Hitiui Huis- SCHOEN HANDEL - SCHOENMAKERIJ. Woensdag 8 Deeember 1920. 63cte Jaargang. ?*o. 67?». UITGEVERS: TRAPMAN CO., SCHAKEN. Uit en Voor de Pers. Raad Noordscharwoude. FEUILLETON. Donkere Schaduwen VAN RIJSWIJK's Steeds nieuwe artikelen- Steeds verlaagde prijzen. Binnenlandsch Nieuws. CHASE Dit blad verschijnt viermaal per week .'Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's m. 8 uur worden Advertentiën zooteel.mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTCHEQUE en GIRODIENST 23330. INT. TELEF. no. 20. Prijs per 3 maanden f 1.55. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN TIÉN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend DE POSITIE VAN MR. TROELSTRA. „Hel Vaderland" constateert, dat de schare van in- tellectueelen in de S.D.A.P., die principieel tgenover mr. Troclstra staat, met den dag toeneemt. De heer Troelstra moge Maandagavond in den Die rentuin met emphase gezegd hebben: Ik kan met Scha per en zijn vrienden gerust samenwerken aan den ver deren arbeid voor de sociaal-democratie; het is de vraag of Schaper en zijne vrienden dat van hun kant ook zeggen, en dan, wat eene aftakeling ligt er niet reod sin die woorden. De eens zoo machtige heerscher met zijn; sis vblo, sic jubeo, die allen, met wie Mij niet wilde samenwerken, zonder genade uit de partij kon bannen, zooals tien jaar geleden met Wijnkoop, Van Ravesteyn en Ceton gebeurd is moet thans, ter versterking van zijne positie, 'komen verklaren, dat hij heel best kan samenwerken met Schaper, die hem zeer kalm maar zeer ongezouten de waarneid zegt in het bijblad van „Het Volk". Maar er is nog erger, en wel dit, die massa, die hij aanspreekt, en die nem afwisselend met daverend en donderend applaus beloont, wil wel van revolutie nooren, mits net maar niet tot da den komt ,en de heer Troelstra is zich daarvan zoo bewust, dat hij zijne revolutielust in zulke woorden- kleedt, dat het gehoor daarover in hysterische opwin ding kan raken, maar wetend, dat het er toch niet toe komt .Als dat gehoor verneemt dat de strijd tegen hot groot-kapitaal niet uitsluitend met parlementaire middelen kan worden gevoerd, maar dat In groote mo- menten ook het economisch wapen van het proleta riaat moet gebezigd worden, dan applaudisseert het frenetiek, vooral omdat de geliefde leider daaraan voor af liet gaan, dat de nieuwe staatkundige grondslag niet kan rusten op de dictatuur van het proletariaat, maar dat die moet zijn het gelijk recht voor allen, de de mocratie. Maar als de heer Troelstra, lijnrecht in strijd deze uiting, het verwijt van Wijnkoop, dat hij altijd bereid, maar nooit, gereed is voor de revolutie, aldus riposteert: „Of ik gereed ben, beteeikent niets, het is do vraag, ol het Nederlandsche proletariaat gereed is. Als dit gereed is ,ben ik bereid", is er weer langdurig applaus. En er is zelfs niemand in het auditorijum,' die er nog aan denkt, dat in November 1918 de hedr Troelstra bereid was, terwijl het proletariaat niet get- reed was. Met het applaudisseeren van Troelstra gaat het als met den staart van den hond van den barbier uit Klikspaans Studententypen. Die goede baardschrap per, voor wion de letter R onoverkomelijk stuikelblok was, kon met zoo'n trots zeggenOf je Does 's mor gens ziet, ot je hem 's middags ziet, of je hem's avonds ziet, altijd is Does gekwuld. De heer Troelstra houde het ons ten goede, maar mfet zijne aftakeling als leider zijn ook zijne opvattingen omtrent het leiderschap van zonderlingen aard gewor den. Vroeger ging het bij revolutie zoo, dat de revo- lutionnaire idee zich ontwikkeld had als gevolg van on recht o fvan misstanden in de maatschappij. Dat idee werkte dan als een zuurdeesem in ,wat weer ten ge volge had, dat de man geboren werd,, die daarvan de belichaming en dus de krachtigste .verdediger werd. Zoo werden de Luthers ,de Wiilems van Oranje de CromweJTs en Washington's geboren, die zichzelven bii het eerste oogenblik van hun optreden zeker geen reKcnschap hebben gegeven van de verstrekkende ge volgen, waartoe dat zou leiden, die niet anders dan den drang van hun hart hebben gevolgd. Maar de heer Troelstra is, sinds zijn mispas van November 1918, den Ncdcrlandschen landaard getrouw, wat voorzichtiger geworden. Hij volgt geen drang des harten meer, al was het voor nog zooveel: hij zal daartoe geïnviteerd moeten worden door een prole tariaat dat gereed is, en hij zal niet eerder aan den revolutionnairen disch weer plaats nemen, dan voor die behoorlijk gedekt is, ejn niemand minder dan Schaper, de deur der eetzaal voor hem opent miet een Monsieur est servi. Maar dan kan hij lang wachten.. Vergadering van den Raad dezer gemeente op Maan dag 6 Dec., 's namiddags 3 uur. Aanwezig alle leden. Na opening door aen voorzitter, worden de notulen van de vorige zitting gelezen en onveranderd vast gesteld. Van den schoolopziener is bericht ingekomen, dat zich voor hoofd der school 13 sollicitanten hebben DOOR NATHALY VON ESCHSTRUTH. 19. Haar blik trof hem, vurig uitvorschend streng vragend maar Kraschowitz viel haar in de rede, ofschoon hij van ontroering nauwelijks kon spreken: „O, Herrin, ich schweige bis an das Grab Wenn ich alle Seligkeit funden hab' Joriède, du Schönste im Lande!" 1) Gravin Perpignan haalde 'diep adem zij zag hem ean, het hoofdje achterovergebogen, glimlachend uit dagend en toch als in bangen twijfel. Hij trad oene schrede nader hij nam het hoek uit hard hand. „Sie lacht und sie neckt mit verwirrendem Spiel, Auf stieg der Mond und die Damm'rung hel... Und die Rosse scharrten im Sande."2) Zijne stem beefde hij greep haastig hare hand, en als in alles vergetenden hartstocht klonk het half ver stikt, als een juichkreet van zijne lippen: „O, Herrin, du lachst mir mit Aug' und Mund, Mein muszt du werden zu dieser Stund Joriède du Schönste im Lande l"&) Hij drukte hagr aan zijne borst, hij staarde haar met fonkelenden blik in de oogen en dan liet hij haar plotseling los en sloeg alsontzet over zichzelven de handen voor het gelaat. „Vergiffenis, gravin 1" steunde hij. „Vergeef mij mijn waanzin." Zacht kwa.m zij naderbij op het weeke mos, sloeg de armen om 'zijn hals trok zijn hoofd naar zich toe on kuste hem met verterendein gloed op de lippen „Ich lase dichs nicht I wenn ich sterben musz— •So sei es jauchzend in diesem 'Kusz.... Joriède, du Schönste im Lande!"4) D eikebladeren ritselden in den wind -r- als witte sluiers stegen de nevels over het dal op de eerstel ster-Tér* glinsterden aan den helderen hemel Hij hield haar San -do asmea hij kuste haaf, eene rilling ging pkuüsKÜlaig foaz© ÏCKÖMX die inmiddels elders benoemd zijn. De personen zijn den schoolopziener allen bekend, doch nij is niet in de gelegenheid een proefles bij te wonen. Die heer Ootjers zegt, dat voor leeken de beoordee ling moeilijk is, doch aan het houden van een proef les de voorkeur te geven. .Persoonlijke kennismaking hebben we weinig aan. De heer De Geus gaat met het idee van den heer Ootjers accoord, omdat ook hij over de resul taten van de persoonlijke kennismaking de vorige keer niet tevreden was. De heer Heeman sluit zich hierbij aan. De heer Keizer is mede van oordeel, dat proefles meer inzicht geeft van optreden dan persoenlijk De/zoek. De heer Barten vreest, dat het zonder den school opziener moeilijk uit te voeren is, omdat niemand de leiding kan geven. Na eenige bespreking wordt besloten, aan den school opziener de medewerking van een proefles aan te vra gen Ter tafel komt het voorloopig besluit van Ged. Sta ten inzake het punt Langendijk een gemeente, dat, zoo zegt voorzitter, de meesten reeds in' optima forma in de Schager Courant zullen heben gelezen. Besprekingen worden er niet over gehouden, doch ik stel voor, het voorloopig besluit te laten circuleeren. Algemeen goedgevonden. De voorzitter zegt, dat het doel van B. en W. is om voor de benoeming van een commissie van 7 leden- naast den raad op 22 Dec. de verkiezing en op 4 Ja nuari de stemming te houden. Goedgevonden. Van mej. C. M. Blom is de medecleeling ingekomen dat zo genoegen neemt met de voorwaarden aoor het gemeentebestuur gesteld inzake het gebruik maken van een schoollokaal voor te houden cursusavonden. Zij betuigt haar dank voor het genomen besluit. Van den boomkweeker Ligtenberg is het verzoek in gekomen, om ter gelegener tijd met werkzaam lieden voor de gemeente te mogen worden belast. Hiermee zal rekening worden gehouden. Van mej. B. ZaagmanSchuitmaker is een dankbe tuiging ingekomen voor het besluit betreffende 14 da gen verlof en f 25 vergoeding voor plaatsvervanger. Door den Rijksontvanger is bericht gezonden, dat aan den gemeente-ontvanger f 32.67 is uitbetaald. Goedgekeurd is teruggekomen het besluit betreffende heffing van keurloonen. Hot bekendo schrijven van den Ned. Bond van ge meente-ambtenaren met verzoek om steun voor destich- tin'g van een rust- en herstellingsoord stellen B. en W. voor, voor kennisgeving aan te nemen, Zonder be spreking wordt hiertoe besloten. Van de afd. Alkmaar van den Ned. bond van ge- pensionneerden is het verzoek ingekomen het pensioen van mej. Wed. de GeusBorst te verhoogen. De voorzitter zegt, dat het niet bekend is, hoe het er met haar finantiën bijstaat De heer Ootjers merkt op, dat de voorzitter gegevens zou verzamelen. De voorzitter deelt mede, daartoe geen gelegenheid te hebben gehad. De heer Ootjers is ter niet voor, het bedrag te verhoogen, als blijkt, dat haar finantieele toestand het „Jong Diethelm wee ons. Denkt gij niet aan het slot der ballade?" Toen lachte hij als een dronken man, slingerde het boek 'ver van zich en bedekte haar gelaat opniejuw met koortsachtig brandende kussen. „Weg met het slotl Het spreekt van gapende won den, van sterven en verderven. Ons bedreigt geen hertog met flikkerend zwaard voor ons bloeit een lachend liefdesgeluk ons bedreigt slechts een verzinken en vergaan in de diepten der zaligheid." „Dit uur behoort ons ten minste en niemand zal het ons ontnemen." De paarden trappelden in het zand. 1) O, gebiedster, ik zwijg tot aan het graf. Als ik alle zaligheid gevonden heb Joriède, gij schoonste in het landt" 2) „Zij lacht en zij plaagt in over spel. De maan kwam op en de schemering daalde neer.... En de paarden trappelden in het zand.' 3) „O gebiedster^ gij lacht mij toe met oog en. mond. Mij moet gij toebehooren in dit oogenblik Joriède, gij schoonste in het land!" 4) „Ik laat u niet gaani als ik sterven moet. Zoo zij het jui-> chend in dezen kus.... Joriède, gij schoonste in; het land I" DERTIENDE HOOFDSTUK. Arm in arm gingen zij op en neer langs den zoom van het woud, de beuketakken ritselden boven hunne hoofden en in de verte van den landweg af; klonk het gezang van huiswaarts keerende meiden. Hij drukte haar vaster aan zich en zag haar nog hartstochtelijker aan^ „Joriède, hebt gij mij lief? Zeg het mij nog een maal, dat onbegrijpelijke, ongelooflijke woord.' Haar oog zag fonkelend naar hem op en wenidde zich weer af. „Ja. ik heb u lief, Kurt, in weerwil van de geheel© werela. En ik zal u liefhebben, zoolang ik kan en mag." „Zoolang gij kunt en moogt? Dan zal uwe liefde eene eeuwigheid duren, want welke macht zou haar kunnen gebieden? Zie, het komt mjj voor, alsof dit alles een schoone, verblindende, betooevrende droom is. Ik mag u, trotsch, heerlijk meisje, als mijn eigen dom omvatten en kussen Is het niet zoo? En toch is deze droom waarheid. Godi zii daarvoor geprezen, want een ontwaken zou ik niet verdragen." Zij zuchtte. „Waarom aan de toekomst te denken, nü het heden zoo schoon is. Hoe vol en warm om geeft ons de liefde het leven het heerlijk genot. De ballade van Joriède en Jong Diethelm is zeer ge lukkig in het begin maar het einde is treurig, niet noodig maakt. Als ze er slecht kan komen, ligt het op den weg van de gemeente, aan het verzoek tegemoet te komen. Redt ze zich vrij goed, ben ik er niet voor. De heer Keizer: Hoe groot is het pensioen? De voorzitter; Ga. f 125, en iets voor haar kind. De heer Heeman zou bet adres voor nader onderzoek willen aanhouden. De heer Keizer zou dan tevens onderzocht Willem zien, of in verband met de tijdsomstandigheden ook verhooging van pensioenen voor anderejn noodig .s leer OotjersDat ligt er in opgesloten. Besloten wordt, het adres aan te houden. Van de brandstoffencommissie is het verzoek inge komen, of het gemeentebestuur garant wil zijn voor de betaling der te leveren brandstoffen. De heer Ootjers acht het niet meer dan billijk. De hoer De Geus vraagt, of geen lijn aangegeven is. Als het een soort van distributiestrop' moet worden^ ga ik er niet mee accoord. Het is net of ik er nog een klein nasmaakje van heb. Die heer Keizer: Het staat op de zaak, die we allen kennen. Het is een uitvloeisel van de zaak, die han gende is geworden. Ik ga er niet verder op in, doch zou elke zaak op zichzelf willen behandelen. Als het hier gaat om de zaak die plaats gehad heeft, zeg ik ia. De heer Ootjers't Gaat uitsluitend voor de hande laren in deze gemeente. Het is logisch, dat we daarvoor garant zijn. De heer Keizer wil elk geval behandelen als het zich voordoet. De heer Ootjers en Heeman: Dat gaat niet. Besloten wordt, de gevraagde garantie te verleenen. Wegens vertrek wordt aan den heer F. Bakker 2 maanden afschrijving op den H.O. verleend. De heer J. Jïuiis, onderwijzer, vraagt wegens ver trek naar Ne<l Inaië eervol ontslag met ingang van 1 Januari. Met het oog op de onmogelijkheid tot het verkrijgen van een tijdelijke kracht, stelt de voorzitter voor, dit eervol ontslag wel te verleenen, doch aan dem heer Buijs te verzoeken ook na dien tijd zijn bijstand te verleenen ,als hij' niet op den gewenschten datum in de gelegenheid is te vertrekken. Dienovereenkomstig wordt besloten. Van Ged. Staten is bericht ingekomen, dat ze er niet in kunnen meegaan, de distributieschuld in 15 jaar af te lossen. Zij wenschen dit op 5 jaar gesteld te zien en dus elk jaar een aflossing van f 4600. B. en W. meenen te moeten adviseeren het genomen besluit te handhaven De heer Duijves vreest, dat het weinig zal baten. De heer Keizer wil ook de aflossing in 15 jaren handhaven en Ged. Staten wijzen op de dringende nood zakelijkheid dat het in 15 jaar gebeurt, (laar het in 5 jaar onmogelijk te betalen is. zoo noodig zou een persoonlijk bezoek aan te bevelen zijn. Besloten wordt het genomen besluit te handhaven en het besluit nader te motiveeren. Van Ged. Staten is ©en aanmerking ingekomen op de verordening inzake heffing van het schoolgeld voor te Alkmaar schoolgaande leerlingen. Ged. Staten willen een billijke heffing, doch B. en W. stellen voor om het besluit te handhaven. De heer Keizer: Ze meenen, dus meer in de geest van mijn voorstel te moeten handelen. De heer HeemanHet besluit is genomen. en ook wij willen de oogen sluiten om niet te zien, wat het volgende oogenblik brengt" Zjj sprak zacht en dwepend, met een waas van weemoed, dat vreemd bij zijne jubelende blijdschap afstak. „Ik ben er niet bevreesd voor. Ik voel den moed in mij om met hemel en hel om !uw bezit te kampen. Als gij slechts trouw zijt, als uwe liefde maar vast en trouw aan mij hanet Joriède - zeg mij, dat zij dat doet. Zweer mij, dat dit uur u even heilig zal zijn als mij dat gij u met lichaam en ziel aan mij hebt gegeven," hij vatte met een plotselingen, kramp- acntigen druk hare handen, week van haar terug en staarde haair aan; woest en dreigend zag zijn som bere blik op baar neer, en zijne gestalte scheen een uit dagende, reusachtige grootte aan te nemen, zoodat zij schuw voor hem ineenkromp. „Ik heb u en uwe liefde niet gezocht, Joriède, ik heb mij bescheiden op een afstand gehouden en toi mijzei fgezegd, dat het waanzin was, eene ster van iLiijcsvi UC1L Ubt "Ciau/iiu Iiaj. oirai lal. den hemel te begeeren gij echter hebt mij met onbe grijpelijke minzaamheid behandeld de ster maakte zien zelve los van het trotsche firmament en viel mij in den schoot. Toen heb ik genomen, wat men mij aan bood, en had de kracht niet meer, het geluk weerstand te bieden. Wee u, zoo gij slechts een zacht vuurtjW hebt willen ontsteken, dat een paar schemeruurtjes ver warmt het is een reusachtige, hemelhoog opvlammende gloed geworden, waarin alles dooddbranclt, wat niet als echt goud wordt bevonden. Ik bemin u, joriède. Weet gij, wat dat beteekent? Dat ik nooit en nimmer voor speelgoed geschikt was, hob ik u te voren gezegd en toch boodt gij mij uwe lippen ten kus. Wee u en mij, zoo deze (kus niet eene gelofte voor tijd en eeuwigheid was. iHij bemint gij mij?" Zij stond voor hem en staarde hem met wijd ge opende oogen aan. Zijne hartstochtelijkheid had iets mcdesleepends, geweldigs en imponeerendszij paste bij zijn somber gelaat, zij maakte hem eigenaardig en interessant. Zulk een woeste trots is wel lastig, maar hij be valt, hy bedwelmt door zijne poëzie, en in de aderen van Gravin Perpignan stroomde het licht opschuimende knel verhitte Fransche bloed. Hij beviel haar in dat oogenblik beter dan ooit, en in dit welgevallen mengde zich ee ne rilling van vrees. Wild sloeg zij de armen om zijn hals. „Ja, ik heb u lief, Kurt, ik heb u lief, en ik wil met u voor on$ geluk gaan strijden. Het zal niet gemakkelijk zijn De heer Keizer: Als ik er in mee ging, zou ik een eigenaardige rol spelen. Ik voel meer voor mijn voor stel, doch zal dit niet kunnen keeren. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen. Inzake de mogelijkheid tot heffing van 80 opcenten op bebouwde en 20 opcenten op onbebouwde stellen B. en W. voor deze met ingang van[ 1 Januari te bren gen van 40 op 60 en van 10 op 15. De heer Heeman gaat ér mee accoord, ofschoon! met de hoogste heffing de uitwonende eigenaren ook zwaarder zouden kunnen worden belast. De heer Barten: Die zijn er niet veel meer. Het voorstel van B. en Wl wordt aanvaard. Hierna wordt besloten over te gaan tot sluiten van de oude openbare school met het oog op de inrichting voor U.L.O.-sehool. De gemeenschappelijke regeling te dier zake aan te gaan met Oudkarspel en Zuid-S charwoude, de concept verordening daarvoor ongewijzigd vast te stellen, de oude school voor U.L.O.-school beschikbaar te stellen voor een bedrag van f 18887.50 voor welk bedrag dit gebouw door een onpartijdige commissie is getaxeerd en voor één derde deel van dit bedrag aansprakelijk te blijven. Na de rondvraag, die niets oplevert, wordt de open bare zitting gesloten en gaat de raad in comité voor behandeling van een groote bundel reclames op de H.O. REKPUITXNO VAN PERZIK EN ERUIT MET CARBOLINEUM. De aandacht van belanghebbenden wordt hierbij erop gevestigd, dat het seizoen voor de uitvoering van be spuitingen met carbolineum-oplossingen wederom aan gebroken is. Daar het gewenscht is deze bespuitingejp uit te voeren, zoo laat als mogelijk is in verband met den ontwikkelingstoestand en degevoeligheid der knop pen komen achtereenvolgens verschillende vruchtboom- soorten voor een zoodanige behandeling in aanmerking. Het eerst moeten worden bespoten de perzik- en druiveboomen in de kassen. Voor de perzik moet men zich aan het tijdvak van midden December tot midden Januari houden. Is de ontwikkeling der knoppen te ver voortgeschreden, dan is vooral de perzik gevoelig voor carbolineum. In het hierboven aangegeven tijd vak is dit échter niet het geval en de ervaring heeft geleerd, dat dan de perzikboomen zonder eenig nadeel een 5% carbolineum-oplossing kunnen verdragen. De druif is minder gevoelig en kan tot einde Januari ge rust met een 6 8% oplossing behandeld worden. Waar beide vruchtboomen in één kas voorkomen, is het gewenscht, de bespuiting voor het midden van Januari te doen afloopen. Uitdrukkelijk zij hier vermeld, dat de carbolineum- oplossing niet met een kwast op de boomen gesmeerd' moet worden, maar dat zij met behulp van een ver sproeier (pulverisateur) in stoffijnen toestand daarover moet woraen gespoten. Een 5% oplossing op den perzik en eeiy 6 8°/o"op- lossing op de druif zijn vrijwel afdoende tegen het z.g.n. zwart. Men doodt ermede de jonge dopluizen, die aan de takken overwinteren en in welker,, vloeibare zoete uitwerpselen, die in idjen zomer de bladeren bedekken, een zwartgekleurde zwam groeit, waardoor de bladeren der aangetaste boomen met een zwarte laag worden bedekt ihet jzwart), Bij goede uitvoering der bespuiting kan men ook spintaantasting in belangrijke mate voor komen en daardoor den groei der boomen aanmerkelijk verbeteren. Carbolineum-bespuitingen bevorderen dan ook den groei der boomen in hooge male. Men raadplegd hiervoor mededeeling no. 5 van den Phytopathologischen dienst „Dopluis op perzik en druif.' De bespuiting wordt uitgevoerd bij niet vriezend weer en liefst op de van het draad of houtwerk losgemaakte takken. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan het carbolineum, dat verspoten zal worden. Dit móet met woestheid en geweld richten wij niets uit, verstand en diplomatie alleen voeren tot het doel. En daarom verlang ik als bewijs van uwe liefde dit eene: Heb geduld tijd af." geloof aan mij - zwijg en wacht den Hij zonk bij haar neer en drukte hare handen aan zijne bevende lippen. „Alles, alles beloof ik u, Jd riède. Ik zal wachten en geduldig zijn, ik zal ons zoet geheim in mijn hart bewaren, tot gij zelve mij het zegel van den mond kust Wees slechts trouw*, Joriède, verraad mij niét laat den tijd komen dat ge in waarheid en voor de geheele wereld mijn eigendom zijt" Zijne stem werd week de reus was gevallen en knielde als een geboeide slaaf aan hare voeten. Joriède herademde Tijd gewonnen, al gewonnen. O, die Duitschert Dat zij volstrekt geen spel ver staan. Met vleiende innigheid boog zij zich over den man, voor wien zij in oit uur werkelijk zoo iets als liefde had gevoeld, en strooide hem met fluweelzachte handjes het schitterende, bedriegelijke zand in de oogen zoodat de jonge leeuw willoos en geblinddoekt baar moest volgen, waarheen zij hem aan den leiband voerde. Maar zij glimlachte niet meer zoo vol vertrouwen als eerst. Zij had gezien, hoe wild de leeuw kon worden, en zij sidderde bij |dl!e gedachte, dat de leiband eens zou kunnen scheuren. En dit gevoel van bange onrust ont nam haar de vreugde aan het kussen en koozen zij voelde, hoe koud de wind in het bosch woei zij huiverde en naderde haar goudvos. Met zorgvuldige haast en teederheid hief hij haar in het zadèl nog eens drukte hij haar woest aan zijne bort: „Joriède gij schoonste in het land." het Z\j lachte en deed paard omkeeren. „Lesz ab, du schaffest dir bittren Lohn, Und scoaffest mir Zorn und Schande 1" 1) Hij sprong in het zadel, draafde haar na en vatte haar paard bij den teugel. „Ich lasz dich nichtWenn ich sterben musz, So sei es jauchzend in deinem Kusz, Joriède du Schönste im Lande l" 2) 1) „Laat af, gij verschaft u een bitter loon, en be- )zorgt mij toorn en schande 1" 2} „Ik laat u niet gaan i Als ik sterven moet. Dan zij het juichend in uwen kus Joriède, gij schoonste in het land!" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 1