AlliltU KI tl IS- FUNSTEMELANGE JURGENS' DE FUNSTE BOTER DE WILDE JACHT Woensdag 12 Juli 1922. 65ste Jaargang. No. 7058. Uitgevers i N.V. v.ii. TRAPMAN Co., Scbageu Brieven uit Engeland. FEUILLETON. Gemengd Nieuws. VERVANGT SCHA6ER COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. BIJ Inzonding tot 's morgens 8 sur, worden Adver- tentiön nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENINO No. 23330. INT. TELEF. no. 20 Prija per 3 maanden fl.66. Loseo nummora 3 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels fl.10, iedere regel meen 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Heemstede, 8 Juli 1922. Zoo veranderlijk ais het weer is de laatste dagen, hitte en kou, windstilte en storm op óon dag, zoo ver underlijk zullen de onderworpen zijn in dezen brief. Wo zullen springen van den hak op den tak, cn be ginnen met een -postament. Velen van mijn lezers zullen bekend zijn met het testament, voorkomende in een boek van Rider Hog- gurd, getiteld Mr. Meeson's Will. Vijf en twintig a Uortig juar geleden verscheen het, vortaald, in het Üoillustreerdo Zondagsblad van de Schager Cou rant. Ik zie het me nog lezen als jongen. Later heel veel jaren lator, las Ik het in het Engelsch. De „will", het testament van Mr. Mooson, was ook bij <hu tweodo lezing het boeiende in een overigens niet bijzonder interessante geschiedonis. Dat testament was immers een hooi eigenaard'.g let nament: goiatoueerd op don rug van een jong da me, aangezien die, rug het eenige „schrijfpapier' was, dat de erflater tot zijn beschikking had, kort voor zijn overlijden op een onbowoond eiland. De geldigheid van het testament werd betwist. De rug van do jonge dame werd gcphotografoerd, bo- hoefde dus niet telkens in de rechtzaal vortoond to worden, een spannend rechtsgeding volgde en het testament word geldig verklaard. ïots dergelijks, maar minder romantisch, heeft en kele dagen geleden in Engeland plaats gegrepen. De erflater in dit geval was een matroos op oen En- golsch oorlogschip, de lndefatigable, dat den 81 Mei 1916 in den slag bij Jutland tot zinken werd ge bracht. Zooals men weet, was ieder soldaat en matroos in den oorlog voorzien van oen herkenningsplaatje, een stukje metaal niet veel grooter dan een gulden, waarop zijn naam, nummer, godsdienst enz. gegra veerd stonden. Langen lijd na den slag bij Jutland werd zulk een plautjo opgevischt en schoongemaakt. Op het eerste gezicht was er niets bijzonders aan op te merken. Do voorkant bevatte do zoooven ge noemde bijzonderheden, de achterzijde leek blank. Doch onder een, zekeren hoek bekeken vertoonde die achterzijde een groot aantal fijne lottortjes, die on der sterke vergrooting duidelijk het volgonde te la zen gavon: i Febiuari 1916. Allos wat ik bozit en alles wat mij toekomt bij tostament, als loon of uit andere bron nen, vermaak ik aan mijn lieve vrouw, Alico Maud, Skinnor. Getookcnd dezen dag, 1 Febr. 1916 Il.M.8. liulofatigablo, Wm. H. T. Skinnor. Getuigen W. H. Taylcr; IJ. J. Way. Hot testament is, zooals to verwachten was, geldig orklaard. Do erfenis bedroeg ruim drio duizend gulden. Voor wo van orfenisson afstappon 't Is er juist zulk hoorlijk 'Vb."nor, want het regent, dat net giet nog de meaeuuciing, dat den 23 April van dit juar in Steveriage, een klein plaatsjo van nog geen 4OU0 inwoners, een 70-jarige boor is overleden, die oen kapitaal van 5 millioen 491 duizend gulden heeft nagelaten, waarvan de Staat óón mli'loen 380 dui zend aan successierechten zal opstrijken. Eon be wijs, dat hot boerenvak, in Engeland althans, nog zoo slecht met is. Verband zullen we maar niet trachten to brengen tusscben hot oene onderwerp en liet andere. Ik las juist vandaag een ingozondon stuk vun een Engel- sche Aamo in i onden, die verhand proboordo to bren gen tusschen zichzelf en de vaderlandseho geschie denis. Mot do vaderlandsche geschiedenis bedoel ik Prins Mauritb en do inneming van Den Briol, of, vari een Engolsch standpunt, Cromwuil on do slag bij Agincourt. nasc het Amerikaanse): door ZANE WREY, Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr, 4. „John, ik vermoed, dui -e wat Ik je te vertellen heb, niet zoo heel prettig zult vinden," zeide hij ernstig. „Dat is door den regel het geval met wat je te ver tellen hebt," zeide Bostii! lachend. Maar zijn grappig heid kwaru ai heel slecht overeen met zijn ernstigen blik. „Wat is er „Aan wicn denik ie, dat ik .daarnet whisky verkocht heb'?'-' „Daar heb 'jk geen sflauw idee van," antwoordde Bocstü, maar hij keek, alsof hij het heel goed wist. „Cordts iCordts en vier van zijn bende. Twee ervan kende Ik niet. Slechte kerels om zoo te zien- De anderen waren Hutchinson en Dick Sears.' „Dwk .Sears»" riep Bostii uit. Muncie en Williams herlioalden Bostil's uitroep. HoL Icys belang,telling scheen plotseling opgewekt. AJtjeeu Creech liet j;ecn verbazing blijken. „Maar Sears is dood,6 voegde Bostii er aan toe. „Hij was dood dat dachten we," antwoordde Brackton inot een crimwigcn lach. „Maar hg leeft weer. IIij 'hoeft mij verteld, dat hij twee jaar in ldaho op de goudvelden geweest was. Hij zeide, dat het to zwaar werken was en dat hij daarom teruggekomen is. Hy lachte, toen hij hot zcido, die duivel. Ik wed, dat hij dacht aan de wagons, die hij van mij gestolen heeft" Bostii keek naar zijn chef-pikeur. vIk vennoexL, dat wc oer slot van i ?kening bear^ met geaood henben,' zeide Holley. „Zeker ben ik er trouwens noem van geweest!" ,,Ucv hem ei.' Cordts cn Sears in het kamp," nep Bootii, die "hoi' vertrek op en nee fbegon te loepen, uit. ,Ncen, zy zijn nu weer weg," zeide Braekloa. „Tiouu jo kaïrabaas, en ga( zitten,'teemde Holley. De King en al do andere renpaarden zijn veilig, dat zweer ik ie. Heusch .Cordts kan niot door die versper ring van hout en prikkeldraad komen, al probeerde hij het don heden n'ieht. Maar zij werken mJot pj-aag. En bovendien Earlano on dc jongens zij er ook nog.' Dit stelde Bostii gerust cn hij ging weer zitten. Maar zijn hand beefde wat. „Had Gordt niets te zeggen?' vroeg hij. Zeker. Hij was erg vriendschappelijk en zat op zijn praatstoel. Ilij kwam juist na 't donker. Hij liet een pian, dienik aiot géateo heb, bij de paarden achter. Die Londensche dame nu, Susan Maud Kingsford geheeteD, behoort tot een sterke familie, zoodat ze met eenige stappen midden in die vaderlandsche ge schiedenis zit. Ze zegt: „Ik ben geboren in 1862; mijn vader, John Kings ford, in 1790; mijn grootvader, John Kingsford, in 1757; mijn overgrootvader, John Kingsford, vóór 1707, tijdons do regeering van Koningin Anna. Mijn betovergrootvader, Daniël Kingsford, trouwde vóór 1690, zoodat vijf geslachten terug mij in elk geval in do regoering brengt van Karei II en waarschijn lijk zelfs in die van Cromwell en Karei I." Wie doet dat juffrouw Kingsford na? Wie komt in 5 stappon terecht in het rampjaar 1672? Ik weet alleen, dat ik een voorvader had in 1226, maar ik weet niet, hoeveel keer ik hem „bet", en hoeveel keer „over" moet noemen. 't Is anders geen kwaad idee, om eens een beetje inzicht in do geschiedenis te krijgen. Een moeilijk vak, geschiedenis. Terwijl je hot beleeft, zooals we toch allemaal doen, eiken dag en elk uur ven den dag, heb je er niets van in de gaten. Meestal mis je de allerbelangrijkste dingen, d.w.z. wat het nago- slacht belangrijk vindt, en vostig je al je aandacht op dingen, waar later geon rnensch meer aan denkt. Goluklg ben jo er niet moer bij over een paar hon derd juar om je over Je gebrek aan inzicht to ge ne» ren. Maar een krant is een ding met een langer levon dan een mensch. En als je aan oen krant verbonden bont, als redacteur bijv., kan ik mo voorstellen dat je met trots vertelt: „Ons bJad was hot eenige, hon derd jaar gele don, dat de aandacht vestigde op dit feit, waar toen ter tijd geon enkole andere courant over sprak. Do geschiedenis heeft bewezen, welk een helder inzicht ook toon reods de redactie van ons blad onderscheidde". Omgekeerd is het voor een krant niet aangenaam te moeten bekennen, dat do voorgungster van hon- dord jaar geleden het heelemaal bij 't verkeerde eind had. Zoo las ik van de week in de Obsorver: „Deze week zal het feit herdacht worden, dat Shol- loy (de beroemde dichter) honderd jaar geleden stierf. Wij moeten bekennen, dat de Observer zijn dood totaal onvermeld liet. In geen enkel blad van den zomer van 1822 komt do naam van den dichter ook maar óón enkele maal voor, hoewel aan het overlijden van Lord Londonderry dertien kolommen worden gewijd. De tijd hooft ons oordeel over deze twee monschcn hooi wat verandord." Van het verleden maar weer naar hot hedon. In Londen, zoo hebben we al in andere bladen ook kun nen lezen, is thans ingevoerd do regel: links houden vcor voetgangers op de trottoirs. De lantaarnpalen zijn van de nieuwe bepaling voorzien, de trottoirs zelf deelen het met krijtletters diegenen mee, die de gewoonte hebben naar beneden te kijken. Maar het resultaat schijnt do eerste dagen nog niet groot ge weest te zijn. Een Engelsch blad, dat eon van zijn vorslaggevrs uitzond om een wandeling te maken langs de druk ke winkelstraat, do Strand, en daarbij zich zou hou den aan de nieuwe bepaling, bomde doorloopend te gen de rest van zijn medemenschen aan, die dus klaarblijkelijk den ouden regol volgden. Waarom? Onwil, onverschilligheid, en misschien onkunde. Eén dame althans, die de aanmaning „Houdt links" las, bleef plotseling stilstaan, en vroeg haar metgezellin: „Houden we nu links of rechts?" En die was nu toevallig links. Laten we eindigen mot een blij-treurspel, of treur- blijspel. Dat mag ieder voor zichzelf uitmaken. We hebbon allen meermalen gehoord van de handdruk ken van de Amerikaansche presidenten. Ook heeft de Prins van Wales, meen ik, een paar dagen een zeeren arm gehad, tengevolge van de handdruk ken, die hij in Canada, of ergens anders, ontving. Maar in New York is pas getrouwd Mejuffrouw Jo- sophine Corrao, bij wier bruiloft 5000 menschen te genwoordig waren. Ongeveer al die 5000 hebben Jo- sephientjo 'gekust. Mij dunkt, dat de bruid do eerst volgende weken van 't zoonen wel genoeg gehad zal hebben. DE ENGELSCHE PERS OVER DEN TOESTAND IN DUITSCHLAND. Uit Londen, 10 Juli. De Londensche bladen maken zich hevig ongerust over de daling van de mark. Alle kans op schadeloosstelling is hiermede wel zoo ongeveer verkeken, roepen zij. De West- minister Gazette klaagt hadden wij vijftien maanden geleden de vijf-en-twintig honderd millioen pond, die Duitschland op de Londensche conferentie aan- bood, maar aanvaard, dat was meer dan wij nu ooit j zullen krijgen. Zoo groeit de bitterheid tegen het i vedrag van Versaillos, tegen de coalitie-politiek I sinds dien en tegen Poincaró, die door heel zijn houding tegenover Genua en het rapport van de [bankiers deze crisis in do hand gewerkt heeft. De Daily Express uit zonder eenigo strijkage voor Frankrijk een lulde kreet om herziening van het verdrag van Versailies. De oeconomische belangen van Engeland moeten verzekerd worden. Willen do Franscheti hun politieke belangen behartigen, dan mooten zij het weten. Zij kunnen, zegt de Express dy Duitschland in een paar afzonderlijke republieken oplossen en daardoor verzwakken, als wij nu slechts uit het moeras komen. De Express vestigt haar laatste hoop op Amerika. Zij drukt de verwachting uit, dat Harding na de November-verkiezingen de mogendheden, die het verdrag van Versailies onder teekend hebben, zal uitnoodigen om te Washington te komen, het verdrag van Versailies te vernieti gen en opnieuw te beginnen. Laat, roept het blad pathetisch uit, Amerika in den naam der mensch- heid, van onze bedreigde beschaving en van - onze eigen welvaart tot die uitnoodiging overgaan. De Daily Mail besluit met de woorden: „Laten de Duitschers maar zien, dat wij voor hun crisis niet bang zijn, dat zij geen cent van ons krijgen en dan zullen Stinnes en al diegenen die deze crisis kunstmatig uitgelokt hebben, wel anders optreden. De Times is veel bezadigder. In een uitvoerig artikel zet zij al de moeilijkheden op verschillend gebied uiteen, waarmee Duitschland te kampen heeft. Wel spreekt ook zij van opzettelijke machi naties tot drukking van de mark, ten einde door onderbieden de Duitsche industrie er eerst overal in te krijgen, maar zij houdt rekening met de moge lijkheid, dat de controle van de mas"k nu aan die machinators ontgleden is. Deze onderstelling heeft natuurlijk ten doel de Times eventueel een ietwat vedraagzamer politiek dan tot nu toe mogelijk to maken, zonder zich zelf tegen te spreken. Het blad dringt dan ook op ernstig overleg tusschen Enge land en Frankrijk aan, niet, zooals vanzelf spreekt, om Duitschland te helpen, of zijn lasten te verlich ten, maar om een slagboom op te richten tegen alles wat do vruchten der overwinning dreigt te ver nietigen. DE ONRUST IN BULGARIJE. Zaterdag en Zondag hebben in Bulgarije enkele sensationeele misdaden plaats gehad. Een bekend democraat werd Zaterdagavond voor zijn woning doodgeschoten en een gevangenisinspocteur werd eveneens vermoord. Voorts werd ten huize van een socialistischen ad vocaat een pakje bezorgd, dat een blik sardine heet te te bevatten., doch dat een helsche machine, in hield. Bij afwezigheid van den advocaat werd hot pakje geopend door zijn particulieren secretaris, die door de ontploffing letterlijk aan stukken werd ge reten. Ook de echtgenoote en een kind van den ad vocaat worden door de ontploffing ernstig gewond. To Wranja trachtte een bende het koninklijke pa leis binnen te dringen. Bij het gevecht met de paleis wacht word een schildwacht gedood. AUTO-SUGGESTIE. Couó, de bekende Fransche apostel van auto-sug- gestio als geneesmiddel, is toen hij in Engeland zijn stelsel uiteenzette, ook geraadpleegd door Lord Cur- zon, den minister van buitenlandsche zaken, die tij delijk door Lord Balfour vervangen is, omdat hij aan ernstige slapeloosheid leed. Couó's methode komt, gelijk men weet, hierop neer, dat de patiën ten zichzelf beterschap suggereeren door telkens de formule to herhalen: „Eiken dag word ik, in elk op zicht, beter en beter". De behandeling had Lord Cur- zon veel goed gedaan, maar na Couó's vertrek naar Frankrijk waren in sommige bladen berichten ver schenen, volgens welke de beterschap bij Lord Cur- zon niet zou aangehouden hebben. Lord Curzon heeft nu den eenigszins ongewonen weg ingeslagen, deze ongunstige berichten in een ingezonden stuk in de Weekly Dispatch van gisteren in het openbaar tegen te spreken. Iiy zegt, dat de mededeelingen vol gens welke Coué geen succe sbij hem gehad zou hebben, „ongegrond" en „zooveel te onrechtvaardi ger zijn tegenover den heer Coué, wien hij oprechte dankbaarheid verschuldigd is voor zijn vriendelijk heid om hem, toen Couó in Engeland was, to-komen opzoeken on hem mot zijn stelsel bekend te maken". hij kocht 2 gvoolc pakken voorraden, wat lederwaren ej, ütiuurlihi muuitie. En tlrj, wat whiiky. Hij had een hceio dooi $oud ea wou «ec?4 "kléin geld tanig hebben. En terwijl zijn ïuaraion Ihelulvo Soars, do boe! nam- buiten brachten, muntte hij. „Vertel op," zeiido Bostb. „Nou, hij was ten Noorden van Durango geweest om to lióoren ol er geen nieuws Was. Er wordt daar heel druk gesproken over oen aanlog van eon spoorweg van het'Oosten naar'het'Westen- Het is heel interessant, maar onzinnig- Hoe kunnen ze nu een spoorweg "door deze streek aanleggen?" „Wat Noordelijk is het 'niet zoo woest en ongelijk als hier." mengde Holley zich ïn het gesprek. „Het is het'grootste denkbeeld, dat ooit door het Westen bedacht is," zeide Bostii. „Als die spoorweg ooit aangelegd wordt, worden we allemaal rijkEin verder, Brack?" „Nou, Gordt* zeide ook, dat het water en het gra^ op den weg uitgeput raakt, net als Wison verleden) week vertelde. En ten slotte vroeg hij: „Hoe is het met onzen vrind Bostii?" Ik zei, dat je het goedmaakte. Toen bleef liij een tijdje zitten nadenken, maar ik begreep heel jjecd, wat er komen zou"„Hoe is het biet den king?" „En wanneer zijn de races?" Ik zei, dat we nog geen tijd hadden vastgesteld maar 't gauw zou zijn over 'n paar maanden. „Brackton", zeide hij toen pp den man af, „zou Bostii op me schieten, als hij mo zag." „Reken maar," zeide ik. „Nou ik kan niet zeggen, dat me dat aangenaam in de ooren klinkt... Ik noor, dat het "blauwe paard van Creech dit jaar tegen den King zal loopen- Is dat zoo?'" „Vast en zeker dit jaar. Ik heb het Van Bostii en Greech zelf.' Cordts legde zijn hand op, mijn schouder. Je hadt zijn oogen. eens moeten zien-..- „Ik wil die race zien.... Ik moet er naar toe." „Nou", zei ik, ,dan zal je moeten ophouden met ie zal je zaken moeten veranderen." Wat denk jij ervan Bostii? Cordts was er heet op. Hij zei, dat ijet een race was, die hij nkl'kon missen- Hij zwoer, dat hij en geen van zijn mannen een hand naar het eigendom! van een ander zouden uitstelten, als je hem liet koniien.' Een licht flitste in Bostil's ooaen. „Ik begrijp heel goed wat Cordts voelt,' zeide bij. „Het is een typisch geval," ging Brackton voort. „Je bent al hoel lang van plan gewoest op Cordts to schieten, wanneer je hom zag. Dat weten we allo- maal." „Ja, ik zal hem neerschieten." Hetlicht verdween weer uit BostU's oogen. Zijn stem klonk anders. „Cordts scheen te denken, dat zijn woord voldoende was om ziin goede trouw te waarborgen- Hij zeide, dat hij een Indiaan hierheen zou sturen om te hooren of hij naar do races ''.on kt^nen kijken. Ik geloof, Bostii, dot het 'iiNmund kwaad zal doen. flis hij koot, en lust jc geweer rusten voor der. tijil, dat hij zweert fatsoenlijk tc zul'en zijn. E«n vreemd gevat, "hè jongens? Een paar den dief die fatsoenlijk wordt om 'n race te zien. Ik kan ei niri bij. Bostii, het "is een goedkoope manier om tenminste eea beetje fatsoen ia Cordts to krijgen. Een weigering zou hem hot had kunnen opjagen- En achter af bezien is Cordts niet zoo slecht als nij kon zijn.' „Ik zal hem laten komen", antwoordde Bostii, terwijl hij diep adem haalde. „Maar 't zal me moei lijk vallen hem niet neer te schieten na zijn dief stallen en bedreigingen. En ik iaat hem heusch niet komen, omdat hij belooft een paar weken zijn fat soen te houden. Ik doe het slechts om: één reden.... Omdat ik weet, hoe hij van den King houdt hoe hij er naar verlangt den King dien. dag van het veld to zien wegloopen. Dat is de eenige reden!" Er volgde eon korte stilte, waarin allen naar Creech keken. Hij was een stoere kerel, niet jong meer, met een gerimpeld gezicht, diep ingevallen, troebele oogen en een grijs, dunne baard. „Bostii, als Cordts zooveel van den King houdt, dan zal zijn hart wel breken," zeide Creech met een eigenaardigen klank in zijn stem. Bostil's zware schoenen kwamen zwaar neer op den grond en zijn oogen schoten vuur. De anderen lachten., maar Brackton viel hen in de rede: „Schoidt toch uit, jongens! Wat hebben we nou aan dio ruzie?Dus dat is afgesproken., Bostii; je laat Cordts komen?" „Met alle soorten van genoegen". „Prachtigl En nou moesten we maar liever onze zaken behandelen!" Zij gingen om de tafel zitten, waarop Bostii een oud en beduimeld grootboek oh een stuk potlood legde. „Eerst moeten we den datum bepalen", zeide hij vol geestdrift, „en dan de bijzonderheden regelen..- Welken dag hebben we?" Niemand gaf antwoord en allen keken zij elkaar onnoozol aan. „We zijn in April, niet?" vroeg Holley. Verder dan dio vraag kwamen ze echter niet. „Lucyl", riep Bostii zoo hard als hij kon. Niouwsgiorig en bijna angstig kwam zij binnen vliegen. „Lieve hemel! Je maakt mo aan het schrikken! Wat is er aan het handje?" „Lucy, we willen weten welken datum we heb ben", antwoordde Bostii. „Welken datum? Moet je tante en mij daarvoor een doodschrik op ons lijf jagen?" „Wat betoekent dat? Het is heol belangrijk, Lucy. Welken datum hebben we?" „Verleden week om dezen tijd was het Dinsdag", „Hum! Dan is het nou weer Dinsdag", zeide Bostii terwijl hij hot opschreef. „En welken datum heb ben we?" „Herinner je je dat niet?" „Herinneren? Ik heb het nooit geweten!" „Vader!Verleden week Dinsdag was ik jarig dat weet u toch wel, den dag, dat u mij geen paard gegeven hebt!" „Ja, dat is waar ook!" zeide Bostii, verlegen door haar verwijt. „En die dag was het laat eens zien 6 April. Dan is het nu de 13de. Dank je wel, Lu cy. En nou kan je weer naar je tante gaan. Die paardenpraatjos zullen je niet interesseeren". Lucy knikte van neen. „Ik wed er wat om, dat ik het heele zaakje toch zal moeten opknappen." En lachend ging zij weg. „Drie dagen, te beginnen met laten we zeggen, 1 Juni. De le, 2e en 3e Juni. Vinden jullie dat go- schikto dagen voo rde races?" Iedereen vond het goed en Bostii schreef het vlug op. Dan regelden zij de bijzonderheden Bostii en Muncie, de richards van het dorp, loofden grooto geldsommen en prijzen uit. De oude regels werden weer van kracht bepaald. Ieder pikeur en iedere In diaan kon met ieder paard aan iedere race deelne men. Maar door een race te winnen sloot hij zich uit van de andere. Bostii was voor een bepaald gewicht voor de pikeurs, maar de anderen voelden daar niets voor. Speciale races, met zadels, teugels dekens en geweren als prijzen, werden voor de Indianen ge arrangeerd. Dit alles scheen Bostii ten zeerste te interossee- ren. Hij transpireerde ervan. Er was een schittering in zijn oog, die zijn opwinding verriod. Toen het kwam tot do regeling van de bijzonderheden voor de race tusschen de eerste-klas paarden, werd hij hoe langer hoe onhandelbaarder. Over verschillende pun ten moest gestemd worden. Muncie en Williams hadden beidon snelle paarden, om voor deze race in te schrijven; Holley had er één; Creech twee; ook zoudon verscheidene Indianen zeker hun snelste mustangs laten medeloopen, en Bostii stond hard nekkig op eon langen afstand. Het was algemeen bekend, dat Sago King in een langen race niet to verslaan was. Als er een kans bestond om hem te slaan, dan moest het op een korten afstand zijn. De stemming liep, tot Bostil's groot verdriet tegen hem uit en de afstand werd bepaald op twee mijl. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 1