Almttn Nieuws-
Adierteitie- Laiimllal
DE VERBORGEN VALLEI
DONDERDAG 12 FEBRUARI 1920
63ste J a a r g n n g No. 6566
Uitgevers: TRAPMAN Co.
Brieven uit Engeland.
FEUILLETON.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHA
Dit blad verschijnt viermaal oer week Dinsdag. Woensdag
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending lot 's morgens 8 uur wor
den ADVKRTENTIÈN in het eerstuukomend nummer geplaatst.
SCHAOKN, I AAN II 5. Int. TelevOi. No. 20
Prtis per 3 maanden f 1.55. 1 osse nummers öceni. ADVhRTEN
TIÉN van 1 tot 5 regels 10.80. iedere regel meer 15 cent bewiisno
inbegrepen). Grpote letters worden naar plaatsruimte berekend
Amsterdam, 7 Februari 1920.
Menigmaal heb ik mijzelf afgevraagd, hoe toch een
interview in werkelijkheid zou plaats grijpe®.
Vraaggesprek wordt pet 'tegenwoordig wel genoemd,
en dat Is werkelijk geen onaardige vinding. Immers,
de verslaggever vraagt, de andere persoon spreekt,
dusvraaggesprek.
Schrijft ae verslaggever ondertusschefn alles op, wal
hem wordt gezegd? Dat moet wel. Zoo niet, dan her
schikt hij over een geweldige hoeveelheid fantasié, of
een buitengewoon goed geheugen. Ik vermoed hét
eerste. Zelf herinner ik miji inoodt veel vain een gé-
leviers schijnen zich alles
dan, dat alles op
voerd gesprek. En versla/
woordelijk te herinneren,
een stukje papier wordt gesmet.
Nu schijnt ipfl dit laatste voor den ondervraagde
heel onpleizierig. Niet ieder is gewend dagelijks voor
een klas jongens te staan, die de. woordea, welke vau
ie lippen vallen, vlijitig. neerschrijven, om ze later
ja, dat is de troost. Ze komen morgen niet in druk
op de ontbijttafel van eönige duizenden medeburgers
te liggen. Wat zouden leeraren en onderwijzers dan
angstvallig op hun woorden letten, In keurige zinnen
zouden ze piotten spreke®, geen foutje mogen ma
ken. Nee. het schijnt mij gee® benijdenswaardig lot
toe, een vraaggesprek te moeten ondergaan.
Maar de ondervraagde kan zelf ook zijn maatregelen
nemen. Sommigen doen het. Gteorge Moore, bijvoor
beeld, de bekende schrijver van Esther Waters. De
zer dagen las ik een vraaggesprek, dat hij; had toege
staan aan een verslaggever. En de schrijver was daarin
allesbehalve het lijdend voorwierp.
De kwestie ging over den prijs van Mr. Moonefs
nieuwste boeken. Esther Waters heeft haar vijf e®
twintigsten verjaardag reeds gevierd, en zij is lang niet
de eerstgeborene van den schrijver. Zijn Flowers jf
Passion, een bundel gedichten, is de veertig al gepas
seerd, Mr. Moore zelf is dichter biji de zeventig dan bij
zestig. Maar zijn pen werkt door.
Waarom niet, zoolang hij wat te zegge® heeft? Zor
gen, om een uitgever te vinden, heeft eén schrijvér
van naam niet meer. Zij® boek is verkocht, vóór er
een letter van geschreven is. De titel alleé® is vod-
doende voor den uitgever. En is ©r nog geen titel,
ook goed.
Maar nu George Moore zijn. eigen heer e® meestér
is, en uitgevers en publiek de wet kan voorschrijven,
inplaats van afhankelijk te zijn van hen, nu heeft
hij: den volgenden maatregel getroffenVan zijne nieu
we hoeken mogen niet m©er den duizend exémipla-
ren gedrukt worden, en. ze moeten vijf-enftwintig gul
den per stuk kosten. Met ander© woorden, ze zijn niet
voor het groot© publiek bestemd, slechts voor hen
die zooveel geld kunnen willen betalen voor één
boek.. Dus, ze zjjn voor de gegoede bewonderaars
van Mr. Moore. De niet gegoede moeten zich van
"ziin 'nieuwste -góShchten spenen 'Se niet bewonderaars
interesseeren «er zich niet voor.
Over dit onderwerp ging het vraaggesprek, dat mij
fnkele 'dagen geleden onder de ooge-n kwam. Natuur"
lijk had het plaats in Mr. Moore's eigen wotning. Het
was van te voren aangekondigd, en Mr. Moore had er
alles voor in gereedheid gebracht.
D«f verslaggever nam plaats. Hem werd gezegd, dat
het maken van aanteekéningen overbodig was. De se
cretaresse van den schrijver zat gereed om een Sté"
Bografisch verslag op te maken. *Mr. Moore zelf stond
voor het open haardvuur, stelde zich zelf vragen, gaf
daarop langzaam antwoorden, herhaalde een zin ai©
hij bijzonder goed vond.
De verslaggever was geheel lijdelijk, Wat rpaar goed
was ook, wpnf eenmaar tóen h$ »2ni .een pauze vau
Mr. Moore's voordracht ik weet er geen beteren
naam voor een vraafl stelde, raakte d© schrijver de
kluts kwijt, en duurde net ©enige®' Uj<L eer hij weer
op dreef kwam.
door HUBERT FOOTNER,
voor Nederland bewerkt door L. ALETRINO.
gj Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht.
HOOFDSTUK XIX.
Nieuwn figuren op hottooneol.
Toen Ralph om hert huis was gesneld, zag hij Nah-
fcya "nergens meer. Hiji was jni'et genoeg met het lef
ven in de wildernissen vertrouw® dan dat hij haar
sporen op de doode bladeren e® $e deninenaalden zag.
Het scheen hem het meest waarschijnlijk, dat zij
langs de rivier zou trachten te ontkomenop zijn schre^
den terugkeerend, snelde hij het pad daarheen af.
Hij vond geen .spoor va® h$ar -slechts zag hij tegen
den oever, aan ee® struik gebonden, de kano die ziji
had teruggebracht. Er waren ook fceen voetafdrukken
i® het zand die er op wezen, dat zij' van het blokhuis
was teruggekeerd en evenmin eemg tpékéa, waaruit
hij 'de gevolgtrekking had* kun®e® maken, dat een an
dere boot afgezet .was.
Ralph lie pgejaagd het strand op en peer, uitziende
naar haar, or naar iets, dat hem eanige aanwijzing zou
kunnen geven waarheen zij gegaan was. „Zij moet de
rivier langs." redeneerde hij. „Heit woua is o®door„
dringbaar.' Doch Zijn moed ontzonk hemhij wist
dat Nahnya hem in de wildernis de baas was. Hij
volgde de rivier ©en eindwieegs stroomafwaarts, ie®
stuitte eindelijk op een spoor dat va® de® oeverrand
kwam, en verder langs het strand liep. Hijl volgde het
met nieuwe hoop. Na ongeveer ee® kwartier lang snel
voortgegaan te zijn, bleef hij plotseling staan. „Zoo
haal ik haar nooit in," dacht hiji „Ze moet daar ee®
boot hebben, om de rivier te kunne® oversteken. Dan
sta ik op het strand en ka® niet verder. Ziji is na
tuurlijk pp weg naar haar thuis. Ik moet haar over
de rivier kunne® volgen."
Haastig keerde hij terug naar het blokhuis dat tot
Werkplaats diende, waaruit hij een bijl en ©en avegaar
ts voorschijn haalde. HJj ontmoette tiiemand. Daarop
ttrugkecrend naar de® mond va® d© beek, zocht hy!
Jot hij ©en grooten droogan boomstam vond. die daar
Hl fcea overstrooming m achtergebleven. Hij begon
Het „vraaggesprek" was afgeloopen. De verslaggef
ver stond op, om heen te eaa®. Hij dacht dat de I
secretaresse hem haar aanteekeniingea ter hand zou
stellen. Maar 'hij had builen den waard gerekend.
,,'t Ging vandaag niet erg goed, vindt u wel. juf
frouw?" Mr. Moore tegen de secretaresse. „Nee, mijn
heer Moore, niet heel erg"
Natuurlijk ^haastte d* verslaggever zich te zeggen,
dat hij zeer ingenomen was geweest, met Mr. Moore's
gesprek. Mocht er een .^baeelt minder goed rij®
geweest, dan was dat zijn de verslaggever's
schuld. Wat Mr. Moore weer niet wilde .toegeven. Zoo
had met wederzijdsche beleefdhedeni het afschéid jplaats
Het uitgewerkte. stenografisch© verslag, zou worden
nagezonden,
Ee n iedgenaardig interview, zal me® zeggen. Maar
we zijn nog niet aa® het eind.
Den volgenden dag ontving de verbaasde verslag,
gever een- lang verslag met ee® kort begeléidétnd schrij
ven. De inhoud daarvan was ongeveer als vöigt
Waard© Heer, aangezien ons gesprek van .gistere®
mij bij nalezing niet beviel, heb ik vanmorgen een
ander aan mijn secretaresse gedicteerd, dat maar ik
hoop, woordelijk door u in uw blad gedrukt zal wor
den.
Wat volgde was werkelijk een „vraaggesprek". De
verslaggever was zich wel niet bewust van de hem
toegeschreven vragen, maar Mr. Moore had alles keu
rig voor hem in elkaar gezet. Ik zal het begin |er
van meedeelen:
Verslaggever, ,.Ik geloof, Mr. Moore, dat u met ge
noegen zul» vernemen, dat uw naam ©en van de drie of
vier is, die wij: in Amerika steeds noemen."
Mr. Moore. „U hoeft de namen niet te vermelde®*
die u op de lippen zweven. Ze zouden o®s op bijwegén
leiden. U bont hier gekomen, oan over letterkunde té
spreken, als ik goed begrijp."
Verslaggever. „Zeer zeker, want het Amerikaansche
publiek zou gaarne van n vernemen, waarom u uw
bo-eken niet voor ee® ieder beschikbaar stelt, e® maat
regelen getroffen hebt....."
Mr. Moore. „Die buiten mijn kring van lezers al
diegene sluiten, die literatuur beschouwen als ee® soort
ontspanning, zooals de bioscoop ©n fietsrijder,,
En zoo voort. Zooals men ziet, een ideaai vraag*
gesprek Niet, zooals het gehouden werd, maar zoo-
ais hei gehouden had kunne® zijn. Verstandige vra
gen, m©t juiste antwoorden,
Htet zou miji te ver voeren veel meer over Mr. Moo
re's zelf opgesteld interview' mee te deélén. Dé rést
zou zeker nog een. paar kolommen vullen. Ik zaL ech
ter nog wel "meedeelen, waarom Mr. Moore zoo af
wijkt in het onder het publiek brengen van rijn
werken van zij® eveneens beroemde tijdgenootén, van
mannen als Shaw. Coinpto® Mack©nsie„ Gonrad e®
anderen, schrijvers, die evenmin als Moore naar een
uitgever behoeven te zoeken.
Geen schrijver, zegt Mr." Moore is zoo vrij geweest
i® zijn ku®sl als hij, sinds den tijd van koningin Elisa"
beth. Zorgen voor een uitgever heeft hij niet. Groot©'
oplagen die in korbe® tijid uitverkocht zaj®, laten hem
onverschillig. Hiji schrijn voor duizend lezers, alle®
vrienden e® bewo®deraars, die reeds gevonden zijn,
vóór rijn werk in druk verschenen is. Beoordeelingen
i® krante® laten hem onverschillig. In het kort, hij
schrijft zooals Homerus, Aristophanes. Catulles en Apu"
lpius schreven.
Di't is één kant va® de zaak. Er Is no** een andere.
De boeken van tegenwoordig, zegt Mr. Moore, de zes
shilling boeken, rij® zóó afschuwelijk om te zien. dat
ieder ze, na lezing we/gooit. Mij® boeken rijn prach
tig. Niemand gooit ze ooit weg. Ze worden bewaard,
al is het niet om den inhoud, om het papier, waarop
om de letter, waarm e e ze gedruktrij®.
Per slot van rekening, zegt Mr. Moore, ben ik een
weldoener voor het publiek ,een weldoener in géldélijk
opzicht. Op mijn boeken wordt ingeteekend. Er wordt
vijf en twintig gulden voor betaald. Zes maanden later
zijn ze het dubbele waard. Ze rijn dus een goede
Een gelukkig man ka® Mr. Moore genoemd worde®.
Schrijverszorgen kent hij niet. Critici laten hem koud.
Hij schrijft voor rijn genoegen. H is zeker van de
bewondering zijner lezers. En hij voelt zich nog eén
weldoener op financieel gebied. AI s tenminste de dui
zend gegoede bewonderaars verkoope® wille®.
Zitting van Dinsdag 10 Februari 1920.
Vier zaakjes vandaag Geen bepaald overladen pro"
gramma.. Toch nogal eten aa® 't eil».... 1
Een oneerlijke logée.
De eisch van de weinige® vandaag was de 40-jarige
gedetineerde zonder vaste woonplaats rondzwervende
beklaagde Jan Dioog, die in den nacht yan 6 op 7
Januari, niettegenstaande het toe®, zooals we ons nog
opperbest herinneren, duivels koud was, i® een boet
nachtverblijf wou neme®, Maar toen ie er was, wijzigde
hij, rijn plan en ging groene en grauwe erwten stelen.
En de bestolene, Piet Schout©® van Zwaag, was nog
wel 'n ouwe schoolmakker van Ja®. Met die ouwé
makkers ben j© ook „zoo gericht". Nou... en of...
Enfin, .Ja® tippelde er in voor een eisch tot 4
maanden brommen. Z'n verdediger vo®d lichtere straf
meer verkieslijk. Wat 'n wonder!
Een oud zaakje.
Dirk Schekkerman van Alkmaar had ©e® portemooi"
naie gestolen, welk zaakje onlangs in deze rubriek
reeds meer omstandig is behandeld.
De O.v.J. bleef bij: ingestelde® eisch volharden,
Ook van vroeger.
G. S. Nedermouwer, E. Impijn, Harm Oost en Jan
Oost, Helderschen, hebben in hunne woonstede ver
schillende gapperijtjes aan de ba®d gehaald. Ook ai
eerder gediend" dit zaakje.
De O.v.J. eischte tegen Impijn thains 3 maanden ge
vangenisstraf en bleef wat de andere drie betreft, bij
ingeslelden strafeisch. persisteerem.
Een rooftocht in Callantsooger omstreken.
De laatste zaak was die tegen Geert van der Laan,
©en 34 jarige metselaar, Johan Gerrit Smit. ee® 19"
jarig werkman en Mattheus, Muller, ee® rijwiel herstel
ler van ïn kwart eeuw, allen gedetineerde Amsterdam
mers. Ziji hebben in vereépiging heel wat weten té
stelen. In den macht van 20 op 31 Oct. te Callantsoog
divers© fietsen en kleediingïtukke® en begin Novém"
ber rijwielen, onderdeele®, otnderkleerén, schoéisél
etc. 't Was een brutale rooftocht, waarvoor ze uit
Mokum naar .Helder waren gespoord e® toe® loor
pende naar Callantsoog. Daar moest het da® „beuren".
Nu, d'r is van gebeurd. Lang ®iet zuinig. Het klaver
blad heeft getoond, uit uiterst gevaarlijke roofzuchtige
luidjes, gewapend met legio valsche sleutels en wat
dies meer zij, te bestaan. De drie maande® voorarrest,
die de „heeren" nu al hebben opgeloope®, bebbén
ze, dunkt wel ten volle verdiend., 't Is wat je noemt, dat
drietal... Reuzentypen, om zoo va® nabij: eens op je
gemak te beschouwen. De ©en, (va® der Laq®) een
echte dronkaard, zooals men signaleert, heeft een op
vallend, kromme, stijve linkerpink. Bij 't zwem mm
gekregen, menheer, zooalsl hij; e®treJnous vertel dé.
Zeker in heel gevaarlijk water rondgescharreld dan bij
je badje, waarde Vrijend.
Van ©en ander (Smit) was diens vrouw, Jantinie Oet
fenherg. op visite gekomen voor dezen grooten dag".
Zij: maakte ter opluistering onder het publiek de heel©
strafzaak mee.
De derde. Muller, had ee® besten dikke® kop, an
ders was er geen bijzonders aan 'm te zien.
Smit .heeft zich in de geheel© geschiedenis oindér
scheiden door zijn technische vaardigheid in het han"
teeren van valsche sleutels. Met dat gevaarlijke goedjé,
vooral met z'n eigen huissleutel, kom ie wonderen
doen. Hiji had dan ook de leiding bij alle grootere e®
kleiner© vraagstukken der techniek, die de, avontuur"
lijk© rooftocht meebracht Misschien is het gelukkig,
dat hert drietal biji zijn ijverig pogen niet op tegen
stand stuitte en niet slaags" raakte. Anders had er
n og wel eens meer kuinm©n gebeur en dan stel én al
leen.
De jachtopziener van Hortnschoten boette er jefe®
fiets en sliklappen e® ee® paar schaatsen bij: in. Van
den 64 jarigen Jonkheer C., F. v. d. Poll uit HeepiH
stede, werden heel wat. waardevolle kleecLinjjstukkén ta
©enige gelden geroofd. Va® Maarten Mooy twee rij
wielen en .va® A. Vos ee® rijwiel Van Jan Dekker
een rijwiel en eebige ingrediënten. Kiaas Zeéraan,
een Zijper ingezetene, i® tegenstelling mét dé éér
der genoemde beroofden, die Callamtsoogers zij®, had
het (nakijken van schoenen en kleedingslukken. Van
Gerrit Beek uit 't Zand, die bij Zeeman logeerde^
wierden een rijwiel én schoenen gegapt. Keés Kossén
van de Kolksluis (Zijpe) kon een nadeeüg saldo véo
twee rijwielen boeken, toe® het edeié klavérblad mét
de strooptocht klaar was.
Dé O.v.J. beschreef de beklaagden, die overigens hét
nogal „wilden weten",, wat ze gedaan hadae®, ftls
luidjes, die aan elkaar gewaagd rijin. Eisch tege® Van
der Laan 3 jaar gev. regen Smit e® Muller elk 2
jaar gev.
Van der Laan had als beklaagde nog de meeste smaps
en verdedigde op zijn mamier zichzelf. Waardoor de
pleiter, mr. Neltrup (toegevoegd verdediger) in zijm
pleidooi vrijwel afzag van verdediging va® eerstén .be
klaagde, Voor Smit ,cn Muller concludeert pleiter, na
op de lichtpunten te hebbön gewezen, tot lichtere
straf.
A.s. Dinsdag uitspraken. Da® hebben we meteen
een mooie zitting, dam komt immers Bluissen. de distri
butieman, uit Noordscharwoude voor, ,,ia het woord."
Velen worden verwacht.....
hem in vieren te hakken om eén vlot te kunnen maken.
Zijn rechterarm was nauwelijks in staat de bijl te
zwaaien, maar zijn onverzettelijk besluit deed hem
volhouden. Hiji vorderde slechts langzaamkoortsachtig
werkte hiji echter voort. „Het komt er niet op aar\'
redeneerde hijl „Dan ga ik direct naar de. Kojn va®
heit Rotsgebergte Zij; weet ni^t, dat ik jjen weg daar
heen kan terugvinden."
Na ©enigen fijd naderde Jim Sholto door het struik
gewas; jrij kwam den oever af, en ging op ee® rots-1
blok zitten. Ralph wierp slechts even eén blik op hem,
en ging voort'met zij® werk. Jim zocht met veel omr
slag «pen tak aan zijln voeten. Hij begon dien af te
schilferen, waarbij, hij, geluidloos fluitend, de lippen
toespitste. Jim's karakter was te fecht-uit, dan dat hij:
kon huichelen; ontsteltenis, verdriet én ergenis waren
duidelijk bij hem zichtbaar; zijn merkwaardige, zorge"
looze onverschilligheid scheen geheel verdweinén. Hij
had thans moeite zich te beheerschen.
„Dus je gaat ons verlaten?" bego® hij1, zonder eenige
inleiding.
„Ik moet," mompelde Ralph.
„Ik dacht dat je van dat alleen reize®, nu wel je
bekomst had gekregen. Je bent nog niet in staat om
een hijl te hanteere® of een pagaai."
„Ik kan er niets aa®. .doen," zeide Ralph.
„En hoe denk je je in 'rt leve® te koude» zonder
geweer, voedsel en dekens?"
„Ik had me voorgesteld, dat ik van je zou kun®en
koop©n*wat ik noodig heb. Geld heb ik wel."
„Aan geld heb ik hier niets," zeidef Jim grimmig.
„Dan zal ik je er niet om lastig vallén," verklaarde
Ralph snel.
Jim werd nu even verlege®. „Nu ja ik *il maar
zeggen, dat hert geen kwestie va® geld is, ma^r dat ik
zeLf weinig voorraad heblegde hij! uit.
„Hoe eerder <je me dus kwijt bent, hoe beter," con"'
cludeerde Ralph.
„Je kunt hier een poos blij'Vén, e® met werke® ver'
dienen wat je opeet.'1 zeide Jim listig.
Ralph schudde het hoofd ten antwoord. Beiden zwé"
ge®. Jim ging zichtbaar met zichzelf te rade, hoe hij
de onderhandelingen weer zou openen.
«s.Hoor nu eensv" zeide hij! ©enigszins ongeduldig.
„Ik kan niet met je spreken als je door gaat met hak*
ken. Heb je zoo'n haast om weg te kómen, dat je gee®
vijf minuten die bijl kunt neerleggen
Onwillig liet Ralph zijn bijl rusten, e® gimg op een.
anderen 6rteea zittc®, óa®. de beek. Zijn gelaat vertoondé
•QQ trek van halsstarrigheid, die voor de® uitslag va®
onderhoud niet veel beloofde, Ralph mocht de® ro®~
"den,. eenvoudige® Jim graag, maar de toestand was
hopeloos, en waar er niets meeir te redde® viel, zag
hij geen andere oplossing dan hem te bruskeere®.
Jim vernederde zich terwille van Kitty. Hiji voelde, dat
hiji meer van zichzelf vergde, dan hij verdragen konj,
maar hü! achtte zich er toe verplicht; wie anders zou
zijn dochter kunnen helpen?
„Ik heb me aan je gehecht, sinds Ie hier be®t binrt
nengevallen." bego® hij onhandig. „Ik kan het niet
zwijgend aanzie®, wanneer je ee® domme streek wilt
beraian."
Ralph's neusvleugels trilden onheilspellend. „Ik zal
mijn weg wel vinae®." zeide hij kortaf. ,,Hier heb ik
niets meer te doen."
„Laat miji uitspreken," vervolgde Jim! met voor hem»
buitengewoon geduld. „Je bent nog onervaren. Ieder
die hier het land kent, zal je kunnen vertellen, dat
elke verbintenis tussche® roode® e® blanken noodlot
tig is."
Ralph sprong pp. „Nu is het genoeg," barstte hij
uit. „Ik ontzeg je het recht, je in mij» particulier^
aangelegenheden te mengen."
Jim stoof plotseling op. „Ik ontzeg je het recht,"
schreeuwde hij;. „Je spreekt als iemand die niet goed
bij "het hoofd is. Je bent gek. Ik heb het recht je op
te sluiten, tot je weer bij je verstand be®t gekomen.
„Dat zou ik toch maar niet probeeren," ned Ralph.
,yKrankzin<nighead is he<t om geen ander woord
te noemen 1" raasde Jim voort. „Hier te komen bin
nenvallen, als jij gedaan hebt, en mijn klein meisje
het hoofd op hol te jagen met je mooie praatjes en
dan maar weer achter een ander aan
„Dat is een leugen!" rieip Ralph. „Ik was op weg
naar dat andere meisje, toen mij mijn ongeluk
overkwam. En nooit héb ik Kitty het hof gemaakt,
of haar willen dóen gelooven dat ik van haar hield!
Vraag het haar zelf!"
„Ja, lafaard, nu wil je Je nog achter haar ver
schuilen", hoonde Jim. „Ben meisje heeft zeker geen
trots hè?"
In blinde woede over die valsche beschuldiging
greep Ralph naar zijn bijl maar hij kon de hand
niet opheffen tegen Kitty'a vader. Hij liet de biji
vallen. „Om Godswil, laat mij gaan, en vergeet mei"
riep hij.
„Je bent hier doodziek en uitgeput gekomen",
ging Jim voort, „zij heeft Je verzorgd, je verpleegd
je hebt je leve® aan haar te danken! En wat
krijgt i* voor dank? Ik vond haaroh! Ik word
NIEUWE NIEDORP.
Dinsdagavond 10 Febr. sprong met ee® geweldige®
knal, de kachel uit elkaar .in de woonkamer bij B. J.
van Herwerden. De kachel werd tol tallooze brokken
versplinterd, de spiegel, de piano enz. werden ber»
-schadigd, er werd in één woord verwoesting aangek
richt in het vertrek, natuurlijk ook door de® inhoud
van de kachel. Gelukkig was er op 't moment va® het
ongeluk niemand i® het woonvertrek, anders hadden
de gevolgen nog wel erger kunnen rijn.
BARSINGERHORN.
De omslag voor het veefonds te Barsingerhoi» is,
over het afgeloopen kwartaal, bepaald op t 1.54 per
ST. MAARTEN
De dilettanten club „Vriendenkring" alhier zal Zon
dag 7 Maart a.s. een uitvoering geven i® het lokaal
van "den heer J. Schermerhor®. Opgevoerd zal wor
den „Adel", tooneelsnel iln vier bedrijven, door Daisy
E. A. Junius en „Een Pootig Wijfje", kluchtspel in
één bedrijf, door J. J. Rentmeester.
SPOOR- EN TRAMWEGPERSONEEL.
Gd ijk bekend is, heeft dezer dagen de commissie
van acht uit de spoorwegbonde® vergaderd e® een for
mule Vastgesteld, waarin de hoofdbesturen verklaren:
.indien mocht blijken, dat niet in voldoende mate
©gemoet gekomen wordt aan de rechtmatige e® bil
lijke verlangens yan het personeel, den leden tér bé"
slissing te zullen voorleggen als uiterste mogelijkheid
door toepassing van scherper middelen speciaal het
nederleggen van de® arbeid het gevraagde te vér
krijgen.
Het Weekblad van de Ned. Vereenigiing van Spoor
en Tramwegpersoneel meldde, dat vóór de formule
stemden: d© B.A.N.S., de Neutrale Bond en,de Ned.
Vereeniginger tege® stemde® de P.C.B. en St. Raphaël.
In verband met deze beslissing is het misschien ge"
wienscht iets mede te deeien betrefféndé dé vérhou
dingen dezer organisaties.
dol als ik er aan denk! Ik zou Je kunnen vermoor
denals ik niet wist, dat het haar 't hart zou
breken! Jij ellendige stadsheer! Ik snap niet, wat ze
in je ziet!"
„Wat kan ik er aan doen?" riep Ralph wanho
pig uit. „Het is mijn schuld' toch niet!" Zeg me
dan wat ik doen moet, om het weer goed te maken!"
„Blijf hier", zedde Jim, iets kalmer nu. „Geef die
dolzinnige jacht op, en herstel wat je hier bedor
ven hebt".
Ralph schudde het hoofd. „Dat ia onmogelijk",
zeide hij langzaam. „Hoe zou ik Kiit/ty ooit geluk
kig kunnen maken, als mijn hart elders is?"
„Je hart!" herhaalde Jim verachtelijk. Hij hief zij®
gebald© vuisten op. „De hemel geve mij geduld en
zelf beheersching
Hij zweeg plotseling op het geluld van Kitty's
stem. Zij riep hem; in de laagte waar Ralph zijn
vlot bouwde, waren zij onzichtbaar vanaf den weg,
en vanuit het blokhuis. Jim antwoordde weinig op
gewekt. Weldra kwam Kitty doodsbleek door het
struikgewas.
„Wat voert u hier uit?" vroeg zij haar vader
scherp.
De ©enigszins ouderwetsche vader stond versteld
zich zoo door een zijner kinderen te hooren aanspre
ken. Hij staarde haar sprakeloos aan. „Een mooie
manier om je vader aan te spreken", bracht hij
eindelijk' uit.
•Zijn woorden maakten niet den geringsten indruk
op haar. De zachte Kitty van voorheen scheen een
ander te zijn geworden. „Ik geloof dat u probeerde
hem over te halen hier te blijven 1" riep zij met fon
kelende oogen.
„Nou nou!" stamelde Jim, niét wetend wat te
zeggen om haar te kalmeeren. „Ik deed het voor
jou!"
lEen zwakke kreet van machtelooze woede ont
snapte haar. „Hoe kunt u mij zoo te schande ma
ken!" mompelde zij.
„Te schande maken?" herhaalde de arme Jim,
„Maar als je toch iets wiLt hebben, moet je er toch
voor vechten?"
„Ik wil; hem niet hebben!" riep zij. „Laat hem
weggaan. Hoe eerder hij gaat, hoe liever t mij is!
Verstaat u mij: ik haat hem! Ik wil hem nooit meer
zien, zoolang ik leef!"
Wardt wvelgd.