Zoodra men nu denkt, dat een zieke Alfoer
zijn ziekte te danken heeft aan een onhebbe
lijke demon, die de zielestof geroofd heeft,
wordt de hulp van een priester ingeroepen. Het
is dan zaak vlug te handelen, want als de zie
lestof door den boozen geest opgegeicn*wordt,
is het te laak.
De priester weet gewoonlijk dadelijk, waar
heen hij zich te begeven heeft. Meestal ia het
een tuin of een kruisweg of een andere bijzon
dere plek. Hij begeeft zich op weg en neemt
een paar sarongs, een kuiken en een kind mee
Zoodra men op de juiste plaats gekomen is,
wordt er spoedig wat rijst gekookt. Het kuiken
ondergaat dezelfde bewerking. De rijst en het
vleesch worden op oen schotel gelegd en kan
de plechtigheid beginnen.
De ziel wordt uitgenoodigd van de lekkernij
te eten. Eerst zacht vriendelijk, daama harder
en eindelijk luid schreeuwend, maar toch nog
zooveel mogelijk op vricndelijken toon Ook
worden verschillende Goden aangeroepen om
de ziel ontzag in te boezemen. Maai- het duurt
vaak lang, voor de ziel komt. Vooral de ziel
van een rijke schijnt zeer weerspannig te zijn.
Eindelijk ziet de priester aan de beweging
var het gres of aan wat dan ook, dat de ziel
in aantocht is. Hij houdt do sarong gereed, en
zoodra ziel vlak hij is om van den spijs te
nuttigen, wordt vlug de sarong om haar heen
geslagen en zij is gevangen.
Nu keert men terug.. Het kind faal vocrop
met een mokablad, om te zorgen, dat de ziel
en de priester niet nat worden als het eens
mocht gaan regenen, üan volgt de priester met
de zieL En daarachter vaak een tweade pries
ter, met een sabel, waarmee hij links en rechts
en om zich heen slaat, om te zorgen, dat de
demonen de zin.' niet weer meepakken. Zoo
komt mer) huis. De priester met zijn sabel
slaat met dit wapen op den drempel of tegen
de deur om den zieke te waarschuwen, dat de
zitl terug is en d-U hij zich gereed moot hou
den om haar op te vangen.
Vlug gaat hei nu naar de kamer van den
zieke- en de sarong wordt boven zijn hoofd gc-
vp+ndj terwij' de priester vol blijde ontroering
roept: „Uw x»e! is terug."
Wordt de zieke evenwel Dist béter, dan is
dit een bewijs, dat dc ziel weer gevlogen ia
Men- doet dan verder geea moeite meer, want
het blijkt dan, dat zij niet meer te houden is.
UITROEIING DEH HONDSDOLHEID DOOK
IMMUNISEER EN DER HONDEN.
In verschillende deelen der Vereenigde Sta
ten, aldus da Journal of the American Medical
AisociaüoE, komen de laatste maanden meer
gevallen voor van hondsdolheid dan in andere
jaren. Vooral Connecticut en Massachusetts
schijnen veel te lijden te hebben van de ver
woestingen die sommige doiïe honden kunnen
aanrichten; een groote hond te Hclyohe heeft
bijvoorbeeld twintig verschillende menschen
gebeten.
Zooals bekend is, ia de methode van Pasteur,
om tegen hondsdolheid in te enten, reeds met
En denkt u, dat er iemand is, die 1 wil pro-
beeren".
Koning: Ik weet het niet! Maar kijk, daar
is onze knecht! Wat is er, Jacob?
Knecht: O Sire, daar staan twee menschen
aan de deur met een groote witte ijsbeert
Prinses: O vader, daar is hij all
Koning: Stil eens, kindleif! Zit de ijsbeer in
een kooi, Jacob?
Knecht: Neen Sire, bij loopt zoo maar mee.
Koning: Wat, niet in een kooi? Dat is
vreemd. En bijt hij niet!
Knecht Neen, Sire. De man, die er bij is,
zegt, dc- hij heel mak is.
Koning: Weet je wat, Jacob! Laat ze maar
hier binnen.
Prinses: Maar Papa, als hif dan eens gaat
bijten!
Koning: Dat aal hij niet gaan doen. Je hoort
toch van Jacob, dat hij heel mak is!
(Jan Klaassen, Katrijn en de ijsbeer komen
binnen.)
Jan Klaassen: Goedenavond, Sire en Prin
ses! Ik wou U wat vragen! Hier heb ik een
ijsbeer, die heel graag in den grooten dieren
tuin wil wonen!
Prinses: O, wat zegt hij dat leuk!
Jan Klaaseen: Vindt U dat goed, Sire?
Koning: Ik vind hot opperbest!
succes op duizenden menschen toegepast; zij is
echter nooit op eenige schaal toegepast om
honden tegen de ziekte te beschermen, omdat
die kunstbewerking door het groot aantal in
spuitingen veel te duur was en te veel tijd in
beslag nam. In dit verband verdient 't feit ver
melding, dat er ter zake een belangrijke stap
vooruit schijnt gedaan te zijn. Twee Japansche
onderzoekers, Umeno en Dos zijn er onlangs in
geslaagd horden te iminuniseeren tegen de
hondsdolheid mot één enkele inspuiting. Zij
spoten één enkele dosis van met carbol behau-
deldc virus ïfnis in cn met succes. Eichhorn
en Lyon hebben de waarde van deze methode
aan eer. nauwkeurig onderzoek onderworpen
en zij zijn tevredeu over do uitkomsten. Zij
kwamen tot de gevolgtrekking, dat honden, die
op deze wijze behandeld waren, onvatbaar wa
ren tegen een groote dosis van het gewone
„straat virus". Deze methode vormt dus een
krachtig wapen in de handen van hen, die de
hondsdolheid op groote schaal bestrijden en
uitroeien willen.
Het tijdschrift breekt reeds een lans voor
verplichte inenting van alle honden in streken
waar de ziekte heerscht De honden zullen daar
tegen wel geen gemoedsbezwaren hebben. Cok
de anti-vivisectionisicn mogelijk niet.
SCHOONHEID SZORQ BIJ DE ROMEINEN.
In het oude Rome werd buitengemeen groote
zorg besteed aan het haar.
De toilettafel van een Romein sefco dame was
ruim voorzien: kammen, frizeerijzers, epileer-
pincetten. haarverven, reukwerken en ontha-
riugsmiddeien, samengesteld uit arsenik, ma-
stix en ongehluschte kalk, welke laatste mid
delen noodzakelijk waren door dé uit het Oos
ten ingevoerde mode, alle iicliaamsbebarmp te
verwijderen, waren onmisbare onderdeelen er
van. Niet minder uitgebreid was de keuze in
kostbare, welriekende oliën en zalven, w.ar-
meu6 haren eni huid behandeld werden. Behal
ve de inbeemsche reukwerken, uit orocus, mer-
rhe, rozen en eypressen bereid, werden allerlei
uit 'iet Oosten aangevoerde parfums gebruikt
waarvan vooral do cirdus-olie bij voorkeur in
poeders en reukwateren werd gemengd. Niet.
elleen het lichaam en de haren, maar ook de
kleeren en het w&sch water werden daarmee
hérid, ook middelen tegen kaalhoofdigheid
kwamen voor. Pau\us van Aegina ontleent a&n
Krito het volgende onfeilbare- middel tegen
kaalhoofdigheid:
Men neemt de magen van vijf jonge haren,
in een aarden pot tot poeder gebrand, myrte-
bessen, myrtetwijgen, acaciasap, de- vruchtjes
van den hagedoorn en vrouwenhaar vermengd
met beren- en robbenvet cn een welriekende
olie.
De zucht om door oen in het oog vallende
haarkleur de aandacht op zich te vestigen,
schijut reeds in vroeger tijd haai aantrekking
op de Romein scho vroifwen te hebben uitge
oefend, tenminste reeds Cats deelt mede, dat
de vrouwen van zijn tijd het haar met asch
bewerkten, om het eeu roodachtige kleur to ge
ven. Deze primitieve methode werd in lateren
Jan Klaassen: Zal ik hem er dan meteen
maar heen brengen, Sire? De ijsbeer wil er
ook zoo vlug mogelijk naar toe!
Koning: Zoo, wil do ijsbeer er graag heen?
IJ s b e e r: Zeker, zeker, mijnheer de Koning!
Koning: Nou, ga dan meteen maar!
(Jan Klaassen met Katrijn cn de ijsbeer gaan
weg.)
Prinses: O vader, wat' vind ik dat aardig.
Die ijsbeer kan praten en hij is heelemaal
niet wild!
Koning: Ja, hij valt mij ook heel erg mee.
Wacht, ik zal even die 100 gulden gaan ha
len om zoo aanstonds die man te betalen,
want hij heeft ze wel verdiend!
(Jan Klaassen en Katrijn komen weer bin
nen.)
Jan Klaassen: Ik heb hem in zijn hok ge
bracht, Sire!
Koning* Ik dank u wel, hoor! En Mer zijn
honderd gulden. Maar vertelt u me eens, boe
heet o eigenlijk?
Jan Klaessen: Ik heet Jan Klaassen, en
mijn vrouw heet Katrijn!
Koning: Nou, Jan Klaassen, dan bedank ik
u wel, hoor, en Katrijn ook!
Jan Klaassen: En nou gaan we dadelijk
de huisbaas betalen, Katrijn, en jij krijgt een
nieuwe boedl
tijd door betere vervangen, de beroemde Spu-
ma Batava, waarmede men de zoo bewonder
de haarkleur der Germaansche vrouwen tracht
te na te bootsen, was een soort bijtende zeep,
hoofdzakelijk uit vet en asch samengesteld,
die uit üallië werd ingevoerd. Andere midde
len, waarmede men hetzelfde trachtte te berei
ken, waren het aanzetsel uit een wijnkruik met
het vuil uit het had 's avonds op het hoofd ge
smeerd en des morgens uitgewasschen of aluin,
sandarac (waarschijnlijk realgar) meekrap en
loog tezamen, gekookt en daarna met saffraan
gemengd. Nadat het hoofd hiermede inge
smeerd was werd het afgewasschen met een
waschwater, waarin venkel, gerst en kummel
met zeep waren afgetrokken-
Wanneer de strijd tegen een minder ge-
wcnschte haarkleur, faute dc combattants, niet
ineer wel gevoerd kon worden, was een pruik,
uit het haar van Germaansche vrouwen ver-
caardigd, het laatste rodmiddol, waardoor een
niet meer te keereu vorval kon worden verbor
gen. Wij mogen.aannemen, dat de techniek van
deze kunst niet zoo heel veel voor die uit on
zen tijd onderdeed.
EEN SPOOKHUIS BIJ BRIGHTON.
Het dorp Portslade, nabij Brighton, wordt
thans onveilig gemaakt door een spookgeschie
denis, die zich afspeelt in een oud, verlaten
en eenzaam huis.
Het huis staat zegt de „Daily Chronicle", op
een steenworp afstand van het station, en ia
het eenige leega perceel te midden van een rij
fleurige viiïa's met bloemtuintjes en gevel
verdeling. Het doet denken aan de verschij
ning van een skelet op een trouwpartij
Zes jaar lang staa: het al leeg. Toch han
gen er nog altijd onbeschrijfelijk vieze gordij
nen voor de gebroken, ruiten, cn binnenin ziet
meo vat wormstekig huisraad staan. De ijze
ren deur is gegrendeld en de voortuin is zoo
verwilderd, dat men geen spoor meer van een
pad kon vinden.
De laatste buurman vertelt nu, dat bjj des
nachts onverklaarbare geluiden hoort Maan
dagnacht was er een geraas, alsof.potten en
{»annen werden uaar buiten gesmeten. Het was
een helsch lawaai. Andere buren spraken van
een kwal ijken reuk, die naar buiten komt, en
zinspeelden op een nog onontdekte tragedie.
De insi»ectsur van volksgezondheid zal het
huis binnengaan, omdat er geen belasting
voor is betaa'd sinds 1916 en de eigenaar
onvindbaar is.
De verslaggever van het blad is den inspec
teur echter voor geweest, en is onbevreesd het
huis binnengetreden.
Het was een volslagen mine, daar binnen,
Het vervallen meubilair vulde de kamers en
op de tafels cn stoelen lag duimendik het stof.
Het dressoir wrs zoo overdekt met spinneweb-
ben, dat het scheen of er een dikke laag van
een of andere harde substantie op kleefde.
Overal lag rommel, kranten, vergane klee-
dingstukken, rottend huisraad enz. Het huis
galmde bij iederen stap. Op de mat lagen brie
ven, en een daarvan droeg liet poststempel 7
K a t r ij n: Maar dan moet jij ook wat voor je
zelf koopen. Jan!
Jan Klaassen: Goed. dan zal ik koopen
eeu nieuwe pijp en een zakje tabak.
Katrijn: Moet je dan al weer rooken? O, Si
re, dat kan bij nooit laten! Maar behalve
dat is hij een beste man, hoor!
Jan Klaassen: En Katrijn is een best
vrouwtje, Sire!
K a t r ij n: We kunnen het goed met elkaar
vinden!
Koning: Zoo, dat doet me plezier. En ga nu
maar gauw een hoedje cn een pijpje koopen,
want anders zijn de winkels dicht. We heb
ben de achturige winkelsluiting, zie je!
JanKlaassen: Precies! Dag Sire, dag Prin
ses!
Koning: Bonjour, Jan! Je kunt er wel uitko
men, hé?
Jan Klaassen: Dat zal wel gaan, Sire!
Denk om de drempel. Katrijn!
(Jan Klaassen en Katrijn gaan blij weg.
De Koning en de Prinses zijn ook blij.
Ende ijsbeer is ook blij!
Zoo zijn ze allemaal in hun schik!-
En jullie?
EINDE.
Maart 1913. In het salon stond een halfvergane
piano, terwijl ook daar het brocaat van de
stoelen begraven was onder het stof. Een sta
pel oude boeken stond op den vloer. Twee der
kamers waren afgesloten; deze blijven dus
nog mysterieus, maar als de verslaggever
eens een gissing mag doen, zou hij wel dur
ven zeggen, dat ook daar niets dan rommel
te vinden zal zijn.
Van geesten of dingen die tot de gedachte
aan geesten aanleiding zouden kunnen geven,
geen spoor. De laatste bewoner van het huis
was een dame, mejuffrouw Do Rantzou. De bu
ren zeggen, dat ze er woonde met haar vader,
die naar het heet dichter zou geweest zijn, en
haar moeder. Beide ouders stierven, maar het
meisje, aan wie de brief van Maart 1913 was
goricht, bleef in het huis wonen, tot het be
gin van den oorlog toen ze verdween. Ze moet
erg excentriek en slordig geweest zijn.
De fiscus zal stellig niet genoeg in het huis
vinden, om er de belasting uit te halen.
De geesten blijven raadselachtig als gees
ten behooren té zijn. Voor zoover men kan na
gaan is er nooit een moord in het huis ge
pleegd. En zelfs geen sporen van ratten heeft
de verslaggever in het huis kunnen vinden.
ALCOHOL EK KRANKZINNIGHEID.
Volgens de geneeskundige statistiek van den
Pruisischen staat bevonden zich den len Jan.
1912 in alle Pruisische krankzinnigengestich
ten 1857 mannelijke en 180 vrouwelijke perso
nen, die door overmatig drank verbruik in de
ze gestichten moesten worden gebracht. Hier
bij kwamen in den loop van 't jaar 5173 man
lijke en 408 vrouwelijke personen, dus in *t
geheel 7030 manlijke en 588 vrouwelijke per
sonen.
Uit de gestichten verdwenen in den loop
van 1912 5052 manlijke personen (126 door den
dood) en 362 vrouwelijke personen (19 door
den dood). Den len Januari 1913 bleef dus een
rest van 1978 mannen en 226 vrouwen.
In 1917, gedurende' welk jaar de alcohol door
den oorlog geheel verdwenen was, krijgt men
de volgende cijfers, 1 Januari 1917: 204 man
nen en 7 vrouwen. Hierbij kwamen in den loop
van het jaar 238 mannen cn 7 vrouw en, dus in
't geheel 422 mannen en 14 vrouwen. 231 man
nen werden ontslagen, 32 stierven, -en 3 vrou
wen werden ontslagen, zoodat den lsten Jan.
1918 179 mannen en 11 vrouwen over waren.
Deze getallen spreken voor zich zeif, De sta
tistieken van de jaren na 1917 zijn nog niet
verschenen. Maar uit de mededeel ingen van
eenige krankzinnigengestichten blijkt, dat de
getallen van het jaar 1912 niet alleen weer
zijn bereikt, maar zelfs overschreden, daar het
alcoholgebruik den oorlog trots den zeer
hoogen prijs onrustbarend gestegen is.
BIOSCOOP AAN BOORD.
Eerlang zal zeeziekte het eenige ding rijn, dat
het leven op zee onderscheidt van het leven aan
den wal. Er zijn reeds schepen met tennisbanen
en gelegenheden voor het behefenen van andere
takken van sport, zwembassins, enz- Thans zullen
er ook schepen worden uitgerust Toet bioscoop-in
stallaties. Naar de Chronicle'' meldt, zullen
jxs schepen van de Oriënt Steum Navigation Dom-
pany, de Onnuz, Orsova, Orcades, Orviete, Oster-
ley en Omar worden voorzien van alle benoodigd-
heden om bioscoopvoorstellingen te geven.
EEN HOTEL VAN MILLIOEN TE
WASHINGTON.
Franschen president in zijn coupé terug: „Ar
tikel 5: het is verboden, alvorens de trein stil
staat
Nog nooit is er bij êen officieele ontvangst
zoo smakelijk gelachen.
RUSSISCHE BANKBILJETTEN.
Do groote behoefte aan bankbiljetten in Rus
land is, blijkens berichten in de Russische pers
oorzaak geweest dat den laatsten tijd" vooral
biljetten van groote bedragen zijn gedrukt ge
worden. In Juni bijv. betrof 70 persent der ge-
heele bankbiljetten-uitjiften-uitgifte groote sou
pures en slechts 30 percent kleine coupures.
Een en ander is oorzaak geweest, dat in het
laatst van Juni veel menschen zaten opge
scheept met biljetten van 100 millioen roebel
en hooger, waarvoor de gelegenheid ot wisse
len ontbrak. De speculatie greep dezen toe
stand aan, om een wisselhandel te organisee-
ren, waarbij 5 percent wisselloon werd bedon
gen.
Een van de gèvolgen van dit gebrek aan
klein geld was, dat vele salarissen niet werden
uitbetaald, hetgeen uit den'aard der zaak tot
ontevredenheid aanleiding gaf. Voorts was het
doen van inkoopen zoo goed als onmogelijk,
omdat do winkels geen wisselgeld hadden.
Thans schijnt in Moskou de toestand in de- I
zen weer verbeterd te zijn en ook in andere
plaatsen verwachtte men dat aan dit ongerief
spoedig een einde zou komen.
Volgens berichten uit Washington, hebben Lon-
densche financiers de pbpn&i gereed tot hét
bouwen van een hole! "te Washington, waarvan de Mei 1922.
kosten geschat w orden op 9 millioen dollar.
VERLOREN SPEL!
Hjj was een ferme, stoere vent,
Door *t harde leven nooit verwend
En weinig had ie meest te zeggen;
De werklust zat 'm in z'n bloed,
Z'n boerderijtje deed het goed
Hij kon een duitje overleggen l
Hij streed z'n strijd geheel alleen,
En floot een deuntje voor zich heen,
Geen schooier zou ie spottend krenken;
Hij Meld van eerlijkheid en recht,
De wereld vond ie lang niet slecht,
Hjj was zelfstandig in z'n denken!
Geen mensch kwam bij 'm op bezoek,
Hij kreeg geen krant, hij las geen boek,
Maar was tevreden met z'n eigen
En als 't zoo tegen donker liep,
Of in het bosch een vogel riep.
Dan stond ie luisterend te zwijgen!
Totdat..7. een mensch uit de stad
Z'n eenzaam huis gevonden had
En uren lang kwam redeneeren,
Van *n slootje en een strookje gras,
Dat voor dc wet niet van 'm was....
Toen is ie stom gaan procedeerenl!
Hij leverde een lang gevecht.
De man van eerlijkheid en recht,
Naar goeie raad wou ie niet hooren
En eind'lijk vond ie, wat ie zocht....
Z'n huisje werd publiek verkocht,
Want z'n proces had ie.... verloren!!
Z'n eerlijk streven nam een end,
Hij werd een onbezonnen vent.
Die zich aan 't leven ging gewennen!
Hij werd een luie boerenknecht
En scharrelde met plicht en recht....
Hij had.... de menschen leeren kennen!!!
Nadruk verboden.
O ZOO!
Agent: „Pardon, meneer, maar daar kunt u
uw deur niet mee open-krijgen; dat is uw si
garet!"
Aangeschoten heer: „Goeie hemel, je hebt
gelijk. Dan heb ik m'n huissleutel zeker opge
rookt."
BIJ DEN KAPPER.
„Meneer", zei de coiffeur, „u begint al leelijk
kaal te worden. Mag ik u iets voor uw hoofd
geven?"
„Ja zeker", zei de man, die groote haast had
„zoo gauw mogelijk mijn hoed".
VERONTRUSTEND.
„Mama" vraagt klein Marietje, waarom is
u eigenlijk met papa getrouwd?"
„Zoo, begin jij je daarover ook al te ver
bazen".
EEN LEUKERD.
Een verkiezingscandidaat Meld op het plat
teland een propaganda-rede en schilderde zijn
kiezers het gelukkigste leven, dat zij zouden
krijgen, als zij hem naar de Kamer zouden
zenden.
Niomand van jullie heeft nog twee bun
der land en een koe, maar dat komt nog wel,
riep hij enthousiast uit.
Jullie hebt ook nog geen tehuis voor
ouden van dagen, maar dat komt nog wel
Toen ging hij over tot bespreking van de
verbetering van het gevangeniswezen.
Ik heb, eerlijk bekend, zeide hij lachend,
van dergelijke inrichtingen weinig verstand en
ondervinding.
Toen riep een stem uit het publiek:
O. dat komt nog well
SLAGVAARDIG.
Heer (tot jongen die op straat kattekwaad
uithaalt): „Jongen ik wou dat ik je vader was"
Jongen: „U kunt dadelijk geholpen worden,
mijnheer, want moeder is weduwe".
VERKEERD BEGREPEN.
Verdacht uitziend huiseigenaar: „Wat krijg
ik, voor t geval mijn huis morgen afbrandt?"
Bediende op een assurantiekantoor: „Nou
Ik denk drie of vier jaar."
O, ZOO!
Vrouw (die auto-sturen leert): O, pak het
stuur! gauw dan, man daar komt een lan
taarnpaal aan!"
KROES.
EEN KANARIE.
EEN RECORD-HITTE. j
Even laehen.
Twee professoren te Chicago hebben het
klaargespeeld, om met een stroom van 100.000
volt een Mtie te verkrijgen van 50 a 60 duizend
graden Fahrenheit. Dat is aardig warm, als
men nagaat, dat de zon 9.000 graden, de warm- ^sta mij toe, tantelief, dat ik u mijnheer
ste ster 30.000 en gesmolten staal 2000 graden Peterson voorstel. Hij is op de Kanarische
wa,I7?° Eilanden geboren!"
Bij de proef knapte de Tungsène-draad met „Zeer aangenaam, mijnheer Peterson.
een slag als van den donder. «rhipn zingt U wat voor ons?"
Mis-
REGLEMENTAIR.
President MiUerand heeft de gewoonte, vlug
uit te stappen, voor de autoriteiten die hem
ont- en opvangen, de gelegenheid hebben hun
keel te schrapen en in postuur te gaan staan.
Verleden week kwam hij te Montpellier en
voor de trein stilstond vertoonde Millerand
zich al op de treeplank. Op een drafje schoot
de ijskoude stationschef toe en duwde den
KOMT OP HETZELFDE NEER.
Marietje (tot broertje, dat de mooiste kersen
opgegeten heeft): „Je bent een echt varken,
Jan."
Moeder: „Het is niet erg lief, schat, om
iemand voor varken uit te scholden".
Marietje „Goed, ik zal het niet meer doen.
Maar de eerste keer dat ik een varken zie, zal
ik het Jan noemen."
KLEINE BIJZONDERHEDEN.
De bokser Carpentier verdiende met een
bokswedstrijd tegen den Engelschman Lewin,
.dien hij in 2% minuut sloeg, de som van
f120.000 of f800 per seconde.
De schulden van de geallieerden aan Ame
rika bedragen 2.267.860.000 pond sterling.
Op Nieuw-Guinea zijn reusachtige spinnen,
die zulke sterke webben maken, dat de in
boorlingen ze als vischnetten gebruiken.
De Zuid-Amerikaansche republiek Houdura
ia reeds meer dan 50 jaar failliet.
De grootste snelheid bereikte een rijder op
een motorwedstrijd in Engeland, nL 157 km
per uur.
Op een kilometer spoorrails zön ongeveer
1300 dwarsliggers.
De oudste steenbakkerijen in ons land zijn
gelegen aan den Ouden Rijn en reeds 2 300
jaar oud.
Het Crystal Palace te Londen is tengevolge
van de zonnewarmte in den zomer 25 centi
meter langer dan in den winter.
Het gewicht van al de lucifers, die per dag
in Europa verbruikt worden, bedraagt 300.000
K.G.
Een enkel struisvogelei is genoeg voox een
omelet voor 30 personen.
Het Chineesch wordt door 400 millioen men
schen op de aarde gesproken. Het totaal aan
tal aardbewoners ligt tusschen de 1500 en 1600
millioen.
Een verkiezing in Engeland kost den staat
ongeveer 30.000.000 gulden.
M.