Mijn indrukken oyer
Tsjecho-SIowakije.
PINK PILLEN.
Reclames.
Rinnenlandsch Nieuws.
DDDÖDOODDÖDDODÖDQDOQDODÖDDDDDDD
Het recht op het leven
sa
BB ÖDDGOQGOÖDQQÖODODQOKinOÖÖQQDOÖQ BB
dan, het eerst een rol gespeeld heeft in de wereldge
schiedenis en in de menschenmaatschappij, hebben
wij, Westerlingen, ons maar dadelijk aangematigd
ons te stempelen tot de na-zaten van dat voorname
ras. Dat was wel zeer handig ingepikt, want de
voormannen van ons ras, dat hoogstaande blanko
rasl we moesten ons toch als de oppersten onder
de oppersten kunnen laten gelden! 1 Alles toch moest
aan het blanke ras worden onderworpen. Met min
der dan zoo'n afstamming zou het niet gaan om
Je tot uitverkoren ras te proclameeren.
Die koning Vajo van de Ariërs schijnt al wijze
lessen aan de menschheid gegeven te hebben, die
schijnt al heel goed geweten te hébben, hoe wij had
den te leven om een menschwaardig bestaan te ver
werven, dat wil zeggen: „Een leven te lijden zóó,
„dat de mensch lichamelijk en geestelijk tot volle
dige en harmonische ontwikkeling komt, zonder ge
breken, zonder ziekten, zonder ongemakken".
Maar natuurlijk dachten zijn volgelingen en na
komelingen er anders over, ze legden zijn lessen zóó
uit, als het hun het beste paste en vervielen spoedig
tot een soort fanatisme, een soort godsdienstwaan
zin.
Natuurlijk ging het mis, want dat is het eigenaar
dige van het Goede, het blijft maar goed tot op
zekere hoogte, je moet het nooit overdrijven, want
dan werkt het Goede weer verkeerd'voor je. En dat
is het eigenaardige van het Kwade, dat blijft altijd
kwaad, hoe ver je het ook opvoert. Dat wordt steeds
erger en wordt steeds grooter kwaad.
Overgaande naar een lateren tijd komen we tot
Herbes, die de leer verkondigde, dat vóór alles, „al
les waér" was. De waarheid was de Wetenschap,
de waarheid was de Kunst, enz., enz.
Ook deze vereering leidde evenals bij de Ariërs,
tot verkeerde opvattingen, tot dwaze uitleggingen, tot
een mysterieuze en fanatieke aanbidding, wat leiden
moest tot verval. Het ging er mee als met de leer
stellingen van Vajo, de Herbes leer ging te niet,
ook dat liet God weer toe.
De latere Isisvereering en de Isisfeesten ondergin
gen eenzelfde lot. Verkeerd uitgelegde wijsheid, ver
heimelijkt weten, geheimdoenerij en gewichtigdoe
nerij deden ook hier weer hun vernietigende wer
king gelden en de Egyptische beschaving ging te
gronde. Dat ze bestaan .heeft, daarvan getuigen de op
gravingen, de enorme vondsten en de kolossale bouw
werken, als de Pyramiden en de Sphinx. Ook dét
werd weer aan zijn beloop en aan zijn verloop over
gelaten. Weten, jullie menschen (en de Egyptische
wijsheid moet het „Ware" toch al hebben doorgrond)
best, hoor, dan maar in overeenstemming daar
mee leven, anders....
Hebben jullie er in je wijsheid geen oog voor, dat
je huren jullie willen bespringen, best, hoor,
wie niet uitkijkt moet maar te gronde gaan. Ook.d&t
wordt toegelaten.
Daarna predikten de Perzen de leer der Reinheid.
Alles in de Natuur moest rein blijven,. vooral het
Vuur was „iein". Vooral het Vuur werd om zijn rein
heid aanbeden, het Water was rein, de Aarde was
rein. Lijken van menschen en dieren mochten niet
worden begraven, de aarde zou er door veront
reinigd worden.
Ook mochten ze niet in het water of in de rivieren
of de zee worden geworpen, het water zou er
door worden verontreinigd.
Ze mochten niet worden verbrand, want het vuur
zou er door worden verontreinigd. Men legde ze
neer, zóó in de open lucht, waar ze tot verrotting
overgingen. Dat de luchtverontreinigd werd snapte
men niet, en het gevolg was dan ook, dat de vreese-
lijkste ziekten ontstonden en de menschen en de
dieren doodden bij massa's.
Later verschijnt Orpheus, de groote grondlegger/
van de Grieksche beschaving. Hij gaf de leer der
Harmonie, de leer van Overeenstemming, die in alles
en alles zou heershen.
Ook deze leer leidde weer, evenals bij de Isis-ver-
eering tot een stoffelijke aanbidding en tot een ma-
telooze bevrediging van zinnengenot. De verwijfde en
verweekelijkte Grieken werden een' gemakkelijke
prooi van de woeste, alles en allen aan zich onder
werpende Romeinen. De woeste en naar wereldover-
heersching strevende Romeinen hadden op het ge
bied van „de baas spelen" meer het „ware inzicht"
dan de andere vólken. De heidensche Romeinen ver
stonden de kunst zich te doen gelden en feitelijk
leven we nóg steeds onder diezelfde overheerscliing,
ofschoon het Romeinsche Rijk volgens de geschiede
nisboeken en hoekjes „viel" zooals de term luidt.
Het zoogenaamde heidensche Romeinsche Rijk is
niet gevallen, alleen heeft het een anderen vorm
aangenomen, bet heerscht nog met groote kracht!
Tijdens de Romeinsche overheersching verscheen
de groote leeraar Jezus van Nazareth, die de leer
van zelfopofferende liefde predikte.
De Joden hadden zich al reeds eeuwen en eeuwen
tot God's uitverkoren volk geproclameerd, juist als
de blanke zich proclameert tot wereld-leider, steu
nende op zijn afkomst van het Arische ras, en daar
dat „uitverkoren volk" te dien tijde erg in de kei zat
van de Romeinsche overweldigers, werd Jezus van
Nazareth eerst gretig door hen aanvaard als de ver
wachte Messias, de Verlosser, de verwachte koning,
die hen zou verlossen van het Romeinsche juk.
Toen jek, dat Christus zulks heelemaal niet van
plan was, dat het geenszins zijne bedoeling was zich
als wereldlijk heerscher der Joden te doen gelden, j
werd hij zooals bekend is, uitgestooten en tenslotte
vermoord.
Zijn mooie leer van overgave, opoffering en liefde
werd door zijn volgelingen als heel spoedig op zóó
treurige wijze verkondigd, dat ze de kiem der ont
binding nl in zich had opgenomen. De priesterschaar
kon zich niet ontworstelen aan het Joodsche geloof
en verknoeide en verdraaide haar evenals de vroe
gere leerstelsels tot fanatisme en dogma, zoodat we
gerust kunnen zeggen: „Wat hebben ze er van te
recht gebracht?" Het (zoogenaamde) Christendom
vloeit daarheen als. een geweldig groote bloedstroom,
En toen de Romeinsche keizers overgingen tot het
Christendom, werd Alles natuurlijk christen, de
Romeinsche heidensche priesterschaar incluis en
toen was het heelemaal mis. De heidensche kerk
met al haar afgoderij maakte zich van het christen
dom meester en maakte het geheel pasklaar voor
hare bedoelingen: Stoffelijke en geestelijke overheer
sching der wereld. En dat beoogt de tegenwoordige
heidensche kerk van Rome nog. Dat hééft ze altijd
beoogd, ze beoogt het .en zal het beoogen zoo lang ze
bestaat. En al zou de Kerk van Rome verdwijnen,
tóch zal er altijd weer een schare van speculanten
np der menschen onkunde opduiken, die onder het
mom van verlossing en zaligprediking haar eigen
belang in zeer bekrompen zin- zal voorstaan.
Uit dien Romeinschen tijd dateert het te vuur en te
zwaard uitbreiden van het zoogenaamde Christen
dom, de kerk wordt gevestigd ten koste van millioe-
nen menschenlevens en stroomen bloed. En aan wie
de schuld???
Aan de menschen zelf!!
Wij, wij, wij, hebben daaraan allen schuld, wij
dragen de schuld, dat die mooie leer zooveel slacht
offers heeft gekost, kost en kosten zal nog wel eeu
wen en eeuwen lang. Want de menschen hadden
behooren te weten, dat het in strijd is met de eeuwig
durende en onveranderlijk* wetten der Natuur, zich
op dwaalsporen te laten leiden door voorgangers
met achterbaksche bedoelingen en onwetende dwe
pers. Dat wij ons licht opsteken bij meer-weters,
goed maar we moeten ons niet tot kuddewezens
laten opfokken, verlagen én gebruiken. Dat zal lei
den, voor de zóóveelste maal: Ten Verderve. Het ls
woordelijk waai', dat ieder zijn eigen zaligheid moet
bewerken maar laat ieder daaraan dan ook arbei
den, zonder zich te verlagen tot kudde-wezen.
En laat vooral de „het goede" willenden inzien, dat
ze om tot een goede en eenvoudige wereldorde te ko
men, „kracht" moeten ontwikkelen ten goede, want
wanneer zij in gebreke blijven zich sterker te maken
dan de beoefenaren vaD het Ik-ik-en-nog-eres-ik-en-
dan-jij-niks, van de egoïsten, van de schoffies, dan
zullen die schoffies ten eeuwigen dage hun slag blif-
ven slaan, want zij, zij varen niet onder valsche vlag,
het is altijd een schoone vlag, die de valsche, ge-
meene lading dekt. -
Onder het masker van „medewerking aan het alge
meen belang" wordt het eigen belang, in den meest
bekrompen zin, behartigd. Er moet een meerderheid
komen van hen, die het Goede, willen en kunnen
doen, en die meerderheid is er, die meerderheid is
er altijd geweest, maar, ze is met lakschheid gesla
gen, ze wil wel, maar ze doet niet. Dat is jammer,
want voorwaar, ik zeg u, evenals toegelaten werd
dat de beschaving der Ariërs te niet ging, evenals toe
gelaten werd, dat de leer der Waarheid verhaspeld
werd, evenals de Perzische beschaving ten onder
mocht gaan, evenals toegelaten werd dat het uit
verkoren volk, de Joden, herhaalde malen in sla
vernij verviel en heden ten dage als een veelzijdig
verachte natie over de wereld wordt gejakkerd,
evenals toegelaten werd, dat de Egyptische bescha
ving, die der Phoeniciërs, die der Mooren, Kartha-
gers, Romeinen en Grieken vernietigd werd tot op
zekere laagte, evenals toegelaten werd, dat de leer
van Christus werd tot een oceaan van bloed en tra-
ren, evenzoo zal toegelaten worden, dat Geweld en
Onrecht over de Menschen zal heerschen tot tijd en
wijle ze zullen hebben ingezien, dat het zoo niet
langer gaan kan en mag. Zoodra hun goede plan, van
geestelijk beeld geworden is tot goede daad, eerst
dan kan gerekend worden op steun voor volgende
daden.
Zoo w&s het zoo is het zoo zal het blijven,
door alle tijden heen: Alles wordt toegelaten, maar
het „juiste" te doen is Menschenplicht!
Ook in de woonhuizen en andere buitenbouw is
•dé overgangnaar t Oblaten merkbaar, vooral) in
slecht onderhoud verschillend' van (dergelijke» bouw
in iBerlijn of zoo. Straten met gewone huizen name
lijk zag fk hier nergens, alile isltrateni zijn bebouwd-
met min of meer groote gehouwen, met een ingang.
Ze lijkten op onze etagéwoningem, echter van buiten
af geen bellen: alle contact met bewoners gaat over
portier, of, daar déze vaak zoek is, na 'zelf lang
rondlzoeken. iObk geen namen buiten, sléchts Samen
een.' nummer. Ook in de mindere buurten .staan der
gelijke gebouwen, daar onge|veer als kazernes er ui't
ziend.
/In de rijke industriegebieden en grooite steden ziet
men: Iwel1 .enkele kleine 'villaparken, maar 't i® uit
sondering. Van buiten is allés hier gepleisterd1; izoo
bouwden ze vroeger en zoo buiwen ze nu nog. Vorm
kan 'heel mooi zijin, 't pleisterwerk maakt het geheel
.^Luister eens goed ,naar mij! Ik heb het je niet
verteld, o<mldat het maar onzin' is. Zij is een ouide
vrouw, een malle gans. Ben je bang voor haar?"
„Zij is een blanke", zeidé Bel®. „Zij weet meer dan
ik. Zij weet hoe zij een man .vanigen kan. Ik ben
niet heelemaal blank. Ik wdon (hij de Indianen. 'Hij
haalt daaróm zijin neus voor. mij1 op. Ja, ik hen (bang
'vdor haar. Gééf me mijn belofte terug. .Ik ben niet
gék. Ik heb alles gedaan wat je gezegd; hebt. Maar
ik moet gaan kijken".
,^Nou, als je moet gaan, dan moet je gaan," zeide
Musq'oosis boos. „Maar kom me nou ook later niet
Vragen, walt je doen moet"
„Vaarwel!" izei-da Bela, terwijl zij de tepee uit
vloog.
Op een keer, dat' Mrs. Beattie en Miiss Mackall
saimien izaten te naaien, nam de vrouw van den chef
de gelegenheid waar om haar zuster een paar ver
wijten te doen aangaande Sam, In den laatsten tijd
sttanld (Miss Mackall steeds op den iweg al® Sam 's
öchitend® en 's avonds voo'itoiji moest komen.
„Mhs. Bea-ttie was een kalme, verstandige, zachite
vrouw. „Hij is zoo jong," zeide zij.
IIlaar zuster stemde het dadelijk toe. /Natuurlijk!
Bijina nog een kind. Hij heeft heelemaal geen vrien
den. En hiji heeft juist b 'vriendelijk woord ntoodig".
„Maar staat het eigenlek «wel aan jou om dat te
doen?" vroeg Mrs. IBeaittie heel zacht.
„Zuster! Hoe kan je zooiets zaggion?" zeidie Miss
Mackall gechoqueerd. „Nog zoo'n kind je, zondt
gaan denken1 O, hoe kan /je het zegigen?"
Mrs. IBeaittie liét met een zucht het onderwerp
ruston. Zij was in .geen vijftien jaar thuiis geweest
en had haar oudere zuster erg veranderd gévonden
en moeilijk te begrijpen.
(Later, aam tafel liet IMiss Mock'ell zich langs
haar mëus weg ontvallen, dat de jonge man wel
eens te eten gevraagd mocht worden. Gilbert EBeat-
tio keek vlug op. 4.
wDlt is het huis van de cotmipany", zed'de hij vrij
bits, „on wij izij'n, om ztoo te 'zeggen, publieke per
soonlijkheden. We moeten geien gelegenheid geven
'tot dwaze praatjes."
.Praatjes?" herhaalde Miss Mackall. „Ik begrijp
je niet."
Pardon", zeide Beattie, „dat geloof ik wel. Be
denk, dat de zuster van den chef evenals Caesar's
vroiuW Iboven iedere verdenking staan moet."
dadelijk doodsch en somber. Zoo os de ouderdom
van een huis hier moeilijk te schatten, allen ziten er
vrij (gauw verwaarloosd uit en blijven langen tijd
in dezen half vertvuildien staat. Zoo ook de netste
woonhuizen: 't binnenkomen is altijd een verras
sing, niets verraadt buitten de netheid binnen. Het
gemeenschappelijk belzitltten on de zeer stoffige at
mosfeer zullen hier wel een groot deel schuld aan
hébben. 'Vooral nu 't hier weken droog was, is de
lucht slechts Is morgens vroeg frisch. Muren van j
alle geboulwen hier zijn di'k en hebben zonder uit-
zondering, dubbele ramien, wat 't doOdsche aanzicht
nóg vermeerdert, 't Is voor die kou; hiervoor ook de
reusachtige steenen kachels die stoms nu nog lus
tig branden, ondanks de warmte midden op den j
dag; verledien Wéék vroor hier nog geregeld
's nachts.
Straten zijn (Slecht geplaveid', meest dikke Hol-
landsche keien, weinig aspfoa.lt; bovendien is de
stad' op heuvels gebouwd, zoodat het rijdten hier
zeer vermoeiend' is. Wij worden steeds in speciale
autobussen: vervoerd, Verdere vervoer gaat met tram j
oif te voet. Fietsen ziet mlen hier hee'1 weinig., ook 1
buiten niet.. Deze enkelen hebben groote kam rade-1
ren, versnelling matig, niet te verzetten, (Hierdoor
is de tijd tussrhen de doo-de punten langer en wordt 1
voortdurend kalm kracht gezet.
't Verkeer houdt hier links, d.w.z." trams en auto's, 1
op de trottoirs heersic'ht geen regel. Ook treinien rij
dlen links, som® echter rechts.
In tegenstelling met vele bericbft'en van steWa arisch te
en duurte blijkt het eten 'hier goed, volop en goed
koop. De hoitelmaaltijldten (particulieren hebben on
geveer zelfde gewoonten, de eerste ken ik echter be
ter) zijn drieërlei, t Ontbijt is zeer licht, éen ware
Tsijech drinkt alleen een kop kloffie. Meestal krijgt
men een sa/mme! en w&t boter er bij, die e'enige lbo-1
ter van het heel menu; somis alleen jam. (Samtaiels
iis de oude Dudtsche naam voor onze kleine brood- 1
jes met maanzaad,- suiker en zout er op. Maanizaad
is een van de vele specerijen hier, een andere waar
ze dol op zijin, is knoflook. In een vofkéhiotel ruikt
alles ernaar, troutwenis, op straat 'komt men 't ook
vaa'k tegen, 't Is het e'enige Vwat sommige dingen
voor ons eetbaar maakt.
(Het middagmaal is heit zwaarste, net alis de 'Duit-
schers, du® op het midden van den dag, d'e groote
maaltijd. Vaak zeer voédende soep; dan vleesch, os-
senvleesch, of varklensborst, in dikke plakken, of de
bekende schnlitselis, Waarbij eien zuur slat je (aard
appelen, linzen, bineten', kool, uien) of eien ander
sterk, staakend, weinig voedend bestanddeel. Rijst of
aardappelen in kleine hoeveelhédlen komen er soms
voor in de plaats.
Meestal volgt een 2e garng met :weer veel vleesch, j
hier vaak -éen bal ongaar brooddeeg met rozijnen er
bij, oen zeer gelief dl 'recept. Dia» -meelst taart o'f zoe
tigheid;. waar Bohetmieni beroemd' voor is. Kaas In. dd-1
verse soorten met zeer sterken smaak en zwarte
kloffie besluiten de maaltijd. Deze is natuurlijk zeer I
uitgebreid, maar 't geèft een ovenzSchlt en de we
zenlijke bestandideelen zijn voor een matig in'kOmien
vriji gaulw te bereiken. Veel peper wordt 'gebruikt
in verScM-llendle- so-ort, verder wordt altijd1 bro-od' er
hij gegeten: óf (bhoodljes, óf snedten «zuur bruinbfood,
wat aan onis slecht distributiebrood doet'denken.
Voor eien maaltijd op reis wordt meest -brood met
worst meegegeven. Worst kan men hier in zeer
veel soorten) krijgen, velen izijn vob.r on® slecht van
smaak, -door een m'enlgsel van knoflook, uien, met
som® bloéd. D'e gr-ootO hoeveelheden vleesch 'worden
deels 'uit gewoonte, deella uit goedkoópte gegeten. 1
Een kilo vleesch kost ongeveer 13 kronen, pas se
dert betrekkelijk korten tijd echter. Broodjes, aard
appelen enz. zijn denk ilc in verhouding duur;
vreemd el inglenprijizen zijn echter niet altijd! te ver-
troulwen.
IDe waarde van een kroon -is hier moeilijk vast fte
stellen,, op 't éena moment doe je er veel meer mee j
d'an op t andere. Zoo ktost teen tramrit 1 kr., naar 'n
voorstad 2 kr. 't Laatste even duur al® een1 iglas
bi-er. ILandiwijn in flacon opgediend (Iha-lve flesch on-
geve er) kost Ipl.im. 10 kr.; Tokager, een vani 'de lek- j
kerste soorten hier 15 kr. Br! elkaar tien weer duur,
60 heller (11 heller is -/-1Ö0 kir.) tot 1' kr. Slappe h-e/mkb
boordjes iwaren in Ostrowa eenige kronen 't 'stuk,
gewone overhemlden 180—230 kronen. Schoenen 'zijn
van 1"80300 kr.^ koffers veel duurder in verho'u-
din.g, -ook reparatie erg duur. Confectiepakken Van
1500—2000 kr., dus slechts iets goedhooper d'an hier, j
Luxe -artikelen zijn vrij goedkoop dóór weinig vraag,
'voor vreemdelingen stijgen de -prijizteni echter onrust
barend, dan „vergist" «men zich voortdurendgeen
percenten o'f buitenland toeslag geheven. Hotelka
mers van 3050 kr., diner 30 kr. Voor die bevolking
zijn de prijzen anders, studenten minimum- is 406—j
500 'kr. per maand. V-oor ons ls die levensstandaard
echter toch ruim- 2 m-aal goed'kooper hier, d.w.-z. bij I
wonen, niet bij reilzen.
biljet een zoo goed mogelijk gebruik te maken, waar
om de vrouwen tot het houden van een onderlinge
bespreking door een viertal vrouwen waren bijeen
geroepen.
Met het laten optroden van vrouwelijke spreek
sters, het houden van cursusvergaderingen en der
gelijke wensclit.men te hereiken wat hij de oprich
ting beoogd is: meer ontwikkeling en voorlichting
van de verschillende levensbeschouwingen.
OUDKARSPEL.
Door tle gascommissie wordt aan de respectieve
lijke raden voorgesteld om den prijs voor elcctrische
kracht te brengen in de lichturen op 30 cent en buiten
de lichturen op 20 cent per K.W.
Tot heden was de prijs zoowel voor in als buiten
de lichturen 30 cent. De prijs is ,Voor de lichtverbrui-
kers 45 cent.
BROEK OP LANGENDIJK.
In der raadszitting van Donderdagmiddag werd de
rekening van de brandstoffencommissie goedgekeurd,
werd aan den sluiswachter in overweging gegeven
om ih verhand met de groote motoren een verzoek
om tariefsherziening te doen; werd besloten zoo
mogelijk eenigszins tegemoet te komen aan een ver
zoek van Schuttevaer om verbetering te brengen in
de remming bij de sluis; werd aan den oud-tele
foonhouder bij voortduring een toeslaa van f100 op
zijn pensioen verleend, kreeg de Rijksveldwachter
f32.98 schadeloosstelling voor personeele belasting:
werd aan de verloskundige mej. Hoff als zoodanig
op verzoek eervol ontslag verleend met ingang van
1 Augustus, wegens benoeming te Vreeswijk; werd
een verzoek van IJ. Klos en anderen om beteren
afvoer van straatvuil aangehouden; werd besloten
tot aansluiting aan het waterleidingbedrijf en werd
het voorstel van de gascommissie betreffende herzie
ning der salarissen goedgekeurd, omdat een ander
besluit toch geen invloed zou hebben, daar de meer
derheid der raden het, reeds aanvaard heeft.
Verder werd goedgekeurd het voorstel van de gas
commissie om den prijs voor krachtstroom te verla
gen, werd de politieverordening opnieuw vastgesteld
en werd besloten om devoorbereidingen te treffen
voor de benoeming van een oudercommissie. De
leiding van de eerste vergadering werd aan den heer
Zaal opgedragen.
Voor het schatten van de waarde van de Christe
lijke school in verband met de nieuwe lager ondeiv
wijswet, werd de gemeenteopzichter aangewezen.
ZUIDSCHAR V/OUDE.
Pogingen wordenaangewend om er toe te ko
men voor rekening van deze gemeente en de ge
meente Broek op Langendijk tezamen een verlos
kundige te benoemen.
Nu de vroedvrouw uit Broek gaat vertrekken en
zi] ook haar diensten in deze gemeente verricht; t
meende het Dag. Bestuur van Broek, dat benoeming
voor gezamenlijke rekening de meest aangewezen
weg was. Hierdoor zou een hooger loon bepaald kun
nen worden en daardoor de meeste kans bestaan
een uitstekende kracht te krijgen.
DIRKSHORN.
Woensdag had onder -begunstiging Van prachtig
we-der -de rijtoer met de kinderen van 5 klaissien der
apenbare school naar Bengen en (S'cbo.orl plaats. Tot
aller genoegen kon thans den .'Duinweg worden ge
reden en izonder beswaar.
Te Bergen, Zand gat, werd in den fraaien .speel
tuin van dien heer Bruin volop geniotlen, terwijl 'het
veijbiijf -aldaar 'werd Ibesloten, imet een wandeling
naar, 'heit, O'udé stot, vaniwaar de rijtuigen id-e kleinen
a'fhiaaldlen.
Toen naar ISch'óórl, waar op het terrein van den
■heer Timmerman prettig werd gespeeld. Daar het
■hier niet te druk was. konden ook -de kleinsten thans
ongehinderd !i-n het zand rollen. Te 7 uur werd da.
thuisreis aanvaard, welke zondek ongévallen werd'
volbracht, dank zij de voorzichtigheid van de. be
reidwillige voerlieden.
KEURINGSRAAD.
Gem. Hoogwoud. Goedgekeurd: Bakker, Adri-
anus; Bakker, Pieter Jan; De Boer, Pieter; Huis
man, Pieter; Keizer, Reijer; Klaver, Adrianus Johan
nes; Koeten, Hendriktis Marinus; Koning, NtcoIauV,
Moeijes, Pieter; Molenaar, Cornelis; Rood, Jacob;
Rood, Nicolaas; Rodker, Gerrit; Rooker, Jan; Schoo
ien, Johannes: Slagter, 'Pieter; Speots, Jacob; Vel,
Jan; Wagen, Pieter; Zomer, Germent.
Ongeschikt: Rinkel, Dirk.
Gem. Oude Niedorp. Goedgekeurd: Bakker,
Pieter; Bood, Pieter; Van Breugel, Pieter; Ileinis,
Willem: Kollenberg, Hendrik; Karsten, Evert; Kooij-
rnan, Pieter Nicolaas; Poldervaart, Benjamin: Por-
tegijs, Nicolaas; De Ruijter, Dirk;1 Wijnkèr, Simon.
OUDKARSPEL.
In een Woensdagavond gehouden Vergadering te
Noordscharvvoude, waar 20 vrouwen aanwezig wa
ren, is besloten tot oprichtig van een vereeniging,
speciaal met het doel tot ontwikkeling.
Nu de vrouw door het verkrijgen van het kiesrecht
in het politieke leven gebracht is, werd het ook
dienstig geacht haar voor te bereiden van het stem
a
m
tra
tn
C3
a
en
CZ3
C3
m
CT
d
VfUKR'JfiT MfN DOOR
Eischt Hollandsche verpakking cn gebtuik«aanwijzing
tn
d
rzx
m
d
r-t
d
d
d
r_n
tri
d
(Mis® Maclkall schudde «haar' hoofd en at zwijgend
veirder. Personen, met eón roimanltiisch temperament
mogien graag een kek-ere tyrannie. Zij «vónd1 er zich
zelf jong en interessant -door.
Dien middag, liep iziji den; weg «éen éi-dnjje op en
kwam zij Sam tegen op een plaat®, waar men haar
van uit het huils niet zien kon. Siaim groette haar
met een ist!raliendën glimlach.
(Hij had een gevoel alsof zijl iz-ijn -éenigè vriend
wiais de eenige ziel met wie hij spreken kon. Hij
ko-n igeen gebreken- in haar v-inden. Over haar leef
tijd had «hij nooit gedacht. Als men op een ant
woord' aangedrongen had, zou hij gezegd hebben:
„O. -een ijaar of dertig!"
„Allo!" riep hij. „Stap o-p en rijld met mijl teruig".
,,/D.a-t kan ik niet", antwoordde zij géheiimizinnig,
„Waarom niet?"
„Zij mogen me niet zoo dikwijls met je zien."
JHte?"
„Het -schijnt, dat d'e menschen -oiver ons begin
nen te praten. I-dioót, wat?"
iSialrn lachte heesc'h. „Ik "ben er aan gewend," zei-
de hij. „Maar voor u is het natuurlijk Iets heel an
ders".
„O, mij laat het koud", anttwtoordd-e zij. „Maar
mij-n zwager
„HIJ heeft v zéker voor mij- gewaarschuwd", ant
woordde hij. ^Natuurlijk moet u u storen aan wat
hij zeigt. 'Dat begrij'p ik." (Hij dééd, alsof hij verder
willdo rijden".
IMisis Mackall scheen op het punt izich voor de
paarden te werpen.
,/Hoe kun je dat zeggten!" riep zij verwijtend'. „Je
weet dat ik niets geef otm wat die ook zegt. Maar
zoolang -ik in zijn huis ben, moet ik
„Natuurlijk" zeide. Sam. „Ik zal het u1 niet moei
lijk-er maken!"
„Als -wij elkaar een® schreven", opperde zi] „,en
de brieven op een veilig plekje legden."
iSiam schudde zijn hoofd. „Ik heb nooit goed
bri-eiven kunnen -schrijven Bovendien heb ik geen
pleklje en geen gereedschap om- te schrijven.'
„Er i® nog wel een a-nldere maniiér", prevelde zij,
unaar daar moet ik maar lieiver niet over praten".
,/Hoe dan?"
„Er is eeni pad -aan den achterkant van het huis
regelrecht naar GW-er\s Point. Het wordt nooit ge
bruikt, behalive wanneer zij 's avonds voorraden
naar de factorij' brengen. Tegen negen uur is alles
stil. Ik zou het huis uit kunnen sluipen en je op
het pad tegemoet 'komien. W'e zouden een poosje
'kunnen -praten! en ik voor het donker weer thuis I
zijm"
Saim voel-dë zich ©enigszins wijfelend, maar hoe
kon eep jonge man in zoon geval weigeren? „Als u
dat wil, heel graag," stemde hij toe.
„'Ik «denk slechts aan jOu". izeidë zij.
„Ik zal er 'zijn."
Men zou moeilijk een 'betere ptfaats voor een ren-
déz-vou® kunnien vinden. Er kwam noodt iemand
dat pad langs en menschen, die op den hloofdweg
liepen, koridepi het onmogelijk zien. Hiet begon in
•de bossichem van GrierV IPo-init, liep dan door wil-
genlboischje® en olver een beboiScht heuveltje en ein
digde hij -de achterplaats van- Beattrie's huis.
-Zij kwamen elkander in de teedere schemering
midden in de wilgenbóschje® tégen. (Het hal'f don
ker deed haar tien ijaar j'onger lijken en Sam kreeg
bijna eien bon.a fliide romantisch gevoel, toen- Ihij
haar, teniger en slank figuurtje naar zich too zag
komen. In zijin- dankbaarheid v-oo-r haar hartelijk
heid' wenschte hij oprecht iet9 meer dan vriend
schap voor haa-r te kunnen koesteren een gevaar
lijke gemoedstoéstand voor een jongen- man. Hij
spreidde zijn jas uit, zoodat zij erop zou kunnen
gaan! zitten ien liet zich dan naast haar in het gras
neervallen.
„Róók eien pij'p", zeide zij.' „Dat is gezelliger".
Hij' deed haar zin.
„Ik wóu, dat ik zelf een sigaret had," voegde zij
?r giebelend aan toe.
„Rookt u?" vroeg iSam verbaasd.
„Neen", bekende zij, „maar alle jonge moisjes doen
het tegenwoordig."
„Ik zie het niet graag."
„Tk maakte natuurlijk maar een grapje", ant
woordde zij' vlug.
(Hum gespik wa® niet erg romantisch. Hoewel
met de helste bedoelingen bezield, -verijdelde Siam
alle pogingen van haar in die- richting. Hij: lag op
'zijp. eienen elleboog -naast haar.
„Wat is je haar dik en mooi!" prevelde zij.
,iHet uwe ook!" antwoordde Sam beleefd.
Zij stak vlug hiaar bedde handen pp. „Kijk er niet
naar! Een kapper heeft het heelemaal bedolven.
Toen1 ik nog een kdnid -was, hing het tot over mijn
-miiddeL"
ISam, die niet precle® wist, wat hij daarop ant
woorden- moest, hlieis een dikke rookwolk uit.
„Wat een heerlijke avond!" fluisterde zij.
„Praichtiig!" zeide Saim. .„Dat bij-d-éhand'sche paard
van me. S-ambo, heeft vanochtend-1 een. steen tu®*j
schlen zijin- hoéf gekregen. Ik kon er maar niet ach
ter komen waar het zoo kreupel door was vóór we
halverwege de biaai waren. Ik wouyda't ik - wat meer
paabden wist. Ik luister wel' zooveel mogelijk, maar
je weet nooit of wat die kerel-s zeggen waar iis of
niet."
,jHet is eien schande zooals ze je altijd plagen!'
zeiid'e zij op warmen toon.
„O, hou kan h'et me niet schelen", antwoordde
Som. ,j(Nu ik een: 'fatsoenlijk haantje heb, kan ik al
les verdragen, iH-e-t zal nog wel goed komen. Ik ge
loof, dat ik al1 een verschil zien kan. Ik denk r
■dag en nacht over. (Bet is mijn ideaal. Ik bed01
weer heelemaal goed worden met die kerels! Nb
dat ik zooveel om. ze geef. Maar tma wat er gébeu
ie. Ik -moet zorgen, dat ze respect voor rrfij krijlgenl
'In volkomen onschuld k-on iSam geen andere gi
voelen® voor 'haar koesteren dan dankbaarheid eoj
vriend-schap, Maar toch zou het niet de eerste keer
zijn, wanneer dergelijke éerivoudige en kalme ge
voelen® hem plotseling in een onontwarbaar net ge
bracht hadden. Mannen .zijn kleine -kinderen in der
gelijke gevallen.
(Maar -dien- avond gebeurde er niets. Hij liep mot
haar tot «dien- voet van den- heuvel terug en da-a-r na
man zij, zelfs zonder elkaar een- hand te geven-, -af
-scheid.
„Wil ik u nietf doo-r het btosch terugbrengen!
vroeg hij.
-Zijl knikte' vaW (meen. „Zé zouden- hét van uit he
huis kunnen -zien. Hot is nog zoo licht. Mórgen
avond op denizel'fden tijkl?"
Ja", antwoordde Sam.
Zij. keek hem na tot hij tuöschen de wilgen vel
dween. -en beigon da» «den lagen heuvel op te klim
inen. Tusschen de stalmmen van' de groote denmei
wais het donkerder -dan .zij: verwacht had. D-e stu'K
ben helldere hetm/el schenen 'onmetelijk ver weg. He
bosicb Was .vol fluisteringen-. Zij begon er spijt vat
te Ikrijigen, dat zij hem zoo gauw had laten gaafl
•en versnelde haar pas.
(Wórdt vervolgd