HOLLANDS NOORDERKWARTIER.
EEK LIEFDE IN DE WILDERNIS.
Een Noordhollandsche
Walerschapsbond.
llit het Hart Yan Holland.
Zaterdag 2 April 1921.
84ste Jaargang. No. 6798.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
een voor enkele wéken gehouden algemeene
ledenvergadering der afdeeün* Noordholland van de
verooüI-ging van Nederlamdsche gemeenten, mocht
ik namens het bestuur naar voren brengen de wen-
KÜieHJWhedd, dat in den xaa)d van toezicht op de
provinciale bedrijven ook de waterschappen mede
zeggenschap zouden bekomen, omdat de waterschap-
on in. beiangrijke mate stroomafnemers zijn van 't
'iE.N. Overigens zou de raad v. toericlht dan dienen
lengaftel'd te zijn uit vertegenwoordigers van de
vlncie, de gemeenten (de afdeeling Moordhol land
ig zich reeds één plaats toegewezen, doclh streeft
laar meer) en de groot-lndustrieelen..
f Tk plaatste in een van mijn artikelen over het P.
K.N. terloops reeds de opmerking, dat in velband
hiermede aan een Noondhollandschen bondl van wa
terschappen behoefte werd gavoeld.
iDe vereent ging voor wat erschapsb elangen en ver
keerswegen in West-Eriesland maakte kort daarop
hl een te Hoorn, gehouden ledenvergadering -dit punt
tot een onderwerp van bespreking. Daarbij werd met
etgemeeno stemmen aangenomen een door inij inge
diend voo,ratel om de oprichting van een Noordhol-
landschen wat erschapsbond te bevorderen. Dat zou
kunnen geschieden in dezen zin, dat de Nbordhol-
land'sdhe (bond1 voor wat erschapsbe langen en ver
keerswegen werd omgezet in een vereeniging, welke
NooVdhollanidsche waterschappen en indivldueele
personen al» leden telde.
lAivoXene gevolg te gezien aan mijn voornemen
om in enkele artikelen -een beschouwing te leveren
et! betrekking to't het voor bijna geheel Noorkl-
olland boven het Noordizeekanaal zoo belangrijke
nieu'we hoogheemraadschap Noordlhollandis Noorder
kwartier wil lk nu eerst nog eenige korte opmer
kingen maken met betrekking 'tot dien Noordholland1-
•ohen. wtoterschiapsbOnd, welike, als ik -goed zie, hoogst
waarschijnlijk wel binnen zeer korten tijd tot stand
zal komen.
In oniz entijldl van vereenigding eni samenweridng die
nen ook de Noordhollandsche waterschappen zich
voor «de behartiging hunner 'belangen aaneen te slui
ten.
Maar vertegenwoordiging indien raad van -toezicht
op de prolvinciale bédrijfven is waarlijk niet het eeni
ge, waarvoor oprichting van een Noordhollandsche
v. n t er schapsbond zeer gewen'scht moet worden ge
licht. Er is daarnaast nog zooveel meer, waarin d'e
Noordhollandsche waterschappen dienen samen te
werken. Laat mij daarvan allereerst noemen hun be
langen met, betrekking tot het niéuwe hoogheem-
raadlsdhap Noord/hol lan'ds Noorderkwartier. Samen
werking van dit hooigheemraadschap en van de an
dere Noordhollandsche waterschappen, in één orga
nisatie zal zeker het algemeen belang in groote ma
te kunnen ten goede komen,
'(Den dag, waarop de nieuwe hoofdingelanden voor
jhbi eerst zullen vergaderen, gaan de Zuiderzeedijken
en de riond.sbossche zeewering naar dat 'hoogheem
raadschap over.
IDat zal over enkele maanden bet géval zijn.
Tk wil verder wijien op het antwoord, dat Gede
puteerde Staten mij dezer dagen gaven met betrek
king tot herziening van het algemeen reglement van
bestuur voor dé waterschappen in 'Noordholland.
Hét ontfwerp voor een nieuw algemeen reglement
zal volgens toezegging van Gedeputeerde Staten dit
jaar in de waterschappen ter inzage worden gelegd.
Er is dan gelegenheid, daartegen bij Gedeputeerde
Staten bezwaren in te brengen. Voor de beoordeeling
van dit ontwerp, dat belangrijke wijzigingen in het
Moordhol 1 flndsch waterschapsrecht staat te brengen,
zal de mieulwe organisatie mode zeer gewenscht zijd.
Beslist zal dan moeten worden orver al of niet open
baar zijn van watersehapsv er gade ringenover al of
niet beihoudien van het meervoudig stemrecht in de
waterschappen .oiver het al of niet gaan mededragen
door gebouwde eigendommen in de waterschapslas
ten en over veel andere zakon meer.
Fr zou nu neg veel meer zijn te noemen. Men den-
ke aan pc-meensdhappelijkon aankoop van kolen
voor beraalingsinrichtirgen' en van materialen voor
wegonoriderihoud. aan gem eenschappelijk aanstellen
v:vn iK.kierogzkhters enz. Ik zal met de opsomming
maar niét verder gaan: H zou itataera uilen dragen
zijn naar Athene. Ieder voelt wel reeds, dat met de
oprichting niet mag worden gedraald.
Bij de vorming van de nieuwe vereeniging ware in
menig opzicht een voorbeeld te namen aan de ver
eeniging van Nederlandsche gemeenten en aan dien
iuidhollahdschen waterschapsbond. Laatstgenoemde
organisatie telt ledien, persoonlijke leden on buiten
gewone leden.
Leden kunnen zijn waterschappen; als persoonlijke
léden worden genoemd bestuurslédon, secretarissen,
penningmeesters en technische ambtenaren v. water
schappen; andere kunnen als buitengewone leden
toetreden.
De contributie voor de leden-waterschappen ia ge
regeld naar de grootte van (het omslagplicbtig ge
bied. De persoonlijke on die buitengewone leden be
talen een vaste jaarlijksche contributie.
Mij diunkt, de bestuursleden van het hoogheem
raadschap Noordhollands Noorderkwartier zouden
wel gezamenlijk met die van den Noordhollandschen
bond voor waterschapsbelangen en. verkeerswegen
en van de vereeniging van dijkgraven, voorzitters
en secretarissen van waterschappen in Noordholland
het initiatief vcot oprichting van de nieuwe orga
nisatie k'u'nnen nemen. Dan is zeer spoedige totstand
koming ongetwijfeld- verzekert! en onze sdhoone pro
vincie een nuttige instelling rijker.
IDat zij spoedig daartoe een vergadering van alle
Noordhollandsche waterschappen bijeeenroepen!
Formerend.
D. KOOIMAN.
De Paasdhdagen waren niet gunstig en dat is voor
Den Haag een gr-oote teleurstelling. Het is natuurlijk
een teleurstelling over het geheele land en ik ben
niet zoo egoist om voor de Hagenaars alleen een
mooie Paseben op te willen eisefhen, maar voor de
residentie geldt het toch wel eenigszins in het bij
zonder, en temeer, omdat daar niet alleen de Hage
naars méde gedupeerd zijn, maar nog zoovelen die
de Hofstad kiezen als da plaats voor een uitstapje
en degenen die deize dagen daar doorbrengen bij
familie en kennissen.
Eih dd-t jaar was het een dubbele teleurstelling,
daar het zich zoo mooi liet aanzien. Het had er hee-
lemaal reeds den schijn van of de kouide voor goed
achter den rug w,as en menig ijverig en voorbarig
huisvrouw was reeds welgemoed aan die omvang
rijke en verwoede bezigheid, die groote schoonmaak
heet, begonnen, en had de kachels naar den smid
of den zolder doen verihiuizen.
Goeden Vrijdag was daaibij een verrukkelijke voor
jaarsdag en daar volgens een bekende spreekwijze
Vrijldagsweer .Zondagsweer is, waren de plannen ge
maakt. Zaterdags zelfs werd' de hoop nog niet ver
woest toen het plotseling koud ging worden in den
middag,zoodat de verwachtingen reeds wat lager
gespannen moesten worden. -En Zondags, zoowel als
's Maandags was het gluur ,echt guur Maartsch weer.
Juist was1 er een paar dagen tevoren een nieuwe
instelling voor vermaak ingewijd. Ook hierbij was
blijkbaar op een paar mooie Paascihdagen gerekend.
Ik bédoel de groote plezier^auto, die rondritten van
een uur maakt, en vreemdelingen dn de gelegenheid
stelt in dat uur, alle aardige plekjes in de stad en
er omheen te bezichtigen, de ,sight-seeing-car" zoo-
als buitenlandisclhe plaatsen, die veel door vreemde
lingen bezocht worden, reéds bezaten.
iDeze toerdienst mag een aanwinst genoemd wor
den. Ze veitheugde rich onmiddellijk bij 'haar ver
schijning toi een warme -belangstelling. Misschien wat
al te warm. Want het groote roode monster, dat
ruim dertig zitplaatsen biedt, werd omsingeld door
nieuwsgierigen, toen het de eerste dagen op het
Plein gereed stond te vertrekken. Er was echter veel
van die belangstelling bij waaraan de maatschappij
die het exploitoert, weinig heeft, veel straatkinderen
en ander groote-stads-straatpnibliek, dat wat loslippig
Is met op- en aanmerkingen, wat opdringerig en wat
critisch, zonder daaibij eenige lust te vertoornen om
gebruik van het voertuig te maken. Voor degenen,
die er wel gebruik van willen maken, is dit verre
van aangenaam, want die krijgen het gevoel van te
kijk te zitten en bespot te worden.
De eerste dagen echter, dat het voertuig reed, was
(het vol. De tijden zijn niet zoo dat we meer een rij-
toertje kunnen maken naar Wassenaar of den Deijl
heeft ze het slecht getroffen,
Het is echter niet alleen met deze onderneming,
dat .we medelijden behoeven te hébben, noch met
degenen die zich voorgesteld; hadden een tochtje te
maken, met de groote wagen, Er zijn vele honder
den uitstapjes mislukt.
(De Paasdh iagen zijn de groote uitgangsdagen in
den omtrek naar de bloembollehvelden. Op fietsen,
motorfietsen en ih auto's trekt men er heen, hetzij
vanuit Den Haag, hetzij dat de touristen den Haag
er bij aandoen. Gewoonlijk is het een bonte Paasch-
drukte. Wel eens niet mooi en al te bont, met, de
race-fietsers, die trossen verwelkte gele narcissen
om hun bezwete hals hebben hangen, met de ver
welkende guirlandes van hyacintiheribloemetjes aan
auto's. De bloetmversieringen worden wat overmatig
toegepast, als Faaisdhversieringen en de vreugde
volle feestgangers vormen met deze bloemen niet al
tijd een zeer schoon geheel. Maar de vreugde zij
hen toch allen gegund, en een koude.; gure Paschen
als we gehad' hebben bederft toch heel wat, pret van
degenen, die anders zoo in de gelegenheid zijn, er
al hun zinnen op hebben gezet, en behalve Pinkste
ren geen vreugde van naar 'buiten gaan kunnen ge
nieten.
Verder moeten we ook denken aan de velen die
profiteeron van' deze feestvreugde, aan de houders
van ijskarretjes en tentjes met versnaperingen. De
exploitanten van d'eee bescheiden nering maken op
zulke dagen e entamelijk groote winst, terwijl ze nu
misschien verlies lijiden.
Velen echter laten zich niet zoo dadelijk .afschrik
ken. Het was 'daarom, toen het wel koud was, maar
■nog droog, druk in de stad en in de trams. Velen
probeerden het mlaar en «gingen toch maar eens naar
Scheveningen. Zelfs waren er vele padvinders die
in d;e duinen .gingen camipeoren en er zich heen bega
ven met -hun heele padlvindersbulshOuldinkije, of die.
er van; Vrijdag af al aanwezig waren.
«Doch qpn paar flinke Maartsch e buien joeg hen
allen in dén middag naar huls. De Paaschdrtikte
nam daarom haar grootste omvang aan tol de bios
copen en café's met muziek en theaters.
'Enkele dagen had' al die muizlek gezwegen, was
al die vertooning stopgezet, vanwege het overschot
je van de Stille W eek en des te groot er was dus de
belangstelling Den Haag kan zulke dingen niet erg
lang ontberen en het publiek is er aan verslaafd.
Alles wat op heiberg met muiziek en op theater lijkt
heeft prop en prop vol gezeten met Hagenaars zoo
wel als met provincialen. Bij vanille ijs en port en
adtvocOat is het Paaschfeest gevierd',, omdat het niet
anders gevierd kon worden. Op elkaar gedrongen
bij vreemden aan hétaeliflde tafeltje, wat ongezellig^
maar met de poging om van Paschen te genieten,
wat er van te genieten viel, om zijn gasten aan te
doen, wiat men ze maar aandoen kioh heeft men de
•teleurstelling gedragen of door een nieuwe teleur
stelling vervanlgen, waait daar komt het toch op
zulke dogen op neer, dat men gaat zoeken en voor
uitverkochte zalen wordt teruggevonden en in het
eene café na het andere geen' plaats vinden kan en
ten einde raad zich schikt aaJn hét tafeltje .van een
gazelschap, dat duidelijk laat merken uw aanwezig
heid niet op prijs te stellen, terwijl je don zit op
een krukje en maufwlijks je armen bewegen kon om
naar je glas te grijpen.
fFot overmaat van smart is het d!on nog een droge
dag, moet je afstand van jé borrel doen, die je in
je teleurstelling misschien goed' gedaan, althans heel
lekker gesmaakt zou hebben.
(EU zoo kom je er toe, om van verluchting te zuch
ten als de PaaSchldiagen; waarvan je je- heel wat voor
gesteld had, waarin je verre wandelingen of groote
dwaaltochten door de duinen bad' willen maken en
bij wat lichamelijke vermoeienis eens wat rust voot
je geest had willen vinden, zoo komt het, dat je
zucht van verluchting, als die dagen voorbij: zijn.
W J\
Vervolg.
ROMAN VAN HUL/BERT FOOTNER.
Voor Nederland bewerkt door W. J. A. Roidanus Jr.
UITÖ. W. DE HAAN, UTRECHT,
7.
„Ik geloof niet, diat hij miji hebben wil", zeide Be-
la terneergeslagen, ,fHij is niet zooals de anderen."
*Je moet gedulld hebjhen", beurde Musq'oosis haar
op. ,/Hard hout vat niet makkelijk vuur, moor brapdt
des te langer. Ik zeg je nog eens - houki je mond
dicht. Laat niets meiken. Als de anderen zien, dat
je den kok hebben wilt, zullen ze hem misschien
vermoorden. Blanken zijn soms zoo idioot. Je moet
vriend «net allen zien te worden. Je moet veel vra
gen en goed op alleni letten. "Wanneer je hun ma
nieren kent, weet je wel wat je doen moet. Lang
zamerhand moet je je mah zoover zien te krijgen
'dat hij de anderen verlaat. Dan is het verder mak
kelijk."
„Ik zal alles doen -wat je zegt," beloofde Bela.
„Kom morgenavond thuis", zeide hij.
llJoCh daartegen kwam zij in1 verzet. „Neon, ik blijf
liever daar. Ik kan niet lederen dag heen en weer
roeien. Dat is te ver."
,,'Beni je krankzinnig?' Vroeg Musqu'oosls boos.
„Waar wil je 's nachts blijtven?"
„Tk heb een aardige schuilplaats bij' de kreelk",
antwoordde zij. „Zij zijn niets waard tn het bosch,
Zij kunnen -niets zien. Ik houd ze voor dien gek zoo
veel als ik wil. Zij vtinden me nooit."
„Wees voorrichitdg", raadde Musqu'oasls haar aan.
JHét is een gevaarlijk spelletje."
„lk héb mijn klein geweer," antwoordde zij, o-p
haar barst slaande, ,^Zij zijn nu bang genoeg voor
mij,"
2x>odra het weer opklaarde, zeide Joe, dot hij: rijn
hemd wiilde gaan wasschen en laiten drogen voor het
vuur, terwijl hij sliep. Big Jack en Shand vonden
dat con. prachtig denkbeeld en zoo lagen zij nu op
hun knieën in de kreeik hun kleeren te wassch'en.
IDuarna dreven Jack en Joe een ruilhandel om el-
kaars baar te knippen. Shand; die het hoorde, moest
een halsdoek géven om JOck over te ha^p ook het
Zijne te knippen, Elen algemeene scheerpOrtij vorm
de het slot Het Wais opmerkelijk Want Joe had zich
den vorigen dag pas geschoren.
„Je moet Je lichaam niet laten verwaarloozen in
het bosch"'. Vond hij.
Na de pauize verkrijigt het woord de heer Heem
stra van Leeuwarden, die het punt behandelt: „de
ui tb'0 eibaaih eid' van de socialisatie van den Land1-
bouiw". Spreker begint met te wijtoen op de ontwridh-
zonder ons geld eens ernstig, na te tellen, vooral niét i ting der maatschappij; do-cu: den oorlog, in welken
wanneer we dat per auto willen doen, en toch is rij- tijd izoo duidelijk naar voren klyam dé eisclh naar
den een genot, toch .hebben we de verplichting onze meerdere productie. Spreker herinnert aan het so-
logees een goéd beeld van onze stad en onze omge-cialisatie-ropport van de SJDAJP., welk rapport ook
ving te géven, zonder hen al te veel te vermoeien. spr. onderschrijft. Onlder de algemeene opmerkingen
In; zooverre voorziet de auto werkelijk in een behoef-van dat ra.ppor't wordt gesproken over de hoogst
te. De prijs van een rondrit is slechts een gul'dien, mogelijke productie ten voordoele van de geheele
en verder is er op gerekend1, dat ook voor kinderen inensdhiieid. Het prodluot/te-syisteeiTi van tegenwoor-
die we in d edagen, dialt alles nog betaalbaar was, dlg toch is geheel op "winst gericht en de belangen
op hun verjaardag wel eens op een rijtoertje trac- der géheele menschheid komen daarmee dikwijls in
teerden, zulk een tochtje een genot is, zoodat men
voor hen het tarief op vijftig cent heeft gebracht.
Bij goed weer zal daze sympathieke onderneming
dus zeker rendeeren. Met de Paaschdagen echter
gedrang. Het doel van socialisatie is, dat elke ver
spilling moet wonden tegengegaan
Wat den landbouw betreft, wijst 'spr. in dit opricht
OP de ruilverkaveling. Al zal socialisatie bepaalde
groepen schaden, ftodb meent epr. dat het uitscha
kelen van aibed'dislbosmkoimjen voör den landbouw
een groet voordeel is.
Wat nu de mogelijkheid van socialisatie betreft,
wijst spr. op de electriciteit- en watervoorziening en
hét komt spr. als een eerste eisch voor, dat de voed-
selivooirieiiang in hanidien van den S'taat komt. Daar
toe is in de eerste plaats nooddg, dat de grond na
tionaal bezit wordt. Ben matige schadervergoeding bij
onteigening acht spr. wenschelijk.
iEen algemeene onteigéndng grijpt «eer diep in het
eigendomsrecht laan. Men heeft echter reeds het ont-
eigendngsTecht geaccepteerde Wanneer de grond dus
nationaal bézit zal zijn, komt de vraag naar voren,
op welke wijze de zaan moet worden geëxploiteerd.
De klein-bedrijlvien zouden moeten worden verpacht
naar onze'meening, alleen moet wat meer bestaans
zekerheid aan de pachters worden gègeven. Dit zal
echter een tijdelijke oplossing zijn, omdat het klein
bedrijf niet voldoende economisch werkt.
IDe ihoofdlzaak is nu, op welke wijze zullen de mid
del- en grootbedrijven geëxploiteerd worden .Naar
spr's meening moet de leider een goed overzicht héb
ben van ihet bédrijtf. Ze zullen worden geleid door
bedrijifsleiders en de pachters van tegenwoordig zul
len de geschiktste mensdhen zijn, hoewel niet alle
pachters goede bedrijifsleiders zullen zijn.. De bedrijfs
leiders zullen een zeer groote zelfètandigheid moeten
heblben, snel als soms moet worden ingegrepen.
Spr. kan niet direct toegeven het geopperde be
zwaar, dat men voordeel van een zaak moet heb
ben om d'e zaak zoo goed mogelijk te voeren. Als voor
beeldi woridt genoemd de boerderijen van de ge
meente Groningen
Wat de werkzaamheden van den landbouw be
treft, zien we dat de 1'amldhouwer meer en meer ge
bruik maakt van zijln coöperaties en'z. zoodat de or
ganische pnoducie het hoofdwerk wordt genoemd.
(Hetzefde ziet men ten. optóchte van het wei'dabe-
drijlf <cooperatieve zuijveMabrieken). De landbouwers
zijn dus tot inzicht gekomen, dat het voordeeliger is
de werkzaamheden aan een coöperatie over te laten
dan het zelf te doen.
(Een van de voordeeleni van socialisatie zal zijn,
dat de productie meer systematisch zal geschieden.
Locale lichamen zouden kunnen worden aangewezen
waarvan het bestuur de algemeene leiding zou heb
ben; het algemeen toezicht op de productie. Ook in
dit velband' is te wijlzen op een coöperatieve zuivel
fabriek.
(Daarboven zou een z.g. cultuurraodl moeten ko
men, die in groote trekken zou moeten opgeven wat
geteeld moet woiidén. Deze culituuirraad zou het llJ
chaam kunnen zijn voor aanschaffing van kunst
mest, machines ento., zich bezig houkien met de we
tenschappelijke opledldinigiOp deze wijtze lijkt de
landtooulwsocialisatie spr. mogelijk. De ontwikkeling
van de coöperatie heeft den weg daJartoè reéd's zeer
ver geschapen. Spr. noemt hét een eisch in het be
lang van de menschheid, en die daarom moet wor
den gesteunlcL
'Verscheidene personen stellen daarna vragen. De
heer C. Nobel is niet tevreden, omdat de spreker niet
voldoende duidelijk het voordeel van socialisatie
naar voren heetft gebracht
IDe heer Kruseman meent, dJat de spreker het
hooifddoél van de tegenwoordige exploitatie van den
landbouw winst-behalen heeft genoemd, maar de spr.
zelf .gaat immers van hetzelfde standpunt uit, om (zoo
goedkoop mogelijk zooveel mogelijk te produceeren,
om een zoo goedkoop mogelijk leven voor de bur
gers te krijgen. In omigekeerden zin is dit hetzelf
de wat de (boer beoogt. .Sipr. ziet niet veel heil in de
bedrijfsleiders, zetboeren, en behoeft alleen het woord
heerenboeren maar te noemen, om in .dit opzicht
duidelijk te zijn. Als het directe belang van dien boer
weg iSj*«wordt er maar op .losgewerkt izonlder systeem,
de factor winslt kan' niet gemist. Spreker wijst in
dazen zin op het Prov. .E'lectrischi hedrijlf. iMen heeft
t'hans overal bijna electriciteit, maar het wordt zoo
duur, dat niemand ihet aanstonds kan betalen. Dit
is een overheidsbedrijf en spr, heetft alle vrees, dat
de boerenbedrijven, ook overheidsbedrijven zullen
worden, met eerst gemeentelijk, later provinciaal en
ten slotte rijkstoericiht. Bij onteigening wil do heer
Heemstra vergoeding door den Staat met rentege-
vend papier. Welnu, menige eigenaar zal er dan
beter aian toe zijn dan tegenwoordig. Dat bedrijfs
leiders evengoed zullen voldoen dan pachters, be
twijfelt spr. Spr. kent als ebedrijfsboerderijen alleen
foouwfooerdeTijen, maar -geen enkele koeboerderij van
eenige beteekenis, dift bewijst wel, hoe moeilijk dit
,is. Dat het dn Groningen gaat, zal in. hoofdzaak zijn
reden wel vdnldien in. de oorlogsjaren. In het alger
meen is de zethoer, de bedrijfsleider zeer risquant
ivoor den eigenaar, «die zelf geen bo eris. En dat ge
vaar toal voor de gemeenschap nog grootor zijn. Het
systeem van. den landbouw is wellicht, te verande
ren, maar het karakter van de menschen niet, de
menschen zullen in de eerste pliaats aan zichzelf
blijven denken.
De heer Smeding oordeelt, dat het fabriekmatige
bedrijf, dat de hoer Heeanétra steeds als voorbeeld
beeft genotnen, niet is te vergelijken met bet land
bouwbedrijf in 't .algemeen. Het eerste is veei ge-
iGeizameniijik maakten zij' de hut sdhloon. Sam maak
te van wilgentaikken een bezem en Jack sneed1 een
paar stokken, waarvan hij- na het avondeten een stoel
wilde maken."
„Zij moet iets heblben om op te ritten, wanneer zij
Husky helpit", izeide 'Dij.
Het kwiaan niet in. hem op, dat Bela waarschijnlijk
nog nooit in haar leven op een stoel gezeten had.
„Jij boft er toch maar mede, dat zij je verpleegt,"
zeide Joe tegen Husky.
(Husky verlangde nu niet minder dan de anderen
naar haar terugkomst Hij voelde zich thans een boel
beter en dadbt niet langer aan sterven.
Na het avondeten heerschte er in de hut een
heel vriendelijke stemming. Joe en Shand hielpen
eeni hamldlje me tden stoel' en .zij: spraken af dien
volgenden dag een tafel te maken.
„Shand; help eens even, terwijl ik dezen spijker
erin sla!" vroeg Jack beleefd.
,jMet alle pledrier. Zeg, je moet maken; dat dit
niet zichtbaar blijft. Jij bent toch bliksems handig
met zulke dingen, Jack!"
„Och, dat gaat nog al. Ik moet een vlak stuk heb
ben voor de ritting."
„Ik zal wel eens in den stal gaOn kijken of ik geen
deksel van een kist kaïn vinden."
„'Blijf maar. hier. Ik zal wel gaan," zeide Joe.
Sam, die de horden aan het wasschen was, glim
lachte eenifgiszimis grimmig tegen zichzelf en vroeg
zich af hoe lang dat dturen zou.
Zij gingen vroeg slapen. Het bed werd aan Husky
overgelaten en de anderen lagen als een rij mum
mies, ln hun dekens gerold op den grond.
'Sam had den vorigen avond niet'zooveel tijd' ge
had als de anderen om zich op te knappen, waar
om hiji, om zulks nog te kunnen doen, extra vroeg
opstond. Toen hij met zeep, handdoek, scheermes
en spiegel uit de hut kwam, was het eerste, wat hij
zag, Bela. Zij lag op een stuk hout geknield, om
haar knieën tegen dien natten grond' te beschermen,
en scheurde en rolde een paar stukken katoen voot
velband.
iZij was thans anders gekleed geheel i'n gedte-
leer.
De pas opgekomen zon was achter hoor en schoot
mistige stralen ais een parelsnoer, kleurig neer. De
kunstenaar, die in lederen menscih schuilt, deed' Som
in verwondering en bewondering1 stil staan.
(Bela keek kalm op. „Ik wacht tot de mannen op
izijb", zeidie rij.
„Ik zal ze roepen!", bood hiji aan, terwijl1 hij een bè-
weging maakte om terug te gaan.
„Laat ®e moor slapen", zeide Bela", „het is nog
vroeg".
Sam voelde zich in rijn ongewasachen toestand
alles behalve op zijln1 gemak, „lk ben nog niet gewas-
sclhen,," zeide hij.
Zij keek zijdelings naar hem. Hij wist het niet, j
maar hij zag er met zijln leuk in de war rittend, haar
en zijn aan. de borst open hemid lang niet onvoordee-
lig uit.
„Het kan mij niet schelen.", zeide zi| met de om
•verschilligheid van een kind.
Dan zag zij zijn scheermes. „Heb jij ook haar op
je kin? Hoe grappig. Een paar dagen geleden zag
ik dien man met het krulhaar ook zijn gezicht krab
ben. Hij zag -mij. niet. Waarom krabben jullie je ge
zicht toch?"'
Sam kreeg een kleur, „O, je zou er uitzien als ik
weet niet wat."
Zij keek weer naar zijn kin. „Bisschop Lajeunesse
krabt zijn kin niet," zeide zij. „Hij heeft een lange
baard. Hij is een knappe man."
Sam, die nieft precies wist /wat hij zeggen moest,
bleef zwijgen. Hij; vond. het moeilijk met Bela een
gesprek te voeren. Zij was ih. het ochtendlicht zoo
heel anders dan de ondoorgrondelijke vrouw bij het
vuur. Tienmaal meer menschelijlk en bekoorlijk, zeer
zeker, maar juist daarom was 'hij, een jonge man, dde
zoo weinig met het vrouwelijk geslacht had omge
gaan, des te verlegener tegenover haar. Bovendien
benam haar schoonheid hem zijin aJdem. 'Bela keek
vol belangstelling naar zijn blos.
„Waar neb je zoo'n rood gericht van?" vroeg zij.
„ET is toch geen vtuur."
Hij moest wel gelooven4 dat zij' hem.' voor den gek
hield. „Schel toch uit-" bromde hij.
jBlanken rijn toch grappig," zeide Bela, het katoen
oprollend.
„Grappig!" herhaalde Sam. „Eh jij dan? Bk laat
me hangen, als jij niet het vreemdste wezen bent,
dat ik ooit ontmoet heb,"
Die woorden .vielen blijkbaar wel in haar smaak.
Zij haalde eenvoudig haar schouders op.
In zijln nieuwsgierigheid vergat hij eenigsrins rijn
zelfbewustheid. „Waar kom je toch vandaan"vroeg
hij, terwijl hij wat dichter bij haar kwam. „Eu waar
ga je naar toe? Jij! wondermooi wezen!" voegden zijn
oogen eraan' toe.
„Geer^ toowenarij is er in het spel.," zeide zij kalm.
„Ik ban maar een eenvo.uiddg meisje."
„Waarom wou je hun niet vertellen hoe je gisteren
nacht uit de hut gekomen bent?"
„Oraidat ik het later misschien nog eens zal willen
doen."
„Wil Je het aan mij zeggen?"
Zij keek hem door haar oogwimpers uitdagend aan.
„Waarom zou ik het jou zeggen? Je zou 't dadelijk
aan je makkers over vertellen."
„Hét rijn mijn makkers niet," zeide Sam bitter,
„Bk dacht, dat je dat wel rien kon. Ik ben hlun koik.
Ik werk voor mijn eten. EU zij zorgen' er wel voor,
dart. ik dat niet vergeet"
„Waarom ben je naar deze streek gekomen?" vroeg
EBela.
„,1-k wil net als zij' een stuik land1 heben. Maar ik
moét voor ik me vestigen kan, eerst werken om
«wat te verdienen,"
„•En; wat ga je doen, als je dat land hebt?"
„Een huis bouwen en zaaden."
/Blanken willen allemaal land heblben," zeide Bela.
„Jij hebt zeker land van je zelf?" vroeg Sam nieuws
gierig. „In de .wereld heeft een arme man tegenwoor
dig niet veel meer kans dan- om zich gedurende zijn
beste jaren af te beulen mét werken voor rijken."
IBela keek hem een-s goed aan- en trachtte die voor
haar zoo nieuwe denkbeelden te begrijpen.
,/Hoe ben- Je uit de hut gekomen?" vroeg Sam
weer..
„Ik tóai het Jou vertellenf,' «zeide rij kortaf. „Tk ben
door den schoorsteen ge kilomanen."
„Groote Goden!" riep hljl vol bewondering, uit.
,/Het ging heel gemakkelijk. Maar ik werd heele-
maal zwart. Ik heb me den heelen dag moeten was
schen."
„Je, bent een- type! Zoo heel etmaal alleen rondtrek
ken! Zijn alle meisjes hier zooals jij1?"
,/Neen," antwbordde Bela trotsoh. „Eir is er geen
zooals ik. Ik (bon Bela."
„Waar woon je?"
Zij keek hemi weer door haar oogwimpers aan.
,/Dat zal ik je misschien vertellen, als ik je beter
ken."
„Vertel het me nu!" drong hij aan.
(Zij knikte van neen.
'Sam trok een boos gericht. „Er steekt gewoonlijk
niets goeds tm gehdmlziimigfheid," zeide hij.
„Best mogelijk. Maar ik ben niet van plan alloa
wat dk .weet te vertellen."
iBr was iets prikkelends voor een jongen man in
haar koele, glimlachende manier van doen.
(Plotseling keerde zij ricb-om, om te luisteren. „Zij
staan op", zeide vlug. „Ga je wasschen!"
,/Kan ik soms niet met je .praten, al ben ik de
kok maar?" vroeg bij.
„Ga je wasschen?" herhaalde zij. „Ik wil niet meer
onaangenaamheden."
ISam ;hlaalde zijln schouders op en liep stijf .we'g.
Hij had 'genoeg om over na te denken; terwijl hij zich
schoor. Zijn gevoelens waren heel gemengd. Op dé
een of andere wijze trok het meisje hem aan, ver-
bijlsterde en maakte hem boos tegelijk. Boosheid' bad!
het laatste woord.
(Hij wilde haar toornen, diat er met hem niet te
spelen viel, al was hij dan ook de kok maar, Hij had