Alicnuii Nicitfs-
SCHOPPENKOMNG.
U
M
De Automobieltentoonstelling
te Londen.
Donderdag 10 November 1921.
64ste Jaargang. No. 6922.
Uitgevers i N.V. v.h. THAPMAN Co., Scliagen.
1 bb£
rband rf
l misdajl
Hernjl
ri majoj
irvoor w
'lijk hetj
aaarcM
tot J
VerspyJ
-Groene!
Hjk 1,1
voor de
id zeW
seti
bekert
el*
tott
i
Am1
Vani Dit verschijnt viermaal per week :Dtnsday;. Woensdag. Donder
gejjJ fat en Zaterdag. Bij inzending tot 's m.8 uur worden Ai1v«*rtenti<*n
looteel mogelijk in het eerstnitkomend nummer gepi.«.iiM
u. 45]
i aam
hebL
dief Axrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Zitting yan Dinsdag *8 Novembor ÏSZL
Acfcrl jncoit dulkin d.
't Was een schraal menu, vandaag' Enkele zaakje?
paar, waarin de beschuldigden door Mr. Asser, den
ekenden, reeds bejaarden rijks-advocaat Uit Haar-
waren aangebracht En waarvan het laatste nog niet
leecs werd afgewerkt, omdat men noodig vond, er nog
"ge getuigen in te doen hooren.
©el afwisseling bood het programma vandaag werke
lijk niet.
/Do eerste beklaagde was een Urker visscher, die
u aangifte had gedaan van een vat wijn, dat hij aan
ardhad en dat deel had uitgemaakt van de lading van
'een voor eenigen tijd gestrand schip;
Klaas Kramer, zoo heette de Urker, een goeie veer-
.-jw\ zeilde met zijn stevige .botter er lustig op los en
was reeds bijna de Vlie-recdc gepasseerd, niet aan boord
dat heerlijke vaatje druivennat, dat na volbrachte reis een
imokeliike, stevige'haltsversterking in uitzicht stelde, toen
het sierlijke vaartuig der rijksambtenaren in zicht kwam.
in gaf den krachfigen visscherman in voor de vak-
jnsdion in die wereld onmiskenbaar duidelijke tecke-
oen te kennen, dat hij hen ïn de gelegenheid moest stel
len om bij hen aan boord te komen. Maar Klaas,, merkte
't niet" en zeilde met zijn stevig en betrouwbaar vaar
tuig door. Doch het jacht der ambtenaren begon al
ipoedig den Urker na te zetten.
En na dat pogen mocht men ten slotte de voldoening
smaken om Klaas in te halen, Toen werd aan boord
dat vat 'waargenomen. Jadaar was geen aangifte
van gedaan voor den accijns. En toch was het wel dege
lijk aan accijns onderworpen.
Maar zie je. Klaas had visch aanboord en had
faeusch geen tijd gehad om op Terschelling aangifte-
van dien wijn te doen. De riiks-advokaat, Mr. Asser,
fisciite thans f 50 boete en de heer Officier requireerdè
Subsidiair 25 dagen hechtenis.
Klaas achtte zich onschuldig, vond de straf mits
dien wat hoog en ging er in ieder geval beslist niet mee
accoord.
Geen beroep, mxdar 'n achterend,
Na hem kregen we een oud, min of meer snibbig
moedertje, van ai over de zeventig, Geertje pp 't Zand,
wonende te Sint Pancras, dus wel op min of meer zan-
easr^cn bodem
Geertje had geen accijns betaald van e©n verseh afge
hakt kalf en.... liep er in. Men verbaliseerde haar en
beden moest ze voorkomen. Met een stem gelijk een raaf
trachtte ze haar belangen te verdedigen. Ze was wel 'n
beetje bijterig in hare antwoorden, maar ze kon 't toch
met best houden tegen den Praesus.
Doch Geertje hield maar stevig volMeheer ik 'wist
toch niet, dat dat kalf daar hing. Ouwe Geert bleek reeds
72 jaar te tellen en bij ondervraging door den President
gfzc verder te kennen de weduwe te zijn van Gerrit
Heb u 'n beroept
Ja...„ vanzelf., repliceerde Vle oud© vrouw
En...... wat doet u dan?
Nouniks.
Dus had geen beroep. Maar..., ze had een „achterend"
of bergplaats E.n daarin was door de „kommieze" het
kalf afgehakt en wel gevonden.
Toen is aan Geertje als bewoonster van het perceel
waar liet achtereind bij behoorde, behoorlijk gevraagd
of zij een kwitantie kon toonen van betaalden accijns
of d zij een en ander bewijsstuk kon overleggen.
Mvar Geertje had niéts van „zulks". Enfin, aan moest
vandaag rfiaar „efkes" voorkomen' daar was niks
1 san te doen. 4
Nu was 236 d'r eigenlijk wef 'n beetje mee fn de
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTKN
TIÉ.N' van 1 tot 5 regels t 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno
POSTREKEN1NQ No. 23330. - INT. TELEF. no. 20. inbare pen), t iroote léjirrs wordrn naar plaatsruimte berekend
W
plar
la
DETECTIVE-ROMAN NAAR HET ZWEEDSCH VAN
pril
>r
lf
rok
M
j|
1|
ntf
ik
t
Dt
M
obl
l I
bij
ht
ul
1
W
mfl
versukkeling geraakt door huurman Arie Booij, een j
slager, die .wel 's meer een boutje bij ouwe Geertje-buur
in t achtereind hing... t is ook zoo gemakkelijk, zie je
achterom kunnen ze zoo maar bij mekaar komen.
Maar r~ en dat is ook weer waar, want je
moet tiet een net zoo goed zeggen als het ander
Geertje iiad zelf eigenlijk den boel 'n beetje verklapt-
t 'Geval dhteert ui van zoowat 2 jaren geleden. 26
November 1919.
De rijksbelasting-commies van Wonderen uit Broek
op Langendijk was tyij Arie Booij om eenige kalveren
te veriiiceeren. Loodjes werden op iiandige wijze aange
bracht, enz. Juist als de ambtenaar met Booij zich ter
eener zijde van het huis bevindt en met cfen siager
eenige woorden wisselt, komt Geertje aandribbelen aan
den anderen kant van Arie-buur's woning.
Ze ziet den commies niet.... is zich van diens aan
wezigheid niet bewust.
„Arie,".... krast ze, „moet je nog meer van die
oeesies siachte?"
„Ja", repliceerde Arie, „'t is jiou mooi weer."
„Zeker", was Grietje s wederwoord, „deze bange hier
ook goed"
De commies, fijn opmerker als zoo'n ambtenaar is,
rook lont. Daar was tefcs, dat stond vast.
De commies, dus even kijken bij Geertje, die, orn
aat zp ijem niet gezien had, zoo echt in haar pijateJb
had 'laten blijken, dat ze wei van zulke boutjes afwist.
Wél was het né zonsondergang, anders had hij eerst naar
Alkmaar om machtiging van den Inspekteur, daarna nog
naar rijksveldwachter van der Molen om assistentie (voor
't geval toegang werd geweigerd, want dan was v. d.
Molen ambtshalve gerechtigd zich toegang te verschaf
ten i en toenbij Geertje ging kijken.
En er hing nog 'n boutje. Het boutje waar het hier
om ging. En nu mocht Geertje praten van: Ik weet
er niks van, maar daar kon ze toch niet mee volstaan.
Dat bracht de rijks-advocaat haar aan 't verstand.
Als maximum kón deze f 125 boete eischen, doch
dat wilde Z.Ed. niet doen en hij eischte gene boetè
van f 50 in elk geval bij lijfsdwang te verhalen, subsidiair
een hechtenis door de O.v.J. te vorderen, plus verbeurd
verklaring van het vleesch of betaling van de ge
taxeerde waarde.
De O.v.J. requireerde subsidiair 25 dagen hechtenis.
,t Was Geertje in ijare geknakte houding bij haren
deemoedigen aftocht aan te zien, dat deze dag niet tot
de vroolijkste van hare talrijke levensjaren behoorde.
DUa vervelende wetten ook.
Na haar vogde, daar de zitting, al was zij niet be
langrijk, nog niet was afgeloopen, natuurlijk iemand
anders.
Dat was de rijzige, welbespraakte, Grootebroeker acht-
en-dertigjarige Kees Rijkes, n geboren Oudkarspeler.
Ook al 'n klantje van den heer Rijks-advocaat.
In „De Streek" en trouwens ook in andere „streken"
van Noord-Holland, houdt men er van, om 's winters
een kaartje te leggen. Als men 'voerd en 'molken heeft,
als het vee besteld is en de mensch is inwendig „"ver
sterkt" en uitwendig „opgeknapt", dan gaat men naar
buurman, vriend ot kennis te pandoeren, te wishten......
ja wat niet al.
Óm aan de behoefte aan goede speelkaarten, ont
staande door meerdere of mindere slijtage aan kaarten
van diverse kwaliteit, tegemoet te komen tiad dan de
„Streeker" winkelier Rijkes de noodige spelletjes tên
verkoop voorhanden.
Duur werden ze wel, maar 'n hartstochtelijk pandoer
der ziet piet op dat beetje geld.... kóópt 'n spelletje
kaarten, ook al moet hij er evenveel dubbeltjes voor
neerleggen, ais het vroeger centen kostte, Edoch, dié
kaarten .moesten, dat zou 1 Augustus van het vorige
jaar ingaan, gestempeld "zijn. Anders liep je als v?r-
kooper <er nog ai „puur" in met de boete. Nu had
Kees Rijkes in die dagen wel aan 'n ambtenaar ge
vraagd, wat ie als winkelier zou moeten doen, als hij
eenmaal''de gevraagde en ook noocjige vergunning voor
verkoop zou hebben. Want Btees was met - de nieuwe
wetsbepalingen niet op de hoogte. Hem werd geant
woord, dat daarvan dan verder mcdedeeling zou worden
Hoeia, dat wist ik niet, zei beklaagde thans, *1
Moet in de krant gestaan hebben, maar dat had ik
door drukte niet gelezen.
Toen er den löden Augustus 1920, 's namiddags om
half vijf dan ook een belasting-commies bij me kwam,
heb ik dan ook de speelkaarten vertoond en zei ik, ver
gunning te hebben aangevraagd. Mijn kaarten waren niet
gestempeld."
Dat was fiet nu juist. Toen liep ,Kees er in. Die
Minister had een termijn yep.jwee maanden toegestaan,
om de kaarten alsnog te doen stempelen. Maar Kees
was door drukte toennog niet volledig met de voor
schriften bekend, had niet gelezen, wat er daaromtrent
in de krant werd vermeld en toen dan de 'commies al
verscheen op een tijdstip, dat de getoonde kaarten nog
niet waren gestempeld, toen was t zoo Iaat.
Kees kreeg bericht, dat hjj te 'Enkhuizen moest ko
men om 19 gulden, en 50 cents boete te betalen. JHad
hij dat maar gedaan, dan had hij er af geweest en
was deze strafzaak niet gekomen.
Maar Kees stelde zich maar op het standpunt, dat
hij die verdere mectedeeling, waarvan was gesproken, nog
niet 'had gekregen en dus; waarom moet ia boete be
talen, terwijl de Minister een termijn van 2 maanden
toestond voor het laten stempelen? Waarom mag ik niet
van die gelegenheid gébruik maken? Waarom loopt een
ander, die zijn voorradige kaarten misschien achter ge
houden heeft, er niet in?
Maar Kees haalde het niet inet zijne vragen. Hij
had de boete van 19 gulden zooveel toen maar moeten
betalen. Dan was 't van de baan geweest. Nu zei de
Rijks-advocaat, het tienvoudige van de boete te moeten
eischen en dus luidde de eischf 195 boete.
De O.v.J. eischte subsidiair 20 dagen hechtenis.
Koffie otojder roode kool
De laatste beklaagde was Petrus lacobus Baars van
Hoogkarspel.
Hij stond terecht ter zake onjuiste aangifte van pen te
verzenden wagon, waarin roode kool was.
Maar onder die roode kool waren 25 balen gebrand?,
koffie, tot een gewicht van 3250 kilo en van een ge-
geschatte waarde van f 2000. Van die balen koffie had
Baars geen aangifte bewerkstelligd. Hij Zegt, hij js
geen koopman, hijv is commissionnair van de firma
Woirt en teri Bosch t-- Assen.
Zelf was Baars dien dag van het gebeurde niet
thuis; hij was reeds met den eersten trein naar Am
sterdam afjgereisd en eerst des avonds weer thuis geko
men De a.rbeiders'Dirk Pijper en Jan Pijper uit Hem,
gemeente Venhuizen, waren voor hem werkzaam geweest
met het inladen.
Beklaagde erkende, wel gezegd te hebbén tégén zijn
personeel, dat als .er koffie kwam, dat "die verzonden
moest worden, maar niet, dat de koffie onder de roode
kool in den wagon moest worden geladen.
De wagon had bestemming naar Daiitschland.
De "Rijks-advocaat stelde, nadat 'de commiezen als
getuigen waren gehoord, voor de zaak te schorsen,
om nog meer getuigen te hooren.
De rechtbank bepaalde nu, dat de zaak zal worden
geschorst tot Dinsdag 29 November a.s. ten twee
uur. Dan zullen nog als getuigen worden gehoord dé
leden der firma WolfT en ten Bosch en de arbeiders
Dirk én Jan Pijper uit Hem. Ook 'de gehoorde commie
zen zullen dan wederom hier moeten verschijnen.
Hierna werd de zitting gesloten.
A.s. Dinsdag uitspraak in de drie eerstbehandeld©
zaakjes.
Deze tentoonstelling, dde in. Olympia gehouden
wondt, staat in het teeken der kleinere en lichtere
■wagens. Ndet, dat men geen© prachtige luxe auto
mobielen, ziet, zooals bijvoorbeeld de limousines voor
den Prince of Wales, voor den Duke of York en
voor Prince' Henry.
Wanneer men idie prachtig© 40/50 PjK. 6 cylinder
R o 11 s iRoyce ziet, waarvan de luxieuse limousine
carosserie gebouwd is door die bekende 'firma Barker
en Co. te Londen. Alles van buiten en van binnen
grijs gelakt en gestoffeerd, met mechanische raam-
openers en wat ai niet meer, o.a. een dubbele voor
ruit, teneinde reflectie tegen te gaan. Voor f 36000
zult u dezen wagen mee kunnen nemen.
Of die vlugge 45 P.K. 6 cylinder N a p i e r-wagen,
met de coupé carosserie van H. J. Mulliner en Co. te
Londen.
Die 20 P.K., 4 cylinder iM d n e r v a tourwagen voor
vier of vijf personen, mooi rood geschilderd Is bij
Botwoords kant en klaar voor 4235 (f 15000) te
koop.
Wat zegt u van det Sanbeam chatsis? Ik
hoorde een concurrent daarvan getuigen, dat hij het
Sunbeani chassis hot inoeiste van de tentoonstelling
vond. Het was buitengewoon mooi afgewerkt en leek
zoo «oliede en verzorgd. Het chassds PJL, 6 cy
linder met een. Thomson-Bennett-magneet, een Clan-
dêl-Hobs'on carburator, met electrisch lacht, electri
schen 'zelfstarter, met diverse, alle mogelijke luxe af
gewerkte onderdeelen met afneembare artilleriewie-
len, met 12 voet. wieilbons, banden 895 X 135, verder
mét een dichte carosserie met besturing binnen, keu
rig geschilderd en bekleed, kost u compleet 1650.
De Wolseiey, de Renault, de Tallot-Derrag, de De-»
launay 'Bildevolle, de Flat, overal komt u terecht.
Wilt oi een 8-cylinder wagen hébben, daar staat
kant en klaar een 40 PiK. 0 oylinder L e y 1 a n d ik
mousine. De carosserie is van den Plas te Brussel,
dus is buitengewoon fraai. De wagen is ultramarijn
blauw .geschilderd, heeft Mdchelin diacuawielea, 835
X 185 banden, 12 voet 6 inches wielbasis, 4 ft. 8 in
ches ispoor, iis van electrisch licht en electrischen izelf-
starter voorzien, heeft een iSmith 5-straal carburator
en kost kant en klaar 8000 <f 36000).
Nu neem ik u even mee naar ©en wagentje dat u
maar '195 (f2300) kost. Het is bijna niet te geloo^
ven, doch het is zoo. 'Het is d© Blériot Whlp-
p e t. Het karretje heetf drie versnellingen, en een
achterruit, verder kettingoverbrenging, Ik moet met
een zeggen, dat ik vrees dat die kettingovenbrenging
voor onze straatwegen ongeschikt zal blijken, zooals
trouwens van al die lichte wagentjes wel gezegd mag
worden., hoe zullen ze het op de HoHamdsche straat
wegen uithouden?
Hier in Engeland, waar ld© hoofdwegen als ©en kolf
baan 'zijn, doordat di© wegen speciaal niet een meng
sel van steendag met teer worden aangelegd, vlie
gen die kleine karretjes over den weg. Ook de zij
wegen zijn grintwegen en alleen voor banden
ruïneus, doch zonder erge hobbels of gaten,
Maar bij ons. Als je van Amsterdam naar het Gooi
rijdt, hen je met een zware wagen bij iMuiden al lam
geschokt, laat staan dus met licht karretjel Deze 1922
-Blériot Whippet, heeft 8 P.K., twee cylinders, 85 X 88
boring en slag, luchtaifkoelAng, zelfstarter, een ben
zinetank voor 4, een olietank voor 1 gallon II gal
lon Js 4y* (Liter)., afneembare wielen, Dunlopban-
den 700 X 80.
Het wagentje is vqor 2 personen, met ©en am. kap,
een voorruit, de banken practisch ingericht voor
S. A. DUSE.
4.
(Maar nu was het te laat oan -Sixten terug te roepen
De majoor was reeds bij het he>k en Sixten niet meer
te beroepen. De teerling was geworpen. En hoe droe
vig te moede zij zich ook voelde, toch ontving zij
haar vader met een opgewekt gezicht.
.Alweer thuis, lieve vader?" zeide zij. „Wat be-
teekent dat?"
De majoor lio bij de ontvangst door zijn dochter
geen buitensporig© vreugde blijken. Hij antwoordde
tóó stroef, dat zij in den beginne bang was, dat hij
hun samenkomst reeds ontdekt had.
Jlet is over halfitien", zeide hij. „Wat doe jij met
tot vochtig© weer nog zoo laat buiten?"
„Ik zag u aankomen...."
Hum! Ja, zool INou, ik kom alleen ook wel thuis.
Ja* niemand voor mij geweest?"
«Neen."
j"a ctr al dien «tijd niemand) hier geweest?"
„Neen, papa. Zelfs dé telefoon 4s ndeit overgegaan."
«Zoo". Zijn tooh was ongewoon kort en stroef.
Vragend' keek zijn dochter hem aan. Aan zijn ge-
Bogen hoofd en naar 'den grond geslagen blik zag zij,
dat iets droevigs zijn gedachten moest bezig houden.
Maar niots wees er op, dat hij Sixten gezien had.
Zij haalde verlicht adem.
Terwijl zij hem in het huis volgde, sprak zij over
küerlel onverschilliget dingen, over haar alleen-zijn
gedurende zijn afwezigheid, over de modderige wegon
het regenachtige weer, over d© laatste oorlogs
berichten en andere zaken.
De majoor koek haar ©enigszins verbaasd aan.
iiiT'/m» vanavond zoo buitengewoon spraakzaam,
kind zeide hij. „Maar over datgene, wat naar mijn
«neening je gedachten gedurende mijn afwezigheid
jet meest bezig gehouden zal hebben, hoor ik geen
woord. Moet ik dat zóó opvatten, dat je je vrijwillig
ufo! 6cMkt en dien luitenant laat loopen?"
„Ik dacht, dat u mij beter kende, papa", antwoord-
zij trotsch. „Wanneer Ik eenmaal mijn woord ge
geven helb, breek ik dat nooit".
oo« zoo", zeide hij hoonend. „Nu, dat zullen we
wna zien. We bobben trouwens nog tijd gonoog om
over <l«i» muk to praton. Je weet, dat tk, wanneer ik
heb' het nlot meer Intrek."
«agnnudi wild© een heftig antwoord 'geven. Maar de
gedachte aan fSixten, die nu ergens in elkaar gehurkt
zat en waarschijnlijk met ongeduld wachtte op het
oogenblik, dat de baan vrij zou zijn, deed haar
zwijgen.
„Het is laat", zeide zij. „Wilt u misschien een kop
thee hebben?"
„Neen, dank je, mu niet. Ik moet iets dringends
schrijven."
Met die woorden liet hij haar in de hall staan en
ging naar d© eerste etage. Zij hoorde zijn slaapkamer
deur open en dicht gaan.
Nu was het oogenblik gekomen, dat Sixten ver
dwijnen kon. Ragnhild sloop den salon in en fluis
terde zijn naam. Geen antwoord. Daar had hij zich
dus niet verstopt.
(Zij ging weer naar den hall, opende zacht de deuren
van de kleerkasten, keek in het zitkamertje en in den
wintertuin, zelfs in de bijkeuken. Geen, spoor van
Sixten.
Waar wa9 hij gebleven? Hij zou toch niet naar
boven gegaan zijn? De wenteltrap kraakte en hij
kon daar niet afgaan zonder dat haar vader /hel
hoorde.
'De diepe stilte om haar heen maakte haar weer
ongerust en het voorgevoel van een naderend onheil
maakte zich van "haar (meester. Vergeefs irachtte zij
zich in te prenten, dat Sixten naar den salon gegaan
en toen hij den majoor in de hall geboord had.
door de veranda gevlucht was.
Nu kwam haar vader weer naar benedien. Zij wilde
het gesprek niet met hem voortzetten en ging naar
de eetkamer, waar zij, zonder het kamermeisje te
roepen, op den electrischen samovar thee zette. Do
deur naar den salon liet zij open staan. Zij zag haar
vader in zijn kamerjapon naar beneden komen en
de gesloten schuifdeur naar zijn werkkamer openen.
'Hij ging aan zijn schrijtfUatfeï tegen de open deur
zitten, zoodat niemand door den salon kon gaan
zonder dat hij 'het merkte.
Ragnhild zait op heete kolen. Was het mogelijk,
dat Sixten er nog was? Zij luisterde met gespannen
aandacht naar het zachtste geluid. Met iedere secon
de werd zij 'zenuwachtiger. Maar er gebeurde niets.
(Het dienstmeisje kwam binnen om af »te nemen en
zeide dan goeden nacht Weer was Ragnhild alleen
mqt haar angst en haar spanning. Zij kon het ein
delijk niet meer uithouden. Zij moest met iemand
«preken en ging vast besloten naar haar vader. Maar
zijn gerimpeld voorhoofd en zijn verstrooide blik ani
meerden niet bepaald tot een gesprek. Ragnhild ver
genoegde er zich mode hem goeden nacht te wen*
schen, nam haar boeken, deed het licht in den salon
uit en ging naar boven.
Langzaam sloop zij hier door alle vertickken. odaar
er was niets levend9 te ontdekken. Een weinig ge
ruster ging :zij naar haar slaapkamer.
Nauwelijks had zij de deur geopend, toen zij van
beneden haar vader een 'luiden gil va nschrik .hoorde
uitstooten, Een ongeluk vermoedend liep zij dadelijk
naar beneden en 'viond baar vader asebgrauw met ©en
verwilderden blik gebogen over de open ijzeren
cassette, die hij, 's middags vóór zijn vertrek in de
safe gezet had. Op de schrijftafel lag een groote
menigte onbeschreven bladen verspreid.
Toen de majoor zijn dochter zag, riep hij haar toe,
dat men tijdens :zijn afwezigheid ingebroken en hean
bestolen had en dat hij nu verloren was.
Zij trachtte hem te kalmeeren, maar het gelukte
haar niet. Zijn woede en wanhoop werden met iedere
minuut grooter. Zij was bang, dat hij een beroerte
krijgen zou. Het was nauwelijks mogelijk ©en verstan
dig woord uit hem te krijgen.
Hij Mep naar de schuifdeur en naar de deur van de
rookkamer cxm de sloten te onderzoeken. Dan keek
hij de ramen na.
„Het is volkomen onbegrijpelijkl" riep hij buiten
zichzelf uit. ,,Er kan in mijn afwezigheid niemand
in deze kaïmer geweest zijn".
„Maar wat is er gebeurd, wat is er gestolen?" vroeg
Ragnhild bevend^
„Allemaal geheime papierenl Je hebt zelf gezien,
dat ik ze hier in de cassette gesloten heb en die weer
in de safe. En toch zijn zij weg!'
„Dan moet een dief de safe en cassette geforceerd
hebben", zeide Ragnhild.
„Neen", antwoordde hij (kortaf. „Geen mensch
heeft «deze sloten aangeraakt, want niemand kon er
bij komen".
„Bent u daar zeker van?"
„Daar zou ik een eed op kunnen doen, Het is pre
cies alsof hier bovennatuurlijke krachten in het spel
waren en booze geesten mij in het verderf storten
wdMen."
„U gelooft toch niet aan spoken?" vroeg Ragnhild.
dde zich in het geheel niet op haar gemak voelde.
„Ik geloof aan wat mijn verstand mij zegt", ant
woordde hij opgewonden. „Door de ramen is niemand
binnengekomen, zij zijn van bhmen stevig gesloten.
Het slot naar de rookkamer heb ik inbraakvrij ge
maakt, doordat ik den sleutel aan den binnenkant
héb laten zitten en met een touw aan de deurklink
vastgebonden heb. En de schuifdeuren zijn In dien
'tusschentijd niet open geweest, want dat zou dit
kleine aipparaat, dat in het sleutelgat steekt, mij
verraden hebben. Het staat vast, dat geen niensch
hier geweest kan zijn".
Hij nam de onbeschreven bladen op en onderzocht
ze één voor één, zocht dan $e te&g1 fcb-Ak. A «Ai
verwachtte hij, dat een nieuw wondér het verdwe
nen© teruggebracht had. Met bevende handen legde
hij de papieren er vervolgens in en liet het deksel
vallen. Met zijn .hoofd in zijn handen en als een beeld
der diepste wanhoop stond) hij dan van zijn schrijf
tafel .op.-
„Papa, papa", zeide Ragnlhüd, „probeer toch moe
dig te zijn. Misschien is .het niet eens zoo gevaarlijk".
„Niet zoo gevaarlijk? Ik heb het in mij gestelde
vertrouwen geschonden. Ik heb de militaire geheimen
van ons land aan gemeene spionnen of andere schur
ken prijsgegeven. Ik ben verloren. Ik ben gebrand
merkt".
Op die wijze bleef hij ondanks de kalmeeronde
woorden praten. Nu eens Met hij zich door oen wilde
woede medeslepen;, dan weer door een stille wan
hoop. Hij herhaalde, dat bij de door hem getroffen
maatregelen geen menschelijk© wemen den diefstal
had kunnen uitvoeren. Het was iets volkomen raad
selachtigs en onverklaarbaars.
Ragnhild, die ademloos naar zijn uitbarstingen
luisterde, werd steeds onrustiger. Zij moest weer den
ken aan de griezelige geluiden, die zij nu en dan
's nachts hoorde, en zij huiverde.
„Ik geloof bijna, dat u gelijk hebt", zeide zij.
„Booze geesten schijnen hier in de villa rond te «po-
kon. Ik heb het u al meer gezegd, maar u wilde befi
niet gelooven."
,Al meer gezegd? Wat zanik Je toch?"
„Ach, dat weet u 'heel goed. Al die vreemde ge
luiden, dde ik nu en dan 's nachts hoorde. Kraken op
de trap, fluisterende stemmen en sluipend heen en
weer loopen hier beneden. Dat heb ik nu al zoo dik
wijls gezegd. Het moet hetzelfde spook zijn, dat u nu
bestolen heeft."
De majoor werd hleek.
„Wil je me voor den gek houden? Of wat bedoel Je?"
„Ik weet toch, wat ik met mijn ©igon ooren hoor".
„Onzimi! (Fantasieën Van een meisje l Je 'droomt
onrustig, dat is alles."
„Maar u zegt zelf, dat het booze geesten zijn moe
ten, die
„Denk je dan, dat ik werkelijk geloof, dat er iets
bovennatuurlijks gebeurd is? Onzin! Ik bon toch goon
kindl? Wanneer ik zeg, dat geen menschelijk weztu
deze inbraak door gesdoten deuren gedaan kan heb
ben, dan wij ik daarmede -alleen wijzen op hét vol
komen onverklaarbare der zaak. Maar natuurlijk
moet het menschenweirk zijn. D© tijd der wonderen
is voorbij."
Ten slotte kwam hij op de gedachte, dat het slechts
een daad' van wraak en haa/t kon zijn.
Wcmlt vervolgd.