feilt Uil het Hart van Holland. M.< Wij kannen een groote partij groen-1 blijvende LliillSTKUMS en goed geve-f derde ELS voor bogen aanbieden TWEEDE BLAD. FEUILLETON. Donkere Schaduwen SS?1 r ^iee^ Agnes dat niet reeds neden avond ge- zegd? Ach, en wat zal zij wel zeggen., als zij morgen <lc gcheele waarheid verneemt "als zij hoort, wat e* gebeurd is, wat do kantonrechter zijne bruid heeft aan gedaan. Margareta 'huivert, vol ontzetting springt zt] £P en klemt de handen om de stoelleuning. O, dat niet beleven, dat slechts niet l Bïmtenlandsch Nieuws. TEOEN SCHERP CONCURREERENDE PRIJZEN. KWEEKERIJ „DE DHADIA", Sint Paneras. voor de melkopbrengst. Men melkt koeien zoolang moge lijk geven zij minder dhu 6 8 (L. per dag, ,dan worden zij - langzamerhand gemest en geslacht. Bij de tegen woordige prijzen der ihelk '(5 Kr. per L. af boerderij) is een dergelijke exploitatie nog wel rendabel. Van Staatswege wordt, zoowei in Oostenrijk als in Hongarije, voor fokken en ook voor kruisen, het Zwit- serscne vee verkozen boven het Hollandsche. Op de groote goederen is men vrij om te fokken met welk vee men verkiest, doch bij kleinere landbouwers mogen alleen van staatswege goedgekeurde stieren dekken en ter keu ring worden geen Hollandsche stieren toegelaten, ook al omdat deze kleine boeren zulks niet eischten. Indien deze eenmaal doordrongen worden van het feit, dat lókken met Hollandsche vee hun melkproductie zeier zal verhoogen, dan zullen zij eischen om Hollandsche stieren tér beschik king gesteld te krijgen en dan zal de regeering moeten toegeven. Daaróm zal het echter noodig zijn, dat zij aan schouwelijk hebben gezien de resultaten, die men bereikt met Hollandsch vee. Hun eigen vee geeft minder, maar vetter melk. Dit laatste was vooral vroeger toen er over vloed van melk was, een voordeel, doch thans nu er een groote schaarschte heerscht, vraagt de consument niet in de eerste plaats naar zeer vette melk (toft 4 pCt. toe), doch naar melk en mits hij weet, dat ze onvervalscht is, is het vetoehalte voor hem bijzaak. Geheel in het Zuiden van Honghrya dicht bij de Joegoslavische grens, bezochten wij een landgoed, waar reeds sinds jaren met Hollandsch vee wordt gerokt en ge kruist. Die eigenaar, die zelf in Holland zijn vee kocht, was zeer tevreden met zijn resultaten. Hij voedde het vee echter ook beter, dan jnen gewoonlijk aldaar doet Het ;vee liep er dagelijks in de weide (wat tdaar te lande lang 'niet altijd gebeurt) en kreeg op stal ruimschoots klaver of lucerne en zoo noodig nog krachtvoer toe. Bij eenmalige kruising van Hollandsch met het inheemsch vee (zoogen, Bonybader-rasse) zijn de nakomelingen wel goed, doch men moet niet doorgaan met kruisen, daar men dan als trouwens gewoonlijk in dergelijke gevallen zeer afwijkende dieren krijgt. Eigenaardig is, dat men gefiike ervaringen had opge daan aangaande het Hollandsen vee, zoowel in Oosten rijk als in Hongarije, alsook in Bohemen. «Overal bestaat angst voor groot' vatbaarheid voor tuberculose en vreest men spoedlgen achteruitgang der dieren, terwijl ook algemeen is gebleken, datnij onoordeelkundige behande ling, verpleging en voeding, dit gevaar niet denkbeeldig is, vooral wanneer men op het geïmporteerde materiaal niet 'al te kieskeurig is geweest Veelal bleek ons, dat men de geïmporteerde fokdieren betaalde per ge wicht. Voor slachtdieren moge dit juist zijn, voor goede fokdieren diens men toch een anderen maatstaf aan te leggen. De opgedane ervaringen waren echter gelukkig niet gelijk aan die pessimistische verwachtingen. In Hongarije zagen wij vjae, dat al jaren daar was en zich goed had geacclimatiseerd. Het bezwaar om zuiver in het Hollandsche ras door te fokken, bestond in het niet voorhanden zijn van volbloed stieren'; noodgedwon- fen was men daar dus overgegaan tot kruising met Iwitsersch vee. In Bohemen troffen wij in den leider der goederen en demonstratie-boerderijen behoorende bij de Landbouw- Hoegeschool een groot voorstander van het Hollandsche yee aan. Reeds sinds jaren importeerde hij i am deal aanvang als Leider van keizerlijke domeinen vee uit Nederland. Echter was het aanvankelijk succes gering, naar hij volmondig erkende door zijn .eigen onkundig en gebrek aan kennis met de eischen van dit vee. Door herhaalde bezoeken hier te lande kwam hij op de hoogte met de behandeling, voeding enz. van onze dieren en sindsdien voldeden de geïmporteerde dieren goe. Toch waren de dieren, welke wij aldaar bezichtigden, niet van die qualitejt, als yerwacht mocht worden op een staats- demonstratie-boerderij,. zoodat ook daar propaganda voor onze veerassen niet overbodig zou zijn. Daar zoowel Hongarije, als Tsjecho-Slowakije fokvee en melkvee noodig heddien, zal derwaarts met veel suc ces kunnen worden geëxporteerd, mits door oordeelkun dige voorbereiding van den uitvoer en voorafgegane propaganda, meer kennis aangaande ons vee, zón be handeling, voeding en verpleging is verspreid. Hierbij zal niet mogen worden voorbijgezien, dat men speciaal de regeeringsambtenaren door demonstratie zal moe ten overtuigen van de geschiktheid van ons vee, dat evengoed ten hunnent kan Voldoen als het Zwitsersche, Zeer wenschelijk zou het dus zijn, dat deze ambtenaren eens een bezoek brachten aan ons land. Bij de Iion- gaarsche regeering bestaat reeds het plan een studie commissie hierheen af te vaardigen. Ten slotte zal vqor het welslagen van den export noodig zijn, dat men in het klem beginne met vee te zenden bij fokkers, die volkomen op de boogte rijn van d« ^schen, die ons vw stelt, opdat dan het succes, dat zij ongetwijfeld zullen heoben, ook ande- ren er toe zal brengen het Hollandsche vee te im porteeren. Men bedenke echter wel, dat, om zeker te zijn yan dit succes alleen goede en volkomen gezonde dieren tot den uitvoer zullen mogen worden toegelaten. Het zal er toch niet 'alleen om gaan.de goede reputatie van ons vee te handhaven, doch ook om ongemotiveerde vooroordeelen te overwinnen." ALKMAAR. In de Donderdagmiddag gehouden vergadering van den Raad was onder de ingekomen stukken een adres van ambtenaren 'bij de Posterijen en Telegrafie alhier, waarin zij te kennen geven, aat de financieele moei lijkheden, waarin zij buiten hun schuld verkeeren, het hun onmogelijk maakt, jegens de gemeente aan hunne verplichtingen te voldoen en daarom eenig uitstel tot betaling hunner belastingen verzoeken, omdat zij de gegronde hoop koesteren, dat weldra de Regeering in nun noodtoestand eenige verbetering zal brengen. Voorts verzocht de Rijwielpadvereeniging Noord-Kennemerland de gemeente om tegen betaling van f 250 's jaars als begunstiger te willen toetreden. Van de R.K. Woning» bouwvereeniging „Goed Wonen" jvas een© aanvraag ontvangen om voor den bouw van1 7 middenstands wo ningen te ontvangen een voorschot van f 58500, te gen eene rente van 6Va pet. 's jaars af te lossen in 75 jaar, 'een bedrag als geschenk van f 61050 en een voorschot voor den grond van f 11620. De Raad heeft benoemd tot leeraren aan de han delsdag- en aan de hoogere handelsschool voor staatsin richting, de Jieer A. P. H. Blaauw, leeraar aan de Cadettenschool, alhier; in boekhouden de heer A. Sel- lemans, in Noderlandsch -mej, H. E. Dekkers; in han delsrecht de heer Mr. C. A. <de Groot in natuurwe tenschappen de heer J.A. Ladage en mej. M. J. Op- penheim, de laatste studente in de biologie te Am sterdam; in Duitsch de heer L. Huizinga, leeraar aan de Cadettenschool en in wiskunde de heer P. Weeda, idem Tot lid der. schattingscommissie voor de Rijks inkomstenbelasting werd benoemd die heer J. CloeckL De verordening tot heffing van een hoofdelijken omslag werd gewijzigd wat den belasting-aftrek aangaat Na dat een voorstel van de soc.-dem. raadsfractie, om dien aftrek te bepalen voor gehuwden op f 1000 en voor ongehuwden op f 750, met een aftrak voor elk .kind bovendien van 75 was verworpen, met 12 tegen 6 stemmen, die der Soc.-Diem. Leden, werd met algemeene» stemmen aangenomen de voordracht van B. en Wt, waarbij de geldswaarde voor eigen gebruik voor wo ning, of tot huishoudelijke doeleinden van gebouwen of gedeelten van gebouwen wordt gesteld op de som, die bij verhuring zou kunnen worden bedongen en waarbij voorts bepaald is, dat het belastbaar inkomen verkregen wordt aoor het vermoedelijk zuiver inkomen te verminderen voor noodzakelijk levensonderhoud met f 800 voor gehuwde belastingplichtigen en weduwnaars, weduwen en van echt gescheiden mannen of vrouwen, die een of meer kinderen te hunnen laste hebben en t 650 voor ongehuwde belastingplichtigen, een en an der ingaande 1 Januari 1921. Aan B. en W. werd een icrediet verleend van f 80Ö stellen en haar salaris te bepalen op minstens f 1800 straat, ter vervanging van de bestaande ongelijk liggende stoepen. Het onlangs genomen besluit tot het aangaan van een 6 pet. geldleening, groot f 430000, aflosbaar in 40 jaar, werd gewijzigd m dien zin, dat eene leening zal worden gesloten van f 500000, tegen eene rente van 7pet., af te lossen in 40 jaar. D|e Raad benoemde tot regent van het burgerweeshuis, de heer A. Oskam, Besloten werd aan de heeren J. Opdam eh Joh. Apel doorn te berichten, dat de Raad geen aanleiding vindt, om B. en W., naar aanleiding van hunne afwijzende) beschikking op het verzoek om schadeloosstelling .van f 11025 voor uitgevoerd extra-werk bij de ophooging van het bouwterrein voor de stichting van 47 werkmans woningen in de omgeving der Lanastraten, uit te noo- digen met eenig nader voorstel ter zake te lcomen. Aan de Nederl. Vereen, ter bevordering van belangen van verpleegsters en verplegers „Nosokomos" te Amster dam zal worden bericht, dat er ivoor deze gemeente geenerlei aanleiding bestaat om de wijkverpleging, in deze gemeente te maken tot een 'gemeentelijken tak van dienst, slechts gediplomeerde iverpleegsters aan te stellen en haai salaris te bepaling op. minstens f 1800 's jaars. Teruggenomen werd een vroeger genomen besluit om aan alle ambtenaren der politie een vacantietoeslag te geven, voor zoover het den Commissaris van Politiiei betreft Voor de uitbreiding van de ijsfabriek 'bij het ge meente-slachthuis werd een crediet verleend van f 12000, als voorschot té verstrekken 'aan het bedrijf onder ver plichting tot aflossing in 15 jaren. Ingesteld werden commissies van bijstand voor 'het grondbedrijf en voor het sportpark, met vaststelling van de verordeningen tot regeling van» den werkkring deri commissies. Het loon der kaasdragers werd nog voor een jaar1 bestendigd op 20 cent per 100 K.G. kaas. Met 14 tegen 4 tstemmen werd besloten tot verbreeding van de Voormeer tot 11 M., ter verbetering van het verkeer te "land,met' het maken van een nieuwen wal- muur, ter plaatse, waartoe aan B. en W. crediet werd toegestaan van I 72000. De begrooting van het burger lijk armbestuur voor 1920 werd goedgekeurd met eene subsidie uit de gemeentekas van f 65600, die van het burgerweeshuis idem van f 10659, die van den ar menraad, met toekenning eener gemeentelijke bijdrage van f 4167, die van den gem.-reinigingsdienst in ont- Zaterdag 30 October 1920. 63sie Jaargang. No. 6713. Het weer blijft zoo schitterend en zoo gestadig, dat het lijkt of het goen winter worden zal, en alles wat tot het winterseizoen behoort, wil eigenlijk nog niet recht op dreef komen. Het beeft er den schijn van, of men wat er aan zomervreugde tekort is gekomen wil inhalen, Do stoeltjes en tafeltjes prijken, nog voor de ca'fé's. Men ziet overal nog open auto's, haast nog meer dim in het zomerseizoen, de huurkoetsiers rijden nog met victoriaaijes en zelfs de ijskarrotjes zijn nog niet ceheel veriwenan, al is 'hun aantal sterk verminderd. Het loof siert nog de boómen., die in heerlijken na jaarsdos zijn in hun prachtige kleurverschcidenheid. der stervende blaren. Overmoedige jonge dichters loo- peu nog blootshoofds met hun fladderende artiestenlok- ken en kranige oude heertjes wagen zich zelfs nog zonder jas, om hu,n krasheid te demonstreeren. Er is ncfi steeds eenig vertier in het boscii en aan het strand. De behoefte aan wintergenoegens doet zich nog niet sterk gelden en de lust napr komedie en concert is nog slapjes. Ook de theegelegenheden, mondaine bewe ging ^waar vooral Den Haag zoo trots op is, willen nog niet goecl f [oreeren, omdat de Hagenaar nog geen oGeheid van de Tent in het Bosch en yan Het Room- huis willen nemen. Het is daar nog op zijn aller mooist. Al wat winterseizoen is, wordt een beetje geforceerd. We iuopen met nazomer-ideeën rond, ondanks het feit, dat de banketbakkers reeds speculaas én bo-ter letters en horstplaat, uitstallen voor St. Nicolaas en we kunnen ons nog absoluut niet indenken dat dit win terfeest al op komst is. En een dergelijk najaar is .voöral in Den Haag zulk een buitengewoon genot, omdat we dan eens rustig en innig kunnen, genieten van onze schoone natuur eu van do zee, zonder de opgedrongen seizoenvreugde en de kcrmisachlige cn protsige .seizoenexploitalie. Scheve- iiingen is zooveel mooier met een strand zonder stoe len en tenten en kuilen en gedrang van casten, zonder muziek en dans en opgesmuktheid, zonoor aanstellers en mode-gedoo. En vooral het Bosch dat altijd een beetje vergeten wordt, omdat het buiten do vrcemdelingeai- exploitatio valt, trekt nu'wat meer den aandacht, dan in do dagen van Juli en Augustus, wanneer niemand zich onttrekken wil aan dc geneugten onzer badplaats. Onze stad is nu een beetje gezuiverd van dat protsige soort genotzoekers, dat in armoe veel geld in hotels ver teert. Thans heeft de residentie een klein beetje het aan zien van do voorname en mooie Hofstad, de elegante stad zonder drukte en zonder veel gehaast of werk zame bedrijvigheid. Een zeer bijzonder besluit heeft de gemeenteraad ge nomen en wel om najaarsvacantie in te voeren. 'Dit kan niet genoeg op jJfijs worden gesteld. Het is toch langzamerhand gebleken, dat Augustus de slechtste va- cantiempand is, die men denken kan. En haast ieder 1 is op die ongelukkige maand van regen en koude aan gewezen. Voor ieder is haast deze vacantieitijd een des illusie en de zomergasten die onvermoeid elk jaar weer naar buiten trekken om vnn de stadsdrukte wat uit te rusten, verknoeien hun geld en hup kiostelijken vrijen1 tijd in armoe en lijden zooveel diende en hebben zoo veel ergernis, dat ze van de rust, die ze noodig hebben, plets genieten. In de pensions zitten de armzalige fa milies dan op elkaar met dreinerige, hangerige Kinde ren, die hun speelkamer ien speelgoed missen en ook die genieten weinig of niet En wanneer dan de familie weer terug is, in de stad, de kinderen weer naar school moeten en de mannen weer op kantoor en de vrouwen weer in het huis hun werk terugvinden, komt September met de zachte najaarszon tarten, en schijnt door de sdhoolramen cn op de lessenaars der burcaux e.n In de keuken of de huiskamer, waar de vrouwen bezigzijn, zoo. verlok kend en verleidelijk, dat dia ergernis van dan niet vrij te zijn, zie hgaat mengen met die van de herinnering aan de mislukte 'zomervacantie. Do natuur geeft nadrukkelijk aan dat September en October eigenlijk, ook al zijn de dagen dan wat korter, de maanden zijn om yacantie te nemen en dat het he in van November daarvoor nog geschikter kan zijn an de maand van ae hondsdagen. De Haagschc Kinderen nu krijgen alvast de gelegenheid om zich een klein beetje schadeloos te stellen voor de desillusie van dezen zomer. En ook het personeel der scholen, zal er van profiteeren. Misschien vindt dit voorbeeld navolging. Het is wel jammer, dat «jd'0 kin deren, die vacantie hebben, reeds vroeg binnen moeten cn het is niet zoo heel prettig voor de ouders om zo ecnige uren zonder 'huiswerk bij de lamp rustig te DOOR NATHALY VON ESGHSTRUTH. 8. De maan vult het met baar zilveren licht, en als vernietigd door leed en smart zinkt .Margareta op de knieën en drukt de handen tegen het gezicht- Wat is er gebeuVd. Ach, kon zij zelve het vreeselijk, ontzettende slechts vatten en begrijpen. Vernietigd, zedelijk vermoord. Hare ©cr reddeloos gebrandmerkt. O, God, in den hemel, zulk eene schande kan men zich immers niet voorstellen. Kan zij ooit voor de wereld weer gerechtvaardigd worden? Ais de oppasser dc .waarheid zegt, hoe zij den ge wonde gevonden en hem onder het eerste het beste dak gebracht hebben. Maar neen, dat zou den jongen officier immers aan het uiterste blootstellen, dat zou het in de stad bekend maken in welk oen onwaardigen toestand hij zich had bevonden en h<& gevolg zou zijn, dat bij zijn ontslag kreeg zcide dc oppasser dat niet? Dan is hot bestaan van een jong mensch, die misschien nog veei goeds en nuttigs in do wereld verrichten kan, voor altijd vernietigd, cn waarom? Om haar armzalig, nutteloos, doelloos leven voor ellende te behoeden. Nooit. Zij moet en zal zwijgen om hem te redden wat is aan haar gelegen. En toch... als Olmulz opy rijn eerewoord verzekerde... Margareta 'schudt hartstochtelijk het hoofd. Te vergeefs. Niemand zou hom gelooven. Wat hel pen woordenbij het vernietigend feit, dat een jong meisje des nachts de woning van een beer verlaat? Ach, de bittere, vijandige stemming der stadbewoners tegen haar was niet eens noodig om haar door dit telt voor altijd te veroordeelm Verlaten en verloren. /Us eon steen op de straat zoo onbeschermd en alleen. De teerling Is gevallen, ki/r uw Gij kuht niet langer in dit buis houden en bezigheid voor ze te vinden, maar ze heb- j ben te veel ontbeerd, om ze deze zeven vacantiedagen niet van harte te gunnen. De algemeene toestand met dit mooie weer is eigen lijk die van "Msandaghouders. Er gebeurt niets, belang rijks. Het is overal slap. In de Tweede Kamer is het nog rustig, en het ziet er altijd nog uit of de winter- campagne moet beginnen, of de werkelijke animo er nog niet is. .Het is ook 'te verleidelijk voor de heeren Kamerleden met dit mooie ^eer om een beetje te spijbelen. Het is te mooi weer voor geharrewar en de politici zijn in een te goéd humeur om elkaar al heftig in het haar te zitten. Het is .pok geen weer om je op te winden voor de kunst en als je overdag door het Bosch gewandeld hebt, heb je geen lust in een stuk van Strindberg, waar je bij griezelt en ook niet in Vondel. Dat is allemaal voor een anderen tijd. Als de najaarsstormen woeden en je bent den ganschen dag opgesloten geweest in je kamer, komt de ware lust pas om er 's avonds uit te willen en iets serieus of iets feestelijks te genieten. We hebben hier bovendien toch zulk een wonderlijk theaterseizoen. We genieten hier allé tooneelgezclschan- pen door elkaar. Onze schouwburg en het theater- Vesrkaae zijn dan door de een en dan door de ander bezet. We weten niet, als we eens een avond uit willen, wie en wat voor genre we voor zullen hebben. En dat is niets voor den Haag. Ons publiek wil niet alles voorgezet zijn, maar wil zijn eigen keus doen. Het wil niet mededeelen in de repertoire van andere steden, maar het wil zijn vaste acteurs en zijn eigen stukken, althans de stukken, die in haar smagk vallen, zien. Het wil zijn eigen sterren, zijn eigen lievelingen op het tooneol en het wil niet, als een provinciestad toebedeeld worden, al is het ook nog zoo rijkelijk, met een serie Voorstellingen van gezel schappen, die er als het hun uitkomt, heentrekken. Dit is de voornaamste fout, die ons tooneelseizoen aankleeft en het is ook de grootste fout van de directie, dat ze het theater tot een zaai voor alle mogelijke publieke vermakelijkheden heeft gemaakt en met in nanden gegeven heeft van eeji vast gezelschap, dat dan ons gezelschap zou worden, waarvan we het repertoir zouden kennen en dat ook op onzen smaak zou letten. Zoo hebben we vroeger de opera gehad en zoo heeft Verkade en daarna Van der Lugt Melsert de gunst van. óns publiek gehad en zoo heelt het publiek zijn ge negenheid gehad voor verschillende opera-zangers e(n -zangeressen, zooals Marcou, Sorah Dorley en Emm,a Luart, en voor acteurs en actrices, als Verkadie, Enny Vrede en Elsa Mauhs. Dit contact tusschen publiek én kunstenaar is nu len eenenmale verbroken, de sympathlën zijn verbrok keld en eiken avond zit 2jah nieuw gezelschap voor een nieuw publiek. Misschien dat zich later eerfigc lijn zal voordoen, en er toch een bepaalde voorkeur zich doet gelden, voor een bepaald gezelschap en een bepaaldrepertoir. En het Is te hopen dat de schouwburgdirectie daaruit een les zal trekken en dit gezelschap een eenigszins vasten voet zal geven. Maar, zooals ik zeide? het is nu nog nazomer en er valt nog maar weinig anders van het seizoen te zoggen, dan dat het wat slap begonnen is, waaraan voor een groot deel het weer .mede schuld is. W. P. HET HOLLANDSCHE VEE IN HONGARIJE EN TSJECHO-SLOWAKIJE. In het Overijselsch Landbouwblad deelt (baron die) V(os) v(an) S(teenwijk), die deelnam aan de studiereis, welke onlangs door eenige landbouw-specialiteilen in Oostenrijk, Hongarije en Tsjecho Slowakije gemaakt werd, het een en ander mee over den toestand aer vee fokkerij en de ervaringen, opgedaan met het Holland sche fokvee, in de genoemde landen. Wij ontleenenj hieraan het volgende: Het inlandsche vee heeft men ter verbetering gekruist met Zwitsersch vee (Simmenthaler), ook wel met Pinz- gauer, Montafoner (bergvee uit Vorarlberg) en spora disch met Hollandsch vee. Over het algemeen geeft men 'de voorkeur aan kruising met Simmenthaler omdat men meent, dat de nakomelingen minder, onderhevig zijn aan tuberculose, minder hooge eischen stellen aan verple ging en stalling en zwaarder, krachtiger trekossen le veren. Dit laatste moge juist zijn, de eerste meening is onjuist; bij goede verpleging en oordeelkundige voe* ding (weidegang, etc.) is a,e vatbaarheid voor tubercu lose bij liet Hollandsche vee niets hooger dan bij het Zwitsersche. Zopivel in Hongarije als in Tsjecho-Slo wakije troffen wij dan' ook fokkers aan, die zeer goe de ervaringen hadden gemaakt met het fokken van Hollandsch vee. Zij legden er echter steeds den' meesten nadruk op, dat men de geimporteerdè dieren niet op dezelfde wijze moest behandelen als de inheemsche, die gewend zijn aan slechte weiden en het droge vaste lands-klimaat. Wanneer men echter eenige zorg be steedt aan verpleging en voeding, gedijen de Hollandsche koeien zeer goed, wat trouwens natuurlijk is, daar ons vee ook elders onder verschillende klimaten getoond heeft zich uitstekend te kunnen aanpassen aan dia omstandig heden. Behalve om te fokken heeft men in Oostenrijk en 'Hon garije in de nabijheid der groote steden Hollandsche koei en geïmporteerd voor zoogenaamde „Abmelk-Wirlschaf- ten.„ Dit zijn bedrijven, waar men koeien speciaal houdt Niet den bitteren lijdenskelk tot den laatsten drup ledigen. In dit huis kan zij niet langer blijven; zij moet gaan en hoe eerder zij het doet, des te beter. Werktuigelijk grijpt zij naar het licht en steekt het aan; met onzeker tastende handen, vol koortsachtige haast begint zij haar goed te pakken. Op de tafel liggen couranten, zij wikkelt haar goed, er in, doet den kleinen koffer open en vult dien met het noodzakelijkste. En terwijl zij halfdood van angst en zorg. daarnaast knielt, dwarrelen de gedachten achter [laar voorhoofd: waarheen? waarheen in de groote, vreemde, verschrikkelijke wereld? God mag het wieten, aan hem vertrouwt zij zich toe; en in den hoogstan nood vouwt zij de handen en heft ze vurig smeekend ten hemel. „Nu de menschen mij In mijne ellende verlaten, er barm gij u over mij, barmhartige vader daarboven. Ik hAh immers geen anderen helper in den nood dan u 'alleen." En het wordt stiller in haar hart, een wonderbaar vertrouwen vervult haar plotseling en 'zij hoort weder do stem van den predikant, die haar zegenend de hand op het hoofd legde en haar bij hare hervestiging tot lid maat der gemeente deze woorden medegaf op den langen pelgrimstocht door het leven: „Uit zes ellenden zal ik ti redden en in de zevende zal u geen kwaad ge schieden." Nu wil zij op God vertrouwen. Hfj zal het wel maken. Vooreerst zal zij terugkeeren naar de kostschool, waar zij vroeger zoo liefdevol opgenomen was; van daar uit rallen dan wel middelen gevonden worden om voor een onderkomen te zorgen. De .vermoeide, omschaduwde oogen leven weer op bij deze gedachte, de bevende handen reppen zich nog meer. En als Margareta opnieuw een stuk courant grijpt, om daarin een schoen te wikkelen, vallen hare blikken op eene met groote Letters gedrukte, advertentie. Het licht flikkert werktuigelijk heft mejuffrouw von Uttenhofen het blad op. „Vrouwen en meisjes uit den beschaafden stand, die iiet verlangen en de roeping in zich voelen, zich aan de ziekenverplegino te wijden of diakones te worden, vinden te allen tijae vriendelijke opname in het kinder ziekenhuis Bethesda." De naam van eene groote stad volgt, alsmede de onderteekeningen vsn het bestuur. Zij richt zich op, zy leest een tweemaal en een heldere glans vliegt over het bleake, door tranen be vochtigde gezichtje i te allen tijde i te allen tijde vindt rij opname I Diakones 1 Luid klopt haar hart in blijde verrukking. Hoe was h»ït mogelijk, dat zij niet reeds lang op deze gedachte wus gekomen. Welk ander beroep zou voor haar passen als juist dit ^Diakones I Had zij niet reeds heden ondervonden, welke over vloed. van zaligheid en blijde tevredenheid in den Sama- ritanendienst ligt? Sïond zij niet heden reeds tweemaal op den drempel, alsof juist zij de oproepinc had ontvangen; Kom, snel ellende en nood te hulp. Hier woont geluk en vrede, ga naar de zieken en hulpeloozen, zijroepen u cn geven uw leven de waarde, welke het voor God welgevallig maakt. Zij had deze oproeping niet begrepen, zij ging blind en onverschillig struikelend verder op haar doornig pad... en Gods hana moest eerst naar Kaar grijpen en haai door een pijnlijken, harden slag met de tuchtroede het rechte doel wijzen. O, nu verstaat zij den wil van den Almachtige, die van zichzelf zegt: Mijne wegen zijn niet uwe wegen. Een stroom van licht opent zich plotseling voor Mar- gareta's blikken en doet haar arm, gekweld hart m ge- ïooéige verrukking slaan. Zij heeft een tehuis gevonden. Eene deur heeft zich voor haar geopend, daarbinnen staat in een wit kleed de barmhartigheid, die breidt da armen naar haar uit en glimlacht tegen haar met een blik van heilige liefde; Kom tot mij, gij arm, ver weesd kind, ik wil voortaan uwe moeder zijn." Nu kent Margareta haar vaderhuis. Als een verlossende ademtocht gaat het door haar geheel© wezen. Hare lippen glimlachen, hare vlijtige honden reppen zich dubbel snel, en weldra "rijn hare weinige zaxen gepakt: zij staat 'stil en ziet met wee moed in het stille, kleine kamertje rond. En dan schrijft zij ip vliedende haast nog een paar regeltjes aan haar oom, bedankt hem zeer hartelijk voor al de liefde en goedheid, die hij haar 'heeft bewezen, en zweert hem bij de nagedachtenis van hare trouwe ouders, dat zij onschuldig is, -hoe zeer ook alle schijn tegen haar moge zijn. Zij kan geen bewijzen van hare onschuld geven, God zij geklaagd, en daarom zal de meening in de stad tegen haar zijn en haar ten strengste verooraeelen toch is haar geweten rein en hare eer vlekkeloos. Evenwel kan zij hem onder deze zware beschuldigingen niet langer tot last zijn. Zij wil zich een weg aoor het leven banen en hoopt hem na verloop van jaren het bewijs te kunnen brengen, 'dat zij zijn naam in eere heeft gehouden. Hij moet niet naar haar vorschen, maar haar aan haar lot overlaten. Alles zal' zich ten beste koeren. Hoe gaarne zou zij persoonlijk afscheid van hem genomen hebben, doch net is heter, dat de opwinding hem bespaard blijft. Nog een vaarwel en de verzekering van innige dankbaarheid en dan sluit Margareta den brief en legt hem zeer in het oog vallend op do tafel Het licht der kaars valt op hare hand en verlicht dep bmallen gouden ring aan haren vinger. Het jonge meisje rilt Langzaam schuift zij den ring af en legt hem op den brief. En daarbij Ls het haar plotseling te moede, alsof zij een drukkenden, vernederenden last van zich geworpen heeft. Zij heft de armen op en strekt ze vol dwepende ver rukking naar den helderen, nachtelij ken hemel uit. „Verlost, O, God in den hemel, heb dank I" sta melt zij kust de roode streep, die de ring op hare hand heeft geteekend en glimlacht gelukkig. „Ik heb hem geduldig gedragen als een juk, dat uw wil, o Heer, mij had opgelegd. Nu hebt gij het barmhartig zelf weer van mij[ genomen, en daarvoor dank ik u in de eeuwigheid." Vrij, ja, zij was vrij Zoo ontvlucht een vogeltje de kooi, achter welker tralies het in kwellende gevangenschap heeft gesmacht. Vrij, .bevrijd van alle ellende die haar hier omringde. Nu wil zij een nieuw leven -te gemoet gaan. Vriendelijke sterren wijzen haar den w-ec en het geheele. voorjaar met zijne geuren en klanken trekt met haar en vergezelt haar. Hoe gansch anders glimlacht Mareareta nu tegen'den heerlijken tooverglans. Haar blik glijdt over "de droo- mende boomtoppen en blijft rusten op het verre, don kere dak, waaronder een bleek, doodehjk uitgeput gelaat in de kussens rust. Hoe heet hij, wi-en zij "hulp heeft Verleend, ter wille van 'wien zij zelve bij nacht en ontijd moet vluchten), eene onbekende toekomst tegemoet? Hem hield zij medelijdend in .don -arm, terwijl een bliksemstraal vernietigend haar eigen nest trof. Ach, wist zij toch zijn naam. En toch waartoe? Do wegen, die zij van nu af bewandelen zal, zullen verre van de wereld en haar geluk liggen. En zij zal er met naar verlangen. Onder den sluier der diakones is geene plaats voor den mirt, maar wel voor de herinnering, welke hare bleeke immortellen om het beeld van een vreemden man vlecht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 5