Hitiui Huis-
SCHOEN HANDEL - SCHOENMAKERIJ.
Woensdag 8 Deeember 1920.
63cte Jaargang. ?*o. 67?».
UITGEVERS: TRAPMAN CO., SCHAKEN.
Uit en Voor de Pers.
Raad Noordscharwoude.
FEUILLETON.
Donkere Schaduwen
VAN RIJSWIJK's
Steeds nieuwe artikelen-
Steeds verlaagde prijzen.
Binnenlandsch Nieuws.
CHASE
Dit blad verschijnt viermaal per week .'Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's m. 8 uur worden Advertentiën
zooteel.mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTCHEQUE en GIRODIENST 23330. INT. TELEF. no. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.55. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN
TIÉN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend
DE POSITIE VAN MR. TROELSTRA.
„Hel Vaderland" constateert, dat de schare van in-
tellectueelen in de S.D.A.P., die principieel tgenover
mr. Troclstra staat, met den dag toeneemt.
De heer Troelstra moge Maandagavond in den Die
rentuin met emphase gezegd hebben: Ik kan met Scha
per en zijn vrienden gerust samenwerken aan den ver
deren arbeid voor de sociaal-democratie; het is de
vraag of Schaper en zijne vrienden dat van hun kant
ook zeggen, en dan, wat eene aftakeling ligt er niet
reod sin die woorden. De eens zoo machtige heerscher
met zijn; sis vblo, sic jubeo, die allen, met wie Mij
niet wilde samenwerken, zonder genade uit de partij
kon bannen, zooals tien jaar geleden met Wijnkoop,
Van Ravesteyn en Ceton gebeurd is moet thans, ter
versterking van zijne positie, 'komen verklaren, dat hij
heel best kan samenwerken met Schaper, die hem zeer
kalm maar zeer ongezouten de waarneid zegt in het
bijblad van „Het Volk". Maar er is nog erger, en wel
dit, die massa, die hij aanspreekt, en die nem afwisselend
met daverend en donderend applaus beloont, wil wel
van revolutie nooren, mits net maar niet tot da
den komt ,en de heer Troelstra is zich daarvan zoo
bewust, dat hij zijne revolutielust in zulke woorden-
kleedt, dat het gehoor daarover in hysterische opwin
ding kan raken, maar wetend, dat het er toch niet toe
komt .Als dat gehoor verneemt dat de strijd tegen
hot groot-kapitaal niet uitsluitend met parlementaire
middelen kan worden gevoerd, maar dat In groote mo-
menten ook het economisch wapen van het proleta
riaat moet gebezigd worden, dan applaudisseert het
frenetiek, vooral omdat de geliefde leider daaraan voor
af liet gaan, dat de nieuwe staatkundige grondslag niet
kan rusten op de dictatuur van het proletariaat, maar
dat die moet zijn het gelijk recht voor allen, de de
mocratie. Maar als de heer Troelstra, lijnrecht in strijd
deze uiting, het verwijt van Wijnkoop, dat hij altijd
bereid, maar nooit, gereed is voor de revolutie, aldus
riposteert: „Of ik gereed ben, beteeikent niets, het is
do vraag, ol het Nederlandsche proletariaat gereed is.
Als dit gereed is ,ben ik bereid", is er weer langdurig
applaus. En er is zelfs niemand in het auditorijum,'
die er nog aan denkt, dat in November 1918 de hedr
Troelstra bereid was, terwijl het proletariaat niet get-
reed was. Met het applaudisseeren van Troelstra gaat
het als met den staart van den hond van den barbier
uit Klikspaans Studententypen. Die goede baardschrap
per, voor wion de letter R onoverkomelijk stuikelblok
was, kon met zoo'n trots zeggenOf je Does 's mor
gens ziet, ot je hem 's middags ziet, of je hem's avonds
ziet, altijd is Does gekwuld.
De heer Troelstra houde het ons ten goede, maar
mfet zijne aftakeling als leider zijn ook zijne opvattingen
omtrent het leiderschap van zonderlingen aard gewor
den. Vroeger ging het bij revolutie zoo, dat de revo-
lutionnaire idee zich ontwikkeld had als gevolg van on
recht o fvan misstanden in de maatschappij. Dat idee
werkte dan als een zuurdeesem in ,wat weer ten ge
volge had, dat de man geboren werd,, die daarvan de
belichaming en dus de krachtigste .verdediger werd.
Zoo werden de Luthers ,de Wiilems van Oranje de
CromweJTs en Washington's geboren, die zichzelven
bii het eerste oogenblik van hun optreden zeker geen
reKcnschap hebben gegeven van de verstrekkende ge
volgen, waartoe dat zou leiden, die niet anders dan den
drang van hun hart hebben gevolgd.
Maar de heer Troelstra is, sinds zijn mispas van
November 1918, den Ncdcrlandschen landaard getrouw,
wat voorzichtiger geworden. Hij volgt geen drang des
harten meer, al was het voor nog zooveel: hij zal
daartoe geïnviteerd moeten worden door een prole
tariaat dat gereed is, en hij zal niet eerder aan den
revolutionnairen disch weer plaats nemen, dan voor
die behoorlijk gedekt is, ejn niemand minder dan
Schaper, de deur der eetzaal voor hem opent miet
een Monsieur est servi. Maar dan kan hij lang wachten..
Vergadering van den Raad dezer gemeente op Maan
dag 6 Dec., 's namiddags 3 uur.
Aanwezig alle leden.
Na opening door aen voorzitter, worden de notulen
van de vorige zitting gelezen en onveranderd vast
gesteld.
Van den schoolopziener is bericht ingekomen, dat
zich voor hoofd der school 13 sollicitanten hebben
DOOR NATHALY VON ESCHSTRUTH.
19.
Haar blik trof hem, vurig uitvorschend streng
vragend maar Kraschowitz viel haar in de rede,
ofschoon hij van ontroering nauwelijks kon spreken:
„O, Herrin, ich schweige bis an das Grab
Wenn ich alle Seligkeit funden hab'
Joriède, du Schönste im Lande!" 1)
Gravin Perpignan haalde 'diep adem zij zag hem
ean, het hoofdje achterovergebogen, glimlachend uit
dagend en toch als in bangen twijfel. Hij trad
oene schrede nader hij nam het hoek uit hard
hand.
„Sie lacht und sie neckt mit verwirrendem Spiel,
Auf stieg der Mond und die Damm'rung hel...
Und die Rosse scharrten im Sande."2)
Zijne stem beefde hij greep haastig hare hand, en
als in alles vergetenden hartstocht klonk het half ver
stikt, als een juichkreet van zijne lippen:
„O, Herrin, du lachst mir mit Aug' und Mund,
Mein muszt du werden zu dieser Stund
Joriède du Schönste im Lande l"&)
Hij drukte hagr aan zijne borst, hij staarde haar met
fonkelenden blik in de oogen en dan liet hij haar
plotseling los en sloeg alsontzet over zichzelven de
handen voor het gelaat.
„Vergiffenis, gravin 1" steunde hij. „Vergeef mij mijn
waanzin."
Zacht kwa.m zij naderbij op het weeke mos, sloeg
de armen om 'zijn hals trok zijn hoofd naar zich
toe on kuste hem met verterendein gloed op de lippen
„Ich lase dichs nicht I wenn ich sterben musz—
•So sei es jauchzend in diesem 'Kusz....
Joriède, du Schönste im Lande!"4)
D eikebladeren ritselden in den wind -r- als witte
sluiers stegen de nevels over het dal op de eerstel
ster-Tér* glinsterden aan den helderen hemel Hij
hield haar San -do asmea hij kuste haaf, eene rilling
ging pkuüsKÜlaig foaz© ÏCKÖMX
die inmiddels elders benoemd zijn. De personen zijn
den schoolopziener allen bekend, doch nij is niet in
de gelegenheid een proefles bij te wonen.
Die heer Ootjers zegt, dat voor leeken de beoordee
ling moeilijk is, doch aan het houden van een proef
les de voorkeur te geven. .Persoonlijke kennismaking
hebben we weinig aan.
De heer De Geus gaat met het idee van den
heer Ootjers accoord, omdat ook hij over de resul
taten van de persoonlijke kennismaking de vorige keer
niet tevreden was.
De heer Heeman sluit zich hierbij aan.
De heer Keizer is mede van oordeel, dat proefles
meer inzicht geeft van optreden dan persoenlijk De/zoek.
De heer Barten vreest, dat het zonder den school
opziener moeilijk uit te voeren is, omdat niemand de
leiding kan geven.
Na eenige bespreking wordt besloten, aan den school
opziener de medewerking van een proefles aan te vra
gen
Ter tafel komt het voorloopig besluit van Ged. Sta
ten inzake het punt Langendijk een gemeente, dat, zoo
zegt voorzitter, de meesten reeds in' optima forma in
de Schager Courant zullen heben gelezen.
Besprekingen worden er niet over gehouden, doch
ik stel voor, het voorloopig besluit te laten circuleeren.
Algemeen goedgevonden.
De voorzitter zegt, dat het doel van B. en W. is om
voor de benoeming van een commissie van 7 leden-
naast den raad op 22 Dec. de verkiezing en op 4 Ja
nuari de stemming te houden. Goedgevonden.
Van mej. C. M. Blom is de medecleeling ingekomen
dat zo genoegen neemt met de voorwaarden aoor het
gemeentebestuur gesteld inzake het gebruik maken van
een schoollokaal voor te houden cursusavonden. Zij
betuigt haar dank voor het genomen besluit.
Van den boomkweeker Ligtenberg is het verzoek in
gekomen, om ter gelegener tijd met werkzaam lieden
voor de gemeente te mogen worden belast. Hiermee
zal rekening worden gehouden.
Van mej. B. ZaagmanSchuitmaker is een dankbe
tuiging ingekomen voor het besluit betreffende 14 da
gen verlof en f 25 vergoeding voor plaatsvervanger.
Door den Rijksontvanger is bericht gezonden, dat
aan den gemeente-ontvanger f 32.67 is uitbetaald.
Goedgekeurd is teruggekomen het besluit betreffende
heffing van keurloonen.
Hot bekendo schrijven van den Ned. Bond van ge
meente-ambtenaren met verzoek om steun voor destich-
tin'g van een rust- en herstellingsoord stellen B. en
W. voor, voor kennisgeving aan te nemen, Zonder be
spreking wordt hiertoe besloten.
Van de afd. Alkmaar van den Ned. bond van ge-
pensionneerden is het verzoek ingekomen het pensioen
van mej. Wed. de GeusBorst te verhoogen.
De voorzitter zegt, dat het niet bekend is, hoe het
er met haar finantiën bijstaat
De heer Ootjers merkt op, dat de voorzitter gegevens
zou verzamelen.
De voorzitter deelt mede, daartoe geen gelegenheid
te hebben gehad.
De heer Ootjers is ter niet voor, het bedrag te
verhoogen, als blijkt, dat haar finantieele toestand het
„Jong Diethelm wee ons. Denkt gij niet aan
het slot der ballade?"
Toen lachte hij als een dronken man, slingerde het
boek 'ver van zich en bedekte haar gelaat opniejuw
met koortsachtig brandende kussen.
„Weg met het slotl Het spreekt van gapende won
den, van sterven en verderven. Ons bedreigt geen hertog
met flikkerend zwaard voor ons bloeit een lachend
liefdesgeluk ons bedreigt slechts een verzinken en
vergaan in de diepten der zaligheid."
„Dit uur behoort ons ten minste en niemand zal
het ons ontnemen."
De paarden trappelden in het zand.
1) O, gebiedster, ik zwijg tot aan het graf. Als
ik alle zaligheid gevonden heb Joriède, gij schoonste
in het landt" 2) „Zij lacht en zij plaagt in over
spel. De maan kwam op en de schemering daalde
neer.... En de paarden trappelden in het zand.'
3) „O gebiedster^ gij lacht mij toe met oog en.
mond. Mij moet gij toebehooren in dit oogenblik
Joriède, gij schoonste in het land!" 4) „Ik laat
u niet gaani als ik sterven moet. Zoo zij het jui->
chend in dezen kus.... Joriède, gij schoonste in; het
land I"
DERTIENDE HOOFDSTUK.
Arm in arm gingen zij op en neer langs den zoom
van het woud, de beuketakken ritselden boven hunne
hoofden en in de verte van den landweg af; klonk
het gezang van huiswaarts keerende meiden. Hij drukte
haar vaster aan zich en zag haar nog hartstochtelijker
aan^
„Joriède, hebt gij mij lief? Zeg het mij nog een
maal, dat onbegrijpelijke, ongelooflijke woord.'
Haar oog zag fonkelend naar hem op en wenidde
zich weer af.
„Ja. ik heb u lief, Kurt, in weerwil van de geheel©
werela. En ik zal u liefhebben, zoolang ik kan en mag."
„Zoolang gij kunt en moogt? Dan zal uwe liefde
eene eeuwigheid duren, want welke macht zou haar
kunnen gebieden? Zie, het komt mjj voor, alsof dit
alles een schoone, verblindende, betooevrende droom
is. Ik mag u, trotsch, heerlijk meisje, als mijn eigen
dom omvatten en kussen Is het niet zoo? En
toch is deze droom waarheid. Godi zii daarvoor geprezen,
want een ontwaken zou ik niet verdragen."
Zij zuchtte. „Waarom aan de toekomst te denken,
nü het heden zoo schoon is. Hoe vol en warm om
geeft ons de liefde het leven het heerlijk genot.
De ballade van Joriède en Jong Diethelm is zeer ge
lukkig in het begin maar het einde is treurig,
niet noodig maakt. Als ze er slecht kan komen, ligt
het op den weg van de gemeente, aan het verzoek
tegemoet te komen. Redt ze zich vrij goed, ben ik
er niet voor.
De heer Keizer: Hoe groot is het pensioen?
De voorzitter; Ga. f 125, en iets voor haar kind.
De heer Heeman zou bet adres voor nader onderzoek
willen aanhouden.
De heer Keizer zou dan tevens onderzocht Willem
zien, of in verband met de tijdsomstandigheden ook
verhooging van pensioenen voor anderejn noodig .s
leer OotjersDat ligt er in opgesloten.
Besloten wordt, het adres aan te houden.
Van de brandstoffencommissie is het verzoek inge
komen, of het gemeentebestuur garant wil zijn voor
de betaling der te leveren brandstoffen.
De heer Ootjers acht het niet meer dan billijk.
De hoer De Geus vraagt, of geen lijn aangegeven is.
Als het een soort van distributiestrop' moet worden^
ga ik er niet mee accoord. Het is net of ik er nog
een klein nasmaakje van heb.
Die heer Keizer: Het staat op de zaak, die we allen
kennen. Het is een uitvloeisel van de zaak, die han
gende is geworden. Ik ga er niet verder op in, doch
zou elke zaak op zichzelf willen behandelen. Als het
hier gaat om de zaak die plaats gehad heeft, zeg ik ia.
De heer Ootjers't Gaat uitsluitend voor de hande
laren in deze gemeente. Het is logisch, dat we daarvoor
garant zijn.
De heer Keizer wil elk geval behandelen als het
zich voordoet.
De heer Ootjers en Heeman: Dat gaat niet.
Besloten wordt, de gevraagde garantie te verleenen.
Wegens vertrek wordt aan den heer F. Bakker 2
maanden afschrijving op den H.O. verleend.
De heer J. Jïuiis, onderwijzer, vraagt wegens ver
trek naar Ne<l Inaië eervol ontslag met ingang van 1
Januari.
Met het oog op de onmogelijkheid tot het verkrijgen
van een tijdelijke kracht, stelt de voorzitter voor, dit
eervol ontslag wel te verleenen, doch aan dem heer
Buijs te verzoeken ook na dien tijd zijn bijstand te
verleenen ,als hij' niet op den gewenschten datum in
de gelegenheid is te vertrekken. Dienovereenkomstig
wordt besloten.
Van Ged. Staten is bericht ingekomen, dat ze er
niet in kunnen meegaan, de distributieschuld in 15
jaar af te lossen. Zij wenschen dit op 5 jaar gesteld
te zien en dus elk jaar een aflossing van f 4600.
B. en W. meenen te moeten adviseeren het genomen
besluit te handhaven
De heer Duijves vreest, dat het weinig zal baten.
De heer Keizer wil ook de aflossing in 15 jaren
handhaven en Ged. Staten wijzen op de dringende nood
zakelijkheid dat het in 15 jaar gebeurt, (laar het in
5 jaar onmogelijk te betalen is. zoo noodig zou een
persoonlijk bezoek aan te bevelen zijn.
Besloten wordt het genomen besluit te handhaven
en het besluit nader te motiveeren.
Van Ged. Staten is ©en aanmerking ingekomen op
de verordening inzake heffing van het schoolgeld voor
te Alkmaar schoolgaande leerlingen.
Ged. Staten willen een billijke heffing, doch B. en
W. stellen voor om het besluit te handhaven.
De heer Keizer: Ze meenen, dus meer in de geest
van mijn voorstel te moeten handelen.
De heer HeemanHet besluit is genomen.
en ook wij willen de oogen sluiten om niet te zien,
wat het volgende oogenblik brengt"
Zjj sprak zacht en dwepend, met een waas van
weemoed, dat vreemd bij zijne jubelende blijdschap
afstak.
„Ik ben er niet bevreesd voor. Ik voel den moed
in mij om met hemel en hel om !uw bezit te kampen.
Als gij slechts trouw zijt, als uwe liefde maar vast en
trouw aan mij hanet Joriède - zeg mij, dat zij dat
doet. Zweer mij, dat dit uur u even heilig zal zijn
als mij dat gij u met lichaam en ziel aan mij hebt
gegeven," hij vatte met een plotselingen, kramp-
acntigen druk hare handen, week van haar terug en
staarde haair aan; woest en dreigend zag zijn som
bere blik op baar neer, en zijne gestalte scheen een uit
dagende, reusachtige grootte aan te nemen, zoodat zij
schuw voor hem ineenkromp.
„Ik heb u en uwe liefde niet gezocht, Joriède, ik
heb mij bescheiden op een afstand gehouden en toi
mijzei fgezegd, dat het waanzin was, eene ster van
iLiijcsvi UC1L Ubt "Ciau/iiu Iiaj. oirai lal.
den hemel te begeeren gij echter hebt mij met onbe
grijpelijke minzaamheid behandeld de ster maakte
zien zelve los van het trotsche firmament en viel mij in
den schoot. Toen heb ik genomen, wat men mij aan
bood, en had de kracht niet meer, het geluk weerstand
te bieden. Wee u, zoo gij slechts een zacht vuurtjW
hebt willen ontsteken, dat een paar schemeruurtjes ver
warmt het is een reusachtige, hemelhoog opvlammende
gloed geworden, waarin alles dooddbranclt, wat niet als
echt goud wordt bevonden. Ik bemin u, joriède. Weet
gij, wat dat beteekent?
Dat ik nooit en nimmer voor speelgoed geschikt
was, hob ik u te voren gezegd en toch boodt gij
mij uwe lippen ten kus. Wee u en mij, zoo deze (kus
niet eene gelofte voor tijd en eeuwigheid was. iHij
bemint gij mij?"
Zij stond voor hem en staarde hem met wijd ge
opende oogen aan. Zijne hartstochtelijkheid had iets
mcdesleepends, geweldigs en imponeerendszij paste
bij zijn somber gelaat, zij maakte hem eigenaardig en
interessant.
Zulk een woeste trots is wel lastig, maar hij be
valt, hy bedwelmt door zijne poëzie, en in de aderen
van Gravin Perpignan stroomde het licht opschuimende
knel verhitte Fransche bloed.
Hij beviel haar in dat oogenblik beter dan ooit, en
in dit welgevallen mengde zich ee ne rilling van vrees.
Wild sloeg zij de armen om zijn hals. „Ja, ik heb
u lief, Kurt, ik heb u lief, en ik wil met u voor on$
geluk gaan strijden. Het zal niet gemakkelijk zijn
De heer Keizer: Als ik er in mee ging, zou ik een
eigenaardige rol spelen. Ik voel meer voor mijn voor
stel, doch zal dit niet kunnen keeren.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen.
Inzake de mogelijkheid tot heffing van 80 opcenten
op bebouwde en 20 opcenten op onbebouwde stellen
B. en W. voor deze met ingang van[ 1 Januari te bren
gen van 40 op 60 en van 10 op 15.
De heer Heeman gaat ér mee accoord, ofschoon!
met de hoogste heffing de uitwonende eigenaren ook
zwaarder zouden kunnen worden belast.
De heer Barten: Die zijn er niet veel meer.
Het voorstel van B. en Wl wordt aanvaard.
Hierna wordt besloten over te gaan tot sluiten van
de oude openbare school met het oog op de inrichting
voor U.L.O.-sehool.
De gemeenschappelijke regeling te dier zake aan te
gaan met Oudkarspel en Zuid-S charwoude, de concept
verordening daarvoor ongewijzigd vast te stellen, de
oude school voor U.L.O.-school beschikbaar te stellen
voor een bedrag van f 18887.50 voor welk bedrag dit
gebouw door een onpartijdige commissie is getaxeerd
en voor één derde deel van dit bedrag aansprakelijk
te blijven.
Na de rondvraag, die niets oplevert, wordt de open
bare zitting gesloten en gaat de raad in comité voor
behandeling van een groote bundel reclames op de H.O.
REKPUITXNO VAN PERZIK EN ERUIT MET
CARBOLINEUM.
De aandacht van belanghebbenden wordt hierbij erop
gevestigd, dat het seizoen voor de uitvoering van be
spuitingen met carbolineum-oplossingen wederom aan
gebroken is. Daar het gewenscht is deze bespuitingejp
uit te voeren, zoo laat als mogelijk is in verband met
den ontwikkelingstoestand en degevoeligheid der knop
pen komen achtereenvolgens verschillende vruchtboom-
soorten voor een zoodanige behandeling in aanmerking.
Het eerst moeten worden bespoten de perzik- en
druiveboomen in de kassen. Voor de perzik moet men
zich aan het tijdvak van midden December tot midden
Januari houden. Is de ontwikkeling der knoppen te
ver voortgeschreden, dan is vooral de perzik gevoelig
voor carbolineum. In het hierboven aangegeven tijd
vak is dit échter niet het geval en de ervaring heeft
geleerd, dat dan de perzikboomen zonder eenig nadeel
een 5% carbolineum-oplossing kunnen verdragen. De
druif is minder gevoelig en kan tot einde Januari ge
rust met een 6 8% oplossing behandeld worden.
Waar beide vruchtboomen in één kas voorkomen, is het
gewenscht, de bespuiting voor het midden van Januari
te doen afloopen.
Uitdrukkelijk zij hier vermeld, dat de carbolineum-
oplossing niet met een kwast op de boomen gesmeerd'
moet worden, maar dat zij met behulp van een ver
sproeier (pulverisateur) in stoffijnen toestand daarover
moet woraen gespoten.
Een 5% oplossing op den perzik en eeiy 6 8°/o"op-
lossing op de druif zijn vrijwel afdoende tegen het z.g.n.
zwart. Men doodt ermede de jonge dopluizen, die aan
de takken overwinteren en in welker,, vloeibare zoete
uitwerpselen, die in idjen zomer de bladeren bedekken,
een zwartgekleurde zwam groeit, waardoor de bladeren
der aangetaste boomen met een zwarte laag worden
bedekt ihet jzwart), Bij goede uitvoering der bespuiting
kan men ook spintaantasting in belangrijke mate voor
komen en daardoor den groei der boomen aanmerkelijk
verbeteren. Carbolineum-bespuitingen bevorderen dan ook
den groei der boomen in hooge male. Men raadplegd
hiervoor mededeeling no. 5 van den Phytopathologischen
dienst „Dopluis op perzik en druif.'
De bespuiting wordt uitgevoerd bij niet vriezend weer
en liefst op de van het draad of houtwerk losgemaakte
takken. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan
het carbolineum, dat verspoten zal worden. Dit móet
met woestheid en geweld richten wij niets uit, verstand
en diplomatie alleen voeren tot het doel. En daarom
verlang ik als bewijs van uwe liefde dit eene: Heb
geduld
tijd af."
geloof aan mij - zwijg en wacht den
Hij zonk bij haar neer en drukte hare handen aan
zijne bevende lippen. „Alles, alles beloof ik u, Jd
riède. Ik zal wachten en geduldig zijn, ik zal ons
zoet geheim in mijn hart bewaren, tot gij zelve mij
het zegel van den mond kust Wees slechts trouw*,
Joriède, verraad mij niét laat den tijd komen
dat ge in waarheid en voor de geheele wereld mijn
eigendom zijt"
Zijne stem werd week de reus was gevallen en
knielde als een geboeide slaaf aan hare voeten.
Joriède herademde Tijd gewonnen, al gewonnen.
O, die Duitschert Dat zij volstrekt geen spel ver
staan. Met vleiende innigheid boog zij zich over den
man, voor wien zij in oit uur werkelijk zoo iets als
liefde had gevoeld, en strooide hem met fluweelzachte
handjes het schitterende, bedriegelijke zand in de oogen
zoodat de jonge leeuw willoos en geblinddoekt baar
moest volgen, waarheen zij hem aan den leiband voerde.
Maar zij glimlachte niet meer zoo vol vertrouwen als
eerst.
Zij had gezien, hoe wild de leeuw kon worden, en
zij sidderde bij |dl!e gedachte, dat de leiband eens zou
kunnen scheuren. En dit gevoel van bange onrust ont
nam haar de vreugde aan het kussen en koozen
zij voelde, hoe koud de wind in het bosch woei
zij huiverde en naderde haar goudvos.
Met zorgvuldige haast en teederheid hief hij haar
in het zadèl nog eens drukte hij haar woest aan
zijne bort: „Joriède gij schoonste in het land."
het
Z\j lachte en deed
paard omkeeren.
„Lesz ab, du schaffest dir bittren Lohn,
Und scoaffest mir Zorn und Schande 1" 1)
Hij sprong in het zadel, draafde haar na en vatte
haar paard bij den teugel.
„Ich lasz dich nichtWenn ich sterben musz,
So sei es jauchzend in deinem Kusz,
Joriède du Schönste im Lande l" 2)
1) „Laat af, gij verschaft u een bitter loon, en be-
)zorgt mij toorn en schande 1" 2} „Ik laat u niet
gaan i Als ik sterven moet. Dan zij het juichend in
uwen kus Joriède, gij schoonste in het land!"
Wordt vervolgd.