Alienem Nitiis- Mmttilit Lnilnvllal De dingen om ons heen. Van Tweeërlei Slag. Donderde - i September 1921. UITGEVERS: TRAPMAN CO,. SCHAGEN. FEUILLETON. Reclames. Ook voor Kinderen Plaatselijk Nieuws. 64v.'p *Jr»nrg&"tn po. @@82. pil blad verschijnt viermaal per week :Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's m.fiuurwordenAdveriemiën zooveel mogelijk in liei eerstuitUomend nummer ueplaatst POSTCHEQUE en OIRODIENST 23330. INT. TELEF. no. 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN TIÉN van l tot 5 regels t' 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno inbegrepen). Grooie letters worden naar plaatsruimte berekend De opmerking van den Hollandschen Amerikaan Eduard Bok, dat een Hollander, die spreekt van „zijn kleine landje met zijn zeven millioen inwoners" een verkeerden indruk maakt op een Amerikaan, is volmaakt juist, Juist in meer dan éen zin. In de eerste plaats, oandat een Yankee zoo gewend is aan groote getallen, dat hij alleen voor het „aller grootste in de wereld" (of eventueel over „het aller kleinste onder de zon") eeni|g respect heeft. Een landje met maar zeven miMcen zielen is dus ln zijn oog 'n bedroefd kleinigheidje, Want als 'n Amerikaan zegt zeven millloen, denkt hij gewoon lijk aan vijf mlllioen en ls het veelal niet meer dan drie-en-half Volgens het spreekwoord van den waard en zijn gaston is het dus maar de helft van wat zoo'n me- neer-Hollandertje zegt. Dat zeggen ls dus daarom reeds verkeerd. Maar het deugt ook ndet, omdat het niet waar it Want Koningin Wilhelmima regeert niet over zeven maar over ruim zestig mültoen menechen. als men er Oost- en West- ^dië bJJrekent, Dat daarginds slechts een zeer kleine minderheid daar iets van afweet, anders dus bij den weg van booren zeggen is juist, maar doet aan het feit niet af. Ook bij ons zijn er nog zeer velen, die de Ko ningin niet anders kennen, dan van het portret op de postzegels en het zilvergeld en toch behoorlijke onderdanen zijn, die pogen te voldoen aan de dwang bevelen, waarmede zij in naam der Koningin door den fiscus worden opgeknapt. Die eigenlijke Nederlanders in de uithoeken en ver geten gehuchten en die tropische Nederlanders daar ginds kunnen elkaar de hand reiken en zouden als illustratie kunnen dienen, dat het spreekwoord „on bekend maaL. onbemind" niet behoeft op te gaan. Nu Indië zijn eigen volksvertegenwoordiging, zijn dienstplicht, zijn staatsschuld, zijn ambtenaren en zijn guldensbons heeft op ons mooie blauw-geel- groen rijksdaalderpapier, is er eigenlijk niets meer dat den Indiechen onderdaan van den Europeeschen dito onderscheidt Het is alleen de vraag, hoe lang die heerlijkheid zal duren. Want het Indische rijk, dat vroeger een dependana van den Hollandschen Tuin was, raakt hoe langer hoe meer los. ROMAN VAN ANNA WAHLENBERO. 10. „Ij ie hier?" vroeg zij halfluid. „Nee, nog niet; u bedoelt Immers Agd&T" „Ij dacht 't wal. Ze verdween uit 't gezicht om den hoek van de 'dwarsstraat, op 't oogenibllk dat Ik door eene kennis werd aangesproken. Maar dat se niet hierheen ging, beigreep tk best. Weet Je met wlen no liep?" En mevrouw EMn, die lntusechen het atelier was binnen gekomen, liet zich hijgend op den naasten stoel neemallen. „Dat zult u waarschijnlijk beter weten dan lk," antwoordde Klaas. „Met BJorkevall." ,;Bjorikcrvall!" herhaalde hij op dotten toon. De schrijver van die ongunstige beoordeehng van .zijn stukken, voor wlen Agda geen leelijke woorden ge noeg had kunnen vinden was die BJorkevall. En nu liep zij met hem te wandelen? Maar dadelijk bedacht hij zich. Op een geheel ver anderden toon zeido hij nu: „O lk begrijp 't al ze wilde hem behoorlijk onder handen nimen, om mijnentwille" „Dan sloeg ze toch met flüweelen pootjes, want ze lachte heel vriendelijk tegen hem. Nee, Klaas, weet je wat lk geloof? Ze ls 'n ondankbaar weren dat niet langer om "de menschon geeft, wanneer ze er geen voordeel meer van behalen kan. Laat lk Je zeggen (hoe 't gegaan ls met dat weldadigheidsconcert, dat door gravin HJorhveldt op touw gezet is en waarop zij ook zal zingen. Ala ze nu één greintje van dank baarheid had gevoeld voor mij, die haar uit 't don ker heb te (voorschijn gehaald, dan zou ze toch heb ben gezegd, dat ze door geen ander bij den zang be geleid wilde worden dan door mij." „Llewe hemel, moedert I. 't met die vriendschap mi óók al weer uit? En 't was toch „zoo erg aan"!" „Ie hebt geltjik, Klaas; 't Ia verkeerd om op iemand te vertrouwen; men komt altijd bedrogen uit. Maar ik dacht toch dat rij een uitzondering zou maken. Ze kwam zoo vaak bij ons Ban tala; lk heb voor haar gewerkt met handen en voeten en ze hield zoo har telijk veel van me; volgens haar zeggen, meer dan haar eigen ruster. Ze noemde mij haar liefste "Min. Ze kon niet leven als ze me niet dagelijks (rien zeg. En nu lk heb alles voor haar gedaan wat Q en ze heeft me niet imeer noodlg nu wordt Niet alleen door de wetgeving, die gedemocrati seerd wordt zonder dat er daarginds een democra'tie bestaat. Dat zou zoo erg niet zijn, want ook hier is die democratie meer een boekenuitwinding, dan wer kelijkheid. Anders zou men wel meer dan eens In de vier jaar van dien demos iets bemerken (zoomede dan bij relletjes pro of contra Troelstrar evoluties, Groe- nendalerij en dergelijke, waarbij het publiek uit nieuwsgtierigiheid meesjokt met een „leader"). Het vooropgestelde feit, dat er een democratie be staat, dient als grond 'dat ereen democratische wet geving moet worden geschapen, hoewel een volk, dat zicih van zijn macht en recht en plicht bewust was, niet zou wachten tot het zulk een wetgeving zou worden gefabriekt, doch ze door gedrag en hou ding op natuurlijke wijze zou scheppen. Er is iets anders, nl. dit, dat men op grond van die „democratie" allerlei dingen toelaat, door de vingers ziet, die vierkant tegen het volksbelang ingaan,. Immers, zoolang er niet bestaat, wat mijn vriend Eduard Bok oen „100 pet. democratie" zou noemen, is er geen kwestie van of weinig talrijke individuen hebben uit te maken wat het volksbelang wezkelljk is. Het Nederlandche ,/volk" kan dit niet. De portie in Europa is. er heel langzaam naar op weg het wel te kunnen, doch de 55 millloen daarginds nog heè'e- maal niet. Wat hier wellicht tien procent heeft be reikt, heeft daar nog niet een procent klaar gespeeld. Maar de oiitivankelijkheid voor frasen en klinkklank is er even groot als in Europeesch Nederland. Uitbu'- t.inig, uitzuiger ij, verdrukking, vrijheid, gelijkheid en broederschap werken in het Maleisch a'1 precies even opwindend' op de massa als in het Nederlandsch. En kapitalisme met een plaatje la Notenkraker van een dikgegeten, juweelschdtterenden genieter als ver tegenwoordiger van het kapitaal, is voor een inlander met drie stuiver en een op voorschot verkochte rijst oogst in het vooruitzicht al n even liederlijk wezen, als voor een „fahriekslaarf" of grondwerker, doe met drie gelo papiertjes naar huis gaat. Dat weten menschen als Douwes Dekker en Soe- wardi in Nederlandsch Indië, als Ghandi en Moha- med Ali in Nederlandsch Indië, als Troelstra en Wijnkoop hier. En het eendge, wat men als onder scheid tusschen die lieden kan aanvoeren is dit, dat Troelstra misschien in arfizlenharen tijd de kans zou kunnen krijgen het onuitvoerbare van zijn theoriën te bewijizen, terwijl er dan nog een mogelijkheid je op herstel" bestaat, zonder al te veel moord en dood slag en vernietiging, terwijl voor de andere heer schappen hoogstens het excuus geldt, dat zij te dom zijn om niet in te zien, dat do verwekelijking hunner plannen* onherroepelijk de ondergang is van het volk, dat zij gelukkig willen maken. In Britsch-Indië gist het sinds jaren. Geen wonder trouwens als men bedenkt welk een ontzaggelijk ver schil er bestaat tusschen de rassen en religies, die daar de bevolking samenstellen en hoe tegenstrij dig de opvattingen dier rassen zijn. De staalkaart daar is nog veel grooter dan bij ons in den Oost en dus kan elk propagandist, die iziich specialiteit maakt in dingen, die voor een bijzonder ras of sekte aan trekkelijkheid hebben, er altoos zeker van rijn een soort aanhang te krijgen. D.w.z. gelegenheid tot het maken van relletjes, tot bloedvergieten, tot roof en plundering onder het masker al 'dan niet vau verzet tegen het bestuur, van bevrijding der onder drukten. Maar elke opstand, die onderdrukt wordt, maakt slachtoffers. Dat is: ontevredenen. Dat Is: menechen met wraakzucht in het hart. Menechen strak* bereid wdor de kans aan to grijpen om de wapens op te vatten. Maar ook wat nog gevaarlijker Ie door de prediking van hun eigen haat hun gelooft- of ras- genooten, eend-er te stemmen. In eigen land en daar buiten. De Moplabs, die het nu in Malabar den Èhgelschen zoo lastig m&kery (de zonen eener moeder tzooala bun naam schijnt te luiden, waar zij leven onder 'n soort moederrecht) hebben, zoover ons bekend, ln ons In dië geen aequivalent onder de Mohamedaansche be volking. Maar zij zijn muzelman en als straks een exem plaar van de zoogenaamde verklaring rvan Kalifaat naar .Nederlandsch Indië overwaait, dat het een Allah Welgevallig werk is rich te verzetten tegen het blanke bestuur, zijn er op Java en Sumatra ook wel heet gemaakte hoofden te vinden, dat het nu hun tijd Wordt om, zooals in Britaoh-tlmdië den RaJ, in het on- fce den toewaai Beaar opzij tè schuiven en zelf in diens plaats te gaan besturen. Zulke dingen moeten den een of anderen dag ge lukken, wanneer een bestuur toelaat, dat propagan disten den gronid gestadig voorbereiden en hun dwa lingen maken tot de overtuiging van de zoogenaam de inlandsche democratie. Dat die landen, niet tot bloei kunnen komen zon der vreemd kapitaal, dat geen lnlandsch bestuur waarborg geeft voor eenige vasthedd van lijn of be heer, tegen knevelarij, tegen districtoorlogjes, tegen •proefnemingen op sociaal-economisch gebied, waar bij de inlander het proefkonijn wordt van een of an der halfgaar theoretMcu®, dat riet men niet in. Maar Bok met zijn 60.000.000 Nederlanders heeft mooi praten. Amerika heeft een Europeesche bevol king van zeg zestig milldoen tegen de rest negers, Indianen, Philippinios en andere rassen.. Bij ons staat de verhouding blank: anders als 7,5 tegen 52,5 Het is anders. UITKIJK. ze onzichtbaar. Sedert den concert-avond heeft ze den- weg naar ons huls niet meer kunnen vinden; ze is zelfs niet gewoon beleefd komen bedanken voor de partij, die toch hoofdzakelijk om harentwil gegeven was; ja eigenlijk alleen om haar". Het geheele atelier riekte naar héliotrope, door de gestadige beweging van mevrouw Elvin's batiston zakdoekje. Maar Klaas had zijn werk aan het por tret weer. opgevat en sprak geen woord „Je zult 't zien", vervolgde mevrouw Alice, „®e zal jou ook laten varen. Ze heeft je niét meer noodig. De recensenten waren jammer genoeg eer ge reed dan 't portet. Nu kan ze in de dagbladen niet worden genoemd en bovendien ia 't ook geen bij zondere eer, te worden geportretteerd door 'n schil der, die door deskundigen niet gunstig beoordeeld werd. Voor iets dergelijks heeft 'ze geen uurtje van haar kostelijken tijd beschikbaar, 't Is meer de moeite waard lief te doen tegen BJorkevall. Hij Is bevriend met de muziekbeordeelaars in „Onze Tijd", en dit blad kan haar mjsschien vooruit helpen; wie weet?" Er werd alweer gescheld. -Het was een boodschap, een briefje aan Klaas, slechts enkele in haast geschreven regels van Agda. Zij verzocht het haar niet kwalijk te nemen, dat zij m de eerstvolgende dagen niet kon komen fitten", maar haar tijd was tot de laatste minuten bezet. Zij hoopte echter, dat zij elkander weldra zouden ont moeten, over.? eene week of zoo toch stellig en dan konden zij afspreken, wanneer er met schilde ren zou worden voortgegaan. Toen mevrouw Elvdn het briefje had gelezen, wierp zij hef minachtend op de tafel en zag naar Klaas, die zijn palet weer ter hand genomen had en nu zwij gend voor zijn ezel stond. „Wel denk je nu nog dat ze enkele van haar kostbare minuten zal hehben geofferd om met BJor kevall over jou te praten?" Klaas floot zachtjes, zonder te antwoorden. „Nu spreek opl" Maar toen zij ook nu nog geen wederwoord kreeg, stond mevrouw Elvin op en trad naar den ezel waar achter Klaas halfverborgen door 't groote stuk, zwij gend was blijven staan. „O, maar Klaasl" riep zij onwillekeurig uit. Dikke, zware strepen waren kris en kras, met een vol penseel, over het bekoorlijke gelaat van het por tret getrokken en even later was dit geheel onzicht baar. Jammeren en klaagliederen ringen, was niets voor Klaas. Toen hij nog een kleine jongen was, hadden de klappen, die hem werden toegediend, geen tranen of gehuil bij hem te voorschijn geroepen. Hoogstens liep hij weg tot het ergste over was; en die tactiek werd door hem ook als man gevolgd. De twee eerstvolenge dagen kreeg, niemand van de huisgenooten of van zijne kameraden hem te zien. Hij zwierf in de buitenwijken, leefde van een glas melk hier en een stukje brood daar; kwam 's avonds zeer laat op zijne kamers terug, als iedereen sliep, en ging 's morgens vroeg, eer iemand in huis wak ker was, al weer uit. Ongerust maakte men zich niet over hem. Het ge beurde wel meer dat hij ald-us verdween; ook wel ala hij geen strijd te strijden had in stilte. Maar dezen keer kwam hij weer boven water, toen men hem niet verwacht had. Dien morgen was er eene critiek verschenen in hel blad, waarvan hij althans gehoopt had, dat de redac tie hem beter begrijpen zou. Maar hierin was hij bitter teleurgesteld. Ook ,de©e beoordeelaar was van meening dat aan Klaas' kameraad ver boven hem de voorkeur moest worden gegeven; hij verklaarde Elvin voor onrijp; er was geen warmte, geen leven in zijne stukken, die men gemaakt" noemde. Alleen werd aan "het slot een enkel goedkeurend woord ge zegd over zijne proeven op het gebied der ceramiek. Dit stuk ihadi Klaas geletzen; hij had- er m«t zijne moe der over gesproken, en toch verscheen hij tegen het etensuur en ging met de huisgenooten aan tafel. Dit was vreemd. Volgens zijne gewoonte, had hij Juist dezen dag nog onzichtbaar moeten blijven; want de derde steenworp, die elk hoop om weer eenigiszins in eere te worden hersteld, na het voorafgegaan on gunstig oordeel, voor goed onmogelijk maakte, moest hem toch wel dubbel zwaar treffen. Om het buiten gewone van het geval, zag zijne moeder hem bezorgd aan, bij haar uitwaren tegen die onrechtvaardige kunstbeoordeelaars; en vader streek een paar maal zenuwachtig over zijn baard. Klaas was onnatuurlijk kalm. Hij had nauwelijks éen enkel woordje van instemming met mevrouw Elvin's verontwaardiging; soms beantwoordde hij die met een flauwe grap; men moest wel gaan gelooven, dat hij in een goed humeur was. Ten laatste kwam dan ook de optie/Wering, aangaande zijne ongewone bedaardheid.. Hij had een besluit genomen, dat hij nu, tusschen de twee slokken waarmede bij zijn glas bier ledigde, kenbaar maakte: „Morgen pak ik mijn ransel en ga, op avontuur, de zen winter de wereld in", zeide hij. Een oogenblik zwegen allen. Toen bromde zijn i der: „Dwaasheidl Dat meen Je toch niet?" Mevrouw Elvin zeide niets, maar zij greep den zijn Foster's Maagpdllen het Ideale laxeermiddel, ge makkelijk in te nemen en aangenaam van smaak. Prijs f0.65 per flacon, alom verkrijgbaar. KIJKSHENaSTENXZDHXm. Woosidagmcigsn bed alhier plaat* ét* RlJJraheBf- stenkeuring. Gosdgekaurii werden; Mannel, C. 'Stoop, Wogmeer, Elegant V, Conn. Geerldg*, Anna Paulow- na,; Eleon, C. Stoop, Wogmoar; Telagra&f, Vereenl- giDg Koegras; Architect, C. Geerliga, Anna Panlow- ma; Jonker, D. (Duin, Schoorl; Capenor Adjutant, G. Schoorl Pa., Harenkarapel; Flambeau, P. A. F. Gro- hemam, WieringerwaamlCarlo, 'Com. GeerHg*, An na Paulowna,; Generaal, P. Baken Ga., Callantaoog. Afgekeurd wenden: Gautel, D. Duin Sr., Schoorl; Domino, G. Schoorl Pa., Harenkarspel; Jan, Jac. LIb- 'denlbeigb, Anna Paulowna,; DMerdk, Jm. Blaauboer Gz, Amna Paulowna,; Edaard* Wed. A. D. Groneman, Wderingerwatird; Nero, G. Rampen, Anna Paulowna, Uitgesteld weger» cornage: Edelman II, G. Schoorl Piz., Harenkarspel; TJriua, Th. Koperdraad, Gra- veland. Afwezig: Diamant, G. W. Walhoer, Anna Paulow na; loost, C. I. v. Saascn, N. en Z. Schermer. De RiJkskeuririgBcomimlagle bestond uit de heerec: 1. Voor de tulgpaarden: S. C. Gooezen, te 's Graven- hage (Algemeen Voorzitter), H. Welt, te UühAilzer- meeden, G. Costermams te Eist. 2. Voor de trekpaarden: P. den Ouden, te Gruhhen- vorst, C. A de Bruyckere, te Breokena, A. Boeken, te Oud-Vroonhoven. 3. Voor de paarden van andere typen: P. Oly te 's Graivenhage, J. Plet te Heerenveen, G. J. A. A. Ba ron Van Heemstra te 'a Graivenhage. 4. Veeartsen: D. H. Goosaen, te 'e Gravenhage, J. Plet te Heerenveen, Dr. D. G. Ubbels te Lelden,. rand van de talel vast en bleef haar zoon onafge wend aanzien. Zij begreep maar al te goed dat hU 't ln ernst meende. Het was ndet voor het eerst, dat hij het plan voor een langdurige voetreis opperde. Twee Jaren geleden had hij er eene gedaan, die ver scheidene maanden geduurd had. Slecht voorzien als zijne reldkas toen geweest was, had hij ko«t en onderkomen bl] de boeren verdiend door do portretten te teekenen van vaders, moeders en telgen. Daarven had hij een stapel aardige schetsen, mede maar huil gebracht, maar ook eene leelljke keelaandoening, die eerst sedert kort geweken was. „Wel wla en zeker, meen lk 'tl" antwoordde hU be slist. „Ik zie niet ln waarvoor 't dient, hier langer te blijven scharrelen.' „Nu we spreken er nog wel eens nader over." Met deze woorden stond de heer Elvin van tafel op en stak zijne sigaar aan. Voorlooptg waa de zaak dus afgepraat. Maar Helga bedankte mevrouw, volgens Zweedsch gebruik, voor het genotene. stond op en verdween eer men had' kunnen vragen waarvoor die haast noodtg was. Zij nam niet den gewonen weg onmiddellijk door de gang, maar ging door de woon- (kiamer. Toen Klaas daar ook bmnenjkwam, 'was zij er nog. En driftig was zij met Iets berig, op de tafel voor •de canapé. Bij het Igelufd der opengaande deur schrik te zij als op heeferdaodi betrapt, bloosde geweldig en snelde weg. Nieuwsgierig ging Klaaa naar de tafel en tilde een stapel illustraties op, die Idaar lagen en waarmede zij bezig geweest was. Tervens ontdekte hij waar het haar om te doen was. Zorgvuldig onder illustraties verstopt, lag de cou rant van heden, die gewoonlijk bovenop werd ge legd, voor ieders gebruik. Waarom zou die nu Julzt zoo verstopt zijn? Misschien had zij gedacht dat het Voor hem niet aangenaam wezen zou, da blad, waar in de loaste steen op hem geworpen werd, te zien. Als dit zoo was.... nu, dan bestond er misschien toch een verschil tusschen de mencshen en hunnen aard, hoewel bij daar in den laatsten 'tijd niet bij- 'zondre veel van had gemerkt. Terwijl hij nu de Il lustraties weer op haar vorige plaats legde en de opgevouwen courant er onder, vroeg hij ztfch onwil lekeurig af of Agda Bjork er ook aan zou hebben 'gedacht die courant verstoppen, als zij hier in do kamer gekomen waa. Daar was hij niet zoo vast van overtuigd. Veel tijd voor dergelijke beschouwingen had hij biet, want zijne uders kwamen niu ook uit da an dere kamer. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 1