t B.v. Bruine Heerenbottines SNUFJES. v., RIJSWIJK's 4 TWEEDE BLAD. Ingezonden Stukken. Schoenhandel Schoenmakerij. voldoen aan alle eischen. 12.00. FEUILLETON. TERUG IN HET LEVEN. Raad Oudkarspel. r Zaterdag 15 April 1922. 65ste Jaargang. No. 7010. Mijnbeer de Redacteur, Beleefd. verzoek lik U eenlge plaatsruimte, ter be antwoording van een Ingezonden stuk, getiteld „de brandklok", geteekendi door D. Pol and; iNa het leizen van genoemd stuk 'hen lk net ter zijde gelegd, mij voornemend, daarop niet te antwoorden, om de eenvoudige reden, dat de toon daarin van dien aard was dat U geen an'tiwoord' iwa ard iwas Bij na- j der inzien echter (kfwaim ik tot de conclusie dat de zaak waar ihet •om gaat, daardoor niet tot haar juist waarde zou worden gebracht, en dat mij» blijkt, dat door velen uwer lezers een antwoord Van mij' ver wacht wordt. Voorop zij gesteld, dat ik (den heer Poland niet zal volgen dn de wijze waarop hij schrijft. Hij toch be titelt zijn stuk met de brandklok, zou het echter be ter kunnen noemen de alarmklok, die gebruikt moet worden, om de politieke hartstochten weer op te wekken, om de politieke partijen in deze gemeente weer tegen elkander in het harnas te jagen en zoo doend© ihaat en tweedracht te zaaien. Nu laat het imij koud, of hij daarvoor mijn persoon 'gebrudken wil, om tot zijn doel te komen, maar wel wil lk op merken, dat wanneer hetgeen de heer Poland (hier schrijft, leeft in, den kring der Roomsch-iKatholieken, het zeer te betreuren is. Ik wil dan ook hopen, dat het weldenkende deel der ORoomschvKatholieken deze wijize om iemand door het slijk te sleuren, en daar mede ook de partij, die ik in den Raad vertegen woordig, te belasteren, als onbehoorlijk zal aanmer ken. iDe zaak toch. waar dit alles uit voortkomt, is, de taxatie van ,het patronaatsgebouw Van het Roomsch- Katholiek kerkbestuur. ik zal kort zijn, M. de R. Van het genoemde kerk bestuur kwam vorige Jaar een verzoek in, om taxa tie van de school en het patronaatsgebouw, volgens art. 206 der L.O. 1920 Ter rechtvaardiging van de taxatie van, het ipatranaatsgebouw was gemeld dat vanaf 8 Nov. 1020' dit gebouw bestemd was voor de vrije- en orde-oefeningen. De 'verdere loop dezer izaak is gegaan zooals het behoorde en kwam dien ten gevolge dit 'taxatierapport in den Raad. Ik heb mij toen, met nog meerdere leden verzet tegen de taxa tie van bedoeld gebouw. Bij meerderheid van stem men werd echter beslist, dat school, patronaaltsge- bouw,, gymnastiekwerktuigen enz. getaxeerd moest worden. Ik meende' echter, dat ik dit zoo niet mocht 1'ateh loopen. Welk resultaat mijn pogingen hebben gehad is mij niet juist bekend, wel weet ik, dat thans de zaak zoo ver is, dat van den Minister van On derwijs op grond van bekomen inlichtingen bij het RK. kerkbestuur en, bij den heer Inspecteur van het L.O. in de (Inspectie Alkmaar een missive is ingeko men. Zijne Excellentie zegt, dat bedoeld gebouw vol gen® art. 205 der L.O. il920 niét getaxeerd behoort te worden, omdat bedoelt artikel, der wet spreekt van gebouwen welke op 1 Jan. 1920 in gebruik waren. Voorts dat het zijne (Excellentie gebleken was, dat vak J. (dat is vrije- en orde-oefeningen) niet op het leerplan noch' op de lesrooster der school voorkomen. Hieruit blijkt, dat 'het gebouw niet gebruikt is ge worden, noch tot op dit ©ogenblik gebruikt wordt, voor het doel waarvoor het bestemd was. Waar ik mij, moo zeer tegen verzet heb, blijkt te zijn een .zeer rechtvaardig verzet, het gaat -toch niet om elk jaar f600 f 700 -uit de gemeentekas te kloppen voor een gebouw, waar de kinderen nooit een voet in zetten? M. de R., ik meen hiermede deze zaak voldoende toegelicht te hebben en veronderstel, dat het teleur stellende verloop daarVan, voor den heer Poland. de oorzaak geweest da, dat hij de violen zijner gram schap over mijn hoofd heeft uitgestort. Ik hoop -ech ter niet er onder te bezwijken. Sta mij- nog toe, M. de R., de verdere onjuistheden In zijn ingezonden «tuk kort te weerleggen. Ten le, dat op de RJL school meer kinderen gaan dan 4 A 5 andere, is een leugen. Ten 2e, dat de kosten per kind aan de openbare school f40 per jaar en per kind zijn, ia een leugen. Ik wil Iden heer Poland' aanraden zich ter bevoegd er plaatse te begeven om hieromtrent juist, ingelicht ie worden. Hoe de (heer Poland aan een bedrag, van i 40 komt is mij een raadsel, het zal misschien wel zóó zijn, dat hij het heeft van iemand dia door zijn po sitie meent er meer van te weten. Ten Se, zal het den heer Poland wel blijken, dat wanneer hem het voorrecht te beurt mag vallen een hooge ouderdom te bereiken Ihij ten slotte izal moeten zeggen: maar nu hebben de linkschen toch ook onze ®chool dubbel en dwars mede betaald. Ten slotte wil lk opmerken, dat da vêrgevênsgezindiheid van dan heer Poland voor mij geen knip v- or den neus waard is. ma? hem er nog óp wijzen, dart hij op 't laatst van zijn stuk flog groot© nonsens gaat verkoopen. HIJ hoopt -dart alle weldenkenden en welmoenen- den de conclusie trekken om de voorstellen der R.K. raadsleden te billijken, omdat zij het in hun macht hebben het uit te voeren. (Dit is de brutaliteit in top. 'Stel u voor, de zaak is besloten, de medeleden hebben het in hun macht dit zoo te laten, maar hei behoeft volstrekt niet uitge voerd te werden, omdat mijn persoon en anderen er tegen zijn. M. de R., laat ik den heer Poland de verzekering ge-ven, dat wanneer het Roomsch-Kartholieke school bestuur besluit een gobouw aan te vragen Voor licha melijke oefeningen volgens vak J, ik. mijn volle me dewerking er toe zal verleen en, maar steeds zal lk mij verzetten, wanneer bet gaan moet op de ma nier als het ithans geschied is. En wanneer ook de tegenwoordige minderheid van den (Raad zou moeten slinken tot een lid, dan hoop ik nog, dat het eene lid er van doordrongen zal zijn, dat hij niets meer be scheiden of kiesch 'behoeft te zijn dan alle andere recht,sche (raadsleden. 'U, M. de R., dankend voor de Verleende plaats ruimte en den heer Poland ,tde verzekering gevend^ dat al mocht hij meerdere stukken schrijven, ar door mij niet meer op geantwoord zal worden., t'eêken ik, Hoogachtend, Uw diw., JAC. MET, i (Hugowaard. In verband met een ingekomen stuk van den heer Dirk Poland zou ik U, Mijnheer de Redacteur, willen verzoeken, of ook mij de gelegenheid wordt gegeven in uw blad onze zoo rechtvaardige zaak te mogen I openbaren en verdedigen, aanvaard hierbij dan mijn dank. De heer Poland wil de brandklok eens aten luiden, ter voorkoming van een binnenbrandje. Nu geachte redacteur en lezers, hoewel de brand al reeds is ge- bluscht, wil ik toch tegelijkertijd ook aan het touw trekken, nw ik er toe wordt genoopt, hoewel de zaak die hier <loor mij moet 'worden verdedigd, al 'zeer gemakkelijk is. Toen het vorige jaar de gemeenten, die in het geiuu- kige bezit waren van bijzondere scholen, opdracht van regeeringswege kregen, deze over te nemen, tegen een jparlijksche vergoeding van 'zoo ongeveer 6.2 procent ten honderd der geschatte waarde, behoorde ook onze gemeente tot die overgetuKkigen. Ja, mijnheer de Rea., overgelukkigen, want naast de overname der R.K. school moest ook nog wordfciï over genomen het pütronaatsgebpuw, hetwelk dan moest ge beuren, onder het etiket van gymnastieklokaal. Ik heb me daar met hand en tand tegen verzet, aangezien ik meende, dat in geen enkel opzicht de gemeenschap hiervan kon profiteexen, doch alleen was ten bate van een zekere categorie Katholieken en wel die categorie welke al reeds lang de agere school hebben verlaten. Als ik u eens een schema geef van het interieur van dat patronaatsgebouw, dan ziet ge daarin een buffet, tooneei, catKeter, groote partij stoelen en ongeveer voor f 3500 aan gymnasiekwerKtuigen (waarbij een groot ge deelte met net oog op overbrenging naar de gemeente voor korten tijd geleden aangeschaft) en mijnh. de Red., als gij dan weet,, dat 'tot heden, (en ik zou haast durven zeggen in de toekomst) geen enkel schoolkind daar gymnastieklessen heeft ontvangen, aan zal het toch ook zeker alleszins gemotiveerd geacht kunnen wor den, dat ik daar zoo sterk tegen heb geageerd. Want eevnals meërder .eplatteandsche schoolbesturen, die de behoefte niet gevoelen voor gymnastiek, zoo cok isdat het geval met het R. K. schoolbestuur. De vergoeding, welke de gemeente aan het R. I£. schoolbestuur dan moest geven voor dat gebouw, bc- draagt zoo ongeveer f 680 jaarlijks. Was het nu, dat dit kwam ten bate van het onderwijs en een wefkelijk wettige last was, dan was dat niet zoo erg, maar dat 'dit gebouw, niet gebruikt wordt voor het doel hetwelk grondt op de taxatie, staat-bij mij vast Toen nu deze zaak den 22sten December in de raads vergadering aan de orde kwam, is door mij te kennen gegeven, dat mij de overname wat ongerijmd voorkwam, betreffende dat patronaatsgebouw en ik daarom voor stelde den Burgemeester en den eersten wethouder af te vaardigen in den .vorm van een deputatie naar den, Onderwijsraad om" te onderzoeken of 'deze overname werkelijk wettig en verplichtend was. Doch in geen enkel opzicht kon ik daarvoor den steun krijgen der R. K. raadsleden en het zwaaide dan ook met vijf voor en zes tegen van de baan, en tegelijkertijd werd met ze» voor en vijf tes:n goedgekeurd een ver- Soeding te geven aan het R. K. bestuur overeenkoxustig e taxantiesom, Toen was voor mij den teerling geworpen en ik heb het onparlementaire woord; „Scnoftenstreek" gebezigd voor deze handelwijze, hoewel dit ging onder de suggestie van drift, doch nu, na een kalme overdenking en. een tijdsverloop van circa drie maanden, is door mjj nog geen betere bewoording kunnen gevonden worden. Waarom niet naar den Onderwijsraad om inlichtingen in dezen? En juist toen de meerderheid der raadsleden dat niet wilde, was bij mij de vaste overtuiging gekomem dat zij de zaak liever bekonkelden in Hugowaard's raadhuis, dan haar aan de groote klok in Den Haag te hangen, en ook kwam direct bij mij de gedachte naar voren, dat het de bedoeling was van het R. K. schoolbestuur met als voorzitter de zeereerwaarde pastoor de Meulder on rechtmatige gelden van gemeentewege in, ontvangst te willen nemen, en het gebouw to gebruiken als tot heden voor vereenigingsbouw. Ter verduidelijking dezer zaak geef ik u een clausule to lezen, getrokken uit de aanvraag van het R. K. schoolbestuur, om vergoeding aan de gemeente „Dat 8 Nov. 1920 voor het L. O. is beschikbaar gesteld en in gebruik genomen het patronaatsgebouw in zijn geheel, met bijbenoorende grond en meubels, als mede dat dit gebouw door den betreffenden inspecteur is goedgekeurd voor de gymnastiek en van de noodige gymnastiekwerktuicen voorzien, alles in eigendom van voornoemd schoolbestuur." En nn mijnheer de Red., alles is door den inspecteur goedgekeurd; het gebouw is volgens deze clausule^» NfaV. 1920 in gebruik genomen voor gymnastiek en de heeren hadden tot heden nog. nooit het vak J, (gymnastiek) op hunnen lesrooster. En mijnheer de Redacteur, toen ik dat hoorde, brak mijn klomp heelemaal stuk. En om kort te zijn, is dan ook mede naar aanleiding van een bezoek' des heeren Met en rnyn persoon aan den Onderwijsraad (hetwelk) is geschied op aandrang van mij) een schrijven ge komen van het ministerie van Onderwijs, dat zij hunnle foedkcuring niet konden geven aan het besluit van den 2 Dee., betreffende vergoeding patronaatsgebouw. En nu geef ik U. Mijnh. de Red., en uwe lezers ter J .11 U|U xrv V_|1U1J11U. uv lil/U., vu unv ivtwo iv» beoordeeling, of ik in dezen op sleeptouw ben genomen verweten" door mijnheer Met, zooals de klokkeluider mij heeft En wat het slippendragen betreft, enfin, wat ik in de toekomst zal worden is voor mij nog een raadsel, maar dat «de heer Poland nu al reeds als verklikker speelt^ is voor mij een vaststaand feit. Hoe is het anders moge- gelijk om de houding van den heer Met zoo in boetd weer te geven, aangezien ik niemanu op de publieke tribune heb aangetroffen. Wie zaten er jfn de galm gaten, toen Poland aan het luiden was? En dan nog dit, de sarkastische wijze, waarop de heer Poland deze zoo ernstige zaak. zijn eigen partij' tot schade door de brandklok aan net licht heeft gebracht, ïs^ttoor mij verfoeid. En. Mijnh. de Red., nu zullen er mogelijk ónder uwe lezers ziin, die denken nu gij "hebt meegewerkt het R. K. schoolbestuur een hak te zetten, mij dat vol doening geeft. Zeer zeker, doch niet in dien zin, wel omdat ik nu mijne meening gerechtvaardigd zie door het ministerie van Onderwijs en ook hierom dat al triomfeert partij van den hce r Poland in Hugowaard met haar r;eerderheid in den Raad, dat zij toch ook re kening kan houden met de minderheid, want ook die heeft «hare invloeden. P. KOSTELIJK Pzn. Heer Hugowaard, (Noord). Naar het Engelsch vaa WILLIAM J. LOCKE Voor Nederland bewerkt door W. A. 3. ROLDANUS Jr. Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht. Zjj gehoorzaamde hem, zooels zij in haar haar jonge- meisjes-jaren gedaan had, voor een oogenblik over weldigd door zijn toon. „Hoe vindt Je, dat ik eruit zie? Oud en versleten door den tijd? ,,.!o ziet er heet weinig ouder uit," zeide zij met een hifd Hebt nog geen grijs haar op je „Dat is maar goed ook. Ik voel me zoo jong als ooit. Ik kan twintig jaar wegblazen en beginnen waar ik uit- gesohetlcn ben. „Jij bent gelukkiger dan Ik," zeide MaroeUe. „Onziu' Zij koek hem droefgeestig aan en dan naar de boomen. „Verplegen is niet de weg tot do eeuwige jeugd," zeide En bang, dat hij op haar woorden zou ingaan, voegde zij er vlug aan toe: „Maar ie moet me vertellen wear je geweest bent, hoo e m het leven teruggekomen bent Je was spoorloos verdwenen. Je hebt nooit geschreven Was het onze sohuld, als we allemsal Hachten, dat ie dood was? Toen Godfrey mij |e briet liet zien, heb ik geen oogenblik. tvenmoedi wie James Barden kon zijn." .jGodifrey? Noem je hem Godfrey? Dan moeten jullie oude vrienden zijn. Vandaar het wonder julUe nier samen te vinden. Hdb je zijn heole leven moe dertje over (hem gespeeld?" Zij knikte van neen. „Wat ben je gauw met je con clusies! Neen. Ik heb hem voor het eerst gezien, toen lk hier kwam een .maand geleden". ,Dus dan la het het toeval, het noodlot, dat we el kaar op doze wijze ontmoeten? De hand' van God?.... Wacht even. Ik snap liet nog niet heelemaal. Heb je gehoord, dat hij mijn zoon was?" Weer glimlachte zij. Dacht je, dat wij alle Jongs officieren hier bij hun voornaam noomon?" „Weet hij, dat Je mij gekend hebt?" „Als hij het niet wist, sou hij mij geen raad1 ge vraagd: hebben over den brief van Mr. Bunden. Ik wou, dat lk. zijn heel© leven moedertje over hem ge,- speeld hatdf', voegde ziji er ev©n later aan toe, „maar do laatst© maand heb ik zooveel mogelijk voor hem gedaan. Ik moet van hem handen, of dk wil af niet". „Wat weet hij omtrent jou en mij „Ik he(b ham alles verteld", zeide Mancelle. Baltazar sprong op. „Maar dan, moet hij, toen hij' ons daarnet elkander zoo verbaasd zag! aanstaren, alles begrepen hebben, anders heeft hij geen Baltaizar-hersens in (zijn- hoofd" Hij' ging! een pas van haar aif staan ©n vroeg! dan1: ,Hób je hem iets (goeds van mij verteld?" „Kan je daaraan.' twijfelen?" Zij gaf hem een wenk dichter bij te komen en (fluisterde dan: „Het is mis schien/ Verkeerd van me geweest, maar lk heb hem te iversitaan gegeven, dat het heelemaal ter -wille van mij was je weet wat ik bedoel „Welke andere reden zou dk in Gods naam1 gehad kunnen hebben?" riep hij uit met een 'breed gebaar. Als er nog eenige twijfel hl haar gemoed was blij ven hangen, dan zou de oprechte klank in dien uit roep dezen voor goed: verdreven hebben. Hij wekte een harmonisch accoord van vreugde in haar hart en haar geheele weizen trilde. Al mocht tot dus verre John Baltazar1© verdere levensloop (duister en geheimzinnig, zijn, haar geloof tenminste was ge rechtvaardigd. En zonder hem aan te kijken, zeide zij: „Je zult zien, dat ik trouw geweest ben". iHij! kwam vlak bij haar staan en drukte, zonder te letten op het gevaar, dat anderen het zouden kun nen izien, weer zijn handen op haar schouders. „In wat voor soort cynisch beest denk je, dat dk veranderd ben?" (Hij ging weg, haar achterlatend physdek bewust van den indruk van zijn vingers in haar vleesch. Baltazar .liep den grooten hall in naar Godfrey, die nog steeds in zijn arstoel zat, zijn gewond been, zooals gewoonlijk, steunend op de uitgestrekte kruk. „Neen, sta niet op" Hij zette den stoel, waarop hij gezeten had, vlak naast dien van Godifrey en ging zitten. „Nu moet je wel geraden hebben wie. ik ben", zei de hij op zijn recht-op-tden-man-aflfe mander. „Ik vermoed, dat u mijn vader bent", zeide de jonge man.. „Ja, dat ben dk. Mijn toevallige ontmoeting met Mi» Baring heeft mij verraden. Is het niet zoo?" Vergadering van den Raad dezer gemeente op Donderdag 13 dezer, des avonds 7 uur. Aanwezig alle leden. De voorzitter opent met een woord van welkom de vergadering en leest de uitgebreide notulen van de vorige vergadering, welke onveranderd worden goed gekeurd. Ingekomen stukken: Een staat va-n melkcontrole, waaruit blijkt dat het vetgehalte van de melk van Zeeman 3.85 en 2.85 was; van Kamp 3.55 en 3.50; van Spanjaart 2.85 en 3.45; van Bood 2.85. De melk van Kamp on Bood was eenmaal iets vuil, van de ove rigen was ze goed. Het was de staat van 9 Februari tot 10 Maart. Van de drankbestrijdersvereeniging was een dank betuiging ingekomen voor de verleende gelden, waarvoor een kunstvoorwerp is aangekocht. Van het Nutsbestuur was een dankbetuiging inge komen, voor de toegekende gelden voor aankoop van kunstvoorwerpen. Ingekomen is een vierslag van den keuringsdienst, waaruit blijkt dat in deze gemeente 452 dieren ge slacht zijn, waarbij 32 noodslachtingen. Afgekeurd zijn 1'geheel dier en verscheidene onderdoelen. De ontvangsten aan keurloonen hebben bedragen f 521.40, waarmee de uitgaven vrijwel gedekt zijn. Door den Rijksontvanger is aan den gemeente-ont vanger uitbetaald f 1.63 en f521.40. Mededeel ing is ingekomen, dat het Rijksvoorschot voor het onderwijs voor 1922 bedraagt f 11152. Mededeeling is ingekomen dat de nooduitkeering voor deze gemeente f 1508.44 .is. De geldleening k f2900 voor de UX.O.-school i9 goedgekeurd teruggekomen. Goedgekeurd is teruggekomen de verordening op de heffing van plaatselijke inkomstenbelasting. Verder zijn goedgekeurd teruggekomen de gewij> zigde verordening op de heffing van H, O., de heb fingsverordening voor de hondenbelasting, de veror dening op de heffing van belasting op publieke ver makelijkheden en de schoolgeldregeling voor het la ger en het vervolgonderwijs. Op een verzoek van den heer Quax uit de Diepsmeer om wederom te mogen rekenen op een vergoeding van f3 per week voor het vervoer van zijn schoolkind, werd op de bestaande voorwaarden gunstig beschikt. Van den Langendljkerbond van Begrafenisvereeni- gingen was het verzoek ingekomen om te zorgen (fat gedurende het leggen van de waterleiding de uit voering der begrafenissen zoo ongestoord mogelijk zal kunnen geschieden. Aan dit verzoek zal zoo veel mogelijk worden tegemoet gekomen, al is men er van overtuigd, dat er weinig ten gunste gedaan zal kunnen worden. Aan den heer Zaagman werd afschrijving van schoolgeld verleend, omdat zijn dochter de school verlaten heeft. Reclames op den H. O. zijn ingekomen van D. Gorenhout, G. Bakker Jbz„ W. M. Kooij, Jb. Volkers, G. Zeeman, P. de Geus Jr., J. Bierman, P. Hessing, A. Groot, S. Smit, H. Hart Jz. en wed. Paarlberg. Deze worden in handen van de te benoeemn com missie gesteld. Van de heeren C. Tuinman en van P. Kramer was een verzoek ingekomen om het bij hen in gebruik zijnde gemeenteland op de bestaande voorwaarden te mogen voortgebruiken. Het advies van de commissie op eerder ingediende verzoeken is om er afwijzend op te beschikken, daar het te veel moeilijkheden met zich zal brengen. Wel is de commissie er voor om bij de komende verhu ring zoodanige bepalingen in het huurcontract vast te leggen. B. en W. stellen daarom voor om op deze en vorige verzoeken afwijzend te beschikken. De heer Paarlberg is niet van de moeilijkheden overtuigd. Van bevoorrechting is geen sprake, om dat elk tot het doen van een verzoek in de gelegen heid is. Dat het niet in het huurcontract staat, sluit niet in, dat de Raad afwijzend moet beschik ken. Hij voelt veel voor een zoodanige maatregel. Besloten wordt afwijzend te beschikken en voor de volgende verhuring de zaak ter sprake te brengen. Ingekomen is het gemeenteverslag dat bij de leden zal circuleeren. Goedgekeurd wordt een 2e suppl. begrooting op een bedrag van f 9576,26. Naar aanleiding van de ingekomen stukken merkt de heer Paarlberg op, dat het Nutsbestuur dank betuigt voor de toegestane gelden, doch hij meent dat de gelden niet zonder meer zijn toegestaan, doch dat er een medaille of kunstvoorwerp moest worden aangekocht. Nu zijn er verschillende kleine artikelen voor aangekocht, zonder dat bekend is, wat er voor gekocht is. Dat kan toch niet de bedoe ling van den Raad geweest zijn. De voorzitter meent dat de gelden zonder meer zijn toegestaan. Ook de heer Schrieken dacht er zoo over. De heer Paarlberg merkt op dat een medaille of een kunstvoorwerp gevraagd is en dit is toegestaan, met de mededeeling bij voorkeur een kunstvoor werp, doch geen .kunstvoorwerpjes. Er is natuur lijk nu niets aan te veranderen, doch het zal goed zijn, bij een verder voorkomende gelegenheid hierop te letten. De heer Bakker wijst in dit verband op het mooie kunstvoorwerp, dat de drankbestrijdersvereeiligmgen voor de gelden hebben aangekocht. Als leden in de commissie voor reclames H. O. worden gekozen de heeren J. van Exter, J. Schrie ken en C. Paarlberg. Ter tafel komt hierna een voorstel van B. en W. om de melkcontrole in te trekken met ingang van 1 April; dit in verband met de inwerkingtreding van de Warenwet. De heer Paarlberg vraagt of dit niet evengoed be staan kan blijven. De publicatie van het onderzoek is een probaat middel om vooral de zindelijkheid te bevorderen. Dit zullen we met de Warenwet mis sen. Voorzitter wijst er op, dat toch controle even goed plaats heeft en het behouden van dezen dienst kosten met zich brengt al mag dit laatste dan ook niet den doorslag geven. De heer Schrieken en ook de voorzitter merken op, dat het, zoo gewenscht, later weer kan worden ingesteld; de keurmeester blijft hier even goed. Met algemeene stemmen wordt hierna tot het in trekken van de melkcontrole besloten. Als leden van de stemhureaux worden hierna aan gewezen voor het eerste de heeren A. C. Kroon, burgemeester, voorzitter, C. Hart en H, Bakker, leden, j P. Groot en M. Hart plaatsvervangers. Voor het tweede de heeren J. van Exter, voorzitter, J. Schrie-« ken en C. Paarlberg, leden, P. Groen en J. van Hout j plaatsvervangers. Rondvraag. De heer Meiten: Aan de gasfabriek hebben ze pech gehad, hoe dat weet ik niet. Als het echter weer gebeurt, zou het goed zijn, dat de com missie vrij uit gaat als vermeld wordt wat er de reden van is. Het is nu reeds drie weken aan elkaar dat er weinig gas is en de menschen houden je vast. Ik betreur het dat de reserveovens niet in orde warén, zoodat deze direct in gebruik konden wor den genomen. Het is niet in orde, wiens schuld het „Ik geloof het wel. Misschien (had lik iet® moeten vermoeden, toen u over Chiina sprak. Maar dat ihób ik niet." ,;De aangenomen naaim was die, waaronder ik ge- durende achttien jaar (bekend geweest hen (vanart het oogenblik dat ik Engeland den rug toekeerde. Ik vond, dat lk dien weer aaln moest nemen ter wille van een verkenning, evenals de rijke oude oom op het tooneei, om te /zien wat voor een man jij was en hoe je '0-ver je onbekenden "vader dacht. Vandaar de vragen, die je wel impertinent gebonden izult heb ben". „Ik begrijp het volkomen", zeide Godifrey, terwijl hij, aan zijn kort gek nipten snor trok. Baltazar lep.nde achterover ln -zijn stoel. „Zoo, dus wij izijn vader en ®oon. 'Miss Baring heeft je, van ihaar standpunt uit, verteld, waarom ik alle9 achter- 'gelaten' bob en verdwenen ben. IHaar vermoeden ia volkomen juist. Eén ding moet ik je echter eens én j voo/ral zeggen. Ik had niet het flauwste vermoeden, dat- jij geboren moest worden. Had ik dat geweten, dan zou ik geble'ven zijn en mijn plicht gedaan heb ben. Pas een week geleden heb ik in, Cambridge .van je a>est3an gehoord." „Ja?" zeide Godfrey. „Laten we deze quaestie voor goed afhandelen. Je looft zal niet, wat dk ook zeg of doe, het je kunnen j lofot, zal niets, wat -ik ookz cg of doe. het je kunnen doen gelooven. Als je me gelooft, kunnen we verder gaan. Dit ia het vitale punt van onze toekomstige verhouding. Spreek openhartig. Wat Is het?" Godfrey keek een paar seconden in de lichtende, grijze ooigen de zijne waren e enigszins hard j en zeide dan op zeer beslisten toon: „Ik geloof u zeker. Mijn gesprekken met zuster Ba ring doen mij dat bijzondere punt als vaststaande beschouwen". Baltazar haalde verlicht adem. ,jDat is dus in orde. Ik geloof, dat ik je ook moet verzekeren, dat. ik, behalve dan dat Cambridge een j wéeik lang nergens anders over gesproken heeft., niets gedaan heb om den naam Baltazar te onteeren. Ik j had in China een positie, zooals die,, voor zoover ik weet, geen Europeaan na Marco Polo bereikt heeft. 1 Ik (ben weggegaan om den strijd tusschen tweo idea len het Oude China en het. .Nieuwe. Ik behoorde tot het Oude. Twee jaar geleden ben dk in Engeland teruggekomen". I „En verleden week bent tl pas naar Cambridge gie- Igaan?" „Precies. Den tuBachentijd heb ik doorgebracht op een zeer merkwaardige manier, die dk je bij een an dere gelegenheid wel eens zal vertellen. Inmiddels staan we van aangezicht tot aangezicht met het over weldigend© feit. dat ik ©en niet vermoeden zoon en een legendarischen volder gevonden hebt. Ik ben vrij rijk. Jij, vermoed ik, ook. Mocht dat niet het geval zijn, dan is mijn geld 'tot je beschikking. Het is maar het beste van het (begin af aan open kaart te spelen". ,Jk heb nooit aan zoo iets gedacht" zeide Godfrey. „In orde. Dat is dus afgesproken. INu komen we tot het hoofdpunt. We zijn «roder en zoon. Hoo zullen we dat verder aanpakken?" „Het ia een heel bijzondere situatie, air" antwoord de Godfrey. Baltazar, die zich in jzfjn ongeduld in het tijdsver- j loop tusschen: iSheepsfoanksj' verbijsterende onthul ling en dit gesprek, verscheidene dénouements van het onvermijdelijke drama voorgesteld had, had er j zich nooii een gedacht, dat zoo koud en onaandoen lijk was als dit. «Hij wist, dat «het Chineesche kinder- ideaal m het Westen niet bestond, maar op zijn star re, onbuigzame manier had hij zich uit ei sten voorge steld; óf een minachtende (vijandschap óf een uitstor ting van mensohelijk go voel. Een tooneei uit een idioot oud Fransch drama, een jeugdherinnering, had hem niet losgelaten. „Mon file!" „Mor* père-" En zij waren 1n elkanders armen gevallen. Maar geen van, deze twee dramatische situaties had zich voor gedaan. De situatie was door den-koelen, konden jon- men als „heel bijizönder" gekrakteriseerd. Welnu, het was een mtclUigent gezichtspunt. Be jongen had de argumenten der advocaten Van den duivel en die van den advocaat der engelen aangehoord en zich een ge zond en gunstig oordeel gevormd. Op de voorspraak der engelen had hij nooit gerekend. Tot zoover was 't goed. Hij was niet veroordeeld. Maar aan deir ande ren kar.t zag hij geen enkel teeken van kinderliefde. Hij' zedtf mot z'n expansief temperament zou 'graag in staat geweest zijn „Mon 'filet" uit. te roepen en den zoon van zijn lendenen, die schitterende voortzetting van zijn bloed en zijn hersons, aan zijn hart te druk ken. Maar in den kalmen, zich volkomen beheer- schenden jongen officier kon' hij geen spoor van een gevoel, dat aan het zfine beantwoordde, ontdekken. Hij voelde zich teleurgesteld, bijna afgewezen. Na een lange stilte zoide hij: „Ja, je hebt gelijk. Het ia nu ©en bijzondere situa-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 5