Een witte, Engelsche korsaage luer, met een wit boorsel. Een dito swachteL Een linnen swachtel met breet lint. Drie witte dekenties/met paers en twee met geele streepen gekeperd. Een geel dekentie met swarte streepen. Een dito grooten. 50 lueren. 50 fijtsels. Een geel satijne speldekussen met een groo- te silvere gallon omboort. Een groen lakense speldekussen met wit sa tijn bekleed. Een wit gebreijt borstrokje. Een fijn om onder te dragen, met perel cou leur galon omboord. Een paar fijne gebreide handschoenen. Ken witte sajette. Een groote silvere bel. Een silvere honighdoos. Een silvere pappot met deksel en lepel. Een groote silvere kom met een deksel, sil vere lepel en gegoten steel. Een wit moiré doopluer met een silvere kant geboord en met rood armozijn gevoerd, met een kamerdoeckse doopleur daartoe, rontom met kant. Een fijne bakermat met een planck op de zij van t vufcr. Een fijne overtrek. Een wiegh van middelslagh met pruimen- boute voeten. Een wit fijne bennetje. Een slechter overcorf. Een witte fijne vuercorf. Een pruimehouten bakerstoeltje. Twee groote stoven van eykenhouk Een zwart ebbenhoute kloppertje." M. TABAK. De eerste, die in Engeland tabak heeft ge rookt, was waarschijnlijk air Walter Raleigh. Toen hij op zekereen dag in zijn studeerka mer zat, in wolken van tabaksrook gehuld, kwam zijn dienstmeisje de kamer binnen met een pot met ale en notenmuskaat, een soort bier, dat daar veel gedronken' wordt. Het meisje was op het zien van den rook, die uit den mond van sir Walter Raleigh kwam, eerst geheel van streek. Maar spoedig herstel de zij zich en wierp hem, om de vlam te blus- schen, den drank in het gezicht. Daarna snel de zij luid schreeuwende naar beneden en riep om hulp voor haar meester, die zonder hulp wel spoedig in een hoopje asch zou zijn veran derd. Raleigh was een groot liefhebber van rookeu en sprak daarom ook gaarne over de groote waarde van de tabak. Toen hij eens met ko ningin Elisabeth in gesprek was, kon hij het weer niet nalaten over het geliefde kruid te spreken. Hij verzekerde haar onder meer, dat hij het gewicht van den uitgeblazen rook kon bepalen. De koningin wilde dit niet gelooven, mijn rozemarijntje! Goeie morgen, buurman Heintje. Zoo zoo, kom jé een kopje koffie drinken, buurman? Als je dan alles maar niet opdrinkt. Zul je daaraan denken? Hein: Morgen, Jan Klaassen! Wees maar ge rust hoor, ik za' voor jou ook wat over laten. K a t r ij n: Heb je 't geld aan den huisbaas ge geven, Jan? Jan Klaassen: Wat zeg je, Katrijntje? K a t r ij n: Ik vraag, of je "t geld aan den huis baas hebt gegeven. Jan Klaassen: Om-je de eerlijke waar heid te zeggen, vrouwtje, ik ben niet bij den huisbaas geweest. K a t r ij n.* Heb je nou ooit zoo'n ezel van een man geilen? Geef dan het geld maar weer terug! Jan Klaassen: Ik heb niets meer, lieve snoezepoes! Katrijn: Wat, niets meer? O, o, wat heb ik toch een rare man! Die gaat met 12 gulden weg en komt met niets terug. Wat heb je er mee gedaan? Jan Klaassen: Ik heb voor zes gulden een mooie gouden ring gekocht. K a t r ij n: En we zijn al zoo arm. We kunnen ons geld zoo goed gebruiken, en daar gaat hij me nog een gouden ring koopen ook. Wat heb je met die andere zes gulden ge daan? JanKlaassen: Daar heb ik ook een gouden en zij gingen een weddenschap aan. Nu woog Raleicb eerst de tabak en daarna de overgebleven asch. Het verschil tusschen heide gewichten moest de zwaarte van den rook aangeven. Koningin Elisabeth verloor de weddenschap en betaalde de goudstukken, waarbij' zij op merkte, dat zij wel eens gehoord had van men- schen, die uit goud rook maakten maar dat hij de eerste was, die uit rook goud maakte. M. EEN NIEUWE METHODE VOOR TURF- WINNING. In Finland (Jourikorpe) werkt men sinds 1920 volgens een nieuwo methode om turf te krijgen, die bestaat in het veranderen van het veen tot een vloeibare massa, door er krach tige waterstralen tegen te spuiten, die alles, wat fijn verdeeld is, tot een stroom modder doet wegloopen, terwijl wortels en stompen achterblijven. Deze laatste zijn dikwijls in zul ke grootte en aantallen aanwezig, dat er geen andere mechanische methode om turf te win nen toegepast kan worden. Die waterstralen worden verkregen door cen- trifugaalpompen, die per stuk en per uur 75.000 K.G. water aanvoeren en dit onder een druk van ongeveer 20 K.G. per vierkante centi meter tegen het veen doen spuiten. Het weggespoten veen wordt gevoerd naar een verzamelkuil, waar het door den conti- nuen aanvoer steeds geroerd en homogeen wordt gehouden. Van hier wordt het door mid del van een turbinepomp weggezogen. De pomp is voorzien van een toestel, dat ongeveer werkt als de bladen van een schroef en waar door belet wordt, dat andere doelen dan zeer fijn verdeelde aangezogen worden. Verder is in de pomp een roteerend messenstelsel aange bracht, dat ongeveer 70 omwentelingen per mi nuut maakt cn dat zorgt voor nog verder fijne verdeeling vim de vaste deeltjes. Vanuit de turbinepomp gaat de massa naar een groote centrifugaalpomp, die alles perst in een buis- leiding naar speciale droogvelden. De buislei ding bestaat uit gemakkelijk aan elkaar te zetten stukken, zoodat na vulling van een droogveld het buizenstelsel verlegd of verlengd kan worden om een nieuw veld tc vullen. Die velden zijn door lage walletjes van turf afge sloten. Op die velden droogt de turf in tot een watergehalte van 25 pet. is bereikt., hetgeen voor turf niet hoog is. De totale productie aan turf, die aldaar op beschreven wijze verkregen wordt, is 20.000 Kg. per uur. Hiervoor moeten twee man bij de spuitpompen zijn, twee man zijn bezig de stompen weg te werken met be hulp van mechanisch bewogen werktuigen, een man is noodig voor het beheer der machines en drie man voor het leggen der buisleiding. Hoeveel er verder turf maken, wordt niet ge meld. Het succes van dit proces hangt ver moedelijk vooral af van den prijs van den elec- trischen stroom, die alle pompen en verdere toestellen beweegt. Daarom zal waarschijn- ring voor gekocht Katrijn: O jou leelijke man, ik wou, ik wou- Jan Klaassen: Stil maar lieve vrouw. Een van die twee ringen is voor jou, hoor! Kijk eens, wat is hij mooi! Steek hem maar gauw aan je vinger. Zoo, dat staat netjes, hè? Nou niet boos meer wezen, hoor Katrijntje! Katrijn Maar waar moeten we dan onze huisbaas van betalen? We hebben geen cent meer in huis. Hein: Dan geloof ik, dat ik net van pas kom. Ik heb vanmorgen wat in de krant gelezen, en toen dacht ik: dat zou wel wat voor Jan Klaassen wezen! Jan Klaassen: Wat heb je dan gelezen, buurman? Buurman: Luister maar: (Hij leest:) „Aan het strand hebben ecnige menschen een mooie ijsbeer gezien. De ko ning looft 100 gulden uit voor hem, die de ijsbeer levend kan vangen. Dan zal de ijs beer in den dierentuin worden opgesloten". Jan Klaassen: 100 gulden om een ijsbeer te vangen! Ik ga meteen op stap! Katrijn: Maar ben je dan niet bang. Jan? Jan Klaassen: Bang? Heelemaal niet! Ik ben nooit bang! Hein: Dus je gaat 't probeeren, Jan? Jan Klaassen:Ja, ik neem mijn stok mee, en ik ga er meteen naar toe,! Dag buurman! Hein: Dag Jan, hou je maar dapper! lijk in onze streken zonder watervallen de' ge wone vooideeliger zijn. MUZIKALITEIT VAN NEGERKINDEREN. Bij de geheugen-oefeningen, die in de Ame- rikaansche scholen op het leerplan staan, be hoort ook het herkennen van composities van bekende componisten. Gedurende den winter wordt een reeks schoolconcert gehouden, waar bij werken van .Handel, Saint Saëns, Wagner en Mendelssohn worden opgevoerd. Deze mu ziekstukken worden fonografisch opgenomen, waardoor het mogelijk is den inhoud van het concertprogramma vele malen te herhalen. Vervolgens wordt in iedere school een slot- concert gegeven, waarbij de kinderen moeten aangeven hoe het gespeelde stuk heet en wie de componist daarvan is, In de stad Topeka werd dit bovendien uit gebreid door van iedere school een elftal te Kiezen uit de leerlingen met het beste geheu gen voor muziek, en de elftallen van alle groo te leerstellingen met elkaar te vergelijken. Het resultaat was opmerkelijk. Den eersten prijs kreeg het elftal van een door negerkin deren bezochte school. Zij hadden de meeste stukken en hun componisten herkend. Maar ook den tweeden prijs behaalde het elftal van een negerschool, evenzoo den derden prijs. Pas de vierde prijs kon door het elftal van eep door blanke kinderen bezochte school worden toegewezen KRANKZINNIGHEID EN ALCOHOLVER. BRUIS. Uit een betreffende mededische statistiek voor Pruisen blijkt, van welk een grooten invloed het feit, dat tijdens den oorlog bijna geen alko- hol te krijgen was, is geweest op het krank zinnigenwezen. Het aantal patiënten op 1 Jan. 1913, opgenomen in de Pruisische krank zinni- gengestiebten ten gevolge van misbruik van alkohol, bedroeg 1978 manlijke en 226 vrou welijke personen. Op 1 Jan. 1918 waren deze cijfers 179 eri 11. Voor de volgende jaren is nog geen statistiek verschenen. Maar uit de gege vens van verschillende gestienten blijkt, dat de toestand met reusachtige schreden achteruit, gaat, daar na den oorlog bet verbruik van al kohol niettegenstaande de bijna onbereikbare prijzen buitengewoon is toegenomen. VINNIG. Toen prinses Clotilde, de dochter van Victor Emanuel II, als offer van de internationale politiek, den luchthartigen prins Jerome Na poleon, ook bekend als Plon-Plon, had moeten huwen en voor de eerste maal in Parijs kwam, werd te harer ecre in de Tuilerieën 'n schitte rend festijn gegeven. Keizerin Eugénie ging de nieuw aangekomene tot in den eersten salon te gemoet en begroette haar zoo hartelijk moge lijk: JanKlaassen: Dag Katrijntje, zonneschijn tje! K a t r ij n: O Jan, ik ben zoo bang, dat hij je op zal eten! J a,n Klaassen: Wel neen, dat doet hij niet. Hij lust me toch niet! Vanavond ben ik te rug, hoor! Dag! Ja, die ijsbeer zal ik gauw gaan halen, Falderalderiere, falderalderiere! Honderd gulden zal de koning mij betalen, Fal, fal, falderaldera! (Hij gaat weg). K a t r ij n: O buurman, iji ben zoo bang, dat het niet goed af zal loopen' Hein: Kom kom, buurvrouw, Jan heeft nog nooit een ongeluk gehad, nietwaar, en boven dien heeft hij zijn stok meegenomen! En alle menschen zijn bang voor zijn stok! Katrijn: Ja, maar dat weet die ijsbeer niet! Hein: Dan zal hij T wel ondervinden. Ik ga naar huis, buurvrouw; vanavond kom ik nog eens kijken. En ik wed, dat jullie dan de honderd gulden al hebben! Ajuus! Katrijn: Dag buurman. Groeten thuis! (De buurman gaat weg.) Volgende week zullen we zien, hoe de ont moeting tusschen Jan Klaassen en de ijsbeer afliep! En vervolgens komen de Jongens van den Molen weer aan de beurt. Wees maar kalm, mijn beste kind, gij zijt zeker nog niet aan zulke groote feesten ge wend. De keizerin bedoelde het inderdaad goed, maar prinses Clotilde vatte die woorden ver keerd op. Zij vermoedde, dat de gemalin van Napoleon III haar wilde overbluffen. Trotsch het hoofd omhoog houdend, antwoordde ze: O, wees hoegenaamd niet bezorgd over mij mevrouw, ik ben in ecu paleis geboren. De keizerin, die dit niet van zichzelve ver klaren kon, beet z^ch op de lippen. Men wil, dat zij de prinses deze uiting van trots en zelfbe wustheid nimmer heeft kunnen -vergeven. EEN SCHOUWBURG VOOR KINDEREN. Er is misschien geen land op dc wereld waar meer werk van het kind wordt gemaakt dan Amerika. Tal van vereenigmgen houden zich met de verzorging van verwaarloosde en hulp behoevende kinderen bezig; in -alle steden van de Vereenigde Staten beijvert men zich om de jeugd te beschermen, te onderrichten, op te voeden, te amuseeren. Hef reuv -v op dit ge bied is wel de schouwburg voor kinderen, die een Amerikaansche philanthroop, Heckscher genaamd, heeft bedacht. Het theater is geves- tingd in de stichting voor arme kinderen, waaraan Heckscher vier millioen dollars heeft besteed en die den len Juli te New York zal geopend worden. De toegang is er gratis; de voorstellingen zullen geleid worden door een van de bekendste impressarii van New York: David Belasco. De ruime zaal bevat achthonderd plaatsen en is een navolging in 't klein van de Man hattan Opera, uitgezonderd de muurschilde ringen, die hier sprookjes en fabels verbeelden Alle bekende New Yorksche acteurs zullen er optreden; het grootste deel der vertoonin gen zal echter door kinderen gegeven worden en meest met stukken, door kinderen gemaakt. MANTEL EN DEGEN. Toen Napoleon Josephinc het hof maakte, hadden zij geen van beiden een equipage en Bonaparte wandelde dan maar met haar als zijn meisje haar iukoopen ging doen. Op zeke ren dag waren zij naar notaris Raguideau ge gaan, een dwergachtig klein mannetje, in wien Josephine veel vertrouwen stelde en dien zij van haar besluit om met den door Barras be gunstigden jongen artillerie-generaal te trou wen in kennis stelde. Bonaparte wachtte in de voorkamer. De deur stond echter een weinig open en zoo hoorde hij duidelijk, dat de nota ris veel pogingen aanwendde om Josephine die verbintenis af te raden. Je doet er zeker verkeerd aan, zei hij en het zal je berouwen. T Is een groote dwaasheid met een man te trouwen die niets anders be zit dan zijn degen en zijn mantel. Bonaparte had dit gehoord, maar er noch met Josephine, noch met iemand anders over gesproken. Vergeten deed hij bet echter niet. Toen hij, jaren daarna, op den dag van zijn kroning den keizerlijken mantel had omge hangen, liet hij den notaris ontbieden. Welnu, vroeg hij hem, bezit ik nu ook niets anders dan een mantel en een degen? IMITATIE-VINGERAFDRUKKEN. Scotland Yard heeft zich thans bezig te hou den met een nieuw vraagstuk op het gebied van het opsporen van misdadigers. Volgens de nieu\vs*e uitvindingen van hét corps der beroepsinbrekers worden namelijk de vinger afdrukken op de voorwerpen ter plaatse van de inbraak zeer natuurgetrouw vervalscht. Zij doen dit door middel van rubber- of gelatine- stempeltjes. waarmede zij eens ande;s vin gerafdrukken op de voorwerpen kunnen stem pelen. zoodat de politie daardoor wordt mis leid. Volgens de meening van deskundigen op het gebied van dactylografie is de kans groot, dat dit systeem van vervalsching van vinger afdrukken in de misdadigerswereld snelle vor- deiingen zal maken. Van den beruchten Amerikaanschen inbre ker Trent wordt dienaangaande verteld, dat hii op zeer kunstige wijze de vingerafdrukken wist te vervalschen. Zoo brak hij op zekeren dag in de slaapkamer van een rüke Duitsche barones in om haar juweelen te stelen. Deze l»e vonden zich evenwel in een glad-gouden kistje en hij had geen collodium of andere dergelijke middeltjes bij zich Dit vormde voor der» ges'e^en misdadiger evenwel geen be letsel om zijn dag te slaan. Hd wist zonder den ba*-en wakker te maken in diens aan grenzende s'aaokamer binnen te komen, en diens vir»pe-s zachtjes even on het gouden kistje te.drukken zoodat zijn vingerafdrukken daarop verschenen. Zoodoende zou het den schijn wekken, alsof het de baron was ge weest, die de juweelen zijner eigen vrouw had gestolen. Of de list geslaagd is vermeldt de historie niet. DE VERZORGSTER VAN DEN PAUS. Weet men dat sinds het nieuwe pontificaat een vrouw in het vaticaan woont? Signora Linda" is een kleine oude vrouw die eens door Mevrouw Ratti, de moeder van den Paus, uit eed weeshuis is gehaald om de betrekking van gouvernante bij haar te vervullen. Veertig laren lang, diende zij haar trouw. Toen Mevr. Ratti stierf, was 't Mme. Linda, die de laatste zucht van de oude dame opving. Pius XI heeft haar de zorg voor zijn linnen goed, en zijn zeer eenvoudige maaltijden in het Yatikaan opgedragen. De verdedigers van de pontificale tradities hebben zich over dit feit warm gemaakt en hebben getracht den Paus deze stoutmoedige nieuwe instelling af te raden. Pius XI heeft echter even zachtmoedig als vastberaden geantwoord:. ,,Indien deze traditie niet bestaat, stellen wij haar in ter herinnering aan onze Moeder". VERKIEZINGSOFFER. Hij was een rpan van grondbeginsels, Daar ging ie jaren al voor door En heel veel lauwe, zwakke broeders, Die wees ie streng het recht spoor! Hij propageerde idealen, Waarvoor ie mooit een cent ontving, Hij was met al z'n sterke woorden De steun der kiesvereeniging! Men moest 'em eenmaal hooren spreken, Dan proefde men latente kracht! Hij was eenvoudig en bescheiden, Als Jan Publiek 'em hulde bracht! Dan voelde men z'n ware grootheid, Heel z'n belangelooze doen, Z'n zelfverloochenend betoogen, Z'n heerlijk politiek fatsoen 1 Hij was verstandig en rechtschapen En raakte nooit z'n kalmte kwijt! Hij hekelde het fnuikend wroeten- Der menschelijke ijdelheidl Hij wou geheel zichzelve geven, Het egoisme bracht ten val, Al strijdend de gemeenschap dienen, Met het principe bovenal!! De politiek moest zuiver blijven, Haar streven eerlijk, geest'lijk vrij, Men moest z'n eigenliefde off'ren Tot heil van deze maatschappij!! Hij hield van 't ware eenvoudsleven Van deeg'lijkheid met stille trom, Van overrijpe broederliefde, Van: „Doe maar wel en zie niet om II" Totdatie zelf niet meer geloofde, In wat ie zalvend had geleerd, Omdat ie in z'n grondbeginsels Niet naar verdienste werd geëerd 11 Toen schold ie op de Kamerleden, Die zich verkochten voor wat geld En gnuifden al z'n bittervrinden Hij was niet candidaat gesteld! !1 Nadruk verboden. Juni 1922. KROES. KLEINE BIJZONDERHEDEN. De productie van jodium in Ned. Indië steeg van 2110 Kg. in 1892 tot 57.900 Kg. in 1913. In de oorlogsjaren is de productie zeer gering ge weest door gebrek aan chemicaliën. Amsterdam bad in 1921 voor straatverlich ting 10.178 lantaarns, wat de gemeente f1414.950 kostte. Een vlinder legt in depaar dagen, dat ze leeft, ongeveer 300 eieren. Een zeekomkommer lijkt veel op onze kom kommers en wordt vooral door de Chineezen gezouten als tripang gegeten. In de Amerikaansche stad Chicago hadden gedurende 1921 maar eventjes 352 moorden plaats, of bijna éétf per dag. Te Winterswijk deed een vader, die voor de derde maal getrouwd was, onlangs aangifte van de geboorte van zijn 30e kind. De Fransche vrouwen hebben over *t alge meen kleinere voeten dan de Engelsche. In 1913 betaalde men in Duitschland gemid deld 67 Mark belasting per persoon, nu 465 M. Een enkele vrouwelijke oester brengt in één jaar 128 millioen kleintjes voort. In een piano is ongeveer 1600 M. snaren. In Amerika zijn damestaschjes in gebruik, die inwendig electriscb verlicht worden, zoo dra men ze opent. Het onweer is niet verder dan 25 K.M. hoor baar. M. OM OVER TE DENKEN. Wie over de gebreken van anderen zwijgt, toont veel zelfkennis. Voelt gij den bodem van uw ziel door tee- dere gedachten bewogen? Dat is het uitsprui ten van het goede zaad. Zet er vooral de hark der redeneering niet in, maar laat het atille- kens yoortwerken Men voorziet zich doorgaans van méér droef heid dan noodig is, om anderen te gaan troos ten of condoleeren. Wilskracht is als een scherpe bijl, waarmee men zich door het dichtste woud van weder waardigheden een weg kan banen. Wie in liefde gegeven heeft, denkt niet al lereerst aan dank maar aan de vreugde die hij bereid heeft. Even laehen. TE LAAT BEROUW. „Wat een prachtig cadeau heb je mij gege ven, Karei", zei het jonge meisje glimlachend. „En je hebt er bij vergissing den prijs op gela ten, dertig gulden". „Och, wat onachtzaam van mei" antwoord de Karei. „De naam van den winkel staat er ook op. Zou je nu zoo goed willen zijn, het te ruilen voor een mof van dertig gulden, zooals ze daar voor het raam liggen." „Natuurlijk, met genoegen, lieveling!" ant woordde hij. Een uur later zat de jonge man in zijn ka mer zijn dwaasheid te betreuren, om iets van een tientje te koopen en er een prijs van der tig gulden op te steken. DAT KON HU BELOVEN. Patroon: „Je moet me beloven, dat je nooit met mijn auto uitgaat zonder verlof. Kan ik daar op aan?" Chauffeur.: „Dat kan u zeker, mijnheer, nu ik den kar gezien beb". DAT ZAL MOEILIJK GAAN. Dominee: „Wat scheelt er aan, Klaas?" Klaas: ,Het is een bard ding voor een man. Dominie, om uit het huis gezet te worden, dat zijn vader nog gebouwd heeft en waar zijn grootvader is geboren!" ZOO LIEF HAD HIJ W4*w Zij: „De dokter schrijft me een verm&gerings kuur voor en nu wil je me niet eens naar Spa laten gaan. Je houdt niet van me." Hij: „Ik bou zóóveel van je, dat ik zelfs geen ons van je wil verliezen". DE SPREKENDE KROKODIL. Eenige jaren geleden konden de kermlsgan- gers van een der voorsteden van Brussel op een tentje lezen: „De geleerde krokodil Jum bo hij kan spreken". Met hoopjes drongen ze de tent In. Ze keken, luisterden, maar de krokodil lag onbeweeglijk en stom. Er werd gefoeterd, gescholden. „Nou, wat wil je?" vroeg de kermisvent „ik kan het niet helpen, dat het dier tegenover al dat volk zoo verlegen is". LASTIGE VRAAG. Ernstig man: „Zeg eens arme kerel, ant woordt mij onomwonden, op mijn vraag: Ben je arm omdat je drinkt, of drink je omdat je arm bent?" De arme man: ,Wat zal ik je daarop zeggen roeneer, ik drink omdat ik dorst heb".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 12