Die Roos van Schagen. DERDE BLAD. Bmnentandsch Nieuws. NIERKWALEN Zaterila 6 November 1920 63s»e Jaargang No. 6717. 1)1 M l ARI V-ltl STHIJDINO Zeker moet het een geluk kine gedachte worden geacht van de afd Fleer I lugowaard van Het Wille Kruis, Dr AKIershoff uil Utrecht, Inspecteur van de Volksgezondheid. uit te noodigen in een open bare vergadering, door de afd. uil te schrijven, te willen behandelen het wezen, de verspreiding en de hestrij.linu der malaria. Woensdagavond., werd deze vergadering gehou den en d<- voorzitter, de lieer VV. Molenaar, achtte Jiet voor het bestuur der afd. een voldoening, dal zoovelen vvarer. opgekomen, een greote voldoening ook. d it voor aanwezigen zou optreden Dr. Alders hoff, die in de ee.rste pla its mag worden genoemd leizake van de malaria-hestrijding In de ©vertui ging, dat de aanwezigen hun volle aandacht aan den spreker zullen schenken, geeft hij het woord aan Dr. AKIershoff. Deze begint met de opmerking, dat het een ■waagstuk schijnt de aandacht van een vergadering ^te vragen over een onderwerp, waarover de laatste jaren reeds zooveel is gesproken en geschreven, dat het welhaast min oi meer verveling zou kun nen verwekken. Toch hoopt spr. op een aandach tig gehoor, want de zaak waar het om gaat is van groot, zeer groot belang voor de volksgezondheid, speciaal voor deze streek. Nog maar kort is de malaria op deze hemels breedte eén onderwerp van ernstige studie. Wel r ze te vergelijken met de Tropische malaria, doch de zaak staat toch hier heel anders dan in de Tropen, en wel, omdat het vaststaat, dat onze rralariaverwekker, de malariamug, in tegenstelling met de Tropische eén* winterslaap houdt, juist een hoogst belangrijke factor in ons voordeel bij de bestiijding er van. Hieruit volgt reeds, dat spr. de malaria mug wil bestrijden. Achtereenvolgens zal spr' heli.indelen liet wezen der malaria, de ver spreiding en de bestrijding ervan. I)e malaria is een bloedziekte de parasiet, welke haar veroorzaakt, zit in het bloed, zetelt in de rb ode bloedlichaampjes. Na een duidelijke uiteenzetting der samenstelling 'au ons bloed, en een uitlegging van den ont wikkelingsgang van cel tj/t organisme, komt spi i"t de verklaring hoe de malariamarasiet, welke ééncellig is in hei bloed komt. Dit is het werk van de malariamug. Deze brengt de parasiet in het menschelijk bloed, waai in ze lol ontwikkeling komt en den vollen wasdom krijgt Bij ^ïet afzuigen van ons bloed neemt dr mug de parasiet tót zich, welke zich in- lusschen in bet bloedlichaampje heelt gedeeld In d: malariamug heeft verder geslachtelijke ont wikkeling plaats, waaruit voortvloeit dat deze mug een hoogst belangrijke rol speelt bij de versprei ding der malaria, vooral wanneer men weet dat de parasiet in den mensch tenslotte sterft. Spr. komt hiermee tot de conclusie: de mug weg, de j malaria weg. hit gedeelte zijner rede wordt nu door spr. met platen toegelicht, waardoor men een goed inzicht Im komt van den ontwikkelingsgang. In de maag de inug heelt het bevi uchtingsproces plaats tus- Tragedie, vrij bewerkt naar eene legende door LEONARD ROGGEVEEN. o (Het stuk speelt gadeelteijk op, gedeeltelijk lsn de nabijheid van het sloit te Sdhagen.) Derde tafereel. (In het iHeerenbosch. Veel bloemen.) (.Rerthia ien R'einoud geknield.) eertha ('droef .en igielaitem). Mijn 'li.ef, mijn lief, mijn. lief, igia igij tevreden Naar 't onbekende landJ van oorlog heen! Droef (blijf ik achter, maar herdenk in vre'de Het groot geluk, dat met mijn ilief 'verdween! reinoud. Mijn lief, mijin lief, mijn lief, In luwe bedien Gedenk uw Deinend. Tbch, wel trok hij heen, Eéns komt hij weer; dian is al 't leed' geleden, Voor' altijd) hl ij ven wij getweeën één! Einde derde taiereel. _o— Vierde tafereel. (Bij Robert, dm klokkengieter. (Vooravond, later maneschijn.) •roeert (naar achter sprekend). Heel langzaam zakken, nog een- kleine voet nu! GenoOg! Een touw .er om, dlat alles stevigzlt! Mijn kleine' Roheirt, toeits jij nu den klank! (Men Ihoort achter 't itiooneiel 'een gebarsten1 toon.) I Alwieer igelbarstien, 't is Idie (dle-rde maal 'nu. Zoo blijkt dus onze moeite'stee dis- onvruchtbaar! En, toch, die spijs wia® goed, ook de verhouding Van dr onderscheidene .metalen was precies! I (Arend! en kleins RO'bert op.) 'k Begrijp niet, walt er toch. aan schorten mag. 't lis of de duivel er mee speelt 1 En ihiaidl ik mij de moed'toosheid niet tot Mijin grootste vijandiin gemaakt,, ik zou i Geneigdl zijn, om haar nu te naad'ren Met vrlëndlijk oolg, .een (gillmilaclh om dien1 mond... W'lat nu, mijn heer? Robert. Weer o versmelten, Arend!! Er zal Doch iets aan' 't mengsel moeten hiaap'ren. Pk weet niet, wat het anders wezen moet! De .spijs is todh goed! afgekoeld, nietwaar? arend. Uitstekend, Heer, daar viel niets op te zeggen 1 Robert. Welaan, opnieuw de hand' aan d" arrebeid. Het moet aan ihem gelukken, die siteedis aanhoudt! j Nog nOiodt heb ik gefeild;! Waarom dan' nu? I En 'k ben ervaren in mijn valk! Neen, weer 'beginnen! ''k -Ga mee, zal zelf het opzicht houden.I Kom! (Arend1 en ROhert af.) robert (verdwijnend! tot den kleinen iRobert): Blijf jij hier even, Robert, straks komlt Bertha! (Kleine Rlolbert gaat zitten spelen-. Bertha1 op.) rleine robert. A5t-! je weet toch, wat je me (beloofd hebt! I - ,'ïie wiaJ van Mioed'er zou vertellen. I -a-'i je toch toftkrc&t: iievt Rerthai schen de mannelijke en vrouwelijke cellen pn van ile besmette inuiïuenma;^ komt de parasiet in de speekselklier terecht en wordt dan door den muggesteek overgebracht in ons bloed Deze gang van zaken, zegt spr., staat onomstootelijk vast, daaraan valt niet te tornen; evenzon is het een voldongen feit. dat nieuwe besmetting bij den mensch niet noodig is voor malaria-aai.vallen, aan gezien de vrouwelijke cel zich in ons bloed kan voortbewegen en koorts ten gevolge heeft. In de Tropen nog zeer lang na de besmetting, bij ons niet langer dan b.v. l'/a jaar. Door middel van geklenrde platen wordt het g.-sprokene nog eens verduidelijkt en daarbij tevens verklaring geneven van de z.g. derde- en vierdedaagsche koorts. De laatste wordt meer veroorzaakt door een andere dan onze malariamug. De koude rillingen vallen juist samen met het uiteenvallen der parasiet in onze bloedlichaampjes, daarna treedt verhoogde temperatuur op (koorts), hetgeen te heschouweii is als de veidediging van ons lichaam tegen den parasiet aanval. Is de koorts over dan is do para siet volwassen. Bij opvolgende besmetling, dit acht spr. nu wel verklaarbaar, kunnen koortsen elkan der sneller opvolgen en men spreekt dan van dubbelderde of viei d'-daagsche koorts. De toedie ning van kinine, liet doodelijk gif voor de malaria parasiet, zal voor deze doodelijk zijn, indien ze ge-chiedt op het moment dat de cel zich gedeeld ïverfi. Het stelselloos toedienen van kinine is dan ook vaak doelloos. Reeds de oude volken hebben veel van de malaria te liiden gehad, sommige plaatsen bleken er on geschikt door voor bewoning. Omtrent een eeuw geleden werd door een Franscliman de malaria-parasiet ontdekt., doch pas in 1902 werd de overbrenging geconstateerd en wel het eerst bij de vogel malaria, Weldra bleek nu ook. dat dit géschieddebij den mensch. We zijn hiermede gekomen tot de ver spreiding en nu toont spr. sterk vergroot de zing- of piepmug en de malariamug ;-de eèrsie mag wat lastig zijn met ,haar drukte, zij is toch niet de malaria-verwekster', dit komt voor rekening van die stille in den lande, de malariamug. Het meest kenmerkende verschil, door iedereen ge makkelijk waar te ne.men, is dit, dat de zingmug zich neerzet evenwijdig aan het vlak waarop ze rust, terwijl de malariamug met dit steunvlak een hoek vormt en wel zoo, dat de kop bijna tegen het vlak aanzit en het achtergedeelte er tamelijk ver af gericht is. Voorts legt de zingmug Haar eieren bijgroepjes, de malariamug afzonderlijk de larve van de laatste heeft een korte luch'tbuis en hangt in het water met het achterlijf naar omlaag; deze larve is wat slanker dan die der ringmug. terwijl het volwassen insect gevlekte vleugels heeft. Nu is de malariamug wel over ons heele land verspreid, doch .men treft haar hier veel meer aan dan elders tevens is gebleken, dat niet overal de mug op den mensch vat heeft. De meeste gevallen van malaria elders worden juist geconstateerd bij Hollanders, terwijl ze dan toch niet wordt overgebracht op de bewoners dier streken zelf. Ook bij dieren heelt de besmetting plaats, zoodat koeien, schapen, varkens en vooral ook konijnen er van te lijder hebben. Door middel van goed sprekmde licht beelden werd het gesprokene nog eens verduide lijkt en aangevuld. Hierna werd gepauzeerd. Naar aanleiding van eijkele vragen in de pauze tot spr. gericht, vond deze gelegenheid op enkele zaken nog eens terug te komen en te verduide lijken om daarna te behandelen de bestrijdings middelen. Werd de parasiet in de menschen gedood, dan zou dit als afdoend middel te beschouwen zijn, doch spr. acht een wettelijk voorgeschreven kininë-slikkerij vrijwel onuitvoerbaar. In dit ver band wijst spr. op den aanleg van het Panama kanaal, waarbij de Franschen het moesten afleg gen tegen de malaria, waarop de zaak Ameri kaansch werd aangepakt. Hierbij werd een strook ter breedte van 3 mijl geheel ontruimd van BERTHA (gedurende H geheele tafereel temeergie- sliaigenl, sarras imgehioiudlem 'zerauwiaichtiigi): Nu niet, -mijin; Robert KLEINE ROBERT. Jiai, -toe, (beste Biebtha! Van morgen zei j'e, diat je z/ou vertellen, En zielf Ihe'b je me ial'tij'd! voorgehouden, JD'ait iik m'oét -dben, wi&it lik beloofd heb-, en Nu 'hou .je zelf niet je belofte, Benthial BERTHA. Nu, luister dam, mijn. jomlgen! Klim maar op Mijn ischooit), dlan. 'hoor je 't ihe-ter! Vroeger, Toen jij er nolg niet was, "en Bertha noig Een hleel klein meisje wiaa, toen leefde moeder! Ze wfas zoo- Hef, zoo zorgend' en ,zdo har tl ijk. Als Berthia eens veoidlriiet (had, ging ze altijd) Niaar moeder toe, oim bij haar troost te zoeken, En. dlan lei Bert/ba U hoofd: in moeders schoot! En. moeder zed dlan: 'Kom, niet huilen, Bertha! Weer vrctolijk zijn, koon Bertha, vroolijk zijn! (Zij snikt.) KLEINE ROBERT. Wlat Is er, Bertha, heb je pijn? BERTHA. Och meent Een beetje hoofdpijn, dlait «aalt gauw weer over! KLEINE ROBERT. -Zal lik -mijn hand eens o<p je vdorhOofd! leggen, Dam wondt het diaiadlllijk toelter! BERTHA. t Doe 't miaar even! KLEINE ROBERT. -Gaiat he't lal over, Biemtha? BERTHA. Ja, mijn Jongen! KLEINE ROBERT. 'En* nu van. moeder weer vertellen, Biertha! BERTHA. Een® op een keer werd moedOr ziek, heel ziek, Jij wias itoen nog een kleinte, kleine -dreumes! KLEINE ROBERT. Hoe groot was ik toen-, Bertha? BERTHA. Net zoo igroot Als onze poes! KLEINE ROBERT. Als omze poes, hahia, hiah-al BERTHA. Ja, jij was nbgi heel k'leln en moeder wilde Jou altijd! zien, want ze hield heel veel van jel Era, op een morgen, toen ik weer 'bij moeder Kwant, om te kijkera, of z' 'al beter werd-, Toen... was... ze... doodi... (Zij snikt.) Die goeie beste moeder! En na dien tijd; zorgt Bertha steedis voor Robertt (Een klolk slaat). Maar nu moet Riotoeiit gauw maar bed! KLEINE ROBERT. Ja, Bertha! Eerst niog wat zingen, want dan slaap ik beter! BERTHA. Goed', luister, ventje! (Man-eschijm. Ziji alnlgt,) lm de wolken- schijnt de maan! Kindje moet nu slapen gaan W'Mlte wolkjes, blank als schapen. •Kinld'je moet mu gauw -gaan- slapen Maantje daalt, van 't schijnen emoe. Kindje sluit z-ijn oogj-es tOel Kioim, iRobert! KLEINE ROBERT. Ja Be-rtlha(Beiden af.) 'Na ectósen tijd' k/vn-f B-bert op met Arend.) bewoners, op de arbeiders, werd stel:sejmat!gc toeaienjiig van kinine toegepast, ze vonden mug genvrije slaapplaatsen, beschermd door gaas, alle plassen en poelen werden gedempt, of onder de petroleum gezet. Door al deze sanitaire maatre gelen kon het werk worden uitgevoerd, Voor ons echter lijkt zoo iets ondoenlijk, trou wens spr. is geen voorstander van stelselmatig toedienen van kinine. De streek broedvrij makenl Hiervoor zou uit de slooten enz. alle plantengroei verwijderd moeten worden, doch de( adviezen uit de praktijk leeren ons. dat dit niet gaat. terwijl een proei te Nieuwen- dam genomen, heeft bewezen, dat dit geen afdoend succes gaf. Niettemin acht spr. een vooijaars- schouw over slooten zeer aan te bevelen ter bestrijding der wijfjesmuggen, doch het meest afdoende komt het spr. voor de malariamug in den winter te bestrijden, wanneer ze bij millioenen te vernietigen zijn. De malariamug toch houdt een, zij het dan niet zoobi vaste, winterslaap; ze heeft daarvoor- noodig de nabijheid van levende wezens, waarop ze al en toe eens te gast kan gaan. Vandaar dat we ze 's winters bij massa's aantreffen in stallen en hokken, in konijnenholen ook. Het komt spr. nu hoogst gewensclit voor dezen winter met alle kracht den strijd eens hier aan te binden, we hebben hier een hoogst vruchtbaar arbeidsveld Of dit stHlig afdoende zou zijn? Spr. wil dit niet beweren, we kunnen dat met weten, doch stellig mogen we aannemen, dat we op die wijze veel. heel veel zelfs doen. Voor hét bestrijdingsplan is N.-Holl. verdeeld in districen en H Hngowaard is aangewezen voor de leiding van dit district. Wanneer nu dezen winter elke stal, elk hok. elke verolijfplaats 3 h 4 maal onder handen wordt ge nomen, dan moet dit een goed resultaat opleveren. Elke stal moet worden beschouwd als een mug genval. En nu moet men in dezen niet alles op Rijk en Geme nte laten aankomen, we moeten in deze zoo eendrachtig mogelijk samen werken, ieder het zijne er toe bijdragende. Dari staat het bij spr. vast. dat de muggenstand daardoor ten zeerste zal worden gedrukt. Vooral N.-Holland een deel van Zeeland en van Gronin gen werden sterk door malaria geplaagd, juist strekerv die bijzonder waterrijk zijn, een hoogen waterstand hebben er. waar het water brak is, een omstandigheid, die al mede gunstig schijnt te zijn voor de voorttelling van de malariamug. Door middel van lichtbeelden wordt aangetoond, waar in ons land de malaria veelvuldig optreedt, waar in mindere mate, waar slechts sporadisch. En interessant waren de opmerki- gen, welke bij deze beschouwing door Dr. Aldershof ten beste werden gegeven en waaruit zoo duidelijk bleek, dat de malaria gevallen elders vaak hun oorsprong hadden in N.-Holland. Dit kwam ook sterk uit tijdens de mobilisatie. We zouden véle voorbed den kunnen aanhalen,, doch moeten ons bekorten. Nog enkele vragen werden door spr. beant- woo d, waarna de voorz tot sluiting ov^iging. Een woord van warmen dank werd den lieer Aldershof gebracht onder krachtige instemming der aanwezigen, doch, zegt voorz., en laat hierop den nadruk vallen, laat ons niet vergeten, dat we Dr. Aldershof voor deii aangenamen, leerrijken 'avond de groote voldoening kunnen geven door ons metterdaad in dezen zijn medestrijders te toonen. Krachtig applaus. ELLENDIGE SPOORWEGDIENST. De klachten over den treindienst zijn weer niet van de lucht. Wij ontvangen jammerbrieven uit Zutfen („her haaldelijk te laat"), Arnhem, Nijmegen („de D--lrein eiken avond één tot anderhalf uur vertraging") Bussum („de treinen komen van de nieuwe dienstregeling af niet meer op tijd"), Hilversum (de express arriveerde Zater dag 6 u. 45 inplaats vani 5 u. 45; Maandagavond kwam de trein van; 6 u. 32 om) 7 u. 35), Apeldoorn, Leerdam („de trein weer 45 minuten over tijd"), Tiel („Zaterdag en Maandag is de D-trein, die ongeveer 7 u. 10 moest aankomen, eerst over achten gearriveerd") enz. ROBERT. Jia, 'diaira opnieuw wait vioomaiad1 imigeislaigeai. Hiak 'dësnioodls boom-en1 Om, "bij ivOoirk-eur ou-die, H-el v-uur moet gloeiend (blijven, <Ha<t is een Venelscbte, wiaiar we niet vian kunnen wij'ken. -Siluur,t ving er dus een man lof wat -0'p uitl Iikzelf kom fdiaiad'lijk, ik -wil .eviein maten! AREND. Bk ga reedis, hieerl ROBERT. j Maialkt apoeidl,- vtaiarwel, toit is>tiraks! (Arend iaf.) Wiait zit ihieilaidhter, Idiait 'k niett slagen (kan? W-ai 'Ls -de oorzaak -van 'die tegenspoed? Er hianigit iets lira d-ë 'luchft, ik -Voel .maar 'k kan Niet zeggen wat! -Ook anderen ondier vinden Den vreemdein invloed], die ons, menlsclh'en, drukt 1 Heer Reinou,di tnok ten strijde na t' vensdhijnen Vlam Miagraus' geest! Mijn Berthia IdroOmt zoo •angstig, En- i.k -sta machitloo® hij -den tegenspoed, Die me in mijn werken' ötoOrtt! Nooit was dit zoo! 't I® vreem-di! M-aar kiom, bet hoofd niet laten hanlgen 1 Met fri.ssch.en moed! weer dp larbeM' aanigevangen! /Klornl Ruist Ik eivien op 'de banlk wat uilt, Dan werk dk Ibeiter strak® 1 (Hij gaat zitten.) BERTHA (Op.) Vader... Vader... (Hij alaiapt, die lairme, droevig -d'oOr z-ijn tegenispoefd. (Zij gaat op d-ë Ibank zitten, die handen ge vouwen- in- de -schooit.) Mijn RdinoufdJ wegi, naar gruwbre oorlogsvel-den], Mijn li-efste dn gevaar. En' ik? Ik on derga dit alles, of helt mij- niet treft, Zoo willoos heeft de smart mij reeds gemaakt, Dat 'k bij mijn -snikken- geene tranen heb. (Snikt.) Hoe vredig ligt het velld -in t manelicht! .Dalar glind® helt rose vuur! iï'ae- schijnt Het op die omgeving! !En hoog hoven alles S-tiaat daar de maan, schijnt over goed en kwaad.', Op twiist en zoete vrede ziet zij neer, Dloor df eeuwen- zag zij H wo el-en vian. de menschen, Bewaart In U bleek gelaat heiuflr Ighooit geh'eiiml ROB.ERT (mompelt In- zijn rust.) BERTHA- Wiat, vader? Niet®, hij' droomt... de go-ede... ROBERT (mompelt luider). BERTHA. Mij.n R-einoud, keer terug, Ikoan vlug, mijn liefste l ROBERT (opspringend). Neen, neien^ hoe -dhirft ge 1t vragen? Weg van mijl BERTHA. Mijn vaderl Wat? Wijk van mij, Satan 1 Wegl BERTHA. Wiat doeit -u zoo ontstellen, vader? ROBERT. Waar., Waar is hij, die mij izoo, zóó slecht eten raad gaf, Als k nooit, nog nooit -gehoord helb? BERTHA Vialder, hier Is niemand dan uw Bertha! ROBERT. Zag jij niets, Mijn Beirltihia, zag jij niemand hier, mijn kinid? BERTHA Nie'en vader, hier Was niemand1! Maar misschien Hebt u gedroomd, dat u iets zag! Dit is nu maar een bundeltje klachten van één dau, alle verhand houdende mat de bezorging van ons blao, en dus beirekkirg hebbend op slechts enkele trei nen. Men begrijpe hoe het reizend publiek onder een dergeliiken gedesorganiseerden dienst lijdt. Zou de "directie van onze gpoorwegdienslen niet weer eens een fijn intervi-euwtje willen geven, om te vertel len, waaraan nu haars inziens deze winterveirwarring te wijten is Van den zomer, weten we uit een befaamd onderhoud, dat de heer Kalf wel heeft willen geven, was het 'l fietscnvervoer, dat de heeren over het hoofd was gegroeid. Geldt deze uitvlucht nog steeds, ook nu in den winter? Of zijn er weer and-ere bezwaren, waar men niet a'an tegemoet weet te kónien? In elk geval, zooals het nu ls, kan het niet langer. N. R. Ct. BELANGRIJKE DIEFSTALLEN. Er is aan het licht gekomen, dat den laatstcn tijd te Amsterdam belangrijke diefstallen zijn gepleegd bij het vervoer van goederen uit do hoven nonr de plaatsen van bestemming. Twee koetsiers, in dienst van eon dor scheepvaart maatschappijen, die verdacht worden groote hoeveelheden goederen, waaronder handschoenen, man- chetknoopcn, lappen stof en lappen fluweel, tc neb bob gestolen, zijn betrapt én door tle politie aangehouden. Vervolgens hoeft de politie gearresteerd oen winkelier uit den Jordaan, die de gestolen goederen van de koetsiers gekocht heeft en deze in een bewoond huis in dé Witten- burgerstraat had opgeslagen. Allo goederen, die een aan zienlijke waarde vertegenwoordigden, zijn door de politie in beslag genomen. De twee dieven en de heler zijn in bewaring gesteld. DE LANGDURIGE DROOGTE In de Tieler- en Bommelerwaard wordt, volgens het N. v. d. D., zeer naar regen verlangd, ook naar een hoogere waterstand der rivieren. Het uitgezaaide koren ontkiemt niet, maa* verstikt in den grond, terwijl door denlagen waterstand d-e schepen die suikerbieten en Hooi moeten laden, de meeste ladingplaatsen niet kunnen bereiken. Voorts is op ver scheidene boerderij-en watergebrek, eveneens door den lagen waterstand, daar de pompen buiten werldng zijn. Gedurende een 10-tal weken vertoont zich, ook wellicht door de ongekende langdurige lage rivierstanden, geen enkele zalm op de Mcrwede, Waal of Maas. Reclames. SCHUILEN IN EEN KOU. Het is niet .algemeen bekend dat een gewone kou zoo dikwijls hel begin is van ernstige nierkwalen. Dit geschiedt als volgt: Een kou verstopt de huid poriën, luchtkanalen en ingewanden, zoodat het deel van het werk dezer organen in het rein houden van het bloed, gevoegd wordt bij de reeds zware taak van de nieren om het bloed te zuiveren. Rugpijn en urinestoornissen waarschuwen -voor over spanning der nieren, en als geen acht wordt geslagen op deze waarschuwingen, bestaat gevaar voor rheuma- tiek, niergruis, nier-waterzucht,, ontsteking der nieren ot 'blaas, en zelfs ongeneeslijke ziekten. E^n kou kan niet altijd vermeden worden, doch on getwijfeld kunt gij aan de ijieren de kracht, bijbrengen; om kwade gevolgen van een gevatte kou te weer staan. Verklein de hoeveelheid urinezuur in het bloed. Ge bruik daartoe minder vleesch en opwekkende middelen, wat de taak der nieren verlicht en hun kracht bewaart. Gij kunt verder succes verzekeren door het gebruik van Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Zij herstellen cn versterken zwakke nieren, hernieuwen de werkzaam^ heid van de urine-organen en verzachten de blaas. Foster's Pillen helpen bij iedere geneeslijk© graad van nieraandoening. Zij dienen uitsluitend voor dit soort ziekten en werken niet op de maag, lever of ingewanden. Wacht u voor namaak onder geliikloortige namen. D© echte Foster's Rugpijn wieren Pillen dragen de handteekening van Jkmes Foster op de verpakking en zijn te Schagen verkrijgbaar bij Gebr. Rotgans a f 1.75 p. doos of f 10.— p. zes doózen. ROBERT. Ja, ja, dat kan! O igruwfbire droom! BERTHA Wiait was 't, mijn' .vader, zeg *t Uw Biertlh&l ROBERT. Ik droom/de, dat mij iem/n-adi naderde, Met wreed igeHlaat, d.e bovenlip ge®pleten, Waaruiilt een stagHarnd tstialk. Zijn ad era WiaiS' als zwavellucht 'dioioiUdlrinlgiein'd -en bedwelmend De oo'gan puiltdem -uit ime't vuurtgen gloed, iHlet haar 'hing hem in- bossen 'om liet hóófd, Terwijl het. een geheel wa® iraeft dein' haard;, D'ie .d.iik rvairn islijm-irllg Ibltofid' terneder 'hinigi, Hij' naderde -en siJste mij dm 'it loor: Uw klok., o al.ervli.nig,, zal mdeit klinken, vóór GIJ nwe dbchlteir Bert/ha In' die spijs werpt! BERTHA Alhl (Kijlk't extatisch (Starend voor zich.) ROBERT. Bk- wilde h-em trappen', (kloven zijnen schedel, Maar mijne armen varen zwaar als lood, En: willoos moest i-k 'it aanzien, dait hij weder Mij met. zijn aldiem, 'Sfiinkeirad ails d:e pest, 1 In he't geziir.ihlt isptoog, daarbij •sissend' iala Een helsahe slang: Uw klok, o sterflijk miorasdh, Klinkt niet, voorda't uw dbahter B.e-rthia zich Zial wempera in -die spijis, wanneer die 'it heetst i®! To-en was he-t monster pioltsliing weg! Ach iB-ertlhia, 'k Gievoiel mij igatnsch ontzind, ach welk Een droom... ach... ach...! Wankelend af.) BERTHA (als in sn'glgeisit'i-e, tgonloos): Uw .klok, o s'tervliing,, ziall plet klinken, vóór Uw doichter B'entha zii-clh ziail weirpen In- -da sp-ïj®, Wlairaneer die X heeltist is! Wanhopiig) Reimoai-d, mijn Reinoiuid, keer terug! (als in waaji^n): Uk -zi e Een -gruwlijlk 'onheil.,Reiinbudl, kom (in extase) Uw klok, o stierVliing', aai. ni-et klink'ein, vóór 'Uw dochter B'erthia zich zal wierpen lm de spijls, Wiainneeir idlie 't heetst is! (WaphOpig vooruolt, tred end O Rieimoud, Reinoudi, help me! Ah, er komt 'Iets vreeslijiks, ja lik kom, i'k koml (In extafiische waanzin): Hiahia! Hahahaha! 1 (Zij rvlielgt van U itooneie'1. Rumoer.) AREND (onzichtlbaiar) O, Jonkvrouw! BERTHA (lonzliichitihalair): Hoha! <iGesdö öjIs gloedbnid viuur.) arend (kómt hiaastiig. op): Mijn Heer, miin Heerl ROBERT (haiastilg oip): AREND. Uw dochter Berthal ROBERT. Walt Arend! O, mijlra' He-er, AREND. Wtojar? Daar in de splj-s! (B-eiden snellen af.) Einde vierde tafereel. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 9