TWEEDE BLAD. De dingen om ons heen. FEUILLETON. Donkere Schaduwen Brieven uit Engeland. Ingezonden Stukken. Binnenlandsch Nieuws. Zaterdag 20 November 1920. 63ste Jaargang. No. 6725. De» lezeir, die -die welfwilleuidlh-edd heeft mijn we- IceliJk'SiC'lie «atrtatkeU-en te- volgien», zal zi-c'h herinneren, ■hoe dk er ten tijdie van do vredesonderhiandtellmgeii tussdh'en Warschau: ten Moskou heriiaakMijk op wees, .dat 'Polen «alleen daarom •zooveel van die Sovdjetreigteertaig; igieldlaan kon krijigien, omdiait deze de Jionden vrij wdLdie hebben teigen Wrongel. «liet leek ons, dat ,eir igirond was om aan te nemen, d<a)t die beweging die viani 'de Kirim uitging juist om dat en zoolang als zij mationaal was en niet direct door ihet bultenlland werd onJd'ersteunds een veel gevaarllijker ibedirelgin© voor de SovietregeeTing was, dan welke «andere ooik. Polen heeft zich laten' verleiden ei'sclheu te stellen die veel te vier güngear. H.t zag die eischen voor 'eien goedi «deel een te groot flteed ingewilligd en aanstonds daarop richtte Moskou aH zijn krachten tegen Vtfningel miet het ilharas bekertdle gevolg Waar we niet 'etons doch herhaaldelijk de meeniing verkondd'gdlen, dat het IBoilchewism© als idléo iop economisch en .politiek gebied niet met de wapenen ten ónder gebracht kian worldon, doch alleen door tegenover «dit .waanbeeld! 'die feiten en Tesultaten te sUdleii', kan ons de nederlaag, van Wrange! vrijwel koud' laten. Die gevallenen izijin te (betreuren, de economische gevolgen voor Koever weder een nieuw productie gebied .aam de we«reMconsum pil e onttrokken wordt', diesgelijika. Maar vanPeon beslissende nederlaag der Sovietregeier'in'g tengevolge van WrongeTs beweging is naar on.7Je meemlmg nimmer spralko geweest. Die kan alleen uit een revolultiie van het Russische volk tot stand, 'komeni. 'En hoelang "het duren zal voor het 7.00 'verspreide en uitgeputte volk daartoe in staat iê, weet nieitn.anldl Vieel ernstiger 'Hjkit ona dntuiss'chien het nleuwie gevaar voor Polen. De onverzadigbare hebzucht Ide-r heeren dn War schau heeft o'venal kwaad bloed gezet, 'Geen enkel land gaat accoord1 met de imperiallstiscüne politiek die Warschau voert. Of helt moest Frankrijk zijn, dat nu eenmaal teen sterke, imdlitaire macht op de - Duitsche oostgrenzen, voor 'zijn. particuliere belan gen voor noodzakelijk houdt. Koe iweinig! imen o«p heeft met het .Warschausche Imperialisme', blijkt wel uit de afkeurende houding aangenomen ton. opzichte vani den opmarsch tegen Lkauen. Ook het- feit, dat de vaststelling der Duitsdie schadevergoeding, wordt verdaagd! tot ma de beslis- .silng omtrent het lot 'van Opper-Silazië, lijkt wel een •bewijis,. da't .die Opperste iRiaald! tang niet mie er zoo zeker is«, dat die streek Poolsch is of wil wezen, als hielt scheen bij de vaststelling van het Verdrag van V ersai'lles. Het lijkt ons .aam zeer gie'grondem twijfel onderhe vig of wanneer.straks Moskou pogingen in jïi'et werk btolt om da onrechtmatig aan Polen afgestane Rus sische streken weer terug te krijgen' een poging, die niet kan uitblijven! en wanneer Lïtauem, nood gedwongen:, zich; dlan bij; Rusland aansluit, er in Europa, iwell zoo .bij'zo«nde!r veel animo zal' bestaan, dets voor Polen te dloen. Zeker, 'er zal geschermd wonden imet de heiligheid van go toek ende verdragen, moreel© steun zal wor den 'toege'zegdl en de hervatting van den Ihandel zal nog, eend gen, tijd langer train© enen, doch' daarbij zal het blljivon. Een 'herhaling van het „wonder1" der redding van Warschau zal «urtblljveni. iNiiet omdat' de Fransche gerneraails imfinder be kwaam zuillern zijn «dlan eenu half jiaar vroeger, niet omdat België zoo noodigi geen tweede Roode Krula- trein. izal kunnen zenden, doch ialleeh omdat -er geen Wirangel is, dile in staat kan. worden geacht een werkelijke' 'bedreiging, voor Rusland te zijn1. Als er dan- van iPolem dets meer overblijft dan' een flethtm, zal het imooi zijn. Duiitschlmnd! zal ongetwijfeld 'in het vuistje lachen wanneer dio iastigo buurman klop krijgt en ge- dwongeni wordt zijn, to'on te matigen. De Rerlijnsche regeerjlnigi zal zich' o Zoo gaarne! door dé ge organiseerde arbeiders laten dwingen tot een neu traliteitspolitiek, 'die de doorvoer van wapentuig en hulptroepen' onmogelijk miaakt. lEn de arbeiders iin het oenige West-Euro'oeesche land dat kan. helpen, nJl. Engeland, zullen' waarschijnlijk -evenmin reden hebben om hun politiek van „geen inmenging ten nadeel© van Rusland'" te wijzigen. Vermoedelijk, zal', die eerste nieuwe veramdeTtlng op de kaart van Europa zich niet Hang laten wach ten. Hot zal inmiddels niet de laatste zijn, vermoeden we. Er zijn er nog andere op de komst. Didhter nog hij buis. IWij bedoelen Oostenrijk, Hier wordt de toestand van dJag tot dag! minder houdbaar. De Oostenrijk- sclie Kroon is nu zoo wat één .procent waard van hef nominaal bedrag, zoodot alles in goud uitgedrukt, honderd maal duurder is dan voor den oorlog. Handel met zulk den land is natuurlijk onmoge lijk en alle 'theoretische pllannen, oim «die valuta weder op een, behoort ijk peil te brengen, halen niets uit' zoolang er niets feitelijks geschiedt. De gemengde commissie in Weenen heeft een voor- stol gedaan twee k driehonderd millioen dollars voor die valutaverbetering te besteden. Doch de algemeerte commissie voor herstel heeft dienaangaande nog geen beslissing genomen. Zelfs ai gesteld, dat zij bereid was zuLk een bedrag uit te trekken, dan zou nog de vraag rijzen waar zij die som vandaan zou willen halen. Zélf beschikt zij niet 'over fondsen en de paar landen, dio met geld zouden kunnen helpen, toonen slechts geringe neiging om over de brug te komen, hoe groot hun sympathie en medelijden met Weenen en om geving overigens ook moge zijn. Men kan hun hierin geen ongelijk geven. In de eerste plaats komt dio hulp zoo laat, dat eenige tijd geleden met een veel geringer bedrag een véél bé tere hulp mogelijk zou zijn geweest. Hulp, die destijds wellicht het land voorgoed weder ln het zadel zou hebben kunnen zetten, rïu is hel) moment voorbij of zoo goed als. Nu is Oostenrijk voor alle practische doeleinden bankroet en vraagt men zich af, of het geen geld verspillen zou zijn, dit bodemlooz© vat weder te willen 'gaan vullen. Een groot doel der oude rijkdommen zijn verdwe nen. Inaustriëele mogèlijkheden bezit het land bijna sn dus is de vraag, hoe 'het er boven op kant niet en komen, gesteld zelfs dat het een lang crediet ontvangt en hoe net ooit de rente, laatstaan de hoofdsom, dier leening zal kunnen verdienen na dekking der eigen: behoeften. Doch als het die hulp niet krijgt, blijft er voor de- Oostenrijkers, practisch niets anders over dan thuis te verhongeren. Dan welhun staat failliet te geven en zich met de overgebleven particuliere bezittingen .ion rijkdommen, met intellect en werkkracht te wenden tot een anderen staat en daar hulp en bestaansmoge lijkheid te vragen. Voor zeer vele Oostenrijkers is er geen twijfel, of die andere staat moet het taalgenoot© Duitschland zijn. En men weet, hoe herhaaldelijk reeds pogingen zijn aangewend op een t aansluiting daarbij aan to sturen, toen de omstandigheden nog lang niet zoo wanhopig waren als thans. Zulk een aansluiting zou ongetwijfeld een inbreuk gehcele nen doen tegen zulk een aansluiting. Vooral wanneer zij, zooals hier, het eenig alternatief van den honger dood is. Atlassenmakers hebben nog tijd! UITKIJK. DOOR NATHALY VON ESCHSTRUTH. H; Zij lachte, in haar blik kwam plo&eling eene flik kering^ ,,En waarom niet? Gij weet volstrekt niet, wat rene Eva imponeert. Hebt gij ooit gehoord van man nen, die veel geluk hadden bij de vrouwen, dat zij verlegen en bescheiden waren? Zeker niet. Een Mirabeau had niets da nzijne vurige woestheid en teugelloosheid en toch vlogen $ezen 'grafelijken va gebond de harten snel te gemoet omdat hij ze met de koenheid des roovers tot zich in het stot neder- sleurdc." Kraschowitz staarde de spreekster ontsteld aan een paar maal haalde hij diep adem, alsof het hem moeilijk viel, het buitengewone van deze gedachte te begrijpen. Maar de jonge dame naast hem sprak zoo Kalm en zeker... zij kende de wereld met haré ge heimen en raadselen zooveel beter dan hij en de ;.uoto heliorlopengeur steeg uit harë sierlijke, zacht ruischendo kleederen op, en de witte veeren bogen zich zoo dicht naar kijne wang, en tusschen de kan ten op hare borst glinsterde de bloem., welke hij had geplukt. Hoe heet was het plotseling in de lucht, hoe zwoel was het op .de zonnige 'weide... „Ja, men moet het geluk dwingen anders is men een dwaas,'' zeide liu luid, bijna vermetel, en in zijne sombere oogen lag Iets dreigends. - Joriocte zag het niet, zij wenkte den inspector glim lachend toe. „Ik rijd nu terug,' en dan zag zij lot haar geleider op en voegde er zachter bij„Maar ik kom weder." „Beveelt de gravin het hooi daar onder 'de beu ken?" „Ja morgen voormiddag en ik denk ,dat wij Jan verder zullen philosopheeren. 'Au revoir, mon ami, sn met de pederbuigende vriendelijkheid eener vorstin reikte zij hem de kleine hand toe. Kraschowitz kuste die echter niet, ja, hij waagde aot nauwelijks haar mot twee vingers aan te raken. Joriède lachte en schudde het hooftL „Als gij het geluk even slap vasthoudt, als mijne hand, is het geen wonder, als het h ontsnapt." toen omvatte hij met een bijna krampachtigen druk hare slanke rechterhand en zijn voorhoofd werd don kerrood gekleurd. „Ik zal het leeren, gravin", stamelde hij. Hoe knap sag hij er uit Hoe interessant. Amsterdam, 13 Nov. '20. Wij spreken over de eeuw van het kind. Zouden we den tegenwoordigen tijd niet kunnen noemen de eeuw van de sport? Er zijn sportbladen, dje geen ander nieuws bevatten, dan over het onderwerp, waaraan ze gewijd zijn. Er zijn andere bladen, maar van het kleinste provinciale weekblad, tot het grootste Amstordamsche blad, dat met ochtend-, middag- en avondeditie verschijnt, zijn af en toe, of geregeld, kolommen gevuld met sportnieuws. Sportnieuws van allerlei aard l( Schaken kunnen we er onder rangschikken, waarbij de tegenstanders eenige uren in doodsche stilte tegenover elkander zitten. Doch ook voetbal, waarbij twee en twintig jonge menschen ander- hjalf k twee uur achter oen bal aanhollen, daarbij aèn- door de luide toejuichingen van een publick haast evenveel 'duizendtallen sterk is. En bok sen, waarbij weer slechts twee menschen aan het werk zijn, wier doel het thans is, om elkaar, zoo fnogelijl^ bewusteloos te slaan. En hengelen, een sport waarbij alwoer, naar mien zegt, de noodige stilte bewaard moet worden, om de visschen niet weg te schrikken. Ik zou niet graag alle soorten van sport opnoemen. Ook geloof ik, dat ik veilig de meest enthousiaste achter ballen aanhollende schooljongen een tientje zou kunnen beloven, op voorwaarde, dat hij mij a 11 e soor ten en vormen van sport somde. Tien tegen één, dat ik er nog tien op zou kunnen hoemen, als hij meende klaar te zijn. Jack London, de welbekende Amerikaansche schrij ver. die twee, drie jaar geleden gestorven is, -en zoo veel ongepubliceerde boeken naliet, dat het laatste pas een dag- of veertien geleden verschenen is, schrijft in geeft men zich in zee, met eeri smalle plank, juist groot en dik genoeg, om het gewicht van een man te torsen. En dan, staande pp zijn plank, komt men aanzetten, opgenomen en meegesleurd dcor de branding, waarbij het zaak is zijn evenwicht te bewaren, in volle vaart naar het strand toe. Een sport, die, geloof ik, de meeste van mijn lezers onbekend zal zijn, werd 'n paar maanden geleden beschre ven in de London Magasine. Het v/as een soort van hen gelsport, om de waarheid, te zeggen,' maar evenveel verschillend van een "hengelpartijtje in do Lutjewinkel- sche ftingsloot, als een tijgerjacht van de jacht op eon vlieg. Do visch. dien ik bedoel, en waarop dan zoogenaamdv „gehengeld' wordit, draagt den naam van tarpon. Tarpon tenminste in het Engelsen, maar of hij in het Hollanusch ooJ< zoo heet, weet ik niet. TenBruggencate en Kramer zwijgen beide als een visch, over de tarpon. Maar ik kan tenminste vertellen, hoe zijn Latijnsche benaming is: mogalops Manticus. Voor het gemak zal ik hem ver der maar tarpon noemen. De tarpon dan is een beestje van, als hij volwassen is, zes k zeven voet lengte, dus zoo groot als een lange man. Een Engelschman is forsch, als hij zes voet is^ zonder zijn schoenen aan, maar de zavcnvoeters zijn al heel dun gezaaid. Gewicht en lengte gaan samen natuurlijk, «en de zes- of zevenvoetige tarpon weegt tusschen de honderd en tweehonderd pond. Zijn geheele lichaam is bedekt met schubben, zoo groot als, of grooter dan een rijks daalder en minstens zoo hard. Hij heeft de kracht van eeii sterk opgewonden stalen veer en de vaart van een motorboot. En deze mijnheer is het, die aan de lief hebbers van een opwindende'sport een paar gezellige en ook wel een paar angstige uurtjes kan bezorgen. Angstige uurtjes, ja, maar dat is ook dikwijls een belangrijk onderdeel van de sport. Het werkelijk gevaar is natuurlijk de ware aantrekKelijkbeid va'n een tijger- jacht,- zoowel als van een bergstijging. De afwezigheid ervan, maakt het neerschieten'van een opgejaagde massa herten zoo weerzinwekkend. Vóór de tarpon zich aanbood als een verschaffen van echte sportgenoegens, had de zalm den naam van de visch te zijn, die het biest kon vechten voor zijn leven. Ongetwijfeld Is ©en zalm van 'flinke grootte een echte vechtersbaas. Maar de grootste weegt niet meer dan zestig pond, en de tarpon haalt gemakkelijk dub bel dat gewicht. Dan is de tarpon een eerste klas springer. Ja, zijn vervaarlijke sprong maakt een zeer belangrijk onderdeel uit van de genoegens, of gevaren, van de sport. Als de vloer van onze kamer de oppervlakte van het water Nietwaar, hengelaars, een visch van., .een paar hon derd pond aan, je haak, die niets doet, dan keer op keer eën meter of vijf in de hoogte te springen, is nog wat anders dan een baars of katvisch, of zelfs een karper. Vooral, ah men weet, dat de tarpon steeds gevangen wordt door hengelaars in bootjes. Sta je op net land, 'Ran kan je mijnheer laten springen, zooveel en zoolang als hij wil .Maar m een bootje wordt de zaak wel ©enigszins anders. D© tarpon hengelsport is nog maar jong, eein dertig a veertig jaar oud. De tarpon werd bet eerst „gehen geld" door ©en Engelsch ©delman, Lord Orford, op de kust van Florida. Dit was in 1886, en Lord Or ford kon zijn buit pas binnenhalen na een strijd van een uur en drie kwartier. Na dien tijd is de sport druk' beoefend. Massa's hotels zijn er gebouwd aan Üe Amerikaansche kust, zuiver en alleen ten gerieve van de tarpon-hengelaars. Honderden verdienen hun dagelijksch brood als roeiers en gidsen, voor de beoefenaars dezer sport Als in elke sport, is er ook in deze een recorcL Tot dusver werd dat gehouden door een tarpon van 213 Engelsche ponden, of liever moet ik zeggen, door den hengelaar, die hem veilig binnen boord bracht Grootere en zwaardere tarpons zijn aan den haak ge weest, maar aangezien zij met iiaak en hengel er van door gingen, kunnen zij bezwaarlijk 'meegelden. Ik zei straks.,, dat de tarpon de snelheid had van een motorboot. Heeft de hengelaar hem eenmaal aan den haak, dan kan hij zijn. buit heel genoeglijk dienst laten doen als 'trekdier. Enkele jaren geleden heeft een zekere Mr. Rutherford een boottochtje van 10 K.M. gemaakt, met een tarpon voor de boot. Tot zijn groote spijt was hij ten slotte door de duisternis ge noodzaakt, de lijn door te snijden en zijn trekpaard te laten gaan. Het gevaar van de sport ligt zooals ieder zal be- :^en, in het springen van deKarpon. Een hengelaar, alleen uitging, m zijn bootje, om zijn geluk te beproeven, keerde bij het vallen van den avond niet terug. Men begon zich ongèrusv te maken over hem en zond ten slotte een motorboot uit, om hem te zoe ken. Lang duurde het niet, vóór men hem vond. Hem en een tarpon, beide in boot, beide dood als een pier. Wat gebeurd was, is makkelijk 'te raden. Men- be vond, dat de hengelaar zijn ruggegraat gebroken had. Zonder twijfel was de tarpon opgesprongen, vier, vijf meter hoog. Hij was niét buitengewoon groot, maar woog toch meer dan honderd pond. Dat gewicht, en van die hoogte neerkomend op een hengelaar, maakt onge twijfeld aan elke verdere sport eeneinde. Toen hij. den hoed afnam, vielen de donkere haren hem verward over het voorhoofd, en in zijne sombere oogen gloeide plotseling iets... ja, hij zal het lecren Gravin Perpignan gevoelt met verrulcking, dat haar eene zoete huivering over het anders zoo koele, bere kenende hart gaat, dat heerlijke sidderén, hetwelk als het morgenrood, dat veelbelovend aan den hemel ver schijnt, de zon eener nieuwe liefde aankondigt. Nu wordt de verveling voor geruimen tijd verschalkt Het hart zal op aangename wijze bezig worden ge houden, zooals volgens de Fransche mamer noodig is om zich te arauseeren en de weken zullen sneller voorbijgaan, tot neef Maurus als zegevierende held zijn intocht houdt en met een enkelen ademtocht het kaar tenhuis van schoone illusies en droomen omverblaast. „Of ik u bemin wat gaat het u aan?' Gravin Joriède is eene amusante herinnering rijker en Kurt Kraschowitz zal de schaar van die anne dwazen vergrooten, die als trouwe Toggenburgs het korte geluk eener jonge liefde najagen. Den volgenden morgen beet Joriède toornig op hare fijne lippen, toen de barones langer, dan het de jonge dame aangenaam was, wilde worden beziggehouden. Gravin Perpignan was reeds in gedachten met haar „kleine roman" bezig, welks tweede hoofdstuk heden onder de fluisterende beuken zou worden afgespeeld, en voelde volstrekt geen verlangen haar genoegen in dienst def barmhartigheid op te offeren. „Het zal wel beter ziin, liefste tante, dat ik "nu op houd?" fluisterde zij zacht en innig. „Waarom mijn lieveling? Zijt gij vermoeid?' „O neen, gij weet, dat ik in uwen dienst Jeene vermoeidheid ken. Maar gij, lieve tante, ziet er, dunkt mij, zoo uitgeput uit Mevrouw von Thungeri hief haastig het hoofd op. „Zoo? O, daarin bedriegt ge u zeker ik gevoel mij vandaag juist heel wel, Joriède za$ Werkelijk oriède zag haar nog scherper aan en zuchtte diep. ^Werkelijk? nu, aat troost mij ©enigszins.' Dte> zieke werd onrustig. „Vindt gij, dat ik èr slecht uitzie?" vroeg zij met een blik, die .bijna om een troostend antwoord schoen te smeeken. Joriède schudde het hoofd. „Gij zegt immers, dat u niet slechter gevoelt." omt mijn uitzicht daar niet mee overeen? O, hetknnj öok licht eene vergissing van mij. zijn juist als de pijnen .niet zoo erg-zijn, wordt er gewoonlijk een nieuw© aanval voorbereid. „Dat zou toch vreeselijk zijn," en de gravin wrong zeer bezorgd de handen. D© barones wisselde van kleur en| C'rukte de handen tegen het hoofd: „Van morgen was ik een beetje duizelig, toen Buschmann mij aan kleedde." „Duizelig?" Joriède vroeg het schijnbaar bedaard, maar mevrouw von Thungen bemerkte toch, hoe ver schrikt zij daarbij uitzag, net goede kind kon immers volstrekt niet veinzen. „Dat is een slecht teeken, nietwaar? Zeg het maar, ma petite, de dokter heeft u over zulke symptomen gesproken?" fluisterde mevrouw Alma met den hartver- scheurenden glimlach van iemand, die van plan is ook het vroeselijkste geduldig te verdragen. „O, ik bid u, hoe zou hij dat. Maar weet gij mijn best, lief tantetje, doe het tot mijne geruststelling en ga nu een paar uur liggen heel stil tot aanj het middageten. Niets hooren en zien geheel stil liggen de oogen toedoen. Beproef een weinig te slapen, dan zult gij u ongetwijfeld later weer geheel wel gevoelen. Ik zorg er voor, dat geen mensch u stoort: en opdat mijne zorg mij niet toch nog naar uw bed drijft, zal ik mij zelve voor korten tijd uit het slot verbannen. Anders kom ik "toch ieder oogcnblik naar u toeloopen, en dat mag niet, gij zult en moet slapen.'- „O, lief kind hoe kan ok dat De stilte en een zaamheid zijn zoo vreeselijk." „Maar gezond, dierbaarste tante. Kom, doe het uit liefde tot mij, ga liggen. Ik zal nog eene bedarende poeder voor u mengen en dan zult gij zien, hóe snel gij beter wordt. „O, was het toch maar eerst voorbij: was het toch maar met mij gedaan," jammerde de oude vrouw onder tranen, maar de gravin beheerschte haar Ongeduld, der, welke anders slechts bij zwakte en slapeloosheid mocht worden aangewend, boog zich nog eens met vleiende teederheid over de zacht snikkende vrouw en verliet op de tèenen de kamer om juffrouw Buschmann mede te deelen, dat de zieke wilde rusten. liet 'sloeg reeds 10 uur op den toren, de gravin /trad haastig voor den spiegel friseerde het tiaar en maakte zorgvuldig toilet op geheel andere wijze dan gisteren een wit, geborduurd, eenvoudig morgenge waad met lichtblauwe ceintuur, zeer eenvoudig po ëtisch meisjesachtig daarbij witte lederen, lage schoe nen en blauwe kousen en toch hoe chic, hoe elegant. Geen prinses zou zich 'voor deze matinée behoeven te schamen. En dan nam zij een Fransch boek en begaf zich naar den wagen. Nu stond Kurt Kraschowitz reeds naar do equipage uit te zien. Reeds van verre nam hij bij het zien der jonge dame den hoed af, en zijn gelaat vertoonde eene geheel andere uitdrukking dan gisteren Schtgen, Nov. 1920. ONS ONDERWIJS. Dear ons geruchten bereikten over voorbereiding van een Christelijke school alhier, onzerzijds te vestigen, stellen wij prijs daarop, het volgende mede te. deden. Inderdaad hebben er overwegingen bestaan aan- caande de wenschelij&held, om nier een particuliere U.L.O.-school te vestigen. Een consortium daarvoor (althans wanneer van ver schillende zijden daarin vertegenwoordigers voorkwa men) zou ongetwijfeld wel slagen. Waar echter de gemeente toezegging doet, zoo spoe dig mogelijk een openbare U.L.O.-school te zullen ves tigen, zou o.i. een particuliere meer kwaad dan goed doen. In de eersto plaats vanweco de hooge kosten, welke blijkens de bladen o.a. in de hoofdstad des lands de ernstigste zorgen baren, bij mogelijk snelle toeneming van bijzondere scholen, en oie ook voor onze ge meente zeker zwaar 'zouden zijn. Maar meer nog vreezen wij een grooter kwaad van verdeeldheid, ia vijandschap onder de bevolking, en) dat moeten o.x. de geloovige ouders (hoewel natuurlij kerwijze liefst christelijk onderwijs voor hun kinderen wenschende) niet te voorschijn roepen. Wat 'zij voor hun eigen gezinnen wenschen zouden, moeten zij om mogelijke verbittering bij eè ndeel hunner medebur gers te vermijden, dan maar niet doorzetten.... tot men wellicht meer algemeen de heerlijkheid van het go- loof gaat inzien en daarnaar moge gaan verlangen. Daartegenover mogen zij redelijkerwijze dan verwach ten, dat vólgens de bedoeling der nieuwe wet de in vloed der ouders bij het 'onderwijs tot geldigheid zal komen door de ouderraden, meer dan het geval was bij de schoolcommissie, waardoor dusverre zoo wei nig of geen contact kwam tusschen school èn ouders. Wij vertrouwen, dat onze gemeente spoedig een goede U.L.O.-school zal krijgen! U. dankend, M. de R.„ voor de plaatsruimte, Hoogachtend, Uw.dw., D, E. B. gedroomd werkelijk DE VERTRAGING OP DE SPOORWEGEN. Men schrijft uit spoorwegkringen aan „Het Volk"; Den laatsten tijd staan'de dagbladen vol met klachten over den ongeregelden of onvoldoenden treinenloop/ De „N. R. Ct." geeft de laatste weken een paar ko lommen daags. Soms met juiste, vaak ook met on juiste opmerkingen. Zoo de bewering, dat de dienstre geling in de bureaux van de specteurs, veelal gewezen officieren of vrindjes, wordt samengesteld. Dat vele inspecteurs gewezen officieren zijn is juist. Zij leeren het spoorwegvak in een luttel aantal maanden door op de verschillende bureaux wat theoretische kennis op te doen. Maar dat deze heeren de dienstregeling in el kaar zetten is niet 'waar. De dienstregeling wordt na de fusie der spoorwegen gemaakt bij de afdeeling Trein dienst van den Dienst van het Vervoer te Amsterdam. En wel door "Bezelfde ambtenaren, die vroeger de H.S.M.-dienstregeling in elkaar zetten. Menschen, die er misschien wel verstand van hadden om voor het betrekkelijk eenvoudige net van de H.S.M. een dienst regeling te maken, maar die, nu ze voor het geheel© land ae zaak moeten regelen, daarvoor blijkbaar niet geschikt zijn. Hier wreekt zich wederom het systeem van den heer Kalff, die voor alle leidende functies* HS..M.-mannen wil aanwijzen en daarbij de vroegere S.S. functionarissen terzijde stelt of wel dezen met een belangrijke som gelds als troostprijs voor goed uit wan delen stuurt. De chef van den dienst S.S werd „afgekocht'* met f 60.000, de secretaris der S.S. met, naar men zegt, ruim f 100.000. tal van eerstaanwezend S.S.-ambtenaren met eveneens belangrijke bedragen. Zij kregen tot hun 65e jaar hun volle salaris voor het aantal jarten, dat zij nog moesten dienen, uitgekeerd en wandelen nu of nemen andere betrekkingen waar, om 'dan op hun 65e jaar natuurlijk pensioen te krijgen. Gewone ambt©, naren, die men door H.S.M.-menschen wil vervangen, brengt men voor de revisiekeuring ,in de hoop, dat ze afgekeurd .worden. Die worden niet afgekocht. Maar ter zake. Het is zelfs voor den leek te begrijpen, dat voor zoo geheel verschillende spoorwegnetten als dat der S.S. en dat der H.S.M. ook met verschillende bezwa ren en moeilijkheden moet worden rekening gehouden. Het S.S.-net met zijn lange afstanden (men aenke maar eens aan den snel trein Groningen—Amsterdam, die in Zwolle aansluiting moest 'geven voor Zwolle—Arnhem en in Arnhem weer voor ArnhemNijmegen—Brabant) en vele overgangsstati,ons, is geheel verschillend met het H.S.M.-net, dat slechts enkele druk bereden lijnen en veel minder overgangsstations had. Wij bedoelen met overgangsstations die stations waar rekening moet wor den gehouden met eigen aansluitende treinen. Zoo had S.S. rekening te houden met aansluitingen voor eigen treinen te Groningen richting Sauwerd, Nieuweschans en Leeuwarden) Meppe^ Zwolle (5 richtingen), Arnhem utrecht (o richtingen), 's Hertogenbosch (3 richtingen) en die nu gaarne zekerheid zou willen hebben.....^ Joriède glimlachte en knikte hem toe als een goed vriend. Zij liet zich weer bij het uitstappen helpen en zond den wagen naar den beschaduwden straatweg terug. '„Hoe aardig, dat gij hier zijt Ik dacht reeds, dat gij mij én miine hooiidylle bij al uW werk vergeten! zoudt hebben. „O, gravin, hoe zou dat mogelijk «rijn. hij boog even koel en afgemeten als gisteren en trad eerbiedig achteruit. U „Is d. viseerd het de richting zijner hand en bemerkte in de schaduw der overoude woudbeuken een hoop hooi, waarover een wit dekkleed was uitgebreid. Zii lachte vroolijk. „O hoe sierlijk Welk een weelde Zelfs ivoor een© bcklceding hebt gij gezorgd. Dat is veel meer, dan ik waagde te hopen en veel meer, dan ik wil hebben. Dat mooie, heldere kleed willen wij sparen vkom, wij vouwen het netjes op, gij neemt dat eind ik dit „Ik veroorloof mij, ae gravin er opmerkzaam op te maken, dat het hooi een beetje hard is en de halmen licht aan de japon blijven hangen. 'Als men niet gewend is aan zulk eene zitplaats, zou het wel lastig kunnen zijn." Zij boog het hoofdje schelmsch op zijde en ooquet- teerde met den man, die zoo stijf en vormelijk sprak en zoo ongenaakbaar voor haar stond. „Man schafft so gern sichSorg und Müh, sucht Dornen auf und findet siei staat dat niét in een uwer Duitsche liederen? Ziet gij; en ik doe toch zoo mijn best, mijn Fransch bloed te verloochenen en Vecht Duitsch te voelen en te handelen." Joriède liet zich gracieus op het geurige hooi neder- zakken en vouwde de handjes, schitterend van ringen, om hare knie. „Dat zal de gravin niet moeilijk vallen,'* ze'de Kurt zacht, en' zijn blik hing als geboeid van verbazing en verwondering aan den kleinen schoen, die onder de geborduurde slrooken uitkwam. „.Niet moeilijk?" zij lachte en wierp het hoofdje achterover; „In vele opzichten zeker niet, in andere daarentegen weer recht moeilijk. Uwe, Duitsche zeden zijn zeer eenvoudig; daar valt niets aan te leeren zuur kool smaakt met wijn en oesters ook heel goed, en als het heel erg heet is dan vind ik zelfs bier een heej} mensch waardige drank. De Duitsche vrouwen zijn niet zoo chic en elegant als wij Parijsche, rpaar zij zijn practischer, en dat wel ik geloof, dat ik reeds van haar heb geleerd. Zooals ik gezegd heb, ik heb reeds veel van de Duitsche gewoonten overgenomen, maar één ding één ding leer ik hooit"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 5