Alitieti Hitiis- Mraintü- LuiiiiiHiL EEK LIEFDE IN DE WILDEKNIS. I VAN RIJSWIJK's SCHOENHANDEL en SCHOENMAKERIJ. Woensdag 2 Maart '921. 64»te «toafqami Ho. 6781 UITGEVERS: TRAPMAN CO.. SCHAGEN. Ingezonden Stukken. Gemengd Nieuws. Een paar „Hollaiidia"-Schoenen Is 'n genot. CHASE Bit blad verschijnt viermaal per week :Dinsdag, Woensdag, Donder- d»g en Zaterdag. Bij inzending tot 's m. 8 uur worden Advertentiën zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTCHEQUE en GIRODIENST 23330. INT. TELEP. no. 20. Prijs per 3 maanden f 1.55. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN TIËN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno inbegrepen). Groote (letters worden naar plaatsruimte berekend Ja vroe®eer <tijldl wals Hier ©eax spottttrtearetoi, Waiamoip anten/ oolk (kan voertibiallDeni, bieeel tfijini, Ömidl&t U otieit olenidleeffklé, wals inien teteurigie«rteikk Emi igtiinigi maten <viedk!ooipieni votom veel geflKk MM .die «ipont wiaa U mlu getdnlami, Bn, die ispiedeois -kometen wied maiaoi ttuud» itüe gjalain, Diaiaa* ar igielen boer ime-er iwlais, Die ©eni voeitiaail 'ltet igiai&m over, Zhn grW». Ov.enal wiaiar imJen 'giitnig itala|p<plen Kwam een .poüitieiaiglenlt, -aiaoiistaippien En. joeg hlen .vami v-el-dl. Er 'ziijin) (miajaw wtedjnülgi ötxualgieiit^, idiiei dieltis woir Tb ivo étlbiaJl'apeil -voelen, Mlaiam We hopten, Idlart/ a& em müle/ts kWalatdls mee fceldlae&en, Eai id® igeonieteöfee Sohialgfèn, wedlgaaltedld; Om* aal tbeOpen. laiami eten voetiaailveM. Da vodtihalicliuft), S.V.V. ML til© Ut, V-ecrzoefc© een WHettoe pliaJaJtaruJimite <Voor (bat om- jaisitlaiamldie; (bdj, jvkxxnblaiaJt tomizien dlatnJk. iToten wij: die Sichlaiglecr Oaumatniti viatni 22 Febfn. tatsa- n|, lajzien wlij: idlaiamitnj biet vieilsillaig] (vlam d'e oplenjbaire nlglaldlemüjnlgi vialnJ Ziijlpe «en Hiaiaepoldieir. Em «uiilt' «Hart irlsilJalg Ibllteelk ihieit toóiisl, als dlalt piierti «HU® beotuursle- in 'Viami Idlaftl WiaJtlemslchlalp evien «welwtüllllenjdl waaien, cffn wealk .tl© vieaisteihiaiffen. Aühoeweil' kHoor bot igiemeen- tóbesüuluir (hielt1 PioflidJeirlbesrtiuiujr 1 2000 wtas ajamlgeöxndien voor weiHuvlemscbiaiffiinigi lEriinidieliijlk -wieaxli goedgieivfcinJdien oan tbe Halteni slootten, Dieihoeai Nliiearuain! 'sitelldle vtoiotp, gieihiuwdten taiam het wieirlk itie skedteni, idlte jlolnlge ikieireilis (roolkjen imfaiair si- gaulen -en isilgjamettlen.. Wdj vmaiglen dien iueer Niearuatn, cnolglen tzrij idlait nM,? AJLs idEle jtetnlge (kemells sölglainen en Si'gtaaieititleai- notolkien,, idlainl IdOen z& idiait viam hum ven- dtiienidle loom Hodviae! isiilgiaoten en sdlgiameftitlen iZuTilton er iniilei igleinookit woaidleni doom die Iklgussie vlam Ni-eonjam, tdriie. ze aefllf -nii'elt elenis kiuinhtem vieirldlijenien? Hoeyeei kafpiitlaMisteiu -z-ijtni ar rnrileltl, 'die mlo|gi uiodijt elen sigaar vertdlilenldi ihobten en z)e itlolcb toolk rookten, OOk sp-naik d'e hieier Memami ivtaau eten uiuriloioaii viaau 33 cenit, denlkt die heter Nieoruapi, sOmis, dbt die -airibiedldlens igjeien miataig ed^btonj, Of dlalt izij ailoh' mieit (kruiLlten (kunnien voedten? et >uiMioto(nj weaxü giesteldl op 40 oenit per lUiuai, bet- Lk voor .silteioitwedk llloiabJ zelkier veed >te laalg dis, met leaihioiuidi viaan laiaaizen ten igietrieediacihiap, 'Die v/e,itgiald(eirdin|gi wais doom één beliainlgiateilllenldie iblj1- gewioiolnidJ, isjcöumjfrt die veinsfllalglg'eveir. Tien aerstie was htei iniileitl Ibteïkteradj, Idiait er po!ldle^Itvlerglad'ermlg, was en tien [üwteedfe dis ihieit mliielt igeMükfl'igi, diait die wemkiloooen diaiair mliielt wiatrten. (Em ihialdldlen idiatn rtlooh ze/ker omlgte- liulkllden fglebeuiridl Als die laalbedldleiils idlatar igeWeetsIt wa rton len hlaidldien die Ihieeuien. rvialn' (hiet 'kiapditialldigtiiscihe relgiiem izoo lolviear Ihlulnl Ihloloalen tslprelklen, idlaait hladldlen zij aelketr die Queteaien Idle isltirioit afgebeten, Het zijn toch aelker idle aojbelildleiiis idle -voor idfile laamftédldler» viam 'hiertJ Ikiaipdltialdistme Ihieit baiotodl maefeni vealdlitonien, Ails die ihieeaien heit zelf idioten moelstlen, dam' stierven zij vaini Ihiomlgiem. Oolk idle Ddjlklgmaiaf vami .Zijpe ton Haae- poldier zeit elen ihieeflle Haam op als 'er somis een ar- Ibeiidlr bij (hielm komit lom ofvier wenk te pmaitten. Dam doelt bijl mlelti, of IMj allleen beemscheo* ds. Maiar, indjm- hleieai die Itijldl vaJn« bet iRlusslilsdho GziaJanüiSmie dis voonibij. Emi wij: vmaigien onls <af„ beeft' bet) cdfllege vam PoQ- dterlbeisitiuiuird'eiris ivaml Ziijpe en Hlamepoldlne dlam' mdiet die omwtenitiell'iiiilg -vaml dlemi mialaltlSdbaippelijlk'en Itostemld indelt ibijigebowdlen? 'Bieigtrdjlplen die laiainihiabgers tvam beft (kaïpdjtiafMIsitiisicihie /sitieLsei Idfatnl düet, dlalt die arbed- deinS' mdieit meer zijtm die igierwiiillllllge onid'ealdlaindlge HOorn- slaMen vaan 'Vmoejg.er? Maar dlalt Idle aotbedid'eais itihams geomgatnliiseredl zijm), mdiet lallieien baltianaJal', maar zelfs (HnitlermaJtribmlalaiL en 'dlait idle aalbeidleirs mdlelt meer .wia- ®en, smieelklen (mlalar lelisebemJ Ze hebben bum ptidht ten, maar oofc bumi recbtleni Da 'Chlaofti, orvier die 'gebeele weaieflidl gebrajobti, zoo- als die -er .tlhiatnis dis, dis mdlelt gebraohit en gewild door die aalbledldleiilsfkllafesei, imaar dloor küe ikaipdrtailliistiiscih'e 'kliaste-ei JEmi wlaitJ die WeaikelLololsbelildl bier tiam de Zdjpe betrefltl, dis mttet die schuddl vab -die arbedidiers, maiar vlaini die werikgievier». Affls izij belt weetik iDiletien IdOen, waitl voor Idle voomtlbaiengiimlgi vaml die pnodjuctóte moddig imoertl, dlam1 Wals bier don d'e Zijlpe gelen wealkeioolsbedld meer. De 'wea1kg,eyeais wtiülen idie weitkeTJoOsheiidi, maar dtejni 'moeten die larhetiidJens op eten abdlere imlainlior ge- bo!i>.n worldleni. iDe 'airtoedldeir® bebben ail izooveeil ja ren die werkgevems tbe elten [moeten geven, en nu (die blIaaldJjeö' dlaini onlalar ;e!ens omlgieikeerdl Diait dis met meier idlata/ ipQlicibt iviain1 idle wealkgevieais en -een reebt volor. idle aatbeiidleaia Wlij WMten diaoi lodk bert- aoHege .vam 'PoMleTbeisrtJuur- dieais lalainalaldlen om oolk Idie jomge ikerellis aam bet wealk )te stelllen1, De nik ier om|, idiait idlile joange bereis lalter bet todoiod eniz*, moeten iviealdlilenen voor uw gebroed!, oiolk miogi bumi isagaaen en sigaretten. Het kapditailisme illi(gjt wed' op bert) laplenglajpten, maar als zij zed'f buini brood moeten verdltenen, Idlaln toeedlt die dloodl zejkier. veel .eealdier dm. Aathetiidieais, vollglt bu de atirttnoiep vam ofnizen groe ten ivooolgamg-er Karefl) Mlarx, 'die ons toeriepProfle- tiaaien laJlflier ilaoiidlen, Verteniigit iuI Mijmbleer idle Bedaiciteum, mlotgtmiaials dlamflaendie vloor -uw 'Veaüeenidle pülaatisruülmrtia De Biesrtiuaen iviami idle beadle afdlöelimgen .vaai' d|en NiedlecnL Botnidl vaan Aathedders in belt LaindUxn, Tutalx- en Zuivelbedlrijf qjq idle Zijipie Wij bebbeD oiolk ibamls weer (die bo-Venlgtiaamidle vatienldieQiijlkbedlen opgenomen, omdlait .wij' mdieit gaar ne een metenliinlg beljpten ismoirleni, Maar Idle .„Zijper 1'eüldler" dlenikle er nu oan, dlalt bet. .tlhlaais wlellllteitj'es is. Wtti onen -voloirltiaamj op póiaaitisrudmlte lil' onis blad re kenen), dlatn/ aal' malen iziilcih wait Iklalimier en bezadlilgdier •heblben oiiiiti Ite dirtulklkten. Het wiomdit inu al te Rus- sdScih. Bëd, ROMAN VAN HULBEBT FOOTNER. Voor Nederland bewerkt door W. J. A Roidanus Jr. UITG. W. DE HAAN, UTRECHT. a HOOFDSTUK II. Het dorp der Fish-Eaters was gebouwd in een Smalle weide achter een dennenboschje eu het riviertje. Hét was een klein dorp van een twaalftal tepees, die in ee0| ruwen halven kring, die naar de river open was, neer gezet waren. Dat riviertje Hah-Wah-Sepï genaamd ontsprong op de Jack-Knifebergen, stroomde door het dorp, maakte bij het dennenboschje een bocht, liep door een groot® zandvlakte en viel dan in het Caribou Meer. De tegenoverliggende oever was dicht begroeid met wilgen. Op die wijze was "het dorpje aardig verscholen tusschen ae dennen en de wilgetn en men kon het meelr verscheidene malen op en neer zeilen zonder het bestaan ervan te vermoeden. In dit opzicht volgden de Indialnfm hun oud instinct, want generaties lang hadden zij zich niet voor vijanden verborgen behoeven te houdeni Het liep tegen het eind van Mei; de weid© was als een smaragdileurig fluweelen kleed en de wilgen warerl opnieuw gestoken in hun lichtgeel gebladerte. Het geheel werd glanzend bestraald door de Noordelijke zomerzon Kinderen en honden liepen en rolden in doellooze luid ruchtigheid, terwijl de ouderen bij de ingang der tepees zich in het zonnetje zaten te koesteren. De kegelvormige tepee's zelf met haar bundel stokken oan den top en de diunne rookzuiltjes erboven waren in volkomen harmonie met hun natuurtafreeï. Alleeb .wan neer men van dichterbij keek, werd de lieflijkheid van het geheel ©enigszins bedorven door de duidelijke bewijzen van het slordige huishouden der Fish-Eaters. Musq'oosis nut stond bp zichzelf buiten den halven kring en iets meer stroomafwaarts. De eigenaar zat nog, als een typisch klein bundeltje in eeln deken, voor zijn deur. toen Bela naar hem toe kwam. 2ia eenvoudig. hier heel rustig en mijn gedachten spréken tot mij." Zij ging op haar hurken en met haar handen in haar schoot voor hem zitten. Zonder ©enige inleiding begon zij eenvoudig: „Mijn vader^was een blanke." Musq'oosis liet in het geheel geen verbazing blijken. „Dat weet V, antwoordde hij. DUTTSCHE PLANNEN VOOR UITBREIDING EX- PORTHANDEL. „Duitschland is stil, een perfecte industieele ma chine, half-speed loopende, doch onbeschadigd aan de voornaamste onderdeden, gereed om spoedig met meer stoom te werken." Een ambtenaar van het Engelsche Gouvernement, die kort geleden de industrieele toestanden in Duitschlatnti bestudeerde, gaf met boven aangehaalde uitdrukking, in weinig woorden, de ware toestand. De Duitschers span nen al Jiunne krachten in om de gaten, welke door Engelsche en Amerikaansche fabrikanten, in het han- delsnet van het voormalige Duitsche Keizerrijk gemaakl, te herstellen. Dat zij een goed begin maakten blijkt wit de exporten voor de eerste 5 maanden van 1920, bedra gende 23.688.000.000 mark, vergeleken met 10.057.000.000 mark voor het geheele jaar 1919. Echter moet niet uit het oog verloren worden, dat in deze exporten begrepen zijn goederen, geleverd aan de geallieerden onder de vrè- destermen, en ook dat van de wapenstilstand in No- ber 1918 tot Maart 1920 een enorme hoeveelheid goediereW uit Duitschland gesmokkeld is door het bezette gedeelte, het zoogenaamde „Gat in 't Westen." Duizenden Duitsche handelsreizigers werken niet al leen in de vorige neutrale landen, maar in alle Euro- peesche en Aziatische landen, waarmede zij op voet „De vader van mijn moeder was ook een blanke,' ging zij voort. Hij knikte. „Waarom heb Je me dat nooit verteld'/" vroeg zij, even haar wenkbrauwen 'fronsefnd. Hij spreidde zijn handen uit „Waar diende het voor'/ Je hadt dan willen weggaan. En daar was je veel te jong voor. Ik dacht, dat je je ongelukkig zou voelen, als ik het je vertelde." Zij schudde haar hoofdi. „Ik voel mij er juist gelukkig door. Ik weet nu hoe de zaken staan. Ik. begrijp nu alles. Ik werd gek, omdat ik dacht, ctór die onge lukkige ellendeling van een Gharley mij(n vader was.' „Het is goed," zeide Musq'oosis. „Heb je mijn vader gekend'/,, vroeg Bela nieuwsgierig Hij knikte ernstig Musq'oosis bleef eenigen tijd in gedachten verzonfk'en „Het is al lang geleden,begon hij, ofschoon ik toen ook al niet jong meer was. In den Louis Riel-oorlog heb ik je vaaer gezien. Hij was 'soldaat in dien oorlog, hij droeg een roode jas, heel mooi. De andere soldaten noemden hem Smiler (1) Forest De Roodhuiden noem den hem 3ird-Mouth (2), omdat hij altijd muziek maakte met zijn adem, zoo en Musq'oosis deed een fluiten- den man na, „Hij was een .goed soldaat. Dapper. /De' Groote Moeder over het water (3) heeft hem ©en me daille gestuurd met haar gezicht er op, omdat hij zoo dapper was." „Wat is een medailleT' viel Bela hem in de rede. „Een klein rond stuk net als geld, jnaar niet om uit te geven," legde Musq'oosis uit „Het wordt op je jas gespeld, zoodat iedereen zien kan, dat je dapper 'bent. Ik t>en altijd een vriend van de blanken geweest, ver telde hij dan verder, „daarom heb ik in dien oorlog voor hen gevochten. Ik kon niet goed marcheeren( of rijden, maar ik ging op de Saskatcnewan-rivier als ver kenner roeien. Je vader was een vrrejnfcl voor me. (We praatten veel bij het vuur. Hij maakte veel grapjesmieitm'e maar ik werd niet boos, omdat ik zag, dat hij me toch graag mocht. Dikwijls zeide hij tegen me: „Musq'oosis jongen, ik deug niet" „Niet deugen'/" vroeg Bela. „Dat was een grap van hem. Ik geloofde niet alles wat hij zei, om den donder niet Hij zeide„Musq'oosis ik deug nergens voor behalve voor soldaat, wanneer er ceen oorlog is, kan ik mij niet uit de beroerdigheid nouden." Hij vroeg me veel over mijn land hier en zeide dan: „Als de oorlog voorbij is, ga ik daar heen. Misschien kan ik me daar uit de beroerigheid houden,. Ik dacht dat het een grap van hem was. Langzamerhnd kwam er een eind aan den oorlog en Louis Biel werd naar de gevangenis gebracht. Ik had toen broers hier. Ik wou mijn broers na den oorlog zien. Dus ging iik afscheid van hem nemen. Maar htf zri: „Stop even, BILLIJKE PRIJZEN. LUXUEUSE AFWERKINO. van oorlog geweest zijn. Koopers van verscheidene groote naties, zijn in Duitschland voor het plaatsen van groote orders voor vracht-auto's, kleurstoffen, speelgoed, ijzer- en staal-pro- ducties. piano's, glaswerk, gebreide goederen, naaimachi nes, electrische waren, enz. De verkoop van Diuitsch speelgoed in Engeland bedroeg in 1920 over 1.800000, terwijl het bedrag voor 1919 slechts 0.370000 bedroes. De prijzen der Duitsche producten zijn ongeveer de helft minder dan wat de Engelsche fabrikanten vragen. Een Berlijnsche firma offreert „Bosch" magnetos voor 5 per stuk, terwijl deze in Engc.'-rnd niet onder 12 per stuk gekocht kunnen worden. C-ereedschap dat in Londen 15 shillings per stuk kost, wordt door de Duitschers aangeboden voor i shilling Hollland wordt overstroomd met industrieele machi nerie, landbouwwerktuigen, gesmeed ijzer, messen, ijzer waren, katoentjes, wollen goederen, en zelfs enkele voéd- stoffen. Duitsche fabrikanten zijn ook hard aan het werk In Oost-Indië, zoo zelfs, dat aan den minister van. Kolo niën requesten zijn verzonden. De Nederlandsche Vereeniging van fabrikanten in- hun request zeide o.a.„Met groote ongerustheid observeereta wij de groote zaken, die de Duitschers in Oost-Indië doen, voornamelijk in metaalwaren, welke zij voor bij zonder lage prijzen aanbieden. Het gevaar is zoo groot, dat onze eigene fabrikanten niet kunnen concurreareij en indien geen onmiddellijke maatregelen genomen wor den, zal onze .handel ongelooflijk lijden.' Reeds nu zien wij een aanhoudend verminderen van onze expor ten, hetgeen natuurlijk ook slecht moet werken op oenjze inlandsen© J^estanden." De concentratie van industrie is het beffijnsei der Duitsche industrieele reorganisatie. Als voorbeeld kan genoemd worden de combinatie van de Stiinines steen kool- en ijzerbelangen, met de Siemens-Halshe- Elec trische Compagnie, waardoor 200.000 werkers onder een leiding staan in ae productie van „electrial power" eöj het fabriceeren der meest gecompliceerde machinerieën. Een resultaat van deze combinatie is alzoo dat Berlijn en de „Rheingegend" en Beieren zich veel nauwer aansluiten. Jtoewel in Duitschland gebrek is aatn ruwe grondstoffen en daarbij hun werkkracht niet is, wat net voor den oorlog was, de fabrieken werken tot nunlnje volle capaciteit De vroegere Duitsche minister van Financiën!. Got- hein, schat dat de kost van productie in Duitscnland, juist een derde is van dat in Engeland. WILTON VAN REEDE DE BURGEMEESTER VAN HAVRE TEGEN DE VEEBOEREN EN SLAGERS. De veeboeren, die hun beesten op de markf in Havre te koop aanbieden, maakten volgens den burgemeester van. de Fransche havenstad te groote winsten. Op e&rjj koe verdienden zij tweeduizend francs en volgdris dit systeem maakten zij per jaar ©en winst van 20 tnillioen De biave burgervader overdacht, dat dil b?fer in de zakken van do burgers kon blijven eni stelde aan de veeleveranciers ronduit de vraag„Wilt gij uw winsten verminderen'/" De veeboeren zetten een meewarig gezicht en zeiden: Helaas mijnheer de burgemeester, wij vragen niet veel, want het hooi is zoo duur en de arbei ders vragen hoog© loonen" „Goed", was het antwoord, „ge wilt dus niet. Dan wil ik niets meer u te maken hebben." En hij bestelde vee uit Marokko, dat na oe^e weken, ten getale van 220, uit het Afrikaansche kustland in Havre aankwam. Do beesten waren in eeln uitstekend© conditie. ^hans weiden den naar lage prijzen strevetoden bur gemeester echter moeilijkheden t nden weg gelégd. Dé slagers, die opdracht hadden gekregen om het vleesch voor aè consumptie gereed te maken, weigerden dit te verkoopen tegen den aoor den burgemeester vastgesteldé© prijs, aie n.1. het midden hield tusschen den prijs van net pinnenlandsch en het Marokkaatnisch vee, waardoor het publiek 30 pGt. minder zou te betalen hebben. De burgemeester die reeds veekooper was géwordén, ontzag zijn hooge positie niet om ook slager te worden en richtte een tiental slagerijen in, heel eenvoudig, vaö| planken en zeildoek, doch voldoende om de burgers van Havre aan goed en goedkoop vleesch te helpen. Ln zijn zaken gaan schitterend I DE RIJKE INDIANEN, In Harperts Monthley verhaalt William G, Shephsrd van de Osage-Indianen, hoe aain de bewoners van deza Indianen-reservatiën in den staat Oklahoma. een stroom van goud is toegestroomd, waarmee de arme menschen ceen raad weten. Vroeger, toen de Osage-Indiatr^én nog in Kansas woonden, hadden zij eejn kommervol bestaan en het werd er aanvankelijk niet beter op, toefn/ het gouvernement te Washington besloot den stam te doen verhuizen naar Oklahoma, wellicht in de stille ver wachting, dat daar in het nieuwe land met zijfn over weldigende meerderheid van blanke bevolking, het uit stervingsproces des te sneller zou geschieden. Maar zie, wat gebeurt Van den kleinen stam, slechts 2229 zielem| mannen, vrouwen eau kinderen te samen nauwkeurig geteld, kregen elke man, vrouw en kind, 657 acres land (een acre is 4047 M2); een school werd geopend voor de Inidanen-kinderen en de Osages begonnen hun land "te bebouwen. De grond bleek echter nog slachter dan in Kansas. De conditie van den gouvernementssteun was, dat de Indianenstam tot 1931 geholpen en beschermd zou worden; maar dan moesten zij ook volslagen Amerikaansche burgers ^ijn, in staat om geheel voor zichzelf te zorgen. Acht jaren lang leefden nu de ÜD|dianen als van den regen in .den drup. Toen verscheen in 1915 plotseling de olie-man in het land, ging borefa in het Indianen- land en vond olie. Onmiddellijk werd Washington be stormd met aanvragen voor olie-conoentejn|. Bij opbod werden zij verkocht, soms tot fabelachtige prijzen. En nog vóór de olie begon te vloeien, had ieder Osagte Inaiaan, man. of vrouw, en ieder kimfl, vóór 19u7 geboren een chèque in handen van 170.25 dollar, waarop zij hls pachters van den grond recht hadden. Gereed geld zoo overvloedig bracht de menschen geducht in de war. De „wijze mannen" onder hen waarschuwden, dat het een valstrik was, dat de groote Blanke Vader van plan was ons weer te laten verhuizen ©n probeerde pfl die manier ons om te koopen." Helt vodgjenjdle jaJao" btelgiottii die dtia meieldls -un/b ©en itiail pfmtttien Itie stiroblmieii. De staan zoo ihlaidl belt tgou- viemmeanlenjtf toeipiaiallid!, 1zooi ieien izeisde lkirij(gien viaai al "die aliei, .zioioidlalti lerimidle 1918 >eilfk|© nniani, vmouiw en. kdjnjd 'Malni belt igtoonvieainleanlenlt ikaieegi 826.06 kbodToir voor da oQMoicteiistiieis len 1449.82 tb. aüls aaaubetell dn de ojtie- palodtuicttie. km 1917 oantivdtolgieni idle 2229 ItrndHialamisdhe (gieoieobtig- dien edik 2608 Kk; lilm 1918 wals edks lalaanbeell 3940 d.; iai 1919 5000 idl; eni film „belt jiaiaai vtaai igeruaidlö" 1920, •wlalaoÉoi Idie ïtieuiwle ülilcienicdies Itat ■wd-llbe prijzen wer den viealkioichitl (en -die lodie stoolotmlclle uiiiti ie-dieren put, ■hlaidldien die Inidliialnlen tolt 'Juflti' reedis meer dlam 5000 <k omitvtamlgien/, met bett vodrutezütolhrtl, idiatt Helder zijn Glamld-eed' ower bert- violMle jiaiar zou zolen isttijigien tot 9000 dtcuMaits. Elen InJdlilaailenjgieiziilni heetfit tgletmbididiedid) 4 ipeolsonlen. Viap id'e 2229 OaalgteHa/atmdlejellleni beizditten 2 df 3 Iiedlen ■vlam elen 'geziilnl ier -elllk 'éón. 'DeajhiaHviö belteëkient dfiit violor lilédleai igezin leien iinlkioanlen viatn' oiver die 25000 «L, -wtaiaodloior idiiie anienigcbéni voor. bium) boen ,p»loits©* vroeg Mus Musq'oosis ik ga met Je mee". Ik zei: „Wat moet je daar doen Er zijn geen andere blanken dan de iman op de factorij." Hij zei: „Ik ga met de natuur vech ten." ,,Den natuur?" herhaalde Bela verwonderd Musq'oosis haalde zijn schouders op. „Dat was zijn manier van praten. Hij bedoelde boomen hakketn, graven en werken. Dus ging hij met me mee. Het was beb leuke reis. Altijd lachen en zingen etn muziek makiem met zijn adem. Hij praatte met me alsof ik een blanke was. Ik heb nooit zoo'n vriendgehad. Ik hield van Walter Forest alsof hij mijn zoon was." De oude man liet, toen hij zoover gekomen was, zijn hoofd op zijn borst vallen en het verhaal scheen ten einde. „En wat hebben jullie gedaan toen jullie hier waren?" g Bela. usq'oosis zuchtte en ging dan voort: „De Fish- Eaters hadden toen hun dorp verderaf bij Musquasepi. Je moeder was daar. Zij was een heel knap meisje. Hat mooiste meisje van de stam, geloof ik. „Mooi*/" vroeg Bela verwonderd. „Zjj was de eerste, die we zagen, 'toen wia hier kwa men. Wij roeiden ao rivier op en zij was bezig op den oever bunzingvallen op te zetten. Je vader keek naar haar. Zij keek naar je vader. Allebei werden zij als steen van het kijken. O jé, dacht ik bij mezelf, (Bird- Mouth zal zich hier ook niet uit de beroerdigheid houden. Daarna was hij precies als iedere veriiefdfei man. Hij wou den heelen nacht opblijven en praattd over haar. Hij vroeg mij wat haar naam beteekenide. Ek vertelde hem, dat Loseis eendje beteek-emt. Hij zéi': „Nooit heeft iemand een beteren naam gehad." „Wacht lliever wat", zei ik „er zijn nog heel wat andere m'edsjes te zien." „Niet voor mij"? zei hij. „Na een week trouwt hij met ha&r. Trouwt met haar voor een priester en de Bijbel. Hij bouwde oen teuis te Nine-MHe Point en een stal. Hij zeide, dat hij leien wisselplaats wilde gaan houden voor de bevrachters, wanneer zij de winterprovisie voor de factorij brachten. Hij verzamelde' veel nooi voor zijn stal Hij werkte als tien roodhuiden. Toen er ijs kwam, wilde hij hét hooi overbrengen. Ik zei„Wacht nog even, het is nog niet sterk genoeg." Hij lachte. „Op een goeden dag kregen we een vfeeseJijkè sneeuw storm. Hij raakte op het ijs verdwaald en komt in een wak terecht Later vonden we het hooi drijven. Hij heeft jou nooit gezien. Jij )verd in de lente ge boren. Hij was een mooie man. Dat is alles." En na een korte stilte vroeg Musq'oosis dan: „En wat wil je nu doen?" „Ik ga weg," antwoordde Bela onmiddellijk. „Naar -hief land van. mijn va dar." Musq'oosis schudde ernsig zijn hoofd. „Het is ver weg. Vele dagen roeien de kleine rivier af en dan de groot© op tot de landingsplaats. En vandaar vier dagen loo- pens naar de stad. Ik ben te oud om zoover te reizen." „Ik zie er niet tegen op alleen te reizen," riep. Bieila uit Musq'oosis bleef zijn hoofd schudden. „Wat ga ]e doen in do stad'/" vroeg hij. STrouwen "iet een blanke,antwoordde Bela koeltjes, lusq'oosis liet geen verbazing blijken. „Dat is niet makkelijk wanneer er blanke vouwen bij zijn. Zij we ten te veel in vergelijking van jou. Zij hebben te veel op jou voor." f „Ik ben een mooi meisje" zeide Bela kalm, „Je hebt het zelf gezegd. En je nebt me ook verteld pat blanken dol zijn op knappe meisjes." „Dat is ook zoo", antwoordde Musq'oosis. „Maar niet om met je te trouwen." „Mijn vader is toch wel met mijn moeder getrouwd," vond Bela. „Andere blanke mannen zijn niet als jouw vader." Bela trok een lang gezicht, „Nu, wat moet ik doenf' vroeg zij f „Daar valt heel wat over te zeggen. Als je verstandig bent, dan maak je, dat die blanke man van je met je trouwt" „Hoe 7" Musq'oosis haalde zijn schouders op. „Dat kan ik je niet zoo in twee woorden zeggen." „Ik kan niet bij deze menschen olijven." „Dat begrijp ik. Maar blijf in dit land. Dit is jouw land. Je kent d© gewoonten van dit land. En ik zal je nog wat zeggen. Je hebt wat geld hier." „GeldV herhaalde zij verbaasd „Toen je vader stierf, nad hij nog wat te vorderen van de factorij. Bijna zeshonderd dollar. Beaton, de oude chef, praat met mij, omdat ik de vriend van je vader was. Hij zeide„Ik geef het geld niet aan Loseis, omdat haar familie het dan toch dadelijk steelt Dat zijn arme onbeholpen menschen,. die het toch maar verbras sen. Ik zal het voor het kind bewaren". Ik zeg: „Best." Na eenigen tijd ging Beaton van de. factorij en weer naar huis. Hij gaf me een cheque op de "nieuwen chef en zeide. dat ik die bewaren moest tot jij volwassen was. Ik heb het geld nu hier. En daarom zeg ik tegen ie: maak je met dit geld rijk in het land hier. Doail- buiten is het niets gedaan. Ik zeg jega niet hiervandaan. Trouw met een blanke hier." (1) Glimlachen. (2) Vogelmoot (3) Koningin,' .Victoria. (Wordt (vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 1