Zoodra men nu denkt, dat een zieke Alfoer zijn ziekte te danken heeft aan een onhebbe lijke demon, die de zielestof geroofd heeft, wordt de hulp van een priester ingeroepen. Het is dan zaak vlug te handelen, want als de zie lestof door den boozen geest opgegeicn*wordt, is het te laak. De priester weet gewoonlijk dadelijk, waar heen hij zich te begeven heeft. Meestal ia het een tuin of een kruisweg of een andere bijzon dere plek. Hij begeeft zich op weg en neemt een paar sarongs, een kuiken en een kind mee Zoodra men op de juiste plaats gekomen is, wordt er spoedig wat rijst gekookt. Het kuiken ondergaat dezelfde bewerking. De rijst en het vleesch worden op oen schotel gelegd en kan de plechtigheid beginnen. De ziel wordt uitgenoodigd van de lekkernij te eten. Eerst zacht vriendelijk, daama harder en eindelijk luid schreeuwend, maar toch nog zooveel mogelijk op vricndelijken toon Ook worden verschillende Goden aangeroepen om de ziel ontzag in te boezemen. Maai- het duurt vaak lang, voor de ziel komt. Vooral de ziel van een rijke schijnt zeer weerspannig te zijn. Eindelijk ziet de priester aan de beweging var het gres of aan wat dan ook, dat de ziel in aantocht is. Hij houdt do sarong gereed, en zoodra ziel vlak hij is om van den spijs te nuttigen, wordt vlug de sarong om haar heen geslagen en zij is gevangen. Nu keert men terug.. Het kind faal vocrop met een mokablad, om te zorgen, dat de ziel en de priester niet nat worden als het eens mocht gaan regenen, üan volgt de priester met de zieL En daarachter vaak een tweade pries ter, met een sabel, waarmee hij links en rechts en om zich heen slaat, om te zorgen, dat de demonen de zin.' niet weer meepakken. Zoo komt mer) huis. De priester met zijn sabel slaat met dit wapen op den drempel of tegen de deur om den zieke te waarschuwen, dat de zitl terug is en d-U hij zich gereed moot hou den om haar op te vangen. Vlug gaat hei nu naar de kamer van den zieke- en de sarong wordt boven zijn hoofd gc- vp+ndj terwij' de priester vol blijde ontroering roept: „Uw x»e! is terug." Wordt de zieke evenwel Dist béter, dan is dit een bewijs, dat dc ziel weer gevlogen ia Men- doet dan verder geea moeite meer, want het blijkt dan, dat zij niet meer te houden is. UITROEIING DEH HONDSDOLHEID DOOK IMMUNISEER EN DER HONDEN. In verschillende deelen der Vereenigde Sta ten, aldus da Journal of the American Medical AisociaüoE, komen de laatste maanden meer gevallen voor van hondsdolheid dan in andere jaren. Vooral Connecticut en Massachusetts schijnen veel te lijden te hebben van de ver woestingen die sommige doiïe honden kunnen aanrichten; een groote hond te Hclyohe heeft bijvoorbeeld twintig verschillende menschen gebeten. Zooals bekend is, ia de methode van Pasteur, om tegen hondsdolheid in te enten, reeds met En denkt u, dat er iemand is, die 1 wil pro- beeren". Koning: Ik weet het niet! Maar kijk, daar is onze knecht! Wat is er, Jacob? Knecht: O Sire, daar staan twee menschen aan de deur met een groote witte ijsbeert Prinses: O vader, daar is hij all Koning: Stil eens, kindleif! Zit de ijsbeer in een kooi, Jacob? Knecht: Neen Sire, bij loopt zoo maar mee. Koning: Wat, niet in een kooi? Dat is vreemd. En bijt hij niet! Knecht Neen, Sire. De man, die er bij is, zegt, dc- hij heel mak is. Koning: Weet je wat, Jacob! Laat ze maar hier binnen. Prinses: Maar Papa, als hif dan eens gaat bijten! Koning: Dat aal hij niet gaan doen. Je hoort toch van Jacob, dat hij heel mak is! (Jan Klaassen, Katrijn en de ijsbeer komen binnen.) Jan Klaassen: Goedenavond, Sire en Prin ses! Ik wou U wat vragen! Hier heb ik een ijsbeer, die heel graag in den grooten dieren tuin wil wonen! Prinses: O, wat zegt hij dat leuk! Jan Klaaseen: Vindt U dat goed, Sire? Koning: Ik vind hot opperbest! succes op duizenden menschen toegepast; zij is echter nooit op eenige schaal toegepast om honden tegen de ziekte te beschermen, omdat die kunstbewerking door het groot aantal in spuitingen veel te duur was en te veel tijd in beslag nam. In dit verband verdient 't feit ver melding, dat er ter zake een belangrijke stap vooruit schijnt gedaan te zijn. Twee Japansche onderzoekers, Umeno en Dos zijn er onlangs in geslaagd horden te iminuniseeren tegen de hondsdolheid mot één enkele inspuiting. Zij spoten één enkele dosis van met carbol behau- deldc virus ïfnis in cn met succes. Eichhorn en Lyon hebben de waarde van deze methode aan eer. nauwkeurig onderzoek onderworpen en zij zijn tevredeu over do uitkomsten. Zij kwamen tot de gevolgtrekking, dat honden, die op deze wijze behandeld waren, onvatbaar wa ren tegen een groote dosis van het gewone „straat virus". Deze methode vormt dus een krachtig wapen in de handen van hen, die de hondsdolheid op groote schaal bestrijden en uitroeien willen. Het tijdschrift breekt reeds een lans voor verplichte inenting van alle honden in streken waar de ziekte heerscht De honden zullen daar tegen wel geen gemoedsbezwaren hebben. Cok de anti-vivisectionisicn mogelijk niet. SCHOONHEID SZORQ BIJ DE ROMEINEN. In het oude Rome werd buitengemeen groote zorg besteed aan het haar. De toilettafel van een Romein sefco dame was ruim voorzien: kammen, frizeerijzers, epileer- pincetten. haarverven, reukwerken en ontha- riugsmiddeien, samengesteld uit arsenik, ma- stix en ongehluschte kalk, welke laatste mid delen noodzakelijk waren door dé uit het Oos ten ingevoerde mode, alle iicliaamsbebarmp te verwijderen, waren onmisbare onderdeelen er van. Niet minder uitgebreid was de keuze in kostbare, welriekende oliën en zalven, w.ar- meu6 haren eni huid behandeld werden. Behal ve de inbeemsche reukwerken, uit orocus, mer- rhe, rozen en eypressen bereid, werden allerlei uit 'iet Oosten aangevoerde parfums gebruikt waarvan vooral do cirdus-olie bij voorkeur in poeders en reukwateren werd gemengd. Niet. elleen het lichaam en de haren, maar ook de kleeren en het w&sch water werden daarmee hérid, ook middelen tegen kaalhoofdigheid kwamen voor. Pau\us van Aegina ontleent a&n Krito het volgende onfeilbare- middel tegen kaalhoofdigheid: Men neemt de magen van vijf jonge haren, in een aarden pot tot poeder gebrand, myrte- bessen, myrtetwijgen, acaciasap, de- vruchtjes van den hagedoorn en vrouwenhaar vermengd met beren- en robbenvet cn een welriekende olie. De zucht om door oen in het oog vallende haarkleur de aandacht op zich te vestigen, schijut reeds in vroeger tijd haai aantrekking op de Romein scho vroifwen te hebben uitge oefend, tenminste reeds Cats deelt mede, dat de vrouwen van zijn tijd het haar met asch bewerkten, om het eeu roodachtige kleur to ge ven. Deze primitieve methode werd in lateren Jan Klaassen: Zal ik hem er dan meteen maar heen brengen, Sire? De ijsbeer wil er ook zoo vlug mogelijk naar toe! Koning: Zoo, wil do ijsbeer er graag heen? IJ s b e e r: Zeker, zeker, mijnheer de Koning! Koning: Nou, ga dan meteen maar! (Jan Klaassen met Katrijn cn de ijsbeer gaan weg.) Prinses: O vader, wat' vind ik dat aardig. Die ijsbeer kan praten en hij is heelemaal niet wild! Koning: Ja, hij valt mij ook heel erg mee. Wacht, ik zal even die 100 gulden gaan ha len om zoo aanstonds die man te betalen, want hij heeft ze wel verdiend! (Jan Klaassen en Katrijn komen weer bin nen.) Jan Klaassen: Ik heb hem in zijn hok ge bracht, Sire! Koning* Ik dank u wel, hoor! En Mer zijn honderd gulden. Maar vertelt u me eens, boe heet o eigenlijk? Jan Klaessen: Ik heet Jan Klaassen, en mijn vrouw heet Katrijn! Koning: Nou, Jan Klaassen, dan bedank ik u wel, hoor, en Katrijn ook! Jan Klaassen: En nou gaan we dadelijk de huisbaas betalen, Katrijn, en jij krijgt een nieuwe boedl tijd door betere vervangen, de beroemde Spu- ma Batava, waarmede men de zoo bewonder de haarkleur der Germaansche vrouwen tracht te na te bootsen, was een soort bijtende zeep, hoofdzakelijk uit vet en asch samengesteld, die uit üallië werd ingevoerd. Andere midde len, waarmede men hetzelfde trachtte te berei ken, waren het aanzetsel uit een wijnkruik met het vuil uit het had 's avonds op het hoofd ge smeerd en des morgens uitgewasschen of aluin, sandarac (waarschijnlijk realgar) meekrap en loog tezamen, gekookt en daarna met saffraan gemengd. Nadat het hoofd hiermede inge smeerd was werd het afgewasschen met een waschwater, waarin venkel, gerst en kummel met zeep waren afgetrokken- Wanneer de strijd tegen een minder ge- wcnschte haarkleur, faute dc combattants, niet ineer wel gevoerd kon worden, was een pruik, uit het haar van Germaansche vrouwen ver- caardigd, het laatste rodmiddol, waardoor een niet meer te keereu vorval kon worden verbor gen. Wij mogen.aannemen, dat de techniek van deze kunst niet zoo heel veel voor die uit on zen tijd onderdeed. EEN SPOOKHUIS BIJ BRIGHTON. Het dorp Portslade, nabij Brighton, wordt thans onveilig gemaakt door een spookgeschie denis, die zich afspeelt in een oud, verlaten en eenzaam huis. Het huis staat zegt de „Daily Chronicle", op een steenworp afstand van het station, en ia het eenige leega perceel te midden van een rij fleurige viiïa's met bloemtuintjes en gevel verdeling. Het doet denken aan de verschij ning van een skelet op een trouwpartij Zes jaar lang staa: het al leeg. Toch han gen er nog altijd onbeschrijfelijk vieze gordij nen voor de gebroken, ruiten, cn binnenin ziet meo vat wormstekig huisraad staan. De ijze ren deur is gegrendeld en de voortuin is zoo verwilderd, dat men geen spoor meer van een pad kon vinden. De laatste buurman vertelt nu, dat bjj des nachts onverklaarbare geluiden hoort Maan dagnacht was er een geraas, alsof.potten en {»annen werden uaar buiten gesmeten. Het was een helsch lawaai. Andere buren spraken van een kwal ijken reuk, die naar buiten komt, en zinspeelden op een nog onontdekte tragedie. De insi»ectsur van volksgezondheid zal het huis binnengaan, omdat er geen belasting voor is betaa'd sinds 1916 en de eigenaar onvindbaar is. De verslaggever van het blad is den inspec teur echter voor geweest, en is onbevreesd het huis binnengetreden. Het was een volslagen mine, daar binnen, Het vervallen meubilair vulde de kamers en op de tafels cn stoelen lag duimendik het stof. Het dressoir wrs zoo overdekt met spinneweb- ben, dat het scheen of er een dikke laag van een of andere harde substantie op kleefde. Overal lag rommel, kranten, vergane klee- dingstukken, rottend huisraad enz. Het huis galmde bij iederen stap. Op de mat lagen brie ven, en een daarvan droeg liet poststempel 7 K a t r ij n: Maar dan moet jij ook wat voor je zelf koopen. Jan! Jan Klaassen: Goed. dan zal ik koopen eeu nieuwe pijp en een zakje tabak. Katrijn: Moet je dan al weer rooken? O, Si re, dat kan bij nooit laten! Maar behalve dat is hij een beste man, hoor! Jan Klaassen: En Katrijn is een best vrouwtje, Sire! K a t r ij n: We kunnen het goed met elkaar vinden! Koning: Zoo, dat doet me plezier. En ga nu maar gauw een hoedje cn een pijpje koopen, want anders zijn de winkels dicht. We heb ben de achturige winkelsluiting, zie je! JanKlaassen: Precies! Dag Sire, dag Prin ses! Koning: Bonjour, Jan! Je kunt er wel uitko men, hé? Jan Klaassen: Dat zal wel gaan, Sire! Denk om de drempel. Katrijn! (Jan Klaassen en Katrijn gaan blij weg. De Koning en de Prinses zijn ook blij. Ende ijsbeer is ook blij! Zoo zijn ze allemaal in hun schik!- En jullie? EINDE. Maart 1913. In het salon stond een halfvergane piano, terwijl ook daar het brocaat van de stoelen begraven was onder het stof. Een sta pel oude boeken stond op den vloer. Twee der kamers waren afgesloten; deze blijven dus nog mysterieus, maar als de verslaggever eens een gissing mag doen, zou hij wel dur ven zeggen, dat ook daar niets dan rommel te vinden zal zijn. Van geesten of dingen die tot de gedachte aan geesten aanleiding zouden kunnen geven, geen spoor. De laatste bewoner van het huis was een dame, mejuffrouw Do Rantzou. De bu ren zeggen, dat ze er woonde met haar vader, die naar het heet dichter zou geweest zijn, en haar moeder. Beide ouders stierven, maar het meisje, aan wie de brief van Maart 1913 was goricht, bleef in het huis wonen, tot het be gin van den oorlog toen ze verdween. Ze moet erg excentriek en slordig geweest zijn. De fiscus zal stellig niet genoeg in het huis vinden, om er de belasting uit te halen. De geesten blijven raadselachtig als gees ten behooren té zijn. Voor zoover men kan na gaan is er nooit een moord in het huis ge pleegd. En zelfs geen sporen van ratten heeft de verslaggever in het huis kunnen vinden. ALCOHOL EK KRANKZINNIGHEID. Volgens de geneeskundige statistiek van den Pruisischen staat bevonden zich den len Jan. 1912 in alle Pruisische krankzinnigengestich ten 1857 mannelijke en 180 vrouwelijke perso nen, die door overmatig drank verbruik in de ze gestichten moesten worden gebracht. Hier bij kwamen in den loop van 't jaar 5173 man lijke en 408 vrouwelijke personen, dus in *t geheel 7030 manlijke en 588 vrouwelijke per sonen. Uit de gestichten verdwenen in den loop van 1912 5052 manlijke personen (126 door den dood) en 362 vrouwelijke personen (19 door den dood). Den len Januari 1913 bleef dus een rest van 1978 mannen en 226 vrouwen. In 1917, gedurende' welk jaar de alcohol door den oorlog geheel verdwenen was, krijgt men de volgende cijfers, 1 Januari 1917: 204 man nen en 7 vrouwen. Hierbij kwamen in den loop van het jaar 238 mannen cn 7 vrouw en, dus in 't geheel 422 mannen en 14 vrouwen. 231 man nen werden ontslagen, 32 stierven, -en 3 vrou wen werden ontslagen, zoodat den lsten Jan. 1918 179 mannen en 11 vrouwen over waren. Deze getallen spreken voor zich zeif, De sta tistieken van de jaren na 1917 zijn nog niet verschenen. Maar uit de mededeel ingen van eenige krankzinnigengestichten blijkt, dat de getallen van het jaar 1912 niet alleen weer zijn bereikt, maar zelfs overschreden, daar het alcoholgebruik den oorlog trots den zeer hoogen prijs onrustbarend gestegen is. BIOSCOOP AAN BOORD. Eerlang zal zeeziekte het eenige ding rijn, dat het leven op zee onderscheidt van het leven aan den wal. Er zijn reeds schepen met tennisbanen en gelegenheden voor het behefenen van andere takken van sport, zwembassins, enz- Thans zullen er ook schepen worden uitgerust Toet bioscoop-in stallaties. Naar de Chronicle'' meldt, zullen jxs schepen van de Oriënt Steum Navigation Dom- pany, de Onnuz, Orsova, Orcades, Orviete, Oster- ley en Omar worden voorzien van alle benoodigd- heden om bioscoopvoorstellingen te geven. EEN HOTEL VAN MILLIOEN TE WASHINGTON. Franschen president in zijn coupé terug: „Ar tikel 5: het is verboden, alvorens de trein stil staat Nog nooit is er bij êen officieele ontvangst zoo smakelijk gelachen. RUSSISCHE BANKBILJETTEN. Do groote behoefte aan bankbiljetten in Rus land is, blijkens berichten in de Russische pers oorzaak geweest dat den laatsten tijd" vooral biljetten van groote bedragen zijn gedrukt ge worden. In Juni bijv. betrof 70 persent der ge- heele bankbiljetten-uitjiften-uitgifte groote sou pures en slechts 30 percent kleine coupures. Een en ander is oorzaak geweest, dat in het laatst van Juni veel menschen zaten opge scheept met biljetten van 100 millioen roebel en hooger, waarvoor de gelegenheid ot wisse len ontbrak. De speculatie greep dezen toe stand aan, om een wisselhandel te organisee- ren, waarbij 5 percent wisselloon werd bedon gen. Een van de gèvolgen van dit gebrek aan klein geld was, dat vele salarissen niet werden uitbetaald, hetgeen uit den'aard der zaak tot ontevredenheid aanleiding gaf. Voorts was het doen van inkoopen zoo goed als onmogelijk, omdat do winkels geen wisselgeld hadden. Thans schijnt in Moskou de toestand in de- I zen weer verbeterd te zijn en ook in andere plaatsen verwachtte men dat aan dit ongerief spoedig een einde zou komen. Volgens berichten uit Washington, hebben Lon- densche financiers de pbpn&i gereed tot hét bouwen van een hole! "te Washington, waarvan de Mei 1922. kosten geschat w orden op 9 millioen dollar. VERLOREN SPEL! Hjj was een ferme, stoere vent, Door *t harde leven nooit verwend En weinig had ie meest te zeggen; De werklust zat 'm in z'n bloed, Z'n boerderijtje deed het goed Hij kon een duitje overleggen l Hij streed z'n strijd geheel alleen, En floot een deuntje voor zich heen, Geen schooier zou ie spottend krenken; Hij Meld van eerlijkheid en recht, De wereld vond ie lang niet slecht, Hjj was zelfstandig in z'n denken! Geen mensch kwam bij 'm op bezoek, Hij kreeg geen krant, hij las geen boek, Maar was tevreden met z'n eigen En als 't zoo tegen donker liep, Of in het bosch een vogel riep. Dan stond ie luisterend te zwijgen! Totdat..7. een mensch uit de stad Z'n eenzaam huis gevonden had En uren lang kwam redeneeren, Van *n slootje en een strookje gras, Dat voor dc wet niet van 'm was.... Toen is ie stom gaan procedeerenl! Hij leverde een lang gevecht. De man van eerlijkheid en recht, Naar goeie raad wou ie niet hooren En eind'lijk vond ie, wat ie zocht.... Z'n huisje werd publiek verkocht, Want z'n proces had ie.... verloren!! Z'n eerlijk streven nam een end, Hij werd een onbezonnen vent. Die zich aan 't leven ging gewennen! Hij werd een luie boerenknecht En scharrelde met plicht en recht.... Hij had.... de menschen leeren kennen!!! Nadruk verboden. O ZOO! Agent: „Pardon, meneer, maar daar kunt u uw deur niet mee open-krijgen; dat is uw si garet!" Aangeschoten heer: „Goeie hemel, je hebt gelijk. Dan heb ik m'n huissleutel zeker opge rookt." BIJ DEN KAPPER. „Meneer", zei de coiffeur, „u begint al leelijk kaal te worden. Mag ik u iets voor uw hoofd geven?" „Ja zeker", zei de man, die groote haast had „zoo gauw mogelijk mijn hoed". VERONTRUSTEND. „Mama" vraagt klein Marietje, waarom is u eigenlijk met papa getrouwd?" „Zoo, begin jij je daarover ook al te ver bazen". EEN LEUKERD. Een verkiezingscandidaat Meld op het plat teland een propaganda-rede en schilderde zijn kiezers het gelukkigste leven, dat zij zouden krijgen, als zij hem naar de Kamer zouden zenden. Niomand van jullie heeft nog twee bun der land en een koe, maar dat komt nog wel, riep hij enthousiast uit. Jullie hebt ook nog geen tehuis voor ouden van dagen, maar dat komt nog wel Toen ging hij over tot bespreking van de verbetering van het gevangeniswezen. Ik heb, eerlijk bekend, zeide hij lachend, van dergelijke inrichtingen weinig verstand en ondervinding. Toen riep een stem uit het publiek: O. dat komt nog well SLAGVAARDIG. Heer (tot jongen die op straat kattekwaad uithaalt): „Jongen ik wou dat ik je vader was" Jongen: „U kunt dadelijk geholpen worden, mijnheer, want moeder is weduwe". VERKEERD BEGREPEN. Verdacht uitziend huiseigenaar: „Wat krijg ik, voor t geval mijn huis morgen afbrandt?" Bediende op een assurantiekantoor: „Nou Ik denk drie of vier jaar." O, ZOO! Vrouw (die auto-sturen leert): O, pak het stuur! gauw dan, man daar komt een lan taarnpaal aan!" KROES. EEN KANARIE. EEN RECORD-HITTE. j Even laehen. Twee professoren te Chicago hebben het klaargespeeld, om met een stroom van 100.000 volt een Mtie te verkrijgen van 50 a 60 duizend graden Fahrenheit. Dat is aardig warm, als men nagaat, dat de zon 9.000 graden, de warm- ^sta mij toe, tantelief, dat ik u mijnheer ste ster 30.000 en gesmolten staal 2000 graden Peterson voorstel. Hij is op de Kanarische wa,I7?° Eilanden geboren!" Bij de proef knapte de Tungsène-draad met „Zeer aangenaam, mijnheer Peterson. een slag als van den donder. «rhipn zingt U wat voor ons?" Mis- REGLEMENTAIR. President MiUerand heeft de gewoonte, vlug uit te stappen, voor de autoriteiten die hem ont- en opvangen, de gelegenheid hebben hun keel te schrapen en in postuur te gaan staan. Verleden week kwam hij te Montpellier en voor de trein stilstond vertoonde Millerand zich al op de treeplank. Op een drafje schoot de ijskoude stationschef toe en duwde den KOMT OP HETZELFDE NEER. Marietje (tot broertje, dat de mooiste kersen opgegeten heeft): „Je bent een echt varken, Jan." Moeder: „Het is niet erg lief, schat, om iemand voor varken uit te scholden". Marietje „Goed, ik zal het niet meer doen. Maar de eerste keer dat ik een varken zie, zal ik het Jan noemen." KLEINE BIJZONDERHEDEN. De bokser Carpentier verdiende met een bokswedstrijd tegen den Engelschman Lewin, .dien hij in 2% minuut sloeg, de som van f120.000 of f800 per seconde. De schulden van de geallieerden aan Ame rika bedragen 2.267.860.000 pond sterling. Op Nieuw-Guinea zijn reusachtige spinnen, die zulke sterke webben maken, dat de in boorlingen ze als vischnetten gebruiken. De Zuid-Amerikaansche republiek Houdura ia reeds meer dan 50 jaar failliet. De grootste snelheid bereikte een rijder op een motorwedstrijd in Engeland, nL 157 km per uur. Op een kilometer spoorrails zön ongeveer 1300 dwarsliggers. De oudste steenbakkerijen in ons land zijn gelegen aan den Ouden Rijn en reeds 2 300 jaar oud. Het Crystal Palace te Londen is tengevolge van de zonnewarmte in den zomer 25 centi meter langer dan in den winter. Het gewicht van al de lucifers, die per dag in Europa verbruikt worden, bedraagt 300.000 K.G. Een enkel struisvogelei is genoeg voox een omelet voor 30 personen. Het Chineesch wordt door 400 millioen men schen op de aarde gesproken. Het totaal aan tal aardbewoners ligt tusschen de 1500 en 1600 millioen. Een verkiezing in Engeland kost den staat ongeveer 30.000.000 gulden. M.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 10