TWEEDE BLAD.
NIEUWJAARSGROETEN
50 CENT
Uit het Hart van Holland.
Polder ffeerhugowaard.
Ingezonden Stukken.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Vrijdag 24 Decembar 1920.
63sle Jaargang.-No. 6744.
IN ONS BLAD DAT OUDEJAARSDAQ VER
SCHIJNT, BESTAAT GELEGENHEID TOT HET PLAAT
SEN VAN EEN NIEUWJAARSGROET AAN BEGUNSTI
GERS, FAMILIE, VRIENDEN, ENZ. TEGEN CONTANTE
BETALING VAN
(MITS NIET GROOTER DAN 3 REGELS)
OPGAVEN S.V.PL. SPOEDIG AAN ONS BUREAU
OF AAN HH. KANTOORHOUDERS EN BOEKHANDE
LAARS.
DE UITGEVERS.
In do week van 19 tot 26 December, en eigenlijk
ook hog de dagen dfcarna, staat Den Haag in het
toeken van de roode internationale. Maar deze heeft
gelukkig niets uit te staan met de bloedige roode spook
gestalte uit Moskou, het een internationale van
vrede en blijdschap en vreugde onder de meiftchen,
die door alle lanaen trekt. Het is de internaLionaLef
van het Kerstfeest.
Heel Den Haag ligt in een rooden glans en in roo
ien schijn. In de etalages der winkels zijn rood, groen
en wit de hoofdkleuren en waar 'de verkoopsartikéLetn
niet bij uitstek voor oen dergelijke kleurencombinatie
geschikt zijn, daar wordt door een overvloed van den
nengroen, rood lint, en glanzige hulst met dikken bessen
trossen een dikwijls smaakvolle versiering aangebracht
Als je 's avonds laat door de stad loopt is er bijna
geen magazijn, waarvan de^lectrische lampen niet mei
rood vloeipapier zijn omwonden, die een rood schijnsel
werpen op de kille plukken witte watten, die sneeuw
moeten voorstellen.
Overvloed van Kerstheerlijkheden, meer of minder
eetbaar, liggen achter alle ramen hoog opgestapeld,
ulle van de gebruikelijke kerstemblemen voorzien.
Banketbakkers toonen zich ware bouwmeesters, en
adepten, in kerkarchitectuur. De kunstigste kathedralen,
middelceuwsche kapellen, kasteden en romantische
burchten van chocolade, marsepein en suikerwerken
verrijzen achter hunne ramen, fantastisch verlicht door
binnen in met zorg aangebrachte kleine gloeilampjes,
die hun bescheiden aandeel tot den algemeenen rooden
fecstgloed leveren.
De banketbakkers hebben het 'met de bloemisten
wel het aller gemakkelijkst, waar het geldt den feesle-
lijken aanblik van de stad te verhoogen. Maar in de
Kerstweek, meer eigenlijk 'nog dan in de dagien, die
SL Nicolaas voorafgaan, schijnt ieder te willen mee
doen aan een soort ongeorganiseerden etalagewedstrijd
en de winkeliers ontwikkelen dikwijls een werkelijke
fenialiteit bij het uitdenken van artikelen, die voor
kerstversiering in aanmerking komen.
Met hulst en kleurig lint versierde mandjes vruchten,
met rood vloeipapier omwonden flcsschen wijn, punch
en likeur, vallen nog volkomen binnen de grenzen
van het normale en te verwachtene. Een iels zonder
linger indruk maakt reeds een dikke gerookte paling
met een takje hulst in den bek en eein paar roode
strikjes, op zijn buik, of een jeugdig, hoewei reeds
lang verdroogd aligatortje, dat aan een trapéze van
rood lint is opgehangen. Maar een beetje vreemd wordt
je aangedaan Dij het zien van stapels van de meest
prosaische, hier niet nader te omschrijven kleeding-
slukken, aio voor de feestelijke gelegenheid een extra
rood ceintuurtje hebben omgekregen, maar die toch
wel niemand zal gaan koopen, puur omdat het Kerst
mis is.
Zoover als indertijd in Berlijn en Parijs in dep
Kersttijd hebben we het nog niet gebracht. Kooplui
met speelgoed eri speelgoedkramen op straat zien wé
nog niet. Maar wat we wél hebben, zijn de Kerstboo-
menmarkten in de open lucht. Vroeger had je eigen
lijk alleen maar een officicele Kerstboomenmarkt op
het Voorhout, waar jc, zoo in de week voor Kerstmis
je heel goed kon voorstellen in een geurig sparrebosch
te ioopen. Daar liet ook de koningin den Kerstboom
koopen, die jaarlijks voor de kinderen der hofbeambten
in het paleis wordt versierd en daar kocht ook eénige
jaren geleden hel prinsesje voor haar eigen geld hoar
eerste eigen Kerstboompje. Dit is nu ook al weer iets
van een traditie geworden en zoodra het Prinsesje haar
koop gedaan heeft, rent de koopman, wien deze ge
lukkige koop te beurt viel, alle bureaux dier Ilaagsche
dagbladen af, om toch vooral dien zelfden' avond nog
in de kranten te zien gedrukt, hoe hij onderscheidien
werd. Hij is er veel gelukkiger mee dan een gepension-
neerd officier of ambtenaar met het Koninklijk besluit,
waarbij hem een lintje wordt toegekend.
Maar nu de laatste jaren en daaraan is de in
vloed der Tommies waarschijnlijk niet geheel vreemd
gebleven het Kerstfeest in steeds breedere kringen
van het volk wordt gevierd, ook zonder dat daaraan een
ccnigszins religieus gevoel verbonden is was die eene
Kerstboomenmarkt op "het Voorhout niet meer vol
doende.
Op pleinen en in enkele van die zeer breede hoofd
straten der buitenwijken, doken andere, niet minder
groote Kerstboomenmarkten op. Die op het Voorhout
is de deftige markt gebleven, waar ieder heengaat, die er
eenigen prijs op stelt te doen blijken, dat hij niet maar
de eerste de beste is. Die markt heeft nu eenmaal door
de elandisie der Koninklijke familie een zeker cachet
van voornaamheid. Maar de hoornen en boompjes zijn
er hetzelfde om.
In de stad heerscht een opwekkende friss che den
nengeur en er hangt een stemming van prettige opge
wektheid. Jonge meisjes zie je met frissche takjes hulst
op do kleurige wollen mutsen en evrseys, en de bloed-
roode besjes tusschen de harde glanzend groene bla
deren sieren ook de zware bontmantels van oudere da
mes en de donkere winterjassen der heeren.
Een heel bijzonder cacnet, dat den Haag zoo echt
„Haagsch" mee helpt maken, geven in de stad de
kleurige uniformen van cadetten en adelborsten. Hot
schijnt wel o fheel Breda, heel Alkmaar en heel Nieuwe
Diep do Kerstvacantie uitsluitend in Den Haag door
brengt. Vroeger viel dat nog veel sterker op, toen de
cadetten nog uitsluitend de zwarte, met oranje biezen
en streepen afgezette uniform droegen. Tegenwoordig,
gaan ze met hun grijsgroene tunieken en jassen, die
bijna niet van do gewone officierstenu te onderscheiden
zijn, wel, iets meer tusschen de menigte verloren. Maar
cachet geven ze toch nog.
Ze scholen $raag samen, met de adelborsten in een
bepaald café, de gerenommeerde Bordelaise in de Pas
sage, waar in de Kerstvacantie een soort pénétration
paeifique geconstateerd kan worden, waardoor de toe-
valligo klanten verdreven worden en die soms zei te
de tafeltjes der stamgasten bedreigt.
Zoo'n groot wonder is het niet, dat de jongelui zich
eigenlijk alleen maar in de Bordelaise thuis en op
5. .S61113^ voelen. Daar is in de eerste plaats de
traditie en wie zou de traditie eeren, als de toekom
stige verdedigers en beschermers van den staat het
h*?1 wouden. doen. Zij zijn om zoo te zeggen, immers
zelve de incarnatie van traditie. Daar zijn in de tweedie
plaats de tallooze moderniseeringen en ver
anderingen, die lang niet altijd verbeteringen zijn,
welke iemand na een afwezigheid van enkele maanden
uit de residentie totaal desoriënteeren, zoodat hij met
beter weet te doen, dan te vluchten naar een hoekje
dat hen Yan oud bij overlevering en uit eigen ervaring,
bekend en vertrouwd is. Daar is in de derde plaats
het niet genoeg te loven feit, dat in de Bordelaise
geen muziek wordt gemaakt, zoodat je er ongestoord
en zelfs luidruchtig praten en beweren kunt, zonder de
bezoekers te hinderen, die, zich aanstellen of ze mu
ziekliefhebber zijn en zonder zelf doo srhet eeuwige
gestrijk gehinderd te worden.
Muziek schijnt voor een modern levenden mensch
even noodig te zijn als de lucht, die hij inademt en
noodiger zelfs dan zonneschijn, want hij sluit izich
graag midden op 'den dag in ae half donkere zaal van
een café of restaurant op, omdat daar muziek wordt
gemaakt. Als er geen muziek bij is, deugt het niet meer.
We drinken met muziek en we eten met muziek, liet
allernieuwste snufje, natuurlijk ook uit het buitenland!
ingevoerd, is om tijdens het met muziek begeleide
diner, ook te dansen.
Dit nieuwigheidje is nog van te jonge datum, dan
dat heeren doktoren en hygiënisten zich al zouden
hebben uitgelaten over het al of niet aanbevelingswaar
dige ervan. Persoonlijk ben ik te gemakzuchtig, dan
dat ik me kan voorstellen, dat het moeten opvlie
gen tusschen twee gangen van een smakelijk .dinar
en een step of een trot of 'wat voor ander raar ding
te dansen,, een aangename afwisseling van het epicu-
ristisch genot zou kunnen zijn.
Maar voor de tallooze logee's, uit de provincie, die
tijdens de Kerstvacantie de bevolking van den Haag
komen verdubbelen, en die wel graag eens iets willen
zien van de veelbeschreven mondainitcit van den Haag,
is zoo'n buitensporig en buitenlkndsch nieuwigheidje
wel een aardige attractie.
Die logee's uit de provincie, je kent ze overal en
onder alle omstandigheden terug, zoodra ze maar even
hun neus buiten de deur steken. Op straat herken je
ze aan hun ietwat angstige wijze van loopen en aan
hun respect voor het drukke verkeer van de meest on
derscheiden voertuigen. In tea-rooms en restaurants zijn
ze onmiddellijk waar 'te nemen door de naive bewon
dering van de weelderige omgeving, de geraffineerde
gerechten en fijne dranken en door het zweempje van
ontzag, waarmee ze den ,,ober" zoo nu en dan eens
van terzijde aanzien, en in de plaatsen der openbare
vermakelijkheden zou je blind en doofstom moeten zijn
om ze niet van de Hagenaars als zoodanig af te zon
deren. Daar vallen ze letterlijk door alles opdoor hun
kleeding, hun wijze van zich te bewegen, hun iets te
luid spreker^ hun gezonden spot met excessen en mal
le aanstellerij en vooral door hun naive, oprechte en
onverholen bewondering voor een bepaalden acteur of
actrice.
Juist door deze eigenschappen die hen scherp af
zonderen van het groote Ilaagsche publiek, geven ze
in den Kersttijd aan onze residentie een waas van frisch-
heid en spontaniteit, dat daaraan maar al te dikwijls
ontbreekt.
Wi Pi
Op Woensdag den 22 December 1020, nam. 1 uur,
vergaderden- Dijkgraaf, Heemraden en Hoofdinge
landen- van den Polder I-Ieerhugiowaard in het Polder
huis hij den Huigend ijk aldaar.
-Aanwezig w-a-ren de heeren W. van iSlooten, Dijk
graaf, Voorzitter, IP. Schilder Jz„, secretaris, J. (Karnap,
penningmeester; 'voorts K. Blom, J. Schilder, W.
Appelman-, K. Kruier, K. van1 Langen en K. van Stra
len, Heemraden en Jib. v. d. Oo-rdl, C. Poland, P. Groen
Pz., F. Liefhebber, P. Wonder Pz., J. Oudeman, C.
v. Langen, P. Kieft, A. de Boer, K. Konijn, D. Schil
der en J. Wijnker, Hoofdingelanden, zoodat het ge
heel e college voltallig was.
De Dijkgraaf als Voorzitter, opent de vergadering,
heet daarbij allen hartelijik. welkom en spreekt de
hoop -uit, -dat- de besprekingen-, die -zullen worden ge
houden, in het belang van) den Polder zullen zijn.
Daarna worden d!e notulen; gelezen door den heer
P. Schilder Jz., secretaris.
Worden onveranderd 'goedgekeurd.
Op het besluit tot verbouwing der brug in den
Ilasselaarsweg is goedkeuring ingekomen. Wat voor
kennisgeving wordt aangenomen.
Volgt een van Ged. Staten ingekomen schrijven
over wijziging van het besluit -tot bouw van een brug
in den Laan w eg.
Het bestuur was echter van oordeel -met het oog
op de kosten het besluit niet te moeten wijzigen en
-heeft die meening -aan Gedeputeerden kenbaar ge
maakt.
©n daarop as -nog geen beschikking ingekomen van
Ged. Staten, -die de voorkeur aan -het bouwen van
-een steenen brug 'gaven. Voorzitter deelde mede, dat
hij persoonlijk overleg heeft gepleegd' -met den Hoofd
ingenieur van den Prov. Waterstaat en met den
Voorzitter van Ged. Staten en is wel te veronderstel
len, -dtat de goedkeuring verkregen zal worden, maar
ze is nog nie-t ingekomen.
Geestmeram'bacht heeft afwijzend beschikt op -het
verzoek om tegemoetkoming in de kosten voor het
verbouwen van -de bruggen te 'Rustenburg, te Oter-
leek en aan -den Huigendijk, wat voor kennisgeving
wordt -aangenomen.
Daarna volgt een ingekomen adres van eenige In
gelanden v<an den Midden-polder betreffende het aan
sluiten aan het vaarwater aan dan 'Pannekeetpolder,
door het plaatsen van een brug in den Hasselaars-
weg en wordt daartoe medewerking van bet Polder
bestuur gevraagd. Adressanten kunnen echter door
even om. te varen, gebruik maken van die reeds daar-
gestelde nieuwe brug in den Hasselaarsweg,
'Goedgevonden wordit dat -ten deze eerst grondig on
derzoek -dio-or het (Bestuur zal worden gedaan; het
Bestuur is reeds met onderzoek bezig.
Ten opzichte der Verordening of Keur op scbei-
slooten, en bi-nnensluizen, willen Ged. Staten gaarne
nadere toelichting, waarom of het 2e lid; van art. 17
uit die Keur is gelicht. Besloten wordt, te antwoorden,
dat het Polderbestuur geen prijs stelt op handhaving
van dat lid' van genoemd artikel.
De Verordening of Keur wordt -nu aangevuld' met
een artikel, waarbij wondt bepaald' dat ieder -dd-e de
sluizen open laat staan, gestraft tkan wonden
Aldus aangevuld, zal die Verordening ter hoogene
go-edkeuriing worden opgezonden.
Aan de orde is een ingekomen verzoek van den
polderhaas C. Moeij-es Wz., die -daarin verzoekt zijne
functie behoorlijk te bezoldigen, terwijl hij bet bepa
len va-n een bedrag aan het bestuur overlaat. Thans
is het salaris f 1400 's jaars. V-oorzitter acht dat salaris
te laag. De meerderheid' van het Dag. Bestuur stelt
voor, het salaris te verhoogen zoodanig, dat het op
f 1800 wordt gebracht.
De heer Oude jan® vraagt of de baas nog percen
ten geniet.
Voorzitter: Dat is ov-erwogen. 'Er waren er, 'die het
geboord hadden. Maar de 'baas zegt ten stelligste,
geen percenten van materiaal te hebbeni. Wij zijn van
meerling in den baas -een heel goed; vertrouwd amb
tenaar te hebben, -die zijn werk steeds goed1 doet.
Maar men zou ten slotte Iemand in verzoeking kun
nen brengen.
De -heer Oudejans: Ik meende dat die baas f700
van het Sluisje had gehad.
Voorzitter: Neen, niet de baas, maar diens zoon
heeft wat gehad van het sluisje voor teekenwerk en
zoo, maar dat was toch lang geen f700.
De fyeer iP. Wonder vindt, waar th-ams een timmeir-
kriecht meer verdient dan' dé Pold-erbaas, verlhooging
mooddg voor wat de Polderbaas meer moet prestee-
ren, -terwijl hij boven' het volk moet staan, mag zijn
salaris -noodig f 300 hooger zijn dan dat van een van
bet volk. Hij heeft wel enkele voorrechten, als vrij
wonen, vuur en licht, maar hij woont in een zeer
groot huis, zijn vrouw kan het zonder hulp niet red
den. Spreker stelt voor, het salaris op f2000 te be
palen;
De heer Ouderman1*. "WIJ hebben het ook niet zoo
best -Een- timmerknecht mag in de stad zoo hoog ko
men, maar in het boerenland niet.
Voorzitter: Maar als het in1 de steden «oo hoog iê,
zeggen- ze: We gaan- ook naar de stad. Daarom moet
men het loon der timmerknechts in het boerenland
ook verhoogen, anders gaan zij weg naar de stad. De
timmerknecht Schenk heeft nu 60 cent per uur met
vrij wonen- en dat is nog ver beneden dat wat ze in
de steden verdienen.
De heer Groen: Aan elk, die het loon.: verdiént,
moet het worden gegeven. Maar we -moeten' ook den
ken aan de menschen -die het vorig jaar niet te breed
hadden en -di-e het ook dit jaar weer niet ruim heb
ben. Ik kan -er mij. niet mee vere.enigen- om er royaal
-over heen- te springen. Wij moeten ons 'ten slotte net
even goed verantwoorden tegenover de Ingelanden
als tegenover -den baas. Als het verhoogen gebeuren
moet, dan: niet al te ver gaan daarbij, vindt spr. Er
zijn er nu al, die 'kwalijk hunne poldierlssten 'kun
nen betalen.
De heer Wonder is het wel in zekeren zin -hiermee
eens, doch de polderhaas heeft de verantwoordelijk
heid en het salaris -dient verhoogd te worden vindt
spr., die hetgeen de -heer Groen- opmerkte, ndet be
strijdt, dloch men kan daarom het salaris ndet be
knibbelen.
De heer C. van Lange wil het liever tot van het
voorjaar aanhouden en -eens zien hoe de begrooting
er uit ziet.
Voorzitter: We weten nu ndet, hoe de 'begrooting Is,
Maar om het tot van het voorjaar uit te stellen, daar
is spr. niet voor. De baas vraagt het nu. 'Hij heeft
door de ziekte zijner vrouw nogal kosten. Er is een
dienstmeisje. En -die baas kan nu ndet best er mee
toekomen. U Andere volk is ook verhoogd!. Billijk
-zou zijn, dleri b-aas ook te verhoogen.
De- heer Oudej-ams -zou het liever tot van het voor
jaar -aanhouden, evenals de heer 'Van 'Langen aangaf.
De heer J. van der Oord wijst er op, dat het tracte-
ment dat wij opleggen, blijft. Ik ben niet tegen, ver
hoogen, maar het uiterste verhoogen, daar ben dk
tegen.
Voorzitter zegt, als de omstandigheden zoo worden
dat er reden is tot verlaging van traotementen, dan
is de regeering bevoegd' tot salarisv-erlagin-g en als
alles go-edkoope-r wordt, is er alle reden voor de re
geering om er toe ov-er te gaan. Zoo zou het hier
ook kunnen gaan. Maar w-e hebben -het nu over het
ingekomen verzoek.
De heer Pol and: Ik ben er wel voor om het salaris
van den opzichter te verhoogen; het is niet in ver
houding tot al het andere. Maar vele ingeland-en heb
ben het ook niet ruim. De -meerderheid v-an het Da-g.
Bestuur wilde het salaris op f 1800 stellen. Ik stel voor
het op f 1600 te bepalen en er voor dit loopende jaar
f200 dluurtetoesl-ag bij te doen. Dan 'kunnen we het
volgende voorjaar weer zden.
'Voorzitter vraagt of ieder er voor is om tot ver
booging (over te gaan.
iVol-gtt stemming. Met li stemmen- -voor besloten tot
verhooging over te gaan. Vijf tegen, -nJL de heeren:
P. Kieft, J. Oudeman, iC. van Langen, J. Wijnker
en K. Kruier.
Stemming voorst-el-Wonder, om het salaris op
12000 te bepalen voor den' poldierbaas. Met de hee
ren Wonder, Appelman en den Dijkgraaf vóór en 16
stemmen tegen, verworp,en.
Voorstel van de meerderheid1 van het Dag. Bestuur
om het salaris op f 1800 te stellen-. Met 10 -stemmen
teigen ve-rworp-en, terwijl er negen heeren voor waren.
T-egen: stemden de heeren P. Kieft, J. v. d. 'Otord, C.
Poiand, P. Groen, F. Liefhebber, J. Oud'eman, C. van
Langen, J. Wijnker, K. Kruier en K. B-lio-m.
Voorstel-C. Poland, om voor het j-aar 1920 f1600
salaris en 1200 duuntetoeslag te bepalen, dus met
terugwerkende kracht Met '16 stemmen voor wordt
dit voorstel aangenomen1. Drie heeren stemden te
gen, n.1. J. Onderaan, C. van Langen en J. Wijnker.
Het Dag. Bestuur wiordt gemachtigd' tot het aan
gaan van een kasgeld-Ie ening ten 'bedrage van f 25000.
Rondvraag. De beer Jb. v. <L Oord bespreekt het
open-laten v-an de slui'zen. Die het opzicht daarover
houdt in -den Boterweg, is die niet gesalarieerd!? Hij
ziet -er niet zoo goed meer op toe. Het is Piet Groot,
die dat opzicht heeft.
'Voorzitter: Hij'-krijgt er f 10 voor per Jaar, voor dat
toezicht. Het is niet veel. Of hij er daarom zoo weinig
werk van maakt? Ik heb wel eens gehoord dat hij
niet tevreden was over het salaris.
De heer Van der Oord zou bet salaris bijv. f5 val
len verhoogen en dan beter toezicht hebben.
De heer K. van Stralen; vindt f5 eigenlijk te weinig
en zou bet geheele salaris op -f25 willen1 bepalen.
Goedgevonden en met algemeens stemmen wordt
het voorstel-Van Stralen aangenomen.
De heer Poiand! zegt te hebben hoeren spreken
over de polder-dammen en -dat die Polder ze nd-et
meer onderhoudt. Is diat zoo?
Voorzitter zegt: De meeste dier hekken' ondlerhoudt
de 'Poldér niet.
De penningmeester licht toe, dat waterkoelingen
waarop hekken staan, voor rekening van den Polder
zijn.
Voorzitter: Waterkeering is erfdienstbaarheid. Een
daim zooals bijv. bij Oudeman, daarvan wordt het
draaiende -gedeelte hek door hemzelf onderhouden,
maar palen en zijvleugel-s doio-r den (Polder.
De h-eer Blo-m dacht dat de palen- wél bij het
draaiende hek behoorden dn onderhoud bij dén eige
naar.
Voorzitter doet toezegging het nog eens op te zoe
ken en na te zien eens te kijken boe het staat, om
ter volgende vergadering van antwoord, te dienen.
De heer Groen bespreekt de te maken brug in
den Laanweg. De polderba-as had gezégd! dat er nog
geen -toestemming van Ged. 'Staten was ingekomen.
Als de toezegging komt, wil- spr. het -graag gauw on
dernomen zien. Al® het een houten brujg mag zijn,
dan- ia d ie er in -een w-eek tij-ds in.
Voorzitter zegt dat het wel de bedoeling is er gauiw
aan te beginnen wanneer de vergunning van Ged.
Staten er is.
Voorzitter deelt ten opzichte van dammenschauw
nog mede, dat met pol-der iNoordscbarwoude bespre
king is gehouden en de -kwestie als opgelost is te
beschouwen. Wij wi-llen niet telkens schouw -houden.
We willen wel wat toegeven; mits zij zorgen dat bij
schouw een en ander in- orde is.
De heer P. Wonder brengt in 'herinnering het reedis
eerder besproken afsteken langs -den' weg van dé
gnasbanden-, voor het scheppen; v-an -een betere fiets-
ge-legenhei-d. Gedeelten zooals bij mij en. bij K. Lange-
dtijik, daar heb je drievierde déél van het jaar goedé
fietspaden. Spreker zou ermee willen doorgaan. Mis
schien zelfs diat de Wielrijdersband -zich er voor ging
interesseeren.
Voorzitter: Diat is koren op -mijn molen. Reeds
meer zijn de fietspaden ter sprake geweest, maa-r het
geld! w-as het bezwaar. De Wdelirij-dersbond geeft wel
subsi-die daarvoor, -doch; naar het aantal leden hier
van hun Bond. 'En -dat zijn er hier maar 7 -geloof i-k.
Elk hoort het dus: men kan- lid) van -den Bond1 werdén
We zullen dien- baas onder bet oog brengen, diat het
gewen-scht is met doelmatig afsteken der grasban
den door te gaan.
De heer Wonder: Als dé graszodpn worden wegge
stoken-, blijft er een" vlakke kant langs den weg. Er
kunnen- bovendien meer gootjes voor ihet wegleiden
van het water worden gemaakt. Ze kunnen! dan na
genoeg tusschen dé boomen- komen en dan hebben,
ook de rijtuigen van- -zulke gootjes geen hinder. De
poldierbaas k'-nn toezien diat het doelmatig geschiedt.
De h eer iPolanidl: A-ls dé zood er af is en ';t is vlak,
dan heb je al een fietspad.
Goedige vonden wo-rdit, er op té letten' dat het wenk
doeltreffend geschiedt.
De heer Oudénman brengt in- herinnering, dat er
over gesproken was, om te vergaderen des voorm.
11 uur.
Voorzitter: Dat zal volgende maal wel gebeuren.
Dan zal het wel voor den middag zijn. 'Goedgevon
den.
De heer Van Lange zegt, de laatste week kool te
hebben1 gereden en de oprit bij de kluft -dier veiling
te Noo-rdschairwoude. -is niet best in orde. Is die bij
ons in onderhoud?
-De secretaris licht toe, dat het nog in1 kwestie Is
wie het onderhoud heeft. Dat is nog niet -uitgemaakt
-Voorzitter: Als wij het onderhoud niet hebben, zul
len we anderen er over aanschrijven.
De heer J. Wijnker zegt, de 'kluft bij de -Hensbroeker
brug is moeilijk met zware vrachten Die kluft moest
wat verlengd', 't Holwegje dn. De valling is te 'groot
Voorzitter: Dan' moest hot wat aangevuld en op
gehaald.
De heer ;Foland) vindt het wemscbelijk bij: bruggen
met steenen- hoofden een klein gedeelte straat te ma
ken.
De heer Oudeman: Doet de baas de ronde niet?
Moet hij daarop juist 'gewezen 'worden?
Voorzitter -zegt, dat de baas de ronde wel doet Ook
spr. zelf kijkt wel eens.
De heer Oudeman: Anders moeten we er o-p wij
zen.
Voorzitter zegt nu aan het einde dier werkzaamhe
den te zijn en het doet spr. genoegen, dat die ver
schillende besprekingen in -aangenamen geest ge
schieden. Voorzitter hoopt dat het besprokene in- het
belang des polder® raag zijn. 't Is -het einde van het
j-aar. Voor verschillende ingelanden was het niet
rooskleurig. Hopen we dat di-t niet verergert maar
dat de menschen het beter mogen -krijgen dan zij
het in de twee laatste 'jaren hebben gehad, opdat zij
gemakkelijk aan hunne verplichtingen kunnen vol
doen. Ik zeg dank voor de medewerking en hoop
voor allen met hunne gezinnen een aangenaam nieuw
jaar.
Hierna sluiting.
Open brief aan heeren Burgemeester en
Wethouders en Leden van den Raad van
Sint Pancras.
Mijne heeren,
Het is naar aanleiding van het laatste raqdsversldg
dat wij meenen de volgende opmerkingen te moeten
maken. Wij doen dit in een open brief, om niet bij
hen, die buiten de raadszaal zijn, de gedachte te wak
ken, dat wij met alles wat volgens het verslag in
de laatste zitting gesproken is, instemmen.
Het verslag is integendeel met zeer veel ontstemming
ontvangen, zeker met minstens evenveel ontstemming
als B. en W. het adres van den Bond ontvingen. Is
het niet vreemd, dat de werkeioozen moeten worden
in den steek gelaten, omdat het de bouwers nu weer
wat beter gaat en omdat rekening moet worden gehou
den met ae kas der gemeente, die het volgend jaar
f 8500 minder belasting vraagt dan het vorige jaar.
In de veenderij henben wij allen in ons eigen be
lang hard gewerkt, want de winsten, die dat bedrijf
heeft opgeleverd, kwamen in onze zakken, pardon, in
de gemeentekas. Zijn wij echter uitsluitend in loon
dienst. zijn wij te lui, om de handen uit de mouw
te steken, nietwaar Gootjes. Om met de woorden van
den heer Van Kampen te spreken, als hier een revo-
lutionnaire geest begint te heerschen, aan wie dan de
schuld, mijne vrienden? De heeren wisten blijkbaar
zeer goed wat ze deden, door aan de burgerwacht alle
medewerking te geven. Vast werk geeft vast -brood,
Xde heer Gootjes, is hij er van overtuigd, dat de
ders steeds met hun vaste loonen oen fatsoenlijk
(menschwaardig) bestaan hadden, zoodanig dat men bij
ziekte en andersinds een crisis kan doorstaan. Een
vast arbeider heeft brood (ook voldoende voor an
dere levensbehoeften?) en ©en losse arbeider verdiént
f 60 per week, als hij hard' werkt, nog wel meer.
Arbeiders, we raden u aan, ga nog heden naar den
heer Gootjes om werk, doch om vast werk hoor, uW
bestaan is dan verzekerd. Zorgt echter, dat ge inwo
ner van Sint Pancras bent want de heer Gootjes, di£
steeds het gemeentebelang voor oogen houdt, zal u
zeker weren, daar geen werkeioozen mogen worden
binnengehaald.
We veronderstellen, dat de heeren er veel spijt van
hebben, dat ze hun stem aan de vervening hebben ge
geven, immers de leiders van de veenderij hebben de
werkeioozen gekweekt, voordien waren ze er niet, was
er geen vervening geweest, zou er rtu ook geen wer
keloosheid zijn geweest Het was dan ook met noodig
geweest ,dat de arbeider zich tegen werkeloosheid ging
verzekeren, ze hadden dan die hooge premie in hun
gezin kunnen gebruiken.
Onder de werkeioozen zijn er, die het tuinbouwwerk
niet verstaan, in de lijn gesproken van hetgeen ge
zegd, werd, is het de vervening die de mienschen hier
binnenhaalde, is het zoo, heer Gootjes? Kunt gij de
heeren niet even beter inlichten? De Keer Van Kam-
heeft het nooit bemerkt, dat de arbeider lui was,
eer Gootjes, als man van rijke ervaring, kan ook
hem wel eens wat inlichtingen geven. Zijn goede in
druk van den arbeider zal dan zeker spoedig zijn weg
genomen. De arbeider is immers de oorzaak, dat er
geen werk meer is. De heer Bakker wil ze loozen. Waar
heen? Mogen wij dat eens van hem vernemen? Het
gaat goed in Sint Pancras, de werkgevers krijgen beter
prijzen voor hun producten, de hoofdelijke omslag is
in twee jaar gedaald van f 15000 tot f 6500. De ge
meente is bijna zonder schuld en als de arbeider zich
met bekwamen spoed als vast arbeider gaat aanmel
den en bun verzekering tegen werkeloosheid laten
vervallen, zijn ook zij voor Kun leven geborgen.
De heeren Duif en Gootjes vooral staan u daarvoor
borg.
Ge weet nu. aan wien ge met gerustheid uw belan
gen kunt toevertrouwen.
Eenige losse arbeiders en werkeioozen,
Gem. Sint Pancras.
Zitting van Dinsdag 21 Dec. 1920.
DIEFSTAL VAN EEN KOE.
Maarten van der Struijs, een klein 49-jarig kereltje
'uit den Helder, arbeider van beroep, had zien te ver
antwoorden wegens diefstal van een koe uit de weide,
gepleegd te Callantsoog, ten nadeel© van den landbou
wer Daniël Jimmink uit Schagerbrug.
Bekl. was een beetje in kennis gekomen met den
koopman Dirk Tames uit de Zijpe, die. hem inlichtingen
verschafte voor het plegen van den diefstal. Maarten
wist in de onder Callantsoog gelegen weide van Jimmink
een beste koe machtig te worden en bracht die te t
Zand bij de herberg van J. Koopman. Daar werd het dief
vastgezet en Maarten stapte het café, waarin ook Ta-
mes zich bevond, binnen. Maar de koe werd hier door de
politie in beslag genomen en den volgenden dag werd
het beest weder aan den eigenaar teruggegeven. En te
gen Maarten werd verbaal opgemaakt. Hij is reeds
meer met den strafrechter in aanraking geweest.
De O.v.J. eischte tegen Maarten! 2 jaar gevangenisstraf.
Mr. Offers, verdediger van beklaagde, wees er op,
dat zijn cliënt door Tames tot het plegen van den dief-»
stal is gebracht en concludeerde tot clementie.
DE TWEEDE ACTE.
Volgt de koopman Dirk Tames, als beklaagde. Hij is
6 Aug; 1880 te Schagen geboren en dus 40 jaar oud
en is woonachtig te Zijpe. Dirk was beschuldigd dat hij
aan M. v. d. Struijs inlichtingen had verstrekt voor
den diefstal van de koe.
Dirk Tames, ook ai gedetineerd in het Huis van
Bewaring, te Alkmaar; vertelde, dat op Vrijdag 24 Sep
tember van der Struijs bij hem was gekomen in ge
zelschap van een anderen Helderschen werkman, Ger-
rit Makelaar genaamd. Dirk erkent, dat er toen over
het stelen van schapen is gesproken en dat hij toen
heeft gezegd er loopen er genoeg en je kan je gang
wel gaan. Voorts is er over gesproken, dat als ae scha
pen gestolen waren, ze den volgenden dag te Alkmaar