ROMMELKRÜID.
Q-O -1
;^3is-aS355cS'sScS3
/en pondfte boter maar een stooter kostte". De
koter-prijzen. zijn wel snel dalende, maar een
Stooter (dl 12Vs cent per pond, dut zullen we
wel niet weer bereiken.
We kunnen ons die toestanden haast niet
■Deer Indenken. "Als men oude beschrijvingen
leest en oude rekeningen in banden krijpt die
kt verschillendte stadsarchieven, bewaard zijn
gebleven, dan staat men versteld over de be
spottelijk lage prijzen. Voor een paar stuivers
had mem toen een copieus diné. En salarissen
van f 300 per jaar waren niet van de slechtste.
Er is veel merkwaardigs in 't verleden voor
gevallen, die toestanden en verhoudingen rijn
toen zoo geheel anders geweest. Wil men daar
meer van weten; -dan dient men de geschiede
nisboeken op te slaan.
Ook in menige stad is uit oude bouwwerken
veel bewaard gebleven, wat ons eenig denk bééld
geeft van vroegere tijtien, We wijzen op Alkmaar
wc de drie doode steden aan de ZuiJerze: Hoorn,
Enkhuizen en ^fedemblik, waar vele gebouwen
ars vertellen van architectonische opvattingen on-
w voorouders. Ook vers dl lillende hofjes, waar
bejaarde wouwen huisvesting vinden ?n dikwijls
ook nog bedacht wonJen met brandstoffen en te
vens middelen, dateeren uit dien tijd, we bedoélen
de 171de eeuw. Reeds in de middeleeuwen weitlën
zulke hoftes gesticht Merkwaardig is 't nu, dat ook
ook In de Ouitsdue stad Lübeck, zulke hofjes
gevonden wonden, wat er op wijst, dat deze
•ude Hanzestad een druk verkeer heeft gehad,
met Nederland. Voor de gesctiedenisschrijvers zijn
dergelijke nog aanwezige getuigen uit vroqgeré
faren prachtige studieo!>jecten om daaruit nieuwe
conclusies te trekken, omtrent vroegere toestan
den en geeburtenissen.
In de „HouwwereDJ" wordt vermeld, dat er te
Lübeck nog twaalf hofjes bestaan. Het oudste is
bot Van Doorne-hofje, dat in 1458 gesticht wcAI;
bet meest bekende is tiet Fü ehtings-hofjo, van 1630
tot 1639 gebouwd, dal eeu fraai ingerichte regen
tenkamer heefL Johamies Fiichting, die dit hofje
stichtte, dreef hanklel op Amsterdam, waar hij
•ck zijn prachtig graf toeken, in de Maria-kcrk te
Lübeck aanwezig, beidde.
.Dergelijke merkwaardigheden zijn de moeite
moet ik. u beloonen
F eter: Geen damk, geen loon, Sirel
Koning:: Ja ja! Wacht, ik weet al iets! Ik
schenk nde hand mijner dochter, en de
rechten op mijn troon
E1 v i r a: O, papa!
F eter: Sire!
Koning: Wtl je dat, Elvira, wol je den Mar
kies tot man- hebben?
Blvira: Dolgraag-, papaatje!
Koning: En U, Markies ,wiït U mijn doch
ter tot vrouw hebben?
F e t e r: Sire, Sire, ik kaai geen woorden vin
den om....
Koning: Ja of neen?
Peter: Ikja, Sirel
Koning: -Dus Markies, is o nu mijn echoore-
zo( u. Ik mag dus wel jij en jou tegen je zeg
ge nietwaar?
Fe-1 tr: Zeker, Sire!
XIv ire: En ik ook, nietwaar Markies?
Peter: Natuurlijk, Prinses!
Xlvira: Maar d*m moet je mij ook Elvira
noemen!
F eter: Goed£ lieve Elvira, en.... ik heet
Peter!
ans: (die stil in een hoekje heeft zitten kij
ken): Hiep, hiep, tóep hoera, long leve het
jonge paar!
Alien (ié bediendan achter de deur tócht-
baar): Ang leve iet jonge paar!
Bediende: Sire, er rijn hier twee lieden,
om u te spreken!
Koning: Voor mij, niet voor den Markies?
Bediende: Neen, voor u, Sire!
Koning: Laat ze maar binnen, tenminste als
jij het goed vindt, schoonzoon!
Fe ter: Zeker, zeker, schoonpapa!
(De bediende laat Krelis en Antje binnen.)
K r e li e: Si-sire, we hoorden daar «tr-straka,
dat de toovenaar dddood is....
Antje: Ja, en omdat Kreflia en 9c, ook, al is
hij een beetje dom....
Krelis: Dom. Ik dom, wwwaeroan, be-ben ik
dom?
Antje: Nou goed, niet dom danl
waard vermeld te worden, zijn de moeite van be
studeering waaitd voor allen die op de hoogte wen-
sdien te Komen van vroegere verhoudingen in tie
maatsdiappij. Zelfe uit de eerste Christenjarcn zijn
we door aanschouwing van oude bewaard gebleven
gehouwen heel wat te weten gekomen. We den
ken aan de IRomeinache steden Berculanuxn
en Pompei!, dóe door een gewéldige uitbarsting
van den Vesuvius in het mar 79 na Christus 1d
tot 30 Meter onder Jfle utya bedolven werden.
Eerst in 1713 stiet men toevallig bij fret graven
van oen put op de outJe bouwwerken. Daarna heeft
men door uXgravicg oen gedeelte dier steden
blootgelegd. Jammer, dat hei in den eersten tijd
na de oprekking niet Systematisch is geschied
Maar toch is er wei zooveel aan 't licht gekomen,
dat die uHgravingen de wetenschap een stuk voor
uit gebracht hebben op 't punt van kennis omtrent
het tijdperk der eerste jaren na Christus.
Wie weet wat er nog in den schoot der aarde
verborgen ligt en welke gevolgen de <jnt|dckkin
gen ervan zai hebben op 't punt van inzicht in tijd
perken, die reeds vete eeuwen achter <?ns liggen, eo
welker beteekenis nu nog voor oen groot déél
door een dichten sluier aan ons oog onttrokken
wordt v
Zoo is eenigen tijd geleden op een afstand
van 46 K.M. van de stad Mexico in het dorp
Tooüfiuakan een groote tempelbouw blootgelegd,
afkomstig van den Indianenstam der Arteken en
gewijdi aan tden wind- en maangod.
Dot gebouw bestaat uit vier terrassen, ieder van
twee verdiepingen fcoog, waarvan de bovenste een
22 M. hoogte, met beeldhouwwerk, vrsierde py-
ramide draagt Men ia 'thans voornemens cm
in verband met deze vondst ook .de 16 K.M.
lange doodenweg -met zijn 38 .tempelpynamkfcn
vrij ie maken. Een dezer, de tempel van den
God van den landbouw, met buitengewoon in
teressante en weA' bewaarde schilderijen ver
sierd, went reeds opgegraven.
Even taehen.
Een oude (dame maakt voor de eerste maal
een autotocht. De chauffeur moet een hoek om en
Krelis: O zoo, dat wwou *k maar neggen!
Koning: Maar wat wilden jullie don?
Krelis: Zzziet U, omdat, omdat., eh.... om
dat....
Antje: Omdat 'Krelis en ik, om 't aoo te neg
gen, stiekum
K r e 1 i a: Jjjo, stiekum, net!
Antje: Stiekum van mekaar houden.
Koning: O zoo! Ho.ho.ha! (Allen- -lachen.)
Koning: Dus omdat Jullie stiekum van el
kaar houdennou?
K rel ia: Wwilden we U vra-vra-vragen, of
U....
Antje: Of U bet goed zou vinden, als we sa
men gingen
Krelis: Tr-tro-uwen!
Koning: Nou, ik vind bet beat, maar waar
om vraag jullie dat aan mij?
Antje: Ja, we hoorden het aan dén too ve
naar te vragen
Krelis: Mmaar die is dddood!
Hans (tot Krelis): Och is ie ddood? (Krelis
schrikt.)
Antje: En daarom komen we 't aan derf nieu
we Heer van 't kasteel, vragen!
Koning: Maar dan moet je bij den Markies
van Carabas wezen!
Krelis: iNnatuurlijk, bij den Kkarbies van
Maracas!
Koning: Vindt je '1 ook goed, schoonzoon?
Peter: Uitstekend, schoonpapa!
Koning: Ja, de Markies gaat trouwen met
prinses Elvira!
Krelis: Wwel gegefieleseeid, Prinses!
Antje: Ocb, sufferd, je moet neggen: gefeli
citeerd!
Krelis: Jjk, naraatuurlÜjkl
Antje: Nou, \zeg dat dan!
Krelis: WwcB ge-siefeleteerdt Prinses, en U
ook, Mmarkies!
Elvira en Peter: Dank je wél, Rreüs!
Koning: Wat zouden jullie er van tergen,
als we dan ter eere van de twee bruidspa
ren een kJein feestje hielden?
Elvira: O. heel leuk, Papa!
Koning: En jij, Krelis!
steekt zijn arm uk, om dat aan te wijzen.
De oude tiame schreeuwt: „Zog vrind, hoe in
je twee handen nou maar allebei aan het stuur, fk
zal je wel waarschuwen als £et gaat regenen."
OF DE Y2SCH BLIJ WAS?
Een klem meisje, dat met.haar moqder naar
het visscJien staat te kijken," vraagt, toen een
vbdi aan den bengel wondt omboog gehaald: „Is
de visch blij, modder?"'
„Neen sdiiat, stellig niet"
„Waarom kwjspek-ie dan?"
VRIENDELIJKE AANWIJZING.
Een nogal pedante vrijer komt met een bloem
ruiker gewapend (Je salon van jiet huis binnen,
waar tnj zijn aaanstaande schoonmoeder hoopt te
vinden, m.a.w. waar hij met een ikHoppeml hart
*<t ja-woord komt halen Hij vindlt in diiè huiska
mer 'n goudvisschenkom, wat hem doet uitroe
pen:
„Hm.... een .goudvisschenkom m den salon.
Zou dat een vriendelijke aanwijzing zijn ten op
zichte van don bruidsschat?'"
De Duim.
Door C. van Hoff, wordt in de Wereldkroniek
hol een un ander verteki over de duim.
Dat de duim een zeer bebngrijk iiciiaamsdcel is,
zai elkeen omni-JdeLijk erkennen: dat uij echter
meer be.eekenis heeft dan als meest onmisbare
vinger, en bijv. min of meer de persoonlijkheid
■Van zyn eigenaar of eigenaresse kan uitdrukken,
zai bij menteen een ongedoovig of spottend lauije
te voorsoiiju roepen. Men beschouwt den duim
kortweg als vinger. Zonder twijfel heeft hij echter
meer be.eekenis. v
De bekende handlijnkuhdjge Mme de Thébcs
kent den duim een groote macht toe. Zij vraagt
wat is een mensen zonder wil en een ha rel zonder
duim, en verklaart ve.fier dat een kkin kind zijn
duim nog niet kaa oprichten, omdat de wil nog
niet ontwaakt i$; dat een verstandelijk nkx hoog
staand mcnscii bijna voortdurend zijn duim ui
de hand verborgen houd Eveneens personen die
Krelis: Mmanjefieit, Seirel
Koning: Dan moeten we muziek hebben!
Mijnheer Hans, kunt U daar voor zorgen?
Hans: Natuurlijk, Sire, binnen vijf minuten
is er muziek! (Hij gaat weg.)
Koning: -En mi feliciteer ik jullie ook, Kre
lis en Antje!
(Algemeen© felicitatie volgt.)
Hans: (De muziek zal weldra gaan spelen,
Sire!
(Meteen weerklinkt een wals.)
Koning: Nu, dansen, menschen!
(Peter en Elvira dansen, samen, zoo ook
Krelis en Antje, en de bedienden met die
keukenmeisjes. De Koning en Ham kijken
toe.
Hans: Séparer!
(Nu dansen de Koning en Antje, Krelis en
Elvira, Peter met een keukenmeisje. Na oen
poogje verwisselen dansers en danseressen
weer.)
Bediende (op): Het souper staat gereed!
Koning: Ha, wat eten we?
Bediende: Konijnensoep, gebraden konij
nen met aardappelen en groente, konijnen-
pasteitjes, vruchten en ijs in dien vorm van
-konijnen!
Koning: Reusachtig, kolossaal! Peter, je bent
een genie! Maar ga nu mee!
(AHen door de deur of. Hans blijft achter.)
Hans (werpt jas, laarzen, hoed etc, weg, zoo
dat hij wéér kat is):
Ziezoo, mijn plicht is gedaan! Miauw!
Hans heeft nu afgedaan! Miauw!
*t Is Peter goed gegaan! Miauw!
(Er klinkt gepiep afls van een muis.)
Miauw! Pggg!
(Hans gaat stil liggen, en springt plotselïng
in een hoek)
(De Koning roept: „Hans waar blijft U
toch?" D© deur gaat open en aöen klJÖrien
naar binnen.)
H n s: Pggg! MSmmfaauw! (Op "kattenmanier
springt bij door een andere deur. Groote ver
bazing.)
EINDE.
cdkih B 1 P- "O Pk
ma ziekte onder de leden hebben én dat de nagel
een groef krijgt bij jieke. Haar ppvattlin^, isbij
lange duómen regeert het hoofd, bij korte bet hart
Vohaire had lange duimen, Homerus, Suakes-
peare en Ija Fontaine korte. „'I Is vooral door
den duita dat 't levensflUidum wondt opgezogen
de «holen, die slechts bij instinct leven hebben
bijna geen duim," zegt Desbaroliles, jjen ander
bekend ImrailijTiknnriiy
Dezer dagen lazen wij in een ecnige jaren ga
teden verschenen nummer vuai "n Engelach tijd
Mhrift dat een geneesheer een nieuwe genees
wijze had uitgevonÉden, namelijk door den duim
van den patiënt eenige minuten vast té hoefden. De
hoofdzaak is wel saamgevai m de volgende uit
het bedoelde artikel overgenomen regelen: „If the
first joint of the thumb is pressed firmiy arél slea-
daly for three minutes, it will relicve and fa-
vourably influencc pain in 1he cbest, the stomach,
*ie front teetli, the nose, the pvat toe as wel as
everytfiing ebe in this zone." Hel is bekend dat
vele magnetiseurs alvorens (ïtenne patiënten te
behandelen, eenige minuten bun duim tegen (Hé
van hunne patiënten plaatsen, en hen daardoor
onder magne.isd.en invloed brengen.
'n Oudhollandseh spreekwoord luidt: „Op den
duim fluiten" wanneer men iets wikte hebben
of bereiken zpnder te slagen.
Een Zuid-Nederiandsch spreekwoord luidt: „de^
duim leggen", d-wj. ^ich overgeven".
Luiher zegt in zijn hervanningdied:
„Gods wooéd houdt stand in eeuwigheid,
En zal geen duimbreed wijken."
Wel is waar wordt „duimbreed' als lengtemaat
bezegd, doch hier is dit symbolisch bedoeld.
Als merkwaardigiïeid kan nog aangemerkt wor
den, dat de orang-oetan, die wat bouw betreft, den
mensdi het meest gelijk is, naar verhouding van
zijn groote handen een zeer plecht ontwikkelden
duim heeft
Sommige menschen hebben de gewoonte om
hunne duimen in tie armsgaten van hun vest te
staan, zulks doen zij echter alleen dan, ais zij
welen, dat de zaken marcheeren, zoodra zij ech
ter moeten <iamt*»U'iii komen de duimen voor dén
dag. Schoolmeesters, herberg^zs en winkeliers ne
men vaak deze houding aan. Personen, die een
kvleitic positie bckiecden, laten zich nog ai ééns
fotografeeren met de handen in de zakken, maar
(en dit doen zij geheel onbewust) de duimen er
buiten.
Tenslotte kunnen we het vplgende als historisch
vermelden.
Een kleine jongen vroeg, aan rijn kmderjuf
frouw: „Juf maak eens een vuist'
De juffrouw voldedi aan zijn verzoek en balde
haax vuist met den duim in de hand en de vin
gers daar overeen. „Zie je", zcide hij, ,dat is een
meisjesvuist; een jongens vuist is zoo" en hij*
toonde zijn vuist met den duim over do vingers.
Het pigenaaardige hiervan is, dat bij de zooge
naamde jongensvuist de duim de vertolker van
den wk overiiccrscheol is en bij een meisjés-
vuist de duim tussdien de vingers is opgesloten.
Nu maken niet alle meisjes zoo een vuist en zéér
wzarscnijnlijk de moderne meisjes in 't geheel niet,
omdat zij een werkkring gekozen hebben gp daar
door de wil meer tot uiting komt Mocht iemand
u eens bedreigen met een vuist in de hand, dan
behoeft ge niet bevreesd te zïjn, dat hij die
bedreiging ten uitvoer zai bren^n.
Dezer dagen zagen we bij een tMutiloopwédétrijd
over 3 \Kilometer, dat na eenjgen tijd enkele déel-
nemers, die vermoeid raakten, krampachtig hunne
vuisten balden, (doch met den .duim in de hand;
spoedig gaven zij het og.
Wanneer iemand thuis orftfer den duim zit
van!... laten we neggen z"h vrouw, dan weefci hij wef
det er met zijn wil geen rekening wordt gehouden.
Zij kijkt of tikt hem op de vuigers wanneer zij ten
minste in staat is hem onder den duim te houden.
Krantenmenschen, moeten bij gebrek aan ko
pij, wei eens een verhaal uit den duim zuigen;
men kan er verzekerd van zijn, dat zulks met dit
praatje niet het geval is.
irr.Kinijj; BIJZONDERHEDEN.
In 1658 waren in Amsterdam nog 4917 kel
derwoningen met 22.654 bewoners, d.i een
tiende deel van de toenmalige bevolking.
Er zijn in België vier vrouwéUjk« burge
meesters.
Een Indische zwatouwsoart maakt uit haar
speeksel een nestje, dat eetbaar is en door de
Chineeaen aUs een- 'lekkernij wordt beschouwd.
Java levert jaarlijks vel honderdduizend-
taFÈten van die eetbare vogelnestjes aan China.
De badplaats Bagnères-de-Lnohon, wat ..de
koningin der Pyreneën" beteekent, heeft 3400
inwoners en trekt jaarlijks 50.000 badgazten.
De plaats ligt 630 M. boven do zee.
Bij een OotertjEwendel van f8.000.000 -voor ka
nalen m Span jet lm de achttiende eeuw, was
Holland voor tweederde deel betrokken.
Om de afgelegen plaatsjes in Amerika, waar
geen kerk is, te bezoeken, heeft men er kerk-
wagons, bestaande uit een woon- en Slaapver
trek, voor dten geestelijke, en züjn gezin en een
kerkruimte voor 70 k 80 personen.
Een strudsvogellei ia wél aoo zwaar als 24 kip
eieren.
De hogost gelegen plaatsen van Europa zijn
Sancta Maria (2487 M.) in Italiaanseb Zwitser
land en Findein (2075 M.) in Zwitserland.
De zwaluwen' trekken in- dten herfst naar 't
Noordten van Afrika; die geheel e reis duurt neg
geen 24 uren.
Aan de guillotine ontsnapt
In: de vorige eeuw leefde in Italië een struik-
roover, Antenio Ventura, die verschi®ende
moorden op zijen geweten had, maar steeds aan
de gendarmes wist te 'ontsnappen. Maar einde
lijk Kep hij in, de val en werd door paus Pius
IX ter dood veroordeeld.
Op een mooien zomermorgen werd hij naar
•het schavot gebracht, waar de beul hem wacht
te om de valbijl op z^jn nek te laten neervallen.
Antonio Ventuira knielde, het koord1 waaraan
de bijl bevestgid' was, werd Hos gemaakt, en het
scherpe wapen viel naar beneden. Maar door
een zwelling van, het hout stopte die bijl vlak
bij den nek van den booswicht, die slechts een
onbeduidend sneetje opliep. De beul wilde de
bijl weer ophalen, om opnieuw te probeeren, ho
pende dat het dan beter zou lukken. Maar daar
kwam de advocaat van den veroordeelde tegen
op. Die wist duidelijk te maken, dat de wet
maar één poging toelaat om een veroordeelde
te o ecu toeren.
Daarop weo-dl Antonio Ventura los gemaakt
en teruggebracht naar de- gevangenis.
Nu volgden er eindelooze debatten -tasschen
de juristen, waaraan de paus een eind maakte
door de doodstraf in levenslange gevangenis
straf te veranderen.
Vijftig lange jaren ouicbtte hij in de eenzame
cel. En toen werd hij vrij gelaten, de rest van
zijn leven mocht hij nog in vrijheid doorbren
gen. Door een milütiionair iin de buurt van Ro
me werd hij aangesteld als tuinmam. Dit ge
beurde negen jaar geleden in 1912. Eenige ja
ren heeft die eenmaal' beruchte moordenaar An
tonio Ventura de bloemetjes verzorgd in den
tuin van den miHliioaiaiir, en hij toonde zich op
zijn oudere dag een gewillig man, die vol toewij
ding zich kweet vain zijn tuimmansplichten. En
toen hij daarvoor te oud en zwak was gewor
den, mocht hij de rest van zijn jaren zich wat
koeeteren, dm het zonnetje en wat rondscharre
len onder de boomen en tusschen dte bloemen.
De hedUge stier.
In de Egyptische plaatsen Memphis, Hefio-
polis, Kamobos en Hermonthis werd een stier
als heiligie vereerd'. Verreweg de beroemdste is
d»e heilige stier vam Memphis, bekend onder
den «naam van Apis. iHij gold voor de incarnatie
(vleeschwording) van den god Ptah en werd
beschouwd a>ls het „nieuw laven van Ptah. Hij
werd afgebeeld met een zonneschijf tusschen
de horens en allis zonnegod genoemd: „,de stier
van het Westen".
Volgen® Grieksehe schrijvers uit die Oudheid
moest de heilige stier geheel zwart van kleur
zijn met allleen een witten driehoek voor op
den kop.
Alls een heilige stier stierf, dboeg men rouw-
küeeren en vaste 70 dagen laing. Men maakte
voor den dooden etire 'n prachtig graf, een ka-
tak ombe, waarop zijn. geboorteplaats, zijn ge
boorte- en sterfdatum, ere zijn geheele levens
geschiedenis vermeid' werden.
Naar het graf vam dien heiligen stier werden
bedevaarten ondernomen.
Goudf abrlcage
•Naar aanleiding van de dezer dagen rond
gaande mededeeMng, als zou een Duitsch che
micus erin geslaagd zijn, goud1 uit iets anders
te bereiden, moge het buijdig standpunt der we
tenschap ten opzichte van deze vraag even wor
den verklaard. Wel heeft men dn zoover van
de vroegere opvatting afstand gedaan, dat het
mogelijk wordt, geacht, ja zelfs voor enkele ge
vallen is geconstateerd1, dat een element in een
ander overgaat. Maar meestal zonder ons toe
doen: de natuur vertoont ons het verschijnsel,
doch tot nu toe te het slechts bij de stikstof gé-
lukt, opzettelijk de atomen ia eenvoudige ato
men zich te doen splitsen.
Principieel onmogelijk 'Mikt het dus nieé,
om goud te maken uit een element met zwaar
der atomen, als bijv, 'jood, of thallium. Wel
schijnt het echter hoogsrtonwaarschijnlijk, dat
dit op groote schaal mogelijk zou zijn. Alle
proeven van transmutatie hebben tot heden ate
hesultaat gehad- 't ontstaan van minimale hoe
veelheden in een enkel geval, mischien eens
een tiende milligram, maar gewoonlijk slechts
een millioenste of nog minder. En dan heeft
mem daarvoor radioactieve stof moodig, over
welker kostbaarheid! wij niet behoeven te opre
ken. Heel veel gevaar voor de door prof. Fisher
opgeroepen schrikbeelden bestaat er dus noet;
te meer, daar de wijze vam mededeeling niet
veel vertrouwen geeft. Een wetenschappelijks
mededeeling wordt op andere wijze publiek ge
maakt; iemand, die door andere motieven WJ
een werk ais dit wordt gedreven, zal wel zoo
wijs rij*1-, cr heelemaal niet over te spréken of
ite schrijven, doch eerst voor zijn eigen porte-
monnaie zorgen.
Een niet al te snuggere zanger.
Leo Sïezak, ook ten onzent bekende Ween-
sche opera te nor, heeft onlangs „Herinneringen
uit mijn Leven" uitgegeven en daaxuit vertel
len we na een aardige poets, welke de schrijver
een tenor-collega, wiens werkelijken naam hdl
verzwijgt en dien hij Balduin noemt, heeft ge
bakken:
Wij hadden dte opera „Armüe" van Gluck op
nieuw ingestudeerd. Op een avond bracht ik een
ouden heer met een langen baard op het too-
neel. Dat geschiedde na de groote aria van RI-
naido.
Balduin, sta mij toe, dat ik je even voor-
stél: mijnheer Gluck, de componist
Gluck dankte hem in vervoering voor dte ver
rukkelijke vertolking van zijn werk.
Balduin glom van blijdschap en vertelde den
vclgenden dag in zijn koffiehuis, dat Gbick den
dag tevoren bij hem wes geweest en uiting had
gegeven aan zijn bewondering. Blatend gelach
aan de stamtafel! Zoo vernam ten slotte ook
Balduin, dot Gluck reed® Sedert eeuwen dood
was.
Toen kwam de opera „Palas" op het repe-
toire.
Balduin zong den Canlo. Maestro Loon ca va-I
1e, die op z'n doorreis in onze stad: vertoefde en
in die loge van den directeur de voorstelling
bijwoonde, verzocht -naar het tooneol gebracht
te worden, om Balduin zijn tevredenheid te be
tuigen.
Een stroom Itatiaansche lofredenen ontlaadt
zich over Balduin. Deze bekijkt den lofrede
naar wantrouwend en vraagt eindelijk:
Maar wie is u eigenlijk?
Ixwicavallo, zeer verwonderd, dat men hem
niet herkent, antwoordt:
Ik ben maestro Leoocavalk).
Ja, hoor eens, met mij zult u dergelijke
grapjes niet meer uithalen, roept Balduin ver
ontwaardigd, wie weet hoeveel jaar u al dood
is!
Verborgen goud.
Eeuwenlang is het de gewoonte der Moore»
geweest, om bun goud op de een of andere*
wijze te verbergen en iedere Moor neemt het
geheim van zijn goud-bergplaats met zich
mede in het graf. Gewoonlijk lieten zij, op eeo
of ander verborgen plekje in huis eer gat gra
ven, waarin zij hun goudstukken wegstopte».
De ondergeschikte, die daarmede beiast wat,
werd dan later gedood, opdat bij het geheim
niet tou kunnen uitbrengen.
Dezer dagen beeft een Europeaan in een hui®
te Mogador, dat hij reeds sinds jaren bewoint,
een aanzienlijke hoeveelheid goud gevonden,
dat verborgen was in een soort ondera&rdaeh
gewelf.
Een aardig kunststukje.
Zeg Piet, hier liggen drie guldens. Kan je
die zóó op tafel teggen, dat men te gelijkertijd
twee koppen en twee wapen® ziet? vroeg Leo
Ik zal het eens probeeren, zeé Piet.
Piet ging aan het werk, maar gaf het wed-
dra op.
Ik kan het niet, zei hij. Maar kon jij het
zétf wel, Leo?
Wel zeker, reide Leo, ik zal bet je laten
zien!
En Leo plaatste de drie guldens op de ta
fel. hij legde twee guldens plat op tafel, tegen
elkaar aan, de een. met den kop, de onder met
-het wapen boven. De derde gulden zette hij
recht op er tusschen, zoodat bij deze zoowel de
kop als het wapen was te zien.
Nu kan men toch twee koppen en twee wa
pens tegelijkertijd zien, reide hij.
Je hebt gelijk, het is heel aardig bedacht!
riep Piet uit