Een witte, Engelsche korsaage luer, met een
wit boorsel.
Een dito swachteL
Een linnen swachtel met breet lint.
Drie witte dekenties/met paers en twee met
geele streepen gekeperd.
Een geel dekentie met swarte streepen.
Een dito grooten.
50 lueren.
50 fijtsels.
Een geel satijne speldekussen met een groo-
te silvere gallon omboort.
Een groen lakense speldekussen met wit sa
tijn bekleed.
Een wit gebreijt borstrokje.
Een fijn om onder te dragen, met perel cou
leur galon omboord.
Een paar fijne gebreide handschoenen.
Ken witte sajette.
Een groote silvere bel.
Een silvere honighdoos.
Een silvere pappot met deksel en lepel.
Een groote silvere kom met een deksel, sil
vere lepel en gegoten steel.
Een wit moiré doopluer met een silvere kant
geboord en met rood armozijn gevoerd, met
een kamerdoeckse doopleur daartoe, rontom
met kant.
Een fijne bakermat met een planck op de zij
van t vufcr.
Een fijne overtrek.
Een wiegh van middelslagh met pruimen-
boute voeten.
Een wit fijne bennetje.
Een slechter overcorf.
Een witte fijne vuercorf.
Een pruimehouten bakerstoeltje.
Twee groote stoven van eykenhouk
Een zwart ebbenhoute kloppertje." M.
TABAK.
De eerste, die in Engeland tabak heeft ge
rookt, was waarschijnlijk air Walter Raleigh.
Toen hij op zekereen dag in zijn studeerka
mer zat, in wolken van tabaksrook gehuld,
kwam zijn dienstmeisje de kamer binnen met
een pot met ale en notenmuskaat, een soort
bier, dat daar veel gedronken' wordt.
Het meisje was op het zien van den rook, die
uit den mond van sir Walter Raleigh kwam,
eerst geheel van streek. Maar spoedig herstel
de zij zich en wierp hem, om de vlam te blus-
schen, den drank in het gezicht. Daarna snel
de zij luid schreeuwende naar beneden en riep
om hulp voor haar meester, die zonder hulp
wel spoedig in een hoopje asch zou zijn veran
derd.
Raleigh was een groot liefhebber van rookeu
en sprak daarom ook gaarne over de groote
waarde van de tabak. Toen hij eens met ko
ningin Elisabeth in gesprek was, kon hij het
weer niet nalaten over het geliefde kruid te
spreken. Hij verzekerde haar onder meer, dat
hij het gewicht van den uitgeblazen rook kon
bepalen. De koningin wilde dit niet gelooven,
mijn rozemarijntje! Goeie morgen, buurman
Heintje. Zoo zoo, kom jé een kopje koffie
drinken, buurman? Als je dan alles maar
niet opdrinkt. Zul je daaraan denken?
Hein: Morgen, Jan Klaassen! Wees maar ge
rust hoor, ik za' voor jou ook wat over laten.
K a t r ij n: Heb je 't geld aan den huisbaas ge
geven, Jan?
Jan Klaassen: Wat zeg je, Katrijntje?
K a t r ij n: Ik vraag, of je "t geld aan den huis
baas hebt gegeven.
Jan Klaassen: Om-je de eerlijke waar
heid te zeggen, vrouwtje, ik ben niet bij den
huisbaas geweest.
K a t r ij n.* Heb je nou ooit zoo'n ezel van een
man geilen? Geef dan het geld maar weer
terug!
Jan Klaassen: Ik heb niets meer, lieve
snoezepoes!
Katrijn: Wat, niets meer? O, o, wat heb ik
toch een rare man! Die gaat met 12 gulden
weg en komt met niets terug. Wat heb je er
mee gedaan?
Jan Klaassen: Ik heb voor zes gulden een
mooie gouden ring gekocht.
K a t r ij n: En we zijn al zoo arm. We kunnen
ons geld zoo goed gebruiken, en daar gaat
hij me nog een gouden ring koopen ook.
Wat heb je met die andere zes gulden ge
daan?
JanKlaassen: Daar heb ik ook een gouden
en zij gingen een weddenschap aan.
Nu woog Raleicb eerst de tabak en daarna
de overgebleven asch. Het verschil tusschen
heide gewichten moest de zwaarte van den
rook aangeven.
Koningin Elisabeth verloor de weddenschap
en betaalde de goudstukken, waarbij' zij op
merkte, dat zij wel eens gehoord had van men-
schen, die uit goud rook maakten maar dat hij
de eerste was, die uit rook goud maakte. M.
EEN NIEUWE METHODE VOOR TURF-
WINNING.
In Finland (Jourikorpe) werkt men sinds
1920 volgens een nieuwo methode om turf te
krijgen, die bestaat in het veranderen van het
veen tot een vloeibare massa, door er krach
tige waterstralen tegen te spuiten, die alles,
wat fijn verdeeld is, tot een stroom modder
doet wegloopen, terwijl wortels en stompen
achterblijven. Deze laatste zijn dikwijls in zul
ke grootte en aantallen aanwezig, dat er geen
andere mechanische methode om turf te win
nen toegepast kan worden.
Die waterstralen worden verkregen door cen-
trifugaalpompen, die per stuk en per uur
75.000 K.G. water aanvoeren en dit onder een
druk van ongeveer 20 K.G. per vierkante centi
meter tegen het veen doen spuiten.
Het weggespoten veen wordt gevoerd naar
een verzamelkuil, waar het door den conti-
nuen aanvoer steeds geroerd en homogeen
wordt gehouden. Van hier wordt het door mid
del van een turbinepomp weggezogen. De
pomp is voorzien van een toestel, dat ongeveer
werkt als de bladen van een schroef en waar
door belet wordt, dat andere doelen dan zeer
fijn verdeelde aangezogen worden. Verder is in
de pomp een roteerend messenstelsel aange
bracht, dat ongeveer 70 omwentelingen per mi
nuut maakt cn dat zorgt voor nog verder fijne
verdeeling vim de vaste deeltjes. Vanuit de
turbinepomp gaat de massa naar een groote
centrifugaalpomp, die alles perst in een buis-
leiding naar speciale droogvelden. De buislei
ding bestaat uit gemakkelijk aan elkaar te
zetten stukken, zoodat na vulling van een
droogveld het buizenstelsel verlegd of verlengd
kan worden om een nieuw veld tc vullen. Die
velden zijn door lage walletjes van turf afge
sloten. Op die velden droogt de turf in tot een
watergehalte van 25 pet. is bereikt., hetgeen
voor turf niet hoog is. De totale productie aan
turf, die aldaar op beschreven wijze verkregen
wordt, is 20.000 Kg. per uur. Hiervoor moeten
twee man bij de spuitpompen zijn, twee man
zijn bezig de stompen weg te werken met be
hulp van mechanisch bewogen werktuigen, een
man is noodig voor het beheer der machines
en drie man voor het leggen der buisleiding.
Hoeveel er verder turf maken, wordt niet ge
meld. Het succes van dit proces hangt ver
moedelijk vooral af van den prijs van den elec-
trischen stroom, die alle pompen en verdere
toestellen beweegt. Daarom zal waarschijn-
ring voor gekocht
Katrijn: O jou leelijke man, ik wou, ik wou-
Jan Klaassen: Stil maar lieve vrouw. Een
van die twee ringen is voor jou, hoor! Kijk
eens, wat is hij mooi! Steek hem maar gauw
aan je vinger. Zoo, dat staat netjes, hè? Nou
niet boos meer wezen, hoor Katrijntje!
Katrijn Maar waar moeten we dan onze
huisbaas van betalen? We hebben geen cent
meer in huis.
Hein: Dan geloof ik, dat ik net van pas kom.
Ik heb vanmorgen wat in de krant gelezen,
en toen dacht ik: dat zou wel wat voor Jan
Klaassen wezen!
Jan Klaassen: Wat heb je dan gelezen,
buurman?
Buurman: Luister maar:
(Hij leest:) „Aan het strand hebben ecnige
menschen een mooie ijsbeer gezien. De ko
ning looft 100 gulden uit voor hem, die de
ijsbeer levend kan vangen. Dan zal de ijs
beer in den dierentuin worden opgesloten".
Jan Klaassen: 100 gulden om een ijsbeer
te vangen! Ik ga meteen op stap!
Katrijn: Maar ben je dan niet bang. Jan?
Jan Klaassen: Bang? Heelemaal niet! Ik
ben nooit bang!
Hein: Dus je gaat 't probeeren, Jan?
Jan Klaassen:Ja, ik neem mijn stok mee,
en ik ga er meteen naar toe,! Dag buurman!
Hein: Dag Jan, hou je maar dapper!
lijk in onze streken zonder watervallen de' ge
wone vooideeliger zijn.
MUZIKALITEIT VAN NEGERKINDEREN.
Bij de geheugen-oefeningen, die in de Ame-
rikaansche scholen op het leerplan staan, be
hoort ook het herkennen van composities van
bekende componisten. Gedurende den winter
wordt een reeks schoolconcert gehouden, waar
bij werken van .Handel, Saint Saëns, Wagner
en Mendelssohn worden opgevoerd. Deze mu
ziekstukken worden fonografisch opgenomen,
waardoor het mogelijk is den inhoud van het
concertprogramma vele malen te herhalen.
Vervolgens wordt in iedere school een slot-
concert gegeven, waarbij de kinderen moeten
aangeven hoe het gespeelde stuk heet en wie
de componist daarvan is,
In de stad Topeka werd dit bovendien uit
gebreid door van iedere school een elftal te
Kiezen uit de leerlingen met het beste geheu
gen voor muziek, en de elftallen van alle groo
te leerstellingen met elkaar te vergelijken.
Het resultaat was opmerkelijk. Den eersten
prijs kreeg het elftal van een door negerkin
deren bezochte school. Zij hadden de meeste
stukken en hun componisten herkend. Maar
ook den tweeden prijs behaalde het elftal van
een negerschool, evenzoo den derden prijs. Pas
de vierde prijs kon door het elftal van eep
door blanke kinderen bezochte school worden
toegewezen
KRANKZINNIGHEID EN ALCOHOLVER.
BRUIS.
Uit een betreffende mededische statistiek voor
Pruisen blijkt, van welk een grooten invloed
het feit, dat tijdens den oorlog bijna geen alko-
hol te krijgen was, is geweest op het krank
zinnigenwezen. Het aantal patiënten op 1 Jan.
1913, opgenomen in de Pruisische krank zinni-
gengestiebten ten gevolge van misbruik van
alkohol, bedroeg 1978 manlijke en 226 vrou
welijke personen. Op 1 Jan. 1918 waren deze
cijfers 179 eri 11. Voor de volgende jaren is nog
geen statistiek verschenen. Maar uit de gege
vens van verschillende gestienten blijkt, dat de
toestand met reusachtige schreden achteruit,
gaat, daar na den oorlog bet verbruik van al
kohol niettegenstaande de bijna onbereikbare
prijzen buitengewoon is toegenomen.
VINNIG.
Toen prinses Clotilde, de dochter van Victor
Emanuel II, als offer van de internationale
politiek, den luchthartigen prins Jerome Na
poleon, ook bekend als Plon-Plon, had moeten
huwen en voor de eerste maal in Parijs kwam,
werd te harer ecre in de Tuilerieën 'n schitte
rend festijn gegeven. Keizerin Eugénie ging de
nieuw aangekomene tot in den eersten salon te
gemoet en begroette haar zoo hartelijk moge
lijk:
JanKlaassen: Dag Katrijntje, zonneschijn
tje!
K a t r ij n: O Jan, ik ben zoo bang, dat hij je
op zal eten!
J a,n Klaassen: Wel neen, dat doet hij niet.
Hij lust me toch niet! Vanavond ben ik te
rug, hoor! Dag!
Ja, die ijsbeer zal ik gauw gaan halen,
Falderalderiere, falderalderiere!
Honderd gulden zal de koning mij betalen,
Fal, fal, falderaldera!
(Hij gaat weg).
K a t r ij n: O buurman, iji ben zoo bang, dat
het niet goed af zal loopen'
Hein: Kom kom, buurvrouw, Jan heeft nog
nooit een ongeluk gehad, nietwaar, en boven
dien heeft hij zijn stok meegenomen! En alle
menschen zijn bang voor zijn stok!
Katrijn: Ja, maar dat weet die ijsbeer niet!
Hein: Dan zal hij T wel ondervinden. Ik ga
naar huis, buurvrouw; vanavond kom ik nog
eens kijken. En ik wed, dat jullie dan de
honderd gulden al hebben! Ajuus!
Katrijn: Dag buurman. Groeten thuis!
(De buurman gaat weg.)
Volgende week zullen we zien, hoe de ont
moeting tusschen Jan Klaassen en de ijsbeer
afliep!
En vervolgens komen de Jongens van den
Molen weer aan de beurt.
Wees maar kalm, mijn beste kind, gij zijt
zeker nog niet aan zulke groote feesten ge
wend.
De keizerin bedoelde het inderdaad goed,
maar prinses Clotilde vatte die woorden ver
keerd op. Zij vermoedde, dat de gemalin van
Napoleon III haar wilde overbluffen. Trotsch
het hoofd omhoog houdend, antwoordde ze:
O, wees hoegenaamd niet bezorgd over mij
mevrouw, ik ben in ecu paleis geboren.
De keizerin, die dit niet van zichzelve ver
klaren kon, beet z^ch op de lippen. Men wil, dat
zij de prinses deze uiting van trots en zelfbe
wustheid nimmer heeft kunnen -vergeven.
EEN SCHOUWBURG VOOR KINDEREN.
Er is misschien geen land op dc wereld waar
meer werk van het kind wordt gemaakt dan
Amerika. Tal van vereenigmgen houden zich
met de verzorging van verwaarloosde en hulp
behoevende kinderen bezig; in -alle steden van
de Vereenigde Staten beijvert men zich om de
jeugd te beschermen, te onderrichten, op te
voeden, te amuseeren. Hef reuv -v op dit ge
bied is wel de schouwburg voor kinderen, die
een Amerikaansche philanthroop, Heckscher
genaamd, heeft bedacht. Het theater is geves-
tingd in de stichting voor arme kinderen,
waaraan Heckscher vier millioen dollars
heeft besteed en die den len Juli te New York
zal geopend worden. De toegang is er gratis; de
voorstellingen zullen geleid worden door een
van de bekendste impressarii van New York:
David Belasco.
De ruime zaal bevat achthonderd plaatsen
en is een navolging in 't klein van de Man
hattan Opera, uitgezonderd de muurschilde
ringen, die hier sprookjes en fabels verbeelden
Alle bekende New Yorksche acteurs zullen
er optreden; het grootste deel der vertoonin
gen zal echter door kinderen gegeven worden
en meest met stukken, door kinderen gemaakt.
MANTEL EN DEGEN.
Toen Napoleon Josephinc het hof maakte,
hadden zij geen van beiden een equipage en
Bonaparte wandelde dan maar met haar als
zijn meisje haar iukoopen ging doen. Op zeke
ren dag waren zij naar notaris Raguideau ge
gaan, een dwergachtig klein mannetje, in wien
Josephine veel vertrouwen stelde en dien zij
van haar besluit om met den door Barras be
gunstigden jongen artillerie-generaal te trou
wen in kennis stelde. Bonaparte wachtte in de
voorkamer. De deur stond echter een weinig
open en zoo hoorde hij duidelijk, dat de nota
ris veel pogingen aanwendde om Josephine die
verbintenis af te raden.
Je doet er zeker verkeerd aan, zei hij en
het zal je berouwen. T Is een groote dwaasheid
met een man te trouwen die niets anders be
zit dan zijn degen en zijn mantel.
Bonaparte had dit gehoord, maar er noch
met Josephine, noch met iemand anders over
gesproken. Vergeten deed hij bet echter niet.
Toen hij, jaren daarna, op den dag van zijn
kroning den keizerlijken mantel had omge
hangen, liet hij den notaris ontbieden.
Welnu, vroeg hij hem, bezit ik nu ook
niets anders dan een mantel en een degen?
IMITATIE-VINGERAFDRUKKEN.
Scotland Yard heeft zich thans bezig te hou
den met een nieuw vraagstuk op het gebied
van het opsporen van misdadigers. Volgens
de nieu\vs*e uitvindingen van hét corps der
beroepsinbrekers worden namelijk de vinger
afdrukken op de voorwerpen ter plaatse van
de inbraak zeer natuurgetrouw vervalscht. Zij
doen dit door middel van rubber- of gelatine-
stempeltjes. waarmede zij eens ande;s vin
gerafdrukken op de voorwerpen kunnen stem
pelen. zoodat de politie daardoor wordt mis
leid. Volgens de meening van deskundigen op
het gebied van dactylografie is de kans groot,
dat dit systeem van vervalsching van vinger
afdrukken in de misdadigerswereld snelle vor-
deiingen zal maken.
Van den beruchten Amerikaanschen inbre
ker Trent wordt dienaangaande verteld, dat
hii op zeer kunstige wijze de vingerafdrukken
wist te vervalschen. Zoo brak hij op zekeren
dag in de slaapkamer van een rüke Duitsche
barones in om haar juweelen te stelen. Deze
l»e vonden zich evenwel in een glad-gouden
kistje en hij had geen collodium of andere
dergelijke middeltjes bij zich Dit vormde voor
der» ges'e^en misdadiger evenwel geen be
letsel om zijn dag te slaan. Hd wist zonder
den ba*-en wakker te maken in diens aan
grenzende s'aaokamer binnen te komen, en
diens vir»pe-s zachtjes even on het gouden
kistje te.drukken zoodat zijn vingerafdrukken
daarop verschenen. Zoodoende zou het den
schijn wekken, alsof het de baron was ge
weest, die de juweelen zijner eigen vrouw
had gestolen. Of de list geslaagd is vermeldt
de historie niet.
DE VERZORGSTER VAN DEN PAUS.
Weet men dat sinds het nieuwe pontificaat
een vrouw in het vaticaan woont? Signora
Linda" is een kleine oude vrouw die eens door
Mevrouw Ratti, de moeder van den Paus, uit
eed weeshuis is gehaald om de betrekking van
gouvernante bij haar te vervullen. Veertig
laren lang, diende zij haar trouw.
Toen Mevr. Ratti stierf, was 't Mme. Linda,
die de laatste zucht van de oude dame opving.
Pius XI heeft haar de zorg voor zijn linnen
goed, en zijn zeer eenvoudige maaltijden in het
Yatikaan opgedragen. De verdedigers van de
pontificale tradities hebben zich over dit feit
warm gemaakt en hebben getracht den Paus
deze stoutmoedige nieuwe instelling af te
raden. Pius XI heeft echter even zachtmoedig
als vastberaden geantwoord:.
,,Indien deze traditie niet bestaat, stellen
wij haar in ter herinnering aan onze Moeder".
VERKIEZINGSOFFER.
Hij was een rpan van grondbeginsels,
Daar ging ie jaren al voor door
En heel veel lauwe, zwakke broeders,
Die wees ie streng het recht spoor!
Hij propageerde idealen,
Waarvoor ie mooit een cent ontving,
Hij was met al z'n sterke woorden
De steun der kiesvereeniging!
Men moest 'em eenmaal hooren spreken,
Dan proefde men latente kracht!
Hij was eenvoudig en bescheiden,
Als Jan Publiek 'em hulde bracht!
Dan voelde men z'n ware grootheid,
Heel z'n belangelooze doen,
Z'n zelfverloochenend betoogen,
Z'n heerlijk politiek fatsoen 1
Hij was verstandig en rechtschapen
En raakte nooit z'n kalmte kwijt!
Hij hekelde het fnuikend wroeten-
Der menschelijke ijdelheidl
Hij wou geheel zichzelve geven,
Het egoisme bracht ten val,
Al strijdend de gemeenschap dienen,
Met het principe bovenal!!
De politiek moest zuiver blijven,
Haar streven eerlijk, geest'lijk vrij,
Men moest z'n eigenliefde off'ren
Tot heil van deze maatschappij!!
Hij hield van 't ware eenvoudsleven
Van deeg'lijkheid met stille trom,
Van overrijpe broederliefde,
Van: „Doe maar wel en zie niet om II"
Totdatie zelf niet meer geloofde,
In wat ie zalvend had geleerd,
Omdat ie in z'n grondbeginsels
Niet naar verdienste werd geëerd 11
Toen schold ie op de Kamerleden,
Die zich verkochten voor wat geld
En gnuifden al z'n bittervrinden
Hij was niet candidaat gesteld! !1
Nadruk verboden.
Juni 1922. KROES.
KLEINE BIJZONDERHEDEN.
De productie van jodium in Ned. Indië steeg
van 2110 Kg. in 1892 tot 57.900 Kg. in 1913. In
de oorlogsjaren is de productie zeer gering ge
weest door gebrek aan chemicaliën.
Amsterdam bad in 1921 voor straatverlich
ting 10.178 lantaarns, wat de gemeente
f1414.950 kostte.
Een vlinder legt in depaar dagen, dat ze
leeft, ongeveer 300 eieren.
Een zeekomkommer lijkt veel op onze kom
kommers en wordt vooral door de Chineezen
gezouten als tripang gegeten.
In de Amerikaansche stad Chicago hadden
gedurende 1921 maar eventjes 352 moorden
plaats, of bijna éétf per dag.
Te Winterswijk deed een vader, die voor de
derde maal getrouwd was, onlangs aangifte
van de geboorte van zijn 30e kind.
De Fransche vrouwen hebben over *t alge
meen kleinere voeten dan de Engelsche.
In 1913 betaalde men in Duitschland gemid
deld 67 Mark belasting per persoon, nu 465 M.
Een enkele vrouwelijke oester brengt in één
jaar 128 millioen kleintjes voort.
In een piano is ongeveer 1600 M. snaren.
In Amerika zijn damestaschjes in gebruik,
die inwendig electriscb verlicht worden, zoo
dra men ze opent.
Het onweer is niet verder dan 25 K.M. hoor
baar. M.
OM OVER TE DENKEN.
Wie over de gebreken van anderen zwijgt,
toont veel zelfkennis.
Voelt gij den bodem van uw ziel door tee-
dere gedachten bewogen? Dat is het uitsprui
ten van het goede zaad. Zet er vooral de hark
der redeneering niet in, maar laat het atille-
kens yoortwerken
Men voorziet zich doorgaans van méér droef
heid dan noodig is, om anderen te gaan troos
ten of condoleeren.
Wilskracht is als een scherpe bijl, waarmee
men zich door het dichtste woud van weder
waardigheden een weg kan banen.
Wie in liefde gegeven heeft, denkt niet al
lereerst aan dank maar aan de vreugde die hij
bereid heeft.
Even laehen.
TE LAAT BEROUW.
„Wat een prachtig cadeau heb je mij gege
ven, Karei", zei het jonge meisje glimlachend.
„En je hebt er bij vergissing den prijs op gela
ten, dertig gulden".
„Och, wat onachtzaam van mei" antwoord
de Karei.
„De naam van den winkel staat er ook op.
Zou je nu zoo goed willen zijn, het te ruilen
voor een mof van dertig gulden, zooals ze
daar voor het raam liggen."
„Natuurlijk, met genoegen, lieveling!" ant
woordde hij.
Een uur later zat de jonge man in zijn ka
mer zijn dwaasheid te betreuren, om iets van
een tientje te koopen en er een prijs van der
tig gulden op te steken.
DAT KON HU BELOVEN.
Patroon: „Je moet me beloven, dat je nooit
met mijn auto uitgaat zonder verlof. Kan ik
daar op aan?"
Chauffeur.: „Dat kan u zeker, mijnheer, nu
ik den kar gezien beb".
DAT ZAL MOEILIJK GAAN.
Dominee: „Wat scheelt er aan, Klaas?"
Klaas: ,Het is een bard ding voor een man.
Dominie, om uit het huis gezet te worden, dat
zijn vader nog gebouwd heeft en waar zijn
grootvader is geboren!"
ZOO LIEF HAD HIJ W4*w
Zij: „De dokter schrijft me een verm&gerings
kuur voor en nu wil je me niet eens naar Spa
laten gaan. Je houdt niet van me."
Hij: „Ik bou zóóveel van je, dat ik zelfs geen
ons van je wil verliezen".
DE SPREKENDE KROKODIL.
Eenige jaren geleden konden de kermlsgan-
gers van een der voorsteden van Brussel op
een tentje lezen: „De geleerde krokodil Jum
bo hij kan spreken".
Met hoopjes drongen ze de tent In.
Ze keken, luisterden, maar de krokodil lag
onbeweeglijk en stom.
Er werd gefoeterd, gescholden.
„Nou, wat wil je?" vroeg de kermisvent „ik
kan het niet helpen, dat het dier tegenover al
dat volk zoo verlegen is".
LASTIGE VRAAG.
Ernstig man: „Zeg eens arme kerel, ant
woordt mij onomwonden, op mijn vraag: Ben
je arm omdat je drinkt, of drink je omdat je
arm bent?"
De arme man: ,Wat zal ik je daarop zeggen
roeneer, ik drink omdat ik dorst heb".