Mager Courant
Gemeenteraad Winkel.
Dinsdag 20 April 1920.
63sle Jaargang No. 6004.
V ergadering op Dinsdag 20 April 1920, des mid
dags ten 2 uur.
Aanwezig alle leden, behalve de Iheer Van Leer»
sum.
Voorzitter de heer J. Koomen Hz., secretaris de
heer A. de Ridder.
Na opening worden de notulen gelezen van 13
Februari, die worden goedgekeurd.
De heer Breehaart vraagt hoe vier1 het met de pan
toffels is.
Voorzitter zegt dat men (bazig is bij andere ge
meenten te infornfeeren om op de voordeeligste wijze
klaar te komen. Hoe ver is dat, secretaris?
De secretaris: de informaties zijn weg.
Voorzitter: De zaak zal nu spoedig afloopen.
De heer Breehaart informeert of de subsidieaan
vraag voor de ambachtsschool te Hoorn is afgewe
zen.
Secretaris. Deze is in handen van B. en W.
Volgt onderzoek geloofsbrieven van den heer Jb.
Spaans. Tot commissie van onderzoek worden aan
gewezen ^mevrouw Houtkooper—Dol, on de beeren
Breehaart en Kriek.
De heer Breehaart deelt namens de commissie
mee, dat alles in orde is bevonden en wordt tot toe
lating besloten.
De heer Jb. Spaans wordt binnengeleid. Hij legt
vervolgens in handen van den voorzitter de ver-
ei schte eeden al
Voorzitter zegt, dat hem de mededeeling, dat de
heer Spaans de benoeming tot lid van den Raad
aannam, veel genoegen deed HIJ wenscht hem van
harte geluk en hij hoopt dat hij de betrekking met
lust en in- gezondheid zal mogen vervullen en be
veelt hem de belangen der gemeente ten zeerste
aan.
De heer Spaans zegt niet zonder aarzeling de be
noeming te hebbén aanvaard, omdat spr. weet dat
hij tekortkomingen zal hebben. Toch heeft hij ge
meend zftoh aan de keuze te moeten onderwerpen,
ofschoon hij de plaats moet innemen van den heer
Van Leersum, een man wdens stappen hij niét in
staat zal zijn te volgen. Spreker gelooft wel, dat zijn
krachten zullen1 tekort schieten, maar hij belooft
toch gaarne al zijn best te zullen doen om zooveel
hij maar kan, de belangen der gemeente Winkel te
behartigen.
Voorzitter zegt, gaarne een woord van dank te be
tuigen aan den heer Vian Leersum. Vanaf den stem
mingsdag tot dat de heer Van Leersum is heenge
gaan, heeft hij steeds op aangename wijze met hem
saamgewerkt. -Hij heeft zijn taak hier steeds als
een zeer ernstige opgevat en steeds getoond dat de
belangen der gemeente Winkel hem zeer sterk ter
harte gingen. Spr. is hem dankbaar voor de aan
gename wijze waarop hij met hem heeft saamge
werkt.
De heer Kaaij wenscht ook een klein woordje naar
voren te brengen en wel naar aanleiding van de sa
menwerking en wat aan het ontslag van den heer
Van- Leersum is voorafgegaan. Spr. wijst op de sa
menwerking die in September is tot stand geko
men en waaraan langzamerhand wat is gaan hape
ren. Het is niet alles de schuld van den heer Van
Leersum, spr. wil gaarne zeggen pleizierig met hem
in B. en W. te hebben samengewerkt Ook zijn er
geen ^roote kwesties geweest, maar tocb is er ver
wijdering ontstaah en spr. acht het beter, dat kwesties
als hier aan de orde zijn geweest, eerst groepsge
wijze waren besproken eb wij dan tot overeenstem
ming waren gekomen. Spr. meent dat dan beter dan
thans tot een resultaat zou zijn gekomen. Spr. uit als
zijn meening dat als er op deze wijze wordt voortge
gaan als thans een paar maal het geval is geweest,
dat er dan van samenwerking in de toekomst wei
nig of niets zal terecht komen. Tweemaal hebben
wij geprobeerd een samenspreking te krijgen met de
andere groepen en men heeft ons eenvoudig gene
geerd. De le oproep luidde om een gezamenlijke ver
gadering te houden. Daarop is van liberale zijde ge
antwoord, dat deze oproep niet duidelijk was, men
verlangde een nadere aanwijzing van punten. De
secretaris onzer afdeelimg heeft die gegeven. Daarop
is het antwoord gekomen dat men over die punten
een samenspreking niet noodzakelijk achtte. Spr.
herhaalt, dat het beter geweest was, dat men vanaf
den beginlne groepsgewijze de zaken had besproken,
eri dan tot samenwerking wias gekomen. Dat had
beter resultaten gegeven dan nu het geval is ge
weest. Men achtte deze door ons gevraagde geza
menlijke vergadering niet belangrijk genoeg, maar
het punt in kwestie was blijkbaar wel belangrijk ge
noeg, om met (Liberalen en VrijzinnlgjDemocraten er
samen over te vergaderen. iDat sluit een volkomen
negeering van de SJDjA-IP. in zich.
De heer Breehaart zegt, dat toen Maandag vorige
week de oproep van de SJD.AJP. kwam, eerst de
Vrijteinnige groepen daar samen over hebben ver
gaderd. Spr. heeft deze vergadering niet kunnen bij
wonen. Daar is de wensch geuit om een meer gede
finieerd antwoord te ontvangen over de te behan
delen punten.. Toen het antwoord der iSJD-AjF. is in
gekomen, hebben de Vrijzinnige groepen weer ver
gaderd. Dat dit is gebeurd, moet u niet verwonderen',
omdat deze beide groepen in zeker opzicht als één
kunnen worden beschouwd, als vertegenwoordigend
vrijzinnigen van verschillende richtlngi. Het ant
woord op onze vraag heeft ons niet voldaan, omldat
daaruit bleek dat het zou 'loopen over punt 2 van
het program der SJDjAjP., de woningbouw. Wij
meenden dat aan dit punt door ons in alle opzich
ten was voldaan, hier was het naar ons oordeel al
leen een kwestie van appreciatie. Het verschil liep
over 8 of <12 Woningen. In den Raad1 heeft zich1 geen
Onkel lid liegen woningbouw verklaard, alleen heeft
de meerderheid het oordeel uitgesproken dat voor-
loopig, 8 woningen voldoende waren en bleek het
dat later er meer noodig waren, welnu, niemand
onzer zou zich dan afkeerig hebben getoond om dan
weer te bouwen. Ik herhaal, het is alleen een kwestie
van appreciatie.
Om telkens samenkomsten te houden over onze
verschillen, waar wij over de hoofdzaken tot over
eenstemming zijn gekomen1, dat acht spr. onnoodig.
Ik wil alleen zeggen dat onjuist is wat door den heer
Westerhof volgens de courant is gezegd', dat ik een
program zou hebben onderschreven. Ik heb gezegd
dat ik niet van plan wias, welk program ook, te
onderschrijven, maar dat ik bereid was. om Winkel
op de meest vrijzinnige wijze te helpen besturen en
daaraan nog toegevoegd dat de mogelijkheid be
stond dat ik nog wel eens verder zou gaan dan de
SJD.A.P, Daarvoor heeft zich echter nog geen gele
genheid voorgedaan', tekort als wij hier nog samen
hebben1 gewerkt,
Ik heb verder, zegt spr-, geen plan om met de
S.D.A-P. telkens te vergaderen, daar bestaat m.i
geen reden voor. Tk heb mijn woord niet gebroken
en ik meen geholpen te hebben Winkel te besturen
op een wijze als het algemeen bellang dat vroeg. Ons
treft in deze geen schuldl, dus was er ook geen re
den tot vergaderen. Om hier in Winkel als verschil
lende groepen samen te kom«n en te onderhande
len voor dat er vergaderingen van den Raad zijn,
dat komt niet te pas. Ik wensóh geen ruggespraak te
houden met mijn kiezers of leden der kiesvreeniging
over mijn doen en laten als raadslid, Ik. ben door de
Unie-liberalen afgevaardigd], en ik heb geen plan
om mijn kiezer» te vragen of ik het goed gedaan
heb of niet, ik wensch mij nergens toe te verplich
ten. Ik wil hier zitten als vrij man en ik hen niet
van plan hier op te zitten en pootjes te geven. I® dat
den menschen niet naar den zin, dan moet men mij
over 8 Jaar maar niet meer nemen. En daarom acht
ik het ook in geen geval noodzakelijk groepsver
gaderingen te houden.
De heer Kamp zegt, dat de heer KaaiJ hder heeft
gesproken van negeeren van de iSJDtlAJP. Daar moot
spr. ten sterkste tegen op komen, wat de Vrijz.-
Dem. betreft is daar geen sprake van geweest. De
Vrijz.-Dem. hebben niet anders gedaan dan de ult-
noodiging der liberalen om te vergaderen, aanne
men. Spr. wenscht ook geen groepsvergaderingen,
daar is spr. geen voorstander van.
De heer Kaaij herhaalt, dat hij het beter had) ge
vonden, als niet alles in de raadsvergadering was
behandeld geworden. Die woninggeschiedenis is een
klein wissewasje dat nogal wat stof heeft opge
jaagd, het is geen levenskwestie en met een voor-
loopige groepsbespreking had men allicht het sa
men eens geworden. Het is noodzakelijk en ge-
wenscht dat wijl elkaar over zulke zaken verstaan^
Wij SiD.AjP.ers hebben1 niet voldoende medewerking
gehad, wel meer tegenwerking. Waarom heeft men
8 woningen gewild en niet 12? 'Niet onder het motief
dat de draagkracht der gemeente dat niet gedoog
de, dat had een motief geweest, dat spr. had kun
nen en moeten apprecieeren. Neen, er is meer het
persoonlijke element ingehaald. Er is gesproken over
een Belg, over iemand die kapitaalkrachtig was en
waarvoor men niet wensch te te bouwen. Allemaal
redenen, waarmee wij als Sociaal-Democraten geen
rekening kunnen houden. Het staat vast, dat voor
dergelijke zaken- groepsvergaderingen nuttig hadden
kunnen zijn. Als de liberalen ons hadden uitgenoo-
'digd, inplaats van wij hen, dus de weg voor hen ge
makkelijker wellicht was geworden, dat is ons ook
goed. Wij waren gekomen.
De heer Breehaart zegt, dat op de vergadering van
Westerhof is gezegd, dat men bij de iS.D.A.P. moest
weten wat men aan ons had, vleesch of visch. Dat
wias een manier die mij' niet sympathiek was. Qp
•de wljZe waarop het op de vorige vergadering ïs
toegegaan, gaf ml geen pas. Toevalligerwijze heb
ik tegen' een paar personen juist voor die raadsver
gadering gezegd, dat het optreden der S.D.A.P. en
vooral van mevr. Houtkooper, mij sympathiek was.
Te meer was ik dus verrast toen de wind' uit den
verkeerden hoek waaide. Ik herhaal, dat kwam niet
te pas. Ik heb gesproken van propaganda- of recla-
meavond
De heer Kaaij: Het is voor u misschien hu wel
een reclamemiddag.
De heer Breehaart: En die indruk was heel sterk
bij mij, vooral door de aanwezigheid op de publieke
tribune van uw voorzitter, den heer Gaijaard en den
heer Zeeman. Ik heb sterk den indruk gehad dien
middag, dat u van uw geestverwanten,het verwijt
had gehoord, dat uw optreden hier te zwak was
-geweest. En daarom was het blijkbaar noodig om
nu eens op te treden. Ik zeg u hier ronduit mijn
meening. heb ik het onjuist, dan heb ik mij ver
gist, maar alles heeft op mij dien indruk gemaakt.
Wij hebben hier tot dusver kunnen samenwerken,
dat is nog niet zoo slecht gegaan. Maar als wij nu
op een andere wijze optreden en elkaar den rug
toedraaien, en dat alleen, om dien woningbouw, dat
acht spr. niet noodig. Spr. herhaalt, dat het bouwen
van 8 of 12 woningen alleen een kwestie is van
appreciatie, maar in geen geval mag hier gezegd
worden, dat de beloften niet zijn nagekomen, voor
'oover er dan beloften zijn gedaan. Ik meen, zegt
spr., dat wat er is gebeurd, geen reden behoeft te
zijn om elkaar schuin aan te kijken, maar dat er
samenwerking behoort te blijven in het belang van
Winkel, waarvoor nog veel kan worden gedaan in
de drie jaar die nog voor ons liggen. De heer Kaaij
zegt dat er bij .den woningbouw persoonlijke belan
gen naar voren zijn gebracht, maar wel degelijk is
ook door mij met de draagkracht der gemeente
rekening gehouden, al heb ik dat don niet zoo
scherp naar voren gebracht.
Ik heb gewezen op de toekomst en de vrees uitgé-
sproken, dat het «en strop zou worden voor de ger
meente. En bovendien, de meerdere uitgaaf voor 4
woningen gaf hier niet oen doorslag. Wij hebben verder
nog gezegd, dat als er meer noodig bleken te zijn in
de toekomst, dan behoefde het niet bij. 8 woningen te
blijven. Wij wilden alleen met 8 woningen beginnen.
Spr. meent, dat na deze bespreking het beter is,
met den arbeid, waarvoor wi] hier gekomen zijn, door
te gaan. Kaaij is over deze kwestie begonnen ,en spr.
meende, er op te moeten antwoorden.
De heer Kaaij zal niet verder op de zaak .ingaan.
Z.L had men op de vergadering moeten komen, het
had daar heusch geen scheldpartij geworden en men
had tot overeenstemming kunnen geraken wellicht
Men had geweten wat men aan elkaar had en el-
kaars standpunt kunnen apprecieeren.
Voorzitter acht de groepsvergaderingen niet noodza
kelijk en ook 'niet gewensckt (Wij zijn hier verschillende!
partij en en ieder lid kan hier zijn meening voorstaan en,
verkondigen. Een ieder doet dat naar beste weten én
in volle verantwoordelijkheid voor zijn kiezers en
gemeentenaren.
Wij kunnen biji verschillende meeningen, toch el
kaar respecteeren. Wij kunjnen elkaar bestrijden op
een nette jön ook op een leelijke maniér. Op één
leelijke manier komt men in den regel niet verdér
omdat dit in den regel over en weer gaat en daarmee
wordt de verstandhouding Iniet beter en zijn de -ger
meentebelangen niet gediend.
Spr. acht dat ook, als verschillende partijen, bieft
noodzakelijk, een ieder [neemt het voor zjjn partij'
op zegt wat men denkt, stemt teinslotte en daarmee
is het uit Het is geen zuivere toestand om vooraf met
elkaar de zaken te bespreken, zonder dat deze grondig
zijn onderzocht Spr. durft te zeggen, dat de zaken
in B. en ,W. grondig worden onderzocht en dat de
voor- en nadeelein, worden nagegaan en als de voorr
stellen van B. en WL in den raad komietn,- is alles
met ernst nagegaan. Vooraf bijeenkomsten waar dat
niet voldoende is gedaan en waar men zich onwille^
keurig door een belofte bindt is verkeerd. Spr. acht
de zaak nu voldoende besproken.
Voorzitter wijst er op, dat er nog steeds èen Voor-
stel-Kriek is, om een tijdelijk wethouder te benoeméh^
waarover de stemmen in de vorige zitting hebben'
gestaakt Spr. meent, dat dit nu ingetrokken kan
worden nu 'de benoeming van 'n wethouder aan, de
orde is.
De heer Kriek trekt zijn voorstel in.
Voorzittel; zegt, dat de volgende week raadsverga
dering is. Spr. wensch te eerst dein nieuwen wethouder
voor te bereiden en nog enkele punten af te dóén.
Tot wethoudersbenoeming overgaaiode wordt de heer
Jb. Spaans ntèft 5 stemmen benoemd, 1 op den heer
Breebaart en 1 blanco.
De heer Spaans verklaart, deze benoeming aan te
nemen.
De voorzitter feliciteert den heer Spaans^ ein dat
hii deze taak aanvaardt,- doet hem veel genoegen. Spr,
wenscht; dat zij op aangename wijze zullen samen
werken.
De heer Kaaij feliciteert den heer Spaans evéjnf
eens, de hoop uitsprekend; dat zij gezellig mogejö
samenwerken.
Ook de anderen feliciteerdn den nieuwbenoémdé;
waarbij mevr. Houtkooper de hoop uitspreekt, van een
vruchtdragende samenwerking.
Hierna sluiting.