HOLLANDS NOORDERKWARTIER. EEK LIEFDE IN DE WILDERNIS. Een Noordhollandsche Walerschapsbond. llit het Hart Yan Holland. Zaterdag 2 April 1921. 84ste Jaargang. No. 6798. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. een voor enkele wéken gehouden algemeene ledenvergadering der afdeeün* Noordholland van de verooüI-ging van Nederlamdsche gemeenten, mocht ik namens het bestuur naar voren brengen de wen- KÜieHJWhedd, dat in den xaa)d van toezicht op de provinciale bedrijven ook de waterschappen mede zeggenschap zouden bekomen, omdat de waterschap- on in. beiangrijke mate stroomafnemers zijn van 't 'iE.N. Overigens zou de raad v. toericlht dan dienen lengaftel'd te zijn uit vertegenwoordigers van de vlncie, de gemeenten (de afdeeling Moordhol land ig zich reeds één plaats toegewezen, doclh streeft laar meer) en de groot-lndustrieelen.. f Tk plaatste in een van mijn artikelen over het P. K.N. terloops reeds de opmerking, dat in velband hiermede aan een Noondhollandschen bondl van wa terschappen behoefte werd gavoeld. iDe vereent ging voor wat erschapsb elangen en ver keerswegen in West-Eriesland maakte kort daarop hl een te Hoorn, gehouden ledenvergadering -dit punt tot een onderwerp van bespreking. Daarbij werd met etgemeeno stemmen aangenomen een door inij inge diend voo,ratel om de oprichting van een Noordhol- landschen wat erschapsbond te bevorderen. Dat zou kunnen geschieden in dezen zin, dat de Nbordhol- land'sdhe (bond1 voor wat erschapsbe langen en ver keerswegen werd omgezet in een vereeniging, welke NooVdhollanidsche waterschappen en indivldueele personen al» leden telde. lAivoXene gevolg te gezien aan mijn voornemen om in enkele artikelen -een beschouwing te leveren et! betrekking to't het voor bijna geheel Noorkl- olland boven het Noordizeekanaal zoo belangrijke nieu'we hoogheemraadschap Noordlhollandis Noorder kwartier wil lk nu eerst nog eenige korte opmer kingen maken met betrekking 'tot dien Noordholland1- •ohen. wtoterschiapsbOnd, welike, als ik -goed zie, hoogst waarschijnlijk wel binnen zeer korten tijd tot stand zal komen. In oniz entijldl van vereenigding eni samenweridng die nen ook de Noordhollandsche waterschappen zich voor «de behartiging hunner 'belangen aaneen te slui ten. Maar vertegenwoordiging indien raad van -toezicht op de prolvinciale bédrijfven is waarlijk niet het eeni ge, waarvoor oprichting van een Noordhollandsche v. n t er schapsbond zeer gewen'scht moet worden ge licht. Er is daarnaast nog zooveel meer, waarin d'e Noordhollandsche waterschappen dienen samen te werken. Laat mij daarvan allereerst noemen hun be langen met, betrekking tot het niéuwe hoogheem- raadlsdhap Noord/hol lan'ds Noorderkwartier. Samen werking van dit hooigheemraadschap en van de an dere Noordhollandsche waterschappen, in één orga nisatie zal zeker het algemeen belang in groote ma te kunnen ten goede komen, '(Den dag, waarop de nieuwe hoofdingelanden voor jhbi eerst zullen vergaderen, gaan de Zuiderzeedijken en de riond.sbossche zeewering naar dat 'hoogheem raadschap over. IDat zal over enkele maanden bet géval zijn. Tk wil verder wijien op het antwoord, dat Gede puteerde Staten mij dezer dagen gaven met betrek king tot herziening van het algemeen reglement van bestuur voor dé waterschappen in 'Noordholland. Hét ontfwerp voor een nieuw algemeen reglement zal volgens toezegging van Gedeputeerde Staten dit jaar in de waterschappen ter inzage worden gelegd. Er is dan gelegenheid, daartegen bij Gedeputeerde Staten bezwaren in te brengen. Voor de beoordeeling van dit ontwerp, dat belangrijke wijzigingen in het Moordhol 1 flndsch waterschapsrecht staat te brengen, zal de mieulwe organisatie mode zeer gewenscht zijd. Beslist zal dan moeten worden orver al of niet open baar zijn van watersehapsv er gade ringenover al of niet beihoudien van het meervoudig stemrecht in de waterschappen .oiver het al of niet gaan mededragen door gebouwde eigendommen in de waterschapslas ten en over veel andere zakon meer. Fr zou nu neg veel meer zijn te noemen. Men den- ke aan pc-meensdhappelijkon aankoop van kolen voor beraalingsinrichtirgen' en van materialen voor wegonoriderihoud. aan gem eenschappelijk aanstellen v:vn iK.kierogzkhters enz. Ik zal met de opsomming maar niét verder gaan: H zou itataera uilen dragen zijn naar Athene. Ieder voelt wel reeds, dat met de oprichting niet mag worden gedraald. Bij de vorming van de nieuwe vereeniging ware in menig opzicht een voorbeeld te namen aan de ver eeniging van Nederlandsche gemeenten en aan dien iuidhollahdschen waterschapsbond. Laatstgenoemde organisatie telt ledien, persoonlijke leden on buiten gewone leden. Leden kunnen zijn waterschappen; als persoonlijke léden worden genoemd bestuurslédon, secretarissen, penningmeesters en technische ambtenaren v. water schappen; andere kunnen als buitengewone leden toetreden. De contributie voor de leden-waterschappen ia ge regeld naar de grootte van (het omslagplicbtig ge bied. De persoonlijke on die buitengewone leden be talen een vaste jaarlijksche contributie. Mij diunkt, de bestuursleden van het hoogheem raadschap Noordhollands Noorderkwartier zouden wel gezamenlijk met die van den Noordhollandschen bond voor waterschapsbelangen en. verkeerswegen en van de vereeniging van dijkgraven, voorzitters en secretarissen van waterschappen in Noordholland het initiatief vcot oprichting van de nieuwe orga nisatie k'u'nnen nemen. Dan is zeer spoedige totstand koming ongetwijfeld- verzekert! en onze sdhoone pro vincie een nuttige instelling rijker. IDat zij spoedig daartoe een vergadering van alle Noordhollandsche waterschappen bijeeenroepen! Formerend. D. KOOIMAN. De Paasdhdagen waren niet gunstig en dat is voor Den Haag een gr-oote teleurstelling. Het is natuurlijk een teleurstelling over het geheele land en ik ben niet zoo egoist om voor de Hagenaars alleen een mooie Paseben op te willen eisefhen, maar voor de residentie geldt het toch wel eenigszins in het bij zonder, en temeer, omdat daar niet alleen de Hage naars méde gedupeerd zijn, maar nog zoovelen die de Hofstad kiezen als da plaats voor een uitstapje en degenen die deize dagen daar doorbrengen bij familie en kennissen. Eih dd-t jaar was het een dubbele teleurstelling, daar het zich zoo mooi liet aanzien. Het had er hee- lemaal reeds den schijn van of de kouide voor goed achter den rug w,as en menig ijverig en voorbarig huisvrouw was reeds welgemoed aan die omvang rijke en verwoede bezigheid, die groote schoonmaak heet, begonnen, en had de kachels naar den smid of den zolder doen verihiuizen. Goeden Vrijdag was daaibij een verrukkelijke voor jaarsdag en daar volgens een bekende spreekwijze Vrijldagsweer .Zondagsweer is, waren de plannen ge maakt. Zaterdags zelfs werd' de hoop nog niet ver woest toen het plotseling koud ging worden in den middag,zoodat de verwachtingen reeds wat lager gespannen moesten worden. -En Zondags, zoowel als 's Maandags was het gluur ,echt guur Maartsch weer. Juist was1 er een paar dagen tevoren een nieuwe instelling voor vermaak ingewijd. Ook hierbij was blijkbaar op een paar mooie Paascihdagen gerekend. Ik bédoel de groote plezier^auto, die rondritten van een uur maakt, en vreemdelingen dn de gelegenheid stelt in dat uur, alle aardige plekjes in de stad en er omheen te bezichtigen, de ,sight-seeing-car" zoo- als buitenlandisclhe plaatsen, die veel door vreemde lingen bezocht worden, reéds bezaten. iDeze toerdienst mag een aanwinst genoemd wor den. Ze veitheugde rich onmiddellijk bij 'haar ver schijning toi een warme -belangstelling. Misschien wat al te warm. Want het groote roode monster, dat ruim dertig zitplaatsen biedt, werd omsingeld door nieuwsgierigen, toen het de eerste dagen op het Plein gereed stond te vertrekken. Er was echter veel van die belangstelling bij waaraan de maatschappij die het exploitoert, weinig heeft, veel straatkinderen en ander groote-stads-straatpnibliek, dat wat loslippig Is met op- en aanmerkingen, wat opdringerig en wat critisch, zonder daaibij eenige lust te vertoornen om gebruik van het voertuig te maken. Voor degenen, die er wel gebruik van willen maken, is dit verre van aangenaam, want die krijgen het gevoel van te kijk te zitten en bespot te worden. De eerste dagen echter, dat het voertuig reed, was (het vol. De tijden zijn niet zoo dat we meer een rij- toertje kunnen maken naar Wassenaar of den Deijl heeft ze het slecht getroffen, Het is echter niet alleen met deze onderneming, dat .we medelijden behoeven te hébben, noch met degenen die zich voorgesteld; hadden een tochtje te maken, met de groote wagen, Er zijn vele honder den uitstapjes mislukt. (De Paasdh iagen zijn de groote uitgangsdagen in den omtrek naar de bloembollehvelden. Op fietsen, motorfietsen en ih auto's trekt men er heen, hetzij vanuit Den Haag, hetzij dat de touristen den Haag er bij aandoen. Gewoonlijk is het een bonte Paasch- drukte. Wel eens niet mooi en al te bont, met, de race-fietsers, die trossen verwelkte gele narcissen om hun bezwete hals hebben hangen, met de ver welkende guirlandes van hyacintiheribloemetjes aan auto's. De bloetmversieringen worden wat overmatig toegepast, als Faaisdhversieringen en de vreugde volle feestgangers vormen met deze bloemen niet al tijd een zeer schoon geheel. Maar de vreugde zij hen toch allen gegund, en een koude.; gure Paschen als we gehad' hebben bederft toch heel wat, pret van degenen, die anders zoo in de gelegenheid zijn, er al hun zinnen op hebben gezet, en behalve Pinkste ren geen vreugde van naar 'buiten gaan kunnen ge nieten. Verder moeten we ook denken aan de velen die profiteeron van' deze feestvreugde, aan de houders van ijskarretjes en tentjes met versnaperingen. De exploitanten van d'eee bescheiden nering maken op zulke dagen e entamelijk groote winst, terwijl ze nu misschien verlies lijiden. Velen echter laten zich niet zoo dadelijk .afschrik ken. Het was 'daarom, toen het wel koud was, maar ■nog droog, druk in de stad en in de trams. Velen probeerden het mlaar en «gingen toch maar eens naar Scheveningen. Zelfs waren er vele padvinders die in d;e duinen .gingen camipeoren en er zich heen bega ven met -hun heele padlvindersbulshOuldinkije, of die. er van; Vrijdag af al aanwezig waren. «Doch qpn paar flinke Maartsch e buien joeg hen allen in dén middag naar huls. De Paaschdrtikte nam daarom haar grootste omvang aan tol de bios copen en café's met muziek en theaters. 'Enkele dagen had' al die muizlek gezwegen, was al die vertooning stopgezet, vanwege het overschot je van de Stille W eek en des te groot er was dus de belangstelling Den Haag kan zulke dingen niet erg lang ontberen en het publiek is er aan verslaafd. Alles wat op heiberg met muiziek en op theater lijkt heeft prop en prop vol gezeten met Hagenaars zoo wel als met provincialen. Bij vanille ijs en port en adtvocOat is het Paaschfeest gevierd',, omdat het niet anders gevierd kon worden. Op elkaar gedrongen bij vreemden aan hétaeliflde tafeltje, wat ongezellig^ maar met de poging om van Paschen te genieten, wat er van te genieten viel, om zijn gasten aan te doen, wiat men ze maar aandoen kioh heeft men de •teleurstelling gedragen of door een nieuwe teleur stelling vervanlgen, waait daar komt het toch op zulke dogen op neer, dat men gaat zoeken en voor uitverkochte zalen wordt teruggevonden en in het eene café na het andere geen' plaats vinden kan en ten einde raad zich schikt aaJn hét tafeltje .van een gazelschap, dat duidelijk laat merken uw aanwezig heid niet op prijs te stellen, terwijl je don zit op een krukje en maufwlijks je armen bewegen kon om naar je glas te grijpen. fFot overmaat van smart is het d!on nog een droge dag, moet je afstand van jé borrel doen, die je in je teleurstelling misschien goed' gedaan, althans heel lekker gesmaakt zou hebben. (EU zoo kom je er toe, om van verluchting te zuch ten als de PaaSchldiagen; waarvan je je- heel wat voor gesteld had, waarin je verre wandelingen of groote dwaaltochten door de duinen bad' willen maken en bij wat lichamelijke vermoeienis eens wat rust voot je geest had willen vinden, zoo komt het, dat je zucht van verluchting, als die dagen voorbij: zijn. W J\ Vervolg. ROMAN VAN HUL/BERT FOOTNER. Voor Nederland bewerkt door W. J. A. Roidanus Jr. UITÖ. W. DE HAAN, UTRECHT, 7. „Ik geloof niet, diat hij miji hebben wil", zeide Be- la terneergeslagen, ,fHij is niet zooals de anderen." *Je moet gedulld hebjhen", beurde Musq'oosis haar op. ,/Hard hout vat niet makkelijk vuur, moor brapdt des te langer. Ik zeg je nog eens - houki je mond dicht. Laat niets meiken. Als de anderen zien, dat je den kok hebben wilt, zullen ze hem misschien vermoorden. Blanken zijn soms zoo idioot. Je moet vriend «net allen zien te worden. Je moet veel vra gen en goed op alleni letten. "Wanneer je hun ma nieren kent, weet je wel wat je doen moet. Lang zamerhand moet je je mah zoover zien te krijgen 'dat hij de anderen verlaat. Dan is het verder mak kelijk." „Ik zal alles doen -wat je zegt," beloofde Bela. „Kom morgenavond thuis", zeide hij. llJoCh daartegen kwam zij in1 verzet. „Neon, ik blijf liever daar. Ik kan niet lederen dag heen en weer roeien. Dat is te ver." ,,'Beni je krankzinnig?' Vroeg Musqu'oosls boos. „Waar wil je 's nachts blijtven?" „Tk heb een aardige schuilplaats bij' de kreelk", antwoordde zij. „Zij zijn niets waard tn het bosch, Zij kunnen -niets zien. Ik houd ze voor dien gek zoo veel als ik wil. Zij vtinden me nooit." „Wees voorrichitdg", raadde Musqu'oasls haar aan. JHét is een gevaarlijk spelletje." „lk héb mijn klein geweer," antwoordde zij, o-p haar barst slaande, ,^Zij zijn nu bang genoeg voor mij," 2x>odra het weer opklaarde, zeide Joe, dot hij: rijn hemd wiilde gaan wasschen en laiten drogen voor het vuur, terwijl hij sliep. Big Jack en Shand vonden dat con. prachtig denkbeeld en zoo lagen zij nu op hun knieën in de kreeik hun kleeren te wassch'en. IDuarna dreven Jack en Joe een ruilhandel om el- kaars baar te knippen. Shand; die het hoorde, moest een halsdoek géven om JOck over te ha^p ook het Zijne te knippen, Elen algemeene scheerpOrtij vorm de het slot Het Wais opmerkelijk Want Joe had zich den vorigen dag pas geschoren. „Je moet Je lichaam niet laten verwaarloozen in het bosch"'. Vond hij. Na de pauize verkrijigt het woord de heer Heem stra van Leeuwarden, die het punt behandelt: „de ui tb'0 eibaaih eid' van de socialisatie van den Land1- bouiw". Spreker begint met te wijtoen op de ontwridh- zonder ons geld eens ernstig, na te tellen, vooral niét i ting der maatschappij; do-cu: den oorlog, in welken wanneer we dat per auto willen doen, en toch is rij- tijd izoo duidelijk naar voren klyam dé eisclh naar den een genot, toch .hebben we de verplichting onze meerdere productie. Spreker herinnert aan het so- logees een goéd beeld van onze stad en onze omge-cialisatie-ropport van de SJDAJP., welk rapport ook ving te géven, zonder hen al te veel te vermoeien. spr. onderschrijft. Onlder de algemeene opmerkingen In; zooverre voorziet de auto werkelijk in een behoef-van dat ra.ppor't wordt gesproken over de hoogst te. De prijs van een rondrit is slechts een gul'dien, mogelijke productie ten voordoele van de geheele en verder is er op gerekend1, dat ook voor kinderen inensdhiieid. Het prodluot/te-syisteeiTi van tegenwoor- die we in d edagen, dialt alles nog betaalbaar was, dlg toch is geheel op "winst gericht en de belangen op hun verjaardag wel eens op een rijtoertje trac- der géheele menschheid komen daarmee dikwijls in teerden, zulk een tochtje een genot is, zoodat men voor hen het tarief op vijftig cent heeft gebracht. Bij goed weer zal daze sympathieke onderneming dus zeker rendeeren. Met de Paaschdagen echter gedrang. Het doel van socialisatie is, dat elke ver spilling moet wonden tegengegaan Wat den landbouw betreft, wijst 'spr. in dit opricht OP de ruilverkaveling. Al zal socialisatie bepaalde groepen schaden, ftodb meent epr. dat het uitscha kelen van aibed'dislbosmkoimjen voör den landbouw een groet voordeel is. Wat nu de mogelijkheid van socialisatie betreft, wijst spr. op de electriciteit- en watervoorziening en hét komt spr. als een eerste eisch voor, dat de voed- selivooirieiiang in hanidien van den S'taat komt. Daar toe is in de eerste plaats nooddg, dat de grond na tionaal bezit wordt. Ben matige schadervergoeding bij onteigening acht spr. wenschelijk. iEen algemeene onteigéndng grijpt «eer diep in het eigendomsrecht laan. Men heeft echter reeds het ont- eigendngsTecht geaccepteerde Wanneer de grond dus nationaal bézit zal zijn, komt de vraag naar voren, op welke wijze de zaan moet worden geëxploiteerd. De klein-bedrijlvien zouden moeten worden verpacht naar onze'meening, alleen moet wat meer bestaans zekerheid aan de pachters worden gègeven. Dit zal echter een tijdelijke oplossing zijn, omdat het klein bedrijf niet voldoende economisch werkt. IDe ihoofdlzaak is nu, op welke wijze zullen de mid del- en grootbedrijven geëxploiteerd worden .Naar spr's meening moet de leider een goed overzicht héb ben van ihet bédrijtf. Ze zullen worden geleid door bedrijifsleiders en de pachters van tegenwoordig zul len de geschiktste mensdhen zijn, hoewel niet alle pachters goede bedrijifsleiders zullen zijn.. De bedrijfs leiders zullen een zeer groote zelfètandigheid moeten heblben, snel als soms moet worden ingegrepen. Spr. kan niet direct toegeven het geopperde be zwaar, dat men voordeel van een zaak moet heb ben om d'e zaak zoo goed mogelijk te voeren. Als voor beeldi woridt genoemd de boerderijen van de ge meente Groningen Wat de werkzaamheden van den landbouw be treft, zien we dat de 1'amldhouwer meer en meer ge bruik maakt van zijln coöperaties en'z. zoodat de or ganische pnoducie het hoofdwerk wordt genoemd. (Hetzefde ziet men ten. optóchte van het wei'dabe- drijlf <cooperatieve zuijveMabrieken). De landbouwers zijn dus tot inzicht gekomen, dat het voordeeliger is de werkzaamheden aan een coöperatie over te laten dan het zelf te doen. (Een van de voordeeleni van socialisatie zal zijn, dat de productie meer systematisch zal geschieden. Locale lichamen zouden kunnen worden aangewezen waarvan het bestuur de algemeene leiding zou heb ben; het algemeen toezicht op de productie. Ook in dit velband' is te wijlzen op een coöperatieve zuivel fabriek. (Daarboven zou een z.g. cultuurraodl moeten ko men, die in groote trekken zou moeten opgeven wat geteeld moet woiidén. Deze culituuirraad zou het llJ chaam kunnen zijn voor aanschaffing van kunst mest, machines ento., zich bezig houkien met de we tenschappelijke opledldinigiOp deze wijtze lijkt de landtooulwsocialisatie spr. mogelijk. De ontwikkeling van de coöperatie heeft den weg daJartoè reéd's zeer ver geschapen. Spr. noemt hét een eisch in het be lang van de menschheid, en die daarom moet wor den gesteunlcL 'Verscheidene personen stellen daarna vragen. De heer C. Nobel is niet tevreden, omdat de spreker niet voldoende duidelijk het voordeel van socialisatie naar voren heetft gebracht IDe heer Kruseman meent, dJat de spreker het hooifddoél van de tegenwoordige exploitatie van den landbouw winst-behalen heeft genoemd, maar de spr. zelf .gaat immers van hetzelfde standpunt uit, om (zoo goedkoop mogelijk zooveel mogelijk te produceeren, om een zoo goedkoop mogelijk leven voor de bur gers te krijgen. In omigekeerden zin is dit hetzelf de wat de (boer beoogt. .Sipr. ziet niet veel heil in de bedrijfsleiders, zetboeren, en behoeft alleen het woord heerenboeren maar te noemen, om in .dit opzicht duidelijk te zijn. Als het directe belang van dien boer weg iSj*«wordt er maar op .losgewerkt izonlder systeem, de factor winslt kan' niet gemist. Spreker wijst in dazen zin op het Prov. .E'lectrischi hedrijlf. iMen heeft t'hans overal bijna electriciteit, maar het wordt zoo duur, dat niemand ihet aanstonds kan betalen. Dit is een overheidsbedrijf en spr, heetft alle vrees, dat de boerenbedrijven, ook overheidsbedrijven zullen worden, met eerst gemeentelijk, later provinciaal en ten slotte rijkstoericiht. Bij onteigening wil do heer Heemstra vergoeding door den Staat met rentege- vend papier. Welnu, menige eigenaar zal er dan beter aian toe zijn dan tegenwoordig. Dat bedrijfs leiders evengoed zullen voldoen dan pachters, be twijfelt spr. Spr. kent als ebedrijfsboerderijen alleen foouwfooerdeTijen, maar -geen enkele koeboerderij van eenige beteekenis, dift bewijst wel, hoe moeilijk dit ,is. Dat het dn Groningen gaat, zal in. hoofdzaak zijn reden wel vdnldien in. de oorlogsjaren. In het alger meen is de zethoer, de bedrijfsleider zeer risquant ivoor den eigenaar, «die zelf geen bo eris. En dat ge vaar toal voor de gemeenschap nog grootor zijn. Het systeem van. den landbouw is wellicht, te verande ren, maar het karakter van de menschen niet, de menschen zullen in de eerste pliaats aan zichzelf blijven denken. De heer Smeding oordeelt, dat het fabriekmatige bedrijf, dat de hoer Heeanétra steeds als voorbeeld beeft genotnen, niet is te vergelijken met bet land bouwbedrijf in 't .algemeen. Het eerste is veei ge- iGeizameniijik maakten zij' de hut sdhloon. Sam maak te van wilgentaikken een bezem en Jack sneed1 een paar stokken, waarvan hij- na het avondeten een stoel wilde maken." „Zij moet iets heblben om op te ritten, wanneer zij Husky helpit", izeide 'Dij. Het kwiaan niet in. hem op, dat Bela waarschijnlijk nog nooit in haar leven op een stoel gezeten had. „Jij boft er toch maar mede, dat zij je verpleegt," zeide Joe tegen Husky. (Husky verlangde nu niet minder dan de anderen naar haar terugkomst Hij voelde zich thans een boel beter en dadbt niet langer aan sterven. Na het avondeten heerschte er in de hut een heel vriendelijke stemming. Joe en Shand hielpen eeni hamldlje me tden stoel' en .zij: spraken af dien volgenden dag een tafel te maken. „Shand; help eens even, terwijl ik dezen spijker erin sla!" vroeg Jack beleefd. ,jMet alle pledrier. Zeg, je moet maken; dat dit niet zichtbaar blijft. Jij bent toch bliksems handig met zulke dingen, Jack!" „Och, dat gaat nog al. Ik moet een vlak stuk heb ben voor de ritting." „Ik zal wel eens in den stal gaOn kijken of ik geen deksel van een kist kaïn vinden." „'Blijf maar. hier. Ik zal wel gaan," zeide Joe. Sam, die de horden aan het wasschen was, glim lachte eenifgiszimis grimmig tegen zichzelf en vroeg zich af hoe lang dat dturen zou. Zij gingen vroeg slapen. Het bed werd aan Husky overgelaten en de anderen lagen als een rij mum mies, ln hun dekens gerold op den grond. 'Sam had den vorigen avond niet'zooveel tijd' ge had als de anderen om zich op te knappen, waar om hiji, om zulks nog te kunnen doen, extra vroeg opstond. Toen hij met zeep, handdoek, scheermes en spiegel uit de hut kwam, was het eerste, wat hij zag, Bela. Zij lag op een stuk hout geknield, om haar knieën tegen dien natten grond' te beschermen, en scheurde en rolde een paar stukken katoen voot velband. iZij was thans anders gekleed geheel i'n gedte- leer. De pas opgekomen zon was achter hoor en schoot mistige stralen ais een parelsnoer, kleurig neer. De kunstenaar, die in lederen menscih schuilt, deed' Som in verwondering en bewondering1 stil staan. (Bela keek kalm op. „Ik wacht tot de mannen op izijb", zeidie rij. „Ik zal ze roepen!", bood hiji aan, terwijl1 hij een bè- weging maakte om terug te gaan. „Laat ®e moor slapen", zeide Bela", „het is nog vroeg". Sam voelde zich in rijn ongewasachen toestand alles behalve op zijln1 gemak, „lk ben nog niet gewas- sclhen,," zeide hij. Zij keek zijdelings naar hem. Hij wist het niet, j maar hij zag er met zijln leuk in de war rittend, haar en zijn aan. de borst open hemid lang niet onvoordee- lig uit. „Het kan mij niet schelen.", zeide zi| met de om •verschilligheid van een kind. Dan zag zij zijn scheermes. „Heb jij ook haar op je kin? Hoe grappig. Een paar dagen geleden zag ik dien man met het krulhaar ook zijn gezicht krab ben. Hij zag -mij. niet. Waarom krabben jullie je ge zicht toch?"' Sam kreeg een kleur, „O, je zou er uitzien als ik weet niet wat." Zij keek weer naar zijn kin. „Bisschop Lajeunesse krabt zijn kin niet," zeide zij. „Hij heeft een lange baard. Hij is een knappe man." Sam, die nieft precies wist /wat hij zeggen moest, bleef zwijgen. Hij; vond. het moeilijk met Bela een gesprek te voeren. Zij was ih. het ochtendlicht zoo heel anders dan de ondoorgrondelijke vrouw bij het vuur. Tienmaal meer menschelijlk en bekoorlijk, zeer zeker, maar juist daarom was 'hij, een jonge man, dde zoo weinig met het vrouwelijk geslacht had omge gaan, des te verlegener tegenover haar. Bovendien benam haar schoonheid hem zijin aJdem. 'Bela keek vol belangstelling naar zijn blos. „Waar neb je zoo'n rood gericht van?" vroeg zij. „ET is toch geen vtuur." Hij moest wel gelooven4 dat zij' hem.' voor den gek hield. „Schel toch uit-" bromde hij. jBlanken rijn toch grappig," zeide Bela, het katoen oprollend. „Grappig!" herhaalde Sam. „Eh jij dan? Bk laat me hangen, als jij niet het vreemdste wezen bent, dat ik ooit ontmoet heb," Die woorden .vielen blijkbaar wel in haar smaak. Zij haalde eenvoudig haar schouders op. In zijln nieuwsgierigheid vergat hij eenigsrins rijn zelfbewustheid. „Waar kom je toch vandaan"vroeg hij, terwijl hij wat dichter bij haar kwam. „Eu waar ga je naar toe? Jij! wondermooi wezen!" voegden zijn oogen eraan' toe. „Geer^ toowenarij is er in het spel.," zeide zij kalm. „Ik ban maar een eenvo.uiddg meisje." „Waarom wou je hun niet vertellen hoe je gisteren nacht uit de hut gekomen bent?" „Oraidat ik het later misschien nog eens zal willen doen." „Wil Je het aan mij zeggen?" Zij keek hem door haar oogwimpers uitdagend aan. „Waarom zou ik het jou zeggen? Je zou 't dadelijk aan je makkers over vertellen." „Hét rijn mijn makkers niet," zeide Sam bitter, „Bk dacht, dat je dat wel rien kon. Ik ben hlun koik. Ik werk voor mijn eten. EU zij zorgen' er wel voor, dart. ik dat niet vergeet" „Waarom ben je naar deze streek gekomen?" vroeg EBela. „,1-k wil net als zij' een stuik land1 heben. Maar ik moét voor ik me vestigen kan, eerst werken om «wat te verdienen," „•En; wat ga je doen, als je dat land hebt?" „Een huis bouwen en zaaden." /Blanken willen allemaal land heblben," zeide Bela. „Jij hebt zeker land van je zelf?" vroeg Sam nieuws gierig. „In de .wereld heeft een arme man tegenwoor dig niet veel meer kans dan- om zich gedurende zijn beste jaren af te beulen mét werken voor rijken." IBela keek hem een-s goed aan- en trachtte die voor haar zoo nieuwe denkbeelden te begrijpen. ,/Hoe ben- Je uit de hut gekomen?" vroeg Sam weer.. „Ik tóai het Jou vertellenf,' «zeide rij kortaf. „Tk ben door den schoorsteen ge kilomanen." „Groote Goden!" riep hljl vol bewondering, uit. ,/Het ging heel gemakkelijk. Maar ik werd heele- maal zwart. Ik heb me den heelen dag moeten was schen." „Je, bent een- type! Zoo heel etmaal alleen rondtrek ken! Zijn alle meisjes hier zooals jij1?" ,/Neen," antwbordde Bela trotsoh. „Eir is er geen zooals ik. Ik (bon Bela." „Waar woon je?" Zij keek hemi weer door haar oogwimpers aan. ,/Dat zal ik je misschien vertellen, als ik je beter ken." „Vertel het me nu!" drong hij aan. (Zij knikte van neen. 'Sam trok een boos gericht. „Er steekt gewoonlijk niets goeds tm gehdmlziimigfheid," zeide hij. „Best mogelijk. Maar ik ben niet van plan alloa wat dk .weet te vertellen." iBr was iets prikkelends voor een jongen man in haar koele, glimlachende manier van doen. (Plotseling keerde zij ricb-om, om te luisteren. „Zij staan op", zeide vlug. „Ga je wasschen!" ,/Kan ik soms niet met je .praten, al ben ik de kok maar?" vroeg bij. „Ga je wasschen?" herhaalde zij. „Ik wil niet meer onaangenaamheden." ISam ;hlaalde zijln schouders op en liep stijf .we'g. Hij had 'genoeg om over na te denken; terwijl hij zich schoor. Zijn gevoelens waren heel gemengd. Op dé een of andere wijze trok het meisje hem aan, ver- bijlsterde en maakte hem boos tegelijk. Boosheid' bad! het laatste woord. (Hij wilde haar toornen, diat er met hem niet te spelen viel, al was hij dan ook de kok maar, Hij had

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 5