Soteoer Couraol
S
EEN LIEFDE IN DE WILDE
ad
in,
bi
TWEEDE BLAD,
Jit het Hart van Holland.
FEUILLETON.
Brieven uil Rome.
Gemengd Nieuws.
IS
l)e Lagendijker liroentencentrale.
Hei
ïaterddg 26 Februuari 1921.
64ste Jaargang. No. 6779.
pen
men
on-
dist
Ibe-
V
Jl\
Sin
Zeis in de best geregelde huishoudens, waar wispelt
urigheid wordt beschouwd een der ergste ondeug
den, komt het wel eens voor dat de vrouw des huizes
ilotseling een bevlieging krijgt naar aanleiding van een
lieuw meubel, een schilderij, een kleed, of zelfs maar
van een nieuw theeservies, om ineens alles in haar.
welingerichte woning te gaan veranderen. Dan moet
de salon van voor naar achter, of andersom, de studeer
kamer van beneden naar boven, de eetkamer van boven
naar beneden (daar is overigens wat voor te zeggen
net hel oog op de wenscheltjkheid om de gedi?4.itige
innoüciig trapperiloopen te besparen) en als er zich ge©n
ezwaren van lechnüfchen aard waren zouden waar-
chijnlijk de keuken en de badkamer ook van plaats
moeten verwisselen. En als dan al die veranderiagiofn
zijn tot stand gebracht, weten de huisgenooten geen wieg
ol steg meer in hun eigen huis en loopen voortdurend
de verkeerde deur binnen, wat natuurlijk tot veel grap-
>en en ook wel eens tot boosheid en ergernis aan-
eiding geeft.
In een dergelijke bevlieging verkeert het collégé van
B. en W. in Den (Haafl, die zoon beetje de rol van
vrouw des huizes in de gemeentehuishouding speldn
en bij tijd en wijle van de zelfde nukkigheid en het
zelfde gebrek aan logica, blijk geven als wel eens aan
de degelijke Hollanosche huismoeder wordt verweten.
Verwijten, waarvan, tusschen twee haakjes de e©n zoo
min «Is de andere zich iets aantrekken.
Het college voornoemd verkeert in de bevlieging straat
namen te willen veranderen, De Kanaalstraat moet ter
eere vau de nagedachtenis van dr. A. Kuyper veranderd
wojden in'de Kuyperstraat. Als men nu eens even gejen
rekening houdt niet het feit, dak er al een Kuiperstraat,
zonder y, bestaat, wat natuurlijk tot het herdoopen van
dat achterbuurtstraatje aanleiding moet geven, of tot een
ttrenzoiooze reeks verwarringen, dan is er tegen het
do -ten van de Kanaalstraat, waar dr. Kuyper ldnge
{aren heeft gewoond en waar zijn huis tot een museum
'~al worden ingericht, naar den grooten staatsman, wat
ij onk'genzoggelijk geweest Is, niet zooveel in te brén-
en. De Kanaalstraat is van ouds een stille, rtleftigel
straat geweest, vlak in de nabijheid van het aardige,
deftige, ouderwetsche, provinciale grachtje, dat" Hooi
gracht heet. {in al zijn er in de Kanaalstraat in de
laatste jaren een paar zaken, maèr dèn toch in ge
sloten huizen, gevestigd, de straal draagt nog een on
miskenbaar deftig kamer. Maar je weet niet hoe gek
het in deze verwarde tijden soms loopen kan. Stel, dat
do Kanaalstraat, die dan Kuyperstraat worden zou, eens
van karakter veranderde in den loop der jaren. Dat
hel een straat zou worden in den geest van de straten
in de buurt van het Hollandsche Spoor-station, dan
zouden de nazaten en vooral de partijgenooten zich
toch rjjftar heel weinig gevleid kunnen voelen. Het zou
een kwestie worden als met de veelbesproken Fabér
van Riemsdijkstraat, die in den laatsten tijd een der
beruchtste, neen, de allerberuchtsle straat uit Den Haag
geworden is. Hel is een straat waar tal van beroovingen
aan de orde van (den dag en van de nacht waren
d*, ingangen zijn zelfs door de politie afgezet moeten
«don, Deze straat nu Is een gloed -en fonkelnieuwe
tat, de huizen staan er ongeveer vijf jaren. Toen
gedoopt moest worden meende men de gedachtenis
'van den beer Faber va;n Riemsdijk te kunnen ei<ren
door er zijn naam aan te geven. Maar toen de straat
zich ontwikkelde, tot wat zij tnans geworden is, bleken de
nakomelingen van den aldus geëerde, maar heel weinig
ingenomen met het feit, dat de naam van hun groot
vader of oudoom, of welke de' familieverhouding dan
moge zijn, voortdurend genoemd werd in verband
met politierapporten, aanklachten en wat dies meer zij.
Wat overigens zeer begrijpelijk is. £jj vroegen om ver
andering van naam voor deze straat, maar het scliijnt, dit
er geen termen bestonden om aan dot verzoek te voldoen
Althans de Faber van Riemsdijkstraat dragt en ont-
eert nog steeds den goeden, degel ij ken man én bij hét
lijstje <ïeir voorgenomen naamsveranderingen want
behalve de Kuyperstraat komen er nog een stuk óf
wat was deze straat niet opgenomen.
Stel nu toch eens, dat de Kuyperstraat .door de een
of andere onnaspeurlijke oorzaak een bepaald en min
gunstig karakter kreeg. Het hoeft nog 'niet eens zoo
oi g to worden als in het bovengenc- mdc geval. Er be
hoeft alleen maar een beetje heel weréldsch of half
wereldsch restaurant, waar gedanst wordt, een club
of een andere instelling waar veel en laat gedronken
wordt te verrijzen dot Is telkens eenige maanden of
weken lang in heel deftige buurten vertoond, dus zoo
heel .onmogelijk is de veronderstelling niet om bij
do partijgenooten van denl' crooten leider een min aan
gename stemming te verwekken en aanleiding te gevén
tot een verzoek om naamsverandering, wat, gezien het
precedent van de Faber van Riemsdijkstraat niet zou
kunnen worden toegestaan. Wat een wespennest zou die
eenvoudige Kanaal-Kuyperstratt kunnen blijken te zijn.
En dan neb ik nog met eens gesproken van het boos
aardige noodlot dat er altijd een bijzonder pleizier in
heeft de dingen op de wonderlijkste manier te brengen op
©en punt waar ze niet wezen moesten.
Enfin, het is maar fantasie. Een werkelijk dreigend
gevaar m deze richting bestaat niet. Waarom zouden
we het er niet op wagen de naamsverandering {rustig
te aanvaarden met geen andere vrees dan een p3ér
gevallen van acute zenuwoverspanning bij brievenbe
stellers, die Kuiper ©n Kuyper verwarren of die de
dupe warden- van adressen-schrijvende onwetenden, die
voor hen de verwarring maken, wat in beide gevallen op
hetzelfde neerkomt
Nu we toch over het doopen van straten spreken,
moeten we toch even spreken over de namen, die
bestemd zijn voor nieuwe straten in een kwartier achter
het Hollandsche Spoorstation. Er is over nieuwe straat
namen al heel wat gehaspeld. In het algemeen vindt
men ze te ingewikkeld voor het doorsneepubliek. En als
je hoort hoe Verschillende namen van beroemde per
sonen woTden verminkt is die stelling niet overdreven.
En nu heeft het college van B. en W. niets beters
weten te verzinnen, dan den raad in overweging to
geven de nieuwe straten te noemen naar Hildebrand,
de Camera Obscura, personen uit dit boek en evenzoo
met Hasebroek, Kneppelhout, Oltmans en nog meer
beroemdheden uit het verleden, litteraire beroémdhédén
nog wel. En dat voor een wijk, waar in hoofdzaak volks
woningen zijn of worden gebouwd, zoodat men met
mag veronderstellen, dat de menschen bij benadering
zullen weten waar ze het over hebben, als z& den naam
van een straat uitspreken. Kunt ge u de moppen al
voorstellen, die er. getapt zullen worden op de Camera
Obscurastraat, De Hasebroeksfraat, of de Jonathunstraèt*
Om nog niet eens 'te spreken van het feit, dat er namen
zijn, die in verbinding met straat eenvoudig niet vallen
uit te spreken, zonder dat je je tong breekt. Neem daar
voor de Stastokstraat, de Kneppelhoustraat, de Camera-
obscurastraat pf de Van Koetsveldstraat. De .Schaap-
herderslraat (naar ,den beroemden roman van Oltmans,
De Schaapherder) is nog .een van de eenvoudigste. Maar
hier wil nu het noodlot alweer, dat we reeds eon gewone.
Herderstraat, zonder schaap hebben, zoodat ook in dit
geved verwarringen niet zullen uitblijven. Tien tegen
e*„, dat de helft van de menschen er 'in loopt als
iemand die na een'familiefeestje wat vroolijk gestemd is
hem verzoekt dien weg 'te wijzen naar de Schaapherders-
straat, en dat men -meent te doen te hebben met iemand
die een grapje maakt En de Herderstraat meent. Ook een
agent, die uit een andere stad wordt aangesteld en nog
niet met alle fijne onderscheidingen op de hoogte is zou
als hij de Herderlsraat kent, bij het opmaken van een
proces-verbaal wel eens kunnen denken, dat hij in de
maling genomen wordt, als de delinquent in plaats van
Herderstraat Schaophcr.lerstraat opgee.t En ook adres-
vergissingen zijn zoor denkbaar.
Het geven van deze straatnamen zou een opvoedkundig
karakter kunnen krijgen, als de raad het voorbeeld wild©
volgen van een dér voorsteden van Parijs, Issy-les-Mou-
tineaux, waar ook een groot aantal straten naér be
roemde Fransche personnen zijn genoemd. Daar is onder
den naam van de straat een bordje bevestigd met de
aanwijzing wanneer de man geloefd heeft en wat hij
was. fe.v. Rue Diderot. Er onder (Wijsgeer 1713—1784).
Als men nu hier öok zoo te werk wilde gaan. dan zou
zoowel aan de bewoners der straten, zoowel als aan do
argelooze voorbijgangers, zoowel als aan brievenbestel
lers en politie-agenlen heel wat letterkundige wijsheid
worden ingestampt. En in ieder geval zouden ze ten
minste welen wie Iiildebrand of Jonathan of Kneppelhout
of Vosmaer waren.
We zouden dan bordjes krijgen, onder die straatna
men, alsHildebrandt pseudoniem voor Nic. Beets
1^141903; enz.
Kostbaar'/ Och, niet eens zoo heel bijzonder. En
er wordt zooveel geld uitgegeven voor allerlei gemeente
zaken, waarvan het nut soms door de belastingbetalers
hoogst twijfelachtig wordt geacht, dat een kleinigheid
als eenige duizenden voor bordjes met verklaringen bij
anders voor het volk onbegrijpelijke straatnamen, wer
kelijk geen rol kan spelen.
IW. PI,
Een Carnaval van nn en voorheen.
Het Corso is de hoofdstraat van Rome. De twintig
minuten lange, en nauwe winkelstraat loopt van de Porto
del Popoio tot aan de Piazza Venelia en vóór dat het
leelijke opgedonderde gebouw daar stond, dat met zijn
rug naar net kapilool gekeerd, dit aan de oog-en onttrekt,
het gebouw genoemdeen monument voor het „derde"
Italië of „het altaar des vaderlands", met zijn groot
verguld ruiterstandbeeld van den eerstén koning, slechl
en niets zeggende als de rest vóór dat dit smak©looze
stuk architectuur met zijn niet minder smakelooze op
smukking van bee.duouwwerK hier SiOnu,zag men vanai
de Piazza dei Popoio techl door het Corso in de verte
het kapilool en toen Goethc de eeuwige stad door de
oude poort binnenreed, werden zijn b.ikken wei aan
stonds als met koorden heen getrokken naar dien his-
to-rischen heuvel. Het Corso zelf is nog weinig ver
anderd in den loop 'der jaren, al werden de winkels hier
en ginder wat 'gemoderniseerd; het staat nog voi oude
huizen en grauwe paleizen en overal hangen de bal
konnetjes als of ze van den hemel neer geregend zijn
tegen de gevels der huizen. In de grootste wanorde
en toevalligheid kijken ae neer in de enge straat, die
altijd vol menschen, tusschen .vijf en zies de pantoffei-
Eirade is waar de groot© wereld van Rome zich doorhemt
at rijden, terwijl voor „Aragno" het éénige groot»,
café der stad, altijd -eon aanzienlijke groep mannen, offi
cieren, studenten of zakenmenschen staan te redenee
ren en de schande' '.tjes van de stad daar vlijtig de
ronde doen.
Voor vijftig jaren was het Corso nog het brandpunt I
van het karneval; de balkons stonden vol gecostumeer-
den, die zakken vol confetti over de voetgangers uit
stortten. Langzamerhand .erflauwde de karnevalsdrukte,
verminderde de onschuldige volkspret ,het dolle feest
vieren in kinderlijke uitgelatenheid. Het volk werd oud
en moe en te ontevreden met zijn bestaan om zoo dwaas
zich toe te takelen en met poeder besmeerd door jde
straten te hollen.
Voor eenige jaren waren het nog de kinderen, die zich
zot toetakelden,maar nu ontbrak alle dwaasheid in de
volksmassa, die toch, omdat de winkels gesloten waren,
zich in de straten bewoog.
Maar in geen stad van Italië werd de karnaval
somberder ingeluid, dan in Milaan, waar de zwam
Domklokken verkondigden, dat hun goede herder, hun
aartsbisschop, de kardinaal Ferrari, uit zijn lijden verlost
was en op den eertijds zoo dollen karnevals-dagf zal
de vader van Milaan" zooals zo hem noemden, in
den dom worden bijgezet
De ouden van dagen zullen tegen elkaar zeggen:
hoe anders was de camevalone (de groote kameval) van
18601 Ja, die „camevalone" en dat van vreugde stra
lende Milaan van toen, vormt wel een contrast met dat
van heden, nu de vlaggen halfstok geheschen en zware,
zwarte gordijnen het schip van den dom en het altaar
bekleeden. Pas bevrijd uit de klauw van Oostenrijk,
zou Victor Emsftuel, zoo juist tot koning van het
vereenigde Italië gekozen, voor het $erst Milaan komen
bezoeken en de stad was uitgelaten van vreugde. Gari
baldi, de romantische held, was -1 aangekomen; Cavour,
de geniale staatsman, die de stukken van het verbrokkelde
land aan elkaar metselde en door zijn politiek, voor het
I ionge Italië een plaats in de rij der groote mogend-
heden wist te veroveren, zou den koning vergezellen. Met
een spontaan*" gevoelde, koortsachtige opgewondenheid
werd de monarch ingehaald. Zestig duizend vreemder
lingen verdrongen zien in de straten en niet mindeir
dan een paar duizend rijtuigen reden *het corso op e>n
neer. Tusschen de juichende menigte en uit de huizeen
wapperde voor het eerst de vlag van Italië, rood en
groen ter weerszit den van het stralende wit, waarop
1 het wapen van Savoie prijkt, het zilveren kruis op.
rooden grond met de koningskroon daarboven.
Op den avond van „veglione" (den laatsten karnevals-
avpnd) een groot gemaskerd en gecostumeerd bal, waar
de koning, Cavour en het heele corps diplomatiek aan
wezig zijn; de gemaskerden dringen zien vroolijk om
den geliefden minister, gever hem bloemen, drukken
hem do hand, juichen hom tae> waar hij zich maar
vertoont; sommige drieste meisjes omhelzen hem en
Cavour, met zijn welgevuld gezicht, kijkt hen door
zijn gouden bril vriendelijk en laqt zich deze hulde
welgevallen en dronken van vreugde om hun bevrijding,
om het feit, dat Jhun koning in hun midden is, juichen
ne joelen de Milaneazen; als het middernacht wordt,
I zijn de straten wit van confetti, geheele .wolken stof
dwarrelen omhoog en de driekleur, zoo jong en frisch
waait daarboven, schaterlachenddèt was de 0,cèrne-
j valone" van 1860 de blijdste die Milaan ooit za£
In den loop der jaren is er veel verandera in de
wereld. Op de groote „Piazza del duomo" werd een zot
standbeeld, voor Victor Emanuel opgerichtde koning
zit in groot tenu op zijn strijdros, het dier stijgert en
staat hoog op de acliterpooten, met moeite schijnt de
vorst het in toom te houden; het maakt den indruk
alsof het paard zoo schichtig werd van de kerk, die
daar voor hem verrijst, maar deze rekt zich hoog uit
en schijnt wel overtuigd van haar onverzettelijke kracht,
uit de hoogte neer te zien op koning en ros. Die»
wapperende kleeren, dat gewild krijgshaftige uiterlij'k
met de vervaarlijke snorbaard, dit alles nog zotter in
brons, maken een armzalig effect tegenover de oude
kathedraal. Een slechter plek dan deze, hadden de Mi-
laneezen moeilijk voor het ruiterstandbeeld kunnen uit
kiezen, begrepen zij dan niet dat in den loop dieür
tijden toch altijd die 'kleine man daarbeneden het laf
zou moeten leggen tegenover de kerk Y
De oorlog, heeft een zwarte sluier gegooid over Italië
en deze kameval schijnt te symboliseerende gedrukte
geest die alom heerscht. In de kazernen waren in die
aigeloopen week voortdurend de militairen geconsig
neerd en stonden gereed om op hej minste bevel uit
te, rukken en op Kun broeders te schieten. In Milaan
heerscht voortdurend een gespannen toestand, maar nu
worden de burgers samen vereenigd door een groot ge
voel: de rouw om-hun kardinaal, hun beminden herder.
Zooveel weken duurde zijn wreed lijden, dat hem hef
spreken geheel, het slikken bijna onmogelijk maakte;
maar toch vertoonde hij zich dagelijks aan de vensters
van het bisscnoppelijk paleis; tramconducteurs, schoof-
kinderen, mannen en vrouwen uit alle klassen der
maatschappij vereenigden zich daar, 's ochtends was
het plein-'voor 't paleis vol menschen, die nog eens zijn
i beminnelijk gezicht wilden zien en zijn zegen ont
vangen, dan kwamen de liefdezusters zeggen dat de zieke
vermoeid was en 't volk' heen moest gaaan; zoo verliepen
j' verscheiden© weken. Nu ligt kardinaal Ferrari, dl© al
doojr het volk „de heilige bisschop" genoemd wordt,
in vol ornaat in de rouwkapel, zijn vingers omklem
men nog het kleine crucifix, dat hij er altijd in vast
hield, tienduizenden defileeren langs de baar om hun
„vader" nog eens te groeten, dan volgt ©en onafzien
bare menigte het overschot naar den dom; de stoet is
drie uren lang, alle winkels zijn ten teeken van rouw
gesloten, zwarte banieren waaien uit de huizen en
bloemen worden vanuit de vesters op de kist gestrooid.
die dooT vljf-er? twintig bisschoppen omstuwd ii en sis
allen den dorp zijn binnen gegaan bruist het „Requiem"
door de hoogs geweivin en eenzaam staat bet stand
beeld van den eens zoo toegejuichten koning op het
verlaten plein.
Pb. v. Et'
BUREAUCRATIE.
'Die hieieinenj MiuJjlleirf "en SéfhluUltlze it)e Bietnlijmi IhiaKiidJen
eieni zlaiaJk tottikiieir de flimmiai „Mrullier u. Sicihailttzie" mot
eten 'beliefodini 'to MWWJeals woauiinlgi. onldler dien lüiinma»-
nlaiaiin. D'e beer MiuMier wtiütdl© die 'tJeflefooin' <xp >edigien
inadem) totlen owternsich'nlj'Ven!. Hertlgieien toean 24 mark
'zou ikoisitlen .Wiat Ihlij wiedigieirdle Ite betiallien. Hij zei dius
die tleliefolotn' „MiuUlieffi tu1. Sdhluflitoe" op, vtroelg 'eten nüieiu-
we tiel'efioiom laiain' loip tnia&m vlam/ MuUle/r.
Die iteHefoiCKniairibeddie/n9 vergdhemeni, (hiaiafldlen appa-
rtala/t en lieddtimlgi iwielgi, (kwiaimieni lenlkeHie dlaigien kater
itiénuigi, lelgidlem dezieUfdlei tleöidliinigi taiaoni ien pkaiatsitlen op
idieiziellfdle ipilialaitia leien/ laippia/rtaialt. Ddit toeaflt' 'tien. imd/nate
iiwiilnitiiigi wieirtoujrien igielkoisltl laiatni Ih/eit irijtk, dlait miu die
weirlkiurleni dJuiur onoteltl ibetlafljen, Mluilü/er ikoisitlte toe/t
geien dent...
PROTE STEERENDE KINDEREN.
Ito HlafllLe zou een ikindlenvoats/telllilg wordlen jgiegieven
dtoioir e/en tlroep njü/t MiiUn'dhlem. De aaiail zla/t vol ikdnldle-
ren/, dliie dmi spammdinigi wajctotltlen op dlezle „Mainichienea?
Mamcihienisipdieilie". Dio/cto die dünhouid) viell miert. mee. -De
jieiu|gdl iprioit/eislheieirldJe, verlia/nlgidle hielt ©nrtmeeigieOjdl rt/eruig. -
Die voorlsit'ellllimigi moeislt latflgetomiklen wordlen. Die fkam-
dieirlen -wiairien miert, itlortl toleidlatrteni rtie krijigen, aioieigien
^toeflien en tlaifieia sltluik, WlaJairlaiam 'edmideHijfke die iboóze
'pollditieiaiglerat mdeit mirt! ihieit ispnoolkjle, maiair de fheu-
soihie /e/en ledind moest malken.
GESCHONDEN GRAVEN.
Ito; de oim/giévdmlg viam1 Siedinitoadh., waar Fnam&ohe
soldlartlen en "offdicieiilen betgtoav/en idlglgen toefbben 2 (boe
ren, op wier tgroiud/ zd'oh de igalaven Ibev/omidten, ©en-
voiuldülg: :die 'dlaamap (gtepil'aiaitste iktnuazien wegigienomen
en den igirianidl igiölijlk igiema/aikit, om dlalamnia die ploeigten
en 'te zlaladlein. Bedden ziijtni weiglensdJeae daad vam viam-
dialiiisme igieairmeSteemdi.
JUWEELENDIEPSTA/L.
De „Dladlly Mladll" vletonieetmit' ndlt M/zzlal, dlalt 'tlijldlenjs
'die ia.fwieailg|toedJdi der bewioomster jl. .Mlaiamdajg een im-
toiialak wtemd igieplleed in de. vtiJUlia vami mms. Eamnistoaw
eni vio-or 12.000 p. sterL lajatoi jiuweefllen werd omlt-
weemd.
ZELFS DE TOREADORS!
E,r 'heersicihtt iginoortie iomru.sit dm Spamije. Iete veell 'er-
gieins. idlam! 'een .klaibiiniettlsiciriilsdis' of islolcdiaïe istirijd1 idirieiigt:
die 'tlomeaidior.s' len die ipiioaidloms isitlalken, inldilen ziij (geen
h'oog,er dioomien ikrijgfen. Hiert.' ergiate taall' nlatuiumlijlk wel
vo-oidkioimlen wordlen wlatait wtait zon er vam> Spanje
tereohlt komlen, zomidier stSemengevectot?
ERNSTIG TRAMONGELUK.
Uit Shelter, (Gomtajeoiticu't), 23Febr. Bij leien boffi-
sdmlg \Tami -twee ftramiS' onlftpl/ofte elen (bus benizimle op
iheit ibaloom viani een der wagenls, waiamdoor deae (bed
de imi ibnamdl geatalatkiën. Br (kwiOmien laidtot passagiers
.iin de vtliaimimlen om ten 25 bekwlacmien vierwiotoidimlgen.
Onlder de tsfliaiototofferis eijto) vemsdhieidlene (kdmidieilen.
DOOR ZIJN DOCHTER.
T,e Kanlismulhe heeft ©en 25-jiainilgie dochter haren
via/der, idlie wediu winlalar is, door bijüislalgien igiedlolod,
omdlalt hij toaar hert. meisgieilid om toalar vetolooJdie in
Freibuiiig rt© gaiarn beaoeken, wteigemda
ROMAN VAN HULBERT FOOTNER.
Voor Nederland bewerkt door W. J. A Roidanus Jr.
UITG. W. DE HAAN, UTRECHT.
HOOFDSTUK I.
Uit de tepee van Charley Whitiefish weerklonk het
lawaai van een huiselijke twist. Die kwam meeirmaieh
voor in die tepee. Mannen, die voor die deuren van
andere woningen bezig waren met het schoonmaken j
van hun geweren of met andere bij' hun manlijke waar- j
digheid passende bezigheden, haalden minachtend de
schouders op voor den mam die zijn vrouwen niet onder
den duim kon houden. Én tegelijkertijd wierpen zij
waarschuwende blikken op hun eigen druk-bezige vrou-
wen.
Maar de minachting van iederen man mocht wel ge-
lemperd werden door dankbaarheid, dat hij niet „ge
zegend" was met een doch tor als Gharloy's Bela. Bela
was een stokebrand in het dorp, een schande voor den
geheelen stam. Sommigen zeiden, dat zij door een
duivel bezeten was; volgens anderen was zij een meisjé,
geboren met het hart van eer. man.
DU verschijnsel was iets ecnigs in hun ervaring en
daar zij een eenvoudig volk waren, voeldlen zij zich
daar gebelgd over. Bela weigerde zich in het gewone
lot van vrouwen te schikken. Het liet haar \olkomen
koud, of dit of dat altijd zoo geweest was bij den stam.
Zij verkoos geen vrouwenwerk te doen (tenzij het
toevallig in haar smaak viel;) zij verkoos niet te
zwijgen in tegenwoordigheid van mannen. Integendeel,
het was algemeen bekend, dat zij zelfs het hoofd van
den stam tegengesproken en daarbij' het laatste woord
gehad had.
Niet tevreden mét haar eigen wongedrag, liet Bela
öeen gelegenheid voorbijgaan om de andere vrouwen,
do hard werkende meisjes, de stille lijdzame squaws (1)
te hoonen, dat zij zoo onderdanig waren voor haar
vaders, broeders en mannen. Dat wekte natuurlijk 'de
woede van alle mannen op.
Charley Whitefish kreeg daarover het noodigc te
hoeren, maar hjj waS een zwakke man, die Bela niert
aandurfde. Gezegd dient echter te worden, dat Bela niet
veel sympathie- bij de vrouwen vond. De mees len haat
ten haar met een ongewone bitterheid.
Het was zooals Neenah, Hoo.jam s vrouw, tegen Felip
Moosa, die eens in het kamp kwam kijken, zeioLj:
„Die Bela is weh-te-go, gek, geloof ik. Zij heefl een
boos oog. Haar oog maakt je stom ais ze je aankijkt.
Je kan niets zeggen. Haar toiig is als een hondenzweep.
Ik haat haar. Ik ben bang voor mijn kinderen, als zij
in de buurt komt. Misschien wil zij mijn baby stelen,
want ze zeggen, dat weh-te-go"s het óioed van babieS
drinken om het ijs in hun hersens te laten smelten.-
Ek wouv dat zij wegging. W3j zullen hier geen rus/t
hebben voor zij weg is."
„Beneden op d© rivier vinden ze Bela «een héél
mooi meisje", zeide Eelip.
„Bahi Wat heb je er aan of je mooi bent, afs je
hersens niet goed zijh?" antwoordde Neenah. „Zij is nou
twintig en heelt nog geen man. En zij'krijgt er ook geen,
omdat iedereen aan hel meer weet, dat zij gek is.
Een paar jaar geleden liepen de jonge mannen haar
na omdat zij eenKlank© huid heelt, e. n -een kleur op/haar
wangen. Maar ik' vind haar zoo leelijk als, het'graj
dat op een boomslam groeit. Er komen vele jongM
mannen om haar, dat zeg ik je, maar Bela lacht om ze
en noemt ze idioten. Zij gelooft, dat zij beter is dan
ieder ander.
Het vorig najaar is Charley naar het begin van
het meer gegaan en heeft daar rondverteld .wat één
mooie dochter jiij had. Daar was een jonge man uit
de streek van de Spirit River en zegt, dat hij ze néémt.
Hij komt van zóó ver, dat hij nooit gehoord had, dat
zij gek is. Hij geeft Charlie oen paard om de koop
te bezegelen. Zij komen samen terug. Het was één
sterke jonge man en de zoon van een hoofd. Hij 'droeg
een met goud geborduurd vest en hertenledérén mo
cassins (II) met roode en blauwe zijd© bewerkt. Hij
heette Beverlail.
„Hij is blij, wanneer hij Beia's voorhoofd cn roode
wangen ziet. Mannen zTjn nu eenmaal zoo. Niemand
vertelt Jjetn, dat zij gek is, omdat allen graag willen»
dat zij weggaat. Hij spreekt heel lief tegen naar. Zij
laat hem echter haar tanden zien en antwoordt hem
ruw. Zij zegt: „Je denkt, dat ie een man bent, hè'?
Ik kan harder loopen dan {ij. Ik kan een kano sneller
roeien dan jij. Ik kan beter schieten dan jij.. Ik kan
beter schieten dan jij I" Heb je ooit zoofcts gehoord?
„Langzamerhand wordt Bevertail smoor op haar en
hij zegt, dat hij met haar om het hardst wil roeien#
Iedereen gaat naar het meer om te kijken. Zij hopén,
dat Bevertail Üirik zal winnen. De mannen gaan wed
denschappen aan. Zij beginnen bij Big Stone Point en
roeien naar de rivier. Het was precies koninginnevcjr-
iaardag in de kolonie. Tot daar ro£en zij. bijna gelijk.
Dan komt Bela voor enverslaat hem gemakkelijk.
Wanneer zij dan weer bij zijn kano komt, geeft zij dien
een klap met haar riem en hij valt in het water.
Zij lacht en roert weg. De mannen gaan hem eruit
halen. Dien nacht neemt hij zijn paard „van Charley
terug en rijdt weg.
„Iedereen om het ineer kent de geschiednis. Béla
krijgt nu geen man meer, denk ik. Wij komen misschien
nooit van haar af. Zij is trotsch ook. Zij wascht en
en kamt zich al maar door. Onzin i Zij behandelt ons
als drek. Wij halen haar."
Zoo was het algemeen© oordcel over Bela. In hét
heele kamp was de eenige, die dien ochténd bij het
hooren van de ruzie in de tepee van haar vader,
medelijden topndo, de oude bultenaar Musq'oosis.
Zijn tepee stond langs de rivier, een weinig van de
andere verwijderd-. Hij zat als een kleine oude ver
schrompelde beverrat zich, ronkend en peinzend, in het
zonnetje voor zijn deur te .koesteren.
Zonder Musq'oosis zou Beia's lot in den stam al lang
onhoudbaar geworden zijn. Musq'oosis was haar vriend
en hij was jemand van gezag.. De ligging van zijn tepee
toonde zijn maatschappelijke positie. Hij was bij heit,
maar behoorde niet lot hen. Hij was zóó oud, dat al
zijn bloedverwanten dood waren. Hij bleef bij dé Fiseh-
Ealers, omdat Jiij van het meer hield en zonder dat niet
gelukkig zo(u kunnen zijn. Van hun kant waren zij blij,
dat hij bleef; hij deeu den stam in aanzien stijgen.
Als een door God begenadigde en begiftigd met hoo-
gere wijsheid, waren de menschen geneigd Musq'oosis
te aanbidden; {a, zij kenden hem zelfs bovennatuurlijke
eiegnschappen toe. Musq'oosis lachte om hun bijgeloof
en wilde daarvan ..geen gebruik maken. Dat konden zij
niet begrijpen, was het niet slechts voor zaken doen?
Maar hoewel zij zich over zijn lochen boos maakten,
bleven zij toch ontzag voor hem hebben en altijd hem
om raad vragen. En Wanneer "Zij dien kwamen vragen,
dan gaf Musq,oosis hun dien zonder eenige bovenna
tuurlijke bijvoeging.
In vroeger dagen had Musq'oosis een tijd lang ge
woond in Prince George, de stad der blanken, én daar
had hij geleerd van de wetenschap der blanken. Djoae
Te St. Pancras in het café „De Driesprong,', ver
gaderde de Langendijker Groentencentrale, geves
tigd te Broek op Langendijk.
Aanwezig zijn: De Tuinbouw te St. Pancras; De
West te Koedijk; De Toekomst te Zuidscharwoude;
Ons Belang te Hensbroek; Tuinders Welvaren te
Gbdam; Ons Begin te Oterleek; Heerhugowaard te
Heerhugowaard; Groenteciiltuur te Broek op Lan
gendijk; en eenige genoodigden. Afwezig Schermer-
horn en L.T.B. aïd. Heerhugowaard.
Door den heer P. Gootjes, de voorzitter, wordt met
een woord van welkom aan de afgevaardigden, ge-
noohigden en de pers deze 5e jaarvergadering ge
opend.
In een krachtig betoog wordt er door den voor
zitter o.m. op gewezen, hoe het verplicht veilen een
voldongen feit is geworden, wat een stap in de
goede richting is, doch veel strijd gekost heeft.
Hij ging de geschiedenis na vanaf 1896, hoe toen
slechts enkele producten geveild werden, hQe toen
voor elke 100 kooien de tel 112 was, hoe later ook
tot wegen van de kool besloten is, hoe later de con
tante betaling is ingevoerd, wat door conservatieve
noeren en de handelaren zeer bestreden is, de laat
sten, omdat ze van oordeel waren dat het de dood
steek zou beteekenen.
Bestrijding komt er trouwens telkens als er wat-
nieuws tot stand moet komen.
Jlet resultaat van allen arbeid in de 25 jaar, zegt
voorzitter, is zeker groot geweest, ook reeds in de 5
jaar dat de L.G.C. bestaat.
had hij medegedeeld aan Bela "én daardoor was zij
gek geworden, zeide' men.
Hij had Bela Engelsch .leeren spreken. Bela's direct©
kennismaking met het groot© blanke ras had zich be
perkt tot een klein aantal priesters, politie-agenten en
handelaren.
De ruzie in Charley's tepee was dién ochtend al
vroeg begonnen." Charley haa uit zijn vallen een paal
bunzings meegebracht en aan Bela opgedragen die te
stroopen en de vallen uit te zetten. Zij had dat bot
weg-geweigerd, waarbij zij de redenen opgaf, dat zij
wilde gaan visschen en da,t zij de lucht niet kon uitstaan.
Charley vond beide redenen belachelijk'. Mannen gin-
fen visschen, terwijl vrouwen op het land bleven wer
en. En wat de lucht betrof, wie ter wereld had iemand
ooit tegen zoo iets bezwaar "hooren maken Y Was het
dorp niet [vol van zulke luchtjes 11
Maar toch was Bela gaan visschen. Bela was een echte
waterrat. Daar niemand haar een cboot wilde geven,
was zij op haar eentje twintig mijl ver gereisd om een
góeden katoenboom te vinden; zonder eenige hulp
had zij dien geveld uitgehold en ontschorscht en daarna
als een der beste booten van het dorp thuis gebracht
Van af dat oogenblik was het meer haar geliefkoosde
verblijfplaats geweest. Garibou Lake stond bekend om
zijn slecht weer, maar Bela zag er niet tegen op het
onder welke weersgesteldheid ook over te stekén.
Toen zij van net visschen terugkwam, lagen de
bunzings er nog en was de ruzie opnieuw begonnen.
Hel resultaat was echter hetzelfde- Ten slotte kwam
Charley overwonnen uit de hut te voorschijn en de
twee bunzings, weggetrapt door ©en krachtigen voet,
volgden hem. Char.ey, die naar buiten waggelde als
een man, die pas thuis mishandeld is, ging bij zijn
makkers sympathie zoeken.
Hij liep naar den oever in het midden van het dorp,
waar een aantal jonge manhen bezig was booten ie
maken of te repareeren voor de zomervischvangst die
juist beginnen zou. Zij hadden alles wat er in de tepee
gebeurd was gehoord en bespotten, terwijl zij zich hiel-
Cfénifalsof zij hem niet zagen, hem met allerlei schimp
scheuten.
Charley was een magere, gerimpelde leelijke man.
Zijn verwaand gesnoef lokte als het ware bespotting uit.
„Hahriep er een, „daar komt vrou-w-Charley, weg
gejaagd door den man uit de tepee I'
Een luid gelach begroette de grap, de ziel van hef
mannetje kromp ineen.