TERUG IN HET LEVEN. Raad Sint Maarten. Woensdag 38 Juni WM, 65ste Jaargang: No, 70 9- Uitgevers i N.V. v.b. THAPMAN Co., Scbagen Uit en Voor de Pers. FEUILLETON. Alitimn Rinss- AlraiMt- LnilinUai Dit blad verschijnt viermaal pos week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. BIJ Inzending tot 's morgens 8 «ur, wopden Adver- tontlOn nog zooveol mogelijk ln het oerstultkomond nummer geplaatst. POSTREKENINO No. 23330. INT. TELEF. no. 20 Prijs per 8 maanden 11.66. Losse nummers 8 cent. ADVERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels fl.10, Iedere regel meen 20 cent (bewljsno, inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend- Verkiezing Eerste Kamer, Do Nederlandor (anti-r.) zegt van do Eerst Kamer- verkiezingen onder het hoofd: „Verheug u met beving', het volgende: Wij meonen niet, dat de Tweede Kamer, vóór vier fonr gekozen, nog zuiver weergeeft, wat ln ons volk wordt gevoeld en gewild. De „vrede", do revolutie, dé economische depressie, het vrouwenkiesrecht, de ver brokkeling vooral links 4het zijn even zooveel groote factoren, die een verschuiving kunnen doen verwachten. Maar dat de rechterzijde van 52 op 82 klimmen zal, gelooft niemand. Dus is er onevenwichtigheid tusachetn do Eerste Kamer en ons volk. Wij rekenen niet aldus, omdat wij in do Eerste Kamer een doublure van de Tweede zien of haar daartoe willen gemaakt zien. De niet-gelijkvormigheid is een 'der goede redenen voor haar voortbestaan. Doch thans is het verschil wel "buiten allo proporties groot. Hot is de overweging biervan, die ons doet spreken van getemperde vreugd. Immers ligt or aldus een buitengemeen zware verant woordelijkheid op do Eerste Kamer. Wat zij mist aan kracht doordat zij met weerspiegelt al wat in ons volk leeft, zal zij moeten terugwinnen door breedheid vat» zin bij haar fracties cn haar leden. Het zal moeten blijken, dat onze vijftig senatoren tezamen gansch ons volk verslaan. Vandaar uit zullen zij dan de wegen moeten vinden, waarlangs zij handelen volgens eigen overtuiging en mot het oog op oinjs volk als geheel. Dit stelt een zWaren cisch. Doch de eisch is onaf wijsbaar. Wat den Vrijheidsbond aangaat, het blad noemt zijn gedrag „stuurloos". Wij verstaan volkomen de moeilijkheid der positie, waarin men verkeerde. En om een genomen beslis sing, welke ook, mits genomen en beslist gehand haafd, zoudon wij ons nimmer vroolijk gemaakt heb ben. Juist, wijl do toostand zoo netelig was. Doch nu staat door semi-officieelo woorden dit wel vast: mon ovorlogt met vrijzinnig-democraten en so ciaal-democraten; men komt tot een besluit; een kwartier vóór do uitvoering trekt men zich terug en laat do zaak dus over. Waarom? Omdat de leiding ontdekt, wolken indruk do uitvooring van het besluit in don lande zou maken. Wist men dat dan tevoren niet? Wist men dat niet na hetgeen isvoorgovallen bij da wothou derskeu zo te Amstordam? Omdat de leiding blijkbaar haar eigen kring en heel ons volk, niet kent, daarom moest do Vrijheids bond wol stuurloos worden. Wij pleiten geen autocratie van do leiding. Wij plotten geen karakterloos hoen-en-wedordeinen om hetgeen „men" iodor oogenblik blijkt of schijnt te willen. Noch hot oon noch het ander. Daar tusschon door loopt do weg. Stevige kennis van wat leeft in don kring; daar na handvaat werken aan het genomon besluit. Maar.plotseling ontdekken, wat leeft in don lande, dat moot voor een leiding ondenkbaar zijn Doet bet zich voor, dan is de groep stuurloos. En dan gobouren er per se ongelukken. Naar het Engelsch van WILLIAM J. LOCKB Voor Nederland bewerkt dooc W. A, J.ROLDANUS Je. Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht. 39. „Wat beteekent dat bedanken van Jou? Ik dacht, dat het het eenige in Je leven was, waarvoor je werkte". „Ik vind", zeide hij, „dat ik mijn land beter op an dere manieren kan dienen'' Zij bracht haar hand naar haar voorhoofd. „Hoe?" Hij keek haar strak in haar oogen. Waartoe dien de het omwegen te gebruiken? Vroeger of later zou zij toch de waarheid moeen hooreru „Door naar China te gaan." Zij staarde hem met een open mond aan. „China?" „Waarom niet?" Met zijn handen diep in de zakken van zijn smo king stond hij met het air van een veroveraar van zijn teonen op zijn hielen te wiegelen. „Ik weet moor van het binnenland van China dan wie ter wereld ook. Ik ga met een uitgebreide vol macht om twee of driehonderd millioen menschen samen te brengen., een goede regeering in te stellen en de Duitschers uit to roeien. Honderdon mannen kunnen mijn baantje hier in Engeland waarnemen. Maar degenen, dio dat in China kunnen, kan je op do vingers van eon verminkte hand tellen." „Het gaat allemaal zoo plotseling". „Dat is nu eenmaal mijn gewoonte, zooals Je lang zamerhand weten moest", lachte hij. „Maar je hebt altijd gezegd, dat je China haatte dat je liever wou sterven ,dan daarheen terug gaan" „In dezo dagen moet jo soms dingen, dio je haat, doen ter wille van jo land". Verdoofd door zijn modedoelingen, liot zij zich in een stoel vallon. „Hoe lang blijf jo weg?" vroeg zij. Hij haalde zijn schoudors op. „Jaren mischion. Wie zal het zoggen?" „En wanneer vertrok je?" „Zoodra ik hior weg kan. Laten we zeggen over een dag of veertien." Zij schudde haar hoofd en koek naar den grond, terwijl zij kleine gobaartjes met haar vingers maakte. „Kijk eens, boste meid zeide hij, „behalve mijn persoonlijke oorzucht, dio ik voorloo- pig uit mijn leven geschrapt bob, is er niet veol, dat mij hier houdt Tegenover Quong Ho heb 1V; mijn plicht g®Hij sa W Qvabï&öige op wieg inamat bs Vergadering op Dinsdag 26 Juni 1922, des morgens 10 uur. Voorzitter do heer A. Klerk, burgemeester-secre taris. Aanwezig alle leden. e Na opening der vergadering volgt de lezing 6.a goedkeuring der notulen. Ingekomen is een rapport van don accountant Sclioorl, over den toestand van het electricitoitsbe- drijf. Meegedeeld werd, dat alles ln nauwkeurige or de was. Was ingekomen het bekende verslag van de com missie uit de Platelandsgemeenten, over do behan delde zaken van algemeen belang, zich in hoofdzaak bepalend tot uitvoering vleeschkeuringswet, bezoe ken van buitenkinderen aan de onderwijsinrichtin gen te Alkmaar, enz. enz. Van den minister van Oorlog was bericht ingeko men, dat was uitbetaald een bedrag van f31.50. Dit betrof een door den Burgemeester indertijd aan de Wed. Groenveld te Stroet uitbetaalde kostwinners vergoeding. Eorst was de minister niet genegen dezo terug te betalen, thans geschiodde dit och tor nog. Van God. Staten was goedkeuring ingekomen op verschillende raadsbesluiten, als af- en overschrij vingen, betalingen onvoorziene uitgaven, auppletoiro begrooting, kohier Hoofdelijken Omslag. Was eveneens ingekomen verslag Noorderstoom tram en eveneens dat van de gasfabriek te Wormen- buizen. Zullen voor de leden tor inzage liggen. De heer G. Bruin, had bericht ingezonden, dat hij de benoeming tot secretaris van het Armbostuur aan nam. Was ingekomen van Ged. Staten een afwijzende beschikking op een reclame van den heer IX A. Blom, tegen zijn Hoofdelijken Omslag. De toeslag Rijksuitkeering was ontvangen, tot eon bedrag van f280.87. Er moet worden ingezondon een tweetal voor drachten voor zotters. B. en W. bevelen aan voor dracht vacature J. Visser: no. 1. A. Nottelman, no. 2 J. Schoorl, Aftr. G. Bruin K.Gz.: no. 1. G. Bruin K.Gz. en no. 2 D. Schermerhorn. Na stemming wor den deze beide voordrachten vastgesteld. Er zijn ingekomen verschillende adressen tot in voering van de Prov. Waterleiding. Eerstens was in gekomen een adres van het bestuur van de zuivel fabriek „De Tijdgeest". De vennooten, allen inwo ners dor gemeente St. Maarten, vragen intrekking van het vorig raadsbesluit, waarbij tot nlet-aansluL ten werd bosloten. Als redenen werden aangevoerd dat de drinkwatervoorziening allertreurigst was. Er werd slootwater gebruikt, wat hoogst nadeelig was voor do gezondheid. Het slootwater was voor de zuivelbereiding ongeschikt en verspreidde in do fa briek eon verderfelijke stank. Ook als boenwater op do boerderij was het zeer nadeelig. Dit adres was geteekend door den secretaris, G. Bruin en andere bestuursleden. Was ingekomon een adres van 22 bewoners van het Rijp je, dio verzoeken om do aansluiting aan de Prov. Waterleiding nogmaals in besproking te bren- gon. Van Eenigenburg vragen 20 ingezetenen alsnog aansluiting aan het Prov. Waterleidingsbedrijf. De kosten konden niet opwogen tegen do voordeelen. Zij die de vorige lijst tot niot aansluiting hadden ge teekend, vroegen om het te beschouwen als hadden zij dat niet gedaan, omdat hen thans was gebleken dat de kosten niet zoo bozwaarlijk waren als hen was voorgesteld. Toen volgde nog een adres van 77 personen uit roomdheid. Godfrey zit tot het einde van den oor lof in Frankrijk. En jij, lieve kind" hij glimlachte „wij zullen de volgende twintig Jaar elkaar niet uit het oog verliezen". „Neen, naturlijk niet", zeide zij met een vreem den klank in haar stem. „We we zullen elkaar schrijven". Zij sloeg schuchter haar oogen op. „Zal Je je daar niet eenzaam voelen zonder ons?" Hij keerde zich vlug om, zoodat zij zijn gezicht niet zou kunnen zien. „Natuurlijk zal ik je missen. Jullie alle drie zal ik mj^sen. Ik ben ook maar een mensch. Maar aan den anderen kant ben ik er aan gewoon geraakt alleen te zijn. Van nature ben ik eenzelvig". Dan keek hij haar weer aan. „Maak je over mij maar niet bezorgd. Ik zal het veel te druk hebben om mij, eenzaam te voelen. Ik heb heel wat voor de boeg." Op zijn onstuimige manier schetste hij het werk, dat hem te wachten stond; hij verdiepte zich in schilderachtige herinneringen en ontvouwde haar enkele plannen, die hij reeds gemaakt had, om de machthebbers in ontevreden districten te winnen. Iedereen behalve Marcello zou hij overtuigd hebben van zijn geestdrift voor zijn opdracht. Maar een vrouw, die een man liefheeft, is in staat hem zelfs beter te kennen dan de vrouw, die hem liefheeft. Een vermoeden, vaag maar staag, zich opdringend begon zich van haar meester te maken. Na eenige oogenblikken gaf zij er uiting aan. „Hebben Godfroy's zaken iets te maken mot dat plotselinge besluit van jou?" Hij keek alsof hij er niets van begreep. „Godfroy's zaken?" „Ja, die Donnithorpe-geschiedenis". Hij lachte. „Boste meid, we hebben het over hoo- ge intornationalo politiek. Wat ter wereld kan de kalverliefde van een jongen daarmede te maken hobben?" „Je hebt me nooit verteld wat er op Waterloo Sta tion gebeurd is. En Godfrey ook niet." „Ik heb ze eenvoudig gescheiden. Lady Edna naar huis gestuurd en Godfrey een dag eerder naar Frankrijk laten gaan. Dat is allemaal voorbij nu". „Maar je hebt Mr. Donnithorpo gesproken. Quong Ho „O ja, ik heb Donnithorpe gesproken. Dat hoeft de situatie gered. Hij verwachtte Godfrey to vindon en vond mij in zijn plaats." Hij grinnikto op do meest ontwapenende manier. „Een toonoel uit oen klucht. En verslagen ging hij weg". Schijnbaar heel opge wekt nam hij haar hand. „Alleen maar een vrouw", zeido hij, „zou oon brug kunnen slaan tusschen Wa terloo Station cn hét binnenland van China". Zij vroeg n:et verder; maar het vermoeden bleef en ieder minuut tot bet oogenMik, dat de pendule op don hfl* aw dut cAj andere deelen der gemeente. Ook deze vroegen als nog aansluiting aan de waterleiding. Ook zij wezen er op, dat de voordeelen zooveel grooter waren dan de kosten. Goed water was een eisch, vooral ook van de huurwoningen, die ten opzichte van regen water niet in gunstige omstandigheden verkeerden. De menschen moesten zich behelpon met slootwater of met het onderste uit de bakken, wat hoogst scha delijk was voor de gezondheid. Thans was er nog ge- legonheid tot aansluiting en dezo mocht men niet iaten voorbijgaan. Ook hier herroepen de ondertee kenaars van de vroegere lijst tegen aansluiting, hun handteekening. Voorzitter deelt mee, dat B. en W. deze adressen hebben behandeld. Ik heb, zegt voorzitter, voorge steld om, geen advies uit te brengen en de beslissing aan den Raad over to laten. Kort geleden, 20 Maart is over deze zaak een advies gegeven en heeft de Raad do aansluiting verworpen. Spr. zelf staat nog op hetzelfde standpunt en zou het komen van de waterleiding zeer toejuichen. De heer Schermerhorn is het volkomen eens met voorzitter, dat het hoogst gewenscht is, dat de wa terleiding komt. Spr. hoopt, dat de raadsleden, die de vorige maal tegenstanders waren, tot de overtui ging zijn gekomen, dat het een plicht is om de bur gers goed water te geven. De hoer Limmen zegt, dat hij van tegenstander voorstander is geworden. De droogte on de gevolgen daarvan hebben spr. daartoe gebracht. Spr. dringt aan op aansluiting, ook van het Rijpje. Voorzitter zegt, dat hij van harte hoopt dat dit zal kunnen. Het is volstrekt nog niet beslist, dat de Rij- perweg zal worden uitgesloten. Spr. leest daartoe een brief van den directeur von het Waterleiding bedrijf, dat deze met den aanleg zal gaan tot do grens van het finantieel verantwoordelijke. De beslis sing omtrent den Rijpenveg is nog uitgesteld, vooral met het oog op het komen van eon nieuwe Parochie daar. Is het eenigszins mogelijk, dan kómt er een buis. Voorzitter belooft nog, al zijn best te zullen doen daartoe. Den heer Blok verheugt het, dat Limmen van te genstander voorstander is geworden. Spr. vraagt hoe het nu staat met wethouder Wit. Deze heeft inder tijd gezgd, dat hij geen tegenstander van de water leiding was en deze alleen zou geven als de men schen er om vroegen. De handtoekeningen op de adressen vragen nu om goed water. Spr. vraagt hoe de heer Wit er nu tegonover staat. De heer Wit oordeelt dat er wel adressen zijn met veel handteekeningen, maar deze ten opzichte van de burgers die niet geteekend heben en dus de wa terleiding niet noodig achten, verre in de minder heid zijn. De heer Blok wijst op het gezegdo in de vorige vergadering, waarin is geopperd, dat zij die niet hadden geteekend op de adressen, waarin tot niet- aansluiten werd aangedrongen, als voorstanders konden worden aangemerkt. Maar op deze lijsten komen thans namen van hen die geteekend en niet- geteekend hadden, wel een bewijs, dat de geest van de menschen in dit opzicht is omgedraaid. Dat is eon feit waarmee te rekenen valt. Maar bovendien noomt spr. het al eon zeer kleingeestig standpunt om zijn beslissing in deze af te meten aan en en kele handteekening moer of minder. De heor Wit ia geen tegenstander van do waterlei ding, maar spr. zal er tegen stemmen, om de hooge kosten, die voor menigeen niet te dragen zijn. De heer Glas wijst op het spekend feit, dat 118 burgers om waterleiding vragen. Wit zegt, dat dit nog maar een klein godeolte is, een minderheid. Maar het staat vast, en spr. weet dat uit zeer botrouw- moest gaan, veranderde dat steeds meer in zeker heid. Hij bracht baar zooals gewoonlijk tot de deur. Bij het afscheid nemen vond zij eindelijk woorden voor het gevoel van eenzaamheid en verlatenheid, dat zij den geheelen avond reeds had trachten te formu leeren. „Wat moet er van mij worden, als je weg bent?' Zonder te wachten op de lift vloog zij naar bo ven en ging regelrecht naar haar kamer, terwijl de woorden nog in haar ooren echoden. Neen. Zij druk ten heelemaal niet uit wat haar hart bedoelde. Zij klonken harteloos, zelfzuchtig. Toch waren zij waar. Wat zou er van baar worden? Een jaar lang was zij één geweest van ziel, geest en gedachte met dién krachtigen man. Krachtig en toch zoo teeder, zoo ridderlijk, zoo kinderlijk. Zonder hem was het le ven een niets, gevuld met huiveringwekkende ang sten. En dan viel een koude als van den dood op haar. Geen enkele maal had hij op dezen avond vflh het scheiden der wegen gezinspeeld op zijn liefde voor haar. Had zij door haar zelfzuchtige dwaasheid door haar thans onbegrijpelijke bangheid ten slotte de liefdo gedood, dio zij vroeger slechts voor het ne men had. Langzaam kleedde zij zich uit en kroop in bed; maar de slaap bleef verre van haar. Klaar wak ker staarde zij op haar leven terug. En zij staarde ook in een bijna rhythmische afwisseling naar het leven van Baltazar. Alleen een groote emotioneele crisis kon deze omwenteling veroorzaakt hebben, dezo plotselinge teruggave van den prijs zijner eer zucht., deze aanvaarding van ballingschap. Niette genstaande hij dat vermoeden, toen zij het uitsprak, ver weggeworpen had, wist zij met de onfeilbare vrouwlijko logica, dat Baltazar Godfrey's eer ge kocht had ten koste van zijn eigen loopbaan. En nooit een schijn van spijt, nooit één klacht tegen het noodlot. Niet het geringste beroep op medelijden. En zij riep haar eigen ik voor de rechtbank en ver oordeelde zichzelf zonder genade. En hoe dieper zij zonk in haar eigen achting, des to hoogor rees Bal tazar, tot hij gigantisch als een god opdoemde bo ven haar nietige persoonlijkheid. Haar keel was droog. Zij stapte uit haar bed en dronk een glas water. Toen zij weer door de kamer terugliep zag zij op haar toilettafol den kleinon Yale-sleutel liggen, dien hij gewild had, dat zij heb ben zou, zoodat zij steeds, wanneer zij dat verkoos, in het huis zou kunnon komen. Zij nam hem op en keek er versuft naar. Den sleutel tot zijn huis, den sleutel tot zijn hart, den sleutel tot zijn ziel alles had zij bezeten. En zij had het geminacht. Thans had zij het verloren. Het hui- zou ia andere handen overgaan. Zijss hart was gebarricadeerd. Voor het eerst na een hael jar.r sfi elkaar gscproken, «ondtr. dat hij op sshertmot&B, «roetig* ot iysaniaile- baren bron, dat personen deze lijst voor aansluiting niet hebben willen teekenen omdat hun naam reeds stond op de lijst om niet-aansluiting. Dat geeft te denken. Want was de oppositie tegen aansluiting groot, thans is de algemeene wensch om aan to slui ten. Dat dit onkosten meebrengt, spreekt vanzelf, maar dat kan geen bezwaar zijn. vooral niet omdat de provincie het zoo gemakkelijk maakt met de be taling. En bovendien, een raadscollege moet bij een zaak van algemeen belang als deze over de finan- tieele bezwaren van een enkele heenkijken. Het is een groot bolang, dat de> waterleiding komt. Door de droogte zijn do menschen gedwongen tot het gebrui ken van slootwater en allerlei onaangename gevol gen kunnen daaruit voortvloeien en spr. wil de ver antwoordelijkheid daarvan niet op zich nemen. Voorzitter wijst er op. dat als de Raad tot aanslui ting besluit, dit geschiedt onder de bepaling van verplichte aansluiting en de Bouw- en Woningver ordening in dien geest zal moeten worden gewijzigd. Vandaag kan die wijziging niet worden aangebracht, omdat de Gezondheidscommissie nog advies moet uitbrengen, maar het is toch onder die voorwaarde, dat de raad zijn besluit zal nemen. Spr. leest de bedoelde artikelen voor. De heer Brommer vraact, of wanneer de gemeente nu aansluit zoolang de waterleiding er nog niet is, bij droogto bijv. uit Dirkshorn water gehaald mag worden. Voorzitter antwoordt hierop bevestigend. Spr. deelt ook nog mee, dat er een brief is ingekomen van do Gezondheidscommissie, waarin deze meedeelt, dat het vooronderzoek geen f45 zal kosten, dit berustte op een abuis, maar alleen bacteriologisch f 3 en vol ledig f10. Voorzitter deelt nog mee, dat als St. Maarten niet aansluit, vanuit de Zijpe een transportbuis gelegd zal worden langs den Valkkoogerdijk naar Schagen. In stemming gebracht wordt het raadsbesluit tot niet-aansluiting ingetrokken en besloten onder na dere wijziging der Bouw- en Woningverordening zich aan te sluiten bij het Prov. Waterleidingbedrijf. Alleen de heeren Wit en Slot verklaren zich er tegen. Voorzitter feliciteert de raad met dit besluit, hij hoopt dat $.1 besluit, wat hij "hoogst gewichtig acht, de mede- instemming van da burgery zal verwerven, iets waaraan spr. niet twijfelt Bij de rondvraag informeert 'de heer Brommer of muntgasverbruikers 200 M3. gas .per jaar moeten verr bruiken. Spr. weet, dat munt°asverDruikcrs in deze een aanmaning van de fabriek hebbén gehad. Voorzitter ia een Husdanige bepaling niet bekend. Hij zal het nagaan, want spr. acht zulk een bepaling niet begrijpelijk. Ornament Cnz. wordt ijn, bruikleen afgegeven cn daarvoor zal men wel een minimum- gebruik moeten garandeeren. Ook voor de muntgas verbruikers in Wannenhuizen zal wel eenzelfde bepaling bestaan. Spr. zal het evenwel onderzoeken. De heer Brommer acht do bepaling van een verbruik van 15000 M3. per jaar door, St. Llwrten voldoenjde. Voorzitter zegt, dat dit een garantie was, waarop men genegen was bizen voor uonze gemeente te leggen. De heer Limmen weet 'zéker, dat zulk een bepaling voor muntgasverbruikers is opgenomen. De heer Limmen vraagt, of het niet mogelijk is, om het schoolgeld, dat thans naar den gemeente-ontva'nger moet worden gebracht op andere wijze te betalen. Voor verafwonenlen is dat lastig. De heer Brommer acht dit bezwaar [4 keer per jaar#, niet zoo groot, men stapt éven op de fiets. De heer lammen acht het een groot bezwaar, de brief jes worden ook gebracht, mag men dan niet direct betalen? Voorzitter wijst er op, dat 'de bode de briefjes ke wijze, iets gezegd had om haar te toonen, dat zij'n natuur naar haar smachtte. Vanavond was zijr* slechts zijn lieve vriendin geweest. Hij had haar vriendschap aanvaard. Zij herinnerde zich het oudo^ Fransche gezegde: „L'amitié. c'est le tombeau dé' 1'amour. Zij ging op den rand van haar bed zitten en treurde wanhopig over den dood van zijn liefdo. En de Yale-sleutel lag spottend binnen haar ge zichtskring. Baltazar liep naar huis, terwijl haar laatste woor den nog in zijn ooren echoden. Natuurlijk zou zijn vertrek naar China een groot verschil voor haar maken. Zij was een deel van zijn huishouden ge worden. Godfrey, aan wien zij een moederhart gege ven had, was voor onbepaalden tijd in Frankrijk cn door zijn wrok over haar misbruik maken van zijn vertrouwen vervreemd. Zij had zich zoo onvoor waardelijk één gemaakt met het lot van het Huis van Baltazar, dat zij nu, losgerukt daarvan, als een wrak op de hooge zee zou ronddrijven, Wat kon hij doen, om haar verlatenheid te verzachten? Als hij stierf, zou er goed voor haar gezorgd worden. Een paar maanden geleden had hij zijn testament ge maakt. Maar hij had hoop nog vele Jaren te leven. Ja, wat zou er van de geliefde vrouw moeten wor den, nu hun nieuwe verbindingen met het loven ge broken werden. Moest zij weer voortgaan op haar loopbaan als verpleegster, waarin zij al do ener gieën van haar jonge jaren verbruikt had. Als God frey in Londen was, zou hij haar in zijn zorg kun nen aanbevolon. Maar Godfrey's gaan naar Frank rijk was de spil, waarom do geheele zaak draaido. Alleen Quong Ho bleef dus over. Zijn gevoel voor het komische sloot Quong Ho buiten. Hij ging zijn huis in Sussex Gardens binnen vol wroeging, dat hij zoo weinig aandacht aan Marcello geschonken had. Maar, voor den drommel nog too, je kan toch niet aan alles tegelijk denken. Als zij genoegt van hem gehouden had om met hem te trou wen, o dan zou er geweest zijn het Tri. Llgbt that never was on Sea or Land. Hij zou dan niets gogovon hebben om alles wat er op de kloine planeet Aarde gebeurde. Hij zou mees ter van hot Heelal geweest zijn. Of hoèlomaal als vrouw of heolomaa! niet. Een onherroepelijk besluit. Het was niet Marcello's schuld, dat zij hom niet op die wijze liefhadHet was nergens goed voor er verder over to donken. Het behoorde tot het verle den. Zij waren echter terocht gekomen in een ge lukkig makende vriendschap, een vriendschap, oven heerlijk voor haar zij kende in dat opzicht geen valscbe boscboidenheid ris voor hem. En nu be hoorde dio ook tot het verleden. Wat moest er van Marcello .worden?. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 1