ROMMELKRUID L<ÖS en VAST. HET GEVAAR DEB MODERNE DANSEN. Do modem© dansen en voornaimelljik d© Jazz -hebben thans in Amerika den strijd om het bestaan te "voeren, want Brij worden door tal van personen als onzedelijk en de bron van veel ellende (beschouwd. De geestelijkheid: acht zich geroepen van den kanseJ te veoikoGid igen dat de Jazz en rijm soort pc noo ten reedis tot (moreel© nnitspattingjen, dranklucht, zeltfs zelfmoord' heb ben geleü Da Sticknoy Gromt te «New Y>?h ging zoo ver te verklaren dat de oorlog, de industrieel© onrust en het ingrijpen der regee- ining in de persoonlijke vrijheid aanduidingen rijm van den! „jazz-geest", waarin wij thans leven. Hij stelde de jazz dam ook verantwoord©- Mjk voor den ondergang van tafli van jonge an Gasjes, van Wie er gedurende 1800 bijkans 05000 uit (het land' verdwenen zijn. EEN „GEHEIMZINNIGE" KIST. In een antiquiteitenwimkel eigens in West Londen stond een oude kist te koop. De han delaar had' die met een aantal ondiere oudhe den, die ar in lagen dn zijn winkefl staan. Er Jög o.a. in een geraamte. Een dame, die den winke& bezocht om iets te koopen, dichtte (het deksel op, zag het geraamte en kreeg toen een flauwte. De winkelier nam toen de beenderen er uit, deed ze in een doos en zette die voor- loopig op een binnenplaats. Daar heeft een hond aan de beenderen geknabbeld, maar stierf kor: daarna, volgens den veearts aan vergifti ging: de winkelier heeft toen de beenderen weer in de kist gedaan en die met den inhoud aan een collega ergens anders in Londen ver kocht. Toen echter de politie van het gebeurde m den hond vernam, maan zij de kist, die uit Wales afkomstig was, in beslag. Het onder soek wordt nog voortgezet, doch vermoedelijk fis het geraamte er destijds in gedaan door een d li ter, die het voor anatomische doeleinden neudig had. «BEGRAFENIS" VAN EEN OORLOGSSCHIP. Aan de „Daily Chron." wordt uit New-York geseind, dat als een symbool van 'het verminde ren der oorlogsvloot en de idee van de conferen tie te Washington om een einde te maken aan oorlogen, het plan bestaat dat een Ameri- kaamsch oorlogsschip door de geheele Atlanti sche vloot naar zee zaï worden geleept, om daar met militaire eer tot zinken te worden ge bracht. «Het schip zal voor die plechtigheid! geheel wordeni geschilderd en al- het metaalwerk wor den opgepoetst Hot «chip zal onder eigen «toom naar zee stoomenj en op de plaats waar het zal zinken, zullen allo vlaggen worden ge- heachen. De muziekcorpsen op alle schepen zullen dan -het volkslied spelen; de bemanning zal daarop -het «aJmoit brengen en 21 saluut- Bchoten zullen worden gelost. Vermoedelijk zal de JKenitucky", een schip dat jaren lang dienst deed, op die wijze worden begraven, maar de mogelijkheid bestaat ook, dat het zal zijn de „Oregom", welk. schip indertijd deel nam aan bet vernietigen van Spaansche eskader in den «lag bij Santiago. EB 3ERLUKE DIERENMISHANDELING. De, /Paris Sport" bevat een bericht over een ddetnei mishandeling, in een der grootste cir- eusse «te Parijs, welke alle perken te buiten boom tuimelde. Ik raapte de -pet op, die op een dikken) boomwortel was gevallen. De fiocoge duifjes keken mij angstig aan /met hun bloedbeJoopen oogjes. Ik (begreep, dat ze wel «poedig zouden sterven. Ik riep tegen den jon gen, dat hij uit den boom moest komen, en •wees hem óp de beide duifjes, die op den- grond lagen. De longen) keek. angstig maar mij en dan weer naar ie duifjes en begon toen te snikken. „Och", zei .hij,, „he; spijt me zoo, ik zal' het nsart meer doen. (Het komt door mijn buurjongen Klaas; dde zed me, dat rtk het nest niet durfde uithalen. En toen ben ik gegaan. Maar nu zal nooit meer eenf vogeltje kwaad doen." Ik osei: „Juist HHjn jongen. Doe dat, je zult er nooit spijt van hebben.. Ga na maar gauw naar huis en dénk om je belofte*'. Toen de jongen weg} was, zocht ik de moeder. Maar die was weggevlogen van de plek, die haar zoo droef was. Toen ik daar stond -te (kijken, «zag ik weer •en duif aamkomeni Eerst dacht ik, dat het vrouwtje was teruggekeerd. Het was echter het maimetje; met zijn snavel vol voedsel' kwam gaat Een der hoofdnummers vormen) een paar z.g.n. cowboys, die zeer behendig zijn met de lasso. De aanvang van het nummer is dan ook werkelijk heel aardig, doch het eindigt allertreurigst De ..cowboys" komen n.1. op een gegeven oogenibiLik met een paard de arena binnen-, dat volkomen ongetemd heet te zijn en nog nooit een zadel' gedragen heeft. De cowboy's nu zul len het trachten te zadelen en «op te toornen en er begint eoD. mishandeSing zoo vreeselijk zoo menBchontoerènd, dat het waarlijk onbe grijpelijk is, waarom de autoriteiten niet op treden. Het arme dier moot -natuurlijk: „wild" lij ken, en de beulen hebben het volgende daarop gevonden. Op de tong van het paard iis het een of onder martelwerktuig be.vestigd, ter wijl wanneer de een© cowboy met h-cit zadel nadert, de andere aan een touwtje trekt, dat aan het follteriiDstrument is vastgemaakt. Het arme dier, dat gek van pijn wordt, steigert en bokt, zoo-als het publiek dat wil, enhet hinnikt, het «toot smartkreten uit, het zucht, rterwiijüi het Moed) uit zijn mond -op de handen der beulen druipt. En d-an zijn er nog toescho- wers die applaudiseeren. RUIL-KINDEHEN. Het komt vrij veel voor, dat in een gezin een kind is, dat aanleiding geeft tot klachten. De oorzaken daanlvan kunnen zoo velerlei zijn, dat die, door hun aantafl' hier onbesproken moeten blijven. Nu leert de ervaring, wat trouwens de vo-lksspreekwoorden.: „vreemde oogen dwin gen" en „vreemde oogen maken mensch" ook zeggen dat vele van die kinderen zich in een andere omgeving goed, vaak zelfs voorbeel dig gedragen. Een der voor de hand) liggende oorzaken is deze: in de nieuwe omgeving ziet het kindi niet de broers en zusters met wie het thuis in conflict kwam -of bij wie het zich ach teraf gesteld gevoelde, doordat het zoovaak be rispt of bestraft werd; het hoort niet telkens weer dezelfde vermaningen waarvoor het trouwen® al afgestompt was van de moeder, enz. Kortom, het gaart naar een ander opvoed kundig klimaat. En welk een zegenbrengend© verandering wisseling van klimaat som® kan te weeg brengen, is bekend. Die in vele gevallen zoo wenschelijke opvoed kundige (klimaatverandering is evenwel veelal moeilijk te vinden. Het schikt zeker -niet alle ouders, om voor een moedlijk op te voeden «kind •f 1QO0 f 1500 per jaar te betalen. -En zelfs als dat bezwaar niet aanwezig is, vindt men niet altijd gemakkelijk een goed', betrouwbaar te huis. In deze moeilijkheden zou te voorzien zijn door «en ©oort van ruilsysteem, dat i/n het kort hierop zou neerkomen: ouders te Haarlem heb ben -een lastig «kind. Andere ouders te Ensche de of ia. Delft eveneens. Ze ruilen voor b.v. een jaar de twee kinderen. Hiertegen zijn tal van bedenkingen uit te denken, -maar nog veel meer voordeden. Noo- dig is voor een doelmatige werking van zoo'n het blijde aangevlogen. Maar ach, wat schrok het dier, -toen het zijn mest verlaten zag en rijn twee jongen dood) op den grond. Hij liet het voedsel vallen en begon (klagend te zoeken «naar zijn vrouwtje. Hij vloog van tak op tak, van boom tot boom, maar tevergeefs. Eindelijk was hij moegevlogen; hij ging op een tak zitten. -De zon daalde; het werd duister in het 'bosch, all© vogels gingen slapen; -ook de moede dluirt De morgenzon verlichtte weer de aarde; in het bosch- was alles weer vol leven. De vogels haddkn -het druk. De jongen schreeuwden hi-id om voedseft «Eén duif bleef schuw op een tak zitten en vloog eindelijk weg, -om niet meer te rug te komen De zomer spoedde zich ten einde. Weldra zou de herfstwind weer Toeden. Op een dbg kwam ik toevallig voorbij de plek, waar de jong© duifjes gewoond had dien, Onwillekeurig keek ik maar boven en zag tot mijn verbaring een duif bij het verlaten nest zitten. Heitmfwe© hadi het arme dier weer hierheen gedrevenl StEL zat het te wachten.... Het was op eern herfstdag. De wind gierde ruilstelsel': a. dart de beide ouderparen wat godsdienst, maatschappelijk milieu enz. betreft, miet te veel verschillen. b. dat de wederzijdsche woonplaatsen niet te ver oiiteenMggen (voor bezoeken). c. dat ze elkander volkomen vertrouwen en eerlijk hun best doen, het ruilkind aan het nor male leven te doen aanpassen. Hiermee is de quaestie geenszins uitgeput. Integendeel. Het opwerpen van dit denkbeeld wil slechts een po ging zijn tot het maken van een begin. We weten nu al, dat met hert denkbeeld hier en daar instemming bestaat Geheel nieuw is het niet In ons land kent men al een soort precedent in het ruilen van woningen in de izomervacanitaes door leeraren, onderwijzers, enz. omderting en in iSkamdainavi- sche landen ruilen, naar we meenen te weten stad- en plattelandbewoners in de vacanitdes wel normale kinderen om. Indien een der ouders, die een lastig kind heeft, lotgenootem tot een bijeenkomst uitznoo- digt, verwachten we, dart er, zooal) met aan stonds, dan todh zeker -met ©enigen goeden wil na konten tijd iets goeds uit dib denkbeeld voort kan spruiten. Wart zeker een zegen voor menig kind en voor menig gezin zal zijn. Het denkbeeld is van «minstens evenveel be lang voor den arbeider, als vooi andere maat schappelijke klassen. DURE LEVENS. Het leven van dten heer WSKl H. riaya, die ont slag heeft genomen als directeur-generaal der Ameriikaansche posterijen om aan het hoofd te komen van eern combinatie van bioscoopmaat schappijen, is door genoemde organisatie ver zekerd voor 500.000 pond, schrijft de „Daily Chronicle". Als president van de National Asso- ciatiom of the Motiom Picture industiry, zal de heer Hays een salaris ontvangen van 30.000 pond per jaar. Hij heeft rich voor drie jaar ver bonden. In dezen bedrijfstak komt bet aMuiten- van hooge levensverzekeringen zeer veelvuldig voor Zoo is b.v. Adolp Zukor door de bekende Pl-ayers-Lasky Corporation, waarvan hij direc teur is, voor 1 millioen pond verzekerd. Charlie Chaplin, Douglas Fairbanka, zijn vrouw Mary Piokford en andere fümsterren zijn elk verzekerd voor 200.000 pond. Nou 131313. Een pofllitie-ageiiib te Straatsburg, die, den hoofdprijs uit de loterij tem (bedrage van één mlüllioenf francs heeft gewonnen, had, volgens den corr&spandent van de „D&ky Chronicle" lot No. 131313 in deze loterij. HEKSEN. In de 17de en de 18de eeuw was het ge loof aan tooverij en hekserij nog algemeen. Natuurrampen en ziekten onder de menschen en het vee werden toegeschreven aan heksen. Hieronder verstond men vrouwen, die een ver bond met den satan gesloten hadden, waar door zij met bovennatuurlijke macht „geze gend" waren. En die macht gebruikten rij dan om op duivelachtige wijze de menschen kwaad te doen. Vooral op kinderen hadden de hek sen het gemunt, waarom men hen reeds van hun prille jeugd af waarschuwde tegen het door den schoonsteen. Ik besloot maar het bosch te gaan en kwam weer op de plek waar de duifje-s hadden gewoond). Aan de voet van den boom lag hert uitgeteerd© dood© -lichaam -van de wachtend© duif. Zoo verstoord© eern onnadenkende jongen met ruwe hand/ veel mooi geluk. MarletJo en haar klp)e. ,/Marietjelief, kom vDug eens hier, Kijk eens in mijn hokjel *k Heb al vftug een ei gelegd, 'k Was pas van mijn stokje. Heb ik miert mijn 'best gedaan, Voor je zieke broertje? Neeim bet maar voorzichtig mee, Breng je gauw mijtn voertje?" Marietje kwam gezwind: rterug, En had- in een wipje In den 1-oop wart graan gestrooid I Voor haar -lieve kipje. werk des duivels. Een zeker teeken van hek serij was het, indien men klitten veeren vond in een kussen, vooral wanneer ze in een krans waren samengeplakt Was het kussen van een zieke, dan stond het buiten twijfel, dat een heks de ziekte veroorzaakt had. Men trachtte dan de heks te vinden, wat aanleiding heeft gegeven tot schandelijke tooneelen. Wee de oude vrouw, die wat zonderling deed, of er erg afschrikwekkend voor kinderen uitzag. Tien tegen een, dat ze voor een heks werd gehouden. Gebeurde het dan, dat in haar buurt een kind riek werd, en men vond een krans van veeren in het hoofdkussen, of dat storm, hagel of onweer de streek hadden geteisterd, dan volgde aldra een beschuldiging van hek serij, en de oude vrouw werd opgepakt. Een proces moest uitmaken of rij werkelijk een heks was. Allerlei vaststaande uitspraken de den daarbij dienst, die de heksenprocessen zoo berucht hebben gemaakt. We zullen een paar voorbeelden aanhalen, op welke krankzinnige manier daarbij soms te werk werd gegaan. De beschuldigde werd op een weegschaal ge plaatst (de heksenwaag) en moest in verband met haar grootte een zeker gewicht hebben. Bleef zij daar onder, dan was het bewijs ge leverd, dat zij werkelijk een verbond met den duivel gesloten had, en werd dan in de Mid deleeuwen levend verbrand. Het spreekwoord: „Gewogen, maar te licht bevonden" heeft daar aan zijn ontstaan te danken. Een andere wijze om uit te maken, of de beschuldigde een heks was, bestond hierin, dat men haar te water gooide. Bleef zij drijven, dan was ze beslist een heks. Zonk zij evenwel, dan was het bewijs geleverd, dat zij niet tot de heksen behoorde. Maar in het laatste geval had ze alle kans te verdrinken. Werd er niemand beschuldigd, en men dacht toch dat er bij een of ander geval hekserij in het spel was, dan ging men als volgt te werk: Men kookte een levenden haan of een kip in den pot, en de eerste de beste vrouw, die onder het geschreeuw van het dier voorbij kwam, was de heks. In een vragenboek je, dat de jeugd gebruik te, kwam onder meer de vraag voor: Wat i» tooverije? En het antwoord was: „Tooverije bestaet in 't maken van een verdraegh ofte verbond met den duijvel, hetzij opentlick of heimelick, om door hulpe desselfs, hetzij men schen ofte vee te betooveren, ofte onttoove- ren, te vloecken ofte zegenen, oock dingen te doen ofte bestaen, die 's menschen verstand, konst, ende kracht te boven gaen ende door de ordinaire ende bekende naturelicke mid delen niet geschieden". Dit fraais moesten de kinderen van buiten le eren. Geen wonder dat zij later ook aan too verij en heksen geloofden. BALKENBRIJ. In het Oosten van Gelderland en Overijsel en in Zuid-Drente is balkenbrij een gelief koosde spijs, die voornamelijk in den slacht tijd, dus in November, gegeten wordt De spijs bestaat uit meel en fijngehakte lever of vleesch, dat gekookt wordt in vleeschnat, soms ook in het afkooksel van leverworst of rolpens. Daarna laat men hert gerecht koud warden, dat dan stijf wordt. Men snijdt het in plakken, die in de koekepan gebakken worden. KLEINE BIJZONDERHEDEN. De Pullman-Compagnie in de Vereenigd*- Staten van Noord-Amerika voorziet de Ame- rikaansche spoortreinen van slaapwagens, ïl totaal met 260.000 bedden. Dit rijdend hotel heeft 800 negers in dienst, die het linnengoed moeten wasschen, ter waar de van 2.000.000 dollars. Voor die wasch is per jaar noodig aan zeep voor een bedrag \an 60.000 dollars. Een olifant wordt 3.5 M. hoog en kan wel 3000 K.G. zwaar worden. Door de lage valuta van Duitschland, Oos tenrijk en Rusland zijn feitelijk een kleine 300 millioen menschen, of een vijfde deel van de gansche menschheid, van den wereldhandel uitgesloten. Tonijnen zijn visschen, die veel gevangen worden aan de kusten der Middellandsche Zee, en 4 M. lang en 600 K.G. zwaar kunnen wor den. Het gedroogde of gezouten vleesch is eetbaar, maar bederft spoedig en is dan ver giftig. Volgens het Duitsche tijdschrift ..Das Echo" waren er in 1914 in geheel Europa 41.903.509 paarden. Even laehen. GOED GEANTWOORD. Jansen en Pieterse hebben zich beiden schul dig gemaakt aan diefstal; de een stal een hor loge en de ander 'n koe! Hun cellen, grenzen aan elkaar en om te plagen roept Jansen door den muur: Hoe laat is 't Pieterse op de horlogie?.... 't Is net tijd om je koe te melken roept Pieterse terug! EEN KANSJE. Hij, klein van stuk en nog kleiner van moed, rit met Zij, groot en een bazin le klasse, in een zaal en kijken naar de vertooningeni van een hypnotiseur. De hypnotiseur roept uit: „Welke dame uit het publiek wil in dit kamertje binnengaan? Dan zal ik de deur sluiten en als ik ze weer open doe, is de dame spoorloos verdwenen". Hij: „Lieve, zou jij dien meneer dat plezier niet willen doen?" VERZACHTENDE OMSTANDIGHEID. Voor de rechtbank. Rechter: „Je bekent den diefstal dus. Wat heb je aan te voeren tot je verdediging?" Dief: „Ik dacht niet, dat het uit zou ko men". o Griep en gladde straten! Een griepepidemie is al-s een golf over Ne- derthmd gegaan, overal tal van menschen voor eenige dagen uit (hun werk rukkend-. Scholen, fabrieken, «n werkplaatsen, kantoren werden voor een groot deel ontvolkt. In sommige plaat sen werden de scholen gesloten om de versprei ding der riekte wart -tegen rte gaan. En dat zal wel geholpen- hebben. Aflfleen valt op te merken, dat het met dergelijke maatregelen soms wat raar gaat Wij hebben- 't meegemaakt, dat (klas sen naar buis wer-den gezonden of heele in richtingen, werden gesloten., zoodra een derde deel der leerlingen ziek was. Maar na een goeie week werd die maatregel weer ingetrokken, of schoon toen juist aan andere scholen (het groota aantal rieken kwam, zoodat die voor sluiting in aanmerking kwamen. Maar de griep was o f- ficieel opgeheven, werd er spottend) ge zegd. Eén ding was gedurende deze gr iepperio de een geruststeü'ling, de ziekte was niet van zoo heel ©rnstigen aard, zo-odat er niet veel slachtoffers vielen. De epid'emd-e schijnt nu wat rte minderen. De geruststelling onder «de menschen keert ook weer terug, want al waren de gevallen over 't algemeen van vrij onschuldigen aard, de griep is een gndepige riekte en 1918 ligt ons nog versch in 't geheugen, toen er duizenden gestor ven zijn aan de Spaan* che griep. Tegelijk met de griep hebben we weer een week van hevig© -Koude gehad1, en-gladd© straten. Je was een paar dagen je leven niet ze ker, als je op straat verkeerde. Vooral in de morgenuren zijn er heeï wat ongelukken ge beurd. In de groot e steden kwamen heel wat baen- en armbreuken voor, waardoor de genees kundige dienst handen vol werk kreeg. «Hier en daar, zoo vertelden o«nis de dagbladen, zijn per sonen zoo ongelukkig komen te vallen, dat de dood er het gevolg van was. Maar dit waren zeldzaamheden gelukkig 't Was een koddig gezicht de menschen over straat -te zien schuifelen. Sommige slimmerds hadden een paar -o u de sokken over hun schoenen heen getrokken, en die hadden geen Sast. En de kinderen hadden heelemaal geen last, die houden van gladde wegen en genderten reusachtig. Om vallen geven ze niet, en 't schijnt de jeugd- ook niet te hinderen, ala die eens onzacht neerkomt op de harde -keien. Dat rijn de geneugten van den winter, maar de meeste menschen 'houden meer van den zo mer, vooral de oudere. En geen w-onder, de zo mer biedt hun meerdere genoegens en mindere gevaren. Ofschoon, al® het langen tijd snikheet i« geweest, dan. hoort men vaak weer d© ver zuchting: 'k Wou dat we maar weer een» win ter hadden. Zoo is de menschelijke natuur. Die houdt, van verandering. En in dit opricbrt is ons -klimaat' kosteflljk, want verandering van weer is aan de orde van den dag, zouden we haast zeggen. Dit is ook 'het groote voordeel van ■t' -klimaat in onze gematigde e luchtstreek boven het tropische klimaat, dat natuuriijk ook zijn bekoring heeft, maar ten slotte door zijn eentonigheid de menschen schijnt -neer te druk ken. En dan die -tropische ziekten, dde zijn ook niet voor de poes. Vooral' de malaria is eeni sloopen- de ziekte en daar veel kwaadaardiger dan de Hollandsche mal/aria. Bovendien leest men uit die ilanden vaak over pestgevallen, cholera, lepra, enz. In den loatsten tijd schijnt er weer een nieu we ziekte bijgekomen rte zijn, mag men een (be richt uiit Konstanrtinopel aan de „Dolly M&ïT ge- looven. Volgens dat bericht zou er in de (buurt van Angora in Kledn-Azië een tot dusver onbe kend© riekte uitgebroken zijn, di-e begint met een geweldig bibberen van. den patiënt, gevolgd door 't verttiezen van het bewustzijn na een paar uren. Geheele gezinnen rijn er -op één dag door de ziekte aangetast en gestorven. Door het gezondheidsministerie is reeds een onderzoek ingesteld- naar het verloop der ziekte, er wor den druk proeven genomen met kinineinspui- tingen, maar den waren aard der ziekte -kent men nog niet. Voorloopig hoertt men 't kind toch maar een naam gegeven en de „zwarte koorts" genoemd. Als we 't anaar voor 't wenschen hadden, zouden we willen, dat al die nare ziekten verdwenén. Trouwens, als 't op wenschen aankomt, dan kan men de vreemdste dingen verwachten, én dé grootst mogelijke verscheidenheid. Velen onzer herinneren zich misschien nog een versie, waarin drie kinderen voor hun eenvoudig te leemén woning zitten en om beurten kenbaar maken, wat ze wel 't liefste zouden willen. Alle drie wenschten zé zoo rijk te zijn als de koning, maar waarom ze dit wenschten, daarin verschilden ze enorm. De eén zou dan alle dagen op klompen willen loopen, op holjleblokskens zooals het in 't versje staat De tweede die altijd de koe moet hoédén, zou een paard koopen en dan te paard op de koe passen. En de derde, het jongste, zou een Zon dags ch kleed voor moeder koopen. als het zoo rijk was als de koning. Het versje geeft ons een blik in de eenvoudige kinderzieltjes, die als hoogsté wensch toch zulke eenvoudige, betrekkelijk niétigé dingen zouden willen koopen. Het zegt ons tevens, dat die kleine kleuters - nog niets van de weréld weten, dat ze met hun wensch zoo bescheiden blijven. Trouwens de omgeving en de levensvoorwaarden zijn vooral bij kinderen van grooton invloed bij het uitspreken van hun wenschen. Dit bleek ten duide lijkste bij een onderzoek, dat een DustgchNe onderwijzeres instelde. Zij liet in haar klasse de kinderen opschrijven, wat zij wel het liefste zouden willen hebben indien ze maar te kiezén hadden. De antwoorden leverden een tréurig bééld van den na-oorlogschen toestand in het geteisterde land Een meisje schreef als haar hoogste ideaal op: eiken dag een heel glas melk, eén andér verlangde naar een echte gesmeérdé botérham, twee zusjes wenschten haar ges«neuveldén vadér terug, een jongetje vroeg om oen niéuwé broék, enz. Alleen één wildebras, die blijkbaar niet zoo leed onder de slechte omstandigheden, vroég één schommel, een mondharmonika en eengroot© fabriek. t Dergelijke mededeelingen karaktèriseerén wél heel juist, wat er geleden wondt in de centralé rijken, al is het daar niet zoo ontzettend als in Rusland, waar zich in dea laatsten tijd gevallen van kanlbalisme hebben voorgedaan. Men moet toch wel ver heen zijn, als men er toe overgaat kinderen te stelen en te slachtén om zé op te eten. Jarenlange oorlog en een hongérsnood blij ken in staat te zijn sommige menschen tot den hoogten graad van verwording te brengen. Maar laat ons niet te hard zijn tegenover die menschen, voor wie geen menschelijK leéd gé- spaard is gebleven. Wat zouden wij doen, indien de verschrikkingen ons tot het uiterste gedemora liseerd hadden. Zelfs in onze toch meer geordéndé samenleving komen verschrikkelijke dingen voor. Denken we slechts aan den moord in den snel trein op oudejaarsavond, aan de kindermoorden, waarvan we voor en na in de dagbladen lezen. En om niet bii de allerverschrikkelijkste dingen te bliiven, denken we slechts aan de in den laatsten tijd meer en meer voorkomende gevallén van zich bedrinken aan brand spiritus. Het moree) moet toch ver te zoeken zijn, als menschen zich door de duurte der alcoholhoudende dranken gaan bedrinken aan dat brandend en hoogst vergiftig vocht Wij kunnen niet beoardeelen, door welke oor zaken sommige individuen zoo laag gezonken zijn, maar dat de wereldbrand van vier jaren aan vele en de meest ontzettende gebéurtémssén débét is, staat voor ons vast De in den oorlog losgelaten demanisch!^ krachten werken nog voort in de maatschappij, en 't zal nog heel wat hoofdbrekens kosten voor ze weer teruggedrongen zijn in hun enge kluisters van vroeger, van waaruit zij slechts hiei en daar, dus sporadisch hun onheilvol werk konden ver richten. il

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 12