TWEEDE BLAD.
Da dingen om ons heen.
Raad Yan Schagen.
FEUILLETON.
SCtiOPPÊNHÜNlNG.
Zaterdag 5 November 1921.
61ste Jaargang. No. 6919.
jjoyd George heeft weder eens een overwinnic Weten
te behalen, al was er dan ditmaal ook geen twijfel aan,
jat dit hel geval zou zijn. Want tegenover die betrekkelijk
Jdeiae groep Unionisten, die nog steeds vasthouden
aan het oude denkbeeld, dat Ier-land een onafscheidelijk
deai Van Groot Britannie is en dient te blijven, staat de
veel 'Sterkere ,pfaalanx hunner partij-genooten, die in den
loop der laren tot de conclusie zijn gekomen, ,dat het
pief onwillige honden slecht hazenvangen is en dat
dke poging een volk te dwingen tegen zijn wil te
blijven in eeri staatsverband, dat het verafschuwt, prima
vista zoo niet geheef onmogelijk, dan toch moeilijk
en onvruchtbaar is.
Nu spreekt het van zelf. dat de „die hards", de oude
Uinonisten, het ytrij gemakkelijk hadden met hun kritiek
op het regeeringsbeleid. Want metterdaad is het een ver
schijnsel, dat in geen enkel ander land ter wereld denk-
oaar zou zijn, dat de ministers der Kroon aan de
conferentie-tafel plaatsnemen, met personen op wier
hoofd een premie staat wegens moord op officieren en
soldaten dier kroon.
De Iersche onderhandelaar Michael Gollins, thans „mi
nister van Buitenlandsche Zaken" der Iersche republiek,
was tot voor korten tijd opperbevelhebber van het
teer dier „republiek" en heeft, nog geen vol jaar
geleden, den moord" geensceneerd op ae elf Britsche
officieren in Dublin. Door heel Ierland heeft .de politie,
de gendarmerie, de justitie hem nagezetentot zij hem
plotseling vonden in het bureau van den Eersten Minister
talm een sigaar rookend, hem Aangeboden door dien
premier. Tweede anomalie is, dat terwijl Engeland er
op staat, dat wat er ook overigens gebeuren zal, Ierland
steeds in een zeker verband tot Engeland zal blijven,
zuodal het uitgesloten moet zijn, dat ferland ooit de
wapens tegen Groot-Britanniö opvat of zich als bondge
noot aansluit bij een vijand van het Britsche rijk, de
Ieren speciaal hun „president", de Amerikaansche Span
jaard De Valera van de tinnen blaast, dat Ierland alleen
genoegen zal nemen met volledige onafhankelijkheid en
met het recht om zoonoodig ook tegen Groot Britannie
te strijden. Niet alleen dus, dat er verschil van meening
bestaat over de regeling der verhoudingen tusschen
de beide landen: neen, men is het zelfs volkomen on
eens over de basis der verhouding. In zulk een geval
heeft dus iemand, die in principe tegen de afscheiding
is, het volste recht niet alleen, doch ook meer dan vol
doende aanleiding om te protesteeren tegen het verder
voeren van onderhandelingen, die in zijn oog om te be
ginnen katastrofaal zijn en bovendien moeten uitloopen
op een algeheele mislukking. En al® het eens niet
uitdraaide op een mislukking, dan zou het mager suc
cesje alleen kunnen worden verkregen door nog verder
toegeven van EngeLsche zijde, door nog meer concessies
aan den „moordenaarstrbep"', die zegt Ierland te
vertegenwoordigen. Aldus zeer kort het standpunt der
Unionisten-door-dik-en-dun.
Aan den anderen kant de mannen, die meenfcfc, da*
het niet aangaat iemand tegen zijn wil in een door hem
ongewenscht staatsverband te houden, wien iets voor
zweeft van zelfbeschikkingsrecht der naties. De mannen,
die altoos hebben gepleit voor een rechtvaardige oplossing
der Iersche quaesüe, waarbq zü dan de rechtvaardigheid
oudujds zochten-in Homerule en thans in zelfregeering,
nu de Ieren, zoodra zij Homerule konden krijgen, direct
hun eischen hebben verhoogd, zooaLs zij ze ook thans
weder verhoogden nu onafhankelijkheid op de basis
van de Dominien in faun bereik bleek te zijn. De ar
beiderspartij, de liberalen, de radicalen zijn principieel
voor een iersche vrijheid, de gematigde unionisten
zijn er onder den dwang der feiten toe gaan overhellen
en wei hoofdzakelijk omdat zij inzien dat een voort
zetting,van het Britsch bestuur'jn Ierland meer schatten
en meer menscfaenlevens zal eischen, dan zij bereid
en dan Engeland in staat is te geven.
Dat waren de partijen, die Lloyd George achter zich
wist, toen hij Donderdag ƒ.1. het debat en de ^temming
uitlokte, die nu gisteren plaats heeft gehad en waarin
tij met een verpletterende meerderheid als overwinnaar
te voorschijn trad. Toch is die overwfhning niet be
vochten zónder dat de Britsche regeering een veer heeft
moeten laten en zonder dat er principes zijn opgeofferd
Wat is er bijv. te zeggen van een ministerieel© uit
lating m 1921, zoo kort betrekkelijk na de jubelende
ontvangst van Wilson's principes voor een nieuwe wereld
open verdragen openlijk tot stand gekomen als Llovd
George kalm beweert,: er 'zijn twee 'soorten van confe
renties mogelijk, open conferenties waarin men niets
kan bereiken of gesloten conferenties, waarin het moge-
OJk wordt aken te doen. Dit jb een absolute negatie
van de principes van de nieuwe wereld, een terug
keer tot den ouden tijd, waarin de regenten de boél
bekokstoofden en de burgerij het verbrande husje had te
verorberen, dat nu eenmaal voor haar opgelepeld stond.
En het tweede punt, waarop de rede van den premier
verre van sterk was^ is wel het dreigement van heen
te zullen gaan, als de onderhandelingen zouden misluk
ken." yroeger heette het, dat hij in dat gevalleen
beroep op het land zou doen en de kiezers in staat
zou s tellen, te beslissen welk© oplossing zij aan het eerte
vraagstuk zouden willen geven: geweidadige onderwer
ping aan het Rijk, dan wel toegeven aan ,£>inn-Fein.
Wij hebben rt^ds vroeger betoogd, dat zulk een be
slissing vjat, de stembus onmogelijk is en dat hoog
stens eeri referendum, hier iets zou kunnen beslis
sen yaangezien „een postemenl voor deze eene quaestiè
ondenkbaar is "en dus allerlei 'andere vraagstukken da
beslissing over het hoofdpunt zouden komen vertroebe
len Is nu het. dreigement van Lloyd George, heen le
zullen gaan in den grond iets anders dan een algemeene
verkiezing? Een anuer leider, die oen meerderheid weet
te verkrijgen, is er niet. Noch Asquith, noch de hertog
van Nortnumberland, noch Hendêrson, noch Berken-
head, beeft zulk een invloed en zulk oen aanhang als
Lloyd George. Niemand kan momenteel een regeerings-
partij vormen, wanneer de bestaande coalitie uiteenvalt.
En als dus Llgyd George gaat, komt er een politieke
chaos, waaruit alleen hij w'eer orde zal kunnen scheppen.
„Dat hij aan den eenen kant huiverig is het bevel te
geven voor een burgeroorlog, die volgens de schatting
van ©en der ^aden een kwart miiiiard pond en 200.000
menscfaenlevens zal kosten is duidelijk. Er is bloed en
goud genoeg verspild in de laatste jaren en het spreekt
vanzelf, dal een met wapengeweld onderworpen Ierland,
nog vele jaren een krachtige bezetting zou vereischen.
I Doch aan den anderen kant moet het ook weinig aan
genaam zijn een land zoo lang aan het Rijk verbonden,
zich te zien afscheiden en straks misschien met een
buitenLandschen vijand te zien heulen.
Een derde mogelijkheid schijnt er niet te zijn, want
het Trouwe Ulster opofferen, er een derde van afkappen,
omdat De Valera dit wenscht, trouwbreuk plegen tegen
over loyale onderdanen om „rebellen" te plezieren, is
ook ondoenlijk. Dan zouden de Unionisten-door-dik-
en-dun eerst goed het recht hebben zich te beklagen over
het „boog-verraad" van fijnen Maje^fcits Regeerrag.
Dan kwam de burgeroorlog in Ierland toch, en zouden
tal Van Eregelschen dienst nemen met Ulster tegen
Sinn-Fein.
In weerwil van de grootste meerderheid is d° positie
der regeering er niet sterker op geworden. Valera weèr
nu wat zijn volgende zet moet zijn voor het „mat of
„pat" komt
UITKIJK.
Vergadering op Donderdag 3 November 1921, den
middags 2 uur.
Voorzitter de heer J. Cornelissen, burgemeester,
secretaris de heer A. C. Roggeveen.
Aanwezig alle leden.
Na opening der vergadering volgt de goedkeuring
der notulen.
Voorzitter deelt mee dat de cokesverkoop f l.oö per
H.L„ maar bij afname van 5 H.L. tegelijk fl.25.
was. Thans is de prijs op f 1.25 gesteld, ook bij niet
grootere afname dan 1 H.L.
1 Het komt B. en W. onnoodig voor lantaarns te
plaatsen bij Schouten op het Noord en op het Hoog.
De gemeenteopzichter heeft opdracht ontvangen
de Bierkadebrug beter te versperren.
Aan den houthandelaar Krimp is door B. en W.
een waarschuwing gericht zijn hond vast te leggen.
De heer Helder vraagt of B. en W. in het open
baar bun standpunt kenbaar willen maken ten op
zichte van de brug naar de Bierkade. Vorig maal i3
deze zaak in comité behandeld, doch de bewoners
van de Bierkade zouden gaarne kennis willen ne-
j men van het ingenomen standpunt.
I Voorzitter zegt dat die brug in buitengewoon slech
ten toestand verkeert, dat reeds in Maart bij een
bezoek aan die brug door het dek heen getrapt kon
worden. De brug is privaat eigendom, dus B. en
W. konden niet zelf maatregelen treffen tot verbe-
tering. Waar de bewoners van de Bierkade jaar
lijks f 2.50 bijdragen voor het onderhoud, dachten zij
dat de brug eigendom van die bewoners was. Die
bewoners waren blijkbaar evenwel niet genegen de
brug te doen herstellen en toen is de versperring
gekomen. Daarna is een deputatie bij mij geweest,
j die mij vertelde dat de brug niet het eigendom was
van de bewoners van de Bierkade, maar van den
Heer van Schagen en van de Vrouw van Schagen,
Mevrouw Van Rappard. Of dit waar is, ik weet het
1 niet.
I De toestand is thans nog dezelfde, het is een
ernstig verschil van meening en spr. erkent dat
het een vervelende toestand voor de bewoners van
de Bierkade is en B. en W. zijn dan ook wel met
het lot dier bewoners begaan.
Het spijt den heer Rempt dat B. en W. het plaat
sen van de lantaarns op het Noord niet noodig oor-
deelen. Verplaatsen van de lantaarn bij het Hoog is
DETECTIVEROMAN NAAR HET ZWEEDSGH VAN
&A.DU8E.
2.
Op dat oogenblik ging de deur open en kwam de
majoor 'binnen. Stom verbaasd bleef hij staan, 'toen
hij den afgewezen luitenant vertrouwelijk hand in hand
met zijn dochter zag. Zijn verbijstering was zóó groot, dat
hij, een 'tijd 'lang niet in staat was iets te zeggen.
Sixten, die met zijn rug naar de deur stond, had
hem niet gezien. Ragnhild ontging echter het naclerende
gevaar niet. En met een vastberadenheid en koelheid,
die haar zedx bijna yerrasteg, sloeg zij voor de oogen
van haar vader haaar armen om den hak van den
jongen an.
„Geef me een zoen," zeicta Zij hardop. „Ik zal steeds
op je vertrouwen. Sixten."
En de verblufte majoor was er nu getuige van hoe
Sixten de kunst van het .kussen verstond De lui
tenant ging zóó geheel 6p in zijn aangename bezigheid,
aflt hij de aanwezigheid van zijn chef niet merkte vóór
hn door een horden klap op zijn schouder tot de wer
kelijkheid teruggeroepen werd.
Gelukkig was de majoor nog zóó opgewonden, dat hü
slechts ongearticuleerde woorden wist uit'te brengen,
Begeleid door een dreigende armbeweging naar d$ deur.
y°W luitenant was een blik 'in het door woede
verteokken gelaat van zijn chef voldoende om in te
eten, dat liet 't verstandigst voor hem zijn zou zich
vlug mogelijk te verwijderen.
a j®,ï\demon van den trots had zich geheel van
Ragnhild meester gemaakt. Nog eenmaal doeg zij haar
armen om den hals van Sixten en haar verleidelijke
">ode lippen zelden:
»Ik geloof geen woord van die anonieme brieven,
ueci me een zoen."
Sixten Torhardt was echter ook slechts ee nmensch,
J8*.5* ?®g8en> dit geval een man, en ondanks de aan
wezigheid van de majoor kuste hjj het bekoorlijke
taeisje hartstochtelijker don ooit.
iJk? rukte de majoor hen woest uit elkaar. Op
ottrelfde oogenblik fluisterde Ragnhild hem toe, dat hu
gaan moest. De luitenant echter talmde. Zou hij haar
XÏÏ3 den opkomenden storm laten trotseeren? Een
Jvenk van haar en de steeds dreigender wordendé
houding van den vader deden hem echter besluiten
w*rSlanj korte buiging voor rijn door woede
verstomden chef liep hij vlug weg.
JNa het vertrek van den luitenant keken vader en
niet gawenschl
Voorzitter raeant dat de toestand, 07? bet eind®
van de I-oat en de Uocp het pnodjg JSAs-kt dat dan*
een lantaarn staat, doch da le-ntaarn bij Uennaman
schijnt ver genoeg voopijt.
De heer van Nuland zegt dat, wanneej; B. en W.
het dempen van een sloot noodig oordeelen, de
eigenaren daartoe worden aangeschreven. Doen ze
het niet dan kan zoo'n sloot door de gemeente voor
rekening van die belendende eigenaren worden ge
dempt. Is nu een dergelijke oplossing ook niet mo
gelijk ten opzichte van de brug aan de Bierkade.
De heer; Trapman meent dat deze vergelijking
absoluut niet opgaat. De slooten kunnen gedempt
moeten worden omdat ze gevaarlijk zijn voor de
openbare gezondheid, doch dat argument kan niet
dienen voor een particuliere brug. Het betreft hier
een verbinding van particulier terrein met den
openbaren weg. De bewoners van de Bierkade moe
ten bier zelf de gewensebte oplossing brengen en
de eenigste weg is wellicht dat voorzitten als arbi
ter zou optreden en poogt alle hoofden in één zak
te brengen. Het betreft hier dus alleen een particu
liere zaak en de versperring is slechts een politie
maatregel geweest voor; de veiligheid van de men-
schen die over die brug moeten. Van een door de
gemeente uitvoeren van het werk en later aanschrij
ven tot betalen kan niets komen, omdat bij weige
ring elk verhaal ontbreekt.
Voorzitter verklaart zich bereid als arbiter op te
treden, als hij daarvoor tenminste de juristische be
kwaamheden bezit. Onder groote hilariteit deelt
spr. mede dat een bewoners van de Bierkade zeide,
dat zij aanstonds niet in de gelegenheid zouden zijn
om hunne belasting te betalen. Voorzitter beeft toen
beloofd dat de ontvanger dan tot het bek zou ko
men.
De beer Roggeveen hoopt dat de bewoners van
de Bierkade gebruik zullen maken van het aanbod
van voorzitter om als arbiter op te treden.
Ingekomen is de mededeeling dat aan den veld
wachter L. Smid eervol ontslag is verleend.
Door Ged. Staten is goedgekeurd verkoop bouw
terrein aan C. Molenaar Jbz aan de Oosterstraat;
eveneens is goedgekeurd geldleening f7500; ver
grooting begraafplaats; dito suppletoir© begrooting.
Van den heer W. P. Nieman is bericht ingekomen
dat hij zijn benoeming tot onderwijzer aan de
openbare lagere school aanneemt; infunctietreding
1 December 1921.
Voor kennisgeving aangenomen.
Van. Ged. Staten is een brief" ingekomen waarin
een paar opmerkingen over de verordening rege
lende het vervolgonderwijs. B. en W.' stellen voor
aan deze opmerkingen tegemoet te komen en bij de
nadere vaststelling van den lesrooster daarmee re
kening te zullen houden. Goedgevonden.
Volgt adres van het comité ter behartiging van
de algemeene belangen van overheidspersoneel. Dit
comité wenscht overleg tusschen de vakorganisaties
en een centraal lichaam dat namens de gemeente
besturen optreedt. Daarvoor was aangezocht de ver-
eeniging yan Nederlandsche Gemeenten, die echter
had geweigerd. Verzocht wordt pogingen alsnog te
doen om dit overleg tot stand te brengen.
B. en W. wenscben dit adres voor kennisgeving
aan te nemen in verband met het door den Raad
uitgesproken beginsel tot recbtstreeksch overleg.
Aldus wordt besloten.
Is ingekomen het verzoek van de Vereeniging van
Oudleerlingen der RijkslandLbouwwinterschool om
een subsidie te mogen ontvangen van f 100 voor de
viering van het a.s. vijf-en-twintigjaaig bestaan van
de Winterschool alhier.
B. en W. stellen voor het gevraagde bedrag be
schikbaar te stellen. Goedgevonden.
Van den heer Jac. Jansen, muziekdirecteur al-
bier, is de mededeeling ingekomen dat bij met zijn
kinderkoor een St, Nicolaascantate zal uitvoeren.
Deze uitvoering zal gratis toegankelijk zijn voor de
kinderen der lagere scholen, behalve de UX.O., ter
wijl tevens kleine St. Nicolaascadeaux afl-n de kin
deren zullen worden uitgereikt,
B. en W. willen f50.toestaan, maar zij wen
scben het St. Nicolaasfeest op de Bewaarschool te
behouden en het daarvoor vastgesteld bedrag blijven
bestemmen. Allen voor.
De heer Rempt acht bet voortaan beter dat een
dergelijk verzoek schriftelijk ingediend wordt.
Aan de orde is wijziging instructie gemeenteont
vanger. De kantooruren worden bepaald op 8X—
12Yi uur, behalve op Zaterdag 911 uur voor uit
betaling loonen en onderstand. Goedgevonden.
Mevrouw Roggeveen—Stammes heeft volgens arti
kel 184 der Lageronderwijswet opgehouden lid der
plaatselijke schoolcommissie te zijn. B. en W. bie
den als aanbeveling aan mevrouw J. RoosBreed
en mevrouw M. BregmanLeeuwrik. Mevr. Roos
Breed wordt benoemd met 10 stemmen, 1 blanco.
De heer H. Deutekom die 1 Januari a.s. als lid
dierzelfde commissie aftreedt, wordt met algemeene
stemmen herbenoemd.
Aangeboden worden de verordeningen op de hef
fing van schoolgeld voor het gewoon lager onder
wijs, voor het uitgebreid lager onderwijs en voor
bet vervolgonderwijs. Het schoolgeld wordt bepaald
dochter .elkaar aan zonder een woord te zeggen.
Bij den overste kreeg de verbijstering de overhand op
zijn woede. Dit was de eerste maal, dat zijn kalme, goed
opgevoede dochter haar vader getrotseerd had. En
nu 'zoo maar een man omhelzen en het vragen haar
te kussen, het was iets ongehoords. Zoo iets had in zijn
jeugd moeten gebeuren.
„Je je gedraagt je als als een riep hij
ten slotte uit. „Ik kan ei- werkelijk geen woorden voor
vinden."
„Lieve papa, het is heusch 'het beste, dat u geen
woorden kunt vinden," antwoordde Ragnhild op een
toon, die den vader schrikken deed. „Anders zoudt ii
misschien iets zeggen, waarvan u later spijt zoudt
hebben."
De majoor had den mond geopend, om haar in de
rede te vallen, doch kon van verbazing geen woord
uitbrengen vóór zij klaar was. Was er een booze geesi
in het meisje gevaren? Hem zoo'n antwoord geven en
op zoo'n toon.
„Je vergeet, dat je tegen je vader spreekt," zeidió
hij met een strenge waardigheid, die haar imponeeren
moest.
„Ik wou. dat ik het zou kunnen vergeten," ant
woordde zij vlug. „Ik kan mij niet Voorstellen, dat
mijn vader zoo klem is om geloof te slaan aan ano
nieme brieven."'
„Neen. natuurlijk niet. Het zou veel beter rijn, als
1® je geheele toekomst, je gehee/e géluk voor zoo'n
schooier weggooide
De donkere oogén van het achttienjarige meisje fon
kelden, haar lippen beefden én eon blos van diepe
verontwaardiging kleurde haar wangen. Zij richtte haar
slanke gestalte op, zoodat zij bijna even groot was
als-Kaar yader, ep zq stond voor hem, niet als een
liefderijke dóchter, maar als een gekrenkte vrouw, die
zich genoegdoening verschaffen wil.
„Nu begrijp ik,' zeide zij, „waarom men zegt, dat
u slecht bentv ja de slechtste mensch, die er bestaat."
„Wie, voor den duivel, waagt het zoo iets te zeggen?"
schreeuwde de majoor buiten zichzelf van woede. „Dat
kan niemand anders rijn dan die vervloekte Torhardt."
„Uiit uw laatste woorden hoor Ik. dat ook de be
wering, dat u onrechtvaardig en partijdig bent, niet on
gegrond is. Dat heb ik trouwens hier aan huis reeds
meermalen opgemerkt."
„Ik onrechtvaardig? Neen, nu wordt het toch él
te kras. Ik heb trouwens in het geheel geen zin een
discussie over deze zaak te beginnen. Ik handel 'in
deze aangelegenheid zooals jouw geluk "dat mijns in
ziens yereischt."
„Hoe kunt u
„Genoeg, geen woord meer r
„Nu .dan zal ik ook handelen, zooals het mij het
beste dunkt. Het zal u met gelukken Sixten en mij
op dje wijze Yan elkander te scheiden. Dat verzeker ik u.
De majoor stond op tiet punt baa reen scherp ant
woord te geven, toen heL dienstmeisje binnenkwam.
„Een telegram voor den majoor," zeide zij.
Hij opende het zenuwachtig gehaast Ragnhild maak-
rijn
ik be-
uit zyn geheele manier van doen
spanning en onrust op, dat hij op een belang)
richt voorbereid was. En terwijl hij 1;
terwjjl hij las, veranderde rijn
gelaatsuitdrukking zoo, dat rij hem verbaasd aankeek.
Hij scheen alles om zich heen en ook de scène met den
luitenant en haar zeïf vergeten te hebben. Langzaam,
heel langzaam 'las hij het telegram, vóór hij iets zeide.
Zijn gezicht, daareven vuurrood, was doodsbleek gje
worden, woedend verfrommelden rijn vingers het pa-
pterj verward koek hij voor zich neen. Toen hij het
dienstmeisje, dat op hot recu wachtte, zag, zeide hij
met heescne stem
„Zeg aan John, dat hij met de auto voorkomt Ik moei
dadelijk naar Stockholm."
Ragnhild kon haar nieuwsgierigheid, die op dat oogen
blik alle andere gevoelens en gedachten verdrong, met
bedwingen.
„Is hot een slechte tijding?" vroeg rij.
„Ja-ja," antwoordde de maioor, half verstrooid. „Niets
prettigs." Dan kwam hn tot Winning. „Waarom vroeg
je dat?" zeide hjj geprikkeld
„Ik begrijp niet waarom u den trein niet heemt.
ib er zoo n naast by?"
„Ja, face! vesl haast. En helaas heb jk nu geen tijd
verder met jou te praten. Doch dat komt een anderen
keer wel terecht, Met die woorden pakte hij de pa
pieren, die verstrooid op rijn schrijftafel lagen, gp.
Hij rangschikte en telde ze zorgvuldig. Dan legde hij
ze in een massief ijzeren casette, die hij sloot en in
de safe zette.
Dan vroeg hij rijn dochter rija handvalies in te
pakken en een plaid voor hem té holen. Het ging dus
om iets andera dan om een korten rit naar die stad
en Ragnhild kon zich niet weerhouden te vragen wan
neer hij dacht terug te komen.
„Morgen vroeg," antwoordde hij op een toon, die
niet tot verder vragen animeerde.
Ragnhild ging naar de slaapkamer om aan het ver
zoek van haar vader te voldoen. Onmiddellijk daarna
reed de auto voor. Zij zeide hem met een paar woorden
goeden dag en ging dan met eon bezwaard gemoed naar
den salon terug. Hier ging zij zitten nadenken :»ver de
onverklaarbare dingen, die zij zooeven medegemaakt
had, over den onbuigzamon wil van haar vader en
de duistere toekomst.
Maar zjj moest ook aan dingen denken die jgcfc in
Jnkouteh f 1000 vjjij; goeroes onderwijs
1 QQD^-f 1500 f2.80; UJL.O, fSr vervolgonderwijs
1,50; !1§HM?0QQ: i5, fiO, il\ fSOCM&OO; 17.50,
f 15, !S,50; i2500—fS0QÓ: flft. IK), f$; iSOOC-f35GG:
f 12.50, f25, f3.50; f3500—f4000: f15, f30. f4; f4000-
f4500: 117.50, 135, 14.50; f4500 en hooger 120, f40
en f5.
Wordt onveranderd vastgesteld.
Volgt behandeling der begrooting* De heeren J.
Helder (voorzitter), G. Rempt en H. v. Nuland (rap
porteur); de commissie voor het nazien dezer be
grooting uitmakende, hadden een rapport ingediend.
De commissie vraagt allereerst uiteenzetting van
de reorganisatie van het finantieel beheer in het
komende jaar en ook of er voorstellen zijn te ver
wachten tot heffing der belasting op bouwterrei
nen e.d., opcenten op de hoofdsommen der vermo
gensbelasting en dividend- en tantieme-helasting.
B. en W. deelen mee dat onverminderd de voob-
stellen tot wijziging van de heffing eener inkom
stenbelasting, geen voorstellen zijn te verwachten
omtrent heffing van belasting op bouwterreinen, op
centen op hoofdsom vermogensbelasting e.d. Divi
dend- en tantièmebelasting wordt reeds geheven en
bracht In 1920 f 1.50 op.
Zonder discussie wordt met deze mededeeling ac-
coord gegaan.
De commissie oordeelt dat verhooging begrafehis-
rechten alleszins geoorloofd is.
B. en W. achten dit niet gewenscht, ook de min-
dergegoeden moeten zich de uitgaven van een huur-
graf kunnen blijven getroosten.
De heer Helder wijst op de belangrijke uitgaven,
alsook op de f7500 voor uitbreiding der begraaf
plaats. Daar staan tegenover kleine inkomsten voor
den verkoop van het recht tot begraven, die een
klein bedrag uitmaken in vergelijking met de uit
gaven. De kosten aan een begrafenis verbonden:
kist, dragers, aanspreker en steen zijn nogal be
langrijk, f300 f400 en daarbij vraagt de gemeente
voor het grafrecht gedurende .20 jaar een bedrag
van f10.een onbelangrijk bedrag. Spr. acht het
geen bezwaar dat bedrag op f20 te bepalen en ten
aanzien van de opmerking van B. en W. dat ver
hooging een bezwaar zou zijn voor mindergegoe-
den om een grafruimte te koopen, het zou dan op
den weg van B. en W. liggen een bepaalden wei
standsgrens te bepalen.
Voorzitter zegt dat juist de hooge kosten aan
een begrafenis verbonden, een argument voor B.
en W. waren om het grafrecht niet te verhoogen.
Een tarief naar weistandsgrens zou kunnen worden
vastgesteld, maar toch zou dan een groote catecho-
rie van menschen de verhooging wel degelijk voe
len.
De heer Helder aóht het gewenscht de ontvangsten
meer in overeenstemming te brengen met de uitga
ven en stelt voor tot een inkomen van f2000 flö
en boven de f2000 f20 grafrecht te heffen.
De heer Trapman wijst er op dat de begrafenis
kosten door een zekere catechorie van menschen
gewoonlijk moeten worden bestreden uit een be
drag dat men van een fonds ontvangt. Iedereen wil
zijn doode zooveel mogelijk doen begraven op een
wijze die voldoet aan zijn gevoel van piëteit en dat
brengt hooge kosten mee, hooger soms dan men
betalen kan. B. en W. hebben daarom de onkosten
voor het graf zoo laag mogelijk, op het oude bedrag
willen houden. Een zoogen. progressie zal onwille
keurig een zeker standsverschil op het kerkhof in
het leven roepen, want we weten wel hoe het in de
practijk gaat, na een poosje zal dat euvel insluipen.
Het rijn hier meer gevoel? ii'gumenten die B. en
W. tot hun standpunt hebben gebracht. Wij voelen
wel dat het de gemeente geld kost, maar bij een
zaak als deze berekent men niet nauwkeurig on
kosten en ontvangsten en spr. hoopt dat de meerder
heid van den Raad de oude regeling zal handha
ven.
De heer Helder meent dat er op het oogenblik
reeds standsverschil bestaat en dat er zijn die geen
en die wel een eigen grafruimte hebben. Als spre
kers voorstel wordt aangenomen blijft die toestand;
ongewijzigd, want hij stelt zich toch niet voor dat op
de grafruimte komt te staan dat er #10 voor wordt
betaald.
De heer Trapman wil iedereen het recht geven
voor f10 een huurgraJ te krijgen. Dat is thans zoo,
op een hoogst enkel geval na, wordt er geen ge
bruik gemaakt van een gratis-plaats en wanneer er
een voorstel kwam om dit af te schaffen, spr. zou
de eerste zijn om daar voor te stemmen. Het mag
onze bedoeling niet zijn om verschil te maken tus
schen de graven van f10 of #20, we weten wel hoe
dat in de toekomst zal gaan. Een duurder graf zal
een betere plaats krijgen. Laat een ieder naar draag
kracht door belasting, aan de kosten voor de be
graafplaats betalen.
Voorzitter acht de door den heer Helder genoemde
grens veel te laag.
De heer Bregman zegt dat de eerste 20 jaren f10
wordt betaald, voor verlenging f5. Spr. zou liever
die verlenging dan verhoogen.
Ook de heer Trapman voelt daar meer voor en
zou in ieder geval willen dat alleen de Raad zich
uitsprak of Al of niet de begrafenisrechten moeten
de laatste maanden afgespeeld hadden. Vreemde dingen,
die zonder ©enige zichtbare aanleiding gebeurd wa
ren. die rij niet begreep, maar nu onwillekeurig in
velband bragfat met den hardien «lag, welke haar ge
troffen had.
Zij dacht terug aan de steeds zich meer herhalende
geheimzinnige reizen van haar vader, die nu eens
vier-en-twlntig uur, dan weer langer van huis afwezig
was. Zij zag weer rijn bezorgde trekken voor zich, als
rij hem toevallig verraste en hij zich alleen waande.
En zijn steeds toenemende zenuwachtigheidi en prik
kelbaarheid waar kwamen die vandaan? Zoo moest
iemand eruit zien. die ergens bang voor is, die weet,
dat een gevaar dreigt, een sluipend gevaar, waaraan
nij zich niet onttrekken kan.
En toch was haar vader een moedig man, dat werd
algemeen erkend. Zijn gouden medailles voor dapper-
neid en buitengewone reddingen bewezen het De eerstê
had hij als luitenant in den Congo gekregen; die twee
de toen hij bij een brand in Stockholm mei levensgevaar
een klein kind gered had
Het moest dus iets veeselijks rijn« dat den anders zoo
onverschrokken man verontrustte.
Wat was het?
Ragnhild dacht aan al de vreemde geluiden, die haar
soms midden in den nacht wakker maakten. Villa
Bjorkhem, haar anders zoo vreedzaam en rustig tehuis,
scheen thans omstreeks middernacht een rendez-vous
van booze geesten geworden te rijn. Zij hoorde fluiste
rende stemmen en krakende stappen in het huis, loo-
pen en lawaai in den tuin.
En dan de auto. de nieuwe Scania Vabis van haar
vader, waarvoor hij zoo bezorgd was. Deze was tegen'
woordig 's nachts uit, zonder dat haar vader modeglng.
Zij iiaa haar meermalen ver na middernacht hooren
wegrijden en bij het aanbreken yan den ochtend terug
komen.
Deed de chauffeur dat om zelf pret te gaan maken?
Maar hoe kon haar vader dat toestaan? Haar vader, de
strenge man,? die vóór alles op orde stond, ook ondtf!
rijn dienstpersoneel. i
Wat wes de reden?
Toen zy o®RS met hem had willen praten over de
dingen, die de nachtrust ïn het huis verstoorden, ha^
hij geantwoord, dat rij gedroomd moest hebben. Hq zelf
had niets gehoord. Zqn uiterlijk bewees echter, dat hij
dien nacht niet veel geslapen had.
De chauffeur ontkende dat hij met de auto uit
geweest was. En de twee meisjes hadden vast; geslapen
en niets gehoord. f
Hoe langer Ragnhild over dit alles nadacht, dea te
ongeruster maakte zij zich. En ten plotte ging zij voor
paar dagboek zitten, haar trouwen vriend, aan wien