Duinbebossching. Uit het Hart Yan Holland. Uet Schoorlsche duin. Reclames. Urinezuur en de Nieren. krijgt of hij imoert Midi dar v!aik.V:eTie*e nigtinug; rijm. Al® Md der vakvereendgtog moeit hiji wëkelijiksch van zijn lom eenie bijdrage afstaan iaiami da ka® dar vereente gtog, idiie mat diaiti geldl 'de verkiezing van dia arbei derspartij (Laboair Party) propageert. Is nu een werkman eene andere politieke over tuiging dan Labour Party toegedaan, dan stount hij door zijne bijdragen de bestrijding van zijn eigen partijgenoot. Beklaagt hij zich hierover bij den secretaris der vakvereeniging, dan zegt deze, dan moet je maar uit de vereeniging. Ja, maar dan krijg ik geen werk, dan zit ik mooi. Ja, zegt de secretaris, daar zit je noul En daar zit de werkman I Waar gaat het nu bij de mijnwerkersstaking om. Niet om de quaestie van loon, maar om de quaestie van macht. De mijnwerkers eischen dat de winsten, die in het mijnbedrijf gemaakt worden, verdeeld worden onder de arbeiders. Zij eischen nationalisatie (soci alisatie) van het bedrijf. De regeering zegt, mede namens de mijneigenaren, hebt gij grieven omtrent loon etc., daarover gunnen wij praten, maar de tegenwoordige regeering ant woordt op de eischen tot nationalisatie „neen". Wanneer deze regeering het principe prijs gaf zou spoedig een andere groep arbeiders met gelijke eischen komen en zou de socialisatie niet te keeren zijn. De vakorganisatieleiders spelen hoog spel, zij wil len de macht al gaat het ook ten koste van het ge- heele volk. Zij ruineeren het land, zij laten eene groote meerderheid van het volk lijden, zij terro- riseeren het volk. Is' daarvoor ai het Britsche bloed gevloeid? Want of men door den Kaiser of door enkele arbeidersleiders geterroriseerd wordt, daar gaat het niet om, maar wel om het feit dat men geterroriseerd zou worden. Dat zal het Engelsche volk niet dulden, de vrij heid van het Engelsche volk is veilig in handen van deze regeering. De regeering zal trachten door import van kolen uit andere landen eene catastrophe in het Vereenig- de* Koninkrijk te voorkomen en indien vakorgani saties niet zullen terug schrikken om te trachten die import te verhinderen, dan zal deze regeering evenmin terug schrikken voor het nemen van maat regelen, die de groote meerderheid van het volk voor een ramp kunnen behoeden. De rede werd luide toegejuicht. Na afloop werd door Lord Pembroke eene motie voorgesteld om den voorzitter en den Lord Chancellor voor hunne belangrijke redevoeringen te danken. Na het zingen van het volkslied en het sluiten der vergadering, verlieten de duizenden, terwijl het or gel speelde, de zaal. Wij keken nog even om in die ontzaglijke ruimte, die nog grooter scheen, nu al die stoelen, al die ga lerijen leeg waren. Steeds weer krijgt men in Engeland het gevoel dat het land, ondanks de groote crisis, welke het doormaakt, nog enorm machtig en groot is. Wij voelden ook, dat al kan men over de rede ^an den Lord Chancellor denken zooals men wil 4- ik zal wel nalaten de rede te commenteeren Ier zeker een man aan het woord is geweest, die weet wat hij wil, en die, indien hij geroepen zou worden de teugels van den regeeringswagen in han den te nemen, die teugels niet zou laten glippen, maar met welbewuste hand zou sturen. roxdiertnmofl sieren mee het landschap. 'Eau kwis tig slingert 'die kamperfoejli zich! rtusscbeni het groen. >Op 'het Schioorlsche duto' vindt rnien vijfhonderd H.A. btoöchl „Wialt is het resultaat?" zal' gevraagd wonden. weer wiek Het aanplanten opent juist dn itijldien van werkeloosheid ruime werkgelegenheid. En, esthe tisch en hygiënisch, zijtnl idlei voorldleelén van een ischiooml, gezond idutoHboschlIanidschiaip aniert, Jicht in muiut uit te dinuikikem. (Reeds veel is bereikt. Sctoajgien. C. KOOIJ, ILeenajar Riijlksillanidj- fwtotenschlolort. Maandag 9 Mei ji. maakte 'die Vereeniginig vain' lOud- léeritogen ite 'Schlalgien, otnider leiding vani dien Wel- Eid. hieer Viam Steen, houtvester, bij het Staatisbosch- beheer, -eienj excursie naai? die diiii^epiamittogen' on dier Biergieru en Schloori. iOin twee redlenen lijkt het mij niét ohdlilenatilg het idlaiar geziene en geruortené (door die deelnemers onder het' bereik vam meerderen te brrengen. iIitl de eerste pialats ito'-ch, kaan het leem welkom re- petd.tiemiatleriaail' zijn Voor Wen, die laiaini ide excursie déélnlamen. Mlalar din ide itweedle, en dik zou wdllen zeggen, voomaiamiste piaaitls, löimidlaJt het Scboorléche duim, haast heit .Qa/llantsiooger sftrianid 'te beschouwen is als 't zom eromtspanntogsoord1 vam Shagens inwo ners. Eb gedachtig dami heit: „Ombekend maakt ointoe- imtnidT, kwam 'biji mij; de gedachte op „Wiait dis .het schoorlischle duim nog mooier, waanneer mien het be schouwt met de \Metenl9chlap, dladrel'k» boompje er ge plant, elk struikje er geziaiaidi Is door memschonhamd, inet moeste 'vüiijit, dm: ieenj korte spamine tijids. Het ''Sohoort'sohe dJuiüni dis wel genoemd haiar 'Schood, doch men vindt hot niet uitsluitend vlek bij de be- moemide plaat». U Begint reedie zuidelijk vam Bergen -en hoeft zijn uitloopens dim die bimnendudnien valt Oal- •liamtsoog. Het' omdierscheddt zich van laile dm Neder- •liamldl voorkomende duimen 'door zijn groote onvrucht baarheid, (PlUatnitemvoédlsel oinltbreekt ar bijna geheel dln1. Volgens d)e nieuwste onderzoekingen' meent men te moeten aannemen, dért het zand, van allé to Neder land voorkolmende dudmien (behalve dam ht Schoorl sche) afkomstig, is uit hiet Nauw vam Calals. Het zamd der Schoorlsche duinen echter Vam- 'de Doggers- bank. Laatistigienoemd) duin schijnt zeer oud te zijn. Zooals bekend1 ds, vormen de dutoJen een natuurlijke beschutting telgen het water van de (Noordzee. Waar dan' ook de duinenrij onltbreekt, heeft imien ddtzelfda rniet hulpmiddelen tot stand mo'eten brengen, b.v. tusschien IKamp en Betten. Een ongunstige oansltainddgheiidl nu dis, dat die udt ziamd bestaande duimen zeen bloot staan ham ide in' Ne derland heeiTschenidie westelijke wonden, waardoor veel verschuivingen plaats hebben. iReedis in oudje tijden zon! tmien idlan ook op midde len, het zand voor verstuiven te bewaren. En. oude boeken vindt imien vermeld, idlat omstreeks 1300 de duinen mert helin bepianlt weiden, (Helmheplarittogen vinden we b.v. ook aan ICailantsloiog.) Ooik worden die 'duinen soms met aoidlen en pialggen bedekt. - Deze hulpmiddelen zijn echter onvoildoendei Wianrt na korten t'ijidl zijn zoowel1 plaggen lals helm weer dloor zanld ovenstoven. lAfidoendl Is alleen beplanten met houtgewas: be- Het met houtgewaö beplianlten van1 Iduinen is mis schien een 150 jaar oud. En ons land is man er 'be trekkelijk iaat mede begonnen. Die giöote geoloog Storing (zootol van den' beklemden dichter) begon, in de vijifitiiger j'aren der vorige eeuw, in lal zijn belangrijke geschriften alan te driinlgen op bebossching Van1 de duinen. Had! mien vroeger als voérdeelén Vam! boutaanplamt genoemd; 1. Bewairilng van de 'diuineni 2. IBewaiüiig vam het achteiEdgglenide liamid voor overteituiiJvinlg. 3. JiachtgeliegeDheidi, Starinlg, noemde als vderdle voordeel1 het productief midkem van 'die Iduiinienj, Het zou immers amoigelijk zijn het hout later te verknopen. I igroet- Ibl'ij'ft steedis bestaan, riet omidait het publiek er In 1865 kreeg 'Staring rechit 'olm met hulp van' de nog eandgszlms ide billijheid van Inzaeft, maar om'dlat regeering pix>even te nemiem in1 de Schoorlsche dui- elk, die zich aian delae gelwoonte zou willen lonttrek- nen. Die duinen bestonden toen nog uit wit zand,ken kans heeft op een minder loyale behandeling heel kaall j en geringere hulpvaardigheid Vanuit Dergen beoordeelde men aan da stuivende Eon kermis, of wat we dlan voorjaarsfeest gelieven zandwolken, hoe de windrichting was! "te noemen, dn den Dierentuin is een evenement, dat 'De Ned'erlandlscho regeenrng Was echter zeer kort-1 werkelijk nog wel iells kermisachtigs heeft, dlat wil zlidhtog, en dm 1871 stlaJakte zij; de siteunverleening ,vom-1 zeggen, 'dalt het er ontzaglijk druk 1®, dat er luid- dat ^ij; toch geien resultaten .verwachtte". I ruchtiig plezier gemaakt wordt, en dat haast alle ra/n- ■Ttexb 1892 .storud Ide bebosischling stil. Dlodhl toen wend ©en! ien standen van' de Hiaagsche burgerij! er aan er, na onderzoek 'door een (Staatscommissie op- meedoeni Heltbrengt ieder jaar ieen massa geld in nieuw een begin mede gemaakt. andere publieke feesten en dn den crisistijd heeft het zelf® idienlst geidaau lala afhaalkantoor voor kolen- kaartien. Wanneer men du® het zoölogische en bo tanische een® heelemaal liet vervallen in pl'aat® van 'heit im idem voertm1 'Van leien beer, oen lama, letenige ko- ,.Dat geloof ik graag", antwoordde Sam, „Maau Je Kult nog wel andere trucs hebben". „Als je me aankijkt, zal je zien, dat Ik de waar heid spreek", prevelde zij. „Ik ben je vriendin, Sam". „Ik wil Je niet aankijken!" antwoordde hij ruw. Een tegenwind dreef hen in een overhangend wil- genboschje, waarin het zeil en de ra verward raak ten. Sam zag nu zijn kans'Schoon. Hij greep de tak ken, trok zich daaraan op en slaagde erin zich ten keste van een paar natte enkels op den oever te slin geren. Een scherpe gil ontsnapte Bela. „Ga niet, Sam!" Nu hij een houvast op den oever had, keek bij haar lachend aan: „Nou, wat zeg je ervan?" Thans was het gelaat van Bela heelemaal niet ondoorgrondelijk meer. Haar emoties spiegelden er zich op af even goed als bij iedere andere vrouw. „Ga niet alleen!" smeekte zij. „Je kent dit land niët. Je hebt niets! Geen eten! Geen geweer! Geen deken!" „Ik kan het in twee of drie dagen loopen. Ik zal een vuur aanleggen, om erbij te slapen. Je kan mij wat eten geven als Je wilt. Je kan er mijn zak- rres voor in de plaats krijgen. Het is alles wat ik heb. Trouwens, Jij hebt mij in deze beroerdigheid gebracht". „Ik verkoop goon eten", antwoordde zij. ,Ik zal Je alles geven wat je wilt. als je met mij meegaat'. „Dan hou Je het maar snauwde hij, terwijl hij „Noen, noen, ik ben niet boos op Je!" riep zij vlug. „Ik zal je eten geven. Maar wacht, we moeten praten". Zij stuurde den kano op een moddorbank aan gene zij do van do wilgen en stapte uit. Sam zorgde ervoor, toen zij naderbij kwam, op eerbiedigen afstand te blijven. Hij vermoedde, dat zij van plan was hom mot geweld to beletten, verder te gaan. Straks zijn zij hier!" „Ga niet, Sam!" smeekte zij. „Wat moot Jo aan het begin van het meor doen? Er is daar toch geen baantje als kok. Blijf bij mij. We hebben een boot, een geweer en dekens. We hebben niet meer noodig. Ik zal je leeren visschen. En wanneer de winter komt, zal ik je leeren hoe je goed bont kunt krij gen. Met mij zal je rijk zijn. Last zal je niet van mij hebben. Ik zal alles doen wat je wilt". Sam's woedende oogen wilden in haar wanhoop alleen maar spijt zien over het vooruitzicht, dat hij haar ontsnappen zou. Tegelijkertijd vervulde haar Bmeekend gelaat hem met een groot medelijden, dat zich echter niet wilde bekennen. Zijn eenige red ding lag in een onmiddellijke vlucht „Scheid toch uitl Waar dient dat alles voor?' (Wie dié ISdhioioirÜiscbe dluiiuen: toazoelkit, kiaai' nog ide resultlaten vlaini S'tiandnigis w.eiüt giadeslaau. Oveaial waar pemceelienj hoioigisitamj ideinlnien ('zioioiala ae dm die rnaSt- hoisschiea gievouideni wotndJeni) wouden! aangetroffen, zijui idézie Idioiou Stoariing geplakt Hoewel ideze peucee- len •vamj 1871 tort 1892 ion biet gehieel niet verzorgd, ja zelfls verwaarloosd aijtn, toch hebben zij1 igjbanisrijlk de proef doorstaan en zij weerspreken «die* regeering van 1871, ^die toch geen resultaten verwachtte". 'Bij Ihet bezoeken Vaan Schoor! oif Beugen" zullen die •meesten er niet aan gedacht' hebben, diat elk boom - pje wlat m er ziïen, er gelkOtoen i® idOor 'den zorg der mcnschen. Ein ook. bremistoruikjen en lijsterbessen, al le® is laiamigeplaaut. Die houtsoorten* wiaaameldle ide 'duinen beplamjt wor den moeten aian .twee voorwaarden voldoen.: ia. !Ze moeten toe kunnen anet weinig voedsel, b. 'Ze moeiten den wdnd kammen verdragen. 'In Dleneimiarkien schéén ide witte spar iaani dlöze eischen te kuntnen1 voldoen. Eln gezien «die goadle re- isu'lltatien., din' 'dlat latnld met' witte-sparaamplianitiiniglen verlkregeni, zijn ook dn ons land de eerste proeven ge nomen met het laamplaailten dezer boompje®. Echit&r met ge'en gunstig resultiaiajt. Daarotm bestaat het dien- jnienplianitsel thiatnls uit': ia. De Ooisenrijksche dien. b. 'De beTgden. •c. "De Clofredéaanisoh© dén. Later, als het duiin goed met 'dennen begroeid is, kan er ook onder loofhout woiddien laiamgepdant. In de SchoO'rtlsche duinen staanook thans al looiboolmien, b.v. ed'ken ten popel®. Ook bier len daar ieen berk. Als men eenmaal1 zooiver i®, dalt Ibofblomt ikan wtordlen iaiatn- gepttlanit, dian' dis men1 reedls ver gevorderd! .Door namelijk strooken loofboult.tuesbon de dennen te hebben kan imien bet brandgevaar beperken. Even- tuieiele boshbrandieni gaan ilni diennenbtout steeds1 door, doob wordlen op ieen riji loofhout tot staan gebracht. Eoi' bévendliien laten loofboomen telkienjare ham bla deren vallen. Dézie bladeren vortmien. met de afgeval len inlaaJlden een prachtlgen humuslbloidemi, wellko; hu- musboidlem beter is dlan van naalden i^lleen. IZulk ieen humusboidem 1® van veel belalng: het ver stuiven! woTcit er door tegengehouden -on tevenis houdt zulk een bodiem bét water vaart! Alle (boompje® zijn In odgenJ klweékerijoni geteeld1 en wordlen op S^jiarigen 'leeftijd.' geplant. EJcn'jiaii'lö^n zijn te zwak, S-i-arilgen lijden te veel van' bet verplanten. Om het duinlandschap nog schOObér te miakun zijn van' afstiand tot afstand HjteteTbessen- en bremstrui ken geplant. Deze laatsten biegiunon reeds weer hum gele Vldindleibloemen te toolnion. ^Ook de natluair ©elf bleldt u op de wandeling ver,- raisslingen, De gewone heide, die kraalhelde ion het Misschien lin testbare munt, niiet veel, en toch ook mijnern en kippen en marmo tten en een paard te handhaven, en den Taiin openlijk 'exploiteerde als keomisiuidmitle, im de maand Mei', tentoomstellinlgs- rudmtJe, balzaal, zaal1 voor groote meetings enz. zoo al® moi fedte'lijk al igedaaai wordt, zouden ave met 'de 'imstelliaigi een beetje minder belachelijk zijn. Ik ge- lojof dat Aintis of de Rotterdlamsche diergaarde zdch graag zou willen ontfieamen O'ver (het treurige, ov.er- ecbioit. liïét Kaatste restje keimia zouden wie daim gerust ikuinmen behouden. lElen vedder kerrnisverschijusel is, dlat du Mei de Re'vue iviain' Ter Hall in 'Scala komt! Deze. revue komt (trouwens overal waar de kermissen (afgeschaft zijn au iden tijd, dat deze v.ermJaklelijikhedd vroeger, placht plaat® te grijpen. lElr komen geregeld revues, majar da revue in' [Mei is_ ieien HiaJagsch evenement, is iets, waar ieder als uit traditie heengaat en die bij, het mooiste Medweer zelf® uog volle zalen trekt. lEu 'dlau hebben we (dit jiaiar inlog 'eon klein kermis je op Seinpost gehad, leien iketrtmisje dmi hot gebouw, be knopt en meer fancy-fairachtig, dlan' echt kermis. Een groot succes was het niet, maar hét was toch jceni bietwijis, dat zich ini de Mieimaaud een zekere ker- imisbehoefte openbaart' du de stJ'ad, die bet méést cos- miopciilitisch wil haeten 'Vau het gehéele 'laud. Eoi' dlat hef circus Garrée hier op het 'oOgenblik is, iniag, izeker to 'dit verbanld ook geen toeval boeten, waait eon paardenspel' is iets dat Van oudsher tot een kermis behoort. Het is echt ouderwétsch en 'zoo miert® meer voor eep1 groote stad oen paardenspel iu eeu tont. Iets nieuw® openbaart heil je miét, Altijd de dieren dié honn eigen muiinm'er kunnen terugvinden, en de elegante 'hoojge 'school en de jockeymummers. Maar het geeft zoo'u gezeUdge sfeer, het is n'og echt een spel', waar 'beweging en zweepklap biji te pais'komt en genten ,en 'gehoik en kleedien leggen en dowusi, 'die mial doen ep oudervvetsche hoffélijheidi tegenoVer de direc teurs vrouw idie tusschien ieen kokxntoe van buigende ö'tia'lkuecbitien bauiueiii treedt mét waardigheid len def tigheid zelfs. Dat ais toch op 'zijn tijd' vermakelijker dam de ver toning iu een Varité waar talles achter bet gordijn gebeurt ien ieen idlepe stilte valt tusschien elke twee nummers ien ieen 'lledj eszang.er met poenirige defti'g- held ito een zee vau' licht heel alleen op Ben 'groot ,i.,rniü Q\l i In-Wil Iima A J i •Die schloioue Meimaanfd is in het vertre veHédon de kermdisamlaud geweest voor 's-Gravenbiageen de sporen idlaarvaU zijU uog 'duidelijk merkbaar. Éen ge meenteraad 'kan ieen kermis afschaffen, maar ker- imisgebruiilken uitroeien kan bij' miet. en' bovendien is er zelfs aio® 'een jialarlijik® kerimfiöje overgebleven, dat gevierd' woaidt to de Dierentuin. Dat kennisje heet voorjaarsfeest, en de kermisfooi héét beJooming voor de voorjaarsgroet, «Me u gebracbit wordt door kran tenbezorgers, kruideniersjongen, persoOueel vanl die gem'eentle-reftoigtog, societeitsbedienden ènaz, dié u oen gedrukt kaarjlte aanbidden. Wiaut zoo bewust schiijut dé 'arbeider toch mOig steeds miet te' worden, idatt hij| afstand doet Vau zijn fooién en vindt dat hij recht heeft op het .een en an der, dat 'den vaak minder bedeelden intellectueel nauwilijikis kiau missen, maar dlat toch heel' Iets' ani- ders is, idlau' betaalde laTbeid en bet recht, waar bij met iziju vakvereeniging voor strijdt. De voorjiaars. aam de uoOdlijdende vereeniijgtog, idie Komtoiklijk bo- tauieoh izioölogiscb genooltscbiap heet, en bijna heele- 'tooueél verschijut^ len zijn versjies zingt, wiaama het maall rondkomt van de 'baten, die het voorjaarsfeest oplevert. Het isi bijtnla een rapoidie top ieén 'dierentuin. IBr ziju zeer veie leelgfe 'hJokken, en ,wat men' er nog achter dé rtraliies vtodt, is dn levende Mjve niet zoo heel sterk verschillend vau wat. men dOod voor de uitstalling van een poelier aantreft. Véél' marmoit- teni iziju, en deze ziju ter opvulling van bét geheel, over vele kleine 'bokjes verdeeld. Boven ieen groot hek leest men Kangeroe, én achter de rtralies vtodt mien ieen! gewoon .paardje. IET is een beeronhok waar in zich to h kraagjbeer bevindt. Deze beerenwOuiïng exitra aflgeeloitien met heel' fijn gaos, omdat indertijd een beer eens een juffrouw dftn larm iafgebeton heeft. Ik geloof, dat de 'Dierentuin! en de familie vaan die juf frouw rog steeds du proces zijn over die schadever goeding. Het olifiautenlhok d® leeg omdat ©etsy, die jarenlang ieen ia'trtractie geweest dB, de crisistdjid miet heeft doorgemaakt. .Vierder zljml er vieel lapen. Al® apeniasyl heeft de IDierepituto al® zOoda/nlg nog eenilg rechit van bestalon, Waant vele gifton op «Mt geMed ko men er du. Dalt kotaat omdat welwillende vrienden uit Iuddë wel eens één aapje voor de Hiaagsche ken nissen meebrengen 'en het lieve diertje, wanneer het een paar gordijnen heeft onttakelt, zich zeer onzdm- delijlk heeft bétoond en leoniig huisraad heeft bedkyr- j ven, als ongeschikt voor het huiselijk leven, moet worden afgedankt en geen onder toeverlaat heeft dam het apenhok van1 bet zoölogiisch, bbtlaaMsch genoot- schap. 'Zoo vieren de bezoekers van' ihet voorjiaarsfeest edgenlijik een soort liefdadigheddlsfe est voor ide stum perige dienen, die er mog to dén tuin overgebleven zijmL Hoe belocbelijlk 'evenwel dé Dteatenrtiuto Ol® zoodanig ook moge zijin, ze is voor Dén Höiag 'vau outoaglijk groiolt beüaoig ju 'andere opzicbitoni Hét is onze ton- toomstelllingsruiiimte, ion alis zoodanig zeer geschikt Wie hebben er heel wat belangrijke exposttdés gebald', die nergens anders zouden hebben kunnen plaait®- vdiniden. Do igrootö 'jaarlijikscihe hondentenltooustel- Itojg NdanrodldCyitofJllia, dis van' Amsterdam naar bier venkudsd, 'omdat die 'Diere ntludu de gescblkste rudtm- to er. voor dis. De NederlOnldöcho Aurtomobdeltontoon- 'Steliinig, kou slechte to' Don Haag gehouden worden, omdat er neigen® geschikt terreto te vitoden was, en zo iwrd dn déni Dterentuto) een wOar succe®. Ailles wordt ér z«x> «uocessiievelijlk geëxposoerd. Zelfs de vereoniigimg voor dieronbeschertmtog vond er oen plaatsje, hoewel alles wiat déze vereondgtog baocgde to flagraoidon strijd was, met wat mén er aam opge sloten dienen vindt en ul-et ie verdedigen Valt uit hu manitair oogpunt. Hét dis verder dé pliaatls voor gemaskerde bo/lis en liep hij woest. „Ik ecg Je, dat ik naar het hegln van het meer ga". „Goed! Maar dan zal ik Je ex; brengen", zeide zij. „En gauwer, ook dan wanneer je loopt. Een halve mijl verder heeft de rivier een klein haf, waarin we ons verbergen kunnen. We laten de mannen voor bijvaren en gaan dan terug. Ik zal doen wat je wilt, Sam". „Wil Je me wat eten geven of niet?" drong hij aan. „Ik zou liever van honger sterven dan met jou mee gaan". Zij barstte in tranen uit. „Goed, ik zal je eten ge ven", zeide zij. Zij ging terug naar den kano. maakte de etenskist open en deed wat brood en gerookte visch, die zij nog over had, in een katoenen zak. Sam wachtte op haar, woest door het onverdra- gelijk hittere gevoel, dat een teeder man krijgt hij het zien van vrouwentranen. Zij gaf hem het zakje voedsel en een deken. „Neem mijn tweede deken maar", zeide zij nederig. „Ik kan er wel meer krijgenl" Ongeduldig schudde hij zijn hoofd, hardnekkig vermijdend in haar mooie smeekende oogen te kij ken. „Hier", zeide hij, terwijl hij haar zijn zakmes gaf. „Dat is voor het eten!" Weer in tranen uitbarstend, sloeg zij hem het zak mes uit zijn hand on bedekte haar gezicht met haar arm. Verblind en verdoofd door zijn tegenstrijdige gevoelens, liep Sam weg. HOOFDSTUK XIII. Toen Sam uit het gezicht verdwenen was, ging Bela, nog steeds schokkend van het snikken, op han den en knieën naar het zakmn8, dat zij eerst weg geslingerd had, zoeken. Toon zij het gevonden had, drukte zij er een kus op en verborg het in haar kleed. Dan ging zij languit ln den kano liggen en gaf zich geheel over aan haar verdriet. Echter niet voor heel Tangen tijd. Langzamerhand hield het snikken op en tenslotte ging zij rechtop zitten met den blik van iemand, die iets belangrijks te dóen heeft. Heel lang zat zij met haar kin in haar hand met op el kaar geklemde lippen te denken. Geluiden aan de andere zijde van de bocht wekten haar uit haar overpeinzingen. Zij hoorde het knarsen van een riem in zijn dol en het voorzichtig praten vair mannen. Zij keek over het dolboord naar haar gezicht in het water en maakte haar haar wat in wanorde. Zij liet zich neervallen en begon weer te huilen, maar nu op een heel andere manier; zij deed het alleen, opdat de anderen het zouden* hooreiu Toen Idie drié manuien baar aoo vtoudlen, tkékeni zij blaar inert, dé iguoioitete vierbaztolg aaaiL Wat zij ook "vetrwaebt hadldien ite 'vtodén, dat zefkecr ulat* Zijl keken naar die bosobj es of zij; Sam) ook Iziagon, „Wat dB er iaani beft bandlo mor den dtudViell?" vtnraeg Jack. ...„Waar dB Sam?" schreeuwde Joo. Bela beant-^lotoirdlde 'beide wagen tegelijlk. „HdJ beeft andj to Idem (srteek gelaten;" snakte zij wanhopig. „Jo to) den steek gefloten?" herbaalden Bij stom verwonderd. Weggegaan," 'jammerde Bélo. ^Hij zegt, dat bij nooit meer iets met coadji te imialken wdl hébben". SihOnld) ien Jack waren echt ontdaan biji heit zdlen vanl baai* .tranen. Jöe echter lachte. „Loontje komt om zójjnj boontje"! zedde bij. Jack-zot aam! heit moer. Hij; Bluumdé die boot langszij dien Ikamlo maair den iwlal en 'zijl sprongen o:p >djen oéver. Jack en Shand klommen naam boven. „Hdjl kam.' nog inliet ver rwteg rijn," zeidie dé eerterte. lÉén igiraolte izee viam.' igPais strekte ri'Cb voor bén udt, die aami dén' horizont to een dtennenboscb overging. Neigen® wiaa iets van' oen imensc'helljke gestalte te ziieni maai* de dichte wilgenboscbljes lang» de kronke- .liende rivier bodöni ztootwel stroomop- als Btmocxmaf- waarte de mooddge dekking „Wélken kant ia bij! gegaan?" dép Jocflc. „Fk weert bert) miert," Beide Béla. „De rivier af, denk dk." (Bénedén was Joe to zijn bittere joTouzio bezdg (Bela onder bonidcn ie nemen. Jack kwteum (met 'een boos gericht terug. „Scheid daamnédle uit!" zeidé hij op bevelenden rtoon1. „Ik moeit alles van hert begin tot het étod we- tonr'. 'Eb dan ruw tegen Bela: ,,'W;art verwacht Je dat wij voor Jou Zulten idOon .mciRje? Ie hebt oma giste re nochtend 'n antwoord, beloofd en émacbrt® knijp Je uit met «ten ikiok." •Bela keek heel otnmioioBel op. dWat bedoel jé? Oiitiknijpen?" „W'eglgöljoopen, gescbooikt." „Dat heb dk niet gedaan." riep rij; veiiomtwaarr- dJgd. „HiiJ heeft mij gelschaakt." iZij steanden haar weer met open rnomd aam1. „Wart -moet ik mert <eien (kok doen?" gimg zij vlug vobrt. „Ik wil itroiulwien mert 'een inlam1, diie iets beitee- kenrt! Hiji heeft mij1 ge&chaakrt. Eb mou zegt 'hij, dat bij, miert®/ meer met me te EQlaJken wiil hebben." Weer kwamén dé tranen in baar'oogen. (Zij waren mlaar bialf overiuiigd! „Hoe i® hét gehémd vmoeg Jack. Middags beeft hdjl mijm Bchurtilplaats, die ik bij dé kietoa kreek bieb, ontdékt", antwoonddé zij* scherm' plechtstatig maar ben eden rolt. Die .ctocusvertoioindinlg heeft eendge biesrtrijldtog ge- vioaiden bijl de Jack Loaiidom-ciub, De kunstje® Idie ge dresseerde dieren maken schijnen vaak gepaard' te gaan met zooveel wreedheid to den tijd vam> de af richting, dat ideze Viereendging, idie geen .oontribuitle vraagt, maar van zijn leden ieen openlijk protest eischt tegen elke vertoandmg, «die ze door toeval moch ten bijwonen ymeent, dat 'zulke vermaken, hoe om- schiuldig biun udrterlljkien 'scb-ijm; ook zijn moge, moé ten bestreden worden. En de 'verecnigrimlg heeft groot gelijk, beeft princi pieel althans volkomen gelijk Het cd,reus 1®, voor wie alles goed ontleden wdJi, niet heeileanaali iets voor onze heschiaviing en valt humanitair geensizim® rte verdé- digion. iMiaftur wie niet dleprimmilg peinst ikia/n er zich itodh 'zoo gezelldg amiuseemen, W, P. Overtollig urinezuur is do werkelijke oorzaak van rheumatiek, ischias en spit, en het kan zoo wel do oorzaak als het gevolg zijn van nierzwakte. Zware, moeilijk verteerbare spijzen, alcoboi. over- working en nadeelige gewoonten leiden tot de vor ming van een dusdanige hoeveelheid van dit ver gift, dat dé nieren overweldigd worden door do overspanning om het uit het bloed te filtreeren. Voorzorgen en matigheid verininderen de hoe veelheid urinezuur, vergemakkelijken de taak der nieren en voorkomen, dat, niet-gefiltreord urinezuur iich in de aderen, spieren, zenuwen -en gewrich ten afzet en kristalliseert. Deze voorbehoedende maatregelen kunnen worden aangevuld door tijdigo versterking van de nieren door Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Dit speciale niergeneosmiddel ver schaft succes, zelfs ln gevorderde gevallen van nieraandooning on verschijnselen als rheumatiek, steen, spit, ischias, niorgruis, nierwaterzucht, nier en blaasontsteking, on urinezuur-vergiftiging. Fostor's Rugpijn Nieren Pillen werken niet op de ingewanden, doch louter op do nkren en blaas. Antiseptisch, voorbehoedend en gom-zond, wordt dit niergonoesmiddel alom aanbevolen als gevolg van de uitmuntende zesultaten, die mon ermede be haalde. Te Schagen, verkrijgbaar hij Gebr. Rotgans k f 1.75 per doos. ratte mert me aio een 'vriemdi lik idlenlk', dlart alle® obdie da Maan '<s machte ikomrtl hij .terug, én btold.t mdjb blamdéni en voieten vost «n srteekt me ieen prop to tnuijinj motndi en göotiit mij, to mija boot en troedrt met inlij' weg. lik halaitl hem!'7 „Du® diajnj hebben wdji jou htotonen flehreeuwen1?" riep Joe uite „Precies 1" anrtWTOObdJdie rij haastig. „D«e aakdoek liet los, Maar hij bracbiti me gaailw tot ziwiijigén." ,jHij iheeft het alleen' gedlajah cm ons rte pesten!" riep Joe woest. „Hij "wou haar miert voor ricb-zeh' hebben. Ik iheb alrtijid w,el gezégd dat hij zich veal te veei vcr- ibeeJLdidiö *.tokxr een kok! Ik heb jullie dikwijls genoeg gewiaarscbiuwldi.'" •dloudl j'iji ijie mond rtoch idlcht!" Bedidé Jack boos, „Lr zit) veel meer achtefr!" Hijl wenddé zrtc(h\ verwij tend! tot 'Bela. „Jij' roeide gisteren; rtoén wij op idie ri vier kwiamcn. Ik heb het idriJdélijk gerijen." „Zioodra hert begon rte etOrmen, heefrt hij, mo losge- aniedén. Hij; ikon nlert rocdien .Hij nium mijn geweer en Meld dat op mdji gericht en liet miji roeien." „Dlie vierviloékte 'schoft!" prevelde iSbamdi. iJ'ack 'wia® nog steedis niét over.tuigdL „Maar 'vian- diajag", zeidle h-ij, ^toon mijn riem «tuk geschoten werdi, lachte ja" Bela Met naar hoofd) bongea *XH!J biaid' mij meego- nomenT, provéldé rij. „Daarom 'dacht dk, dat lidj mot mij zou rtrofuwén. Ik Iben een goéd) xaoisjo. Ik docht, •dlart ik mert hein, rtronwien moest." Dit owertuilgicLe hen allen. 'Zij borriiten uit to booze ultiroapen- Maar niet om wat zi|i diaclirton dat Rélft géi/eden bodi Alleen dachten zij aan die beleediigiling. dte Sam hun aangedaan had; Ten opsichüe van Hela was ibumj 'houding eenrigszina veranderd. 'Zij wias nu ■een bescJiodligdl aritlkol. maar, toch nog begeerlijk, iHiun omlaag vioor baar wuté weg. „Ik zal onaljn' biel to zijn gerichit ronddraaien en hem 2xm> langzaam dtoodimatrteLen," bromde Joo. „'Schei tocihi uit!" riiep Sihlnndi uiik „,Wie veriiiezén inaar. tijd. Hij kian intog inlet. ver weg zijn.1 (Bela kwaim: dén konio hilL „Ik zal jullie brenSgeu water hij! tüs." zéidie ziijl ojxgiewtoridén, „Ik kiani zijn «ixior nagaan iu het gros. «Zelf kian dk hem hiér. rte pakken krijgen. Maar j.ullie moeten hém voor mij' straffen." „Daar kan je op rekenen, medBjo", Beide Jack (grim mig. „Geen bléedll" riep rij! rilt. „Al® hij om: mij gedioocl Wióridrt, kkijg alk een slechten- naam. En; .eten medlsje moet geen slechten indam hebben." Wordt verVollgdi.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 6