Alltlttl Bi (IK- Kijkjes in Engeland. Dinsdag 23 Augustus 1921. S4»t« *ï^girvH>nv 0S71- UITGEVERSTRAPMAN A CO.. SCHADEN. Binnenlands ch Nieuws. SCHA Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nnmmers 6 cent. ADVERTEN TlfiN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno inbegrepen). Groote lletters worden naar plaatsrnlmte berekend Dit blad verschijnt viermaal per week :Dinsdag. Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's m. 8 unr worden AdvertentiÊn ^^oo^eeTmogeRj&^iwie^erstnitkomen^inmmerjreplaats^^^ POSTCHEQUE en GIRODIENST 28830. INT. TELEF. no. 20. De 12e Augustus was sedert 1831 een zeer bijzon dere dag ln het Vereeniigid Koninkrijk. Op dien dag werd de zitting Van ,Hoogerhui3 en Lagerïh/ulfl gjeslo-1 ten. De oorlogsjaren hebben daaraan een ednde ge- maialkt, omdat de eischen aan het Parlement gesteld, van dien aard zijn geworden, dat men met deze ongeschreven wet, dat op 12 Augustus de zitting van beide Huizen gesloten werd, heeft moeten breken. 'Sedert ,1831 begon steeds op 12 Augustus 'de vacan- tie der Parlementsleden, omdat bij de Jachtwet van 1831 bepaald werd, dat de jacht op „Grouse" den 12en Augustus van ©lik. jaar geopend zou zijn. Die Grouse is een soort patrijs, en komt uitsluitend ivoor in Groot-Brltanndö en wel in hoofdzaak in het noorden van Engeland en dn Schotland. Vandaag is de jacht geopend1 en het la de eerste buiger schutter, ook waars'chijnlijik tevens de beste, van het Vereonigd Koninkrijk, die daanvan profi teert. De Koning is gisteren naar Bolton Abbey in Yorikshlre vertroikiken, waar hij de gast Is van don Hertog van Devonahire, den pas teruggekeerden af getreden gouverneur van Canada. ■Do hertog van Dervonshire, het hoofd van het omfó geslacht Cavondlislh, is nog van het echte Engelsche wagonschot. Hij heeft 5 jaar long, onder moeilijke om standigheden zijn vaderland; en zijn koning in Ca nada vertegenwoordigd en toen hij nu een maand geleden dat land1 verliet, getuigde een ieder dat men met groot leedwazen den Hertog en de zeer sympa thieke Hertogin zag vertrekken. De hertog had 5 jaar lang zijn grouse schooting" gemist, een heel ding voor een Enge lach sportman. Maar nu komt dan i zijn Vorst met hem het genoegen van de jacht dee-1 len, geeft hem, zijne gemalin en zijne becdittlng de eer van Zijne tegenwoordigheid. Bolton Aihbey, moet een buitengewoon goed ter rein voor .yGrouse" zijn, dus die Jtoning, die een uit-j nemend schutter is, zal wel zorgen, dat Hij het jacht- j veld eer aandoet. Met een betrekklijk 'klein aantal i geweren worden meestal van 1000 tot 2000 grouse geschoten. Van Bolton Abbey gaat de Koning naar zijn eigen goederen in Schotland, naar Bolmioral en zal daar een paar maanden met het Koninklijk Gezin ver- j toeven. Het is wel opmerkelijk hoe iedereen im het! land den Koning eene prettige vacamtio. ver van al j het Sfcaatsgewoql af, gunt. De staatkundige ,en cere-1 monieele plichten, welke er het geheele jaar op de zen heerscher van het Brltsche Werelrijk ruston, zijn ontzettend. De Koning is een uitmuntend, con stitutioneel vorst, -dit is kortgeleden mog door het Parlementslid I. H. Thomas, den leider der Engel sche Arbeiderspartij, in het Lagerhuis naar voren gebracht, toen die indiscretie van Lord Nortohcliffa Ïq die Kamer besproken werd De plichten, dJe staatkundige plichten aan het Kei- eer-Koningschap verbonden, zijn niet op te noemen, maar bij een wereldrijk als het Britsche doen zich natuurlijk dagelijks zaken (van buitengemeen be lang voor. Wanneer men dan zieta hoeveel groote en kleine audiënties de Koning wekelijks geeft, hoe Hij zich steeds vertoont, daar waar Zijne tegenwoordig-; hcid niet alleen wordt geëAsciht of op prijs wordt ge steld, maar ook waar door Zijne tegenwoordigheid,: hetzij eene besproken traditie wordt hooggehouden,1 hetzij een aanmoedigend, belangrijk vooribeeld gege ven, begrijpt men hoeveel er van geestkracht en li-1 chaam des Konings gevergd wordt. Wij zien den Koning met Zijne Hooge Gasten, den Kroonprins van Japan en het Belgische Konings-1 paar. Wij zien Hem bij het Royal Tournament en later bij het Concours Hlppdque in het Olympia te Londen. Wij zien Hem nieuwe vaandels uitreiken aan de Garderegimenten en het concours der aviatiek fn Hendon bijwonen. Hij bezoekt de wedrennen te Asooftt .en te Goodwood de crkketwedstrijid, Australië tegen 'Engelland. Hij gaat naar de groote Landbouwtentoonstelling, later naar Harwich en naar Gowes voor de aellwedistrij- dien. Hij opent het nieuwe groote dok van 'a werelds grootste stad, van JLond<en. Overal is hij een waardig vertegenwoordiegr van het machtige Rijk overal is hij een der toonaangevenden onder die burgers, niet al leen omdat hij Koning is, maar omdat hij wat hij doet, goed doet. Zie Hem bij dopracht en praal van een intocht van vorstelijke personen, of terugkeerende van de ope ning van hot Londensohe dok, of bij het onthullen van hot standbeeld van zijn Vader, steeds hebben wij het gevoel eon Koning te zien, een beminnelijk man, een aangenaam monsch, maar eon Vorst (Maar zie do Koning oena werken op zijn Jacht, de Britanmia, om te trachten den zeilwedstrijd te win nen, met een matrozenmuts, niet heel flatuos, maar practisoh op, trekt hij mee om de zeilen zoo gauw mogelijk omhoog te hebben, en ieder, die do zeil- sport kent weet hoe dit er bij 'n zeilwedstrijd op aan komt. Maar niet alleen dat de Koning op zeilwed strijden meedoet, en eerste prijzen weet te winnen, Hij laat op de wedrennen zijne paarden mooloopen, Btuurt op de landbouwtentoonstelQling zijn eigen ge fokte paarden, koelen, schapen en varkens in. BIJ alles doet de Koning moeite bet beste te goven. Dat weet het Brltsche volk. Arm en rijk, lang on hoog, allen verhougon zij zich over eon prijs van een paard van hun Kondng, alsof'het hun paard was, voolon het verslaan van de Britannla alsof hun Jacht verslagen is Het Engelscho volk Is sportlef en weet don Bpor- tdieven Koning te waordoeren. Paardrijden doeit Z.M. Biecht, maar Hij is ook als zeeman opgevoed en li een heel goed1 zeeman. Jio moet nu eenmaal geen matroos op oen paard zetten. Vorder waardeert het volk den persoonlijken moed van don Koning, die toen dot in 's londs belang was, zonder bedenken ging maar Ierland om in Belfast de openingsrede uit te spreken voor het Ulster Parle ment. Zijne raadgevers meenden terecht, ,dat de woorden, vorvat ln die rede, on door Kroon en Mi nisters daarin met de bedoeling neergelegd om te trachten vrede in Ierland; mogelijk te maken, uitge sproken, door den Koning zelf en ln tegenwoordig heid van de Koningin, een indruk zou maken, die al leen het Koninklijk gesproken woord vermag te doen. Maar dat de Koning ook, wanneer dat geen in breuk maakt op de constitutioneels verplichtingen, kan toonen een groot Btaataman te zijn, bewees ZM. Ï3E da^en- Dg Eerste Ministers van Canada, Au stralië, Nieuw-ZeeVmd en ZukKAifrikn koeren ca af» loop der Imperial iConferentie weer naar hunne lan den terug, doch niet dan nadat zij gezamenlijk een adres tot den Koning gericht hebben. Zij spreken in dat adres van de hernieuwde verzeke ring van trouw en gehechtheid tot Groot-CBrttannlë, waarin gieene veroudering aal komen. Maar tevens wijzen zij er op, dat die trouw en gehechtheid voor al te danken is aan de aigemeene genegenheid van de (bewoners der koloniën voor het Vorstenhuis en dat de Koning, door zijne bekende Bympathie voor die bewoners en zijn streven voor hun geluk vde groot ste en hechtste schakel is in de ketting, die alle volkeren vian het Britsdhe Wereldrijk vereenigt. Die Koning, die wel weet hoe belemmerend de af wezigheid dezer Ministers op den gang van zaken in hunne respectievelijke landen werkt, en hoe Juist de groote afstond tuissohen de verschillende kroon landen en het moederland het gevaar van afschei ding in. zich houdt, heeft in zijn antwoord er op ge wezen, dat Hij hoopte, te kunnen medewerken tot het welslagen van de pogingen, welke gedaan wor den om de verkeersmiddelen tusschen de verschil lende landen met het mioeidierland! en onderling .te verbeteren, omdat Hij het van het grootsto belang acht dat er voortdurend eene uitwisseling van mee ningen zou kunnen plaats vinden tusachen de ver schillende ministers. De Koning, vertrouwt dat dit niet alleen de hecht heid van het Britsdhe Wereldrijk, doch tevens do ai gemeene wereldvrede zal bevorderen. Inmiddels zijn van de week de uitgaven van het Koninlklijk Huis in het Parlement ter sprake moeten komen, omdlat de Koning niet wil, dat de "schatkist meer voor de uitgaven van het Koninklijk Huis «al uittrekken en .daarfc-m wenscht belegd kapitaal te realiiseeren en dat voor bestrijding van de uitgaven te gebruiken. Daarvoor is de tussohenkomst van het Parlement nooddg. Het is in het Lagerhuis zeer deli caat te berde gebracht door den heer Ghamberlin, Lord Prisy Seal. Aanleiding tot discussie gaf het voorstel niet. Slechts werd de gelegenhedd gebruikt om er op te wijzen, dat de Koning en de Koninklijke familie zoo eenvoudig waren, dat de lasten der Ko ninklijke Huishouding niet toenamen, door lurieuse eischen van het Koninklijk Huds, maar dat de kos ten van het ceremonieel, dat van den Koning als zoo danig verwacht wordt, heel veel meer bedragen dan voor den oorlog. De Koning was gaarne bereid de pracht'en praal van het ceremonieel te verminderen, maar het bleek, dat het volk den luister van hot Hof niet wenscht te zien verbleeken, Het gevolg was diat, waar de Koning ln deize tij den, waar de grootste spaarzaamheid voor hei Brlt sche volk noodzakelijk was en de lasten van het volk reeds zeer hoog waren, geen extra sommen uit de schatkist wenschte te zien toegestaan, maar weer persoonlijk een geldelijk offer wilde brengen door eigendommen te verkoopen. Onder luide toejuichin gen werd er op gewezen, hoe Georgo V, die de een voud zelf is, en op de uitgaven, van zich en zijn ge zin bezuinigt, den 'luister, die rijn volk .van zijn Ko ning verlangt, aldus deels uit eigen beurs betaalt, hoe deoe vorst in zijn land en bij zijn volk een zoo danige plaats innam, dat men deze delicate aangele genheids, op deze aangename wijtze in het Parlement heeft kunnen bespreken, en dat het voorbeeld, van den Koning om- zoo zuinig mogelijk te wezen, zeker door geheel bet volk gewaardeerd en nagevolgd zal worden. Toch is het ten «lotte niet juist dat een Vorst, van wien nu eenmaal ceremonieel mi. terecht verwacht wordt, daatvoor eigen kapitaal moet gaan interen. Van een president van een republiek zou men dat niet vergen, omdat men zou aannemen, dat die het kapitaal niet zou hebben. Don kan men het toch van een Koning of van eene Koningin niet aannemen, al leen omdat ze het wel hebben.. De Engelsche Pers wijst dan ook reeds op het onteerende voor het En gelsche volk als het die generositeit des Konings zou aanvaarden. Voor ons Hollanders is wellicht aardig, om (te weten, dat de zg.n. civiele lijst van het Engel sche Koningshuis nog dateert van Kning Willem III en diens gemalin Mary van Engeland. Laten wij nu eens zien, wat de Koninklijke familie uit de schatkist van het Brltsche "Rijk ontvangt: Koning en Koningin 4/70.000 p.st. ia f5.640.000, Ko ningin Alexadra, weduwe van Ediward VIII, 70.444 p. si, is f840.000; de dochters van 'Koningin Victoria elk 6000 p. st is f72000; Duke of Connaught, zoon van Koningin Victoria 25000 pjst. la f550.000; de doch ters van Edward VII elk 18000 p«t. Prince of Wales krijgt de revenuen van het Hertogdom Cornavall, Dit was in 1920 slechts 10000 p. st., terwijl het in lÖOfl 80000 p. st. bedroeg. Verder krijgt, als de Prins van Wales huwt, zijne Gemalin 10.000 p. st.,'ls f 120.000, terwijl de zoons van Koning Geonge 10.000 p. st. en zijne dochters 6000 p. Bt., is f72000, bij hunne meer derjarigheid of hun huwelijk krijgen. Nu is f 5.640.000 natuurlijk een groot bedrag, maar, wanneer men bedenkt "wat daar allemaal van betaald moet worden om „stand op te houden", als Koning- Keker van het grootsto rijk 'op de wereld, dan kan men best begrijpen, dat men daarmede vroeger wel, maar heden niet uitkomt. 1 Oppervlakkig gezien kan de'Prins van Wales met rijne 10.000 p.st. nooit uitkomen. Daar zal toch wel anders voor gezorgd) worden, want wat er van dezen jongen man gevergd wordt en de wijze waarop de Prins zich steeds van zijne moeilijke opdrachten ge kweten heeft, ls onbetaalbaar. De Diuitsche kciizer kreeg uit die schatkist 770.000 p. st., of f9.040.000., behalve dat had deze een groot particulier vermogen,; die keizer van Oostenrijk kreeg 941.000 p. ®t., of f11,299.000, de keizer aller Russen 4.000.000 p. st., of f48.000.000. De vergelijking tussahen hetgeen de Koning van Engeland en wat de andere Vorsten uit de respectie velijke schatkisten ontvangen, is zeker interessant: GrootnBritannlö ^400.000 of 15.640.000 Italië 602.000 of f 7200.000 Japan 450.000 of f 5.400.000 Spanje 280.000 of f 3.360.000 België H32.000 of i 1.580.000 Roemenië ^,100.000 of f 1.200.000 Zweden 74.000 of f 880.000 Denemarken 55.000 of f 660.000 Nederland 50.000 of f 600.000 Noorwegen 38.000 of f 456.000 IHet valt dadelijk op, dat Groot-Brdtannië met het oog op het feit dat d» Vorst niet alleen Europeeêch Engeland, maar odi 2ökia&l Krielend vertap-» woordigen moet, betrekkelijk niet veel uit de schat kist afzondert. Maar Hollanders, voelt gij u niet een beetje be schaamd als 'gij dit lijstje riet. Is dat eigenlijk niet een schandaal dat eene Koningin (van Nederland en Keizerin van Nedrlandach-dnidië slechts 6 ton (nog minder dan het cadeau van Sdr Henry Deterding aan het Nederlandsche volk) utt de schatkist krijgt. Voor Europeesch Nederland is wellicht die f 60CX000 nog te verdedigen, maar voor het Wereldrijk Nederland toch zeker niet. Denkt ge nu een moment dat de Kroonprins van Japan een bezoek aan Nederland ge bracht zou hebben, als wij Nederlandach-Indlë niet bezeten hadden? Uit alles bleek toch, lees de verela-i gen omtrent het bezoek en het telegram van 'dank voor de ontvangst aan Hare Majesteit, maar eens na dat de Prins niet de Koningin van Nederland, maar zijne buurvrouw, daar ver in het Oosten, de Keize rin van Nederloinidisch Oost-Indië, een bezoek bracht, Heeft nu een der burgera van Hare Majesteit wel (eons bedacht wat een zorgen, Hare Majesteit heeft en hoe het de dure plicht «van ons Nederlanders is Haar al thans geldelijke zorgen te besparen. Prins Hendrik krijgt f60.000 uit de schatkist. Dat is toch geen inkomen voor een gemaal van eene Ko ningin van Nederland. Keizerin van Nederland ech Indië. Ia het niet treurig, dot er over iemand als de Prins altijd weer verhalen rondgaan, die eigenlijk alleen kunnen ontstaan, omdat dogeen, die die praatjes ver telt, behoort tot hen die begrijpen dat de Prins van die 60.000 mille niet rond 'kan komen. Ware hot dan niet beter en voornamer van geest om die praatjes niet te vertellen, maar te zorgen dat de basis van alle kwaad het te geringe bedrag, dat de Prnis uit de schatkfót ontvangt, herzien wordti De Konin^nMoeder krijgt f40.000, natuurlijk uit dankbaarheid voor hetgeen die edele Vrouw voor ons land en volk gedaan heeft. Het kan nu toch geen enkel Noderlandsch burger, die even nadenkt, een geheim zijn, dat de geruchten, dat deze hoogstaande Vrouw, onmogelijk van hare revenuen kan rondkomen, waar zijn. Zou deze vorstin uit weelde een gedeelte harer bos- schen in Baara verkoopen? "Het is mooi klagen over het kappen van de boomen van de Toerenlaan te Soestdijk. Maar de rentmeester moet toch rekening houden met uitgaven en inkomsten. Ia het uit weelde, dat Hare Majesteit ido Koningin- Moeder haar buitenverblijf Soestdijk dit jaar niet betrekt, slechts een paar weken op het Loo logeert en dan verder weer ln de stad blijft wonen? Kom, Nederlanders, geen praatjes meer, gebaseerd op het 'zeer gemotiveerde vermoeden, dat ge uwe Vorsten te weinig uit de schatkist afzondert, denk aan de „Olievlek", bedenk hoe praatjes besmetten en hoe deze praatjes vooral den Nederlander zei ven tot oneer strekken. 'Maar goedgemaakt hetgeen nu reeds jaren verzuimd werd. Bang voor discussie in Twee de en Eerste Kamer? Zijn er dan geen „mannen" meer in onze Staten-Generaal, geen „mannen" meer in Nederland, die weten op te komen voor wat edel en rechtvaardig is? Moeten dan alleen aan alle burgers, alle ambte naren, beambten en werklieden ln ons vaderland recht gedaan worden, maar kan onrecht tegenover onze Vorstinnen blijven bestaan? Omdat Zij niet klagen, te hoog staan om te kla gen. Liever hun kapitaal interen dan een beroep te doen op den rechtvaardlgheidsrie van het Neder landsche volk.1 Voor al die andere staatsdienaren is steeds een woordvoerder klaar, die roept, dat recht I gedaan moet worden. Zijt gij bang, dat een Troelstra snerpend in de Ka mer een voordracht om hier recht te doen, zal be strijden T Zijt gi] bang voor het vuil gehoon van den Glaswaterman, die Wijnkoop heet? Kom, Troelstra heeft de zetel van zijne verzeke ringsmaatschappij toch te zijnen bate naar den Haag laten overbrengen en WijDkoop is allerminst alkee- rig van Russisch goud geweest. De Kamerleden heb ben toch ook zichzelf recht gedaan met tractement en spoorwegbillet. Recht gedaan. Hoe vermoedend werd dat woord, als het steeds weer door een vergaderzaal trilde, wanneer de reglementen, die salaris- en pensioen regelingen van ambtenaren, beambten en werklie den aan de orde waren. Wie van de Kamerleden zal nu bij de aanstaande begrooting eens den moed hebben tegenover ons Vorstenhuis rocht te laten 'doen? Wat zijn wij niet een dankbaarheid verschuldigd aan onze Koningin voor alles wat zij voor ons gedaan en ook voor wat rij nagelaten heeft, wanneer zij het wellicht als mensch zoo graag gedaan zou hebben, doch als con stitutioneel vorstin in het belang van land en volk heeft nagelaten. Onze Koningin, onze Koningin-Moeder en onze Prins hebben nimmer verzuimd strikt neutraal te zijn en daardoor zeker niet het minst bijgedragen tot het behoud onzer onzijdigheid in den wereld oorlog. Toen Wilhelm von Hohenizollern jaren gele den als Keizer van Duitschland Amsterdam bezocht legde hij een krans op het praalgraf van Admiraal de Ruyter in de Nieuwe Kerk te Amsterdam en zei- de: ,^Het is geen klein volk, dat zoo zijne groote man nen eert". Ik vond dat toen als schooljongen heel mooi on was er trotsch op, dat de Duitsche Keizer ons blijk baar een groot volk vond, dat zijne groote mannon oorde. Later heb ik dikwijls over die woorden nage dacht. Ik heb nog altijd- eene bewondering voor die woorden maar ik voelde ze later als een welverdien de afstraffing, want Nederland eert zijne groote man nen en ook zijne groote vrouwen niet. Weinig waardeering hebben ook nu weer onze groote vrouwen en mannen, die ons buiten den we reldoorlog hielden, van ons Nederlanders ondervon den. Zijn wij bezig een heel klein volk te worden? STAATSPENSIONNEERING. Vrijdagavond vergaderden eenige Dden van de afdeeling Kolhorn van den Bond voor Staatspen- sionneering in het lokaal van den heer Jonker. Onder de aanwezige personen v as ook tegenwoor dig de heeren A. de Boer van Anna Pauknvna, H. Limpers van Wieringerwaard, J. Romar van Win kel, al zoo vooaittec, secretaris en lUd v&o het be stuur der Federatie Hollands Noorden en *^o»* ritte» van de afd. Winkel. Na opening der vergadering, waernit bleek dat de afd. Kolhron nog een zeer groot aantal leden had, ruim 100 en alleen een krachtig bestuur nocdig had* dat nieuw leven in deze afdeeling bracht; Hierna tumti de heer A, de Boer het woord, om de reden mede te deelen van de komst van het Federa tiebestuur in deze vergadering. Reeds voojj eenigen tijd geleden had dit bestuur uit een courantenbe richt gelezen, dat het met de afdeeling Kolhorn ea niet rooskleurig voor stond, en deze wel eens van de lijst Ier aifdeelingen kon verdwijnen. Dit 7P**> spreker zeer jammer vinden. Afd Kolhorn, een d u oudste af deelingen uit Noordholland, die jaren aan de spits heeft gestaan! van de propaganda van onzen Bond, vele afdeelingeni als: Wieringerwaard, Anna Paulowna enz. had opgericht, het Federatiebestuur had dan ook gemeend een poging te moeten doen deze afdeeling in het leven te: houden, en waar vol gens een geplaatst nieuwsbericht in de Schager cou rant van LI. Woensdag deze vergadering werd be kend gemaakt, besloot het Federatiebestuur deze vergadering te gaan bijwonen, Ook van het Hoofd bestuur was eon schrijven bij "den Secretaris inge komen, om te trachion de afd, Kolhorn in het lo ven te houden. Waau het thans bleek, dat er nog een groot aan tal personen lid der afdeeling zijn, werd besloten het bestuur tijdelijk aan te vullen en wel met de heeren P. Aij, voorzitter, J. Kuiper Dz^ J. Otsen, L. Strijder en J, Jonken In Octobor zal een aigemeene vergadering worden gehouden en een vast bestuur worden gekozen, tevens de propaganda der afd, worden besproken en alzoo deze afd. weder in nieu we banen te brengen. Ook het Federatiebestuur, zal worden uitgenoodigd deze vergadering bij te wonen. Nadat nog een woord van hulde en lt2 was ge bracht aan den heer Oudt, voor het zeer vole dat hij jaren lang voor, deze afdeeling in het bijzonder had gedaan, want zeker, Staatspensionneering en de heer Oudt was hier. één, sloot de hees P. Aij, na rondvraag, met een woord van dank voor de belangstelling, de vergadering. LEVENDE HARINGEN. Wie het aquarium van Artis te Amsterdam be zoekt, vindt doorgaans in een der basins een school levende haringen. Dat is een unicum. Voor zoovejj wij weten, kan geen enkel aquarium in Europa öp een dergelijk bezit bogen, daar haring zulk eon teere visch is, dat ze haast onvermijdelijk dood gaat na gevangen te zijn. Wat er dan ook aan vast rit om levende haringen te krijgen, verhaalt de heer W. J. Mets in „Het Ne derlandsche Zeewezen", Het vangen geschiedt door den Nieuwediepejj vischhandelaar A. Mors, die de rechterhand is van Artis' directeur, omdat hij lever* met hart en riel en niet enkel uit eigen belang, Als, hetgeen van het voorjaar is gebeurd bij Mojp bezoek aan Artis, de directeur dier inrichting tegen hem zegt: „Mors, ik moet eenige haringen hebben; geen haringön op een schoteltje dat kan iedereen maar levende haringen voor het aquarium", dan krabt Mors eens achter het oor, want hij weet, dat het geen gemakkelijke opdracht is, die hij daar krijgt Maar als dan de directeur zegt: „Mors, zorg jij nu, dat ons aquarium het eenige is van de wereld, dat levende haring onder zijn bewoners telt", dan veert er iets in Mors en 'hij zegt: „ik zal inijn best doen". En hij heeft zijn best gedaan, en een aantal harin gen1 levend afgeleverd aan het aquarium, zoodot men daar de zilveren vischjes kan bewonderen. Ziehier nu hoe Mors dat heeft aangelegd. 'e Nachts om één uur gingen hij en zijn hand langer er met de vlet op uit naar het strand van Huisduinen waar de haringtrekkers bezig waren te visschen. Toen het net haaat aan strand gehaald! was, kwam Mors er met zijn vletje aan. „Jongens, daar is Mor», stop effe", riepen de trekkers elkaar toe, want ze weten al, dat het Mors te doen is om enkele levende haringen. Ze laten dan het net met de haring in het watej liggen, doch houden het want zoo vast, dat zich een kuil vormt, waarin de haringen nog vrij rond zwemmen. Mors neemt een emmer, doet daarmee een schep in den vischvoorraad on werpt dan den emmer leeg in kubben zeewater, die hij reeds aan boord der vlet had klaar staan. Nu dadelijk op de riemen, of, bij gunstigen wind, zeilend terug naar Nieuwediep. Het water vlak aan strand is natuurlijk altijd eenigszms troebel. Er( is dus bij het scheppen der ha ringen ook van dat troebele water in de kuipen gekomen. Daarin kunnen de haringen niet leven. Mors doet nu niets anders, dan dat water zoo veel mogelijk verwijderen en telkens vepsch, zuiver zeewater bijvoegen. „En Je kunt 't den haringen aanzien", gegt Mors, „dat. ze zich veel lekkerder gevoelen". Zoo spoedig mogelijk gaat het op Nieuwediep aan, om te trachten, den eersten trein naar Amsterdam te halen. Hoe spoediger over, hoe beter de visch zal blijven. Want o, de haring is zulk een teer visch Je. Het verlies van één schubbetje heeft den dood van den haring ten gevolge. Bovendien is er geen visch, die zoo spoedig dood is, na het water verlaten te hebben als de haring. Dan is bekend, dat zeewater, hetwelk stilstaat, spoedig bederft. Vandaar dan ook, dat zoo'n haast betracht wordt, om de haring in het Artis-aquarium te krijgen. Daar aangekomen, gaan zo dadelijk in de basins, die steeds van stroomend zeewater zijn voorzien. Dat zeewater wordt dagelijks aangevoerd van uit IJmuiden. Mors mocht het genoegen smaken, dat al djn ha ringen levend overkwamen. Later deed hij nog zoo'n zelfde zending aan Artia en met succes. Daarop is Mors trotsch en met recht, NA DE KELLNERSSTAKING. Naar het N. v. d. D. verneemt, zal alleen te Am sterdam het aantal slachtoffers van de kollnerssta- king plm. 450 zijn. In de vier steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) tezamen bedraagt het aantal kollners, koks en ander personeel, dat gestaakt heeft en niet meer door de p& roons terug genomen is, 870. Zij behooren zoowel tot den mo dernen als tct den katholieken bond,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 1