De dingen om ons heen. DE WILDE JACHT JURGENS7 PLANTENBOTER Zaterdag 15 Juli 1922. 55sfe Jaargang. No. 7060. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. VOEDZAAM hEERLUK VOORQEELIG ■fes Binnenlandseh Nieuw». Ho !i bet nog nut vorder over do conferentie te schrijven? Vanmiddag had hot allon schijn, dat het uit waa, dat do besprekingen denzelfden weg waren opge gaan als do Haiikiorsconfurentlo in Parijs en dat .loor do koppighoid vun oen dor partijen verdere beraadslagingen geunerloi doel meer haddon. Speciaal hot feit, dat hot Sir Philip Lloyd Greame was, die zoo vaak olio op de golven had gegoten, van wii-n thans do verklaring kwam dat vorder spreken geen dool meor had, maakte eon diepen indruk. De houding der Russen, die wij reeds vroeger als zeer aanmatigend en vaak uitdagend kenschetsten, was ondragelijk geworden. Van Litvinow en Sokolinkow, die men nu eenmaal geen van beidon voor vol aan ziet althans niet in het kader dezer conferentie had men het voortdurend heen en weer schuiven, het oouwig herhalen, van dezelfde frasen, hot ma- noouvreoren om uitstel en allo verdoro sliirvmigboid- j gedragen. Wel niet met berusting, maar gedra gen toch. omdat men overtuigd was, dat mot Kras- aine komst een niouwo phaso zou beginnen, dat ein delijk de periodo van geredeneer zou ophouden en plaats maken voor die van daden. Dat is niet gebeurd. Krassin heeft zich geidentifieord met zijn collega's. Een verklaring hiervoor is niet to viudea in den gang van zaken zelf. Vermoedelijk moet zij worden gezocht in de binaonlaudsche politiek van Rus land, die natuurlijk onhoudbaar wordt voor de Sovietregeerin0 uls alle konrnerkon van den com- munistischen Heilstaat overboord worden geworpen .oor een paar miliiarden credlct. Krassin zal ver- Mioedolijk zelf hebben ingezien, dat hij met do tak- tiek van Litvinow geen resultaat zou kunnen berei ken, doch hoeft zich terzelfder tijd genoopt gezion toch die taktlok althans voorioonig -- verder te volgon, teneinde geen onoonigheid in zijn delegatie en mot zijn kameraden in Moskou in liot leven, te roopeu. In de twee lange vergaderingen van do niet-Rus- sische subcommissie voor particulier bezit, die Dins dag zijn gehouden, Is toen eindelijk het besluit ge rijpt, tot. hot zoogenaamde ultimatum van Greame. Laat Dinsdagavond beraadslaagden do vier presi denten, nadat vooraf nog een bespreking tusschen Greame en Krassin had plaats gehad. Toen door de presidenten alles nog eens en nog eens was besproken, volgde eindelijk de donderslag voor de buitenwereld: do niet-Rns3ische commissie voor particulier bozit vindt de antwoorden op de verschlllonde vragen door de Russen gegeven zoo onvoldoende, zoo weinig aan het doel boantwoor- dend, dat zij geen heil ziet in verdoro besprekingen, Zoo scherp, zoo definitief klonk doze verklaring uit den mond van Greame, dat overal het gerucht liep. gesterkt door een krnntenbulletin, dat de Con ferentie mislukt waa en do beraadslagingen zonder eenig resultaat to hebben gehad, waren afgebroken. Dat dit alles slechts óén commissie gold, waarvan de Russen hot dau ook door hun kinderlijk onhehol- pon geredeneer wei wat heel bont haddau gomaakt, zag men over het hoofd. Het bewijs, dat do Con ferentie niet uiteen waa, bleek al dadelijk uit de lange vorgaderlng over do Staatsschuld. Wel liep ook in die bile"v. mat lang niet alles op rolletjes .»n wisselde men. over on weer de ge niikelijke lekon-onder-water, doch in do toon die or hofrechte, ook van do zijde der Russen, die toch dos morgens ln do Eigendomscommbaie aanwezig waren geweest, was m te bespeuren dat op een mis lukking wees. Men i.i.»cussieerdo en onderhandelde, nlsof men nog maanden voor den boeg had. Dat wil zoggen, dat er ook hier niet veol voortgang werd ge- maak t. De Staatsschuld erkennen, zeide Litvinow, kunnen wij niet. Want een Rus, die schulden erkent, wJl zich ook bereid vorklaren om ze te betalon. Wij kunnen van ons armoedje niets afnemen voor nieu we olsohen, omdat we alles zeif dubbel en dwars voor ons eigen noodig hebben. Wil mon dii9 be taling der oude schuld, dan rnoet men on» in de ge legenheid stollen, door middel van crediuten onzen handel, landbouw en nijverheid zóó uit te breiden, dat wij grooter vorplleb.tingen op ons kunnen no men on nakomen. Want schulden erkennen, maar lento noch aflossing betalon. zoonls Homiuige Wost,- Koj'op' i tfchc landen gewoon raken, is een kunstje v/onrean wij niet meedoen. Ais we erkennen betalen we ook, at moeten wo het gold: er voorloonen! DöZ" schuono woorden Bprak Litvinow on Vfowg daarop om een globaal cijfer der aandeelen in Rus sische leeningen, die men in elk land bexit. Dat glo bale cijfer zal Rusland in staat stellen zich een beeld te vormen van de eischen on dus van het eventueel noodig bedrag, hetgeen natuurlijk ai weer verband houdt met de credioten. Dit voorstel was niet zoo heel dwaas. Men zou ln elk geval eenige houvast hebben verkregen. Maar de westelijke commissie dacht, er anders over: Als do Russen dat bedrag zelf gaan vaststellen komt er niets van terecht, redeneerden zij, en dus moet een spociale gemengde rechtbank beslissen, vonden zij. i De Russen vonden er niets tegen, dan het eene bezwaar, dat hot onmogelijk zou blijken een onpartij dig voorzitter voor zulk een hof to vinden in, oen wereld die óf communistisch is, Óf doodsvijand! van het communisme. „Wie niet met ons is, is tegen ons", zeiden zij enhadden geen ongelijk. Men muakte dus weinig voortgang, doch het feit dat men bijeen waa cn verder onderhandelde zegt duidelijk, dat de schorsing alleen betrekking heeft op de commissie voor particuliere eigendommen en dat die schorsing slechts tijdelijk is, nl. tot het oogeu- blik, waarop de Russen zullen gelieven in te zien, dat hun taktiek verkeerd is en zij zich duB bereid verklaren de ophelderingen to geven, die men van hen vorlangt. Althans voor zoover zij daartoe in staat zijn. Achter de rokbaarhoid van dit laatste excuus: wij zouden wel willen, doch kunnen niet, kan men nog veol waarheids achterhouden, indien men dit wenscht Doch het is zeer de vraag of dit ultimatum, im mers alleen als zoodanig is de verklaring van Greame op te vatten, niet een goede uitwerking zal hebben en of de atmosfeer door dien donderslag niet gezuiverd zal blijken. Wij voor ons geloovcn op grond van betrouwbare mododeolingen, dat do kans hiorop niet gehoel is uitgesloten, zelfs niet na do „porsconferentie" van Litlnow. Men verwacht, dat Krassin, die ook Woens- dangavond nog een lange bespreking had met Grea me cn Hilton Young in weerwil van do groote woor den, dio zijn gesproken, een weg zal vindon om aan de eischen van West-Europa tegemoet te komen, zonder zijn collega's te verloochenen of de regeering in Moskou te bruskeeren. Het feit, dat Krestinsky bestemd is om op te treden als volkscommissaris voor buitenalndsche zaken in Moskou wijst in die richting. Doch hoe men de zaak keert of wendt, dit is zeker, dat de conferentie Woensdag er allorkritiekst voor naai het Amerlkeeuscb door ZANJ! tJRKY, Bewerkt door W. J. A. ROLDANCS Jr. 0. Lucy keek naar den langzamen, moeilijken strijd van de schippers met hun zware riemen, tot zij zich plotseling hel doel van haar bezoek aan den ford herinnerde. Zij scheen alleen te zijn aan haar kant van de rivier. Aan de tegenover liggende lan dingsplaats stonden echter twee mannen en Lucy herkende in hen al heel gauw Joel Creech ea zijn vader. Een tweede blik deed haar Indianen zien, die blijkbaar op do boot wachtten. Jool Creech sprong in een bootje en stak van wal. De oudere iji:m scheen, te oordeelen naar zijn gebaren, te ti :hten zijn zoon te beletten den oever te verla- n u. Maar Joel begon stroomopwaarts te roeien, dicht langs den oever aanhoudend. Lucy keek naar hem. Ongetwijfeld had hij haar gezion on kwam hij nu naar haar toe. Of het vooruitzicht hem te ont moeten of het denkbeeld hem daar te ontmoeten op de plek, waar zij nooit zichzelf was, deed het ver langen in haar opkomon dadelijk om te keeren en naar huis terug te rijden. Maar haar koppig gevoel van fuirheid overwon dat verlangen. Zij wilde blij ven alleen in de hoop Joel over to halen redelijk te zijn. Do kleine boot, waarin hij zat, maakte dat hij vlug do rivier over was, weer in de langzame draaikolken kwam, die doorroeide en eindelijk het vaartuigje op do zandbank trok.-Dan stapte hij uit. Hij was bloothoofds en blootvoets, maar dat was de reden niet waardoor hij Lucy een vreemde toe- schoon. „Zoek jo mij?" riep hij. Lucy wuifde mot haar hand om bij baar te ko- men. Dan kwam hij naar haar toe. Hij was oon groote, lenige «jonge man met, afhangende schouders en O- bonncn door het vele rijden, met een bleek, sproe tig gezicht, een dunne haard, oen slappen mond en kin en oogen, die opvielen door hun kleinheid, door dringendheid cn verschillende kleur. Het eene was grijs, hot andere lichtbruin. Hij had geen litteeken oi) /.IJn gezicht, maar zijn onregelmatige trekken de den iemand, die er verstand van had, dadelijk zien, dat hij door een paard in zijn gezicht getrapt was. stond. Als zij voortgang heeft en naar ik boor zal het definitieve besluit daaromtrent waarschijnlijk pas Zondag vallen is het duidelijk, dat de posi tie van West-Europa strategisch zeer versterkt is. Men moge beweren, dat hot. afbreken der zittingen in do commissie voor particuliere eigendommen en (straks wellicht) in die der staatsschuld een ovor- winning is voor de Russen, die zich steeds op het standpunt stelden, dat eerst het credietvraagstuk moest worden geregeld, doch dit is slechts juist in een zeer bepaalden zin. Het is immers geheel iets anders, of men gezamen lijk een agenda en oon werkwijze vaststelt, waar door dus de beslissing A aan die ten opzichte van B en C moet voorafgaan dan dat cle werkzaamheden van B en C geen voortgang hebben en er dus niets anders overblijft dan ln 's hemelsnaam maar verder gaan met A. Voord is dit verschil groot als mon bedenkt, dat de resultaten van B en C nog steeds de eerste voor waarde blijven voor do credietregeling en dat zon der waarborgen ten aanzien der erkenning van vrij heid van eigendom en van aangegane verplichtin gen niemand behalve dan een speculant van de ergste Boort een cent in Rusland zal wagen. Dit is aan de Russen uit den treure voorgehouden en al zijn zij geen lichten eerste klasse op econo misch en financieel gebied, zooveel weten zij toch wel van Westersche zakengewoonten, af, dat iemand die levert zonder zich van do gogoodheid van den ontvanger op de hoogte to stellon, een ezel of een knoeior is. Ezels hebben gewoonlijk in zaken weinig en dan nog slechts voor korten tijd te geven en op knoeileveranciers is, gelooven wij, Rusland thans minder dan ooit gesteld. Als de Russen het tot een definitieve breuk laten komen wat wij vooralsnog niet gelooven dan doen zij dit uit eon andere overweging. Vermoedelijk deze, dat „verdeel en heersch" gewoonlijk een goe de taktiek is. Van de regeeringen en bloc is geen crediet te ver wachten, hoogstens een credietregeling, die zal wor den ontworpen ten behoeve der kooplieden der ver schillende landen. Komt zulk een algemeene rege ling tot stand, dan zal Rusland er zich aan moeten houden, Dio zelfde regeeringen willen óók en bloc oen regeling ten behoeve harer onderdanen, die vor deringen hebben op Rusland. Ook die zou voor Rus- lknd bezwaarlijk zijn, terwijl het moeilijk zou zijn ch er aan te onttrekken. Daar het nu vaststaat, dat de groote crediteuren van vroeger in hoofdzaak andere landen zijn dan die van welke de ficancieele hulp moet komen, spreekt het vanzelf dat het Rusland's belang is, za ken te doen met den meost kapitaalkrachtige en géón overeenkomst te sluiten met de grootste credi teuren. De solidariteit in Europa heet wel groot te zijn, maar dat iemand in Engeland zou weigeren katoen tjes of machines te leveren aan een Rus, omdat iemand in Frankrijk nog groote vorderingen heeft uitstaan op dien Rus, gelooven wij niet. Eerder, dat de nieuw optredende leverancier, als zijn eigen levering maar behoorlijk gedekt is dat on betaald blijven der oude vordering nog niet zoo heel onaangenaam zal vinden. In de eerste plaats, omdat daardoor een concur rent wordt uitgeschakeld en ten tweede, omdat een dubbeltje maar eens kan worden uitgegeven en dat do betaling der oude crediteuren do koopkracht van den schuldenaar zou verminderen en een kleiner te goed zou overlaten ter betaling der nieuwe leveran ties. Vermoedelijk is deze redeneering aan het Rus sisch standpunt niet vreemd, al werd zij dan ook in dien vorm niet uitgesproken. En dus moeten wij afwachten, wat de eerste da gen zullen brengen. UITKIJK. Pvü Crosch kwam vlug naar Lucy toe op eon wilde, woeste manier, dio Lucy plotseling medelijden met hom deed krijgen. HIJ scheen zich niet te herinneren, da: dn hengst een antipathie voor hem had. Maar Lucy zou, i-ls zij hot vergeten had, uraan herinnerd zijn door Sarchedcn's daad. „Pas op, Joelt" riep zij en zij gaf een rak aan don kop van het paard, dat krachtig snuivend be gon te steigeren. Vlug als een Indiaan was Lucy uit den zadel. „Geef me je zweep", zeide Joel, die als een wolf zijn tanden liet zien. „Neen, ik laat je Sarch niet slaan. Je hebt hem één koer geslagen en dat heeft hij nooit vergeten'', antwoordde Lucy. Do blikken van het paard on den man ontmoet ten elkaar en er kwam een vijandige spanning in hun houding. Dan liet Lucy den teugel los en nam Joel mede naar een grooten boomstam, die half in het zand begraven was. Hier ging zij zitten, maar Joel bleef staan. Zijn blik was nu des te vreem der door het droefgeestige en peinzende er in. Lucy merkte dadelijk een subtiel verschil in hom op, maar zij kon niet. zeggen, waarin dat lag. „Wat wil je van me?" vroeg Joel. „Ik heb oen heole boel gehoord, Joel", antwoordde Lucy, die trachtte te bedenken, wat zij feitelijk wil de zeggen. „Dat kan ik me indenken", zeide Joel somber; dan ging hij zitten en begon met zijn bloote voeten kuiltjes in het zand te graven. Lucy had hem nog nooit zoo moe gezien cn het leek, alsof het gezonde bruin van zijn wangen eenigszins verbleekt was. Dan vertelde Lucy hem voorzichtig een paar van de praatjes, die zij ge hoord had. „Al wat je daar zegt, is niets vergeleken bij wat or gebeurd te", antwoordde hij bitter. „De pikeurs hebben mijn hart on mijn ziel uit me weggespot". „Maar Joel, Je moet niet zoo zoo gevoelig zijn", zeide Lucy ernstig. „En per slot van rekening was het toch eon grap. Waarom heb je het niet als een man opgevat?" „Maar ze wisten, dat je mijn kloeren gestolen hadt", protesteerde hij. „Dat weet ik. Maar dat was toch zoo org niet. Als je het niet zoo zwaar opgenomen hadt, zouden ze je veel gauwer met rust gelaten hebben". „Dat zou ik misschien wel uitgehouden hebben, Maar ze plaagden me er mede, dat ik smoor ver liefd op Je ben". Joel's stem klonk heescb. Er viel niet aan te twij felen, dat hij diep gekwetst was. Lucy zag tranen in zijn oogcu en haar eerste opwelling was haar hand op de zijne leggen en te zeggen hoe hot baar speet. Maar zij deed het niet. Zij voelde zich niot op haar gemak met Joel. „Waarom hebben jij en Van gevochten?" vroeg zij dan. Joel liet zijn hoofd zakken. „Dat zeg ik je niet". „Schaam je je er dan over?" Joel's zwijgen was zijn antwoord. „Heb je iets over mij gezegd?" Lucy kon haar nieuwsgierigheid niet bedwingen. „Het moet iets slechts geweest zijn, aD.der zou Van je niet ge slagen hebben". „Hij heeft me geranseld hij heeft me tegen den grond gekwakt", zeide Joel hartstochtelijk. „En jij hebt op hem geschoten?" \Ja, en dwaas die ik was, ik heb niet gewacht tot ik opstond. Toen trapte hij me.... Bostil's Ford zal in het vervolg niet groot genoeg meer zijn voor mij en Van" „Praat toch zoo'n onzin niet. Je moet niet vech- ton met Van... Joel, je hebt misschien je verdiende loon gekregen. Je zegt van die onhebbelijke dingen". „Ik heb alleen gezegd, ,dat ik het je betaald zou zetten", barstte Joel uit. „Hoe?" „Ik heb er een eed op gedaan, dat ik op de loer zou gaan liggen en je kleeren stelen zoodat jo naakt naar huis zou moeten loopen".. Er was iets, dat. Joel miste, maar openhartigheid was het niet. Hij voelde zich blijkbaar diep belee- digd on zijn stem beefde van verontwaardiging. „Maar Joel, ik ga niet in bronnen zwemmen", protesteerde Lucy, die niet wist of. zij lachen of boos zijn moest. „Maar ik was het toch van plan", hield Joel koppig vol. „Bon Je absoluut eerlijk? Is dat alles wat je ge zegd hebt om Van te prikkelen?" „Dat is alles, Lucy; ik zweer het". Zij geloofde hem on ging hoe langer hoe meer inzien, dat. het haar schuld was. „Het spijt me, Joel. Ert het is grooteudeels mijn schuld. Ik had mijn geduld niet moeten verliezen en je kleeren niet wegnemenAls jo nou nog maar verstandig ge noeg geweest was om te wachten tot het donker was! Maar gedane zaken nemen geen keer. Als jij nou jouw deel wilt nemen, zal ik het mijne doen. Ik zal aan de jongens geggen, dat het mijn schuld is. Ik TIJD EN GELD, VOOR DE ZUIDERZEEWERKEN BENOODIOD. Een inzender in het Handelsblad schrijft: De economische toestand! van Nederland is oor zaak, dat de uitvoering der Zuiderzeewerken mis schien zal worden gestaakt. Reeds is besloten deze werken, ten minste gedu rende de eerstvolgende vier jaren, in matigrtempo uit te voeren. Dit besluit is wel het slechts dat men heeft kun nen nemen. Het brengt immers mede, dat werken worden gemaakt, waaraan bij een snelle uitvoering van het groote werk geen verstandig monsch zou denken, zooals die voor het verdedigen van een stukje zeebodem bij den oever tegen de gevolgen van de voorgenomon afsluiting van het Amsteldiep. Door de kosten van zulk overbodig werk, door de onderhoudskosten van de reeds gemaakte werken, door het voltallig in dienst houden van de Zuider- zeedirectie bij het maken van een minimum van werk, en vooral door den stijgenden rentelast der gedane uitgaven, heeft het „matig-tempo", in de snelheid van werken, ten gevolge, dat de kosten van het geheel in „vliegend-tempo" zullen stij gen 1 Daarom zal hot matig-tempo-besluit aan herzie ning moeten worden onderworpen, on zal men voor de vraag staan: Wat dan wel? Dan behoort men zich het geheele vraagstuk nog eens voor (lcn geest te stellen: het doel en de mid delen om het te bereiken. Wat deze latste betreft, moeten twee zaken wor den overwogen, n.1. Ie. de snelheid van uitvoering van groote grondwerken (en die leggen bij de Zui derzee het grootste gewicht in de schaal) is uitslui tend afhankelijk van de kracht waarmede zij worden aangevat. Deze kracht wordt bepaald door het ver mogen en de doelmatigheid van het te gebruiken baggermateriaal, en 2e. terwijl nagenoeg alle prijzen in de laatste dertig jaren, sedert het Zuiderzeeplan der staatscommissie is gemaakt, sterk gestegen zijn, daalden de kosten van grondverzet met groote bag- gerwerktulgen belangrijk. De plannen behooren herzien te worden in het licht van deze twee feiten. Beschouwen wij, als voorbeeld, het plan van den a/fsluitdijk der staatscommissie. Dit voorziet het verwerken van 13 millioen M3. grond, kostend 5.5 millioon gulden. Voor middelen om dezen grond te gen wegspoelen te beveiligen wordt daarbij 19 mil lioon gulden geraamd. Deze vorhouding, tusschen de kosten van grond en verdedigingsmiddelen tegen afslag, zou thans nog veel ongunstiger zijn. Mijn voorstel nu is: aan het grondltchaam: van den afsluitdijk zoodanigen vorm te geven, dat het door weinig kostbare middelen, zooals begroeiing mot gras en riet, tegen den aanval der golven be stand zal zijn. Er zal dan veel meor grond moe ten worden gebruikt. Ik schatte dezo hoeveelheid op 100 millioen M3., dus achtmaal zooveel als de Staatscommissie dacht te gebruiken. Maar hiervoor zou ik dan ook verkrijgen een dijk met zeer flauwe taluds, aan beide zijden boschermd door strooken vóórland, die slechts bij abnormaal hoogen waterstand onder water komon, tezamen met don dijk, op de waterlijn, vierhonderd Meter breed. De dijk kan dan een goede grasmat verkrijgen, die bestand is togen den betrekkelijk zelden voorko menden aanval der golven, welke bovendien gebror- ken wordt door het vóórland. De verdediging langs den oever van het vóórland, dus op de plaats dio bij gewonen waterstand wordt bespoeld, kan worden gevormd door een strand, dat, waar noodig, plaatselijk door strandhoofden tegen afslag kan worden beschermd. Het groote grondverzet vereischt krachtige bagi- gerwerktuigen, maar juist deze zijn in staat den zai hun bevelen je met rust te laten. Ik zal naar Muncie gaan „Neen, je behooft niet voor mij te gaan pleiten!" barstte Jool uit. Lucy was heel verbaasd trots in hem te zien. „Joel, ik zal het niet doen voorkomen „Je behoeft met niemand over mij te spreken", ging hij voort, terwijl het bloed naar zijn gezicht begon te stroomen. En nu keek hij haar aan. Hoe vreemd die gloed in zijn verschillend gekleurde oogen 1 „Lucy Bostil, er zijn dingen gezegd en ge daan, die ik nooit vergeven zal. Ik ben nergens goed voor in Bostil's Ford. Misschien ben ik nooit veel geweest. Maar ik kon een baantje krijgen, als ik het wilde, en crediet, als ik het noodig had. Nu kan ik niets meer krijgen. Ik ben nergens goed voorl...~... Ik ben nergens goed voor! En dat is jouw schuld 1" „O, Joel, wat kan ik voor je doon?" „Ik geloof, dat er maar één manier is, waarop je alles goed kan maken", antwoordde hij, plotseling bleek wordend. Maar zijn oogen waren zoo hard als staal. Hij zag eruit alsof hij in het bezit scheen te zijn van al zijn geestvermogens. „Hoe?" vroeg Lucy scherp. „Je kan met me trouwen. Dan zullen ze het be grijpen! En dat zal mij voldoening geven. Ik kan dan weer werk krijgen. Dat is alles, Lucy Bostil 1" Het was duidelijk, dat hij onder een sterk on derdrukte opwinding leed. Dat oogenblik was het laatste van echte kracht cn waardigheid, dat Joel Creech ooit getoond had. „Maar Joel, ik kan niet met je trouwen zelfs al ben ik de schuld van je ondergang", zeide Lucy eenvoudig. „Waarom?" „Omdat ik niet van jo houd". „Ik geloof, dat dat niet veel verschil zal maken, als je niet van een ander houdt". Lucy keek hem verbluft aan. Hij begon to bo ven en zijn oogen werden woest. Zij stond van den boomstam op. „Houdt je van een ander?" vroeg hij hartstoch telijk. „Dat gaat jou niet aan", antwoordde Lucy. Dan, toen zijn gezicht donkerrood werd, iets wat zij nog nooit van hem gezien had, werd zij plotseling bang. „Het is Van!" zeide hij moeilijk. „Joel, je bent krankzinnig!" Die woorden maakten hem woest. Dat zeggen ze allemaal. En ze zijn nu zóó ver,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 5