Alicnuii Nicitfs- SCHOPPENKOMNG. U M De Automobieltentoonstelling te Londen. Donderdag 10 November 1921. 64ste Jaargang. No. 6922. Uitgevers i N.V. v.h. THAPMAN Co., Scliagen. 1 bb£ rband rf l misdajl Hernjl ri majoj irvoor w 'lijk hetj aaarcM tot J VerspyJ -Groene! Hjk 1,1 voor de id zeW seti bekert el* tott i Am1 Vani Dit verschijnt viermaal per week :Dtnsday;. Woensdag. Donder gejjJ fat en Zaterdag. Bij inzending tot 's m.8 uur worden Ai1v«*rtenti<*n looteel mogelijk in het eerstnitkomend nummer gepi.«.iiM u. 45] i aam hebL dief Axrondissements Rechtbank te Alkmaar. Zitting yan Dinsdag *8 Novembor ÏSZL Acfcrl jncoit dulkin d. 't Was een schraal menu, vandaag' Enkele zaakje? paar, waarin de beschuldigden door Mr. Asser, den ekenden, reeds bejaarden rijks-advocaat Uit Haar- waren aangebracht En waarvan het laatste nog niet leecs werd afgewerkt, omdat men noodig vond, er nog "ge getuigen in te doen hooren. ©el afwisseling bood het programma vandaag werke lijk niet. /Do eerste beklaagde was een Urker visscher, die u aangifte had gedaan van een vat wijn, dat hij aan ardhad en dat deel had uitgemaakt van de lading van 'een voor eenigen tijd gestrand schip; Klaas Kramer, zoo heette de Urker, een goeie veer- .-jw\ zeilde met zijn stevige .botter er lustig op los en was reeds bijna de Vlie-recdc gepasseerd, niet aan boord dat heerlijke vaatje druivennat, dat na volbrachte reis een imokeliike, stevige'haltsversterking in uitzicht stelde, toen het sierlijke vaartuig der rijksambtenaren in zicht kwam. in gaf den krachfigen visscherman in voor de vak- jnsdion in die wereld onmiskenbaar duidelijke tecke- oen te kennen, dat hij hen ïn de gelegenheid moest stel len om bij hen aan boord te komen. Maar Klaas,, merkte 't niet" en zeilde met zijn stevig en betrouwbaar vaar tuig door. Doch het jacht der ambtenaren begon al ipoedig den Urker na te zetten. En na dat pogen mocht men ten slotte de voldoening smaken om Klaas in te halen, Toen werd aan boord dat vat 'waargenomen. Jadaar was geen aangifte van gedaan voor den accijns. En toch was het wel dege lijk aan accijns onderworpen. Maar zie je. Klaas had visch aanboord en had faeusch geen tijd gehad om op Terschelling aangifte- van dien wijn te doen. De riiks-advokaat, Mr. Asser, fisciite thans f 50 boete en de heer Officier requireerdè Subsidiair 25 dagen hechtenis. Klaas achtte zich onschuldig, vond de straf mits dien wat hoog en ging er in ieder geval beslist niet mee accoord. Geen beroep, mxdar 'n achterend, Na hem kregen we een oud, min of meer snibbig moedertje, van ai over de zeventig, Geertje pp 't Zand, wonende te Sint Pancras, dus wel op min of meer zan- easr^cn bodem Geertje had geen accijns betaald van e©n verseh afge hakt kalf en.... liep er in. Men verbaliseerde haar en beden moest ze voorkomen. Met een stem gelijk een raaf trachtte ze haar belangen te verdedigen. Ze was wel 'n beetje bijterig in hare antwoorden, maar ze kon 't toch met best houden tegen den Praesus. Doch Geertje hield maar stevig volMeheer ik 'wist toch niet, dat dat kalf daar hing. Ouwe Geert bleek reeds 72 jaar te tellen en bij ondervraging door den President gfzc verder te kennen de weduwe te zijn van Gerrit Heb u 'n beroept Ja...„ vanzelf., repliceerde Vle oud© vrouw En...... wat doet u dan? Nouniks. Dus had geen beroep. Maar..., ze had een „achterend" of bergplaats E.n daarin was door de „kommieze" het kalf afgehakt en wel gevonden. Toen is aan Geertje als bewoonster van het perceel waar liet achtereind bij behoorde, behoorlijk gevraagd of zij een kwitantie kon toonen van betaalden accijns of d zij een en ander bewijsstuk kon overleggen. Mvar Geertje had niéts van „zulks". Enfin, aan moest vandaag rfiaar „efkes" voorkomen' daar was niks 1 san te doen. 4 Nu was 236 d'r eigenlijk wef 'n beetje mee fn de Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTKN TIÉ.N' van 1 tot 5 regels t 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno POSTREKEN1NQ No. 23330. - INT. TELEF. no. 20. inbare pen), t iroote léjirrs wordrn naar plaatsruimte berekend W plar la DETECTIVE-ROMAN NAAR HET ZWEEDSCH VAN pril >r lf rok M j| 1| ntf ik t Dt M obl l I bij ht ul 1 W mfl versukkeling geraakt door huurman Arie Booij, een j slager, die .wel 's meer een boutje bij ouwe Geertje-buur in t achtereind hing... t is ook zoo gemakkelijk, zie je achterom kunnen ze zoo maar bij mekaar komen. Maar r~ en dat is ook weer waar, want je moet tiet een net zoo goed zeggen als het ander Geertje iiad zelf eigenlijk den boel 'n beetje verklapt- t 'Geval dhteert ui van zoowat 2 jaren geleden. 26 November 1919. De rijksbelasting-commies van Wonderen uit Broek op Langendijk was tyij Arie Booij om eenige kalveren te veriiiceeren. Loodjes werden op iiandige wijze aange bracht, enz. Juist als de ambtenaar met Booij zich ter eener zijde van het huis bevindt en met cfen siager eenige woorden wisselt, komt Geertje aandribbelen aan den anderen kant van Arie-buur's woning. Ze ziet den commies niet.... is zich van diens aan wezigheid niet bewust. „Arie,".... krast ze, „moet je nog meer van die oeesies siachte?" „Ja", repliceerde Arie, „'t is jiou mooi weer." „Zeker", was Grietje s wederwoord, „deze bange hier ook goed" De commies, fijn opmerker als zoo'n ambtenaar is, rook lont. Daar was tefcs, dat stond vast. De commies, dus even kijken bij Geertje, die, orn aat zp ijem niet gezien had, zoo echt in haar pijateJb had 'laten blijken, dat ze wei van zulke boutjes afwist. Wél was het né zonsondergang, anders had hij eerst naar Alkmaar om machtiging van den Inspekteur, daarna nog naar rijksveldwachter van der Molen om assistentie (voor 't geval toegang werd geweigerd, want dan was v. d. Molen ambtshalve gerechtigd zich toegang te verschaf ten i en toenbij Geertje ging kijken. En er hing nog 'n boutje. Het boutje waar het hier om ging. En nu mocht Geertje praten van: Ik weet er niks van, maar daar kon ze toch niet mee volstaan. Dat bracht de rijks-advocaat haar aan 't verstand. Als maximum kón deze f 125 boete eischen, doch dat wilde Z.Ed. niet doen en hij eischte gene boetè van f 50 in elk geval bij lijfsdwang te verhalen, subsidiair een hechtenis door de O.v.J. te vorderen, plus verbeurd verklaring van het vleesch of betaling van de ge taxeerde waarde. De O.v.J. requireerde subsidiair 25 dagen hechtenis. ,t Was Geertje in ijare geknakte houding bij haren deemoedigen aftocht aan te zien, dat deze dag niet tot de vroolijkste van hare talrijke levensjaren behoorde. DUa vervelende wetten ook. Na haar vogde, daar de zitting, al was zij niet be langrijk, nog niet was afgeloopen, natuurlijk iemand anders. Dat was de rijzige, welbespraakte, Grootebroeker acht- en-dertigjarige Kees Rijkes, n geboren Oudkarspeler. Ook al 'n klantje van den heer Rijks-advocaat. In „De Streek" en trouwens ook in andere „streken" van Noord-Holland, houdt men er van, om 's winters een kaartje te leggen. Als men 'voerd en 'molken heeft, als het vee besteld is en de mensch is inwendig „"ver sterkt" en uitwendig „opgeknapt", dan gaat men naar buurman, vriend ot kennis te pandoeren, te wishten...... ja wat niet al. Óm aan de behoefte aan goede speelkaarten, ont staande door meerdere of mindere slijtage aan kaarten van diverse kwaliteit, tegemoet te komen tiad dan de „Streeker" winkelier Rijkes de noodige spelletjes tên verkoop voorhanden. Duur werden ze wel, maar 'n hartstochtelijk pandoer der ziet piet op dat beetje geld.... kóópt 'n spelletje kaarten, ook al moet hij er evenveel dubbeltjes voor neerleggen, ais het vroeger centen kostte, Edoch, dié kaarten .moesten, dat zou 1 Augustus van het vorige jaar ingaan, gestempeld "zijn. Anders liep je als v?r- kooper <er nog ai „puur" in met de boete. Nu had Kees Rijkes in die dagen wel aan 'n ambtenaar ge vraagd, wat ie als winkelier zou moeten doen, als hij eenmaal''de gevraagde en ook noocjige vergunning voor verkoop zou hebben. Want Btees was met - de nieuwe wetsbepalingen niet op de hoogte. Hem werd geant woord, dat daarvan dan verder mcdedeeling zou worden Hoeia, dat wist ik niet, zei beklaagde thans, *1 Moet in de krant gestaan hebben, maar dat had ik door drukte niet gelezen. Toen er den löden Augustus 1920, 's namiddags om half vijf dan ook een belasting-commies bij me kwam, heb ik dan ook de speelkaarten vertoond en zei ik, ver gunning te hebben aangevraagd. Mijn kaarten waren niet gestempeld." Dat was fiet nu juist. Toen liep ,Kees er in. Die Minister had een termijn yep.jwee maanden toegestaan, om de kaarten alsnog te doen stempelen. Maar Kees was door drukte toennog niet volledig met de voor schriften bekend, had niet gelezen, wat er daaromtrent in de krant werd vermeld en toen dan de 'commies al verscheen op een tijdstip, dat de getoonde kaarten nog niet waren gestempeld, toen was t zoo Iaat. Kees kreeg bericht, dat hjj te 'Enkhuizen moest ko men om 19 gulden, en 50 cents boete te betalen. JHad hij dat maar gedaan, dan had hij er af geweest en was deze strafzaak niet gekomen. Maar Kees stelde zich maar op het standpunt, dat hij die verdere mectedeeling, waarvan was gesproken, nog niet 'had gekregen en dus; waarom moet ia boete be talen, terwijl de Minister een termijn van 2 maanden toestond voor het laten stempelen? Waarom mag ik niet van die gelegenheid gébruik maken? Waarom loopt een ander, die zijn voorradige kaarten misschien achter ge houden heeft, er niet in? Maar Kees haalde het niet inet zijne vragen. Hij had de boete van 19 gulden zooveel toen maar moeten betalen. Dan was 't van de baan geweest. Nu zei de Rijks-advocaat, het tienvoudige van de boete te moeten eischen en dus luidde de eischf 195 boete. De O.v.J. eischte subsidiair 20 dagen hechtenis. Koffie otojder roode kool De laatste beklaagde was Petrus lacobus Baars van Hoogkarspel. Hij stond terecht ter zake onjuiste aangifte van pen te verzenden wagon, waarin roode kool was. Maar onder die roode kool waren 25 balen gebrand?, koffie, tot een gewicht van 3250 kilo en van een ge- geschatte waarde van f 2000. Van die balen koffie had Baars geen aangifte bewerkstelligd. Hij Zegt, hij js geen koopman, hijv is commissionnair van de firma Woirt en teri Bosch t-- Assen. Zelf was Baars dien dag van het gebeurde niet thuis; hij was reeds met den eersten trein naar Am sterdam afjgereisd en eerst des avonds weer thuis geko men De a.rbeiders'Dirk Pijper en Jan Pijper uit Hem, gemeente Venhuizen, waren voor hem werkzaam geweest met het inladen. Beklaagde erkende, wel gezegd te hebbén tégén zijn personeel, dat als .er koffie kwam, dat "die verzonden moest worden, maar niet, dat de koffie onder de roode kool in den wagon moest worden geladen. De wagon had bestemming naar Daiitschland. De "Rijks-advocaat stelde, nadat 'de commiezen als getuigen waren gehoord, voor de zaak te schorsen, om nog meer getuigen te hooren. De rechtbank bepaalde nu, dat de zaak zal worden geschorst tot Dinsdag 29 November a.s. ten twee uur. Dan zullen nog als getuigen worden gehoord dé leden der firma WolfT en ten Bosch en de arbeiders Dirk én Jan Pijper uit Hem. Ook 'de gehoorde commie zen zullen dan wederom hier moeten verschijnen. Hierna werd de zitting gesloten. A.s. Dinsdag uitspraak in de drie eerstbehandeld© zaakjes. Deze tentoonstelling, dde in. Olympia gehouden wondt, staat in het teeken der kleinere en lichtere ■wagens. Ndet, dat men geen© prachtige luxe auto mobielen, ziet, zooals bijvoorbeeld de limousines voor den Prince of Wales, voor den Duke of York en voor Prince' Henry. Wanneer men idie prachtig© 40/50 PjK. 6 cylinder R o 11 s iRoyce ziet, waarvan de luxieuse limousine carosserie gebouwd is door die bekende 'firma Barker en Co. te Londen. Alles van buiten en van binnen grijs gelakt en gestoffeerd, met mechanische raam- openers en wat ai niet meer, o.a. een dubbele voor ruit, teneinde reflectie tegen te gaan. Voor f 36000 zult u dezen wagen mee kunnen nemen. Of die vlugge 45 P.K. 6 cylinder N a p i e r-wagen, met de coupé carosserie van H. J. Mulliner en Co. te Londen. Die 20 P.K., 4 cylinder iM d n e r v a tourwagen voor vier of vijf personen, mooi rood geschilderd Is bij Botwoords kant en klaar voor 4235 (f 15000) te koop. Wat zegt u van det Sanbeam chatsis? Ik hoorde een concurrent daarvan getuigen, dat hij het Sunbeani chassis hot inoeiste van de tentoonstelling vond. Het was buitengewoon mooi afgewerkt en leek zoo «oliede en verzorgd. Het chassds PJL, 6 cy linder met een. Thomson-Bennett-magneet, een Clan- dêl-Hobs'on carburator, met electrisch lacht, electri schen 'zelfstarter, met diverse, alle mogelijke luxe af gewerkte onderdeelen met afneembare artilleriewie- len, met 12 voet. wieilbons, banden 895 X 135, verder mét een dichte carosserie met besturing binnen, keu rig geschilderd en bekleed, kost u compleet 1650. De Wolseiey, de Renault, de Tallot-Derrag, de De-» launay 'Bildevolle, de Flat, overal komt u terecht. Wilt oi een 8-cylinder wagen hébben, daar staat kant en klaar een 40 PiK. 0 oylinder L e y 1 a n d ik mousine. De carosserie is van den Plas te Brussel, dus is buitengewoon fraai. De wagen is ultramarijn blauw .geschilderd, heeft Mdchelin diacuawielea, 835 X 185 banden, 12 voet 6 inches wielbasis, 4 ft. 8 in ches ispoor, iis van electrisch licht en electrischen izelf- starter voorzien, heeft een iSmith 5-straal carburator en kost kant en klaar 8000 <f 36000). Nu neem ik u even mee naar ©en wagentje dat u maar '195 (f2300) kost. Het is bijna niet te geloo^ ven, doch het is zoo. 'Het is d© Blériot Whlp- p e t. Het karretje heetf drie versnellingen, en een achterruit, verder kettingoverbrenging, Ik moet met een zeggen, dat ik vrees dat die kettingovenbrenging voor onze straatwegen ongeschikt zal blijken, zooals trouwens van al die lichte wagentjes wel gezegd mag worden., hoe zullen ze het op de HoHamdsche straat wegen uithouden? Hier in Engeland, waar ld© hoofdwegen als ©en kolf baan 'zijn, doordat di© wegen speciaal niet een meng sel van steendag met teer worden aangelegd, vlie gen die kleine karretjes over den weg. Ook de zij wegen zijn grintwegen en alleen voor banden ruïneus, doch zonder erge hobbels of gaten, Maar bij ons. Als je van Amsterdam naar het Gooi rijdt, hen je met een zware wagen bij iMuiden al lam geschokt, laat staan dus met licht karretjel Deze 1922 -Blériot Whippet, heeft 8 P.K., twee cylinders, 85 X 88 boring en slag, luchtaifkoelAng, zelfstarter, een ben zinetank voor 4, een olietank voor 1 gallon II gal lon Js 4y* (Liter)., afneembare wielen, Dunlopban- den 700 X 80. Het wagentje is vqor 2 personen, met ©en am. kap, een voorruit, de banken practisch ingericht voor S. A. DUSE. 4. (Maar nu was het te laat oan -Sixten terug te roepen De majoor was reeds bij het he>k en Sixten niet meer te beroepen. De teerling was geworpen. En hoe droe vig te moede zij zich ook voelde, toch ontving zij haar vader met een opgewekt gezicht. .Alweer thuis, lieve vader?" zeide zij. „Wat be- teekent dat?" De majoor lio bij de ontvangst door zijn dochter geen buitensporig© vreugde blijken. Hij antwoordde tóó stroef, dat zij in den beginne bang was, dat hij hun samenkomst reeds ontdekt had. Jlet is over halfitien", zeide hij. „Wat doe jij met tot vochtig© weer nog zoo laat buiten?" „Ik zag u aankomen...." Hum! Ja, zool INou, ik kom alleen ook wel thuis. Ja* niemand voor mij geweest?" «Neen." j"a ctr al dien «tijd niemand) hier geweest?" „Neen, papa. Zelfs dé telefoon 4s ndeit overgegaan." «Zoo". Zijn tooh was ongewoon kort en stroef. Vragend' keek zijn dochter hem aan. Aan zijn ge- Bogen hoofd en naar 'den grond geslagen blik zag zij, dat iets droevigs zijn gedachten moest bezig houden. Maar niots wees er op, dat hij Sixten gezien had. Zij haalde verlicht adem. Terwijl zij hem in het huis volgde, sprak zij over küerlel onverschilliget dingen, over haar alleen-zijn gedurende zijn afwezigheid, over de modderige wegon het regenachtige weer, over d© laatste oorlogs berichten en andere zaken. De majoor koek haar ©enigszins verbaasd aan. iiiT'/m» vanavond zoo buitengewoon spraakzaam, kind zeide hij. „Maar over datgene, wat naar mijn «neening je gedachten gedurende mijn afwezigheid jet meest bezig gehouden zal hebben, hoor ik geen woord. Moet ik dat zóó opvatten, dat je je vrijwillig ufo! 6cMkt en dien luitenant laat loopen?" „Ik dacht, dat u mij beter kende, papa", antwoord- zij trotsch. „Wanneer Ik eenmaal mijn woord ge geven helb, breek ik dat nooit". oo« zoo", zeide hij hoonend. „Nu, dat zullen we wna zien. We bobben trouwens nog tijd gonoog om over <l«i» muk to praton. Je weet, dat tk, wanneer ik heb' het nlot meer Intrek." «agnnudi wild© een heftig antwoord 'geven. Maar de gedachte aan fSixten, die nu ergens in elkaar gehurkt zat en waarschijnlijk met ongeduld wachtte op het oogenblik, dat de baan vrij zou zijn, deed haar zwijgen. „Het is laat", zeide zij. „Wilt u misschien een kop thee hebben?" „Neen, dank je, mu niet. Ik moet iets dringends schrijven." Met die woorden liet hij haar in de hall staan en ging naar d© eerste etage. Zij hoorde zijn slaapkamer deur open en dicht gaan. Nu was het oogenblik gekomen, dat Sixten ver dwijnen kon. Ragnhild sloop den salon in en fluis terde zijn naam. Geen antwoord. Daar had hij zich dus niet verstopt. (Zij ging weer naar den hall, opende zacht de deuren van de kleerkasten, keek in het zitkamertje en in den wintertuin, zelfs in de bijkeuken. Geen, spoor van Sixten. Waar wa9 hij gebleven? Hij zou toch niet naar boven gegaan zijn? De wenteltrap kraakte en hij kon daar niet afgaan zonder dat haar vader /hel hoorde. 'De diepe stilte om haar heen maakte haar weer ongerust en het voorgevoel van een naderend onheil maakte zich van "haar (meester. Vergeefs irachtte zij zich in te prenten, dat Sixten naar den salon gegaan en toen hij den majoor in de hall geboord had. door de veranda gevlucht was. Nu kwam haar vader weer naar benedien. Zij wilde het gesprek niet met hem voortzetten en ging naar de eetkamer, waar zij, zonder het kamermeisje te roepen, op den electrischen samovar thee zette. Do deur naar den salon liet zij open staan. Zij zag haar vader in zijn kamerjapon naar beneden komen en de gesloten schuifdeur naar zijn werkkamer openen. 'Hij ging aan zijn schrijtfUatfeï tegen de open deur zitten, zoodat niemand door den salon kon gaan zonder dat hij 'het merkte. Ragnhild zait op heete kolen. Was het mogelijk, dat Sixten er nog was? Zij luisterde met gespannen aandacht naar het zachtste geluid. Met iedere secon de werd zij 'zenuwachtiger. Maar er gebeurde niets. (Het dienstmeisje kwam binnen om af »te nemen en zeide dan goeden nacht Weer was Ragnhild alleen mqt haar angst en haar spanning. Zij kon het ein delijk niet meer uithouden. Zij moest met iemand «preken en ging vast besloten naar haar vader. Maar zijn gerimpeld voorhoofd en zijn verstrooide blik ani meerden niet bepaald tot een gesprek. Ragnhild ver genoegde er zich mode hem goeden nacht te wen* schen, nam haar boeken, deed het licht in den salon uit en ging naar boven. Langzaam sloop zij hier door alle vertickken. odaar er was niets levend9 te ontdekken. Een weinig ge ruster ging :zij naar haar slaapkamer. Nauwelijks had zij de deur geopend, toen zij van beneden haar vader een 'luiden gil va nschrik .hoorde uitstooten, Een ongeluk vermoedend liep zij dadelijk naar beneden en 'viond baar vader asebgrauw met ©en verwilderden blik gebogen over de open ijzeren cassette, die hij, 's middags vóór zijn vertrek in de safe gezet had. Op de schrijftafel lag een groote menigte onbeschreven bladen verspreid. Toen de majoor zijn dochter zag, riep hij haar toe, dat men tijdens :zijn afwezigheid ingebroken en hean bestolen had en dat hij nu verloren was. Zij trachtte hem te kalmeeren, maar het gelukte haar niet. Zijn woede en wanhoop werden met iedere minuut grooter. Zij was bang, dat hij een beroerte krijgen zou. Het was nauwelijks mogelijk ©en verstan dig woord uit hem te krijgen. Hij Mep naar de schuifdeur en naar de deur van de rookkamer cxm de sloten te onderzoeken. Dan keek hij de ramen na. „Het is volkomen onbegrijpelijkl" riep hij buiten zichzelf uit. ,,Er kan in mijn afwezigheid niemand in deze kaïmer geweest zijn". „Maar wat is er gebeurd, wat is er gestolen?" vroeg Ragnhild bevend^ „Allemaal geheime papierenl Je hebt zelf gezien, dat ik ze hier in de cassette gesloten heb en die weer in de safe. En toch zijn zij weg!' „Dan moet een dief de safe en cassette geforceerd hebben", zeide Ragnhild. „Neen", antwoordde hij (kortaf. „Geen mensch heeft «deze sloten aangeraakt, want niemand kon er bij komen". „Bent u daar zeker van?" „Daar zou ik een eed op kunnen doen, Het is pre cies alsof hier bovennatuurlijke krachten in het spel waren en booze geesten mij in het verderf storten wdMen." „U gelooft toch niet aan spoken?" vroeg Ragnhild. dde zich in het geheel niet op haar gemak voelde. „Ik geloof aan wat mijn verstand mij zegt", ant woordde hij opgewonden. „Door de ramen is niemand binnengekomen, zij zijn van bhmen stevig gesloten. Het slot naar de rookkamer heb ik inbraakvrij ge maakt, doordat ik den sleutel aan den binnenkant héb laten zitten en met een touw aan de deurklink vastgebonden heb. En de schuifdeuren zijn In dien 'tusschentijd niet open geweest, want dat zou dit kleine aipparaat, dat in het sleutelgat steekt, mij verraden hebben. Het staat vast, dat geen niensch hier geweest kan zijn". Hij nam de onbeschreven bladen op en onderzocht ze één voor één, zocht dan $e te&g1 fcb-Ak. A «Ai verwachtte hij, dat een nieuw wondér het verdwe nen© teruggebracht had. Met bevende handen legde hij de papieren er vervolgens in en liet het deksel vallen. Met zijn .hoofd in zijn handen en als een beeld der diepste wanhoop stond) hij dan van zijn schrijf tafel .op.- „Papa, papa", zeide Ragnlhüd, „probeer toch moe dig te zijn. Misschien is .het niet eens zoo gevaarlijk". „Niet zoo gevaarlijk? Ik heb het in mij gestelde vertrouwen geschonden. Ik heb de militaire geheimen van ons land aan gemeene spionnen of andere schur ken prijsgegeven. Ik ben verloren. Ik ben gebrand merkt". Op die wijze bleef hij ondanks de kalmeeronde woorden praten. Nu eens Met hij zich door oen wilde woede medeslepen;, dan weer door een stille wan hoop. Hij herhaalde, dat bij de door hem getroffen maatregelen geen menschelijk© wemen den diefstal had kunnen uitvoeren. Het was iets volkomen raad selachtigs en onverklaarbaars. Ragnhild, die ademloos naar zijn uitbarstingen luisterde, werd steeds onrustiger. Zij moest weer den ken aan de griezelige geluiden, die zij nu en dan 's nachts hoorde, en zij huiverde. „Ik geloof bijna, dat u gelijk hebt", zeide zij. „Booze geesten schijnen hier in de villa rond te «po- kon. Ik heb het u al meer gezegd, maar u wilde befi niet gelooven." ,Al meer gezegd? Wat zanik Je toch?" „Ach, dat weet u 'heel goed. Al die vreemde ge luiden, dde ik nu en dan 's nachts hoorde. Kraken op de trap, fluisterende stemmen en sluipend heen en weer loopen hier beneden. Dat heb ik nu al zoo dik wijls gezegd. Het moet hetzelfde spook zijn, dat u nu bestolen heeft." De majoor werd hleek. „Wil je me voor den gek houden? Of wat bedoel Je?" „Ik weet toch, wat ik met mijn ©igon ooren hoor". „Onzimi! (Fantasieën Van een meisje l Je 'droomt onrustig, dat is alles." „Maar u zegt zelf, dat het booze geesten zijn moe ten, die „Denk je dan, dat ik werkelijk geloof, dat er iets bovennatuurlijks gebeurd is? Onzin! Ik bon toch goon kindl? Wanneer ik zeg, dat geen menschelijk weztu deze inbraak door gesdoten deuren gedaan kan heb ben, dan wij ik daarmede -alleen wijzen op hét vol komen onverklaarbare der zaak. Maar natuurlijk moet het menschenweirk zijn. D© tijd der wonderen is voorbij." Ten slotte kwam hij op de gedachte, dat het slechts een daad' van wraak en haa/t kon zijn. Wcmlt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 1