ci uuui dii!
Zaterdag 24 Jcli 1920.
63ste Jaargang. No. 6657.
TWEEDE BLAD.
De dingen om ons heen.
Plaatselijk Nieuws.
FEUILLETON.
DE DEGENSTOK.
De Historische Optocht.
Binnenland sch Nieuws.
UU k. w i
Heel den duur van den oorlog, zijn de diplomaten
van de helde groepen er op uit geweeot op een of
ander manier nieuwe bonageniooteu ie verwerven.
Men schafte zdch nieuwe medestrijders voor het
ldutuü aan door directen koop, door geld, grond
gebied, beloften, erkenning van onafhankelijkheid
of van miu of meer dubieuze aanspraken, waarbij
vteelal de vijand, 'doch. heel dikwijls ook een minder-
machtige derde 'ten slotte voor de kosten kwam op
te draaien.
Dit heeft tengevolge gehad, dat er niet alleen tel
kens nieuwe strijders zich in den maalstroom stort
ten, doch ook, dat allerlei nieuwe staten ontstonden
of herrezen. Etn hot diont gezegd, dat de Entente,
die bij dit aankoopen van bondgenooten het meeste
succes had, zich, toen zij overwinnaar was, niet
ondankbaar toonde en vele beloften heeft Ingelost.
Zooveel, dat. de kaart van Europa zeer belangrijke
grenswijzigingen heeft aan te toonen.
Onder de herrezen landen heeft tot dusverre
Polen een bijzondere rol gespeeld. Driemaal is het
ongelukkige land in de achttiende eeuw door mach
tige en daardoor minder nauwgezette buren ver
deeld. Tot slechts de traditie van het Poolsche Rijk
overbleef. Die traditie was van dien aard op militair
gebied, dat Duitschland en Oostenrijk zoowel als
Rusland zich haastten zich van de sympathie der
strijdbare Polen te verzekeren, die bij het heen- en
we ergo 1 ven van den strijd van de Oostzee tot de
Karpathen elk ©ogenblik de beslissing konden bren
gen.
Rusland de Czaar was de eerste die zijn Po
len de onafhankelijkheid beloofde en in geval eener
overwinniing zijner wapens, het algeheel herstel van
het oude Polen in uitzicht stelde. Toen volgde Oos
tenrijk met gelijke beloften. Tenslotte zelfs Dultsch-
Innd, hoewel met reserven.
Over de mate van onafhankelijkheid was. men het
niet eens. Rusland en Oostenrijk dachten aan een
persoonlijke Unie en de Donaumonarchie was zelfs
bereid van een dubbelen staat een drievoudige te
worden, door zijn vorst half en half tot koning van
Polen te candideeren.
Het resultaat is bekend. Polen is vrij en Is zelfs
door do uitvinding van den corridor naar Danzig
een zeemogendheid geworden, wat het nimmer had
gedroomd.
Van het nieuwe Polen gaat, evenwel geen de minste
kracht uit.
Verdeeld door inwendige twisten, verscheurd door
een soort burgeroorlog, die nu en dan in pogroms
tot uitdrukking komt, biedt het land een treurigen
aanblik van machteloosheid, die er niet beter op
wordt door tastbaar gebrek aan organisatie en een
totaal gemis aan elk idealisme.
Jammerlijker realpolitiek wordt nergens gedreven
dan door de regeeringen van den artist Paderewski
en den vechtmajoor Pilsoedski. Wanneer men daar
bij een onbehoorlijke dosis zelfoverschatting en een
overdreven vertrouwen in de almacht der bondge
nooten voegt, is het beeld bijna gereed, dat Polen
ons toont.
Nu spreekt het van zelf, dat, wanneer de Polen
zich eerst hadden toegelegd op inwendige consoli
datie gesteld, dat zij daarvoor de geschikte leiders
en het apparaat hadden gehad, wat niet bewezen ie
zij de kans zouden hebben laten voorbijgaan om
hun gebied zoo uit te breiden als zij wel wilden.
Zij droomden van een herstel der oude Poolsche
grenzen van lang voor de verdeelingen, toen zij het
veroveraarsland waren, dat zich uitstrekte tot dicht,
onder Berlijn en Weenen, en tot In de buurt van
Petersburg en Odessa.
Om deze Idealen van zeer materieelen aard te ver
wezenlijken, moesten zij gebruik maken van de te
genwoordige wordingsperiode, 'van de stemming der
heeren in Parijs en vooral v-am de heerschemde ver
warring in Rusland.
Nog voor dat het Polen van thans tot een wer
kelijke macht kon worden gemaakt, moesten de
grenzen zooveel mogelijk worden uitgezet. Lukte het
nu ndet, dan lukte het nooit.
Van Frankrijik's steun was men zeker in War
schau. Zelfs ten koste van den ouden bondgenoot
in 'Rusland, is er Frankrijk alles aan gelegen op de
oostelijke grenzen van Duitschland een krachtig mi
litair bondgenoot te hebben, die in geval van nood
gaarne bereid zou zijn ^afleiding in het oosten te
versehaffen, wanneer Berlijn weer eens met invals-
of revancheplannen rondliep.
In die omstandigheden werd1 de oorlog tegen
Sovjet-Rusland op touw getzet, een oorlog, die in de
Europeesche kabinetten gaarne werd gezien, omdat
men zoodoende een kans kreeg, dat de heerschap
pij' van (Lenin en Trotzky zou worden gekraakt en
dat Polen zou doen, wat Semenow, Koltsjak en an
dere leiders niet vermochten.
Met medewerking der Oekrainers is het eeni^en
tijd goedgegaan, tot Rusland een voldoende strijd
macht bijeen had. Voor wapens voor de roode troe
pen had de Entente gezorgd, daar alle wapentuig
aan Koltsjak enz., geleverd, op het eind aan de
Sovjetlegere ten goede kwam. Bovendien spreekt
het vanzelf, dat vele officieren van bet Czarenleger,
hoewel zij niet de minste sympathie hadden of kon
den hebben voor de Sovjetregeering, toch hun dien
sten aanboden, toen het er om ging de Polen van
RusSischen grond te verdrijven.
I Brussdlow is In dit opzicht niet de eenige gewezen
dienaar van het Tsarisme, die thans onder de roo
de vlag, evengoed strijdt voor het Heilige Rusland
als vroeger.
Zoo is er dus een eind' gemaakt aan de Poolsche
bezetting van Russisch gebied. De dwaze, door niets
gemotiveerde inval is in het tegenovergestelde ver
keerd: de Russen staan op Poolschen grond, bedrei
gen straks zelfs Warschau en uit het merkwaardig
antwoord door Moskou aan Londen gegeven, blijkt
allerminst, dat de Sovjetlegers van plan zijn het hij
I de vrijmaking van het eigen gebied te laten.
j En dan?
De woorden van (Lloy-d Georgge, dat de rbekelooze
aanval der Polen op Sovjet- Rusland tenslotte 'toch
geon voldoend motief is voor eon doodvonnis voor
den jongen Poolschen staat, klinken bijzonder on-
i heilspellend.
Zoo ernstig ziet hij den toestand dus in. Maar mis
schien nog onrustbarender is de gelijktijdige uit-
I spraak van.' hem en van Millerand, dat 'Engeland en
Frankrijk beide bereid zijn Polen naar mate hunner
krachten te helpen.
Als die hulp en die kracht voor Polen iets te be-
teekenen heeft, beduiden die beloften een nieuwen
oorlog tegen de Sovjetrepubliek, met alle gevolgen
van dien.
De afloop der avonturen van Koltsjak, Semenow,
Urange 1 en hoe de contrarevolutionnaire redders
van Rusland meer heeten, heeft Engeland blijkbaar
nog niet voldoende geleerd.
De stakingen van spoorlui en matrozen om mu
nitie, tegen de Sovjetregeering bestemd, te vervoe
ren, heeft nog geen indruk gemaakt.
(Nog eens schijnt men het te willen probeer en....
En als het mislukt?
Dan Is niet alleen Polen en nu definitief! ver
loren, maar tevens zal dan de Sovjetregeering in de
oogen van- het groote publiek zoo krachtig staan, als
de macht waarmede Engeland en (Frankrijk het niet
konden klaarspelen, 'dat Lenin propagandamate
riaal krijgt voldoende voor de bekeering van drie
Europa's!
Als het bot hulp aan Polen komt, moet die hulp
zoo groot, zoo krachtig zijn, dat Moskou geen schijn
van kans op overwinnlg heeft.
Doch of de westelijke landen thans bij hun uit
putting en blnnenlandsche prikkelbaarheid daartoe
in staat zijn, blijkt een zeer groote vraag,
UITKIJK.
Detective-roman naar het Zweedsch van S. A. DUX
Bowerkt door W. J. A. RiOtLNlALDUiS Jr.
11.
„Die zou hij zeker gehadi hebben, wanneer zijn
zenuwen hem -na kien moord' niet in den steek gela
ten hadden. Ik geloof niet, dat hij, toen hij Hepson
dood zag liggen, geschrikt is van zijn daad. Daar
voor is hij vermoedelijk een al te verstokte zondaar.
Maar ons henhaald bellen! en- ons praten in de voor
kamer hebben, hem waarschijnlijk zijn koelbloedig
heid doen verliezen. Anders zou hij niet zulke groote
bokken geschoten (hebben ais hij gedaan heeft".
„Ik vind, dat hij het anders nogal aardig klaar
gespeeld beeft".
„O neent In de eerste plaats heeft hij den nage-
maakten diadeem achtergelaten, die voor ons mis
schien de eerste wegwijzer worden zal. Verder heeft
hij er niet op gelet, dat de knoop van zijn hand
schoen afgerukt is of hij- heeft zicfh den tijd niet
gegund; ernaar te zoeken. Eh ten plotte ds hij zoo
onachtzaam- geweest juist .dezen handschoen voor
de deur 'te verliezen. (Dat heeft hij blijkbaar pas na
een poosje ontdekt. Want er was reeds eenige tijd
verloopen voor hij of misschien ook een medeplich
tige terugkwam om den verloren handschoen te
zoeken".
Op dat oogenblik ging de telephoon. De politie
meldde, dat een patrouilleerende agent een chauf
feurspet gevonden .had, maar in een heel ander ge
deelte van de .stad.
Carring liet zich nauwkeurig de plaats beschrij
ven, waar de pet gevonden was, en verzocht de po
litie die aan niemand af te geven, maar dengene, die
zich als eigenaar kwam aanmelden, onder het een
of ander voorwendsel aan te houden.
„Zjij moeten Veel haast gehad hebben met hun
nachtelijke expeditie", zeide Leo, „dat zij zich niet
eens deni tijd gaven de pet op te rapen. Zooveel
haast, dat de .man zich in de auto verkleed
en gemaskerd heeft. Daaronf was zijn verkleeding
ook eenigszins gebrekkig".
„Maar hoe weet je dat allemaal tochV
„Door jouw beschrijving, Eien geoefend oog zou
spoedig ontdekt hebben, -dat hij' onder valsche vlag
voer. Zie je", ging hij voort en hij verviel weer in
zijn vaderlijk-oniderrichtenden toon, „ónder een on
berispelijk masker verschijnen is een buitengewoon
moeilijke kunst ik zou bijna zeggen een weten
schap. Maar het is ook een groote macht, waarvan
onze misdadigers gelukkig de beteekenis nog niet
Beschrijving van den Optocht
en aanduiding van zijn hlstorlschen grond.
I.
Als alle optochten wordt ook deze voorafgegaan
door muziek. Op den rythmischen trommelslag en
de schetterende klanken van de trompet, loopt bet
voor de deelnemers aan den optocht licht en wordt
de geest der aanschouwenden opgewekt en tot groo
ter aandacht geprikkeld, in één woord: de feestelijke
stemming wordt er door verhoogd.
Vanuit Schagen's oudste verleden, van het oude
slotplein en zijn twee eeuwenoude torentjes, die nog
heugenis hebben van Willem van Beieren, Scha
gen's eersten Heer, begint de tocht.
,Daar komt hij, uit de slotpoort, de eerste van
allen, de heraut van Behagen, die het «loude wa
pen draagt: Mag-nus met het Rooemcbild. Hoog en
fier zit hij op het wakkere ros, dal hem draagt, in
schitterende kleedij, een waardig begin en symbool
van het hem volgende groote geheel, dat Schag.en'8
geschiedenis en kuituur in beeld wil brengen.
Schagen's geschiedenis. Waar documenten zwij
gen, spreken nog de voorworpen, die van tijd en
wijle uit de aarde worden opgedolven en spreken
o< g de oude vormen van land, weg en water.
/<e>6 hier. Enkele hooge terpen te Schagen wijzen
o,> -den tijd toen e-r nog geen polders waren en het
water van zee. en rivier vrij om en door het land
liep. De menschen wierpen toen hoogten, terpen, op
om de hutten op te 'bouwen waarin ze woqnden.
Avendorp is zoo'n -terp. Het vinden van ettelijke Ro-
melnsche munten voor eenige jaren in dien terp
wijst er op, dat iSchagen reed» aan d§ Romeinen
niet onbekend was en dot de eerste sporen van eene
hoogere beschaving dan de inbeemsche in onze
streek gebracht werden door CRomeinsohe krijgs
knechten en bestuurders. Een herinnering aan die
oude tijden omstreeks Christus' geboorte wil de
groep bij de aanschouwenden opwekken, 'die ot> dein
heraut volgt. Een Romeinsch hoofdman met zijn
krijgsknechten, volk van keizer Tiberius, die de
macht der Romeinen het verst naar het westen en
hè-t noordeto vestigde, stapt de poort uit. Hen volgt
de legendarische heer van Sc.hiagen, de groote Mag-
nus, -die het Schager wapen -draagt en wiens1 beelte
nis hoog, op onzen toren aan den windwijzer flik
kert en blinkt in het zonlicht, nu op den nieuwen,
vroeger eeuwen lang op den ouden toren.
Van dien Magnus verhaalt men dat bij aan den
kruistocht van den Hollandscben graaf Willem 1
in 1219 deelnam, dat zijn slot gebouwd was aan hei
einde van de Laan, tusschen Lollebrug en Lutje-
Wal en -dat hij marmeren zuilen uit Karbago. mee
nam om het slot te sieren.
De Neiderland-sche 'dichter iBorlaeus -dichtte op die
marmeren zuilen een (Latijnsch vera
Rid-der Magnus zegt een betrouwbaarder gids
op geschiedkundig gebied dan de -legende heeft
waarschijnlijk nooit bestaan. Hij komt slechts vooi
in beeld op het wapen van Schagen envervangt
daar men kan het bijna met zekerheid zeggen
den heiligen Christophorus, patroon der R. K. paro
chie, die nog op een Schager zegel, van het jaai
1490, als schilddrager voorkomt. Tijdens de hervor
ming zou de sterke heilige want dat w-as Christo
phorus -— dan plaats hebben moeten maken vooi
den sterken krijgsman.
lloe het zij Magnus van Schagen mag in geen
geval in een echt Schager optocht ontbreken, daar
voor is hij aan ons en ons voorgeslacht al te ver
trouwd geweest en geworden.
Op den legen-darische-n Heer van Schagen en diens
gevolg van krachtige strijders volgt de eerste ge
schiedkundige Heer: Willem van Beieren.
Willem van Beieren, natuurlijke zoon van graal
Albrecht van Beieren en Maria van Bronckhorst.
kleinzoon /van keizer (Lodewijk van «Beieren, tot rid
der geslagen om zijn dapperheid In -den -strijd tegen
de Friezen, ontving In 1404 van zijn vader Schagen
als vrije heerlijkheid. Tot aan het einde van de vo
rige eeuw bleef do heerlijkheid Schagen zij heft
soms onder een a/Aderen- naam met een kleine
tusschenpoos aan het geslacht der van Beiere-ns.
De eerste heer va-n Behagen was een voornaam
man. Hij was admiraal van Holland, Kastelein op
het slot te Medemblik, Kamerheer van hertog Fi-
lips v-an Bourgonddë, -die ook graaf van Holland was.
Geen wonder dat twee edelknapen^n den optocht
zijn gevolg uitmaken.
In 1440 stichtte hij het Schager slot, waarvan nog
alleen de beide torentjes over zijn. In 1830 bezocht
j graaf d' Oultremout, toen heer van Schagen, die een
achterkleinzoon was van de vrouwe van Schagen,
Maria Izabella van Beieren, het voorvaderlijk slot
na dien tijd kwam nooit meer een bloedverwant der
van Beierens naar het overschot van de aloude heer
lijkheid omzien, zelfs de titel Heer van Schagen be
hoort niet meer aan een der familieleden. De tegen
woordige heer van Schagen is van minder hooge af
komst dan de Van Beierens, die een keizer tot hun
voorzaat konden rekenen.
De eerste 'heer van .Schagen dijkte Burghorn in
en trok zoo eon nieuwen polder, toen het Nieuwland
geheetcn, bij zijn bezittingen. Hij schonk Schagen
verscheidene privilegiën, waarvan dat van 1427 het
meest hek end is en wist te bewerken dat er een vrije
week- en jaarmarkt werd gesticht in 1402 erf dat de
plaats stadsrechten verwierf in 1415. Tweemaal toog
heer Willem naar het heilig'; land. Hij stierf zeer oud
in 1473 „hebbende gezien" *zegt de geschied-
schrijver „vijf graven van Holland". Hij werd
begraven in de in 1460 gebouwde kerk on zijn mooie
grafzerk met de beeltenissen van hem en zijn gade,
j Alijd van Hodenpijl, wordt thans nog bewaard in
het Rijks-Museum, waarheen de zerk na het ver
branden der kerk in 1895 niet zonder wat tegen
spoed werd heen-gebracht.
Als merkwaardigheid kon hier nog bij worden
meegedeeld, dat op het Schager grafgesteente voor
het eerst afgebeeld voorkomt de Ho Hands che leeuw
in den tuin.
Dat heer Willem, Schagen's eerste heer, en niet
de minste der leden uit het huis van Beieren
Schagen, nu nog een-s na zooveel eeuwen uit zijn
slotpoort rij-de opzijn edelpaard, verdient hij in de
zen «optocht ten #>Jle.
Wordt vervolgd.
UITVOERING GEWIJDE MUZIEK.
Vrijdag 30 Juli 7V» uur, zal een concert worden ge
geven in de Ned. Herv. Kerk te Schagen Hieraan zullen
medewerken twee onzer moest bekende vocaal solisten
nl. Mevrouw Annie Ligt hart, «op r aan en de
heer LoqIi van Tulder. tenor. Wie kent niet
de namen dezer beide kunstenaar»? Zeker zullen velen
gebruik maken van de gelegenheid om onze Opera
zangeres Annie Ligthart eens in onze kerk te hooren.
Reeds eenige jaren treedt zJJ ook als Concert-zangerai
met buitengewoon veel succes op en heeft daarmede be
wezen, dat zij niet alleen in de groote dramatische
werken haar toehoorders op bijzondere wijze weet te
boeien, maar ook met de liederen en aria's, die zij
met een bijzondere voorliefde in onze mooie kerken
zingt. De schitterende stemkwaliteiten. waarover deze
hoogst begaafde zangeres beschikt, hebben nog korten
tijd geleden, na een kerkconcerL een bekend criticus
de bekende woorden van Heinricn Heine op haar doen
toepassen
Nennt man die besten Namen, »o wird auch der meine
genannt."
Maar niet minder kunnen wij er ons over verheugen,
dat de hoogst begaafde Opera- en oratorium-zanger Louis
van Tulder aan ait concert medewerkt. Waar over dezen
zanger nooit anders dan met den grootsten -lof gespro
ken en geschreven wordt, zal het zeker ook een genot
zijn dezen prachtigen lyrischen tenor in de kerk te
hooren. temeer waar deze zanger aan zijn zingen paart
een uiterst beschaafde en welbeheerschende voordracht
Het is evrder vanzeli sprekend, dat de samenzang Van
sopraan en tenor een bijzonder muzikaal genot is. Ten
slotte vermelden we nog de medewerking van den be
kwamen organist R. C. Crevecoeur uit Énkhuizen, die
met enkele orgel-soli het concert zal opluisteren en voor
begeleiding der solisten zal zorgdragen.
Voor nadere bijzonderheden verwijzen wij gaarne naar
advertentie en verdere reclame. Wij zijn er van over
tuigd, dat een ieder, die maar eenigszins gelegenheid
heeft, zichzelf die oogenblikken van werkelijk muzikaal
genieten niet zal onthouden en dat er velen onzer
plaatsgenooten en ook uit de omgeving zullen opkomen
om dit concert te bezoeken.
VOOR DE GROOTE TENTOONSTELLING.
Het bestuur van de afd. Ncordholland van den
Nederl. Bond van veehandelaren, besloot in hare
vergadering te Alkmaar, aan- de .tentoonsteelling te
Schagen twee verguld-zilveren medailles aan te bie
den.
OPGEPIKT.
Iemand uit eene aangrenzende gemeente, verdacht
van diefstal, werd Donderdag -te Schagen gear
resteerd: en in verzekerde bewaring gesteld.
AARDAPPELENZIEKTE.
De aardappelenziekte, is in onze gemeente op ■ver
schillende akkers geconstateerd. Een schuit geladen
I voor de markt te Noordscharwoude, werd daar we
gens het hooge ziektepercentage, afgekeurd. Voor de
verzenders een groote schadepost,
j ERNSTIG ONGELUK.
A. Bijlsma alhier speelde Donderdag op de balken
bij den hou-thandel van den heer Krimp. Daarbij
geraakte "hij met het hoofd tusschen .twee kantelende
balken beklemd, waarbij hij eene gevaarlijke hoofd
wonde kreeg. Het is aoo hevdg d-at voor het ergste
wordt gevreesd.
VASTE BRIEVENBESTELLERS.
Met ingang van 1 Augustus zijn tot vaste hestel
lers bij den post- en telegraafdienst aan het post
kantoor alhier benoemd1 de heeren P. op 't Veldt,
L. Annevel'dt en F .Timmerman, thans hulpbestel
lers.
ten volle 'begrepen hebben. Een dubbelleven leiden,
■den oenen -dag eendoor baar uit- en inwendige
eigenschappen bekende persoonlijkheid te zijn en
den volgen/den /dag weer een volkomen -ander
mensch, hemelsbreed verschillend van den eerste,
ja, in verscheidene verschillende gedaanten op ta
treden, die niet het minst van elkaar -hebben, en
gedurende a.1 dien tijd zijn eigen werkelijk Ik ge
heel verbergen, zoo-dat de menschen, -ook die, waar
mede men in d'e intiemste aanraking komt, geen
flauw vermoeden hebben, wie je eigenlijk bent:
welk een eindelooze mogelijkheden liggen daarin!"
Leo had, zonder het te weten, een d-roomerigen
toon aangeslagen. Ik zei-de niiets om hem niet te
storen. En hij ging voort, als ware ik niet in de
kamer:
„Maar om op dat gebied een meester te worden,
moet je hard ©bu-deeren en werken. Het is niet ge
noeg een zekere behendigheid ini schminken te krij
gen, maar je moet je zo-oi in den persoon inleven,
-dien je voorstellen wilt, dat ©tem, bewegingen, gang,
ja zelf® gelaatsuitdrukking en gebarenspel alles
veranderd is. Je moet zoo in je tijdelijk bestaan op
gaan, dat je zelf gelooft degene te zijn, wiens rol
je speelt. Eerst dan kan je hereiken, wat
Hier hie-ld Carring op. De rest sprak hij misschien
zacht voor zich zelf.
„Maar niemand met zoo'n aanl-eg zou de grootste
bedrieger van de wereld zijn", merkte ik op.
Leo schrok op,0 als washij uit zijn droomen tot
de werkelijkheid ontwaakt
„Ja, natuurlijk, wanneer hij door slechte motieven
geleid wordt", antwoordde hij. „Maar zoo'n acteur
kan. de menschheid niet aanwijzen. Hij bestaat
slechts in mijn phantasie, die er met mijn gedach
ten van-door ging".
„Maar het is nu tijd1 om te gaan slapen", zeide
ik.
„Ja, ik ben erg moe, en zoo zal (het met jou ook
wel zijn".
Toen ik reeds hij de deur was, zeide Leo:
„Je zoudt -aan je -artikel voor de courant nog kun
nen toevoegen, dat onze nasporingen ons tot de ver
onderstelling gebracht hebben, dat de moord in zeei
nauw verband met den diefstal staat, en dat de eer-,
ste gepleegd moet zijn «door een vroegeren zeeman,
die links is, zeer groote handen en voeten heeft
en een goed vriend' van het slachtoffer is sedert
diens verblijf in Zuid-Amerika".
„Houdt je ine voor den gek?" vroeg ik.
„Geen quaestle van. Voeg het eraan toe. Je zult
niet alleen de detectiVen overbluffen, die nog in
het duister tasten, maar in de eerste plaats den
moordenaar zelf, wien het allerlei -dingen te den
ken zal geven".
HOOFDSTUK V.
Een nachtelijk avontuur.
TOen ik ln mijn kamer was, zette ik mij aan
mijn schrijftafel, haalde mijn artikel uit mijn zak
on voegd-a er de brutale onderstelling aan toe, die
Leo mij gedicteerd had.
Het was Laat en (het manuscript moest naar de
drukkerij, wanneer het artikel nog in het ochtend
blad verschijnen zou. Ik besloot daarom het dade
lijk zolf te gaan brengen. Toen ik in de voorkamer
licht maakte, viel mijn blik o-p een stuk wit papier,
dat -op den grond lag. Ik raapte het op en las:
„U zou-dt er goed -aan- doen, u met uw edgen zaken
te bemoeien od uw neus niet in die van anderen te
steken. Het zal u herouwen wanneer u mij in den
weg blijft staan. U bent nu gewaarschuwd, Georga
Thlornel Denk aan. het lot van Hepson l"
De woerden waren met een verdraaide hand ge
schreven. Een onderteeikening ontbrak. Een waar
schuwing dus, zoo duidelijk als zij maar zijn kon,
en natuurlijk met de bedoeling mij bang te maken.
Hoe was (hert papier daar gekomen?
Het had' er niet gelegen, toen dk thuis kwam om
het artikel te schrijven,, want '©en zoo groot stuk
papier midden op den grond had in den verlichten
corridor niet aan. mijn aandacht kunnen ontsnap
pen. Daarentegen was het .mogelijk, dt het «er reeds
gelegen had, toen ik naar Carring ging of van hem
terugkwam, want die bedde keeren had ik den cor
ridor donker gelaten.
Mijn werkkamer «grensde eraan en niemand zou
van huiten binnen gekomen zijn, zonder dat ik het
gehoord had. Het stuk papier moest dus binnenge
smokkeld zijn, toen ik beneden, bij Carring zat.
Ik onderzocht -die deur van den corridor en het
electrische veiligheidsslot, maar ik kon er geen
spoor van geweld aan vinden. Over welke hulpmid
delen beschikte die geheimzinnige vijand dan tóch?
Ik voelde mij allesbehalve op mijn gemak. Ho*
goed moest hij mij nagegaan hebben om voor zijn
bezoek juist het korte uur te kiezen, dat ik beneden
was. Natuurlijk was hij mij tot de huisdeur gevolgd,
naar binnen geslopen en had hij zich ini het donker
van de trap verborgen, om het geschikte oogenblik
voor de inbraak of te wachten.
Onmiddellijk vlo'og ik naar Carring, .aan wien»
-deur ik tegelijkertijd klopte en belde. Me-ar niemand
deed open, wat trouwen® zeer verklaarbaar was,
daar hij naar bed» was gegaan en in zijn- slaapkmer
de bel niet hooren kon.
Mismoedig en ontstemd ging ik weer nar mijn
eigen kamer. Midden1 in den nacht een inbraak bij
mij te wagen, hoewel ik ieder oogenblik naar huls
kon komen, het was werkelijk ongehoord brutaal.
DRIEHÓNDERD JAAR GELEDEN.
In 1620, dus voor 300 jaar, werd een aanvang ge
maakt met de inpoldering van het Purmermeer,
groot 2680 H-A., nadat aan de burgemeesters en re
geerders van Bdam on Monnikendam in 1617 octrooi
was verleen-d.
STAND VAN HET MOND- EN KLAUWZEER.
Mond- en klauwzeer is i-n Ho-ll-ands Noorden vrij
wel geweken. Bijna alle koeien hebben de ziekte ge
had, zoodat er -geen gevallen meer bij komen, ter
wijl de nog zieke koeien, bij den1 dag van de ziekte-
lijst worden afgevoerd.
EEN BELANGRIJKE VERKOOP.
Te Winschoten is de tweede veiling gehouden voor de
Landbouw-Maatschappij „Westerwolae van 13 boeren
woningen en 13 arbeiaershuizen met ongeveer 625 H.A.
grond, bijna alles ontgonnen.
Voor alles te zamen werd geboden ongeveer f 600.000'
doch er werd niets gegnd.
Maar van nu af zou ik beter op mijn hoede zijn,
dat beloofde ik mijzelf.
liet artikel moest dntusschen weg.
Nadat ik bet afgegeven had, dwaalde ik nog een
tijd in de ledige straten rfond en liet mij daarbij
door het toeval leiden. Ik liep doelloos, zonder te
overwegen waarheen ik ging. Nu en da* schoof een
nachtelijke wandelaar in. min of meer beschonken
toestand langs mij- o f wekte «een straatnymph mij
met brutale woorden en hoonend lachen uit mijn
gepeins.
Op den hoek van een straat zag ik een man, die
op zijn. knieën lag en met een lantaarn op den
grond zOcht. Uit de verte leek het precies als zocht
hij regenwormen, waartoe ook de toestand van de
straat scheen uit te noodigen. Er was hier geten
plaveisel of asphalt en na de laatste regenbuien
was de weg nog geheel doorweekt.
Bij het hooren van mijn «tappen deed de man -
zijn lontaarn uit, keerde zich om en nam mij on
derzoekend op. Ik meende dat gezicht reeds vroe
ger gezien te hebben, maar waar? Ik wist, dat ik
hem kende, maar ik kon mij niet bedenken wie
hij was.
„Zoo, zwerft u 's nachts ook nog rond, mijnheer
Thorne?" zeide hij vroolijk en met een lachje, waar
bij het linkeroog een smalle gleuf werd en de mond
hoek aan dien kont scherp naar boven trok.
Dat bijzondere lachten bracht mij dadelijk Op den.
naam van den man. Het was de heken-de detective
Lerner, dien zelf® Leo Carring als een scherpzinni-
gen ko-p beschouwde. Men zeide van« -Lerner, dat
van alle eigenschappen, die hem tot een eerste
klas-detective maakten, zijn gave om zich als een
ander voor te doen, de voornaamste was. De na
tuur had hem het kleine gebrek medegegeven, dat,
wann-eer hij lachte, de linkerhelft van zijn gezicht
krampachtig samentrok. Zij wilskracht was echter
zoo groot, dat zijn gelaatspieren volkomen normaal
werkten, izoodra hij verkleed1 was en niet herkend
wilde worden.
Ik groette. „Ja, ik -schep nog een luchtje voor ik
onder de wol ga."
„Dat zal u goed doen na wat u vannacht be
leefd hebt", zeide hij ironiisch.
„Hoe kunt u weten
„Dat u met mij begint te concurreeren, bedoelt
u? Dat i® niet moeilijk uit te vinden. Ik kwam
weliswaar tamelijk laat op de plaat» vn- den moord
ik was ongelukkigerwijze ergena anders in be
slag genomen maar wat ik daar over uw vriend
Carring en u zelf hoorde, wa» voldoende .voor mij.
Hij schijnt zich niet meer zoo zeker als theoreticus
te voelen, dat hij eon -assistent genomen heeft."
.Het was e'en louter toeval, dat. ik in dez-e saak
betrokken werd".