TWEEDE BLAD. Da dingen om ons heen. Raad Yan Schagen. FEUILLETON. SCtiOPPÊNHÜNlNG. Zaterdag 5 November 1921. 61ste Jaargang. No. 6919. jjoyd George heeft weder eens een overwinnic Weten te behalen, al was er dan ditmaal ook geen twijfel aan, jat dit hel geval zou zijn. Want tegenover die betrekkelijk Jdeiae groep Unionisten, die nog steeds vasthouden aan het oude denkbeeld, dat Ier-land een onafscheidelijk deai Van Groot Britannie is en dient te blijven, staat de veel 'Sterkere ,pfaalanx hunner partij-genooten, die in den loop der laren tot de conclusie zijn gekomen, ,dat het pief onwillige honden slecht hazenvangen is en dat dke poging een volk te dwingen tegen zijn wil te blijven in eeri staatsverband, dat het verafschuwt, prima vista zoo niet geheef onmogelijk, dan toch moeilijk en onvruchtbaar is. Nu spreekt het van zelf. dat de „die hards", de oude Uinonisten, het ytrij gemakkelijk hadden met hun kritiek op het regeeringsbeleid. Want metterdaad is het een ver schijnsel, dat in geen enkel ander land ter wereld denk- oaar zou zijn, dat de ministers der Kroon aan de conferentie-tafel plaatsnemen, met personen op wier hoofd een premie staat wegens moord op officieren en soldaten dier kroon. De Iersche onderhandelaar Michael Gollins, thans „mi nister van Buitenlandsche Zaken" der Iersche republiek, was tot voor korten tijd opperbevelhebber van het teer dier „republiek" en heeft, nog geen vol jaar geleden, den moord" geensceneerd op ae elf Britsche officieren in Dublin. Door heel Ierland heeft .de politie, de gendarmerie, de justitie hem nagezetentot zij hem plotseling vonden in het bureau van den Eersten Minister talm een sigaar rookend, hem Aangeboden door dien premier. Tweede anomalie is, dat terwijl Engeland er op staat, dat wat er ook overigens gebeuren zal, Ierland steeds in een zeker verband tot Engeland zal blijven, zuodal het uitgesloten moet zijn, dat ferland ooit de wapens tegen Groot-Britanniö opvat of zich als bondge noot aansluit bij een vijand van het Britsche rijk, de Ieren speciaal hun „president", de Amerikaansche Span jaard De Valera van de tinnen blaast, dat Ierland alleen genoegen zal nemen met volledige onafhankelijkheid en met het recht om zoonoodig ook tegen Groot Britannie te strijden. Niet alleen dus, dat er verschil van meening bestaat over de regeling der verhoudingen tusschen de beide landen: neen, men is het zelfs volkomen on eens over de basis der verhouding. In zulk een geval heeft dus iemand, die in principe tegen de afscheiding is, het volste recht niet alleen, doch ook meer dan vol doende aanleiding om te protesteeren tegen het verder voeren van onderhandelingen, die in zijn oog om te be ginnen katastrofaal zijn en bovendien moeten uitloopen op een algeheele mislukking. En al® het eens niet uitdraaide op een mislukking, dan zou het mager suc cesje alleen kunnen worden verkregen door nog verder toegeven van EngeLsche zijde, door nog meer concessies aan den „moordenaarstrbep"', die zegt Ierland te vertegenwoordigen. Aldus zeer kort het standpunt der Unionisten-door-dik-en-dun. Aan den anderen kant de mannen, die meenfcfc, da* het niet aangaat iemand tegen zijn wil in een door hem ongewenscht staatsverband te houden, wien iets voor zweeft van zelfbeschikkingsrecht der naties. De mannen, die altoos hebben gepleit voor een rechtvaardige oplossing der Iersche quaesüe, waarbq zü dan de rechtvaardigheid oudujds zochten-in Homerule en thans in zelfregeering, nu de Ieren, zoodra zij Homerule konden krijgen, direct hun eischen hebben verhoogd, zooaLs zij ze ook thans weder verhoogden nu onafhankelijkheid op de basis van de Dominien in faun bereik bleek te zijn. De ar beiderspartij, de liberalen, de radicalen zijn principieel voor een iersche vrijheid, de gematigde unionisten zijn er onder den dwang der feiten toe gaan overhellen en wei hoofdzakelijk omdat zij inzien dat een voort zetting,van het Britsch bestuur'jn Ierland meer schatten en meer menscfaenlevens zal eischen, dan zij bereid en dan Engeland in staat is te geven. Dat waren de partijen, die Lloyd George achter zich wist, toen hij Donderdag ƒ.1. het debat en de ^temming uitlokte, die nu gisteren plaats heeft gehad en waarin tij met een verpletterende meerderheid als overwinnaar te voorschijn trad. Toch is die overwfhning niet be vochten zónder dat de Britsche regeering een veer heeft moeten laten en zonder dat er principes zijn opgeofferd Wat is er bijv. te zeggen van een ministerieel© uit lating m 1921, zoo kort betrekkelijk na de jubelende ontvangst van Wilson's principes voor een nieuwe wereld open verdragen openlijk tot stand gekomen als Llovd George kalm beweert,: er 'zijn twee 'soorten van confe renties mogelijk, open conferenties waarin men niets kan bereiken of gesloten conferenties, waarin het moge- OJk wordt aken te doen. Dit jb een absolute negatie van de principes van de nieuwe wereld, een terug keer tot den ouden tijd, waarin de regenten de boél bekokstoofden en de burgerij het verbrande husje had te verorberen, dat nu eenmaal voor haar opgelepeld stond. En het tweede punt, waarop de rede van den premier verre van sterk was^ is wel het dreigement van heen te zullen gaan, als de onderhandelingen zouden misluk ken." yroeger heette het, dat hij in dat gevalleen beroep op het land zou doen en de kiezers in staat zou s tellen, te beslissen welk© oplossing zij aan het eerte vraagstuk zouden willen geven: geweidadige onderwer ping aan het Rijk, dan wel toegeven aan ,£>inn-Fein. Wij hebben rt^ds vroeger betoogd, dat zulk een be slissing vjat, de stembus onmogelijk is en dat hoog stens eeri referendum, hier iets zou kunnen beslis sen yaangezien „een postemenl voor deze eene quaestiè ondenkbaar is "en dus allerlei 'andere vraagstukken da beslissing over het hoofdpunt zouden komen vertroebe len Is nu het. dreigement van Lloyd George, heen le zullen gaan in den grond iets anders dan een algemeene verkiezing? Een anuer leider, die oen meerderheid weet te verkrijgen, is er niet. Noch Asquith, noch de hertog van Nortnumberland, noch Hendêrson, noch Berken- head, beeft zulk een invloed en zulk oen aanhang als Lloyd George. Niemand kan momenteel een regeerings- partij vormen, wanneer de bestaande coalitie uiteenvalt. En als dus Llgyd George gaat, komt er een politieke chaos, waaruit alleen hij w'eer orde zal kunnen scheppen. „Dat hij aan den eenen kant huiverig is het bevel te geven voor een burgeroorlog, die volgens de schatting van ©en der ^aden een kwart miiiiard pond en 200.000 menscfaenlevens zal kosten is duidelijk. Er is bloed en goud genoeg verspild in de laatste jaren en het spreekt vanzelf, dal een met wapengeweld onderworpen Ierland, nog vele jaren een krachtige bezetting zou vereischen. I Doch aan den anderen kant moet het ook weinig aan genaam zijn een land zoo lang aan het Rijk verbonden, zich te zien afscheiden en straks misschien met een buitenLandschen vijand te zien heulen. Een derde mogelijkheid schijnt er niet te zijn, want het Trouwe Ulster opofferen, er een derde van afkappen, omdat De Valera dit wenscht, trouwbreuk plegen tegen over loyale onderdanen om „rebellen" te plezieren, is ook ondoenlijk. Dan zouden de Unionisten-door-dik- en-dun eerst goed het recht hebben zich te beklagen over het „boog-verraad" van fijnen Maje^fcits Regeerrag. Dan kwam de burgeroorlog in Ierland toch, en zouden tal Van Eregelschen dienst nemen met Ulster tegen Sinn-Fein. In weerwil van de grootste meerderheid is d° positie der regeering er niet sterker op geworden. Valera weèr nu wat zijn volgende zet moet zijn voor het „mat of „pat" komt UITKIJK. Vergadering op Donderdag 3 November 1921, den middags 2 uur. Voorzitter de heer J. Cornelissen, burgemeester, secretaris de heer A. C. Roggeveen. Aanwezig alle leden. Na opening der vergadering volgt de goedkeuring der notulen. Voorzitter deelt mee dat de cokesverkoop f l.oö per H.L„ maar bij afname van 5 H.L. tegelijk fl.25. was. Thans is de prijs op f 1.25 gesteld, ook bij niet grootere afname dan 1 H.L. 1 Het komt B. en W. onnoodig voor lantaarns te plaatsen bij Schouten op het Noord en op het Hoog. De gemeenteopzichter heeft opdracht ontvangen de Bierkadebrug beter te versperren. Aan den houthandelaar Krimp is door B. en W. een waarschuwing gericht zijn hond vast te leggen. De heer Helder vraagt of B. en W. in het open baar bun standpunt kenbaar willen maken ten op zichte van de brug naar de Bierkade. Vorig maal i3 deze zaak in comité behandeld, doch de bewoners van de Bierkade zouden gaarne kennis willen ne- j men van het ingenomen standpunt. I Voorzitter zegt dat die brug in buitengewoon slech ten toestand verkeert, dat reeds in Maart bij een bezoek aan die brug door het dek heen getrapt kon worden. De brug is privaat eigendom, dus B. en W. konden niet zelf maatregelen treffen tot verbe- tering. Waar de bewoners van de Bierkade jaar lijks f 2.50 bijdragen voor het onderhoud, dachten zij dat de brug eigendom van die bewoners was. Die bewoners waren blijkbaar evenwel niet genegen de brug te doen herstellen en toen is de versperring gekomen. Daarna is een deputatie bij mij geweest, j die mij vertelde dat de brug niet het eigendom was van de bewoners van de Bierkade, maar van den Heer van Schagen en van de Vrouw van Schagen, Mevrouw Van Rappard. Of dit waar is, ik weet het 1 niet. I De toestand is thans nog dezelfde, het is een ernstig verschil van meening en spr. erkent dat het een vervelende toestand voor de bewoners van de Bierkade is en B. en W. zijn dan ook wel met het lot dier bewoners begaan. Het spijt den heer Rempt dat B. en W. het plaat sen van de lantaarns op het Noord niet noodig oor- deelen. Verplaatsen van de lantaarn bij het Hoog is DETECTIVEROMAN NAAR HET ZWEEDSGH VAN &A.DU8E. 2. Op dat oogenblik ging de deur open en kwam de majoor 'binnen. Stom verbaasd bleef hij staan, 'toen hij den afgewezen luitenant vertrouwelijk hand in hand met zijn dochter zag. Zijn verbijstering was zóó groot, dat hij, een 'tijd 'lang niet in staat was iets te zeggen. Sixten, die met zijn rug naar de deur stond, had hem niet gezien. Ragnhild ontging echter het naclerende gevaar niet. En met een vastberadenheid en koelheid, die haar zedx bijna yerrasteg, sloeg zij voor de oogen van haar vader haaar armen om den hak van den jongen an. „Geef me een zoen," zeicta Zij hardop. „Ik zal steeds op je vertrouwen. Sixten." En de verblufte majoor was er nu getuige van hoe Sixten de kunst van het .kussen verstond De lui tenant ging zóó geheel 6p in zijn aangename bezigheid, aflt hij de aanwezigheid van zijn chef niet merkte vóór hn door een horden klap op zijn schouder tot de wer kelijkheid teruggeroepen werd. Gelukkig was de majoor nog zóó opgewonden, dat hü slechts ongearticuleerde woorden wist uit'te brengen, Begeleid door een dreigende armbeweging naar d$ deur. y°W luitenant was een blik 'in het door woede verteokken gelaat van zijn chef voldoende om in te eten, dat liet 't verstandigst voor hem zijn zou zich vlug mogelijk te verwijderen. a j®,ï\demon van den trots had zich geheel van Ragnhild meester gemaakt. Nog eenmaal doeg zij haar armen om den hals van Sixten en haar verleidelijke ">ode lippen zelden: »Ik geloof geen woord van die anonieme brieven, ueci me een zoen." Sixten Torhardt was echter ook slechts ee nmensch, J8*.5* ?®g8en> dit geval een man, en ondanks de aan wezigheid van de majoor kuste hjj het bekoorlijke taeisje hartstochtelijker don ooit. iJk? rukte de majoor hen woest uit elkaar. Op ottrelfde oogenblik fluisterde Ragnhild hem toe, dat hu gaan moest. De luitenant echter talmde. Zou hij haar XÏÏ3 den opkomenden storm laten trotseeren? Een Jvenk van haar en de steeds dreigender wordendé houding van den vader deden hem echter besluiten w*rSlanj korte buiging voor rijn door woede verstomden chef liep hij vlug weg. JNa het vertrek van den luitenant keken vader en niet gawenschl Voorzitter raeant dat de toestand, 07? bet eind® van de I-oat en de Uocp het pnodjg JSAs-kt dat dan* een lantaarn staat, doch da le-ntaarn bij Uennaman schijnt ver genoeg voopijt. De heer van Nuland zegt dat, wanneej; B. en W. het dempen van een sloot noodig oordeelen, de eigenaren daartoe worden aangeschreven. Doen ze het niet dan kan zoo'n sloot door de gemeente voor rekening van die belendende eigenaren worden ge dempt. Is nu een dergelijke oplossing ook niet mo gelijk ten opzichte van de brug aan de Bierkade. De heer; Trapman meent dat deze vergelijking absoluut niet opgaat. De slooten kunnen gedempt moeten worden omdat ze gevaarlijk zijn voor de openbare gezondheid, doch dat argument kan niet dienen voor een particuliere brug. Het betreft hier een verbinding van particulier terrein met den openbaren weg. De bewoners van de Bierkade moe ten bier zelf de gewensebte oplossing brengen en de eenigste weg is wellicht dat voorzitten als arbi ter zou optreden en poogt alle hoofden in één zak te brengen. Het betreft hier dus alleen een particu liere zaak en de versperring is slechts een politie maatregel geweest voor; de veiligheid van de men- schen die over die brug moeten. Van een door de gemeente uitvoeren van het werk en later aanschrij ven tot betalen kan niets komen, omdat bij weige ring elk verhaal ontbreekt. Voorzitter verklaart zich bereid als arbiter op te treden, als hij daarvoor tenminste de juristische be kwaamheden bezit. Onder groote hilariteit deelt spr. mede dat een bewoners van de Bierkade zeide, dat zij aanstonds niet in de gelegenheid zouden zijn om hunne belasting te betalen. Voorzitter beeft toen beloofd dat de ontvanger dan tot het bek zou ko men. De beer Roggeveen hoopt dat de bewoners van de Bierkade gebruik zullen maken van het aanbod van voorzitter om als arbiter op te treden. Ingekomen is de mededeeling dat aan den veld wachter L. Smid eervol ontslag is verleend. Door Ged. Staten is goedgekeurd verkoop bouw terrein aan C. Molenaar Jbz aan de Oosterstraat; eveneens is goedgekeurd geldleening f7500; ver grooting begraafplaats; dito suppletoir© begrooting. Van den heer W. P. Nieman is bericht ingekomen dat hij zijn benoeming tot onderwijzer aan de openbare lagere school aanneemt; infunctietreding 1 December 1921. Voor kennisgeving aangenomen. Van. Ged. Staten is een brief" ingekomen waarin een paar opmerkingen over de verordening rege lende het vervolgonderwijs. B. en W.' stellen voor aan deze opmerkingen tegemoet te komen en bij de nadere vaststelling van den lesrooster daarmee re kening te zullen houden. Goedgevonden. Volgt adres van het comité ter behartiging van de algemeene belangen van overheidspersoneel. Dit comité wenscht overleg tusschen de vakorganisaties en een centraal lichaam dat namens de gemeente besturen optreedt. Daarvoor was aangezocht de ver- eeniging yan Nederlandsche Gemeenten, die echter had geweigerd. Verzocht wordt pogingen alsnog te doen om dit overleg tot stand te brengen. B. en W. wenscben dit adres voor kennisgeving aan te nemen in verband met het door den Raad uitgesproken beginsel tot recbtstreeksch overleg. Aldus wordt besloten. Is ingekomen het verzoek van de Vereeniging van Oudleerlingen der RijkslandLbouwwinterschool om een subsidie te mogen ontvangen van f 100 voor de viering van het a.s. vijf-en-twintigjaaig bestaan van de Winterschool alhier. B. en W. stellen voor het gevraagde bedrag be schikbaar te stellen. Goedgevonden. Van den heer Jac. Jansen, muziekdirecteur al- bier, is de mededeeling ingekomen dat bij met zijn kinderkoor een St, Nicolaascantate zal uitvoeren. Deze uitvoering zal gratis toegankelijk zijn voor de kinderen der lagere scholen, behalve de UX.O., ter wijl tevens kleine St. Nicolaascadeaux afl-n de kin deren zullen worden uitgereikt, B. en W. willen f50.toestaan, maar zij wen scben het St. Nicolaasfeest op de Bewaarschool te behouden en het daarvoor vastgesteld bedrag blijven bestemmen. Allen voor. De heer Rempt acht bet voortaan beter dat een dergelijk verzoek schriftelijk ingediend wordt. Aan de orde is wijziging instructie gemeenteont vanger. De kantooruren worden bepaald op 8X— 12Yi uur, behalve op Zaterdag 911 uur voor uit betaling loonen en onderstand. Goedgevonden. Mevrouw Roggeveen—Stammes heeft volgens arti kel 184 der Lageronderwijswet opgehouden lid der plaatselijke schoolcommissie te zijn. B. en W. bie den als aanbeveling aan mevrouw J. RoosBreed en mevrouw M. BregmanLeeuwrik. Mevr. Roos Breed wordt benoemd met 10 stemmen, 1 blanco. De heer H. Deutekom die 1 Januari a.s. als lid dierzelfde commissie aftreedt, wordt met algemeene stemmen herbenoemd. Aangeboden worden de verordeningen op de hef fing van schoolgeld voor het gewoon lager onder wijs, voor het uitgebreid lager onderwijs en voor bet vervolgonderwijs. Het schoolgeld wordt bepaald dochter .elkaar aan zonder een woord te zeggen. Bij den overste kreeg de verbijstering de overhand op zijn woede. Dit was de eerste maal, dat zijn kalme, goed opgevoede dochter haar vader getrotseerd had. En nu 'zoo maar een man omhelzen en het vragen haar te kussen, het was iets ongehoords. Zoo iets had in zijn jeugd moeten gebeuren. „Je je gedraagt je als als een riep hij ten slotte uit. „Ik kan ei- werkelijk geen woorden voor vinden." „Lieve papa, het is heusch 'het beste, dat u geen woorden kunt vinden," antwoordde Ragnhild op een toon, die den vader schrikken deed. „Anders zoudt ii misschien iets zeggen, waarvan u later spijt zoudt hebben." De majoor had den mond geopend, om haar in de rede te vallen, doch kon van verbazing geen woord uitbrengen vóór zij klaar was. Was er een booze geesi in het meisje gevaren? Hem zoo'n antwoord geven en op zoo'n toon. „Je vergeet, dat je tegen je vader spreekt," zeidió hij met een strenge waardigheid, die haar imponeeren moest. „Ik wou. dat ik het zou kunnen vergeten," ant woordde zij vlug. „Ik kan mij niet Voorstellen, dat mijn vader zoo klem is om geloof te slaan aan ano nieme brieven."' „Neen. natuurlijk niet. Het zou veel beter rijn, als 1® je geheele toekomst, je gehee/e géluk voor zoo'n schooier weggooide De donkere oogén van het achttienjarige meisje fon kelden, haar lippen beefden én eon blos van diepe verontwaardiging kleurde haar wangen. Zij richtte haar slanke gestalte op, zoodat zij bijna even groot was als-Kaar yader, ep zq stond voor hem, niet als een liefderijke dóchter, maar als een gekrenkte vrouw, die zich genoegdoening verschaffen wil. „Nu begrijp ik,' zeide zij, „waarom men zegt, dat u slecht bentv ja de slechtste mensch, die er bestaat." „Wie, voor den duivel, waagt het zoo iets te zeggen?" schreeuwde de majoor buiten zichzelf van woede. „Dat kan niemand anders rijn dan die vervloekte Torhardt." „Uiit uw laatste woorden hoor Ik. dat ook de be wering, dat u onrechtvaardig en partijdig bent, niet on gegrond is. Dat heb ik trouwens hier aan huis reeds meermalen opgemerkt." „Ik onrechtvaardig? Neen, nu wordt het toch él te kras. Ik heb trouwens in het geheel geen zin een discussie over deze zaak te beginnen. Ik handel 'in deze aangelegenheid zooals jouw geluk "dat mijns in ziens yereischt." „Hoe kunt u „Genoeg, geen woord meer r „Nu .dan zal ik ook handelen, zooals het mij het beste dunkt. Het zal u met gelukken Sixten en mij op dje wijze Yan elkander te scheiden. Dat verzeker ik u. De majoor stond op tiet punt baa reen scherp ant woord te geven, toen heL dienstmeisje binnenkwam. „Een telegram voor den majoor," zeide zij. Hij opende het zenuwachtig gehaast Ragnhild maak- rijn ik be- uit zyn geheele manier van doen spanning en onrust op, dat hij op een belang) richt voorbereid was. En terwijl hij 1; terwjjl hij las, veranderde rijn gelaatsuitdrukking zoo, dat rij hem verbaasd aankeek. Hij scheen alles om zich heen en ook de scène met den luitenant en haar zeïf vergeten te hebben. Langzaam, heel langzaam 'las hij het telegram, vóór hij iets zeide. Zijn gezicht, daareven vuurrood, was doodsbleek gje worden, woedend verfrommelden rijn vingers het pa- pterj verward koek hij voor zich neen. Toen hij het dienstmeisje, dat op hot recu wachtte, zag, zeide hij met heescne stem „Zeg aan John, dat hij met de auto voorkomt Ik moei dadelijk naar Stockholm." Ragnhild kon haar nieuwsgierigheid, die op dat oogen blik alle andere gevoelens en gedachten verdrong, met bedwingen. „Is hot een slechte tijding?" vroeg rij. „Ja-ja," antwoordde de maioor, half verstrooid. „Niets prettigs." Dan kwam hn tot Winning. „Waarom vroeg je dat?" zeide hjj geprikkeld „Ik begrijp niet waarom u den trein niet heemt. ib er zoo n naast by?" „Ja, face! vesl haast. En helaas heb jk nu geen tijd verder met jou te praten. Doch dat komt een anderen keer wel terecht, Met die woorden pakte hij de pa pieren, die verstrooid op rijn schrijftafel lagen, gp. Hij rangschikte en telde ze zorgvuldig. Dan legde hij ze in een massief ijzeren casette, die hij sloot en in de safe zette. Dan vroeg hij rijn dochter rija handvalies in te pakken en een plaid voor hem té holen. Het ging dus om iets andera dan om een korten rit naar die stad en Ragnhild kon zich niet weerhouden te vragen wan neer hij dacht terug te komen. „Morgen vroeg," antwoordde hij op een toon, die niet tot verder vragen animeerde. Ragnhild ging naar de slaapkamer om aan het ver zoek van haar vader te voldoen. Onmiddellijk daarna reed de auto voor. Zij zeide hem met een paar woorden goeden dag en ging dan met eon bezwaard gemoed naar den salon terug. Hier ging zij zitten nadenken :»ver de onverklaarbare dingen, die zij zooeven medegemaakt had, over den onbuigzamon wil van haar vader en de duistere toekomst. Maar zjj moest ook aan dingen denken die jgcfc in Jnkouteh f 1000 vjjij; goeroes onderwijs 1 QQD^-f 1500 f2.80; UJL.O, fSr vervolgonderwijs 1,50; !1§HM?0QQ: i5, fiO, il\ fSOCM&OO; 17.50, f 15, !S,50; i2500—fS0QÓ: flft. IK), f$; iSOOC-f35GG: f 12.50, f25, f3.50; f3500—f4000: f15, f30. f4; f4000- f4500: 117.50, 135, 14.50; f4500 en hooger 120, f40 en f5. Wordt onveranderd vastgesteld. Volgt behandeling der begrooting* De heeren J. Helder (voorzitter), G. Rempt en H. v. Nuland (rap porteur); de commissie voor het nazien dezer be grooting uitmakende, hadden een rapport ingediend. De commissie vraagt allereerst uiteenzetting van de reorganisatie van het finantieel beheer in het komende jaar en ook of er voorstellen zijn te ver wachten tot heffing der belasting op bouwterrei nen e.d., opcenten op de hoofdsommen der vermo gensbelasting en dividend- en tantieme-helasting. B. en W. deelen mee dat onverminderd de voob- stellen tot wijziging van de heffing eener inkom stenbelasting, geen voorstellen zijn te verwachten omtrent heffing van belasting op bouwterreinen, op centen op hoofdsom vermogensbelasting e.d. Divi dend- en tantièmebelasting wordt reeds geheven en bracht In 1920 f 1.50 op. Zonder discussie wordt met deze mededeeling ac- coord gegaan. De commissie oordeelt dat verhooging begrafehis- rechten alleszins geoorloofd is. B. en W. achten dit niet gewenscht, ook de min- dergegoeden moeten zich de uitgaven van een huur- graf kunnen blijven getroosten. De heer Helder wijst op de belangrijke uitgaven, alsook op de f7500 voor uitbreiding der begraaf plaats. Daar staan tegenover kleine inkomsten voor den verkoop van het recht tot begraven, die een klein bedrag uitmaken in vergelijking met de uit gaven. De kosten aan een begrafenis verbonden: kist, dragers, aanspreker en steen zijn nogal be langrijk, f300 f400 en daarbij vraagt de gemeente voor het grafrecht gedurende .20 jaar een bedrag van f10.een onbelangrijk bedrag. Spr. acht het geen bezwaar dat bedrag op f20 te bepalen en ten aanzien van de opmerking van B. en W. dat ver hooging een bezwaar zou zijn voor mindergegoe- den om een grafruimte te koopen, het zou dan op den weg van B. en W. liggen een bepaalden wei standsgrens te bepalen. Voorzitter zegt dat juist de hooge kosten aan een begrafenis verbonden, een argument voor B. en W. waren om het grafrecht niet te verhoogen. Een tarief naar weistandsgrens zou kunnen worden vastgesteld, maar toch zou dan een groote catecho- rie van menschen de verhooging wel degelijk voe len. De heer Helder aóht het gewenscht de ontvangsten meer in overeenstemming te brengen met de uitga ven en stelt voor tot een inkomen van f2000 flö en boven de f2000 f20 grafrecht te heffen. De heer Trapman wijst er op dat de begrafenis kosten door een zekere catechorie van menschen gewoonlijk moeten worden bestreden uit een be drag dat men van een fonds ontvangt. Iedereen wil zijn doode zooveel mogelijk doen begraven op een wijze die voldoet aan zijn gevoel van piëteit en dat brengt hooge kosten mee, hooger soms dan men betalen kan. B. en W. hebben daarom de onkosten voor het graf zoo laag mogelijk, op het oude bedrag willen houden. Een zoogen. progressie zal onwille keurig een zeker standsverschil op het kerkhof in het leven roepen, want we weten wel hoe het in de practijk gaat, na een poosje zal dat euvel insluipen. Het rijn hier meer gevoel? ii'gumenten die B. en W. tot hun standpunt hebben gebracht. Wij voelen wel dat het de gemeente geld kost, maar bij een zaak als deze berekent men niet nauwkeurig on kosten en ontvangsten en spr. hoopt dat de meerder heid van den Raad de oude regeling zal handha ven. De heer Helder meent dat er op het oogenblik reeds standsverschil bestaat en dat er zijn die geen en die wel een eigen grafruimte hebben. Als spre kers voorstel wordt aangenomen blijft die toestand; ongewijzigd, want hij stelt zich toch niet voor dat op de grafruimte komt te staan dat er #10 voor wordt betaald. De heer Trapman wil iedereen het recht geven voor f10 een huurgraJ te krijgen. Dat is thans zoo, op een hoogst enkel geval na, wordt er geen ge bruik gemaakt van een gratis-plaats en wanneer er een voorstel kwam om dit af te schaffen, spr. zou de eerste zijn om daar voor te stemmen. Het mag onze bedoeling niet zijn om verschil te maken tus schen de graven van f10 of #20, we weten wel hoe dat in de toekomst zal gaan. Een duurder graf zal een betere plaats krijgen. Laat een ieder naar draag kracht door belasting, aan de kosten voor de be graafplaats betalen. Voorzitter acht de door den heer Helder genoemde grens veel te laag. De heer Bregman zegt dat de eerste 20 jaren f10 wordt betaald, voor verlenging f5. Spr. zou liever die verlenging dan verhoogen. Ook de heer Trapman voelt daar meer voor en zou in ieder geval willen dat alleen de Raad zich uitsprak of Al of niet de begrafenisrechten moeten de laatste maanden afgespeeld hadden. Vreemde dingen, die zonder ©enige zichtbare aanleiding gebeurd wa ren. die rij niet begreep, maar nu onwillekeurig in velband bragfat met den hardien «lag, welke haar ge troffen had. Zij dacht terug aan de steeds zich meer herhalende geheimzinnige reizen van haar vader, die nu eens vier-en-twlntig uur, dan weer langer van huis afwezig was. Zij zag weer rijn bezorgde trekken voor zich, als rij hem toevallig verraste en hij zich alleen waande. En zijn steeds toenemende zenuwachtigheidi en prik kelbaarheid waar kwamen die vandaan? Zoo moest iemand eruit zien. die ergens bang voor is, die weet, dat een gevaar dreigt, een sluipend gevaar, waaraan nij zich niet onttrekken kan. En toch was haar vader een moedig man, dat werd algemeen erkend. Zijn gouden medailles voor dapper- neid en buitengewone reddingen bewezen het De eerstê had hij als luitenant in den Congo gekregen; die twee de toen hij bij een brand in Stockholm mei levensgevaar een klein kind gered had Het moest dus iets veeselijks rijn« dat den anders zoo onverschrokken man verontrustte. Wat was het? Ragnhild dacht aan al de vreemde geluiden, die haar soms midden in den nacht wakker maakten. Villa Bjorkhem, haar anders zoo vreedzaam en rustig tehuis, scheen thans omstreeks middernacht een rendez-vous van booze geesten geworden te rijn. Zij hoorde fluiste rende stemmen en krakende stappen in het huis, loo- pen en lawaai in den tuin. En dan de auto. de nieuwe Scania Vabis van haar vader, waarvoor hij zoo bezorgd was. Deze was tegen' woordig 's nachts uit, zonder dat haar vader modeglng. Zij iiaa haar meermalen ver na middernacht hooren wegrijden en bij het aanbreken yan den ochtend terug komen. Deed de chauffeur dat om zelf pret te gaan maken? Maar hoe kon haar vader dat toestaan? Haar vader, de strenge man,? die vóór alles op orde stond, ook ondtf! rijn dienstpersoneel. i Wat wes de reden? Toen zy o®RS met hem had willen praten over de dingen, die de nachtrust ïn het huis verstoorden, ha^ hij geantwoord, dat rij gedroomd moest hebben. Hq zelf had niets gehoord. Zqn uiterlijk bewees echter, dat hij dien nacht niet veel geslapen had. De chauffeur ontkende dat hij met de auto uit geweest was. En de twee meisjes hadden vast; geslapen en niets gehoord. f Hoe langer Ragnhild over dit alles nadacht, dea te ongeruster maakte zij zich. En ten plotte ging zij voor paar dagboek zitten, haar trouwen vriend, aan wien

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 5