De verkwisting der Engelscbe
Vakvereenigingen (Trade Unions).
Zaterdag 13 Mei 1922.
65ste Jaargang. No. 7025.
DERDE BLAD.
FEUILLETON.
TERUG IN HET LEVEN.
r
I
De Trade Unions, de Engelsche Vakvereenigingen^
hebbein in Groot-Britannië een belangrijke rol gespeeld.
Met het volgende artikel is allerminst mijne bedoeling
om de groote waarde der vakvereenigingen aan te
tBStein, $ioch wellicht opent de beschrijving van de
verkwistende wijze van huishouden der Vakvereenigin
gen in jEngelana ook de oogen van velfcn in Nederland1,
want geldt niet dikwijls het Fransche gezegde: „Tout
comme chez nous".
Vooral waar de arbeidersverenigingen meet en meer
haar nationale karakter hebben verloren en het Inter
nationale Vaandel verheffen en bezingen alsof het de
eenigst zaligmakende kans voor de arbeiders is om
Namen ol Union.
Landarbeid era
Werklieden Union
Timmerlieden
Tdimnerlleden en meubelmakers
Stukadoors
Huis- en aoheepssclhllders.
Vereendgide ikleerm'akera
Wolwevera
Zeelieden en stokers
Texitielarb^Ddera (iStaifoTidaihdire)
Textielarfbeidera (Yorköhdre)
Electricieiiis
Namen oi Union.
Dok/werkerS
Nationale Vereen, /v. Spoorwegpersoneel
Zuidi-Wales, mijn/werker*
Yorkshire, mijnwerkers
Spoorwègklerkefl
Straatmakers
Bleekers en ververs
Ver. machinisten
Schoenmakers
Staal- en ijzerdruddstriie
Londensdhe letterzetters
Loodgieters
Locomotief-machinisten
Spinners (Mamdhestier)
Machinisten en stokers
Bakkers
Bouwarbeiders
Rijtuig- en wagenmaker*
Internationaal te worden. i
Waar internationalisme betekent bet miskennen van
gehechtheid aan den geboortegrond, aan vaderland en
moeders haard betreuren wij het Internationale karaktep
der vakvereenigingen wanneer het Iets anders gaat be-
teekenen dan eene vereeniging van nationale vakver
eenigingen tot samenwerking in die aangelegenheden
waarvoor samenwerking geboden ia in het belang van de
arbeiders en het menschdom.
Het was i n de dagen, dat de werkloosheid in EngelahJdi
het hoogste punt bereikt had, In het einde van 1921,
toen er ruim 2 millioen werkloozen in Groot Britan-
tniö waren, dat bleek, dat wanneer de leden der Trade
Unions om ondersteuning uit de vereenigingskos aan
klopten, bleek dat die kas leeg was. De leden waren
zeer Verwonderd, want gedurende het tijdperk van
1914 tot 1918 hadden de vakvereenigingen een tijd van
ongekenden voorspoed voor de vereenigingen meege
maakt Gedurende die periode waren er geen werksta
kingen, die fondsen uitputten, er waren geen werkstakin
gen noodig, want alle wenschen werden ingewilligd on
verschillig of zij juist of overdreven waren en slechts
later toenj tie politiek-revolutionaire conflicten tot ernstige
stakingen aanleiding gaven, werd de voorspoed ver
stoord en ontstond de werkloosheid.
Waar is het geld dan toch gebleven?
Wordt het belegbare geld wel in behoorlijke waarden
belegd? Wordt het geld wel zoodanig besteed als door
de meerderheid der ledein der vakvereenigingen ge-
wenscht wordt? 1
Laten wij deze beide vragen eens onder de oogen
zien, gebruik .makende van de officieel© balans-cijfer®
der Vakvereenigingen.
Hieronder laat ik volgen een vergelijkende staat voor
de jaren 1918 en 192Ö (in één geval 1919) en wel
voor iedere ,vakvereemging afzonderlijk.
Uitgaven aan Uitlceerin-
Aantal
Contributie
Politieke
gen een
Bestuure-
leden
Tan leden
fondeen
leden
uitgaven
t
1920
181.000
71.481
3373
8.382
42.850
1918
88.280
26.699
1—1
367
9.216
1920
A95.162
625,205
12.703
108.897
195.860
1918
400.000
269.570
65.644
98.847
1920
16.310
82.715
146
14.045
18.277
1918
12.677
18.847
i
7327
8.784
1920
166.958
364.617
2.462
214.151
111.767
1918
124.132
207.880
1
117.500
69.442
1920
12.853
24.038
250
6.791
3.181
1918
7.012
10.347
1^—
6.683
1.563
1920
73.650
149.993
w 1 1
45.340
37.043
1918
37.649
50.760
1
22.062
19.433
1920
86.701
63.965
3312
28.200
37.634
1918
64.507
87.694
7.724
14.663
1920
10.981
10.749
562
5.532
6.986
1918
11.140
8244
1
1.229
2.474
1920
99.321
241.439
2.395
21.272
144.481
1918
67.050
110.745
19.020
70.758
1020
10.485
11.553
480
5.573
3.295
1918
5.040
4.310
4.185
864
1920
84.910
64.975
3.640
17.143
25.806
1913
59.844
36.444
1.064
12.077
1920
57.293
123.959
1.650
47.110
75.358
1918
81.345
52.945
4.058
33.042
Uitgaven voor Uitkeerin-
Aantal
Contributie
Politieke
gen aan
Beetuure-
leden
Ten 'leden
doeleinden
leden
uitgaven
1920
140.330
189.301
a tui
35.268
110.472
.1918
98.109
80.769
1
7.993
48.428
1920
457,830
535.253
43.564
07.032
255.065
1918
410.531
294.876
1
41.116
,107.060
197.668
350.125
,19.760
887.608
156.163
1918
151805
207.939
1r
64.373
84.884
.1920
159.639
339.114
14.000
430.935
80.120
1918
152.819
140.903
1
27.842
57.872
1920
87.054
93.904
8.497
17.135
60.895
1918
71.4411
58.958
r 1
18.300
24.042
1920
53.719
110.518
r 1
83.804
38.622
1918
34.441
53.130
r
82311
,18.608
1920
99.394
48.730
461
13.103
,13.418
1918
28.620
32.658
i r 1
8.770
6.846
1920
456.891
1293.126
9.060
932.863
252.745
1918
298.782
854.011
825.428
144.797
1920
1.995
2.940
320
1.751
1918
1.373
1.255
11
285
87,1
1920
124.623
252.210
10.674
166.012
45.940
1918
70.654
,131.735
20.248
34.698
1920
15.500
65394
591
40.169
13.633
1918
13.200
34.794
r i .1
21.398
6.447
,1920
24.375
96.084
r
43.922
37.476
1918
14541
46.078
r
18.335
15319
1920
71544
111.561
1263
23.182
41,171
1918
39540
46.032
,18360
24.642
1920
54.886
77311
612
3.650
3.673
1918
24.800
78.361
198.131
-25.223
1920
43.996
54.001
2,137
21268
25257
1918
30.963
29.677
1-1
2.444
12.283
1920
16.791
45.449
570
16.048
21.299
1918
15.487
20.297
M1
7.130
,12.286
1919
25.924
26.224
r—
2.811
0.784
1918
20.484
13.361
r r.ü
1.754
5.444
1020
115.987
157.265
62.216
04.069
Naar het Engelsch van WILLIAM J. LOCKE
Voor Nederland bewerkt door W. A. J. ROLDANUS Jr.
Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht.
27.
„Mr. Ho," zeide hij, ,je bent een kraan.^ Het is
heusch mjjn bedoeling niet impertinent te zijn, maar
een Chinees, die Virgilius citeert, ik snap het
niet goed."
"Tijdens mijn herstel," zeide Quong Ho met zijn in
nemend glimlachte, „heb ik de werken van den dichter
met ontzaglijke belangstelling doorgelezen. Dr. Rewsby
is wel zoo vriendelijk geweest voor mij de editie in de
reeks der Oxford Pocket Classics, P. Virgilii Maroinjs
Opera Omnin. Oxonii MDCQCCXIII te koopen, uit
welk jaartal ik de conclusie trok, dat ik den meest ge-
zaghebbenyden tekst, welke aan de Engelsche geleerdé
wereld bekend is, las."
„Maar intusschen," ^zeide Marcelle, heeft Mr. Ho win-
teronderkleeren noodig."
Niet het minst gedenkwaardige incident voor dien dag
was de ontmoeting tusschen Quong Ho en Lady Edna,
die, te voet naar een vergadering van een War Commit-
tee in Grosvcnor Street gaande, bijna tegen hem opliep,
toen zij op het trottoir van Bond Street op een taxi
stotnden te wachten. Met uitgestoken handbleef zij
6taan.
„Zoo Godfrey, ik wist ïüet, dat je vandaag in de
Btad itvas."
„We zijn bezig een uitrusting te koopen voor Mr. Ho,
die. zooals je je wel herinneren zult, tegelijk met mijn
vaaer gebombardeerd is."
Hij stelde de anderen aan elkander voor.
„Ik heb al van u gehoord, Mr. Ho," zeide zij hoffelijk.
„U bent een groot wiskundige."
Godfrey verbaasde zich over haar sterk geheugen^
Quong Ho, blootshoofds antwoordde:
„Ik treed slechts met moeite in do voetstappen van
mijn illusteren .meester."
Zij lachte. „U moet mij dezer dagen een9 met
Mr. Godfrey komen opzoeken".
„Madam", zeide Quong Ho met een diepe buiging,
,xooals de Italianen het uitdrukken, tot ik de eer
zal hebben gebruik te maken van een zoo kostelijk
voorrecht, zal de tijd mij duizend jaar toeschijnen".
„We moeten het dan maar vaststellen op een dag
in de volgende^ week."
Zij gaf Marcelle een hand, knikte tegen de ando
ren en liep dan glimlachend verder. Quong Ho
volgde haar met zijn oogen en zeide dan tot God
frey:
„Ik heb nooit een schooner en aanbiddelijker
vrouw gezien. Zij zou de godin kunnen zijn, die
Publius Virgilius Maro zoo levendig beschreven
heeft".
„Uw smaak schijnt onberispelijk te zijn, sir", ant
woordde Godfrey.
Op de terugreis zeide Marcelle, die naast Godfrey
zat Quong Ho zat tegenover hem een avondblad
to lezen tegen hem:
„Je schijnt goede vrienden met Lady Edna Dormi-
thorpe te zijn",
„Heel goede vrienden".
„Laat je haar gewoonlijk weten wanneer je in de
stad komt?"
Godfrey dacht een fractie van een seconde na.
Wat Lady Edna nog nooit gedaan had, zij had zich
verraden. Openhartigheid was daarom de beste po
litiek.
„Soms wel", antwoordde hij onnoozel. „Op goed ge
luk af, dat ik een kop thee bij haar kan drinken.
Doch dat gebeurt maar heel zelden, want zij heeft
het heel druk"
„Zij i9 een heel mooie vrouw, beste jongen".
„Je smaak is al even goed als die van Quong Ho".
Quong Ho, die zijn naam hoorde, keek met vra
gende beleefdheid over zijn courant.
„Miss Baring en ik praatten over Lady Edna".
„Ah!" zeide Quong Ho met een breeden glimlach.
Voor zij op Churton Towers afscheid namen, leg
de Marcelle haar hond op Godfrey's schouder.
„Misschien had ik die vraag in den trein niet
moeten doen ik had het recht niet
Hij viel haar met zijn jongensachtigen glimlach
in de rede.
„Jij, lieve oude schat! Jij hebt alle recht om mij
uit te hooren over mijn slechte aaden. Heb ik je niet
als een soort jonge moeder aangenomen? Jolanthe.
Of de Paphische godin (Venus), waarover Quong
Ho aan het wauwelen was. Luister eens, kom, wan
neer je maar wilt, in een rose wolk naar mij toe en
ik zal je alles vertellen".
„Zweer je het?"
„Ik zweer het".
Hij kuste haar vingertoppen on zij ging half-go-
rnstgesteld verder. Maar ze was voldoende in het
vertrouwen der Baltazars, vader en zoon, om te
weten, dat zij beiden Lady Edna Donnithorpe pas
kort geleden hadden leeren kennen. En voor haar
was de jonge man „Godfrey" en zij verwonderde er
zich over, dat hij in Londen was, zonder dat zij
het wist.
Enkele dagen later kw^m de order, dat Godfrey
Een M| M»»{ tatrt. 'Wktmeer men der» «ijiera Trrgeümtt
dan blijkt het buiten alle verhouding gestegen cijfer der
B «dtftiifu r 9 o t e n,
Laten wij «vco desa cijfers afzonderlijk vergelijken.
1918
Timmerlieden 8.784
Timtmerliedien e. meuhelmaikers 69.442
Stukadoors 1.568
Huis- en scheepeschUders .19.433
Wolwevers 2.474
Textielwerkers Hudderefield 12,077
Textiel werkers Stafford'itoiro W
Zeelieden en stokers 70,768
Werklieden Union 98.847
Landibouwaitbeidens 9,210
Kleermakers 14.G63
Electriciena 33.042
Dokwerkers 84.426
Nationale Ver. van Spoor*
wegper9oneel 107.066
Zuid-Wales, mijnwerkers 94.884
Yorkshire, mijnwerkers 57.873
Spoorwergiklerken 24.042
Str ontmak erS 18.608
Bleekers en verlvers 6.846
Vereenigide 'niachiniistenl 144.797
Staal- en ijzerindustrie 34.698
Londenische letterzetters 6.447
Loodgieters 15.319
Locom. madhikiisten 24.642
Spinners 25.223
Machinisten en stokers '12.283
Bakkers 12.235
1920
18.277
111.707
3.181
07.043
6.980
25,806
3.295
144,481
42,856
'42,856
37.634
75.358
110.472
255.065
156.163
80.120
60.895
38.622
13.418
252.745
45.940
13.633
37.476
41.171
3.673
25.257
21.299
onkosten
s d
6 10
8 9
977.606 1.858.403
De vermeerdering der bestuursonkosten is dus in
sommige gevallen boven de 100 pCt, doch gemiddeld
bijna 100 pCt.
Dus van 1918 tot 1920 zijn de uitgaven van het
bestuur verdubbeld. Slechts in eén geval oat der vereeni
ging vanykatoenspinners te Manchester zijn 'de bestuurs
onkosten in 1920 lager dan in 1918.
Onwillekeurig rijst de vraag of het noodig is, dat
eene vereeniging die haar aantal leden verdubbelt ook
meteen de bestuursonkosten moet verdubbelen?
Die behoefte is toch nergens door gemotiveerd.
Het totaal bedrag vajn bestuursonkosten van alle
vakvereetnigingen tezamen is 4.250.000 (pl.m. fi '50
millioen). in 1920.
Dit bedrag van vijftig millioen gulden werden door
de arbeiders in één jaar betaald voor bestuursonkosten
hunner vakvereenigingen- Daarin zijn de uitgaVen voor
directe politieke doeleinden, niet begrepen.
Wanneer wij nu eens 'het jaar 1911 met dat van 1918
vergelijken, dan komt men tot een ^verrassend resul
taat.
T-ot 1922 hielden de Engelsche Trade Unions zich
aflrtijjdig van de Politiek vanaf 1912 tot 1918
nam de deelname in politieke quaesties voortdurend toe
etn eindigde iu- deelname in politieke werkstakingen.
De uitgaven per hoofd in die twee jaren bedroegen:
aan uitkeeringen aan politiek aan bestuurs-
s d
1911 20 6 nihil
1918 8110 6 d
In 1918 bedroegen de contributies der leden tezamen
6.231.618, de uitkeeringen (incluis stakingsuitkeerin-
gein) 2.225.395, de 'directe betalingen voor politieke
doeleinden 130.460 en de bestuursonkosten 2138.481.
Zoodat i/8 van de contributies der leden opgaan aan
bestuursonkosten en politieke doeleinden tezamen de uit
keeringen per hoofd) overtreffen.
Dat was 1918, terwlij in 1920 dé bestuursonkosten
eventjes met 100 pCt. zijn vermeerderd.
Er is een merkwaardig verschijnsel te constateeren.
De Vakvereenigingen die zich hielden aan het oorspron
kelijke doel en bleven buiten de politiek hebben véél
geringere bestuursonkosten dan die welke aan politiek
doen. Van de laatsten een yoorbeeld.
De Transportarbeidersvereeniging had 408.164 be
stuursonkosten bij een inkomen van 857.108, dus
bijna de helft der contributies ging op aan bestuurson
kosten.
Ik zal mii niet begeven 6p het terrein der al niet
volgehs de Engelsche wet invulling der balanseh en
gegevens.
Van zelf sprekend' is bijna, dat samftiige vereenigingen'
keurig rekening en verantwoording afleggen en anderfcn
op de manier van de kostschooljongens: de rest aan
pennen.
Of zooals de huisvrouw boekte: Ontvangen van Jan
f 10. Uitgegeven: alles. Maar laten wij eens zien hoe of
andere vereenigingen, die ook uitkeeringen aan ledbn
dooi, hunne bestuursuitgaven regelen-
De Ancient Ordens of Foresters Friendly Society gaf
de volgende cijfers over 1920. Aantal leden 19923.
Contributie van leden 22.888. Ziekte en begrafén^-
uitkeeiingcr 21.482. Bestuursonkosten 3.364.
Dat is dus een geheel andere verhouding tussofn.i
bestuursonkosten en de contributie van leden dan bij
de Trade Unions.
Toch gaan dde bestuursonkosten nog over andere in
komsten dan alleen het beheer der contributies, wan't
naar een orthopedisch hospitaal gebracht moest wor
den, waar hij de nieuwe kunst om met een kunst
voet te loopen zou leeren. Hij nam afscheid van haar
met herhaalde betuigingen van onsterfelijke toege
negenheid. Voor zijn Jolante-moeder zou hij zijn
hartsgeheimen nooit verbergen. Als zij nu werkelijk
een gelukkig leven wilde hebben, moest zij met liet
verplegen ophouden de Hemel wist, dat zij het
hare in den oorlog gedaan had en een echte moe
der voor hem zijn. Zij glimlachte door haar tra
nen heen. „Belachelijk kind!" noemde zij hem.
„Je schijnt te vergeten", zeide hij, „dat jij hei
eenige "vrouwelijke wezen bent, dat met mijn familie
in verband staat, waarom ik iets geef. Ik heb je
aangenomen en vergeet het niet. Wanneer ik mijn
voet heb, z^l ik loopen als een sergeant-majoor en
je bij je verpleegstersmutsje pakken en mee ga je".
Zij lachte en trachtte in te stemmen met zijn
vroolijkheid; maar toen zij het laatste zwakke ge
luid van den auto op het kiezelpad gehoord had,
ging zij naar haar kamer en huilde zooals zij in ja
ren niot gehuild had
HOOFDSTUK XVII.
Nu Godfrey niet meer in Godalming wa9, verhuls-
de Baltazar naar een gemeubileerd huis in Londen.
Er bestond nu geen énkele reden meer om In liet
dorpslogement te blijven. Bovendien namen boeken
en andere dingen te veel ruimte in. Marcelle, die
dringend om advies gevraagd was, raaddo met haar
practischen zin een etage of een klein huisje aan,
dat hij zelf kon meubileeren; en zij bood hem, voor
zoover haar werk dat toeliet, daarbij haar hulp aan.
Hij ging echter niet op haar plan in. Er moesten
kamers zijn voor Godfrey en Quong Hb, wanneer zij
in de stad mochten komen; kamers voor het per
soneel; fatsoenlijke zitkamers, zoodat de bewoners
niet verplicht zouden zijn op elkaar te hokken; ter
wijl er bovendien nog voldoende ruimte over moest
blijven voor Marcelle, voor het geval zij van idee
veranderen mocht. Van wachten op schilders, stof
feerders, behangers en electriciens wilde hij niet hoo
ren. Het zou maanden duren voor deze met hun werk
klaar waren. Hij wilde dadelijk in een gemeubileerd
huis trekken en verder gaan met den oorlog. Zulk
een huis had zijn vriendin Mrs. Jackman hem aan
de hand gedaan. -De eigenaar arme kerel was
gesneuveld en had een vrouw en een jongen van
dertien jaar met beperkte middelen achtergelaten.
Daar haar financieele toestand niet toeliet, dat zij
in het huis een in alle opzichten mooi huis in
Sussex Gardens bleef wonen en zij het toch ook
niet wilde verkoopen, zou zij het hen» graag voor
nren heeft ooft nog hel beheer der fondren en andere
beleggingen,
Laten wij een ander vwbeeld nemen' Manchester
Unity of Oddfellows.
Ledental In 1920. Volwassenen 928.003, minderja
rigen 128.224, weduwen 14.637, aar-.iesloten vereenigïn-
getn 4401, eereleden 4836. totaal 1/miOl. Totaal or*
vangsten 2.626.212. Beheersonkorten 360.532, of
131/2 pCt. van de ontvangsten. Uilkeeringsonkosten
1.521,568, totaal 1.882.100. Aparte rekening wordt
gehouden voor alle beheers onkosten. De leden betalen
apart voor bestuursonkosten en onkosten, die op de
uitkeeringen vallen. De leden hebben een volledig
overzicht van alle onkosten, die op hel beheer (bestuur)
betrekking hebben.
Wanneer men voor dc bestuursonkosten der OddM-
low en der Forresters ziet dan bedragen die hoogstens
14 per cent over de contributies der ledenf.
Laten wij pu aannemen, dat het beheer van een
Trade Union grootere moeilijkheden met zich brengt,
o.a. door legitimatie,dan zal dit toch met 28 pGt
van de contributies goed betaald ziin. De Trade Union»,
die niet '-opn politièk doen hebben dan ook ivrdea*
minder dan meer dan 28 pCt onkosten, zelfs zifn er
die het nog winnen door onder de 14 pCt. te jilijven.
Er zijn echter Trade Unions, die 60 pCt. bestuurson
kosten nebben en liet gemiddelde percentage is 35 pet.
van de contributies der leden (1918) en sedert 1918
meer.
Wanneer men bi} de Bestuursonkosten gaat tellen
de bijdragen aan politiek en aan Federaties dan komt
mein op 40 per cent in 1918 en later nog hooger
percentage.
Het gemiddelde in 1918 was als volgt:
Het Trade Union-lid betaalde 1.5.6. Aan uitkee
ringen werd betaald 9.1. Voor bestuursonkosten en
politiek werd betaald 9.11. Hetgeen dus voor „kwade
dagen" laat 6.6.
Indien de Trade Unions het beheer der Loges Odd
Fellows en Foresters gevolgd hadden dan zou er voor
de „kwade dagen]" ider vakvereenigingsleden 11 s. 10y2 d.
j'niplaats van 6 s. 6 d. over zijn, dus bijna het dubbele.
Laten wij nu eens de verschillende vakvereenigihgea
met elkaar ^vergelijken.
De cijfers,zullen van 20 Trade Unions het percentage
aantoonen van bestuursuitgaven te opzichte van con
tributies der leden. Die „politieke" Vakvereeniging heefltf
steeds het hoogste dus voor de leden ongunstigste
percentage.
Percentage van bestuurs
onkosten ten opzichte van
contributies der leden.
12
Naam der Trade Unioin.
Stucadoors
Staal- en LTzerindustrie 13
Gezamenlijke machinisten en Btokers 18
Yorkshire mijnwerkers 23
Huis- en scheepsschilders 24
Lekenbleekens en-ververs 27
TextieAverkers Staffordshire 27
Stratenmakers 34
Werklieden Vereeniging' 86
Textieiwerkers (Yorkshire) 89
Zuid-Wales mijnwerkers 44
Spoorwegpersoneel 47
Timmerlieden 56
Kleermakers 7
Landarbeiders 59
Dokwerkers 59
Wolwevers 50
Electriciens 61
Spoorwegklerken 63
Wat zijh Pu de Bestuursonkosten? Zij "konden
'nf i e t in de stekingsuitkeeringen, noch uitkeerihgfcn aan
aöldere Vakvereenigingen, noch de bijdragen aan een
Federatie van V. V., noch de omslag voor directe poli
tieke bijdragen.
Hier volgt echter de specificatie der Bestuursuitgaven(
van de Nationale Union van Spoorwegpersoneel.
Totaal aan bestuursuitgaven 255065 (f 2.500.000)
te verdeeïen als volgt:
Salarissen en vergoedingen Ban bestuursleden 80.624
Salaris accountant 280
Kantoorhuur, belastingen 7.894
Papier, drukwerk en porti 55.504
Uitgaven van gedelegeerden en deputaties (ex-
cluis reiskosten)
Reiskosten
A'ridere bestuursuitgaven
In deze andere uitgaven zijp, niet begrepen de pn>
ces- en advocaatkosten, welke nog eens 38560 be
dragen.
23.947
3.512
83.302
Vervolgens wil jk ïl e$p dergelijk overzicht
van de Zuid-Wales Mijnwerkers Federatie.
Totaal bestuunsuitgaven 1.561.163.
Salarissen en vergoedingen aan bestuursleden
Salaris accountant
Huur enbelastingen
Papier, drukwerk ,en porti
Uitgaven van gedelegeerden en deputaties (ex-
cluis reiskosten)
Reiskosten
Andere bestuursonkosten
geven
40.370
1.402
'529
7.114
42.601
7.345
56.590
onbepaalden tijd gemeubileerd verhuren, Hij waa
gewend aan ruime woningen. Zijn huis in Chen
Chow besloeg bijna een are. In zijn ballingschap op
Spendale Farm had hij vrij kunnen ademhalen. Het
logement in Godalming was op zijn manier heel
aardig, maar nu en dan had hij dolle opwellingen,
om de muren van zijn zitkamer weg te rukken. Wat
mankeerde er toch aan Sussex Gardens?
„Het is buitensporig groot Je zal vier of vijf men-
schen moeten hebben, om het in orde te houden. En
waar wil je die in dezen oorlogstijd vandaan ha
len?"
„£e zijn er al. Een keukenmeid zal als huishoud
ster optreden
„Je zult van alle kanten bestolen worden"
„Kom jij me dan redden".
Zij lachte. „Ik heb lust het te doen, alleen uit me
delijden met jou."
„Medelijden is niet voldoende, liefste".
„Dan zal je je eigen weg moeten gaan".
„Dat zal lk ook. Misschien kom je nu en dan
eens naar Sussex Gardens om Godfrey op te zoeken.
En misschien Quong Ho?"
„Ik zou zelfs kunnen komen om John Baltazar op
te zoeken", zeide Marcelle.
Dus nam Baltazar zijn Intrek in het groote huis,
en wijdde zich geheel aan den oorlog. Weken en
maanden verliepen. Quong Ho begon te Cambridge
onder de welwillende leiding van dr. Sheepshanks
zijn Grieksche studiën en schreef zijn vroegeren leer
meester interessante indrukken over de universiteit,
Sheepshanks schreef geestdriftig over de rara avis.
„Hij zal een monument worden voor Jouw prachtig
cn menschelijk onderwijs. Wat zou ik graag ?ien,
dat Je weer bij ons terugkwam". Maar Baltazar had
andere dingen te doen. Nadat hij zich naar zijn
zin ingericht, Quong Ho naar Cambridge gestuurd
en zijn verhouding .tot Marcelle op den ouden voet
geregeld had, had hij zich hals over kop in den oor
log gestort. Anderen ploeterden daarin rond, ver
moeid door de inspanning der laatste jaren. Hij
kwam er frisch in, met nieuw vuur en ongeëvenaar
de kracht van geest en lichaam. Met een frisch,
scherp oordeel ook, daar hij in de eenige positie was
van iemand, die een historisch perspectief had. An
deren hadden de noodlottige jaren meegemaakt en
konden hun geest niet bevrijden van de tallooze zij-
stroomen, die dag aan dag, ja bijna uur aan uur
door hen gewarreld hadden, zoodat zij, ondanks al
hun hartstochtelijke vaderlandsliefde, den hoofd
stroom niet konden zien. Baltazar kon zijn krachtig
intellect aanwenden voor een nauwkeurig bestudeer
den toestand.
„We zitten allemaal met onze handen in het haar",