1 Oe Wasfaingtonsche Conferentie. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. SCHOPPENitONiNü. Uit hef Hart yan Holland. Binnenlandsch Nieuws Zali.rtiag 7 Januari 1922. 65stc Jacinjong. No. 6954 De conferentie te Washington, met zulk een bezie lende vrodesgedacht^, door President Harding «an Mi nister HugheJ* opgezet, dreigt te eindigen in een ge- gctiagger over <1* tonnenmaat, die elk land aan onder zeeërs, aan duikoooten mag hebben. Ik heb het reeds vroeger geschreven, er zijn te veel lelementen, die, inplaata van vrede wat anders zoeken en de ontwapening zooveel mogelijk tegen hou den. Vooral Frankrijk neemt een bedroevende houding aan. Kon men aan het dappere Fransche \oifc. nog ver geven, dat het beng blijft .voor de veel talrijker D'uiit- sche buren, hun eiischen omtrent hun vloot eu vooral hun duikbootvLoot getuigt .wel van opwil om naar ontwapening en \vereidvröde te, streven. De duikbootvloot van Frankrijk wondt feitelijk een bedreiging voor Engeland. ingeland moet in geval van oorlog gelegenheid hebben, te importeeren, vooral levensmiddelen. Een duikboot is de dreigende hongersnood-duivel voor het Engelsche eilandenrijk. Ik geef gaarne toe, dat bij Mr. Arfihur Balfour, En- gelands bekwame en aristocratische eei"Ste gedèlegecrdö te Washington, natuurlijk ook het Engelsche eigen belang sprak, toen hij voorstelde de diuikbooten voor i goed te idoen verdwijnen. Maar anderszijldis zuilen wij Hollanders al is men nog zoo geneigd ellende spoedig te vergeten toch met weemoed denken aan tfe vele onschuldige zeelieden en visschers, die door dep Duitseben onbe- perkten duikbootoorlog het leven hebben gelaten, aan de vele prachtige stoomschepen, als Tubanüa, Koningin Emma, en tientallen anderen, welke 'door 'Duitsche duTkbooten Tfr iden grond zijn- geboord. Soms mét,* soms zonder aanvoering yan argumenten of motieven. Motie ven, die trouwens priori onredelijk waren, omdat elke Duitscher W&t, «dat er geen schip, ook geen neutraal schip, varen kon of het moest voor onderzoek de z.g. ge vaarlijke zöne door. Een reden voor (de Duiitsche duikboot-commandanten om de neutrale, onbewapende handelvaartuiigen In. den gron<I te boren en jde onschuldige zeelieden, die voor vrouw en IJ^deron toch al een duur gekocht stuk brood verdienden, cp ouderwetsdie wijze zooals de Duin kerker kapers dat (deden te laten voetje spoelen.. De Engelsdien en Hollanders hebben vele karakter trekken gemeen, maar vooral één, waarover de Duit- sdiers zich altijd vroolijk maken en waarom zy ons stommelingen vinden. Dat is onze vergevensgezindheid. De Duitschers wor den Idoor ons behandeld alsof er geen wreedheden door hen zijn uitgehaald. Ik erger er mij dikwijls aan, hoe de Duitsdiens zich in onze stelden vestigen en het brood uit fde monden der Hollanders halen. Om nog yun hun geïmporteerden valutahandef niet te spreken, waardoor zij (genoeg .goede Hollandsche gul dens hebben gekregen, om een termijn oorlogsschuld te betalen. De brutaliteit gaat zoo ver, dat zij' kalm in het Duitsch adverteeren. Ook behoefje niet te vragen of iemand, die «en goed ingevoerd' (Duisdi-cingefünrter) qgent zoekt terwijl Hollanders ejhgcführt met geïntroduceerd' zouden ver talen, ook zelf een ingevoerde dus geïmporteerde Ger maan is. Wij domme Hollanlders laten de Duits diers maar kalm begaan alsof er geen onschuldig Holianidsch bloed aan hun handen kleeft. Nu moet men weer niet zéó boos op de Duitschcrt worden, klat, als U Maandag naar Amsterdam giat, U den eersten tden besten Duitsdier een pak ransel geeft, want dan zouidt ,U dezelfde fout begaan als een ma troos dien ik kende. Die matroos" had oen reis met een zeilsdiip gemaakt, kwam aan wal en slenterde op een Zondagmorgen (door de stad. Een kerk voorbijko mende, ging hij naar binnen en luisterde vol aandacht naar de preek over fde voroordeelixig van Christus. De matroos kwam de kerk uit en wandelde door de istad. Hij kwam een Jood tegen, greep hem aan en gaf hem een pak ransel. De Jood op adem komend1, zei. waarom slaat U mij, ik heb U toch niets gedaan. Mij niet, zei do jnatroosj maar je bent een Jood en je hebt Christus gedoo-d. Maar goede man, dat ia ruim 1900 iaar geieden. Ja, zei de matroos, dat kan ik niet helpen, ik heb het pas vijf minuten geleden gehoord. Om nu op de conferentie van Washington terug te komen, het gaat er mes als met de Haags cho Vredes- detective-roman naar het zweedsch van 8.aduse. 20. Niettegenstaande het verzet der kost juffrouw, scheurde Leo Carring die enveloppe open. Zij be vatte een in hetzelfde verdraaide handschrift ge schreven brief in geheimschrift. Bij een nauwkeu rige bestudeering ontdekte de dedective, dat de sleu tel heel eenvoudig was, eii weldra had hij den in houd ontcijferd. Tot zijn groote verbazing bevatte de aan het cen traal bureau gerichte brief een rapport i over de oproeping van den landstorm in Zweden en over et telijke andere ten gevolge van den wereldoorlog be raamde militaire veiligheidsmaatregelen. „Neen, dat wordt nu toch te kras!" prevelde hij, terwijl hij alles in zijn zak stak. Dan liet hij de kostjuffrouw den vuilen manchetknoop zien, dien hij in de kamer van den majoor gevonden had, en vroeg of de luitenant gewoon was zulke knoopen te dra gen. „Ja, die draagt hij dikwijls", antwoordde zij. „Droeg hij zo gisterenavond ook?" ;,Ik zal eens kijken", zeide de kostjuffrouw en ging, gevolgd door Carring, naar Torhardt'» slaap kamer. „Ja, ik zie, dat hij ze gisteren ook aan had", zeide zij, nadat zij den grooten knoopen voorraad op de toilettafel nagekeken had. „Zij zijn er niet bij". Carring vroeg haar nu hem de burgerlaarzen van den luitenant te laten zien. Hij behoefde slechts een paar rijglaarzen na te kijken, om te constateeren, dat de afdrukken in de villa Björkhem van luitenant Torhardt afkomstig waren. Daarmede was dus be wezen, dat de luitenant zich den vorigen avond ach ter de safe van den majoor verborgen en ten slotte als een misdadiger de vlucht genomen had. Wat kon daarachter steken? Hoe was zoo'n vreemd optreden van een officier te verklaren? Dan kwam Roland terug uit Militarekepingen, waar men hem gezegd had, dat die hoed een maand geleden door luitenant Torhardt gekocht was. Daar mede had Carring dus het laatste bewijs tegen hem in de hand. „U ziet er zoo peinzend uit, meester", zeide Ro- c&ti ?^ieUWÓ^er^' "*8 er Weer een nieuwe C0W>U- iwfwg». D» kwade g&mrtm brnm&m Jrt* vnriwwk tegen. In d«n Haag waren het de Duitecheara, die door hun «belgerinkel alles bedierven, hier in Wsshingtoa zijn het de'Franschen. Dat de conferentie te Washington feitelijk mislukt is als Vredes- en ontwapeningsconferentie kan men ook hieruit zien ,dat Lloyd George er niet meer fieéngaat. Er is toch geen betanmüjk, resultaat meer te bereiken. Dat heeft LIqya George allang begrepen en éérst recht, nu Briand met hem geconfereerd heeft. Toch is er natuurlijk wel eerug gunstig resultaat te boeken, De toenadering, vooral tusschen Amerika en Japan, omtrent de Stine Oceaan, is verheugend. Het kan ook yoor Nederland van groot belang z(jn, indien de 4 groote mogendheden, Engeland, Amerika, Japan en Franïkrijk het over vrede en een status quo in het Verre Oosten eens zjjn. Maar daarmede is die grootste moeilijkheid, de toe komst van China, nog geen stap verder. Japan en Amerika moesten het eens worden, dat lag voor de lianld. Verdere bewapening tegen elkander ging boven hun krachten. Li zoo n geval zijn er maar twee wegen: of porlog of aaptractaat. Met China ziet het er bedroevend uit. Er heersciit chaos en knevelarij. Vroeger, toen geheel 'China door de M a ntdch oedynestje geregeerd werd; was er m China ook knevelarij en waren er ook allerzonderlingste toe standen. Ook toen was Zuid-China het enfant terrible, dat, zooals bijvoorbeeld bij den oorlog tegen Japan, zich ven de zaken niets aantrok en Noona-Onma liet afram melen zonder een han|d uit te steken en zondér te be seffen. dat (door het verliezen van den oorlog, geheel het Chineescho Keizerrijk, dus ook Zuid-China,. Jijden zou. Thans is het echter pog erger, nu is de verdeeldheid nog grooteer en rijn er behalve het vrijwel onafhankelijke ZukHCftina, ook provincies in Midden-Chinn, die riet alleen zich van de andere provincies niet» aantrekken, maar door knevelarijen en kwanselarijen de zaak hope loos in de war sturen. In naam is het wettig gezag van China in Peking gevestigd, maar de macht van dat gezag is nihil. Daar moet een einde aan komen. Hetzij, dat China werkelijk in een Noord- en Zuid-Ghina verdeeld wordt, met een administratie!n Peking en een andere in Canton, of dat aan |de chaos een einde worde gemaakt en hetPeking-gezag zich overal dpet gelden en eerbiedigen. Het Chineesche Rijk is. eigenlijk ©en bond van staten (provincies) en volken. De Chinees uit Canton lijkt heelemaal niet op den Chinees uit Shanghai en geen van beiden weer op een Mandchoe. Het zijn geheel andere typen, met ge heel verschillende talen. De Mandchoe dynastie hield die volken en staten onder den duim zoo goed en zoo kwaad als net gmg maar sedert het Keizerrijk plaats heeft gemaakt-voor een Republiek, is er feitelijk van epn China, dat één ad ministratief geheel vormt, geen sprake. Toch doel men goed» met Peking nog als regeeringazetel aan te zien, want dat is natuurlijk nog Jhet geval, al ia de effectieve macht van Peking op verder gelegen provincies ai een bedroevend klein beetje. De oude administratie is nog in Peking gevestigd, ide administratie der inter nationale douanendienst, zoowel afs de legatie» zijn nog in Peking gezeteld. Er is, zoolang het gezag over het Chineesche Rijk niet definitief uit Peking verdwenen en ergens anders wettig en'met macht om zich te doen eerbiedigen, gevestigd is, geen reden het gezag van Peking als uitvoerend wettig' licnaam, met meer to erkennen. Maar het wordt lijd, dat chaos ophoudt en dat in derdaad van dat wettig uitvoerénd gezag overal in China weer zal blijken, orde hersteld wordt, knevelarijen en rooftochten beteugeld worden, en die rechtszekerheid althans zoodanig gevestigd- zal wezen, dat Europeanen met vertrouwen transacties zullen kunnen aangaan met eene Regoering, die in staat zal wezen hare verplich tingen ma te komen. Thans kan men de onmachtige Regeering in Peking dat vertrouwen niet schenken. Er zaï tegenover China echter pïet langer een df- Slomatiek goochelspel gevoerd moeten worden,. Zoolang e Chineezen de Europeesche djp.tomatie en vooral de Japanners wantrouwen, zal er van een conferentie, die met succes bekroond kan worden, geen sprake zijn. Eerst moeten de Europeesche machten en Japan hot eens rijn, dat zij China $an de Chineezen willen laten, dan moeten rij aan d© Cnineezen hunne voorwaar den bekend maken, waarop zij éérlijk willen helpen 6n waarlijk zich uit China zullen terugbekken. Maar diplomaten, en 'vooraf Ja panache diplomaten en eerlijk zijn tegenover China, dat is eerder 0<-zegd dan gedaan. Vandaar dan oök het gescharrel in Washington en de verontwaardiging .der Chineezen, die zich zelfs in straatdemonstratie» door Chineesche studenten in Was hington géuit heeft. Ik heb in mijn vorige stukken over het belang, dat wij Nederlanders, bij de oplossing van Chineesche quaes- tie hebben, gesproken. Ik betreur dan ook, idat Washington zoo teleurstellend Is. Wanneer men daarbij het sombere zwijgen van önzfl ook voor Oost-Indiesch Nederland niet veel bereikt is. Nu de Franschen in Washington" zoo veel te zeggen hebben denkt men dan ook met vrees aan onzen gedetegeeilde, Jhr. Mr. Bielaerts van Blokland, die we gens pro-Duitsche neigingen Peking als Noderlanldsch Gezant moest verlaten. Zijn vriend. Mr. Everwijn, onze gezant in Washington, is nooit ie lndie geweest en „Neen, dat nu bepaald niet. Ik tin-* xtj slechts de bevestiging voor de conclusies," die ik vannacht rl getrokken heb". De detective belde nu de kazerne op en vroeg lui tenant Torhardt te mogen spreken; hij kreeg echter ten antwoord, dat deze er nog niet was; waarschijn lijk was hij ziek. „Waar kan hij toch zitten?" vroeg Roland. „Mis schien is hij een even groote don Juan als de mar joor". „Ja, hoe denk je daarover? Je weet wat er gebeurd is. De luitenant komt gisteravond gedurende de af wezigheid van den majoor heimelijk in de villa Björkhem. Hij praat met mejuffrouw von Heden over het hem aangedane onrecht, over het prikkelende optreden van den majoor en noemt het woord wraak, 's Morgens had hij gezien, dat de majoor aan zekere geheime documenten werkte. Toen hij 's avonds door diens.onverwachte thuiskomst verrast werd, liep hij de villa in, om zich te verstoppen, en juist op het oogenblik dat de geheime documenten gestolen moes ten worden of juist gestolen waren. De dief laat hem binnen, hij verbergt zich achter de safe en blijft daar tot hij, waarschijnlijk uit vrees dat ik de kamer nader zou gaan inspecteeren, vlak voor onzen neus de vlucht neemt. En bij het vluchten heeft hij een zwart masker voor zijn gezicht precies zooals de „Mollen" die dragen. Hij had zich dus sedert de thuiskomst van den majoor in diens kamer verbor gen gehouden. Intusschen was hij er getuige van ge weest hoe de inbraak ontdekt en het gestolene weer teruggelegd werd en de dief ontvluchtte. Dit alles moeten we als volkomen bewezen feiten beschouwen. Dan vind ik later in den nacht in den haard van den huisknecht de rest van een grootendeels verbranden hoed, die nu van den luitenant blijkt te zijn en dien hij gisteravond droeg, toen hij in de villa kwam. Ten slotte valt nog op te merken, dat hij de Russi sche taal heel goed beheerscht. En ik heb reden om aan te nemen, dat het door het dienstmeisje gehoor de gesprek in het Russisch gehouden is." „Zou ook de luitenant 's avonds bij den huis knecht geweest zijn?" „Neen, zekör niet! Toen zat hij nog achter de safe!" „Dat is een vreemde historie". „Ja, en zij wordt nog vreemder, nu we hooren, dat de luitenant spoorloos verdwenen is en dat hij aan een spionnenbureau in Kopenhagen een bericht over enkele militaire maatregelen van ons land stuurt". „Misschien is de luitenant ook..." Hier zweeg Roland en krabbelde zich peinzend achter zijn oor. heeft ma fftt. Mores*», dü» Ledfewh «apert was, doch uit "Washington vertrokken moeten vervangen. Onze hoogst bekwame eerste gedelegeéndé, Jhr. Mr. van Kar- nebeek, is, zoover mij .bekend, nimmer in Indiè en het verre Oosten geweest.' Toch is te hopen, dat het sombere zwegen lafeer plaats mag maken voor optimistische medierieeüngen in ons Neaerlanldsch Parlement. Het is voor ons zoo noodig, dat er geen gevaar-aai wezen, dat andere machten het oog op Oost-Indiesch Nederland kunnen slaan. WSj kunnen pns geen kostbare vloot veroortooven, groot genoeg om waarlik oca groot» bezit met k«ai op succes ,te verdedigen. Een lener zullen wij .In Indi# steeds moeten hebben, dal geef öc toe. Ik .vraag mij wei eens af. of het mat mogelijk zou wezen, steeds een contingent van die Injdiescifie troepen m Nederland te hebbén en na een bepaalden tijjd weer uit te zenden tegen andere troepèn, die uit Irtdiö naar Holland komen. Men heeft aan in Nejderland altijd een contingent werkelijke soldaten, waarbij alle vechtlustige Nederlan ders als officier, ooder-officier of soldaat een onderdak kunnen vinden, terwijl wij on*. verdere leger yan kost bare en ontevreden jongelieden tot verlichting yan de lasten der belastingbetalers kunnen afschaften. Happy New jeex. Elk jaar op de eerste raadsvergadering in Den Haag neemt de burgemeester het woord voor een nieuwjaarswensch. En elk jaar komt die vrensch in extenso in onze kranten. Dit Jaar kwam bij bijzon der vroeg, want 2 Januari wae de eerste raadsver gadering. We waren dus toen nog in de gelukwensch i stemming en tegelijk publiceerden de kranten het een en ander over wat de hartelijke en ouwbollige i Thomasvaer en Pieternel hadden beweerd. Beide wenschen hebben een even opgewekte toon, maar de laatste is veelzijdiger. Onze burgemeester is natuurlijk deftiger, alhoe- j wel me bet gebruik wat verouderd voorkomt en beneden de waardigheid van onzen burgervader. Een ernstig woord sprak de burgemeester vooral over Scb-iveningen, het zwakke punt van onze ge meente, n.1. met de visscherij en de hotel-exploita tie. Het eerste bedrijf vooral baart zorgen, want daar mede is een arm deel der bevolking gemoeid. De slagen en verliezen aan dooden in den oorlog zijn nu I oorbij en in dien tijd heeft Scheveningen heel erg I geleden. Nu komen nog de eeuwige bezwaren van de visschershaven, die verzandt en niet meer aan de eischen, die gesteld mogen worden, voldoet. Groote plannen bestaan er ter verbetering, plannen die vele i duizenden kosten, en intusschen verarmt een groot deel, en een zeer speciaal en typisch gedeelte, een j afzonderlijk dorp eigenlijk in een gemeente, die er zoo florissant en welgedaan uitziet, en den naam mag dragen van luxe stad. Wat het andere bedrijf betreft, dit ook levert vele verliezen, maar het wil me daarbij voorkomen, dat we boven onze kracht willen werken, dat we met oiize trots en onze zorg voor de badplaats wat snob zijn. We willen deze badplaats als een sieraad van onze stad zien, als een wereldberoemdheid en pro- beeren er allerlei buitenlandsche fraaiigheid, en wer ken er steeds duurder en streven steeds naar grooter elegance, en de prijzen worden er steeds hooger, de I inrichtingen steeds parvenuïger. Toch ontbreekt de ruime kijk er, en de smaak en ware voornaamheid* die er zou moeten zijn, om voor j Scheveningen een buitenlandsche reputatie af te dingen. Want hoe vreemd toch doen deze klachten |aan als we ons nu even de bekrompen debatten I herinneren over het afgeschoten stuk badstrand, waar de bezoekers voor een tamelijk hooge prijs het recht haddon zich in badcostuum te bewegen. Hoe Innig burgerlijk waren de zedelijkheidsbezwaren tegen dit toch al wat bekrompen en philisterachtig geëxploiteerde strandbedrijf. De gemeente heeft zelf onze badplaats zooveel sla gen toegebracht, met het speelverbod, en de strenge doorvoering, daar waar het werkelijk besloten club jes van veel geldverteorende buitenlanders betrof. De wedrennen op Duindigt zijn vroeger aantrek kelijkheden^ geweest, toen er gewed werd en toen er buitenlandsche paarden liepen. Hoewel ze weer zijn iDgesteld, nadat ze Jaren als onmogelijk .werden be schouwd, omdat de gelegenheid tot wedden ontbrak, een element om Scheveningen tot bloei te brengen zijn ze niet meer. Bij lange na niet. Zoo kunnen we de lijdensgeschiedenis van Sche veningen nagaan en komen daarbij tot de conclu sie, dat ieder jaar een achteruitgang bespeurd kon worden, dat er telkens een attractie verloren ging. De vuurwerken zijn afgeschaft, deze waren vroeger werkelijk heel mooi en mooier dan men in het bui tenland aantrof. Steeds was de klacht, dat het weer tegenwerkte, en dit jaar was het weer ongemeen mooi. Maar toch bleef het badplaatspubliek weg. Door de valuta zegt men. Natuurlijk hebben die een belangrijke rol ge speeld. Maar als men op rijkaards niet meer hopen mag, kon het «r toch wel een» geprobeerd wupdwn voor de eenvoudige bezoekers, en daaraan heeft het heel erg ontbroken. De luxe is er de laatste jaren ten top gevoerd. Het heeft er nu den schijn van, dat Scheveningen afdoende bewezen heeft niet geschikt te zijn voor wereldbadplaats, die men er onvermooid van tracht te maken met geweldige financieel© of fers. Een verdere klacht in den officieelen nieuwjaars wensch gold de bouwerij, en de woningnood.. Het aantal inwoners nam zeer weinig toe, en wel omdat dv.inen, die rich gaarne hier hadden willen ves tigen, geen buis konden bemachtigen. Want Den Haag is toch nog steeds het oord waar de gepen sioneerden en renteniers hun laatste dagen slij ten. Het is een mooie rustige stad, met prettige om geving en veel vertier. Ook de belastingdruk is natuurlijk nadeelig. De omliggende gemeenten azen op de rijke Hagenaars als bewoners, en geven zich moeite villaparken aan te leggen en voor de bewoners wat comfort te schep pen. Met een hoog inkomen spaart men er tamelijk gemakkelijk de onkosten van een auto uit, door de belastingen die aanmerkelijk lager zijn. Men heeft reeds in den loop van het jaar: vrees gekoesterd op dit punt en meermalen werd er op ge wezen. De burgemeester noemde daarom in zijm nieuw jaarsrede ook dit punt op. Maar gelukkig scheen men toch iets te bezorgd geweest te zijn, was de uitkomst van het kapitaal dat de stad verlaten had en dat zich hier gevestigd had niet geheel onbevre digd. We moeten echter niet al te blijmoedig zijn met deze statistiek, want als de tram verbindingen met de omliggende dorpen verbeterd worden en vooral met Wassenaar, wanneer dit dorp, dat reeds vele buitenhuizen telt en ruimte voor kleine villa's in overvloed heeft, zijn tram krijgt, kan de uittocht pas verwacht worden. Verheugend was in menig opzicht de financieel© toestand der gemeente. En dit is een mooi verschijn sel, nu we het in andere groote gemeenten zoo an ders zien. Het is een verschijnsel van bloei, en al is hier nog wel iets op te merken geweest, dat min der bevredigend mag heeten, al is de Schevening- sche kwestie zelfs heel ernstig, over het algemeen, mocht het jaar, gezien de algemeene malaise over de heele wereld, gunstig genoemd worden. We zul- I len hopen, dat de burgervader der mooie residentie j het volgend jaar met nog meer tevredenheid op 1922 terug zal zien dan hij nu op 1921 deed, I W. P. alkmaar De Raad' vergaderd© Dioooderdiagmididlag, hoofdza kelijk ter behanideliimg van, een bo-uwplani vain die Wo- indngboiuwiviereenligijng „Rockdiaile" die voor dien bouw van 140 werkman swoningien op een terrein iln den pollder O verdien en Aohtermeer verzoobt uit de ge meentekas te mogen ontvangen) een grond voorschot van f220300 en een bouwvoorscbot van f612000. Dit verzoek was een vervolg op een reeds vroeger inge willigd! bouwpflian met toeODemning van bouwvooH schotten, doch weQk plan. die Minister in September jl. meende niet goed te kammen keuren en zich des- tijdis bereidl verklaarde aÜLeen) Rijkssteun ia uitzicht •te kunnen stellen ais «de bouw zal geschieden tegen sterk verlaagde prijzen. INadat aanvankelijk een ver eenvoudigd! plan was ingezonden Ho «dit later tegen het thans aamihangÖge omgetrokken. De iheer W&srterbof had gaaofne gecien dat düt plan nog was behandeld fin do Raad^veogadering van 22 December jl., in verband met een toen reeds aange kondigde, op 28 Dec. verschenten1 circulaire van dan Minister, waarbij de huiien voortaan ziililen. moeten bedragen 70 pet. der exploiitatüekosten, implaats van 50 pet., als voor dien tijd. lm verband hiermede ver weet "hiji den wethouder van P. W. en de ambtena ren bij dilen tak van dienst, dat ziij niet met de noo- dige voortvarendheid hebben gewerkt, een' verwijt dat die wethouder met kracht van argumenten be streed. O.m. wees hij! ©r op, dat al ware de behande ling op 22 Dec. geschied, hetgeen1 practisch onmoge lijk was, omdat het verzoek eerst 19 Dec. inkwam, toch vermoedelijk 'het gevolg zou zijn geweest, dat de 70 pet op deze woningen evenzeer van toepassing zou zijn. Immers «in de Min, circulaire staat, dat zij niet toepasselijk zal zijn op woningen, welke op den dag der verschijning reeds zijn gebouwd) of in aan bouw waren. Intuschen zall hdj, door het aanvragen van eene conferentie in «dien' Haag gaarne medewer ken «om te verkrijgen1, dat op deze woningen ten aan zien. van «de huur de grens van 50 pet aUsnogi worde aangehouden. De voorschotten werden idaarop door den Raad bewilligd. Op een vraag vam den heer Westemhof, waarom van den benoemden gem.-omtvanger nog geen be richt van aanneming der! benoeming was ingekomen antwoordde de voorzitter, dat dit wacht op de be schikking van Ged'. Starten inzake de herziening der jaarwedde van dezen titularis. De Raad benoemde tot üid der Commissie van toe zicht op het lager onderwijs den heer A. G. Boa al hier. „Een, der „MoMenT, bedoel je?" „Ja. Maar het is toch' «ondenkbaar, dat 'n iZweed«<*h officier „Vam die meeniing was ik ook, toen «ik deze zaak ter hand« nam. Maar men mag geen vooropgezette meentng hebben. Wanneer ik licht in dit gevat wit brengen, dam moet ik, hoeeeer me dat ook tegen de borst stuit, ervan uitgaan, dat alles mogelijk is. Zooasl je gemerkt hebt, heb ik den majoor absoluut miet als officier beschouwd', toen ik zijn positie ten opzichte «van deni moord op den huisknecht over- wo«og. En datzelfde moet ik mu doen -ten «opzichte van den «luitenant dm zake «dien dief «stal der geheime do cumenten," ,>1U hebt matuuri'ijk' gelijk", antwoordde Roland. „Deze luitenant is misschien een groote schurk." „Het ziet er in ieder geval leelijk voor hem uit. Er zijn veel aanwijzingen tegen hem. Ja, zelfs te veel". „In hoeverre?" „Hij was daarvoor al verdacht genoeg", zeide Cai*- ring. „Dat bericht naar Kopenhagen was totaal over bodig. En het was bovendien een groote domheid het aan zijn kostjuffrouw te sturen. Waarom heeft hij het zelf niet direct gepost?" „Hij was misschien verhinderd." „Wat moet hem verhinderd hebben? Wanneer hij met een besteller een brief naar zijn huis kan stu ren, dan kan hij dien ook wel direct naar de post sturen. En als hij een heelen nacht uitgebleven was, een brief aan zijn kostjuffrouw stuurt, dan moet die brief toch zeker in de allereerste plaats een verkla^ ring voor zijn afwezigheid bevatten". „Ja, je zoudt zeggen, dat dat voor de hand lag". „Dat ligt niet alleen voor de hand, maar dat staat onvoorwaardelijk vast." „Gelooft u dus, dat de luitenant dezen brief niet zelf geschreven heeft?" „In geen geval. Zijn kostjuffrouw beweert wel zijn handschrift voor beslist te herkennen, maar dat kan heel handig nagemaakt zijn. De brief en het bericht zijn niets anders dan een onhandige poging om den luitenant nog verdachter te maken. Men heeft na tuurlijk begrepen, dat ik vandaag hierheen zou gaan, mij gevolgd en dezen brief op zoo'n wijze hier laten brengen, dat ik hem in handen moest krij- gen". „Dus dan zouden de „Mollen" het gedaan heb ben?" „De chef der bende, die zich „Koning der Mollen" noemt, heeft ongetwijfeld den ondergang van lui tenant Torhardt gerworeu. De gTil var- het noodlot heeft hen tot medeminnaars vam »®n m dezelfde jonge dame gemaakt". „Nu begrijp ik het De „Mollen" hebben luitenant Torhardt vannacht heel eenvoudig gevangen geno men. en houden hem nu vast. Dat la de verklaring van zijn verdwijning". Carring haalde zijn schouders op. „Nu laat je je wel wat al te ver meesleepen door je fantasie", zeide hij. „Als de luitenant thans de gevangene der „Mollen" was, dan zouden er onge twijfeld In dezen brief een paar woorden ter ver klaring van zijn afwezigheid staan. Neen, de „Mol len" weten zelf niet, dat de luitenant verdwenen is. De brief werd gestuurd op het oogenblik, dat zij hem in de kazerne waanden". „Maar dan is het verdwijnen van. den luitenant een raadsel". „Ja, een der vele en een, dat het moeilijkst op te lossen is. Want voor zoover ik zien kan, is dit ver dwijnen door niets te verklaren wanneer hij ten minste niet op het punt is zich naar het buitenland te begeven, misschien naar Amerika. Maar dat is ondenkbaar". „Waarom? In Trondhjem moet je voor heel weinig geld een zoogenaamd „landverhuizerspak" kunnen krijgen, in de zakken waarvan zich alle valsche ge tuigschriften en papieren bevinden, die noodig zijn om in een oogwenk een ander mensch te worden". „Ik weet het. En het is inderdaad onbegrijpelijk, dat onze autoriteiten nog niet krachtig opgetreden zijn, om aan deze schandelijke praktijken paal en perk te stellon. Juist in zulke kritieke tijden als thans bloeit die zaak meer dan ooit. Maar dat lui tenant Torhardt probeert te vluchten, is, zooals ik gezegd heb, ondenkbaar. Hij zou gepakt worden, zoo dra hij aan lamd wilde gaan, daar sta tk je borg voor, en dat weet hij zelf ook heel goed. Neen, zijn verdwijning is het gevolg van iets anders. En het moet iets zeer gewichtigs zijn, dat hij daarom zijn dienst verzuimt. Door de „Mollen" wordt hij niet gevangen gehouden, maar hij moet in een toestand gekomen zijn, die hem belet naar zijn kostjuffrouw of naar zijn regiment te gaan. Anders had hij die ze ker op de hoogte gebracht. Waar is hij gebleven en wat is er de reden van de/.o geheimzinnige verdwij ning?" Vergeefs dacht Roland over dit raadsel na. „Deze vraag is even moeilijk te besmtwoorden", zeide hij ten slotte, „als die, waarom hij gisteravond niet vroeger gebruik maakte van de gelegenheid om uit de kamer van den majocr te ontsnappen dp,n hij gedaan heeft. Hij haft zich toch gelijk met d°r> dief uit de voeten kunnen maken". „Op deze vjamg 1» sieebte éér ,=aiwof®4 t» reven",

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 5