TERUG IN HET LEVEN.
Raad Sint Maarten.
Woensdag 38 Juni WM,
65ste Jaargang: No, 70 9-
Uitgevers i N.V. v.b. THAPMAN Co., Scbagen
Uit en Voor de Pers.
FEUILLETON.
Alitimn Rinss-
AlraiMt- LnilinUai
Dit blad verschijnt viermaal pos week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. BIJ Inzending tot 's morgens 8 «ur, wopden Adver-
tontlOn nog zooveol mogelijk ln het oerstultkomond nummer geplaatst.
POSTREKENINO No. 23330. INT. TELEF. no. 20
Prijs per 8 maanden 11.66. Losse nummers 8 cent. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels fl.10, Iedere regel meen 20 cent (bewljsno,
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend-
Verkiezing Eerste Kamer,
Do Nederlandor (anti-r.) zegt van do Eerst Kamer-
verkiezingen onder het hoofd: „Verheug u met beving',
het volgende:
Wij meonen niet, dat de Tweede Kamer, vóór vier
fonr gekozen, nog zuiver weergeeft, wat ln ons volk
wordt gevoeld en gewild. De „vrede", do revolutie, dé
economische depressie, het vrouwenkiesrecht, de ver
brokkeling vooral links 4het zijn even zooveel groote
factoren, die een verschuiving kunnen doen verwachten.
Maar dat de rechterzijde van 52 op 82 klimmen zal,
gelooft niemand. Dus is er onevenwichtigheid tusachetn
do Eerste Kamer en ons volk.
Wij rekenen niet aldus, omdat wij in do Eerste Kamer
een doublure van de Tweede zien of haar daartoe willen
gemaakt zien. De niet-gelijkvormigheid is een 'der goede
redenen voor haar voortbestaan.
Doch thans is het verschil wel "buiten allo proporties
groot.
Hot is de overweging biervan, die ons doet spreken
van getemperde vreugd.
Immers ligt or aldus een buitengemeen zware verant
woordelijkheid op do Eerste Kamer. Wat zij mist aan
kracht doordat zij met weerspiegelt al wat in ons volk
leeft, zal zij moeten terugwinnen door breedheid vat»
zin bij haar fracties cn haar leden.
Het zal moeten blijken, dat onze vijftig senatoren
tezamen gansch ons volk verslaan. Vandaar uit zullen
zij dan de wegen moeten vinden, waarlangs zij handelen
volgens eigen overtuiging en mot het oog op oinjs volk
als geheel.
Dit stelt een zWaren cisch. Doch de eisch is onaf
wijsbaar. Wat den Vrijheidsbond aangaat, het blad noemt
zijn gedrag „stuurloos".
Wij verstaan volkomen de moeilijkheid der positie,
waarin men verkeerde. En om een genomen beslis
sing, welke ook, mits genomen en beslist gehand
haafd, zoudon wij ons nimmer vroolijk gemaakt heb
ben. Juist, wijl do toostand zoo netelig was.
Doch nu staat door semi-officieelo woorden dit wel
vast: mon ovorlogt met vrijzinnig-democraten en so
ciaal-democraten; men komt tot een besluit; een
kwartier vóór do uitvoering trekt men zich terug en
laat do zaak dus over. Waarom? Omdat de leiding
ontdekt, wolken indruk do uitvooring van het besluit
in don lande zou maken.
Wist men dat dan tevoren niet?
Wist men dat niet na hetgeen isvoorgovallen bij
da wothou derskeu zo te Amstordam?
Omdat de leiding blijkbaar haar eigen kring en
heel ons volk, niet kent, daarom moest do Vrijheids
bond wol stuurloos worden.
Wij pleiten geen autocratie van do leiding. Wij
plotten geen karakterloos hoen-en-wedordeinen om
hetgeen „men" iodor oogenblik blijkt of schijnt
te willen.
Noch hot oon noch het ander.
Daar tusschon door loopt do weg.
Stevige kennis van wat leeft in don kring; daar
na handvaat werken aan het genomon besluit.
Maar.plotseling ontdekken, wat leeft in
don lande, dat moot voor een leiding ondenkbaar zijn
Doet bet zich voor, dan is de groep stuurloos.
En dan gobouren er per se ongelukken.
Naar het Engelsch van WILLIAM J. LOCKB
Voor Nederland bewerkt dooc W. A, J.ROLDANUS Je.
Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht.
39.
„Wat beteekent dat bedanken van Jou? Ik dacht,
dat het het eenige in Je leven was, waarvoor je
werkte".
„Ik vind", zeide hij, „dat ik mijn land beter op an
dere manieren kan dienen''
Zij bracht haar hand naar haar voorhoofd.
„Hoe?"
Hij keek haar strak in haar oogen. Waartoe dien
de het omwegen te gebruiken? Vroeger of later zou
zij toch de waarheid moeen hooreru
„Door naar China te gaan."
Zij staarde hem met een open mond aan.
„China?"
„Waarom niet?"
Met zijn handen diep in de zakken van zijn smo
king stond hij met het air van een veroveraar van
zijn teonen op zijn hielen te wiegelen.
„Ik weet moor van het binnenland van China dan
wie ter wereld ook. Ik ga met een uitgebreide vol
macht om twee of driehonderd millioen menschen
samen te brengen., een goede regeering in te stellen
en de Duitschers uit to roeien. Honderdon mannen
kunnen mijn baantje hier in Engeland waarnemen.
Maar degenen, dio dat in China kunnen, kan je op
do vingers van eon verminkte hand tellen."
„Het gaat allemaal zoo plotseling".
„Dat is nu eenmaal mijn gewoonte, zooals Je lang
zamerhand weten moest", lachte hij.
„Maar je hebt altijd gezegd, dat je China haatte
dat je liever wou sterven ,dan daarheen terug gaan"
„In dezo dagen moet jo soms dingen, dio je haat,
doen ter wille van jo land".
Verdoofd door zijn modedoelingen, liot zij zich in
een stoel vallon.
„Hoe lang blijf jo weg?" vroeg zij.
Hij haalde zijn schoudors op. „Jaren mischion.
Wie zal het zoggen?"
„En wanneer vertrok je?"
„Zoodra ik hior weg kan. Laten we zeggen over
een dag of veertien." Zij schudde haar hoofd en koek
naar den grond, terwijl zij kleine gobaartjes met haar
vingers maakte. „Kijk eens, boste meid zeide hij,
„behalve mijn persoonlijke oorzucht, dio ik voorloo-
pig uit mijn leven geschrapt bob, is er niet veol, dat
mij hier houdt Tegenover Quong Ho heb 1V; mijn
plicht g®Hij sa W Qvabï&öige op wieg inamat bs
Vergadering op Dinsdag 26 Juni 1922, des morgens
10 uur.
Voorzitter do heer A. Klerk, burgemeester-secre
taris.
Aanwezig alle leden. e
Na opening der vergadering volgt de lezing 6.a
goedkeuring der notulen.
Ingekomen is een rapport van don accountant
Sclioorl, over den toestand van het electricitoitsbe-
drijf. Meegedeeld werd, dat alles ln nauwkeurige or
de was.
Was ingekomen het bekende verslag van de com
missie uit de Platelandsgemeenten, over do behan
delde zaken van algemeen belang, zich in hoofdzaak
bepalend tot uitvoering vleeschkeuringswet, bezoe
ken van buitenkinderen aan de onderwijsinrichtin
gen te Alkmaar, enz. enz.
Van den minister van Oorlog was bericht ingeko
men, dat was uitbetaald een bedrag van f31.50. Dit
betrof een door den Burgemeester indertijd aan de
Wed. Groenveld te Stroet uitbetaalde kostwinners
vergoeding. Eorst was de minister niet genegen dezo
terug te betalen, thans geschiodde dit och tor nog.
Van God. Staten was goedkeuring ingekomen op
verschillende raadsbesluiten, als af- en overschrij
vingen, betalingen onvoorziene uitgaven, auppletoiro
begrooting, kohier Hoofdelijken Omslag.
Was eveneens ingekomen verslag Noorderstoom
tram en eveneens dat van de gasfabriek te Wormen-
buizen. Zullen voor de leden tor inzage liggen.
De heer G. Bruin, had bericht ingezonden, dat hij
de benoeming tot secretaris van het Armbostuur aan
nam.
Was ingekomen van Ged. Staten een afwijzende
beschikking op een reclame van den heer IX A.
Blom, tegen zijn Hoofdelijken Omslag.
De toeslag Rijksuitkeering was ontvangen, tot eon
bedrag van f280.87.
Er moet worden ingezondon een tweetal voor
drachten voor zotters. B. en W. bevelen aan voor
dracht vacature J. Visser: no. 1. A. Nottelman, no. 2
J. Schoorl, Aftr. G. Bruin K.Gz.: no. 1. G. Bruin
K.Gz. en no. 2 D. Schermerhorn. Na stemming wor
den deze beide voordrachten vastgesteld.
Er zijn ingekomen verschillende adressen tot in
voering van de Prov. Waterleiding. Eerstens was in
gekomen een adres van het bestuur van de zuivel
fabriek „De Tijdgeest". De vennooten, allen inwo
ners dor gemeente St. Maarten, vragen intrekking
van het vorig raadsbesluit, waarbij tot nlet-aansluL
ten werd bosloten. Als redenen werden aangevoerd
dat de drinkwatervoorziening allertreurigst was.
Er werd slootwater gebruikt, wat hoogst nadeelig
was voor do gezondheid. Het slootwater was voor de
zuivelbereiding ongeschikt en verspreidde in do fa
briek eon verderfelijke stank. Ook als boenwater op
do boerderij was het zeer nadeelig.
Dit adres was geteekend door den secretaris, G.
Bruin en andere bestuursleden.
Was ingekomon een adres van 22 bewoners van het
Rijp je, dio verzoeken om do aansluiting aan de
Prov. Waterleiding nogmaals in besproking te bren-
gon. Van Eenigenburg vragen 20 ingezetenen alsnog
aansluiting aan het Prov. Waterleidingsbedrijf. De
kosten konden niet opwogen tegen do voordeelen.
Zij die de vorige lijst tot niot aansluiting hadden ge
teekend, vroegen om het te beschouwen als hadden
zij dat niet gedaan, omdat hen thans was gebleken
dat de kosten niet zoo bozwaarlijk waren als hen
was voorgesteld.
Toen volgde nog een adres van 77 personen uit
roomdheid. Godfrey zit tot het einde van den oor
lof in Frankrijk. En jij, lieve kind" hij glimlachte
„wij zullen de volgende twintig Jaar elkaar niet
uit het oog verliezen".
„Neen, naturlijk niet", zeide zij met een vreem
den klank in haar stem. „We we zullen elkaar
schrijven". Zij sloeg schuchter haar oogen op. „Zal
Je je daar niet eenzaam voelen zonder ons?"
Hij keerde zich vlug om, zoodat zij zijn gezicht
niet zou kunnen zien. „Natuurlijk zal ik je missen.
Jullie alle drie zal ik mj^sen. Ik ben ook maar een
mensch. Maar aan den anderen kant ben ik er aan
gewoon geraakt alleen te zijn. Van nature ben ik
eenzelvig". Dan keek hij haar weer aan. „Maak je
over mij maar niet bezorgd. Ik zal het veel te druk
hebben om mij, eenzaam te voelen. Ik heb heel wat
voor de boeg."
Op zijn onstuimige manier schetste hij het werk,
dat hem te wachten stond; hij verdiepte zich in
schilderachtige herinneringen en ontvouwde haar
enkele plannen, die hij reeds gemaakt had, om de
machthebbers in ontevreden districten te winnen.
Iedereen behalve Marcello zou hij overtuigd hebben
van zijn geestdrift voor zijn opdracht. Maar een
vrouw, die een man liefheeft, is in staat hem zelfs
beter te kennen dan de vrouw, die hem liefheeft.
Een vermoeden, vaag maar staag, zich opdringend
begon zich van haar meester te maken. Na eenige
oogenblikken gaf zij er uiting aan.
„Hebben Godfroy's zaken iets te maken mot dat
plotselinge besluit van jou?"
Hij keek alsof hij er niets van begreep. „Godfroy's
zaken?"
„Ja, die Donnithorpe-geschiedenis".
Hij lachte. „Boste meid, we hebben het over hoo-
ge intornationalo politiek. Wat ter wereld kan de
kalverliefde van een jongen daarmede te maken
hobben?"
„Je hebt me nooit verteld wat er op Waterloo Sta
tion gebeurd is. En Godfrey ook niet."
„Ik heb ze eenvoudig gescheiden. Lady Edna naar
huis gestuurd en Godfrey een dag eerder naar
Frankrijk laten gaan. Dat is allemaal voorbij nu".
„Maar je hebt Mr. Donnithorpo gesproken. Quong
Ho
„O ja, ik heb Donnithorpe gesproken. Dat hoeft de
situatie gered. Hij verwachtte Godfrey to vindon en
vond mij in zijn plaats." Hij grinnikto op do meest
ontwapenende manier. „Een toonoel uit oen klucht.
En verslagen ging hij weg". Schijnbaar heel opge
wekt nam hij haar hand. „Alleen maar een vrouw",
zeido hij, „zou oon brug kunnen slaan tusschen Wa
terloo Station cn hét binnenland van China".
Zij vroeg n:et verder; maar het vermoeden bleef
en ieder minuut tot bet oogenMik, dat de pendule
op don hfl* aw dut cAj
andere deelen der gemeente. Ook deze vroegen als
nog aansluiting aan de waterleiding. Ook zij wezen
er op, dat de voordeelen zooveel grooter waren dan
de kosten. Goed water was een eisch, vooral ook
van de huurwoningen, die ten opzichte van regen
water niet in gunstige omstandigheden verkeerden.
De menschen moesten zich behelpon met slootwater
of met het onderste uit de bakken, wat hoogst scha
delijk was voor de gezondheid. Thans was er nog ge-
legonheid tot aansluiting en dezo mocht men niet
iaten voorbijgaan. Ook hier herroepen de ondertee
kenaars van de vroegere lijst tegen aansluiting, hun
handteekening.
Voorzitter deelt mee, dat B. en W. deze adressen
hebben behandeld. Ik heb, zegt voorzitter, voorge
steld om, geen advies uit te brengen en de beslissing
aan den Raad over to laten. Kort geleden, 20 Maart
is over deze zaak een advies gegeven en heeft de
Raad do aansluiting verworpen. Spr. zelf staat nog
op hetzelfde standpunt en zou het komen van de
waterleiding zeer toejuichen.
De heer Schermerhorn is het volkomen eens met
voorzitter, dat het hoogst gewenscht is, dat de wa
terleiding komt. Spr. hoopt, dat de raadsleden, die
de vorige maal tegenstanders waren, tot de overtui
ging zijn gekomen, dat het een plicht is om de bur
gers goed water te geven.
De hoer Limmen zegt, dat hij van tegenstander
voorstander is geworden. De droogte on de gevolgen
daarvan hebben spr. daartoe gebracht. Spr. dringt
aan op aansluiting, ook van het Rijpje.
Voorzitter zegt, dat hij van harte hoopt dat dit zal
kunnen. Het is volstrekt nog niet beslist, dat de Rij-
perweg zal worden uitgesloten. Spr. leest daartoe
een brief van den directeur von het Waterleiding
bedrijf, dat deze met den aanleg zal gaan tot do
grens van het finantieel verantwoordelijke. De beslis
sing omtrent den Rijpenveg is nog uitgesteld, vooral
met het oog op het komen van eon nieuwe Parochie
daar. Is het eenigszins mogelijk, dan kómt er een
buis. Voorzitter belooft nog, al zijn best te zullen
doen daartoe.
Den heer Blok verheugt het, dat Limmen van te
genstander voorstander is geworden. Spr. vraagt hoe
het nu staat met wethouder Wit. Deze heeft inder
tijd gezgd, dat hij geen tegenstander van de water
leiding was en deze alleen zou geven als de men
schen er om vroegen. De handtoekeningen op de
adressen vragen nu om goed water. Spr. vraagt hoe
de heer Wit er nu tegonover staat.
De heer Wit oordeelt dat er wel adressen zijn met
veel handteekeningen, maar deze ten opzichte van
de burgers die niet geteekend heben en dus de wa
terleiding niet noodig achten, verre in de minder
heid zijn.
De heer Blok wijst op het gezegdo in de vorige
vergadering, waarin is geopperd, dat zij die niet
hadden geteekend op de adressen, waarin tot niet-
aansluiten werd aangedrongen, als voorstanders
konden worden aangemerkt. Maar op deze lijsten
komen thans namen van hen die geteekend en niet-
geteekend hadden, wel een bewijs, dat de geest van
de menschen in dit opzicht is omgedraaid. Dat is
eon feit waarmee te rekenen valt. Maar bovendien
noomt spr. het al eon zeer kleingeestig standpunt
om zijn beslissing in deze af te meten aan en en
kele handteekening moer of minder.
De heor Wit ia geen tegenstander van do waterlei
ding, maar spr. zal er tegen stemmen, om de hooge
kosten, die voor menigeen niet te dragen zijn.
De heer Glas wijst op het spekend feit, dat 118
burgers om waterleiding vragen. Wit zegt, dat dit
nog maar een klein godeolte is, een minderheid. Maar
het staat vast, en spr. weet dat uit zeer botrouw-
moest gaan, veranderde dat steeds meer in zeker
heid.
Hij bracht baar zooals gewoonlijk tot de deur. Bij
het afscheid nemen vond zij eindelijk woorden voor
het gevoel van eenzaamheid en verlatenheid, dat zij
den geheelen avond reeds had trachten te formu
leeren.
„Wat moet er van mij worden, als je weg bent?'
Zonder te wachten op de lift vloog zij naar bo
ven en ging regelrecht naar haar kamer, terwijl de
woorden nog in haar ooren echoden. Neen. Zij druk
ten heelemaal niet uit wat haar hart bedoelde. Zij
klonken harteloos, zelfzuchtig. Toch waren zij waar.
Wat zou er van baar worden? Een jaar lang was
zij één geweest van ziel, geest en gedachte met dién
krachtigen man. Krachtig en toch zoo teeder, zoo
ridderlijk, zoo kinderlijk. Zonder hem was het le
ven een niets, gevuld met huiveringwekkende ang
sten. En dan viel een koude als van den dood op
haar. Geen enkele maal had hij op dezen avond vflh
het scheiden der wegen gezinspeeld op zijn liefde
voor haar. Had zij door haar zelfzuchtige dwaasheid
door haar thans onbegrijpelijke bangheid ten slotte
de liefdo gedood, dio zij vroeger slechts voor het ne
men had. Langzaam kleedde zij zich uit en kroop in
bed; maar de slaap bleef verre van haar. Klaar wak
ker staarde zij op haar leven terug. En zij staarde
ook in een bijna rhythmische afwisseling naar het
leven van Baltazar. Alleen een groote emotioneele
crisis kon deze omwenteling veroorzaakt hebben,
dezo plotselinge teruggave van den prijs zijner eer
zucht., deze aanvaarding van ballingschap. Niette
genstaande hij dat vermoeden, toen zij het uitsprak,
ver weggeworpen had, wist zij met de onfeilbare
vrouwlijko logica, dat Baltazar Godfrey's eer ge
kocht had ten koste van zijn eigen loopbaan. En
nooit een schijn van spijt, nooit één klacht tegen het
noodlot. Niet het geringste beroep op medelijden.
En zij riep haar eigen ik voor de rechtbank en ver
oordeelde zichzelf zonder genade. En hoe dieper zij
zonk in haar eigen achting, des to hoogor rees Bal
tazar, tot hij gigantisch als een god opdoemde bo
ven haar nietige persoonlijkheid.
Haar keel was droog. Zij stapte uit haar bed en
dronk een glas water. Toen zij weer door de kamer
terugliep zag zij op haar toilettafol den kleinon
Yale-sleutel liggen, dien hij gewild had, dat zij heb
ben zou, zoodat zij steeds, wanneer zij dat verkoos,
in het huis zou kunnon komen. Zij nam hem op en
keek er versuft naar. Den sleutel tot zijn huis, den
sleutel tot zijn hart, den sleutel tot zijn ziel alles
had zij bezeten. En zij had het geminacht. Thans had
zij het verloren. Het hui- zou ia andere handen
overgaan. Zijss hart was gebarricadeerd. Voor het
eerst na een hael jar.r sfi elkaar gscproken,
«ondtr. dat hij op sshertmot&B, «roetig* ot iysaniaile-
baren bron, dat personen deze lijst voor aansluiting
niet hebben willen teekenen omdat hun naam reeds
stond op de lijst om niet-aansluiting. Dat geeft te
denken. Want was de oppositie tegen aansluiting
groot, thans is de algemeene wensch om aan to slui
ten. Dat dit onkosten meebrengt, spreekt vanzelf,
maar dat kan geen bezwaar zijn. vooral niet omdat
de provincie het zoo gemakkelijk maakt met de be
taling. En bovendien, een raadscollege moet bij een
zaak van algemeen belang als deze over de finan-
tieele bezwaren van een enkele heenkijken. Het is
een groot bolang, dat de> waterleiding komt. Door de
droogte zijn do menschen gedwongen tot het gebrui
ken van slootwater en allerlei onaangename gevol
gen kunnen daaruit voortvloeien en spr. wil de ver
antwoordelijkheid daarvan niet op zich nemen.
Voorzitter wijst er op. dat als de Raad tot aanslui
ting besluit, dit geschiedt onder de bepaling van
verplichte aansluiting en de Bouw- en Woningver
ordening in dien geest zal moeten worden gewijzigd.
Vandaag kan die wijziging niet worden aangebracht,
omdat de Gezondheidscommissie nog advies moet
uitbrengen, maar het is toch onder die voorwaarde,
dat de raad zijn besluit zal nemen. Spr. leest de
bedoelde artikelen voor.
De heer Brommer vraact, of wanneer de gemeente
nu aansluit zoolang de waterleiding er nog niet is,
bij droogto bijv. uit Dirkshorn water gehaald mag
worden.
Voorzitter antwoordt hierop bevestigend. Spr. deelt
ook nog mee, dat er een brief is ingekomen van do
Gezondheidscommissie, waarin deze meedeelt, dat
het vooronderzoek geen f45 zal kosten, dit berustte
op een abuis, maar alleen bacteriologisch f 3 en vol
ledig f10.
Voorzitter deelt nog mee, dat als St. Maarten niet
aansluit, vanuit de Zijpe een transportbuis gelegd
zal worden langs den Valkkoogerdijk naar Schagen.
In stemming gebracht wordt het raadsbesluit tot
niet-aansluiting ingetrokken en besloten onder na
dere wijziging der Bouw- en Woningverordening
zich aan te sluiten bij het Prov. Waterleidingbedrijf.
Alleen de heeren Wit en Slot verklaren zich er tegen.
Voorzitter feliciteert de raad met dit besluit, hij hoopt
dat $.1 besluit, wat hij "hoogst gewichtig acht, de mede-
instemming van da burgery zal verwerven, iets waaraan
spr. niet twijfelt
Bij de rondvraag informeert 'de heer Brommer of
muntgasverbruikers 200 M3. gas .per jaar moeten verr
bruiken. Spr. weet, dat munt°asverDruikcrs in deze
een aanmaning van de fabriek hebbén gehad.
Voorzitter ia een Husdanige bepaling niet bekend.
Hij zal het nagaan, want spr. acht zulk een bepaling
niet begrijpelijk. Ornament Cnz. wordt ijn, bruikleen
afgegeven cn daarvoor zal men wel een minimum-
gebruik moeten garandeeren. Ook voor de muntgas
verbruikers in Wannenhuizen zal wel eenzelfde bepaling
bestaan. Spr. zal het evenwel onderzoeken.
De heer Brommer acht do bepaling van een verbruik
van 15000 M3. per jaar door, St. Llwrten voldoenjde.
Voorzitter zegt, dat dit een garantie was, waarop men
genegen was bizen voor uonze gemeente te leggen.
De heer Limmen weet 'zéker, dat zulk een bepaling
voor muntgasverbruikers is opgenomen.
De heer Limmen vraagt, of het niet mogelijk is, om
het schoolgeld, dat thans naar den gemeente-ontva'nger
moet worden gebracht op andere wijze te betalen. Voor
verafwonenlen is dat lastig.
De heer Brommer acht dit bezwaar [4 keer per jaar#,
niet zoo groot, men stapt éven op de fiets.
De heer lammen acht het een groot bezwaar, de brief
jes worden ook gebracht, mag men dan niet direct
betalen?
Voorzitter wijst er op, dat 'de bode de briefjes
ke wijze, iets gezegd had om haar te toonen, dat zij'n
natuur naar haar smachtte. Vanavond was zijr*
slechts zijn lieve vriendin geweest. Hij had haar
vriendschap aanvaard. Zij herinnerde zich het oudo^
Fransche gezegde: „L'amitié. c'est le tombeau dé'
1'amour. Zij ging op den rand van haar bed zitten
en treurde wanhopig over den dood van zijn liefdo.
En de Yale-sleutel lag spottend binnen haar ge
zichtskring.
Baltazar liep naar huis, terwijl haar laatste woor
den nog in zijn ooren echoden. Natuurlijk zou zijn
vertrek naar China een groot verschil voor haar
maken. Zij was een deel van zijn huishouden ge
worden. Godfrey, aan wien zij een moederhart gege
ven had, was voor onbepaalden tijd in Frankrijk cn
door zijn wrok over haar misbruik maken van zijn
vertrouwen vervreemd. Zij had zich zoo onvoor
waardelijk één gemaakt met het lot van het Huis
van Baltazar, dat zij nu, losgerukt daarvan, als een
wrak op de hooge zee zou ronddrijven, Wat kon hij
doen, om haar verlatenheid te verzachten? Als hij
stierf, zou er goed voor haar gezorgd worden. Een
paar maanden geleden had hij zijn testament ge
maakt. Maar hij had hoop nog vele Jaren te leven.
Ja, wat zou er van de geliefde vrouw moeten wor
den, nu hun nieuwe verbindingen met het loven ge
broken werden. Moest zij weer voortgaan op haar
loopbaan als verpleegster, waarin zij al do ener
gieën van haar jonge jaren verbruikt had. Als God
frey in Londen was, zou hij haar in zijn zorg kun
nen aanbevolon. Maar Godfrey's gaan naar Frank
rijk was de spil, waarom do geheele zaak draaido.
Alleen Quong Ho bleef dus over. Zijn gevoel voor
het komische sloot Quong Ho buiten.
Hij ging zijn huis in Sussex Gardens binnen vol
wroeging, dat hij zoo weinig aandacht aan Marcello
geschonken had. Maar, voor den drommel nog too,
je kan toch niet aan alles tegelijk denken. Als zij
genoegt van hem gehouden had om met hem te trou
wen, o dan zou er geweest zijn het
Tri. Llgbt that never was on Sea or Land.
Hij zou dan niets gogovon hebben om alles wat er
op de kloine planeet Aarde gebeurde. Hij zou mees
ter van hot Heelal geweest zijn. Of hoèlomaal als
vrouw of heolomaa! niet. Een onherroepelijk besluit.
Het was niet Marcello's schuld, dat zij hom niet op
die wijze liefhadHet was nergens goed voor er
verder over to donken. Het behoorde tot het verle
den. Zij waren echter terocht gekomen in een ge
lukkig makende vriendschap, een vriendschap, oven
heerlijk voor haar zij kende in dat opzicht geen
valscbe boscboidenheid ris voor hem. En nu be
hoorde dio ook tot het verleden. Wat moest er van
Marcello .worden?.
Wordt vervolgd.