Ingezonden Stukken.
De Liefdesromans van beroemde mannen.
Gemengd Nieuws.
te zijn ten -opzichte van de f'70.000.
l>e heer 'i. Kostelijk zegt, als vandaag het er niet
doorgekomen was, zou morgen de 1 /u.üUO verloren
geweest zjjü, maar dat wiide ik voor de stemming
niet zeggen, om 'geen invloed uit te oefenen.
Voorzitter leest nu een ontwerp-contract, dat wordt
goedgevonden.
liet volgende punt is bespreking reparatie Hensbroeker
brug en wat daar mogelijk mee in verband staat, iBe- j
sloten wordt met algemeene instemming om Dijkgraai
en Heemraden tc machtigen, hot noodige werk daaraan
te laten uitvoeren.
Rondvraag. Op voorstel van don heer Wonder zal
in het vervolg aan den heer Poland als deskundig^
vooraf inzage van zaken, ais bijv. de nu behandelde
bruggen worden gegeven.
De heer G. van Langen bespreekt verplaatsing t-
hok. Zal gebeuren.
Verder wijst .de heer C. v. Langen op de wensche-
liikheid van peilverandering. Besloten wordt tot de noo
dige herziening van peil over te gaan.
De heer Groen is nog niet "geheel voldaan over de
bespreking* brug Leanweg en Pij pies van straks.
Voorz.: Is dat géén serieus besluit denkt u?
De heer Groen; Ja. het besluit is er, maar de vrees
dat het herroepen zal worden.
Voorz. zegt, dat daarvoor niet gevreesd behoeft te
worden. Plannen zullen gauw worden opgemaakt en
ter goedkeuring worden gezonden.
Algemeen wordt nu nog goedgevonden dat als het
evenals in Hasselaarsweg een houten brug kan zijn,
dan do brug van hout te maken.
Nadat nog enkele kleine herstellingswerken zijn be
handold, is voorzitter aan het einde en brengt zijn
dank voor opkomst cn medewerking en waar de
heer T. Kostelijk zich zeer heeft beijverd voor de
bruggen, hoopt voorz., dat hij daar veel genoegen van
zal beleven en dat het naar zijn en ons genoegen mag.
.klaar komen en jkomt aan Kostelijk wel een woord
van lof toe voor zijne bemoeiingen. In de hoop dat de j
genomen besluiten in het belang, des Polders mogen
zijn, sluit voorz. nu onder daük de vergadering.
Heerhugowaard, 4 Aug. 1920.
Mijnheer de Redacteur,
Beleefd vraagt ondergeteekende voor onderstaande re-
geleen con plaatsje in uw blad.
liet is paar aanleiding van een besluit genomen door
bet Polderbestuur van Heerhugowaard. Alvorens ik mijn
grieven kenbaar maak, wil ik toch zeggen, aan de lo
zers van uw blad, dat ïk mij niet gaarne met cou
rantengeschrijf bezig houd, maar do wijze, waarop ons
polderbestuur zijn belastingpenningen ziet te verkrij
gen, is mijns inziens niet langer te verzwijgen.
Men gaat verordineeren ©en belasting op gaswellen.
or zijn neeren in ons polderbestuur, die nog komen uit
den kaarsentüd, en vinden, dat wanneer iemand geen j
aansluiting pij het electrisch net kan krijgen (aange-
zien onze polder nog niet geheel is voorzien van elee
trisch licht) en dan op een gunstige plaats woont, waar
brongas is te verkrijgen, het als een weeldeartikel 'is
te beschouwen, dat men een gasinstallatie Iaat aanleggen.
Zelfs is deze verordening in den meest èllencfigen j
tijd gemaakt, toen men geen olie en met moeite een
kaarsje wist te bemachtigen, toen was het te machtig
voor de heeren, dat het licht van het brongas in hun
water scheen. Het doet mij denken aan een soort mo
bilair bij personeele belasting.
Maar tegelijker tijd zeggen de heeren: niet alleen
weelde, maar ook het water, dat voortkomt uit hunne
wellen of putten, moet onze machine weer uitmalen.
Nu, geachte lezers, als ik nu de opmerking maak,
dat wanneer iemand een wel laat boren, ten gerieve)
van zijn bedrijf voor vee- en boon water, dan is de
man vrij van belasting betalen. Maar gaat nu diezelfde
man heen en laat IJver deze wel een ketei zetten om
zoodoende de wel productief te maken voor water en
licht, dan zegt het hooggeacht polderbestuur j Neen
mannetje, dat gaat niet, tiet is een weelde-artikel en
het water moet door onze machine worden uitgemaien,
dus f 10 belasting jaarlijks.
De belasting zal zeer zeker door allen te betalen
zijn, maar de strekking van dqgp heffing is mijns in
ziens dieptreurig en een wqord van protest zal m
dezen zeker niet misplaatst zijn.
En tegelijkertijd zou ik een beroep willen doen op
de Ingelanden van onzen polder, om toch vooral die
mqnnpnj in wie het conservatisme zoo sterk is doorge
drongen, dat zij het als een weelde beschouweri wan
neer iemand zich voorziet van brongas, eens te ver
vangen door meer doortastende landbouwers.
U, mijnheer de Red, dankend voor de-^jn mij
verleende plaatsruimte,
P. KOSTELIJK Pz.,
Heerhugowaard.
Het Drankmisbruik.
HET VERBOD ERGER DAN" DE KWAAL
Onze landgenoot, de Keer H. Groenman te Kopen
hagen, schrijft aan de Tel.:
„Het alcoholvraagstuk van een even groot als
actueel belang, ie in ruime mate waard/ terdege on-1
dar de oogen te wonden gezien» Want het houdt
nauw verhand met maarts chiappelijka, geestelijke en
lichamelijke belangen,
„Het verslag, van een in Den Haag gehouden ver
gadering vara^ drankbestrijders, bracht mij er tix-
een en (and&r omtrent deze aangelegenheid' te schrij
ven en zulks aan de hond van de ervaringen die ik
ton dien opzichte gedurende mijn bezoek aan di
verse landen dn Europa, en Amerika, opgedaan heb.
„Loat dik beginnen met te verklaren, dat het be
strijden von alcoholmisbruik, mijn volle sympathie
heeft, doch alleen dan en dit is het kardinale punt
wanneer dit op doelmatige wijze geschiedt.
„Ik geloof, dat men bdjv. in Holland' den j uister
weg bewandelt en al moge het woar zijn, dat vol
gens bestaande statistieken!, In ons tand, percent- i
gewijze het meeste alcohol gebruikt wordt, even-*
wtaar da het, dat bij ons individueel, belangrijk min
der wordt „gedronken" dan in verscheidene andere
landen.
„Meermalen werd mij in Zweden en Noorwegen
gevraagd, hoe het kwam-, dat men in Holland zoo
weinig dronken mensch en zag, ofschoon daar toch
de «alcohol- en likeurMxricatie zulk «en belangrijke
plaats Inneemt.
„Men «Is bot eerst in Zweden begonnen met de be
strijding van drankmisbruik. /Eh hoe heeft men die
aangepakt? 'Eenvoudig door plotseling den vetikoop^
van« allo alcoholhoudende dranken, waarondier Me£'
en daar ook bier verstaan werd te verbieden, zoo
als moh dit later ook dn Noorwegen gedaan heeft
„Wat was in beide landen daarvan het gevolg?
Dat er meer gedronken werd don ooit vóór de ver
bodsbepaling. Men wist zich op alle mogelijke clan-
des tlil e wijze alcohol te verschaffon, dronk haarwa
ter, Eau de Cologne en andere parfums en kocht
allerlei surrogaten, die met hoogo prijzen betaald
werden en vaak schadelijke, en vergiftig bestand-
dieelen bevatten.
.♦Niet zelden hebben daar sterfgevallen plaats, ver- j
oorzaak! door het gebruik van houtspiritus en' an
dere vergiften, dd& de plaats van spiritus moeten in-
nemen.
Aan do kustplaatsen van Noorwegen vooral, ko
men dagelijks, Hollandsche, Dudtsche en schepen van i
auuere nationaliteiten aan, die niet geringe noeveei-
ücucu «diAuioaswie iu tuu».eai aanvoelen, welse ue be-
yvvuwfl oy «ue «ixieosi g^raiuüüeruö wijzen weien bin-
ueu «ie sanosiaeien.
ander belangrijk middel om zich in geuoem-
ue iunuon van alconol ie voorzien, is, ae aoogenaam-
uö ,,uj ttLum-eaineiueDut is net distilleer en van aico-
nol in de huiskamer, uit mals, suiker, aardappelen
en andere grondstoffen. Hiertoe is slechts een een
voudig toestelletje hoodiig, dat voor een paar kro
nen, w^der - heimelijk kan worden gekocht of door
iemand) die h^nni.ig is, zelf kan worden vervaardigd.
Mien verzekerde mij, «dat bijv. dn Noorwegen, in elk
tweede huis, „h j embrennaiüB" plaats vdndt.
„is het wonder, dat men in genoemde landen., zulik
een groot aantal beschonken imemschan ziet? Het is
zelfs zoo erg, dat men het geen schande vindt dron
ken langs de straat te loopen en herhaaldelijk zag
ik «dan ook net gekleede en ©ogenschijnlijk beschaaf
de heeren, die „niet op hunne beenen konden staan".
Herhaaldelijk komen automohdelongiefukken voor,
die toe te schrijven zijn «aan dronkenschap van den
chauffeur, vaak eigenaar van dien auto.
„De zooe/ven genoemde „hjemhrennerie" is streng
verboden, maar waar en hoe de overtreders te vim-
den, hoe het te bestrijden, te meer, waar, zoo ik reeds
zeide, bijna dderéén het doet.
„Ik sprak in Christiania een Hollandsch huisva
der, die in zijn vaderland gewend was voor den
eten een bittertje en 's avonds een whisky te ge-
buiken. Toen het drankveibod in zicht kwam, heeft
hij zich een kleine hoeveelheid van beide dranken
aangeschaft, maar, vraagt deze .vriend, wat moet ik
«doen als aanstonds mijn voorraad op is. Ik wil als
vrij mensch, het onschadelijk gebruik van een ap-
peratief, waaraan ik jaren gewend ben, niet opge
ven en zie mij genoodzaakt mij daarvan «op de eene
of andere ongeoorloofde wijze, te voorzien.
„Deze Hollander, één uit duizenden gevallen, ziet
zich gedrongen, om de wetten van het land te over
treden, ofschoon hiiji die, als heilig, beschouwende,
altijd getrouw gehoorzaamd heeft. Hier wordt een
gevaarlijk, een glibberig pad betreden en al moge
dit bij onzen 'Hollandschem vriend niet van pas zijn,
bij anderen, kan deze eerste overtreding tot .meer
dere aanleiding geven.
In iZweden heeft men het ondoenlijke «n onprak
tische van deze .verbodsbepalingen ingezien1 en ds
daar successievelijk begonnen met alcoholische drum
'ken verkrijgbaar te stellen', doch op rantsoen,
„Steeds werd de te verkrijgen h«oeveelheid grooter
en thans kan elk op zichzelf wonend, mannelijk
persoon boven de 25 jaar oud, in Stockholm maan
delijks een hoeveelheid van 4 'Liter bekomen'. In de
meeste «andere steden van (Zweden is dit minder.
„Ieder «die op alcohol Techt heeft ontvangt 'n boek,
waarin de hoeveelheid, die hij verkrijgt, afgeschre
ven wordt. De bezitter van zoo'n boek moet zelf
zijn rantsoen komen' halen op de plaats en Ihet uur
daarvoor 'aangewezen. Meermalen moet uren' gereisd
worden om deze plaats te bereiken, waar zich vaak
honderden verdringen om aan de beurt te komen.
Ik zag wel, «dat daarbij de orde gehandhaafd werd
door een tiental 'politieagenten, alsof het het verkrij
gen van een fortuin gold.
„Wat is nu weder het nadeel van deze rantsoe
neering? Dat men de alcohol fleschgewijze ontvangt
en niet zelden ooik fleschgewijze gebruikt. -Ih dit ge
val is de man een paar maal per maand, telkens
als hij een flesch leeggedronken' heeft beschonken,
terwijl hij de overige dagen van de maand geheel
onthouder moet zijn.
„Ware het «nu niet veel beter als de man niet in het
bezit gesteld werd van zulk 'een groote hoeveelheid
ineens, doch gelegenheid had een glaasje jenever te
koopen, wanneer hij' er lust in heeft, zooals dit in de
meeste landen het geval is?
„In Amerika, dat' ooik „drooggelegd" is, zien we
precies diezelfde verschijnselen als hierboven omtrent
Zweden en Noorwegen' verhaald. 'ET wordt daar
thans ook meer gedronken dan ooit te voren en het
gerucht gaat, dat men daar reeds op de desbetref
fende voorschriften terug wil komen.
„Ik herhaal, bestrijidjimg van.' drankmisbruik is
goed, doch langs more el en weg en niet door verbods
bepalingen. Deze zijn erger dan. de kwaal.
„De mensch is van' nature strijdlustig. Hij wil doen
wat niet geoorloofd is, wil hebben wat hij niet ver
krijgen kan. Vandaar het spreekwoord van do ver
boden" vruchten. Wilt ge dat uw éénjarig zoontje
eet, zeg hem «dan, dat hij niet eten mag. Wilt ge
hebben, dat hij iets zegt, verbiedt het hem te zeggen.
Elen courant ddè gratis gedistribueerd wordt, wordt
niet gelezen, wel één, waarvoor men- betaalt. Ik zou
met deze voorbeelden te noemen voort kunnen gaan,
slechts om «aan te toon en, «dat hert verbod tot het
gebruik van iets, klus ook van' alcohol, tot grootei
prikkel, tot grooter begeerte, aanleiding geeft en
<ius een absoluut negatief resultaat heeft
„Laat ik dit betoog eindigen met d'en wensdh uit
te spreken, dat men in Holland, ten opzichte van
dit onderwerp, zal Mijven' werken in de richting,
zooals men Idit toit nu toe, met zooveel succes, ge
daan heeft en men zich niet zal laten' verleiden het
pad op te gaan, dat aanbevolen' wordt in het ver
slag, dat mij tot hert schrijVen van dit artikel aan
leiding gegeven heeft".
In onder de streep in het Hdbld. lezen wij
Mozart, model-echtgenoot. Toen keizer Jozef
II Mozart eens in een joviale bui vroeg, waarom
hij niet zoo verstandig was een rijke vrouw te
huwen, gaf de componist kortaf en trotsch ten
antwoord: „Sire, ik vertrouw dat mijn talent mij
altijd in staat zal stellen de vrouw te onderhouden
die ik liefheb". Het was mooi gezegd, en die woor
den deden Mozart eer aan, maar profetisch waren
ze niet. Want met al zijn faam en al zijn groote
gaven, heeft Mozart eigenlijk zijn heele leven fat
soenlijke armoe geleden. Altijd had hij met geld
gebrek te k,ampèn, altijd drukten hem de zorgen
en toen hij stierf, liet hij nog niet genoeg geld na
om fatsoenlijk begraven te worden.
Zoo ooit een genie door de wereld hardhandig
behandeld is geworden, dan is het Mozart geweest.
Want terwijl men hem lof toezwaaide en verheer
lijkte, moest zijn gezin zich, toen hij zoo onvoor
zichtig was op een allesbehalve hechte financieele
basis in het huwelijksbootje te stappen, zeer be-
krimpen.
Tusschen deze beide uitersten heeft Mozart altijd
geleefd roem en armoede. Zijn roem verbreidde
zich al toen hij een knaapje van vier jaar was.'
Hij wo jnde toen al met zijn ouders te
Salzburg, waar het wonderkind op een Icouden
Januaridag in het jaar 1756 het levenslicht aan
schouwde. Vier jaar oud, componeerde hij zijn
eerste stukken, waarvan zijn vader verklaarde dat
ze moeilijk waren dat niemand ze zou kunnen
spelen. Toen hij zes jaar was, was de naam van
Wolfgang Amadaeus Mozart door geheel Europa
vermaard. De grooten der aarde verheerlijkten
hem, den kleinen man, die componeeren kon, kla
vier, orgel en viool spelen. Rossini noemde hem
„den goddelijken Mozart", „Mozart is mensch ge
worden muziek" zei David, en Viardot sprak Mo
zart is Mozart, gelijk Allah Allah is."
Inderdaad Mozart was een genie, en zijn roem
kwam hem toe. Maar dat nam niet weg dat hij
zich, zijn kinderjaren uitgezonderd, altijd heeft
moeten behelpen en bekrimpen.
Als knaap speelde Mozart aan alle Europeesche
hoven en wera er door prinsessen en koninginnen
gekust en verwend. Toen hij voor het hof op het
keizerlijk paleis te Schönbrunn had gemusiceerd,
sprong hij met kinderlijke vrijmoedigheid op kei
zerin Maria Theresia's schoot, sloeg zijn armen
om haar hals en kuste haar. En haar dochter
Marie Antoinette voegde hij toe: „U bent erg lief,
ik wil met u trouwen De kleine Marie Antoinette
lachtte en klopte hem op den schouder. Weinig
kon ze vermoedeji, dat het woord huwelijk voor
hüAr zulk een tragische beteekenis zou krijgen.
Eenigen tijd later trad Mozart op voor het Fran-
sche hof, Hij bood Mme de Pompadour een kus,
maar deze weigerde uit de hoogte zich door het
kind te laten omhelzen Tot groot misnoegen van
de markiezin riep de kleine Mozart weenend uit:
„Wie is die vrouw die mij niet kussen wil als zelfs
onze Keizerin mij gekust heeft 1"....
Als kind zag Mozart aan de verschillende Euro
peesche hoven vele schoone vrouwen, die hem,
soms uit oprechte bewondering, soms uit aanstel
lerij, vertroetelden. Als jonge man hield hij ech
ter alle vrouwen op een afstand, en zijn hart bleef
voor haar gesloten.
Totdat hij in Mannheim Aloysia von Weber ont
moette, een zeer schoon meisje met een prachtige
stem. Hij verklaarde haar zijn liefde, maar ze
lachte hem uit, terwijl zijn vader evenmin iets van
hofmakerij wilde weten. Vanuit Salzburg schreef
deze zijn zoon Je gaat naar Parijs, en dat wel
onmiddellijk. Voor dergelijke grapjes heb je geen
tijd, tenzij je je carrière wilt bederven."
Met bezwaard hart vertrok Mozart naar Parijs,
waar hij vergetelheid zocht in hard werken, en
getroost wera door de vleierij die hem, gelijk in
alle andere steden waar hij optrad, ook in de
Seine-stad ten deel viel.
Aloysia von Weber schijnt later spijt gehad te
hebben van haar weigering. Niet omdat zij gene
genheid voor Mozart gevoelde, maar omdat zij
wel de vrouw van een zoo beroemd man had
willen zijn. „Ik wist destijds niet dat hij een genie
was, ik zag hem voor een doodgewonen jongen
aan", verklaarde ze.
Temeer spijt van haar weigering had ze, omdat
haar zuster, Constance, Mozart's liefde wist te
winnen.
Constance von Weber was niet zoo knap en
rijzig als haar zuster, ook zong ze veel slechter,
maar ze was lieftallig en hartelijk, en toen zij
Mozart had hooren spelen, voelde zij groote be
wondering voor zijn talent. Zij maakten kennis
en het duurde niet lang of zij verloofden zich.
Constance's voogd echter, beschouwde de iiefde
als een zeer prozaïsche zaak. Hij wilde wel in een
verloving toestemmen, maar alleen dan, wanneer
Mozart een contract teekende, waarbij hij zich
verbond het meisje, binnen drie jaar te trouwen
of haar, indien van het huwelijk om welke reden
ook, niets kwam, levenslang een jaarlijksche toe
lage van drie" honderd gulden te betalen
Mozart onderwierp zich hieraan en teekende het
contract. Maar nauwelijks had de voogd het twee
tal den rug toegedraaid, of het meisje nam het
papier, scheurde het aan snippers, viel hem om
den hals en verklaarde snikkend dat zij geen ge
schreven belofte van hem wilde aanvaarden, om
dat zijn woord haar genoeg was.
Constance von Weber had niet vergeefs op
Mozart's woord vertrouwd. Hoewel zijn vader zich
tegen het huwelijk verzette, dreef de jonge man
ziin zin door, en stond op een Augustus-dag in
1782 met haar voor. het altaar. „Toen de plechtig
heid voorbij was", zegt Mozart, „begon mijn vrouw,
en ik trouwens ook, te snikken, waarop alle aan
wezigen, tot de geestelijke toe, diep bewogen wa
ren, en alle tranen in de oogen hadden van emotie."
Een vroolijke bruiloft was het dus niet, maar
het zou niet lang duren of Mozart en zijn vroow
hadden meer reden tot schreien dan op hun huwe
lijksdag. Want na een paar maanden trad het
spook Armoede hun woning binnen. Ondanks al
zijn roem en talent, werd Mozart schandeiijk
slecht voor zijn kunst betaald, en zoo arm hadden
hij en zijne vrouw het soms, dat. toen.een vriend
eens op, een winterdag bij hen kwam oploopen,
hij het echtpaar aan het walsen vond in de huis-
i kamer om warm te worden. Geld voor brandstof
fen was er niet...
Kon Mozart dus zijn vrouw niet altijd voldoende
geld geven, voor het overige was hij een model
echtgenoot. Hij aanbad zijn vrouw en had alles
voor haar over. Eens werd er 's morgens gescheld
terwijl zij nog sliep. Mozart zat aan tafel en stond
haastig op om open ie doen. In zijn haast gooide
hij een mes van tafel dat met de punt in zijn voet
drong. Op zijn teenen verliet hij echter de kamer
en deed behoedzaam open. Dagen daarna liep hij
met veel pijn, maar zijn vrouw hoorde niets van
het geval voor de voet weer geheel genezen was.
Hij wilde niet dat zij 'zich bezorgd zou maken.
Als hij 's morgens de deur uitging, hetgeen
fiogal vroeg; gebeurde, liet hij altijd een briefje
achter, waarop hij schreef: „Goeden morgen lieve
vrouw. Ik* hoop dat je goed geslapen hebt en dat
je rust door niets is verstoord. Wees voorzichtig,
terwijl ik weg ben en zet alle huiselijke zorgen
van je af tot ik terug kom, wat ik zoo gauw mo
gelijk zal doen.
Zulk een briefje zette hij zoo op een stoel, dat
haar oog er onmiddellijk op vallen moest, als zij
ontwaakte. En dat was geen wittebroods-weken-
gewoonte van hem, maar een bewijs van zijn ge
negenheid dat hij altijd is blijven volhouden.
En toen hij op het ziekbed geworpen werd,
waarvan hij niet meer zou opstaan, kwelde hem
altijd het besef dat hij niets meer voor zijn gezin
kon doen. Den 4den December 1791 §tierf hij, en
nog op dienzelfden dag klaagde hij: „Moet ik nu
gaan, nu ik juist wat ruimer Kpn leven? Moet ik
jmijn vrouw en mijn arme kinderen verlaten, nu
ik in staat zou zijn het hun wat beter te geven
j Zoo waren zijn laatsie gedachten bij de zijnen,
jen wat van weinig beroemdheden gezegd kan
worden, kan men van Mozart verklaren: alle
j egoïsme ten opzichte van zijn vrouw en kinderen
was hem volkomen vreemd.
DE WEENSCHE VROUWEN VL1EOEN UIT.
Weenen, 29 juli. De correspondent van het Hbl.
meldt:
Evenals in alle oorlogvoerende landen is ook in
Weenen het aantal vrouwen in. verhouding tot
dat der mannen sterk toegenomen. Het probleem
van het levensonderhoud van het vrouwelijke deel
der bevolking is niet minder moeilijk op te lossen
dan dat van het onder dak brengen van mannen.
Vroeger was het ideaal van de doorsnee-Weensche,
waarvoor ze in meerdere of mindere mate uit
kwam, te trouwen en een eigen tehuis te stichten.
Want al wordt de Wienerin in de Weenscheope
rette nog zoo wuft en lichtzinnig voorgesteld, in
den grond is ze eigenlijk een echte huismusch met
echte huisvrouwelijke aspiraties. Ofschoon er op
het oogenblik drukker getrouwd wordt dan ooit
te voren, is deze „Hochkonjunktur" toch niet toe
reikend om alle vrouwen aan den man te bren
gen en in alle beroepen is er een teveel aan
werkkrachten. Er blijft dus een groot aantal vrou
wen over, die niet weten wat ze zullen beginnen,
met name in de burgerlijke kringen, die er-voor
terugdeinzen in het milieu, waarin ze met zekere
standsvoorrechten en vooroordeelen zijn opge-
froeid, ondergeschikt werk te verrichten. Daarbij
omt nog de groote schare gehuwde vrouwen1
wier mannen veel te weinig verdienen.
Het bericht van dezen toestand drong ook in het
buitenland door en zoo ontstond eerst in Amerika
het plan, Weensche vrouwen en meisjes uit goede
families als „hulp in de huishouding" of iets derge
lijks te laten overkomen. Op een goeden dag on
dernam een Weensche, die in Chicago getrouwd-
is, in opdracht van een voor dit doel.opgericht
comité ae reis naar Weenen en liet op echt AraeJ
rikaansche manier nog vóór haar aankomst door
de bladen bekend maken, dat ze voornemens was
een paar duizend Weensche vrouwen te Chicago
te engageeren. Het succes was boven verwachting
groot. Nauwelijks was de dame in Weenen aange
komen of er kwamen zich honderden sollicitanten
bij haar aanmelden. In korten tijd had ze wat ze
noodig had, meest vrouwen en meisjes uit officiers-
families. Het aanbod overtrof zoozeer de vraag
dat ze beloofde later haar bemiddelingswerk voort
te zetten en uit te breiden.
Thans is ook Nederland als solicitant naar Ween
sche huishoudsters opgetreden. Door een veree-
niging, die haar zetel in Nederland heeft, werd
het werk der „Internationale hulp" op touw gezet,
waardoor voor Nederlandsche huisvrouwen hulp
gezocht word. De voorwaarden zijn tamelijk streng.
De Nederlandsche huisvrouwen willen slechts be
kwame sollicitanten hebben, die goede getuig
schriften kunnen overleggen. De vertegenwoor
digsters der vereeniging nemen echter ook meis-
en vouwen uit den middenstand aan, die kunnen
bewijzen, dat zij een eigen huishouding kunnen
leiden. De sollicitanten mogen niet jonger dan
twintig en niet ouder dun veertig jaar zijn en
moeten zich voor minstens drie maanden ver
binden binnen dien tijd moeten ze de reiskosten
terugbetalen. De werkgevers kunnen, wanneer zij
de werkneemster niet geschikt achten, deze na
overleg met de vereeniging naar haar land terug
zenden, waarbij dan de vereeniging de terugreis
betaalt. De loonen bewegen zich tusschen de 200
en 400 gulden per jaar. Voor haar vertrek moeten
de sollicitanten proeven van bekwaamheid afleg
gen en worden ze medisch gekeurd. De vereeni
ging heeft t u nu toe in Nederland veertig betrek
kingen op het oog; de aanmeldingen looien echter
thans reeds nauwelijks veertien dagen nadat
het eerste bericht omtrent deze actie gepubliceerd
werd in de duizenden. Ook bij deze sollicitanten
hebben de officiersvrouwen de overhand. Alle be
tuigen, dat geen ^erk haar te min is. Op de vraag,
wat er dan met haar mannen moest gebeuren, ver
klaarden ze, dat die maar op hun eigen houtje
moesten trachten zich er door te slaan, de jaren
van den oorlog hadden ze er wel aan gewend van
elkaar gescheiden te zijn.
Uit een oogpunt van staathuishoudkunde be
schouwd. is de massa-emigratie wellicht een der
gevaarlijkste vormen van uitvoer, want degenen,
ie daartoe besluiten, zijn in vele gevallen ener
gieker en flinker dan de achterblijvenden. Maar
deze aderlating is nu eenmaal noodzakelijk ge
worden. En het is nog een geluk, tiat de Weeners
nog niet heelemaal kunnen doen wat ze wilden.
Anders zouden ze misschien, nu de buitenlandsche
koorts hen te pakken heeft, ineens allemaal weg-
loopen, mannetjes en vrouwtjes en dat zou
jammer wezen, want eens zal het toch ook hier
weer beter worden.
STAD EN LAND.
Be«rtrand Russell zet in «de „Natiotn" zijn 'beschou
wingen over den toestand! dn Rusland, voort. Hij
schrijft in zijn vierde artikel «belangrijke opmerkin
gen over de verhoudingen tusschen stad. «n land»
Evenals in 'Centraal (Europa ziert «de regeering ridh
dn Rusland geplaatst voor de moeilijkheid) de lande
lijke bevolking te noodzaken de stedelijke van voedsel
te voorzien, en «daarmee schijnt ze iets meer succes
te hebben dan de rege©ringen van Centraal (Europa.
D«e 'Sovjertregeetriing heeft «dit vraagstuk in hoofd
zaak uit te werken met het «oog op ^Moskou en Pe-
trograd. De andere steden zijn betrekkelijk klein en
gelegen in het centrum «van rijke lanidtoouw-diiiBtric-
ten. In hetNoorden ls de bevolking In hoofdizaak af
hankelijk van de zuidelijke districten, moor de be
volking is in het Noorden dun gezaaid.
Het is maar gedeeltelijk waar, dat. de quaestie der
voeds el voorziening van Moskou en Petrograd een
quaestie van vervoer ls.
Moskou vooral is omringd door rijk land.
De schrijver heeft een groote gedeelte van /Rusland
in goede treinen bereisd! en de ervaring opgedaan,
dat óp «de markten, «ook dn de omgeving van Mosko-u
alle soort van voedsel, zij het tegen hooge prijzen, te
koop is. Voor Pet/rogrod zijn de bezwaren van' trans
port grooter don voor Motskou, daar alle voedsel van
streken ten zuiden van^ Moskou moet worden op
gevoerd.
In Pertrograd riet men meer ondervoeden dan in
Moskou, alhoewel ook daar de gevolgen der onder
voeding merkbaar zijn. De regeerinlg zorgt voor de
voedselvoorziening van allen werkzaam in de steden,
tegen vastgestelde lage prijzen. De officieels theorie
is dat de regeering een monopolie von de voedsel
voorziening heeft en dat de beschikbaar gestelde
hoeveelheden voldoende zijn om die menschen in hert
leven te houden.
De waarheid ls dart de verstrekte hoeveelheden! on
voldoende zijn en ongeregeld uitgedeeld worden, ter
wijl het van regeeringswege verstrekte voedsel
slechts een gedeelte is van' den voorhanden rijtndem
voorraad
Vandaar dat ieder, die even daartoe in ctaafi is,
op de vrije markt voedsel koopt tegen1 een prijs Vijf
tigmaal die van den van regeeringswege (vastge
steld en.
Allerlei middelen worden) te baat genomen, ten
einde dat extra voedsel te bemachtigen'. Sommigen
verrichten extra arbeid tegen extra betaling. De wet
«die den' «achturigen arbeidsdag! voorschrijft, wordt
dagelijks overtreden.
Anderen zoeken' hun bijverdienste in speculatie In
voedsel of kleereai of dn ruilhandel levensmidde
len tegen weeldeartikelen). Deze ongezonde toestand
ken slechts tijdelijk rijini en hert geheel e steHel dot