Alicitei Bitlis-
AliEftcitie- Laüinllil
Woensdag 9 Februari 1921.
64ote tfoargang No. 6769.
B
1 UITGEVERS: TRAPMAN CO., SCHAGEN*
Brieven uit Engeland.
staiat valst, idaSl (ha dien idloordl vam' Barél n Ja-
cobua BI ze^dnidraendl' tgnlllden betaalde voor het hru-
reoi' vam juweeieni op dernl kromti.n)gisdag. Jlaaobus
voelde 'er blijkbaar miet veerl voon, met stuikjers glias
notnid te Doorpen.
Staatsloterij.
FEUILLETON.
Donkere Schaduwen
Binnenlands ch Nieuws.
trauf
>nder.|
door
ruimd
en op
i eige.
ïdnds*
S C lm!
COURANT,
lit bind verschijnt viermaal per week Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's m. 8 uur worden Advertentiën
zooveel mogelijk in het e'erstuitkomend nummer geplaatst.
POSTCHEQUE en GIRODIENST 23330. INT. TELEF. no. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.55. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN
TIËN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewqsno
inbegrepen). Groote Jletters worden naar plaatsruimte berekend
d- en
pro-
ver
nd-
Am-
ÊLB
AmsberrcQaim', 5 Éefotnuiairti 192L
„Ta u dm» Lolnidlen igiewieöat?"
„O, jia, ©en wi'eiék, en we foiejNbien laULes igeadieik Hert
Brijtisch» Museum, 'Wietsrtmiimlsrtler Aibibey.^^.
„.Ook idle Tewien?"
„Nia-lni'uirlijlk! Eien vairu idle «erste dlnigjeii, dia we be-
rocli't hébban,"
Zoo da best Niaituiurl'djiik qjs idJe TowierP Weatochjfc
Eenbvtitenianldiar, die tal Lornidien woocoib, en lattwi-
gumoatien wil ornrtinjoiatien, behoefl slachita mlaiaj idietn
Tower te gaiaaii. Hij aal' jér rail© itaJlen viam idie werreddi
hoorre» ■ca voor hij eir «een (half .uur adjt, rijm ïaaids-
tfuill.
Wiaiamom do Tower zitóh dm aoroto dtoulk toemaak miarg
verheugen? Do (nadlenien rijtni velie, «en dik wta» mdlét
v.j u' plami dlaianaver uürti <t»e igiajamJ w-edldJetL 'Votomall, otm-
dai< dik. vermoed! dart! laü erens ©etfd!err (gedlaiain! te betoben.
•Maar deiamooi 'kiain! dik wieil spmaken lover één viain
de redenen, zieken, »een meer voornniajmie, mmaschofen d:e
voorna a/aanste.
1c' dien Towur liggen die Regafliiia, die Britecbe kiroiotn-
Jkiwwéllbft.
'te Kx-iotisfrn lis vtoml éen zeerr, eigeniaiaindfl'gie aooirf:,
aoch -sdhijoitl Lat een genoegen te rijm voorr vele
machen, ricti lesniiigje loogenibMIkiklen te toévdnden
die i nwoooidilgiheajd! viam oen giroot kapÜitiaia/L
'm een toamlkje viami diuicsendl itoi czljto ziaik heeft,
.1 Let gsnajajg acunl rijm kenmiLsslen riien, en die ken
en kijken ar niaiaai met berlatogatledfliinlgi. Ik -weet
luit oiiidieiivdinidtitmg. Viait Cbuert ndiert vemkaeaid' op. Ik
,rnoRj>t den» toarnfidj© vam dluteeDd! gebald', mialarr mku-
iten's twue keer dau mijtn1 levien nis me'die ikostedaoee
goJwg^nho&d) ©etgévlen ©r miaiair te 'kijken.
wiait dis- dam) -molgi ziofalni btamlkjè -viam diuiizsenKi?
Nieent, dlaaü -diuizienidl bankjies viam) iduizlendi, en dö/e
la één lx)aiik(bii3j,et. Ben baanlkMlj'et vsam oen millitoenl
Besiiaiait' miiiert? v Afleer, beistiaiait weil<, indiert viain l millioen
gal&en, vam telen .mflnfl.rap.in! patudi, idiuis 1 2 mililioen gnL-
Eir ZrijtD; er zoo een poam, en 6 viam LondJemdfd'U'i'ZJenid
poriicL Zie izijtn' runirn Tnotnfdlemd! jiaiaa* ooiidl, igiedinuikit dm. idlen
tij,di viafni Niaipóleoml, (toen lEmgiefflainid; hiamdl igieibrek hiaid
aami ®elid!, en viaidierliamidislóe^enidle Brraltten idlen' &taiat
kiomidien bij'spmimgien in-et floo'mi bamikbtÜLjietje <a|arn ito
HiHUierii voorn Milnlkienidie murnrt.
Fjcji ao-!ïrüJidibetkenrtjemwmn 12 aniOOiioen giuilidJen. De
y&J*. iSerteaÈti laarn totooudieir
\^en dief zou ze wilLten isrteflien, Elen «tudver da vijf
centen wiaamd, zöokD bamlklbdiljiet igeten Ihialfje voorr
li'.VÜ
«Die "Biamik bettiaiaJirfc aiami torotofdlem? -Kum1 Jie begrij
pen! De Biamlk Jiaiajt tootndler üminekienen idioor die poMtie.
iBéhiail.vie afla toondeai die wiemkelLijkie edigtemuacr zou
d.vni, 'dliie zuaittuuinKk aiam idie BtatnJk zeem igoedi bekend
fc?.. iRotachilldl is brezditterr viam' zoo'ms mTidoenlbdljietije.
Eini reen viam fdJe 6 lio'nldieridldluflztendipociiidl bniiefjies, bei
efiigiendbm viam dien Herntogr vami Weetoidinisterr, bamigjt,
jwurnlig metjiee dmi eren bovfen dien ecbjooratoen-
pamted vxuni 'a bieirtlo®ten stJudleerrvertriek.
Zou oj wieQi tesenis eiooki' bamkbüljiet wnlLlien zdienT
De erenilgie rredien, wiaiamorm idie beaitog biet boudtt' na-
iururljjik, om iaiam' zijmJ kenmiösien lüe vemtooinien. Eem
diuire Liefhebberij, (aiami memitievemMe» adlieten tak
Maiarr wftit da aoo'ml bamikböiljiert veaigiellelken bij de
Regaüdia?
Een mdlIMoen pofntdJ? Molldoenien ipomdlen liggen diaair
voor hertbekijiken. Ilk hiaid! bijtnia grijpen geziegdi,
•maar aiUs dlait zoo vuais, liaigien ze 'err lang m-iet meer.
>Nalf/utuirtij|k 'kam die waiamdie viam dié kmotomjuweedien
feiltelljk miieit bepaiaddi wlomdlen. Het dis -err mee tals met
die waiamdle vam -die -Niacbitwiaicbt. lm idie eemste pfliaaitö
otert te (kroop, dmi de twieierde pLaialts alLLeeoi diam van
waiamdie waaimieier zJich een kJoroipem laambiiedit Miaaxr ze
voor eem oroigenbiltiik behiamdleienjdl laflls verkoopbare
«artdkeXen, kummen we védil'igi viami de Regalia apne'ken
«Hls viami eieni «cblat viam mMibenien pomdlen. Ottn dien
sohlait ttle zalen), om 'emkielie ooIglenblliilk'kJen op ito houldlen
lm telgienwoiottidtilgbieiidl vatni zuflik eren kapdlteuail, bezoe
ken duizenden jaiaailifjlk® dien Towiem
Ziij: achijmlen ornèrtJeelbtaiar to zijm, die kroomjaiweeJen,
Tienmitnisifce voor gewomie (dievien. Of de bewaker» er
altijd evien eetrHijik mee omgiergiaiam bebbien, is leen
amdlere kwiestte. 'it 1® ook zieer goedi mofgieHjk, dl&it de
kotaömig, ai® hij dm geldverlegenheid1 czait, zelf. isti'kum
eon vam zijm» jtuweeLen ülert verrfkotopen. Hij' bdmig idit
nlatruuiiüijlk (li'ever miert! laiain) de igrotorte kloik.
lElen fedit list hert, dart) enikellle vam de.lkastJbame juwee-
Len bij; verraobdnilenide gelefgienbed'en giehLeken zijtn te
hesttiaam' udit 'den istulkjie; waiatndeiloOö igülaa Zoo bijvoor
beeld éen Zeer, ikorsrtbanie Idiaimiainit op de kotaimgakroom
Niermiamdl weert, waarneer de 'eichte dis veaidwenen, maiar
de orcwapmomlkieiijlk'e da er miert oneer op. Het ©tukje
gftaia, idaib er jaren dienst voor heeft gedaan, lilgt nu
als merkwaiamdighedld Ondier de eohlte juweeflen.
■W© wiertien, idat (komdlnlen ais Karei I ren 'Karei FI
voeT gieflJd komdlen igebrrruiükeni, en dat larng miert aPtijd
germlaikierlijk. vam) hert piaaillemient kornden 'loskmijigen
Zeer te verwanideaien zou betniet zijtn, als vaider en
zoom het eenie idtiajmamttje mlai biet amdleme maar de
lormimerd' hadden (gebtnaoht, ma «erwt -een etuikj-e glas
vaml dlenzeflfden vorm te hebben iarten maken.
■Doch de kam» 'iis igrorort, dteit Karei II er omschuiLddig
aiam da, omdat zdjm pa ai klaar waa met den natver-
Doch, zooiais ik aei, aiieanamid zaJl oodt te wleten ko-
mjen, wie aatni dlerrlglel'ijlke vramlidl er4mg.ein scb/ul-
diig waren, ikotniilnlgien of bewakers. Miaiar dieven
hebben altijd voor idie 'FBeigjalltia bet booM' gei^tiootien.
Elen wais er, die bijma is geislaalgldL Thomas B-lotod
wais zijml naam en omistreellos het jiaiar 1670, is die
er, laflis1 domnfnae vermiomdl, bijlnla dm ïgleeiaagd met de
koninklijke idiamarntien "lap -dien iloop te gaiam.
Bijmfa, maar riet heeiermaaiL Blood werd! gleigneipen
en im; de gevamigiendis lgie®ett Kiarell II bezooht Ihem
daar »elf en stielde. hem dm vrijheid anlet een jaar
geld.
Of Karei daichti: er was (toch miert» aam verloren
geweest? 'Of dlat 'hij; eerbied! had voor. de stoutmoe-
dtgiheriJd/ van' Btootdl?
•Denk miu iniet dlat de (kTOOrnijuweelen morg vam igias
zijmL Ze zijin echt. flEln. zeer bettOieimlde zdjm' er ondier.
DÓ Kothrdi-Niur bijvoorbeeM, die Berg vam Licht, Laat
ik mog eiven verteilem, hgie die oinlbietaialharie idiamamt
•aami ,een feestmaaltijd werd .wierg|ge«@even, zeer terglen
dien zini 'valnl iden gever en toch vrijwillig.
lm 1730 was de Kohrd-iNur dm het bezit van Moha-
med Shah. Drit was blekend! Nadir -Shah, de komlimg
vaml Bernzië wfilldle den diamant hebben, U kostte, Wat.
•het wilde. 'Evenwel', miemalnJdJ wrist, waar Mobamed
Shah hem verborg; ©lik onderzoek idep op rndetis uit.
Toch, éérn wist het, een kiedm merisjie. Zij' praatte
er over. Emi Nadir Shah kréég dien stelen dmi zijm be
zit.
Hielt/ grootste compliment, dat .leanamd een -amidler
kam) bewijzen' dmf het Oosten, ds hem voor te stellen
vam» hoofddeksel» te verwdisselen, lemamd zijm eigen
itullbamd 'aaml te baedten, alm itudfl» voor dien van gast
of bezoeker.
•Da.ni een koning, die zijm tuibamid! WenscM te rui
len mét) zijmi igastl Wielike igast zou ddt durven weige
ren? Arme Mohamed Sbaml Eem' silecbter ruil werd
noodt gedaan. Had hiji den dülamamt er 'dilen avonid
maar uitgelaten.
■Ddt en meerdere verhaülen kam imen Dezen lm' The
Jewel, House>, geschreven door Sdr George Youm'g-
huisbarnd, en uitgegeven door Kerberd Jenkinis Ltd.,
voor 15 alhfi'lllitng.
Trekking -van (Maandag 7 Februari.
5e Klasse 13e Lijst
Nos. 3490 21461 21589 elk f 1000.
Nos. 1302 2874 4016 9720 14341 14633 elk f 400.
Nos. 6260 6507 7991 18469 19920 20564 elk i 200.
Nos. 2742 4309 9063 9088 10956 14341 14374 15471
15865 19633 20889 21395 elk f 100.
Prijzen van t 70.
88 102 189 210 292 357 529
589 629 929 949 1142 1312 1465
1481 1660 1696 1718 1861 1867 1875
1905 1957 1959 1987 .2009 2017 2063
2098 2215 2246 2219 2368 2853 2981
3136 3181 3227 3480 3516 3538 3MO
3687 3746 3934 4067 4293 4330 4374
4535 4563 4710 4987 5033 5034 5083
5106 5295 5442 5443 5479 5718 5874
5921 6047 6099 6331 6419 6666 6721
6832 6883 6971 6980 7008 7277 7383
7445 7607 7643 7774 7953 8005 8062
8139 8216 8263 8516 8601 8639 8785
8856 9052 9121 9148 9175 9414 9450
9573 9916 9917
10049 10113 10172 10267 10371 10707 10729
10821 11011 -279 —340 -447 11511 11803
12059 12129 -166 12201 -237 -245 12773
12258 12135 12592 12607 12650 —695 12773
12839 12950 19252 1294 131837 13232 13312
13354 13357 13452 14372 13568 13615 13656
13838 13890 13926 14052 14070 14130 14407
14608 14666 14677 14710 14711 14967 14970
15025 15098 15166 15250 15351 15363 15402
15715 15730 15845 15852 15871 15898 15907
15955 16203 16244 16653 16709 16728 16888
16917 17065 17129 17161 17598 17600 17601
17868 17956 18(M3 18117 18146 18157 18331
18538 18558 18611 18687 18741 18841 18935
18952 18994 19153 19205 19285 19611 19699
19827 19868 19875 19896 19948 19983 20309
20329 20332 20340 20390 20490 20517 20535
20573 20625 20637 20688 20812 20863 20881
21137 21143 —200 —252 —277 12323 21365
21471 21483 21597 21615 21626 21642 21663
21666 21709 21786 21859 21861 21865 21881
21973 22033 —242 —278 —281 —341 —372
22430 22519 22547 22554 22566 —999
DOOR NATHALY VON ESCHSTRUTH.
.39.
Hij houdt zich kramipiachitSig laiam hét venst'erkozijtn
vast, hij wil hét «udltgiiLlem viamfverraisisinlg verruk
king en schrik bij! kam hét miet, de kleie! is hem
ail» itocgiéstnioierd, hiji staart en staart op het kleibe
nniérkitceiken iem het iis ihem» laJlisof de Wereld1 in
een kring om hem heien idlriaiaifc. Die viek dlat zom-
•dierldmgé -kliedtnie teelklen aiami Margaréta's witten hal®
igroioitJe Gloldl hoié komt Idlat op dezelfde plaats
ook o.p'de iteedere huidi viah: éene Dordmia VdoDeitta
Pitéstii? 1
VioiDeitta FilstetsÜ? lö zij1 het werkelijk? Dit
stomme imlaotmeirlkoude, dooidisibieieké wezien hier voor
hem, idlat daar zbfo stil, zoo bmbewegelijik zit, welks
oagen zooi gnornidleloos diep en oimsdhaduWd in dé
vernb© staren dis die vam een geest? dlat trek vobr
trek tot in' het kleinste JMleekien tot dm' hét
schrift bet eVehbeeld valn eens gestorven1© is?
Het is IMaagarelJa! .Zij is bet! zij; moet bet zijml
Dezcgediachte ds hem al' éen p'alar maal bliksemsmiel
door het holofd gegaan, en itoch schudt hij troos-
fotioQs bet hoofd en kermt: ,yZijl tkèm. het miet zijm!
Nel vijf dagen hebb'en wij; bjaïar lijk uit het water
géhaialdJl Ik zelf zag haqr din) de kdst-ildiggen, zag. hoe
die omrttodmüdmg reeds intradl ik stomid er bij, ddt
menhef graf boven haan sLotot... en weg is weg
endbod' ds dloodl Hbi bet indet begrijpelijk, al» bij' al
die ocnbédiri'egeiliijkie bewijzen en tegenbiebewijzen omt-
ïeMing zich vam' miji meiester maakt?"
Ah Jbrlédes bijgeJdof imiji toiok aamgreep? Slechts
éémielanogelijkbiedd d» er mog om het raadsel op te
tossen.
©temen) zuster! 'eiene tweeïltagzusterl 'Diahi zou de ge-
Jijkieruis, o«ol\C die vami bet schrift en bet Mtteeken te
vertclaslen en ite begrijpien- zijm. Ach, kwam toch het
ophelderende lamtvoord) uiit Riugenfuirt maar.
'Bni kooirit^achiliige spaJnlniimg wacht Maur.ua het. 'Etn
wh hij', K>mi den storm in zijtoie bdlnmensbe 'tot bieda-
r>en Ite br.engenj, dmi 'die kamdr op len meeriioopt, keert
®ijirilo 'energie iternug, cienie heerlljfkie ruisftl len kalmte
daialt ini b:em mieier, zijtn1 geliaöt wordt veihelidlerd1 in
«aldge dinoomen.
Waiaroma zou. bij ide 'Idleféliijkst'e aller geestverschlj'-
hiingrn: vrreie»en7
(Wftarom zou hii| bamg zijm voor de gediefde», dte
AUTO'S, MOTORFHTTSEN EN VOETGANGERS.
Men schrijft aan de N. R. Ct uit Amsterdam
De ontwikkeling van het moderne grootestadsverkeer
heeft onder de weggebruikers twee gansch uiteenloopende
mentaliteiten doen on'tstaan, welke van den aanvang
at met elkaar in verbitterd conflict zijn geweest
De eene zouden we willen noemen de benzine-menta-
liteit, dat is die, welke meent, dat de eerste, neen,
de eenige bestemming van de straat eigenlijk is, voor
al wat motort, te zijn de gelegenheid tot het ongebrei
delde uitvieren van snelheidsdeiriumHet is de als
een dogma zoo vast gewortelde overtuiging, dat wie
chauffeurt, een wezen is van oneindig hoogere orde,
dan wie loopt of rijdt of fietst, dat „reptilequoddam"
al dat kruipende en krioelende ge wurm te, dat op de
straat niets te maken heeft, maar dat je met een gil
op de sirene of met een knal van je motor zulke grap
pige schrikstuipen kunt bezorgen...., 'het moet maar
zorgen, dat het uit den weg blijft, of anders......1-
Automobiel en motornijwiel, de onbeperkte heerr-
schers van de straat, voor wier belangen die van alle
andere weggebruikers hebben te wij kón ziet daar
de benzine-mentaliteit
Daartegenover staat de onverstoorbare Hollandsche
kuiersmentaliteat, die vindt, dajt de straat e® is om*
erop te loopen, en zoo vlug en zoo langzaam als het
ieder belieft, en in de richting, welke men wil, links
van de straat of rechts, of dwars ervan; de al te
consiquente vrijheidsmanen van den stijfkopplgesn
slenteraar, die als het mogelijk was, zich midden op
de trambaan zou willen planten, om de tram te nood
zaken tot uitwijken, en die op alle reglementen, en
vooral op alle veikeersvoorschriften, hoe redelijk ook,
reageert met een instinctmatige zucht, om het nu lekker
Juist andersom te doen.
De taak van de verkeerspolitie fs net, aan deaa
beide vijandige grootheden, althans in onze drukste
straten, welke voor het moderne verkeer alle veel te
6mal zijn, een modus vivendi op te dringen, welke
zij immer vrijwillig noodt hebben willen aanvaarden.
Tot kort geleden was dit een vrijwel wanhopige taak,
omdat rij alleen (kon werken met het artikel in da
motor- en rijwielwet, hetwelk, zonder een bepaalde snd-
heidsnorm aan te geven, strafbaar stelt het door groote
snelheid de veiligheid van het Verkeer in gevaar brengen.
Toen echter na dien oorlog het aantal automobielen
en motorrijwielen een zoo overheerschend element wer
den in het straatverkeer als nooit te voren, en vooral in
die radiale straten, welke het centrum van de stad
met de' buitenwijken verbinden, een waar motorisch
schrikbewind ging ontslaan, hetwelk hoe langer hoe
meer onduldbaar begon te worden, is er een bepaling
in de Algemeene Politieverordening opgenomen, welke
voor alle voertuigen, rijwielen inbegrepen, een iparimmn
snelheid vaststelt van 12 K.M. m
Een groot aantal agenten werd op de bruggen en bij
de kruispunten geposteerd, de eerste week alleen om
degenen, die zich aan het duidelijk op groote. groene
borden geschilderde voorschrift niet stoorden, daaraan
vermanend te herinneren; daarna om de overtreders
onverbiddelijk te verbaliseeren. Agenten in burger met
tijdmeters gewapend, werden hier en daar geposteerd,
en den eersten tijd liepen tal van chauffeurs, motor-
wielrijders en gewone fietsers in de fuik-
Lang heeft het echter niet geduurd, of vriiwel allen
hebben zich, hoezeer dan ook met bloedend hart en
met hoonende, opmerkingen over de achterlijke op
vattingen van onze politie, in het onvermijdelijk© ge
schikt. Met het gevolg, dat de verkeers toestand in Haar-
merstraat, Leidscbe-, Spiegel-, Utrechtscbe en
-perstraat thans vrijwel plotseling een heel wat gunstiger
beeld is gaan toonen. Er is geen sprak© meer Van
auto's, die elkander of trams en rijtuigen met souye-
reine minachting van eigen en anderér veiligheid trach
ten voorbij te racen; aan bef. oorverdoovende getoeter;
is een einde gekomen, zoodat de bewoners dier straten,
meestal winkeliers, met dankbaarheid verklaren, dat het
telefoneeren hun weer mogelijk is geworden, D© voet
ganger op het trottoir loopt geen gevaar meer, door da
spatborden van een wild een tramwagen voorbijsnorrenda
auto netjes opgeschept of door een winkelruit midden
in een uitstalling gekwakt te worden.
Ook op de wielrijders, speciaal fietsend© boodscnag-
©n slagersjongens, wórdt nauwlettend toegezien.
De benzine-mentaliteit schijnt mede te brengen, dat
het voor een chauffeur een onduldbare smaad is, abt
een wielrijder hem voorbij rijdt; het prikkelt hem tot
sneller rijden, en ook om deze gevoeligheid te sparen,
wordt nn eveneens den fietser onverbiddelijk zijn plaats
in het geordende verkeer aangewezen.
De benzine-mentaliteit moet zich schikken, rij het
dan ook mopperend. Zij schrijft nu over snelheide-
vrees, 12 K.M.-dwaashedaa, erkenning van de machte
loosheid van onze verkeerspolitie, het veiel gevaarlij
ker worden van de drukke straten dan voorheen. Ern
stige ongelukken kwamen vroeger in d© Leidsche-straat
niet voor, heet het, omdat de schrik voor de snelheid der
automobielen er bij het publiek voldoende inzat; maar
nu zal dit weer driest worden en zijn recht op de straat,
ook zijn vermeend recht op den rijweg, hernemen, met
ongelukken als onvermijdelijk gevolg.
noig -eiemmiaial itoit Leem ftenngikieiedt? dia hein door
allés hewiijislt, Idiait Ihiaqlé liefde niét imieit !hia»ar stierf?
'Voil Imnlg! vienlaniglen iétnekit ihlji Idie lammien. naar halar
■milt.
„Wiées iwieDkiom', Margianetai! wees wiedikorml Mijme
lleflde itnïomfeernt over dleni laangst en alk -wil' idie doodle
toelbehioioneix, zooal® ilk letens Ihlaalt len zleil' laiaini de !e-
vjenjdiei ®ClhJonlk.,•
"Wleietn komt heit zoele verlatolglem over hienu met
yaisitlen itred igaialt Ihiijl ide trap iaif naar die zaall. Stöil
'en; tilonfceir.
De repetitie Is uit.
Hiji igiaiaitvieirldeir nlaiar- iden; Ituillni
'Dlaar, pliuikt !Mj! 'ni ruiker len iziendlt hem door *t 'ka-
mlenmjeilsjie' laiaon signora SOliama.
Heit meisje komt (terug met leenie danlkbieitluilglinigi
Rpeiplt zij; hein ndétl.itoit izlch?
Wiait heeft de dototdla xnelt de gebruiken dier wereld
ite maken?
Nleitis, nujetis.
De niachlt komt.
Maunuis sLaa.pt ndlelti. Hit cdit in dekamer ien staart
mét' bnanidlenldleni hldik flnl Jdien nooden wijn, die voor
hem d)m hert igila® fonlklelt.
Bij ©lik gerrudlsch schrilkt hij op ienj zljh blik vliegt
naiar de deur. E'ene rililiing vtatoJ geLukzialdgh'edd gaatt
door zdjinie leden.
Komit zij,?
Hij wacht er lammens op.
Walt vragen de hlieeke achtimimen naar vormen en
gébruiken?
:Dle, hebben zij afgeschud' naielt hel eitof, dart hun dn
deze wereld damildieefaie.
AAI» oone zoéte, droOmerüge mielodaie ikltiinlkt het
hem éteedis dm de oonen:
„Dat kan toch niet rijh, sprak ztf tot mU,
Ik lig immers in het grat,
En alleen des nachts kom Ik tot ti
Omdat ik u zoo lief heb..s"
Zoo lief! zoo lief'
Waarom komt gij niet, Margaretaf'
Het morgenrood schittert aan den hemel, her eer
ste purperen schijnsel valt op het vermoeide, bleeklé
gelaat van Thungein. H$j werpt zich op het bed en sluit
de oogetn.
De volgende dag verloopt, zonder dat hij signorc
Solana te zien krijgt.
Hij vraagt Salvetore Slratta, dien hij bij het ontbijt ont
moet, naar den toestand van Giuseppe.
De Italiaan geeft wel is waar beleefd antwoord, dat hij
hoopt, den ziek© over een paar dagen te kunnen Ver
voeren, maar in zijn blik ligt iets sombers, en het
komt Maurus voor, alsof hij rijn beüt deed een zekere
onrust en ruwheid met geweld te onderdrukken! IJver-
zucht! Arme kerel i
Thungen doet onderzoek in den stal, wanneer Solana
gaat rijden en verneemt, dat zij heden hare kamer wil
houden. Voor dé repetitiën heeft Stratta elk© aanwezigheid
van vreemden verboden, zonder uitzondering!, zooais
de hotelhouder medelijdend er bij voegt.
Ook rijn de gordijnen in de zaal heden gesloten.
Het •kamermedsje heeft zeker op een bijzondere fooi
gehoopt, als zij vertrouwelijk fluisterend tot den baron
zegt, terwijl zij brieven op de tafel legt:
„Signor Stratta schijnt de arme juffrouw Solana zeer
streng en heerschzuchtig te behandelen. Gisteren na.-
middag en ook dezen morgen heeft b(Lji zeer luid en
heftig tot haar gesproiken,"
„In hare kamer?"
,.0 neen, mieneer de baron, die mag niemand be
treden behalve sitfnora Ninetto, de oudste der zange
ressen, zij moeit de zuster van Stratta rijn....."
„Zooi En waar sprak hij met signora Solana?
„In de zaal bij de repetitie, toen kwam hij bij haar
aan het venster, waar het stomme meisje altijd zit
Hij moet haar booze dingen gezegd hebben, want Sig
nora Solana weende, en toen schreef zij iets op een stuk
papier en wierp het hoofd in den nek? zoo trotsch en
verachtelijk als ©ene koningin en gmg haastig weer
naar hare kamer terug."
„Ik dank u, Louise. Wat gij daar vertelt, interes
seert inij, Als gij. meer verneemt, laat het mij dan
Hij tastte in Zijne beurs en het meisje dankt© zeer
verheugd.
„Ach, lieve hemel. De baron is tot over de ooreu
verliefd op Solana", zeide zij luid grirmekend tot een
bediende juist toen Salvatore Stratta hen voorbij ging.
Een toornige, dreigende blik uit zijne zwarte oogen
en dan wendde hij zich tot zijne zuster en zeide een
paar Italiaansche - woorden tot haar.
„Ja, Ja idan laten wij Giueserope hier achter T stem
de rij toe. Ondertusschen had Maurus naar de brieven
gegrepen, die de post voor hem in het hotel had
Zijn blik werd levendiger, toen hij een brief met
het poststempel „Rugenfurt zag.
„Hal zoo spoedig reeds een antwoord!" dat was
meer dan hij verwacht had.
Haastig opende hij de .envelopje en ontvouwde den
brief.
Of gfj' ook geluk hebt, oude Jongen"" schreef de
majoor, >g ik hier niet neer met rheumatiek, tot d«
doodelyksta verveling gedoemd dan zoudt gij. bij mjjne
bekende luiheid in het Bchrijven lang op een antwoord
moeten wachten." en dan nog een paai* vroolijke woor
den tot overgang, welke bewezen, dat de rheumatiek
den humor nog niet had verdreven, en dan begon
de neef over de bewuste zaak te spreken. Hij had zich
door een gunstig toeval zeer nauwkeurig op de hoogt©
kunruenbrengen en kon vast verzekeren, dat mejuffrouw
Margaireta von Uttenhofeu het eenige kind harer oudera
was geweest en da;t zij' ook geene zusters door den dood
of door roof verloren had. Dat was ©en onomstootclijk
feit. 'Ook aws de familie van Uttenhofen bijna uitgestorven
en bestond nog slechts uit twee personen. Dochters waren
er in de ganscho nog levende generatie behalve Marga-
reta niet geiweest Waar de laatste echter gebleven was,
vermoedde niemand in Rugenfurt. Men wist slechts, dat
zij na die ongelukkige gebeurtenis het huis van haar
oom had verlaten en diakones was geworden.
„Gij zult het zeker het best weten, lieve Maurus,'
ging do majoor voort „dat arme, ongelukkige meisje
gentel onschuldig was en niet het geringst verwijt ver
diende. «Integendeel! Als rij hu nog Gods schoone
wereld kunt aanschouwen, hebt gij het alleen aan Mar-
fareta von Uttenhofen te danken, die u niet slechts
armhartig van de straat opnam, irm.gr om u te sphren
rij had zich ingebeeld, aat gij dronken waart geweest
alle verdenking, zelfs alle schande op zich nam,
bruidegom en tehuis opgaf en de wereld inging. D©
bruidegom was een schoft; dat rij nem niet tot man
kreeg, was een geluk voor hot meisje want bemind
heeft zij dien haar opgedrongen vrijer die overigens
sedert een jaar geheel blind is en van een klein
penisoen moet leven nooit. Weet gij echter allo
bijzonderheden van deze tragische gebeurtenis? Ik twij
fel er aan, en daar ik zooveel tijd heb, vertel ik ze u,
zooals luitenant Olmutz mij op zijn eerewoord de zaak
heeft medegedeeld." En nu volgde een uitvoerig
bericht over de gebeurtenissen in den nacht, dat Mar-
gareta Tbungens redstqr werd en onbedacht bare eer
zoo in gevaar bracht.
Reeds onder het lezen beefde het pepitfr in de hand
van den Jongen man.
Een vlammende rood bedekte rijn gelaat, afgewisseld
door eene vale bleekheid, en rijn adem ging zwaar, hij
gend bijna, tot hij zacht kreunend de handen voor het
gezicht sloeg.
„Dat hebt gij voor mij gedaan. Marganeta *Dat hebt
gij voor mij opgeofferd. En ik vermoedde het niet, ik
was er u Iniet dankbaar voor ik liet u zelfs uit
mijn huis onschuldig den dood zoeken.'
(Wordt vervolgd.)