kun- hen gorden gebracht, daarvoor stelle men een hoo ger. doch gelijk bedrag voor noodzakelijk levenson derhoud, benevens een veThoogde kinderaftrek. Voorgesteld wordt, $)e aftrek voor noodzakelijk le. tansonderhoud te brengen van f 450 op .f 900. voor Niuwdon (hierbij inbegrepen weduwen en weduwnaars) at op r 700 voor ongehuwden. De kinderaftrek te Jrengen van f 60 op f 75 en de leeftijdsgrens voor kinderaftrek van 15 op 16 jaar te stellen. Teneinde na te gaan. of het voorgestelde al of niet farhooging van het vermenigvuldigingscijfer tengevolge kou hebben, is door voorstellers een vergelijking ge blaakt .met den aanslag over 1919 en de voorgestelde regeling en zijn daarvoor genomen wijk A (de Kooihoek jh uitgebreiden zin) met veel lage inkomens-en wijk b (het gedeelte van den Ooslpolder tusschen Kruis. *98 en Kerk weg gelegen) met hoogere inkoméns Men kwam tot de conclusie, dat door de voorge stelde wijziging liet vermenigvuldigingscijfer eer la- Bar dam hoogei zou worden en een verschil van meer oalastbaar werd verkregen van f 5612.51). Uit dit bedrag zou de verhoogde kinderaftrek plus kosten omlsiaan door wijziging van den leeftijjds- grens ruim bestreden kunnen worden. Ook zijn de aanslagen in genoemde wijken afzonderlijk berekend niet dit resultaat, dat voor wijk A de verkregen cijfers arein bij de oude regeling f 1626 86. bij de dooi" ons (Oorgestelde f 1405.39. een vermindering van opbrengst us van f 221.47. Die voor wijk L bij de oude re ®~lln8 f 7821.28. bij de voorgesGlde regeling f 9156.12, jj 1 .vermeerdering van opbrengst dus van f 1334.84. f 11a8-V«rmeerdering in deze twee wijken bédroég voo 7- K>odat gecomsla eerd kan .worden, dat onze c,&nrste!'«m een flinke veiruir.iing de-; gemeeuté finan- teugè^olge zullen htbben. zcudet dat het ver- mCTyuldigtogscijf«r zal behoeven te worden opge- In verband met dit voorstel wordt door B en W meegedeeld, dat: m y^r?hi':,;rs groot bezwaar wordt ge voeld tegen de bepaling in de beslaande verordening S hoS^metm25ULVCTmTn verkro«en vaQ j P01,-. worden verminderd. Zij be oogen dat deze bepaling een reactionaire strekking heeft, niet deinocra.isch is en een zeer groot onrecht ïtdioudt en probccren dit aan te toonen. Zij makert ^°°te fout 01 treden daardoor op. onbewust zeer zeker, «is beschermers van het kapitaal. boor voorstellers toch wordt aangetoond, de onge- hjkhoid in onbelastbaar inkomen bij de beslaande re- d'tï. Aangetoond moet worden dat dit groote onbelastbaar inkomen voor de hoogere aanslagen voordeel oplevert en voor d« kleine inko mens nadeel beteekent. Dat wordt Pie; gedaan, en kan ook niet gedaan wor den, om de eenvoudige reden, dat het niet bestaat. Het is immers voor elke groep belastingbetalers wier {n|£wvna^f>eitaat andere bronnen dan kapitaal van f 13000 of hooger. hetzelfdê of men het geschat in. komen ten volle berekent dan wel of men daarvan eerst 25 pet. aftrekt. In beide gevallen moet toch een geajke opbrengst worden verkregen. Voorbeelden: op- ^ïwv H worden f 100 met inkomens van f 1000, 2000 f 3000 en,, f 4000 ga men 10000alzoo moet 1 pet. worden betaald en wel respectievelijk f 10. f20, f 30 en 40. Bij aftrek van 25 pet. als onbelastbaar inkomen wordt 1 pet. van het belastbaar inkomen respectievelijk f 7.50. f 15. f 22.50 en f 30 samen f 75 Er jnoet opgebracht worden f 100. dus H/« maal zoo. veel. Het resulieat is. dat iemand met 'f 1000 inko. men moet betalen li/a X f 7.50 is wêer f 10. enz. Door een voorbeeld wordt verder aangetoond dat eenig inkomen uit kapitaal, bij handhaving van de bewuste bepaling, reeds dadelijk verlichting brengt voor de overige aanslagen en de conclusie welke' hieruit volgt, is dus dat de bepaling cfcntrent den af trek van 2a pet. uitsluitend ten doel heeft het kapitaal in het bijzonder te treffen Schrapt men- de bepaling dan ontlast men daarmede het kapitaal, hetgeen tot gevolg heeft, dat het inkomen uit andere bronnen wordt verzwaard. Men kan nog aanvoeren, dat de in de verordielaing opgenómen progressie buiten beschouwing is gelaten en dat door deze progressie hooge inkomens zonder aftrek zwaarder worden getroffen aan met dien aftrek. Het tegenovergestelde evenwel is hét géval én dus wordt alweer een pleidooi voor toepassing van den af trek geleverd. Volgens het voorstel van de S.D.jraadsfractie zijn de belastingen volgens tarief van f 1000 f 35 16 f2000 f85.20. f 3000 f 138.50, f 4000 f 193.80 wordt totaal een belasting van f 452.66. 'Volgens de oestaande ver ordening dus na aftrek, zal'de belasting 'om een ge lijke opbrengst te krijgen, worden respectievelijk f 31.971/2. f 83.491/2, f 142.18 en f 195.01. Hieruit blijkt voldoende, dat bij de beslaande verordening d,e hoo gere inkomens meer worden getroffen dan de lage. Ten tweede wordt gevraagd, een verhooging yan den kinc'ierafUek tot f 75. Het is de voorstellers blijkbaar ontgaan dat zij hiermede vragen eene verlaging van den bestaanden aftrek met f 5. nu zij tegelijk voorstellen de vermindering van 25 pet. te doen ver vallen. Immers een aftrek van f 60 met toepassing van 25 pet. vermindering heeft hetzelfde effect als f 80 zonder die vermindering. Evenals een aftrek van f675 met toepassing vain 25 pet. vermindering hetzelfde re- sultfht geeft als een aftrek van f 900, zonder die ver mindering. Van het ingediende voorstel blijft derhalve ter over weging t»\er of het gewenscht is. den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud te verhoogen en zoo "ja, tot welk bedrag en of het gewenscht is daarbij ver schil te maken voor gehuwden en ongehuwden en' 2e pf het gewenscht is. den leeftijd voor kinderaf trek van 15 op 16 jaren te bepalen. Het voors!el_Keuns toegepast op het kohier 1919 (met uilzondering van verhooging van den leeftijd der kinderen voor aftrek berekend) geeft een vérmindéring van het getal aangeslagenen van 1049 tot 740. Voor verhoogingg van aftrek voor noodzakelijk le vensonderhoud wprdt door ons college zeker gevoeld en wij stellen daarom voor, dien aftrek te bepalen op f 600. welk bedrag een gelijk resultaat heeft als in het voorstel.Keuris yan f 800. Voor ongehuwden zou die aftrek op f 450 kunnen worden bepaald. Tegen verlenging van den leeftijd der kinderen voor aftrek in aanmerking komende van 15' op 16 jaren bestaan bij ons geen overwegende bezwaren. In verbandmet een en ander wórdjt voorgesteld, de verordening in dien zin te wijzigen. Als antwoord op dit prae-advies van B. en W., leest de heer Keuris een zeer uitvoerig schrijven voor. In dit schrijven wordt aangevoerd, dat de S.-D.-fractie zich had voorgesteld door het verschil in onbelastbaar inkomen aan te toonen waar het reactionaire zit, waarop door haar werd igedoelö. Zelfs na de naar onzes inziens, aldus het schrijven, toch duidelijk genoeg sprekende vergelijkingsstaat te hebben ingediend en waaruit eenvoudig en klaar aan ieder kan blijken dat de .minderbedeelden met ornze regeling worden ontlast, de tneergegoeden daar entegen zwaarder worden belast, komen B. en \V. met hunne bewering, dat wij onbewust zeer zekei- als beschermers van het kapitaal optreden en wij het voordeel voor de hoogere inkomens en het na deel voor de kleinere inkomens bij de thans be staande regeling niet kunnen en niet zullen kun nen aantoonen, wijl dit niet bestaat. Zij trachten dit aan te toonen door een eenvoudig - voorbeeld. Werkelijk is dit voorbeeld zeer eenvoudig, wij meenen dat het al te eenvoudig is, want '.classifica tie en 'aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud worden daarbij terzijde gesteld. Nu beweren B. en W. wel dat die klassificatie en aftrek slechts bijkomstige zaken zijn, doch wij kun nen moeilijk aannemen, dat, zij zóó naïef zijn, dat zelf te gelooven. Immers die „bijkomstige zaken", volgens B. en W., zijn in eene belasting volgens pro gressie van zéér groot, voor de kleinere inkomens zelfs van overw egend belang. Wij durven dan oók te beweren, dat IB. en W. eene cijferreeks verstrekken, welke op een totaal onjuisten basis berust en wel omdat zij geen rekening (hebben gehouden met klassificatie en aftrek noodzakelijk levensonderhoud. Wij willen aannemen, dat B. en W. bij het neer schrijven hunner cijfers deze twee belangrijke fac toren gemakshalve hebben gesteld. Ware dit niet het geval en hadden zij die expres buiten beschou wing gelaten, dan zou dit niet anders kunnen wor den aangemerkt als een goochelen met cijfers, om de goê-gemeente toch maar aan te toonen, dat aan hun kant het gelijk bestond. B. en W. toch stellen het voor, alsof het niets uit maakt, of van het volle bedrag der geschatte in komens belasting wordt betaald, of dat dit slechts voor een gedeelte dier inkomsten geschiedt. In wer kelijkheid zou dit ook niets uitmaken, indien ei geen klassificatie met daaraan verbonden progres sie en geen aftrek voor noodzakelijk levensonder houd bestond- Deze bestaan echter beide en geven daardoor het belastingkohier een geheel ander aspect, dan waaneer deze „bijkomstige" zaken niet bestonden.. Om op de meest juiste wijze te demons tree ren, dat als er van ongelijk gesproken moet worden men niet aan hiun kant moet zijn, worden dpor de S.-D. voorbeelden aangegeven, waarbij eerst geen rekening wordt gehoifden met aftrek, doch daarnaast een berekening met een aftrek van f900 noodzakelijk levensonderhoud. In de eerste plaats zou de ne last ing bij een inkomen var. f 1000, f2000, f3000 en f4000 bedragen: f 10, f20, f30 en f40, in do tweede echter f 1.56, f 17.10, f32,81 en f48.44. Uit deze eer ste vergelijking blijkt dus reeds, dat men door te zeggen, zooals B. en W. dat doen, dat klassificatie en aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud slechts bijkomstige zaken zijn, men de zaak beslist ave rechts voorstelt Wij zullen ook het volgende door B. en W. ge geven staatje ontleden, het staatje waardoor B. en W. trachten aan te toonen dat bij toerekening vol gens de besiaande verordening eenig inkomen uit kapitaal reeds dadelijk verlichting brengt voor de overige aanslagen en deze bepaling dus gehandhaafd dient te worden. Uit het voorbeeld dat B. en W. gaven, zou men tot geen andere conclusie kunnen komen, dan aait ons voorstel, hoe goed ook 'bedoeld, toch eigenlijk ver worpen behoort te worden, omdat de bestaande ver- rdening beter is. Maar past men ook hier weer den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud toe, aan bemerkt men al zeer spoedig, hoe bedriegelijk de door B. en W. verstrekte cijfers zijn. Be heeren Keuris c.s. brengen voorbeelden naai voren, waaruit h.i. vooral uitkomt het verschil in aanslag voor belastingplichtigen bij berekening, zoo als dat door hen wordt voorgesteld. Volgens onze berekening, aldus het schrijven, zou de belastingplichtige met een inkomen van 1000 f156, f2000 147.19, f3000 f32.81 en f4000 143.44 be talen; volgens de bestaande verordening worden deze cijfera respectievelijk 17.69, f 17.95, 130.77 en f43.59. Deze cijfers zouden natuurlijk iets anders zijn als hierbij geen f 400 inkomen uit kapitaal' was bere kend, doch het verschil zou toch zeer miniem zijn. In elk geval blijkt hieruit duidelijk, dat ook de cij fers, door B. en W. zelve verstrekt, mits goede bere kening wordt toegepast, ons in het gelijk stellen. Nog meer zou dit uitkomen bij toepassing van klassificatie met progressie, doch zelfs zonder dat, blijkt de besliste houdbaarheid van onze stelling. B. en W. meenen wel, dat het er minder toe doet, of de progressie buiten beschouwing wordt gelaten en beweren zelfs dat progressie niet tot gevolg heeft, dat hooge inkomsten zonder aftrek zwaarder wor den belast, dan met dien aftrek. 2^ij gaan zelfs zoo ver, dat zij als hunne meening verkondigen, dat juist het tegenovergestelde plaats heeft en trachten dat alweer te staven, door het geven van een paar staatjes. Oppervlakkig bekeken zou men daaruit werkelijk de conclusie kunnen trekken, dat wij onge lijk en B. en W. gelijk hebben. Maar ook hier merkt een scherp beoordeelaar direct, dat de aftrek voor noodzakelijk levensonder houd is weggelaten, terwijl deze juist van groot be lang is om de zaak zuiver te beoordeelen. De cijfers zooals zij hier staan, zijn niet zuiver. Iemand mei f 1000 inkomen zal niet, zooals aan ons voorstel in de schoenen wordt .geschoven, voor f1000 belast baar zijn, doch slechts voor f100. Heeft hij wer kelijk f 1000 belastbaar dan zou zijn inkomen bij f900 aftrek noodz. levensonderh. f1900 moeten zijn, maar dan zou, volgens de bestaande verorde ning, ook niet f750 doch f1900 f475 f1425 f 450 f 975 belastbaar zijn. iDe cijfers, zooals zij in het prae-advies van B. en W. zijn aangegeven, zijn dus beslist misleidend. Met voorbeelden wordt aangetoond', dat past men de juiste berekening toe, dan blijkt zonneklaar, dat de door ons voorgestelde regeling de minder-ge- goeden ontlast, de meer-gegoeden iets zwaarder be last. Hoe men de zaak ook moge wenden of kee- ren, wanneer alle factoren die van belang .kunnen zijn in aanmerking' worden genomen, dan zal men altoos tot die erkentenis moeten komen. Met geen enkel juist cijfer hebben B. en W. ons kunnen weerleggen, dat. wij niet met onze voorstel len zullen bereiken, wat ons doel is - ontlas ting der minder-bedeelden integendeel, alle cij fers door B. en W. hierover gegeven zijn aanvecht baar. Op grond van dit alles dient dus, wanneer werkelijk de bedoeling bij B. en W. voorzit, om de minder-bedeelden ten goede te komen, de door ons gewraakte bepaling te worden geschrapt. Wat betreft de kinderaftrek, door ons voorgesteld te verhoogen van if 60 op f75, in dit opzicht krijgen B. en W. gelijk. De aftrek van f 60 bij vermindering van het inkomen met K is werkelijk f5 hooger dan de door ons voorgestelde f75. Wij doen echter B. 9n W. gaarne dit succesje cadeau, doch hopen daar tegenover dat B. en W. tegenover ons, waar wij ge lijk bleken te hebben, dezelfde gedragslijn zullen vol gen. Wat betreft de leeftijdsverhooging voor berekening kinderaftrek, waartegen B. en W. geen bezwaar blijken te hebben, zijn we dankbaar voor de tege moetkomende houding, hierin door B. en W. aange nomen. Ons rest niets anders dan de door ons ingediende .voorstellen in de welwillende overweging van den Raad aan te bevelen, verzekerd als wij zijn dat hier mede een goed werk zal worden verricht. Be heer.iStamimes zegt niet zoo'n cijferreeks te kun- nen geven als door de raadsfractie der S.D.A.P. is ge daan, doch hij heeft zich afgevraagd, als het voorstel der SJFA.P.ers wordt aangenomen of 'het wel bil lijk is dat een rentenier, die van zijn kapitaal van b.v. f30.000 k 4 pet. f1200 inkomen heeft, dus zon. der risico en daartegenover een arbeider, die voor datzelfde inkomen van 's morgens vroeg tot 's avonds laat moet werken, evenveel belasting moet betalen. Dat inkomen van dien arbeider is lang niet zeker en daarom acht spreker bet goed. dat de aftrek van 25 pet. blijft bestaan. Voorzitter zegt waardeering te hebben voor de moeite die de heer Keuris zich heeft getroost voor deze zaak, maar daarnaast'spijt het hem dat de heer Keuris in zijn besprekingen tegen het Dag. Be stuur woorden gebruikt, die hij beter geacht had, dat ze achterwege gebleven waren. Het is beter geen uit drukkingen te gebruiken, die misschien de andere partij zcuden prikkelen. Het lijkt me 'beter zich te onthouden van uitdrukkingen als naief, goochelarij, misleidende cijfers. Het is uw vrijheid dergelijke woorden te gebruiken, maar u houdt me ten goede dat ik u in overweging geef dat voortaan niet meer te doen. We willen graag veronderstellen dat u het aller beste wil^ maar we verzoeken ook van ons te ver wachten, dat wij dat willen. Bovendien, de zaak wordt er niet mee gediend, het zijn misschien kracht termen, maar 'het lijkt me beter zich te onthouden van die uitdrukkingen. In tamelijk snel tempo heeft u uw antwoord aan B. en W. voorgelezen en de meeste heeren die de zaak niet zoo hebben nagegaan, zullen u niet heb ben kunnen volgen. B. en W. hebben voorbeelden aangehaald die voor de leden algemeen vatbaar wa ren, maar ik heb nu de overtuiging gekregen, dat hét beter zou zijn geweest als B. en W. daarnaast het kohier uitgewerkt hadden zooals dat door de voorstellen van den heer Keuris zou worden. Dat zou goed geweest zijn om aan te toonen wat mis leidende cijfers waren. Wij hadden gedacht dat de leden overtuigd zouden worden door deze eenvou dige becijfering. Intusschen, de zaak haast niet en ik wil heel graag de zaak nog eens nauwkeurig be rekenen. Ik zou 'het bejamuseren, en u zeer zeker ook, dat de zaak, die u naar uw beste weten wilt wijzigen, zoo zou worden dat u het tegenovergestelde bereikt van hetgeen gij wilt. Dat mag uw bedoeling niet wezen en toch, u stuurt er op aan. iLaat ik uit uw vergolijkingsstaat slechts een paar voorbeelden nemen: C. Arnbuul betaalt volgens de bestaande re geling, met een inkomen van f 1506 f 22.50, volgens de door u voorgestelde regeling zou dat worden f 17.07; H. Vestering met een inkomen van f560 uit vermogen boven f13000 en f1000 uit vermogen min der dan f 13000, benevens alle overige bronnen, be taalt tlians f 35.92, volgens de door u voorgestelde regeling f22.28. Ambuul zou dus volgens uw rege ling \f 5 minder moeten Ibétalen, Vestering daar entegen f 13 minder en dat komt onpdat u iemand ruot kapitaal en een arbeider gelijk wil behandelen. Uit uw eigen redeneering volgt dus, dat de man met kapitaal er voordeel bij heeft. Spr. wijst er verder op, dat het niets geeft dat er aftrek bestaat, wanneer die aftrek maar gelijkelijk wordt toegepast. Met voorbeelden wordt dit toege licht. Waar nu blijkt, dat we van inzicht blijven var- schillen, zou lk de zaak liever niet vandaag wiuon afhandelen. Het wordt nu een strijd tusschen u en een paar volgelingen tegen het Dag. Bestuur en daar-- om stel ik voor eens bij elkaar te komen, desnoods met iemand die buiten de partijen staat, om_ el-.aar te kunnen aantoonen wie er gelijk heeft. Wanneer u gelijk heeft, welnu, dan loop ik op een draf met l u u nee. Voorts wijst voorzitter nog op art. 243 van de Ge meentewet, waar de gelegenheid tot aftrek van hoogstens 25 pet. van inkomens, niet uit vermogen verkregen, van f 13000 of nooger, wordt gegeven. Het geven van een dergelijke concessie is niet om het kapitaal te ontlasten^ maar wel om de inkom sten uit arbeid te ontlasten. Nog woridt gewezen op een uitdrukking in den gemeenteraad van Amster dam, waar door den heer Fabius werd opgemerkt, dat er een groot onderscheid is tusschen inko men uit arbeid en kapitaal en daar de opmerking werd gemaakt, dat daarmee in Amsterdam niet vol doende was rekening gehouden. Wij zijn altijd al democratisch geweest, zegt voor zitter, en nu zou u ons feitelijk verplichten de ar beiders meer te drukken, wat bereikt zou worden wanneer uw voorstel werd aangenomen. De heer Keuris is niet ongenegen het onderwerp een vergadering uit te stellen. Wat betreft die prik kelende krachttermen, waar gesproken wordt over bedriegelijke cijfers enz., er is bij gezegd, dat we aannemen dat B. en W. dat niet expres hebben ge daan, doch gemakshalve. Verder heeft voorzitter als voorbeelden genoemd Ambuul en Vestering, maai er zullen zeker misschien aanslagen zijn, die niet in overeenstemming zijij met ons idée. Nadat voorzitter en den heer Keuris hun stand punt wat blijven verdedigen, wordt tenslotte goed gevonden de kwestie aan te houden. Voorzitter is er dan van overtuigd, dat men bij den Raad met een oplossing zal kunnen komen en dat een van beiden zijn ongelijk zal hebben erkend. Be heer Stammes: Of geen van beiden. Voorzitter: Dat geloof ik niet. We willen beiden hetzelfde, de arbeiders ontlasten. Doch er behoort niet te worden gesproken over naief, eén beslist averechtsche voorstelling. Be heer Keuris: Een averechtsche uitwerking Voorzitter: 'Welnu, ik gun u het laatste woord wel', maar laten we trachten dat niet meer te doen. Goedgevonden wordt, dat voor den cursus in boek houden, voor volwassenen, te Breezaad een verlicht en verwarmd schoollokaal wordt beschikbaar ge steld. Was bereids door B .en W. voorloopig toe gestaan. Het adres van de afd. Noor-dholland van den Ned. Bond van Gemeenteambtenaren over het uitkeeren van een extra maand salaris, het geven van pre- mievrij pensioen en verhooging van salarissen voor ambtenaren ter gemeentesecretarie en ten .kantore van den gemeenteontvanger, wordt voor kennisge ving aangenomen. Het salaris van den ambtenaar ter secretarie is onlangs herzien en aan de verhooging is terugwer kende kracht gegeven. Wat betreft het premievrij pensioen, B. en W. nemen hier het standpunt in, dat waar de onderwijzers ook premie moeten betalen, liet niet redelijk is den ambtenaar ter secretarie vrij te stellen. Bovendien iemand die arbeidt in een vrij bedrijf, -moet, wil hij voor de toekomst zorgen, ói sparen óf een verzekering sluiten en nu is het wel waar dat de gemeenteambtenaar verplicht wordt deel te nemen in de pensionneering, de toekomst wordt daardoor toch voor hem opgebouwd, terwijl met zijn salarisregeling gewoonlijk wel rekening I wordt gehouden met zijn pensioenstorting. De heer Lichthart vraagt, hoe Anna Paulowna mei het salaris van den ambtenaar ter secretarie staat ten opzichte van den omtrek. Voorzitter weet niet wat in Zijpe en in Schagen wordt betaald, maar gelooft niet dat we een slecht figuur maken. Volgt bespreking over de onderhandgche of open bare aanbesteding van de vergrooting der begraaf plaats. B. en W. hebben een opgaaf van kosten ge vraagd aan de vlefterlieden alhier, maar die zagen, als zijnde geen aannemers, er weinig licht in om het te berekenen. Nadat de opziahter hen de noodige inlichtingen had verstrekt, hebben ze een opgaaf ingediend, doch die was f 500 boven de raming, p. en W. achten zich niet gerechtigd om in dit geval tot onderhandsclie aanbesteding over te gaan. Nadat enkele inlichtingen zijn gevraagd en het blijkt dat B. en W. wel genegen zijn om het werk aan de vletterlieden te gunnen, indien mocht blijken uit de publieke aanbesteding dat hun berekening overeenkomt met de andere inschrijvingen, wordt met algemeene stemmen besloten het werk publiek aan te besteden. Voorzitter doet mededeeling, dat door de afkeuring van den heer Wessel, ambtenaar ter secretarie, voor den militairen dienst, den hoer Lammors, tijdelijk ambtenaar, tegen 1 Decen hor s verriv; d. De heer lemmers heeft evenwel nog g n nieuws betrekking en hij heeft gevraag! of hij noz een maand mocht blijven. Hoewel we hem niet direct noodig hebben, maar wel kunnen gebruiken, stellen B. en W. voor hem tot 1 Januari a.s. In dienst te houden. - Goedgevonden. De heer Lammers vraagt bovendien nog, nu het minimum salaris voor den ambtenaar ter secre tarie van f 1000 op f 1560 is gebracht en wel met in gang van 1 Januari 1919, ook voor die verhooging ln aanmerking te mogen komen. De heer Lammers is 10 Juli 1919 in functie getreden. B. en W. stellen voor de verhooging van 10 Juli lot 1 December uit te keeren, doch niet over de maand December. De heer Looij acht dit laatste een eigenaardig ge val Het is bijna een werkgeverspolitiek, als zoo danig beschouwt hij dat Voorzitter: Bat is jammer. De heer LooijJa, het gebeurt wel' dat men bij een werkgever komt om werk en dat er dan eerst geen werk schijnt te zijn, maar dan later is 'het: nou, als je dan daarvoor wilt komen, dan kan je wel aan den gang. Voorzitter gelooft, dat de betrokken persoon er me.er mee is gebaat als hij deze maand tegen een salaris van f1000 kan blijven, dan dat hij zondei verdienste is. We kunnen hem gebruiken, maar noo dig hebben we hem niet. Be heer Keuris informeert of Lammers ook over bet salaris heeft/ gesproken, toen hij vroeg langer te mogen blijven. Voorzitter: Neon, het is stap voor stap gegaan. Het voorstel van B. en W. wordt met algemeene stemmen aangenomen. In verband met de invoering van Vrouwenkies recht, stellen B. en W. voor de gemeente in 3 stem- districten te verdeelen en een stembureau te houden te Kleinesluis, Breezand en Van Ewijcksluis. Voor zitter toont met de kaart aan, hoe de indeeling dei districten zou wondon en waardoor te Kleinesluis 914, te Breezand 778, en te Van Ewijcksluis 424 kie zers zouden komen. Het voorstel wordt zonder wijziging goedgevon den. We zijn tlians genaderd tot de behandeling van do begrooting 1920 en voorzitter vraagt of iemand ovei de begrooting in haar geheel nog iets heeft te zeg gen. De heer Lichthart staat op en begint met. te wij zen op de verandering in het college van den ge meenteraad door de wijziging in de Kieswet, de evenredige vertegenwoordiging. Die wijziging in de Kieswet heeft ook in dezen raad een 'heolo wijzi ging gebracht in de samenstelling van partijen en de werkwijze van de verschillende zaken. Sprekei wenscht in verband hiermede ook te wijzer op de wenschelijkheid dat bij hei samenstellen van com missies enz., rekening gehouden wordt met die evenredige vertegenwoordiging. Dat dit tot nu toe niet, is gebeurd, meent hij te kunnen concludeeren uit de kwestie Annvoogdij. Boor de vrijzinnigs

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1919 | | pagina 9