ci uuui dii! Zaterdag 24 Jcli 1920. 63ste Jaargang. No. 6657. TWEEDE BLAD. De dingen om ons heen. Plaatselijk Nieuws. FEUILLETON. DE DEGENSTOK. De Historische Optocht. Binnenland sch Nieuws. UU k. w i Heel den duur van den oorlog, zijn de diplomaten van de helde groepen er op uit geweeot op een of ander manier nieuwe bonageniooteu ie verwerven. Men schafte zdch nieuwe medestrijders voor het ldutuü aan door directen koop, door geld, grond gebied, beloften, erkenning van onafhankelijkheid of van miu of meer dubieuze aanspraken, waarbij vteelal de vijand, 'doch. heel dikwijls ook een minder- machtige derde 'ten slotte voor de kosten kwam op te draaien. Dit heeft tengevolge gehad, dat er niet alleen tel kens nieuwe strijders zich in den maalstroom stort ten, doch ook, dat allerlei nieuwe staten ontstonden of herrezen. Etn hot diont gezegd, dat de Entente, die bij dit aankoopen van bondgenooten het meeste succes had, zich, toen zij overwinnaar was, niet ondankbaar toonde en vele beloften heeft Ingelost. Zooveel, dat. de kaart van Europa zeer belangrijke grenswijzigingen heeft aan te toonen. Onder de herrezen landen heeft tot dusverre Polen een bijzondere rol gespeeld. Driemaal is het ongelukkige land in de achttiende eeuw door mach tige en daardoor minder nauwgezette buren ver deeld. Tot slechts de traditie van het Poolsche Rijk overbleef. Die traditie was van dien aard op militair gebied, dat Duitschland en Oostenrijk zoowel als Rusland zich haastten zich van de sympathie der strijdbare Polen te verzekeren, die bij het heen- en we ergo 1 ven van den strijd van de Oostzee tot de Karpathen elk ©ogenblik de beslissing konden bren gen. Rusland de Czaar was de eerste die zijn Po len de onafhankelijkheid beloofde en in geval eener overwinniing zijner wapens, het algeheel herstel van het oude Polen in uitzicht stelde. Toen volgde Oos tenrijk met gelijke beloften. Tenslotte zelfs Dultsch- Innd, hoewel met reserven. Over de mate van onafhankelijkheid was. men het niet eens. Rusland en Oostenrijk dachten aan een persoonlijke Unie en de Donaumonarchie was zelfs bereid van een dubbelen staat een drievoudige te worden, door zijn vorst half en half tot koning van Polen te candideeren. Het resultaat is bekend. Polen is vrij en Is zelfs door do uitvinding van den corridor naar Danzig een zeemogendheid geworden, wat het nimmer had gedroomd. Van het nieuwe Polen gaat, evenwel geen de minste kracht uit. Verdeeld door inwendige twisten, verscheurd door een soort burgeroorlog, die nu en dan in pogroms tot uitdrukking komt, biedt het land een treurigen aanblik van machteloosheid, die er niet beter op wordt door tastbaar gebrek aan organisatie en een totaal gemis aan elk idealisme. Jammerlijker realpolitiek wordt nergens gedreven dan door de regeeringen van den artist Paderewski en den vechtmajoor Pilsoedski. Wanneer men daar bij een onbehoorlijke dosis zelfoverschatting en een overdreven vertrouwen in de almacht der bondge nooten voegt, is het beeld bijna gereed, dat Polen ons toont. Nu spreekt het van zelf, dat, wanneer de Polen zich eerst hadden toegelegd op inwendige consoli datie gesteld, dat zij daarvoor de geschikte leiders en het apparaat hadden gehad, wat niet bewezen ie zij de kans zouden hebben laten voorbijgaan om hun gebied zoo uit te breiden als zij wel wilden. Zij droomden van een herstel der oude Poolsche grenzen van lang voor de verdeelingen, toen zij het veroveraarsland waren, dat zich uitstrekte tot dicht, onder Berlijn en Weenen, en tot In de buurt van Petersburg en Odessa. Om deze Idealen van zeer materieelen aard te ver wezenlijken, moesten zij gebruik maken van de te genwoordige wordingsperiode, 'van de stemming der heeren in Parijs en vooral v-am de heerschemde ver warring in Rusland. Nog voor dat het Polen van thans tot een wer kelijke macht kon worden gemaakt, moesten de grenzen zooveel mogelijk worden uitgezet. Lukte het nu ndet, dan lukte het nooit. Van Frankrijik's steun was men zeker in War schau. Zelfs ten koste van den ouden bondgenoot in 'Rusland, is er Frankrijk alles aan gelegen op de oostelijke grenzen van Duitschland een krachtig mi litair bondgenoot te hebben, die in geval van nood gaarne bereid zou zijn ^afleiding in het oosten te versehaffen, wanneer Berlijn weer eens met invals- of revancheplannen rondliep. In die omstandigheden werd1 de oorlog tegen Sovjet-Rusland op touw getzet, een oorlog, die in de Europeesche kabinetten gaarne werd gezien, omdat men zoodoende een kans kreeg, dat de heerschap pij' van (Lenin en Trotzky zou worden gekraakt en dat Polen zou doen, wat Semenow, Koltsjak en an dere leiders niet vermochten. Met medewerking der Oekrainers is het eeni^en tijd goedgegaan, tot Rusland een voldoende strijd macht bijeen had. Voor wapens voor de roode troe pen had de Entente gezorgd, daar alle wapentuig aan Koltsjak enz., geleverd, op het eind aan de Sovjetlegere ten goede kwam. Bovendien spreekt het vanzelf, dat vele officieren van bet Czarenleger, hoewel zij niet de minste sympathie hadden of kon den hebben voor de Sovjetregeering, toch hun dien sten aanboden, toen het er om ging de Polen van RusSischen grond te verdrijven. I Brussdlow is In dit opzicht niet de eenige gewezen dienaar van het Tsarisme, die thans onder de roo de vlag, evengoed strijdt voor het Heilige Rusland als vroeger. Zoo is er dus een eind' gemaakt aan de Poolsche bezetting van Russisch gebied. De dwaze, door niets gemotiveerde inval is in het tegenovergestelde ver keerd: de Russen staan op Poolschen grond, bedrei gen straks zelfs Warschau en uit het merkwaardig antwoord door Moskou aan Londen gegeven, blijkt allerminst, dat de Sovjetlegers van plan zijn het hij I de vrijmaking van het eigen gebied te laten. j En dan? De woorden van (Lloy-d Georgge, dat de rbekelooze aanval der Polen op Sovjet- Rusland tenslotte 'toch geon voldoend motief is voor eon doodvonnis voor den jongen Poolschen staat, klinken bijzonder on- i heilspellend. Zoo ernstig ziet hij den toestand dus in. Maar mis schien nog onrustbarender is de gelijktijdige uit- I spraak van.' hem en van Millerand, dat 'Engeland en Frankrijk beide bereid zijn Polen naar mate hunner krachten te helpen. Als die hulp en die kracht voor Polen iets te be- teekenen heeft, beduiden die beloften een nieuwen oorlog tegen de Sovjetrepubliek, met alle gevolgen van dien. De afloop der avonturen van Koltsjak, Semenow, Urange 1 en hoe de contrarevolutionnaire redders van Rusland meer heeten, heeft Engeland blijkbaar nog niet voldoende geleerd. De stakingen van spoorlui en matrozen om mu nitie, tegen de Sovjetregeering bestemd, te vervoe ren, heeft nog geen indruk gemaakt. (Nog eens schijnt men het te willen probeer en.... En als het mislukt? Dan Is niet alleen Polen en nu definitief! ver loren, maar tevens zal dan de Sovjetregeering in de oogen van- het groote publiek zoo krachtig staan, als de macht waarmede Engeland en (Frankrijk het niet konden klaarspelen, 'dat Lenin propagandamate riaal krijgt voldoende voor de bekeering van drie Europa's! Als het bot hulp aan Polen komt, moet die hulp zoo groot, zoo krachtig zijn, dat Moskou geen schijn van kans op overwinnlg heeft. Doch of de westelijke landen thans bij hun uit putting en blnnenlandsche prikkelbaarheid daartoe in staat zijn, blijkt een zeer groote vraag, UITKIJK. Detective-roman naar het Zweedsch van S. A. DUX Bowerkt door W. J. A. RiOtLNlALDUiS Jr. 11. „Die zou hij zeker gehadi hebben, wanneer zijn zenuwen hem -na kien moord' niet in den steek gela ten hadden. Ik geloof niet, dat hij, toen hij Hepson dood zag liggen, geschrikt is van zijn daad. Daar voor is hij vermoedelijk een al te verstokte zondaar. Maar ons henhaald bellen! en- ons praten in de voor kamer hebben, hem waarschijnlijk zijn koelbloedig heid doen verliezen. Anders zou hij niet zulke groote bokken geschoten (hebben ais hij gedaan heeft". „Ik vind, dat hij het anders nogal aardig klaar gespeeld beeft". „O neent In de eerste plaats heeft hij den nage- maakten diadeem achtergelaten, die voor ons mis schien de eerste wegwijzer worden zal. Verder heeft hij er niet op gelet, dat de knoop van zijn hand schoen afgerukt is of hij- heeft zicfh den tijd niet gegund; ernaar te zoeken. Eh ten plotte ds hij zoo onachtzaam- geweest juist .dezen handschoen voor de deur 'te verliezen. (Dat heeft hij blijkbaar pas na een poosje ontdekt. Want er was reeds eenige tijd verloopen voor hij of misschien ook een medeplich tige terugkwam om den verloren handschoen te zoeken". Op dat oogenblik ging de telephoon. De politie meldde, dat een patrouilleerende agent een chauf feurspet gevonden .had, maar in een heel ander ge deelte van de .stad. Carring liet zich nauwkeurig de plaats beschrij ven, waar de pet gevonden was, en verzocht de po litie die aan niemand af te geven, maar dengene, die zich als eigenaar kwam aanmelden, onder het een of ander voorwendsel aan te houden. „Zjij moeten Veel haast gehad hebben met hun nachtelijke expeditie", zeide Leo, „dat zij zich niet eens deni tijd gaven de pet op te rapen. Zooveel haast, dat de .man zich in de auto verkleed en gemaskerd heeft. Daaronf was zijn verkleeding ook eenigszins gebrekkig". „Maar hoe weet je dat allemaal tochV „Door jouw beschrijving, Eien geoefend oog zou spoedig ontdekt hebben, -dat hij' onder valsche vlag voer. Zie je", ging hij voort en hij verviel weer in zijn vaderlijk-oniderrichtenden toon, „ónder een on berispelijk masker verschijnen is een buitengewoon moeilijke kunst ik zou bijna zeggen een weten schap. Maar het is ook een groote macht, waarvan onze misdadigers gelukkig de beteekenis nog niet Beschrijving van den Optocht en aanduiding van zijn hlstorlschen grond. I. Als alle optochten wordt ook deze voorafgegaan door muziek. Op den rythmischen trommelslag en de schetterende klanken van de trompet, loopt bet voor de deelnemers aan den optocht licht en wordt de geest der aanschouwenden opgewekt en tot groo ter aandacht geprikkeld, in één woord: de feestelijke stemming wordt er door verhoogd. Vanuit Schagen's oudste verleden, van het oude slotplein en zijn twee eeuwenoude torentjes, die nog heugenis hebben van Willem van Beieren, Scha gen's eersten Heer, begint de tocht. ,Daar komt hij, uit de slotpoort, de eerste van allen, de heraut van Behagen, die het «loude wa pen draagt: Mag-nus met het Rooemcbild. Hoog en fier zit hij op het wakkere ros, dal hem draagt, in schitterende kleedij, een waardig begin en symbool van het hem volgende groote geheel, dat Schag.en'8 geschiedenis en kuituur in beeld wil brengen. Schagen's geschiedenis. Waar documenten zwij gen, spreken nog de voorworpen, die van tijd en wijle uit de aarde worden opgedolven en spreken o< g de oude vormen van land, weg en water. /<e>6 hier. Enkele hooge terpen te Schagen wijzen o,> -den tijd toen e-r nog geen polders waren en het water van zee. en rivier vrij om en door het land liep. De menschen wierpen toen hoogten, terpen, op om de hutten op te 'bouwen waarin ze woqnden. Avendorp is zoo'n -terp. Het vinden van ettelijke Ro- melnsche munten voor eenige jaren in dien terp wijst er op, dat iSchagen reed» aan d§ Romeinen niet onbekend was en dot de eerste sporen van eene hoogere beschaving dan de inbeemsche in onze streek gebracht werden door CRomeinsohe krijgs knechten en bestuurders. Een herinnering aan die oude tijden omstreeks Christus' geboorte wil de groep bij de aanschouwenden opwekken, 'die ot> dein heraut volgt. Een Romeinsch hoofdman met zijn krijgsknechten, volk van keizer Tiberius, die de macht der Romeinen het verst naar het westen en hè-t noordeto vestigde, stapt de poort uit. Hen volgt de legendarische heer van Sc.hiagen, de groote Mag- nus, -die het Schager wapen -draagt en wiens1 beelte nis hoog, op onzen toren aan den windwijzer flik kert en blinkt in het zonlicht, nu op den nieuwen, vroeger eeuwen lang op den ouden toren. Van dien Magnus verhaalt men dat bij aan den kruistocht van den Hollandscben graaf Willem 1 in 1219 deelnam, dat zijn slot gebouwd was aan hei einde van de Laan, tusschen Lollebrug en Lutje- Wal en -dat hij marmeren zuilen uit Karbago. mee nam om het slot te sieren. De Neiderland-sche 'dichter iBorlaeus -dichtte op die marmeren zuilen een (Latijnsch vera Rid-der Magnus zegt een betrouwbaarder gids op geschiedkundig gebied dan de -legende heeft waarschijnlijk nooit bestaan. Hij komt slechts vooi in beeld op het wapen van Schagen envervangt daar men kan het bijna met zekerheid zeggen den heiligen Christophorus, patroon der R. K. paro chie, die nog op een Schager zegel, van het jaai 1490, als schilddrager voorkomt. Tijdens de hervor ming zou de sterke heilige want dat w-as Christo phorus -— dan plaats hebben moeten maken vooi den sterken krijgsman. lloe het zij Magnus van Schagen mag in geen geval in een echt Schager optocht ontbreken, daar voor is hij aan ons en ons voorgeslacht al te ver trouwd geweest en geworden. Op den legen-darische-n Heer van Schagen en diens gevolg van krachtige strijders volgt de eerste ge schiedkundige Heer: Willem van Beieren. Willem van Beieren, natuurlijke zoon van graal Albrecht van Beieren en Maria van Bronckhorst. kleinzoon /van keizer (Lodewijk van «Beieren, tot rid der geslagen om zijn dapperheid In -den -strijd tegen de Friezen, ontving In 1404 van zijn vader Schagen als vrije heerlijkheid. Tot aan het einde van de vo rige eeuw bleef do heerlijkheid Schagen zij heft soms onder een a/Aderen- naam met een kleine tusschenpoos aan het geslacht der van Beiere-ns. De eerste heer va-n Behagen was een voornaam man. Hij was admiraal van Holland, Kastelein op het slot te Medemblik, Kamerheer van hertog Fi- lips v-an Bourgonddë, -die ook graaf van Holland was. Geen wonder dat twee edelknapen^n den optocht zijn gevolg uitmaken. In 1440 stichtte hij het Schager slot, waarvan nog alleen de beide torentjes over zijn. In 1830 bezocht j graaf d' Oultremout, toen heer van Schagen, die een achterkleinzoon was van de vrouwe van Schagen, Maria Izabella van Beieren, het voorvaderlijk slot na dien tijd kwam nooit meer een bloedverwant der van Beierens naar het overschot van de aloude heer lijkheid omzien, zelfs de titel Heer van Schagen be hoort niet meer aan een der familieleden. De tegen woordige heer van Schagen is van minder hooge af komst dan de Van Beierens, die een keizer tot hun voorzaat konden rekenen. De eerste 'heer van .Schagen dijkte Burghorn in en trok zoo eon nieuwen polder, toen het Nieuwland geheetcn, bij zijn bezittingen. Hij schonk Schagen verscheidene privilegiën, waarvan dat van 1427 het meest hek end is en wist te bewerken dat er een vrije week- en jaarmarkt werd gesticht in 1402 erf dat de plaats stadsrechten verwierf in 1415. Tweemaal toog heer Willem naar het heilig'; land. Hij stierf zeer oud in 1473 „hebbende gezien" *zegt de geschied- schrijver „vijf graven van Holland". Hij werd begraven in de in 1460 gebouwde kerk on zijn mooie grafzerk met de beeltenissen van hem en zijn gade, j Alijd van Hodenpijl, wordt thans nog bewaard in het Rijks-Museum, waarheen de zerk na het ver branden der kerk in 1895 niet zonder wat tegen spoed werd heen-gebracht. Als merkwaardigheid kon hier nog bij worden meegedeeld, dat op het Schager grafgesteente voor het eerst afgebeeld voorkomt de Ho Hands che leeuw in den tuin. Dat heer Willem, Schagen's eerste heer, en niet de minste der leden uit het huis van Beieren Schagen, nu nog een-s na zooveel eeuwen uit zijn slotpoort rij-de opzijn edelpaard, verdient hij in de zen «optocht ten #>Jle. Wordt vervolgd. UITVOERING GEWIJDE MUZIEK. Vrijdag 30 Juli 7V» uur, zal een concert worden ge geven in de Ned. Herv. Kerk te Schagen Hieraan zullen medewerken twee onzer moest bekende vocaal solisten nl. Mevrouw Annie Ligt hart, «op r aan en de heer LoqIi van Tulder. tenor. Wie kent niet de namen dezer beide kunstenaar»? Zeker zullen velen gebruik maken van de gelegenheid om onze Opera zangeres Annie Ligthart eens in onze kerk te hooren. Reeds eenige jaren treedt zJJ ook als Concert-zangerai met buitengewoon veel succes op en heeft daarmede be wezen, dat zij niet alleen in de groote dramatische werken haar toehoorders op bijzondere wijze weet te boeien, maar ook met de liederen en aria's, die zij met een bijzondere voorliefde in onze mooie kerken zingt. De schitterende stemkwaliteiten. waarover deze hoogst begaafde zangeres beschikt, hebben nog korten tijd geleden, na een kerkconcerL een bekend criticus de bekende woorden van Heinricn Heine op haar doen toepassen Nennt man die besten Namen, »o wird auch der meine genannt." Maar niet minder kunnen wij er ons over verheugen, dat de hoogst begaafde Opera- en oratorium-zanger Louis van Tulder aan ait concert medewerkt. Waar over dezen zanger nooit anders dan met den grootsten -lof gespro ken en geschreven wordt, zal het zeker ook een genot zijn dezen prachtigen lyrischen tenor in de kerk te hooren. temeer waar deze zanger aan zijn zingen paart een uiterst beschaafde en welbeheerschende voordracht Het is evrder vanzeli sprekend, dat de samenzang Van sopraan en tenor een bijzonder muzikaal genot is. Ten slotte vermelden we nog de medewerking van den be kwamen organist R. C. Crevecoeur uit Énkhuizen, die met enkele orgel-soli het concert zal opluisteren en voor begeleiding der solisten zal zorgdragen. Voor nadere bijzonderheden verwijzen wij gaarne naar advertentie en verdere reclame. Wij zijn er van over tuigd, dat een ieder, die maar eenigszins gelegenheid heeft, zichzelf die oogenblikken van werkelijk muzikaal genieten niet zal onthouden en dat er velen onzer plaatsgenooten en ook uit de omgeving zullen opkomen om dit concert te bezoeken. VOOR DE GROOTE TENTOONSTELLING. Het bestuur van de afd. Ncordholland van den Nederl. Bond van veehandelaren, besloot in hare vergadering te Alkmaar, aan- de .tentoonsteelling te Schagen twee verguld-zilveren medailles aan te bie den. OPGEPIKT. Iemand uit eene aangrenzende gemeente, verdacht van diefstal, werd Donderdag -te Schagen gear resteerd: en in verzekerde bewaring gesteld. AARDAPPELENZIEKTE. De aardappelenziekte, is in onze gemeente op ■ver schillende akkers geconstateerd. Een schuit geladen I voor de markt te Noordscharwoude, werd daar we gens het hooge ziektepercentage, afgekeurd. Voor de verzenders een groote schadepost, j ERNSTIG ONGELUK. A. Bijlsma alhier speelde Donderdag op de balken bij den hou-thandel van den heer Krimp. Daarbij geraakte "hij met het hoofd tusschen .twee kantelende balken beklemd, waarbij hij eene gevaarlijke hoofd wonde kreeg. Het is aoo hevdg d-at voor het ergste wordt gevreesd. VASTE BRIEVENBESTELLERS. Met ingang van 1 Augustus zijn tot vaste hestel lers bij den post- en telegraafdienst aan het post kantoor alhier benoemd1 de heeren P. op 't Veldt, L. Annevel'dt en F .Timmerman, thans hulpbestel lers. ten volle 'begrepen hebben. Een dubbelleven leiden, ■den oenen -dag eendoor baar uit- en inwendige eigenschappen bekende persoonlijkheid te zijn en den volgen/den /dag weer een volkomen -ander mensch, hemelsbreed verschillend van den eerste, ja, in verscheidene verschillende gedaanten op ta treden, die niet het minst van elkaar -hebben, en gedurende a.1 dien tijd zijn eigen werkelijk Ik ge heel verbergen, zoo-dat de menschen, -ook die, waar mede men in d'e intiemste aanraking komt, geen flauw vermoeden hebben, wie je eigenlijk bent: welk een eindelooze mogelijkheden liggen daarin!" Leo had, zonder het te weten, een d-roomerigen toon aangeslagen. Ik zei-de niiets om hem niet te storen. En hij ging voort, als ware ik niet in de kamer: „Maar om op dat gebied een meester te worden, moet je hard ©bu-deeren en werken. Het is niet ge noeg een zekere behendigheid ini schminken te krij gen, maar je moet je zo-oi in den persoon inleven, -dien je voorstellen wilt, dat ©tem, bewegingen, gang, ja zelf® gelaatsuitdrukking en gebarenspel alles veranderd is. Je moet zoo in je tijdelijk bestaan op gaan, dat je zelf gelooft degene te zijn, wiens rol je speelt. Eerst dan kan je hereiken, wat Hier hie-ld Carring op. De rest sprak hij misschien zacht voor zich zelf. „Maar niemand met zoo'n aanl-eg zou de grootste bedrieger van de wereld zijn", merkte ik op. Leo schrok op,0 als washij uit zijn droomen tot de werkelijkheid ontwaakt „Ja, natuurlijk, wanneer hij door slechte motieven geleid wordt", antwoordde hij. „Maar zoo'n acteur kan. de menschheid niet aanwijzen. Hij bestaat slechts in mijn phantasie, die er met mijn gedach ten van-door ging". „Maar het is nu tijd1 om te gaan slapen", zeide ik. „Ja, ik ben erg moe, en zoo zal (het met jou ook wel zijn". Toen ik reeds hij de deur was, zeide Leo: „Je zoudt -aan je -artikel voor de courant nog kun nen toevoegen, dat onze nasporingen ons tot de ver onderstelling gebracht hebben, dat de moord in zeei nauw verband met den diefstal staat, en dat de eer-, ste gepleegd moet zijn «door een vroegeren zeeman, die links is, zeer groote handen en voeten heeft en een goed vriend' van het slachtoffer is sedert diens verblijf in Zuid-Amerika". „Houdt je ine voor den gek?" vroeg ik. „Geen quaestle van. Voeg het eraan toe. Je zult niet alleen de detectiVen overbluffen, die nog in het duister tasten, maar in de eerste plaats den moordenaar zelf, wien het allerlei -dingen te den ken zal geven". HOOFDSTUK V. Een nachtelijk avontuur. TOen ik ln mijn kamer was, zette ik mij aan mijn schrijftafel, haalde mijn artikel uit mijn zak on voegd-a er de brutale onderstelling aan toe, die Leo mij gedicteerd had. Het was Laat en (het manuscript moest naar de drukkerij, wanneer het artikel nog in het ochtend blad verschijnen zou. Ik besloot daarom het dade lijk zolf te gaan brengen. Toen ik in de voorkamer licht maakte, viel mijn blik o-p een stuk wit papier, dat -op den grond lag. Ik raapte het op en las: „U zou-dt er goed -aan- doen, u met uw edgen zaken te bemoeien od uw neus niet in die van anderen te steken. Het zal u herouwen wanneer u mij in den weg blijft staan. U bent nu gewaarschuwd, Georga Thlornel Denk aan. het lot van Hepson l" De woerden waren met een verdraaide hand ge schreven. Een onderteeikening ontbrak. Een waar schuwing dus, zoo duidelijk als zij maar zijn kon, en natuurlijk met de bedoeling mij bang te maken. Hoe was (hert papier daar gekomen? Het had' er niet gelegen, toen dk thuis kwam om het artikel te schrijven,, want '©en zoo groot stuk papier midden op den grond had in den verlichten corridor niet aan. mijn aandacht kunnen ontsnap pen. Daarentegen was het .mogelijk, dt het «er reeds gelegen had, toen ik naar Carring ging of van hem terugkwam, want die bedde keeren had ik den cor ridor donker gelaten. Mijn werkkamer «grensde eraan en niemand zou van huiten binnen gekomen zijn, zonder dat ik het gehoord had. Het stuk papier moest dus binnenge smokkeld zijn, toen ik beneden, bij Carring zat. Ik onderzocht -die deur van den corridor en het electrische veiligheidsslot, maar ik kon er geen spoor van geweld aan vinden. Over welke hulpmid delen beschikte die geheimzinnige vijand dan tóch? Ik voelde mij allesbehalve op mijn gemak. Ho* goed moest hij mij nagegaan hebben om voor zijn bezoek juist het korte uur te kiezen, dat ik beneden was. Natuurlijk was hij mij tot de huisdeur gevolgd, naar binnen geslopen en had hij zich ini het donker van de trap verborgen, om het geschikte oogenblik voor de inbraak of te wachten. Onmiddellijk vlo'og ik naar Carring, .aan wien» -deur ik tegelijkertijd klopte en belde. Me-ar niemand deed open, wat trouwen® zeer verklaarbaar was, daar hij naar bed» was gegaan en in zijn- slaapkmer de bel niet hooren kon. Mismoedig en ontstemd ging ik weer nar mijn eigen kamer. Midden1 in den nacht een inbraak bij mij te wagen, hoewel ik ieder oogenblik naar huls kon komen, het was werkelijk ongehoord brutaal. DRIEHÓNDERD JAAR GELEDEN. In 1620, dus voor 300 jaar, werd een aanvang ge maakt met de inpoldering van het Purmermeer, groot 2680 H-A., nadat aan de burgemeesters en re geerders van Bdam on Monnikendam in 1617 octrooi was verleen-d. STAND VAN HET MOND- EN KLAUWZEER. Mond- en klauwzeer is i-n Ho-ll-ands Noorden vrij wel geweken. Bijna alle koeien hebben de ziekte ge had, zoodat er -geen gevallen meer bij komen, ter wijl de nog zieke koeien, bij den1 dag van de ziekte- lijst worden afgevoerd. EEN BELANGRIJKE VERKOOP. Te Winschoten is de tweede veiling gehouden voor de Landbouw-Maatschappij „Westerwolae van 13 boeren woningen en 13 arbeiaershuizen met ongeveer 625 H.A. grond, bijna alles ontgonnen. Voor alles te zamen werd geboden ongeveer f 600.000' doch er werd niets gegnd. Maar van nu af zou ik beter op mijn hoede zijn, dat beloofde ik mijzelf. liet artikel moest dntusschen weg. Nadat ik bet afgegeven had, dwaalde ik nog een tijd in de ledige straten rfond en liet mij daarbij door het toeval leiden. Ik liep doelloos, zonder te overwegen waarheen ik ging. Nu en da* schoof een nachtelijke wandelaar in. min of meer beschonken toestand langs mij- o f wekte «een straatnymph mij met brutale woorden en hoonend lachen uit mijn gepeins. Op den hoek van een straat zag ik een man, die op zijn. knieën lag en met een lantaarn op den grond zOcht. Uit de verte leek het precies als zocht hij regenwormen, waartoe ook de toestand van de straat scheen uit te noodigen. Er was hier geten plaveisel of asphalt en na de laatste regenbuien was de weg nog geheel doorweekt. Bij het hooren van mijn «tappen deed de man - zijn lontaarn uit, keerde zich om en nam mij on derzoekend op. Ik meende dat gezicht reeds vroe ger gezien te hebben, maar waar? Ik wist, dat ik hem kende, maar ik kon mij niet bedenken wie hij was. „Zoo, zwerft u 's nachts ook nog rond, mijnheer Thorne?" zeide hij vroolijk en met een lachje, waar bij het linkeroog een smalle gleuf werd en de mond hoek aan dien kont scherp naar boven trok. Dat bijzondere lachten bracht mij dadelijk Op den. naam van den man. Het was de heken-de detective Lerner, dien zelf® Leo Carring als een scherpzinni- gen ko-p beschouwde. Men zeide van« -Lerner, dat van alle eigenschappen, die hem tot een eerste klas-detective maakten, zijn gave om zich als een ander voor te doen, de voornaamste was. De na tuur had hem het kleine gebrek medegegeven, dat, wann-eer hij lachte, de linkerhelft van zijn gezicht krampachtig samentrok. Zij wilskracht was echter zoo groot, dat zijn gelaatspieren volkomen normaal werkten, izoodra hij verkleed1 was en niet herkend wilde worden. Ik groette. „Ja, ik -schep nog een luchtje voor ik onder de wol ga." „Dat zal u goed doen na wat u vannacht be leefd hebt", zeide hij ironiisch. „Hoe kunt u weten „Dat u met mij begint te concurreeren, bedoelt u? Dat i® niet moeilijk uit te vinden. Ik kwam weliswaar tamelijk laat op de plaat» vn- den moord ik was ongelukkigerwijze ergena anders in be slag genomen maar wat ik daar over uw vriend Carring en u zelf hoorde, wa» voldoende .voor mij. Hij schijnt zich niet meer zoo zeker als theoreticus te voelen, dat hij eon -assistent genomen heeft." .Het was e'en louter toeval, dat. ik in dez-e saak betrokken werd".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 5