LENGHAUS'
TERUG IN HET LEVEN.
Zaterdag 17 Juni 1922.
65s(e Jaargang. No. 7043.
TWEEDE BLAD.
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
Vakkundige behandeling,
Solide Stoffen,
Prima afwerking, vlugge aflevering,
KLEEDERMAGAZIJNEN
te Winkel en Hoogwoud
MARCHANTS ANTWOORD.
Do Socrotaris van den Vrijheidsbond, Mr. Boon,
hooft enkele dagen geledon een open brief gepubli
ceerd, waarin hij Mr. Marchant (naast verschillende
vriendelijkheden aan de Vrijz.-Democraten) tartte het
bewijs te leveren, dat de groote groei van den Vrij
heidsbond humbug was, in welken geest Mr. Mar
chant zich daarover had uitgelaten. Mr. Marchant
hoeft nu het volgende antwoord gezonden:
Den Weled. Gestrengen Heer mr. G. A. Boon,
Alg. Secr .v. d. Vrijheidsbond, Princesse
gracht 6a, Den Haag.
Weled. Gestr. Heer,
Gisteren bereikte mij te Zwolle Uw brief d.d. 8
Juni 1.1., waarin Gij mij kennis geeft, dat Gij een
daarin weergegeven schrijven „aan de bladen hebt
gezonden". Ik moet aannemen, dat het een „open
brief" is, aan mij gericht en waarvan Gij mij na de
publicatie afschrift heot doen toekomen.
Onder dankbetuiging voor Uwé welwillendheid
spreek ik, mijn vreugde erover uit, dat Gij mij aldus
gelegenheid hebt geschonken om U eens de waar
heid te zeggen.
„De Vrijheidsbond", zoo schrijft Gij, „is gewoon de
vele „welwillende artikelen", die De Vrijzinnig-De
mocraat wekelijks aan hem wijdt, naast zich neer te
leggen."
Reeds dezen, aanhef is niet juist. Het laatste num
mer'van „De Vrijheid", van 7 Juni, wijdt drie artikel-,
tjes aan publicaties onzerzijds. In dat nummer heeft
Uw orgaan ook reeds^eantwoord op de humbug-pas
sage. Het noemt mij daarin „een brekebeen". Boven
dien besteedde Uw teekenaar aan mijn partij veel
van zijn krachten. De Vrijheidsbond legt alleen
naast zich neer wat hij aan de lezers van zijn eigen
orgaan niet durft mededeelen.
Uw brief geeft daarvan weder het bewijs. Terwijl
Gij protesteert tegen don in de V. D. vermelden „hum
bug", gaat Gij de „leugens" die U en Uwer partij in
hetzelfde stukje worden te laste gelegd, stilzwijgend
voorbij. Gij kunt ze niet weerleggen, en de kiezers
moeten zoo min mogelijk te weten komen, dat °zij
door U worden misleid.
Gij spreekt van „kleinzielige verdeeldheid". Gij
hebt zelf nog in het voorjaar van 1919 de organisa
tie van de vrijzinnigen in tweeën voorgestaan. Gij
hebt mij destijds telefonisch gezegd, dat de Liberale
Unie met mijn partij moest samensmelten en dat de
Liberale Unie van de behoudende elementen moest
worden gezuiverd. Toen was dit denkbeeld dus niet
„kleinzielig". Gij hebt in 1921 de toetreding ge-
wenscht van mijn partij tot den Vrijheidsbond.
Thans deelt gij ons in bij de socialisten. Hoe is dat te
rijmen?"
Gij hebt de uitdrukking „humbug" vervangen door:
„do Vrijheidsbond liegt dit". Gij noemt dit een ver
taling in „goed Hollandsch". Houd mij ten goede:
uw uitdrukking is wel goed Hollandsch, doch de
vertaling deugt niet en ik ben alleen aansprakelijk
voor hetgeen ik heb geschreven.
De reclame voor uwe partij is humbug geweest van
meet af. Toon gij nauwelijks aan het werk waart,
hebt gij de bladen laten berichten, dat gij 200 nieuwe
leden inschroeft per dag. Ik heb toen aan een der
uwen opgemerkt, hoe jammer het was, dat de ver
kiezingen reeds zoo spoedig werden gehouden. Met
73.000 leden per jaar zoudt gij weldra geheel Neder
land hebben veroverd. Het antwoord was. „dat zijn
natuurlijk af deelingen van de Liberale Unie, die
overgaan".
Zoodanige berichten noem ik humbug. Gij moodigt
mij thans uit, uw secretariaat te komen bezoeken, opdat
mij „do bewijzen worden geleverd, dat uwe partij in
derdaad <tö8 afdeelingen telt, en zijn ledental ae 50.000
reeds dicln genaderd is."
Ook. deze uitnoodiging is humbug. Dat 'de omvang
uwer organisatie ernstig weik is, wordt door het ovetrr
lcggen van een stamboek iniet bewezen. Ook in een 'boek
kan de humbug gesloten Ifggen. De afdracht der contri
buties, van elke af deeling kloppende mét hét lédental',
zou een aanwijzing zijn, doch nóg geen afdoende bewiis.
Het aantal uwer afdeelingen en uw ledental kunnen hiet
reëel zijn cn van blijvende betcekenis. Ik herhaal: dat
ziet ieder in, die woei wat aan organjseereln vast is.
Gij zendt een ontslagen secretaris van onze partij het
fand door Hij tracht me.nschen, die 'bfj óm zijn
aangesloten, door persoonlijk bezoek over te halen om
hem bij het 'stichten «ener afdeellng le helpen. Dé
buit, dien zoo iemand binïien krijgt, is niet van goed
gehalte. Ik moge u verder kortheidshalve verwijzen naar
het stukje van den heer 'J. W. Sprenger, ijn de Vrijz.
Dem. van 10 Juni, omtrent de methode vain leden werveai
te Breda en Girmekelu. Te Leeuwarden hebben leden
van onze aïdeeling eeai kwitantie van dbn Vrijheidsbond
ontvangen. Zij waren "jaren geleden lid "geweest va'n de
vrijzinnige kies vereeniging. Het is een voorbeeld uit
vele.
Hierbij heb iknog geen rekening gehouden met uwe
rijke verbeelding. Juist neem ik kennis van eek ingezon-
nden stuk van otnzen vriend Wégner in het Nieuwsblad
van West-Friesland v^n 3 Juni. Toen hij te Avenhorn
u aanviel over het subsidie van vijf mlllioen aain de
Zuid-Afrikalijn, dat uwe fractie hielp voteeren ondanks
de afwijzing van overheidssteun fin uw program, hebt gij
geantwoord ,,dat 'de vnj'zinnfg-democrateln 'hun stem
hadden gegeven aan het'subsidie voor dein Hollandschen/
Lloyd. De heer Wagncr zweeg; hii had de Handelingen
van 1907 noch in rijm hoofd, noch Ih zijh zak. Hij dacht:
als mr. G. A. Boon, ernstig candidaat en algemeen
secretaris van den Vnjhéidsbond, het 'zegt, zal het wei
juist zijn. Bij onderzoek bleek de waarheid: de vrijz.-
dem. hebben tegengestemd. Die verbeeldingskracht Kan
u ook op ander terrein parten spelen.
Ten slotte dit. Op mijn bureau vond ik dezer dagen
liggen een instructie voor uwe propagandisten van de
hand van uwe partijgenoot© de Hoog WelGeborm
Vrouwe baronesse Van Heerdt tot "Eversberg. De in
structie geeft aan, hoe uwe propagandisten de Vrijz. Dem.
moeten bestrijden. Een van de weinige zakelijke opmer
kingen die daarin voorkomen is deze ,dat de vrijz. "Dem.
zijn voor Staatserfrecht. Dat beteekent,'zoo leert zij, den
ondergang van oinze tinancièn.
Het is alweer niet 'waar: het 'Staatserfrecht staat
niet in ons program. Wel waa -ris dit: bij de Tweede
Kamer ligt nog ter tafel een initiatief-voorstel tot
invoering van Staatserfrecht Het 'is echter niet Vait
ons Vrijz. Dem., doch 'van uwen leider Treub, mede
oinderteekend door zijne fractiegeinooten, thans jLh den
Vrijheidsbond. Zij zijn het dus, die, volgens de instructie*,
onze ünanciön willen vernietigen.
Voor deze propaganda bieden u vooral de politiek
ongeschoolde vrouwen een guinstig terrein.
„Oderint dirnu metuamt", schrijft gij hetgeen, goed
„in goed Hollandsch vertaald", wil zeggen: Jöat neku
halen, als zij maar beng voor u kijnInderdaad: ik
vrees in de onwaarheid en dein humbug, die de huidige
actie yan uwe partij karakteriseeren, in tegenstelling
met die van alle apdere oudere partijen, ©en kwaad;
Minder voor jnijn partij wanit gij werkt haar Iniet
weg, hoe gaarne gij zoudt willen dan voor. 'het
publieke leven in het 'algemeen-
Afschrift van dezen brief, die helaas "langer moest
worden dan de uwe, zal ik aan bet Correspandentiebu-
reau zenden, nadat gij daarvan hebt kunnen Kennis
nemen.
Hoogachtend, Uw dw.
(w.g.) MARCHANT.
DE VEEWET.
Uit '8 Gravenhage, 15 Juni. In de Staatscourant
van hedenavond zijn opgenomen de voorschriften
ter uitvoering van artikel 74 der Veewet. De voor
schriften betreffende de wijze, waarop de dieren,
waarvan het vleesch aan keuring onderworpen is,
worden geslacht; de gemeenten en de plaatsen, waar,
alsmede de tijdruimten, waarbinnen vleesch ter keu
ring kan worden aangeboden, de regelen voor de
keuring, de sterilisatie, de onbruikbaarmaking als
voedingsmiddelen en de vernietiging en de wijze
waarop de merken worden ingericht en aangebracht.
DE TABAKSBELASTING.
In Wageningen en Veenendaal is aan eenige hon
derden werklieden op sigarenfabrieken ontslag aan
gekondigd.
WONINGBOUW MET RIJKSVOORSCHOT.
De minister van Arbeid maakt bekend:
dat. in verband met de voortgaande daling van de
bouwkosten de huur van met Rijksvoorschot inge
volge de Woningwet te bouwen arbeiderwoningen,
waarvoor op 14 Juni jl. de aanbesteding nog niet
heeft plaats gehad, ten minste moet bedragen 80 pet.
van de exploitatie-uitgaven:
dat in verband met den grooten toevloed van aan
vragen om de premie, welke ingevolge het K. B. van
8 Nov. 1920, voor zoover de beschikbare middelen het
toelaten, ten behoeve van den particulieren woning
bouw wordt verleend, niet de zekerheid kan worden
gegeven, dat op alle aanvragen, welke reeds bij het
Dep. van Arbeid of bij den hoofdinspecteur van de
Volksgezondheid, den heer Van der Kaa, zijn ingeko
men, of welke alsnog mochten worden ontvangen,
geheel of ten deele gunstig zal kunnèn worden be
schikt. St. Crt.
LUTJEWINKEL.
Tot assistent aan de Coöperatieve Zuivelfabriek
„West-Friesland", alhier is benoemd de heer L. Oli-
vier van Bolsward.
AARTSWOUD.
De kermis behoort hier weer tot het verleden. Deze
kenmerkte zich door buitengewone stilte, mede een
gevolg met het gelijk zijn te Opmeer. Zelfs Dinsdags,
den avond voor de oudere, was zeer stilletjes.
Naar het Engelsch van WILLIAM J. LOCKE
Voor Nederland bewerkt door W. A. J. ROLDANUS Jr.
Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht.
36.
„Hoe weet u dat?* vroeg zij, terwijl er een harde
trek in haar oogen kwam. „Godfrey is toch zeker
niet zoo'n zij zocht naar een woord „zoo'n stom
meling geweest het u te vertellen."
„Godfrey heeft mij niets verteld. Daar kunt u ze
ker van zijn. Trouwens zijn woede tegen mij spréékt
boekdeel en".
„Hoe weet u het dan?"
„Dat is mijn zaak", glimlachte Baltazar. „Lady Ed-
na ging hij dan voort „vindt u niet, dat mijn op
treden hier als père noble u in een eenigszins ab
surde positie brengt?"
„Ik zal het u, zoolang ik leef, nooit vergeven", ant-
voordde zij met witte lippen.
„Ik heb natuurlijk gerekend op de gevolgen van
uw koppigheid".
„Wat wilt u doen?"
„Als u vol blijft houden, u mijn ongewenscht ge
zelschap op te dringen, zonder bagage precies zoo
als Godfrey".
„U begon zij verontwaardigd. En dan plotse
ling: „O, mijn God!" En zij greep hem bij zijn arm.
Hij volgde haar blik over het perron en daar stond
dicht bij den boekenkiosk, op zijn ratachtige manier
van links naar rechts kijkend, Edgar Donnithorpe.
HOOFDSTUK XXIL
„U schijnt dat kleine zaakje al heel onhandig in
elkaar gezet te hebben", zeide Baltazar.
„Wat komt hij hier doen?" vroJfe zij woest
„Waarschijnlijk u en Godfrey op heeterdaad be
trappen?"
„Hij moet Godfrey hier niet zien".
„Dat kan makkelijk gebeuren", zeide Baltazar. „Ik
zal dadelijk naar de telphooncel gaan. Maar wat ter
wereld kan uw man op het spoor gebracht hebben?
Welke onvoorzichtigheid hebt u begaan?"
„Ik heb een brief voor hem achtergelaten, om hem
te zeggen, dat ik niet langer in zijn huis wilde blij
ven. Hij is een landverrader".
Baltazar sloeg zijn handen in elkaar. „O, hemell De
gewone stommiteit. En dan van zoo'n verstandige
VERDUISTERING.
In de Haagsche Coöperatieve Voorschotvereeniging
en SpA&rbank is men tot de ontdekking gekomen
van groote fraude.
In verband met de nog steeds bestaande malaise
wilde het bestuur van de vereeniging gaarne een
overzicht hebben van den financieelen toectand op
het oogenblik. Te dien einde was den penningmees
ter opgedragen een balans op te stellen over den toe
stand op 1 Mei j.1. Deze balans moest den 14den de
zer worden overgelegd. De penningmeester aarzelde
evenwel aan de hem gegeven opdracht te voldoen.
Op aandrang van het bestuur in de vergadering van
Dinsdagavond werden hieromtrent nadere inlichtin
gen gevraagd, waarna eindelijk de penningmeester
ertoe overging eenige cijfers te noemen. Deze cij
fers kwamen het bestuur evenwel hoogst onwaar
schijnlijk voor eri het verlangde nadere bijzonderhe
den. De penningmeester, in het nauw gedreven, ver
klaarde daarop ten slote, dat hij reeds gedurende 'n
10-tal jaren gelden van de vereeniging had verduis
terd.
Deze mededeeling verwekte" natuurlijk groote ver
bazing, temeer waar de penningmeester, die reeds
29 jaar zijn functie waarnam, zoowel van het bestuur
als van het publiek het volste vertrouwen genoot. Na
de bekentenis volgde aangifte bij de politie, die de
penningmeester wist te arresteeren. Het totaal be
drag van de verduistering kan nog niet worden op
gegeven, aangezien deze over zoovele jaren loopt,
tengevolge waarvan het boekenonderzoek, dat nog
steeds gaande is, veel tijd vordert.
Hoewel dus nog niets met zekerheid kon worden
geconstateerd de penningmeester noemde wel een
bedrag, maar dat kwam het bestuur eveneens on
waarschijnlijk voor verluidt echter, dat de som
zeer hoog moet zijn. en in de tonnen zou loopen. Hier
tegenover staat echter ook weer, dat de penning
meester verschillende bezittingen heeft, zoowel roe
rend als onroerend goed, waarop beslag zal worden
gelegd.
Ook dragen volgens de statuten de aandeelhouders
de verantwoordelijkheid voor den gang van zaken
en het bestuur is van meening, dat de spaarbank-
houders op den duur niet veel schade van de frau
de zullen ondervinden. Het bestuur doet alle moge
lijke moeite om de quaestie zoo spoedig mogelijk
haar beslag te doen krijgen en het vertrouwt, dat de
spaarbankhouders haar daartoe in de gelegenheid
zullen stellen. Hedenochtend kwamen reeds verschil
lende spaarbankhouders hun gestorte gelden terug
vorderen.
BEVOLKING.
Overzicht van den loop der bevolking in eenige ge
meenten van Hollands Noorden in het "jaar 1921.
Alkmaar 31 Dec. 1920 24236, 31 Dec. 1921 24787; Anna
Paulowna 4165, 4130. Barsingerhorn 1872, 1809; Broek
op Langendijk 2245, 2238; Callantsoog 957, 999; Haren-
kerepel 2977, 3015; Heerhugowaard 4265, 4296; Helder
28912, 28666; Hoogwoud 2065, 2080; St Maarten 1312,
1291; Nieuwe Niedorp 1717, 1704; Noordscharwoude
1733, 1747; Oude Niedorp 1244, 1260; Oudkarspei 1873,
1827; Petten 371, 367: Schagen 3592, 3632; Schoor!
1721, 1774; Warmenhuizen 2064, 2068; Wieringen 3121,
3150; Wieringerwaand 1148, 1127; Winkei 1642, 1678;
Wognum 1906, 1906; Zuidfecharwoude 1732, 1729; Zijpe
4732; 4712.
UIT HET FRIESCHE VEEHOUDERSBEDRIJF.
Een der correspondenten van het 'Hdbl. heeft infor
maties ingewonnen bij een veehandelaar en een veehou
der, beide betrouwbare menschen, over den toestand
van het veeLoudersbedrijf.
Volgens den veehandelaar is de toestand van dien
aard, dat, houdt deze nog eenigen tijd aan, de koeien
niets meer waard zullen zijn- Nu reeds wordt melkvee
van goede kwaliteit verkocht tegen f 120 a, f 140 per
stuk. In ongeveer drie weken is ae prijs 50 pCt gedaald,
tengevolge van verschillende oorzaken, maar vooral door
de droogte en daardoor slechten grasgroei.
De boeren moéten door gebrek aan voeder veê afzettèm,
terwijl er geen is, die koopen gaat
Voor een paar weken kon Frankrijk nog van ons vee
gebruiken, dat is ook opgehouden, ook daar is het weer
VINDT MEN IN
te droog voor het veehoudersbedrijf.
De veehandelaar, met 'wien we spraken 'had uit één
dorpje aanbieding gekregen om 40 koeien te komen
koopen. Hij was er niet ééns heengegaan om de dieren
te zien, want hij; zag geen kans ze weer te verkoopen.,
Stieren worden nog gevraagd voor de slachtbank
omdat het vette vee zeer schaarsch is. Vandaar dan
ook, dat ondanks de goedkoopte rva,n melk- en kalfvee de
prijs van vette koeien vrij' hoog en constant "blijft. De
veehouder was niet minder pessimistisch gestemd dan
de veehandelaar, èn door de droogte èn door de lage
prijzen van zuivel en vee.
Hij houdt een beslag vee van ongeveer 20 melkkoeien,
de door hem gehuurde boerderij bestaat uit landerijen
van goede kwaliteit,^gelegen in een polder en dus niét
uit hooggelegen zandgronden bestaande, die zeer onder
de droogte lijden.
De man was aan het 'maaien valn' de eerste snede, de
opbrengst was ongeveer 60 pCt. vau, het gewone kwan
tum, dus nog al redelijk bij anderen vergeleken, waar
die opbrengst daalt tot 30 pGt. en nog' lager soms.
Hij had dezer dagen eens de rekening van zijn bedrijf
opgemaakt, nu de melkkoeien thans vrijwel'de meeste
en beste melk geven.
Hij had de melkopbrengst van thans als-basis genomen
over het geheele jaar en deze vermenigvuldigd met
den huidigen melkprijs per liter jjdie de fabriek hem
uitbetaalt
De mindere melkopbrengst per jaar den tijd, dat
hei melkvee minder melk geeft of in het geheel niet
had de boer bij zijn berekening 'geneutraliseerd, door
het geld, dat "hij uit den aanfok maakt, wat naar
zijne meening geen groot verschil zou geven.
Welnu, hij kwam dan tot een jaarlijksch bedrag
vrwel even hoog als de jaarlijksche pachtsom, zoodat hij
dit jaar als de toestand niet verbetert achtera#
zal hoeren, alle kosten voor onderhoud van zijn gezmj,
die voor uitoefening van zijn bedrijf en belastingen, in
allerlei vorm.
We gingen toen ©en anderen boer opzoeken, een eigen
boer met grooter beslag vee op een boerderij, ook in
een polder gelegen, hoofdzakelijk ook 'uit goede dal
gronden bestaanae.
Zijne mededeelingen omtrent de uitkomsten van zijn
bedrijf klopten vrijwel met die van den vórige.
Zijn jaarlijksche inkomsten zouden, bleef de prijs
van melk en vee zoo /iaag als thans, voldoende zijn voor
zijn uitgaven, maar hij zou geen ©ent kunnen overleggen,
mnw. hij maakt geen rente van kapitaal
Deze eigen boeren kunnen het wel zonder doen, maar
men vergete niet, "dat op den duur de waarde van de
boerderijen en landerijen zal gaan dalen, ais overmij de-
lijk gevolg van de omstandigheden.
Wel beroept men zich op de hooge huurprijzen, die
thans nog besteed worden voor losse hooilanden, maar
die ongehoorde prijzen rijn te beschouwen als een nood
kreet voor velen, voor sommigen, vooral kleine boeren
de laatste noodsprong. Zij zijn gedwongen te huren om
hun vee te kunnen houden; rij hopen op een betere
toekomst en wagen het er dus op te hooge, veel te hooge
pachten te besteden, Maar het eindje zal den last dragenj;
nu al'laat deze waarheid zich gelden.
Hoevele huurders van verleden jaar staan nog bij
de notarissen in het krijt; hoeveel notarissen hebban
uitstel aan de boeren ep boertj es gegeven, medelij dén
hebbende met de arme menschen ,-die'graag willek,
maar niet kunndn betalen. Sommige notarissen hebben
voor! ettelijke duizenden uitstel van betaling verleend,
wat op den duur natuurlijk ook hiet aangaat. De notaris
zou dian ten slotte de dupe worden. Vandaar dat thans
door sommige verkoopera en verhuurders- twee soiiede
borgen van koopera en huurders gevjriaagd worden.
GESLAAGDE LEERLINGEN.
Voor het practijk-ddploma van de Vereeniging van
Leeraren te Amsterdam, examen 30 en 31 Mer j.1. en
voor de correspondentie examens en practijk-diploma
va.n het Nederlandsch Handelsinstituut slaagden respec
tievelijk de heeren I. de Vries, J. Scheringa. P. R
E veraard, G. T. Hanekamp; de dames R. M. Duinker,
D. E. Doeger.G. Mulders en "de heeren Dl. J. Stelling
werf, R. W. Doeksen, W. H. Kersten, allen leerlingen!
van den heer A. v. d. Meij, Leeraar Boekhouden M.O.
CALLANTSOOG.
Woensdag 14 Juni hield de coöperatie „De Tijd
geest" alhier in het lokaal van den heer S. Kos haar;
jaarvergadering.
Aan het uitgebreid verslag ontleenen we het vol
gende:
Het verslag wordt uitgebracht oyer hot boekjaar,
loopende van 1 Januari 1921 tot en met 31 Decem-
BEZUINIGING BIJ DE SPOORWEGEN.
Naar de Tel. verneemt, is een nieuwe dienstrege
ling voor het treinpersoneel; in bewerking. De bedoe
ling is de nieuwe regeling reeds 29 dezer in te voe
ren. Het laat zich aanzien, dat dan het aantal ter
beschikking gestelde treinbeambten belangrijk zal
verminderen.
ber 1921. De algemeene toestand is gunstig. De om
zet in 1921 beliep f 19783.47; het overschot f353.90.
Dit overschot is verkregen na afschrijving van alle
onkosten, zoowel die van inrichtingen der boekhou
ding en oprichting als alle andere, die op het be
drijf hebben gedrukt. Dit overschot zal verdeeld wor
den als volgt: 25 voor het reservofonds, 15 tot
vorming van fondsen ten bate der leden, 5 voor
het personeel en 55 te restitueeren aan de leden.
vrouw enfin l Ik zal zorgen, dat Godfrey niet hier
komt. Wanneer uw man u vindt, gebruik dan uw
hersens. Zeg geen woord, dat u verraden kan".
„Komt u terug??" vroeg zij radeloos.
„Ik zal zien", zeide hij.
Hij ging weg en mengde zich In het dichte gedrang
van soldaten en burgers en vrouwen en bagage, tot
hij bij de rij telephooncellen kwam. Daar vond hij
Godfrey, die ongeduldig op zijn beurt stond te wach
ten.
„Jongen", zeide hij, „thans zijn alle elementen voor
een eerste klas klucht aanwezig. De beleedigde echt
genoot, Edgar Donnithorpe, is ook gekomen. Je moet
je zoo gauw mogelijk uit de voeten maken".
„U hebt hem zeker een wenk gegeven", siste de
jonge man door zijn op elkaar geklemde tanden.
„Je beleedigt je eigen bloed door zóó iets idioots
te zeggen. Ga naar huis en wacht daar tot ik kom".
Godfrey zag de duivelsche oogen en wist toen, on
danks al zijn woede, dat hij een schandelijke be
schuldiging uitgesproken had.
„Ik vraag u wel excuus, sir", zeide hij op zijn hoog-
hartig-militaire manier en liep dan weg.
Baltazar aarzelde. Zou hfj naar Lady Edna terug
gaan of niet? Wanneer Edgar Donnithorpe hen niet
gezien had, zou het beter zijn Lady Edna, onschul
dig verdacht, haar verhaal te laten, dat zij zich al
leen terugtrok in de eenzaamheid van 't bosch, waar
zij zooveel mogelijk verwijderd zou zijn van 4© ge
volgen van zijn politieke schanddaad. Maar wanneer
hij gezien was of Lady Edna bekend had, dat hij bij
haar geweest was, zou het feit, dat hij haar op het
kritieke oogenblik in den steek gelaten had, idioot
uitgelegd kunnen worden. Hij besloot terug te gaan.
Hij zag ze dadelijk tusschen de bewegelijke druk
te: den man, met zijn rug naar hem toe en met zijn
hand aan den wagen, waarop de bagage opgestapeld
was; de vrouw tegenover hem met een ironischen
glimlach op haar lippen. Een duivels mooie vrouw,
vond Baltazar. De jongen had smaak. Hij ging naar
hen toe.
„Ha, Donnithorpe!"
De magere man keerde zich om en toen besefte
Baltazar, dat hij het verkeerde besluit genomen had,
want hij was de laatste, dien de ander verwachtte
te zien.
„Jij? Wat doe jij hier?" schreeuwde hij.
„Stil!" zeide Lady Edna, hem een tik op zijn arm
gevend. „Je bent niet thuis of in het Lagerhuis. Je
bent op een openbare plaats en dadelijk hebben we
een kring menschen om ons heen. Laten we doen als
of we vroolijk zijn en met vacantie uitgaan!"
Edgar Donnithorpe wierp een angstigen blik om
zich heen, om te zien, of zij ongewenschte aandacht
getrokken hadden. Maar de menschen liepen langs
hen heen of stonden in kleine groepjes dicht bij hen,
geheel opgaande in hun eigen zaken.
„Ik vraag je", zei hij op fluisterenden toon, „wat
Je met mijn vrouw op dit station doet".
„Ik breng Lady Edna naar den trein. Was het noo
dig je daarvoor permissie te vragen?"
Lady Edna lachte spottend. „Voor zoover ik de zaak
begrijp, verwachtte mijn man mij hier met uw zoon
Godfrey te zien".
Donnithorpe keek gemeen van den een naar de
ander.
„Hij is vandaag ongeveer twee uur lang bij je ge
weest. Ik had mijn goede redenen, om jullie te ver
denken. Ik ben naar uw huis gegaan, Mr. Baltazar,
en heb naar uw zoon gevraagd. Ik heb uw Chinee-
schen secretaris gesproken Hij zag Baltazar's on-
willekeurigen woedenden blos. „Heusch", ging hij
voort. ,4k moet hem van alle indiscretie vrij pleiten.
Hij kent mijn positie in de Regeering en toen ik hem
zeide, da tik je zoon noodzakelijk over dringende po
litieke zaken moest spreken, heeft hij mij gezegd,
dat ik hem aan Waterloo Station zou kunnen vin
den".
,,J': bent er leelijk ingeloopen," zeide Baltazar mei
een sportenden grijns. ,;Mijn zoon weet evtnveer v.m de
politiek als de zool van mijn laars. Quong Ho neéft
natuurlijk gedacht, dat je mij bedoelde. En je bent hier
heen gekomen en nou zie je, dat ik 'je vrouw naar aen
trein breng. Zij heeft mij getelephoneerd, dat' ze je 'huis
verliet 'dat 'ze bij vrienden ging logeeren 'dat
ziji 'den raad1 van een man van de wereld wilde over
den erastigen stap, dien rij deed f als een eohte
vrouw heeft rij natuurlijk eerst den slap gedaan en
toen om' raad gevraagdi en 'ik' heb mij natuurlijk tot
haar beschikking gesteld. Vindit je zelf niet, dat het beter
is Lady Edma te laten vertrekken? Hier is de kruier. "Go
mee, aan zullen we haar naar haar coupe brengen."
Hij genoot kostelijk. Donnithorpe, overdonderd, plukte
aan rijn snor. De kruier kwam en tikte aan zijn pet.
„Het begint tijd te worden, madam. Be heb de twee
plaatsen gereserveerd.'
„Eén plaats," zeide Lady Edna vlug.
„Pardon, ma dem. Ik dacht, dat u gezegd hadt, dèt de
mijnheer met u mee ging.'
„Eém plaats. Ik hjeb gezegd, dat 'ik nog een mijnheer
moest spreken.
De kruier reed de bagage weg. Lady Edna wilde
hem volgen, doch haar man 'greep haar ruw bij haar
pols.
„Nog ndet"
Laat haar los," beet Baltazar hem1 toe.
Donnithorpe liet haar los, stak zijn hand In zijn
boratzak en haalde er een paar blaadjes papier uit.
„Je hebt gezegd: twee plaatsen. Je was van plan met
hem; weg te gaan. Er zit de een of 'andere truc achter.
Maar ik heb je in mijn macht, mylady. Kijk hier eens
even vóór je w^jgaat.
Lady Edna werd doodsbleek en greep Baltazar's arm
oto jmet te vallen. lm haar haast ha Godfrey's vertrek^
het plannen maken, telephomeercn, inpakken, hei jagen
door Londen omi de vriendin te vinden, wier hulp on
misbaar was, had rij het stukje papier in de geheime
lade met het verouderde plan-vergeten. Thans drong alles
tot haar door. Haar man was al1 'eerder in die lade
geweest Vandaar het artikel' ïn The Morning Gazette.
Haar eerste instinct was het ware geweest. 'Hij was weer
naar de lade gegaan. Zij kon niet begrijpen hoe hij het
mechaniek van de veer ontdekt had. Doch hij had
het stuk papier gevonden, dat zij in haar dwaasheid niet
had vernietigd en wet nog mieer? Als ineon droom
hoorde zij haar man zeggen:
„Ais hij je amant niet is, wat zeg je dan hieraan?
Hier is het bewijs. Dit is een zaak voor krijgsraad en
gevangenis."
Nog steeds Baltazar's arm vasthoudend, wist zij met
inspanning va|n alle krachten hngr zelfbeheerachihg terug
„Jij hond", fluisterde zij.
Baltazar, die besefte, dat de comédie, waarin 'hij fcoo
meesterlijk een rol gespeeld had, uit en een tragedié
daarvoor jn de plaats gekomen was, strekte zijn hand
naar de papieren uit
„Laat ik eens ilen."
„Een eindje achteruit f'
En daar op het benauwde, mot glas bedekte perron,
t®i midden van duizenden menschen misschien, stonden
djie kalm pratende menschen te strijden met het
Dooaiot
„Dat js op jouw papier geschreven. Het is een geheim
van het Ministerie van Oorlog. Het verraadt de geheele
strategie van het opperbevel."
Baliazar klemde zijn lippen op elkaar en rijn op daa
kiemen mfln gerichte oogen brandden als vuur. In
Donnithorpe handen was het document, Godfrev's
doodvonnis.
Dan herinnerde Baltazar rich den schok, dion hit ïn
Sheemhanlks' kamer gekregen had, toen hij voor het cent
een briet van Godlrey gezien had, en Godfrey's latere
verklaring omtrent de overeenkomst van het handschrift.
„Heb ja het gezien? Dat Verraadt allea," ging Don-
nithorpe voort.
„Ik heb het geziens" zeide Baltazar. „Ik 'heb het
voor Je vrouw geteekend." t l*j