DE WILDE JACHT
A, en J. PRINS RIJWIELHANDEL,
FEUILLETON.
VOETB A L.
Plaatselijk Nieuws.
fiinnenlandsch Nieuws.
Officier van piket, uit het veld geslagen, zegt„Maar
man, i® slaapt, hoe durf je
„Pardon, luit, ik zal me gaam, beklagen, u hebt 'me
gestoord in mijn gebed-
Luitenant bekijkt nog eens het 'pannetje eten voor
hem en verdwijnt..
HOE IS 'T IN RUSLAND?
Een correspondent van het H.&bL geeft eenige in
drukken weer, die goede kenners van Rusland na
een afwezigheid van vier jaren bij een langdurig bezoek
aan Rusland kregen. Hun oordeel is van te meer belang,
daar het door geen partijhaat is vertroebeld. Zij 'haddon
gelegenheid te spreken met menschen van alle klassén
en standen, o.a. met leden van de oude en van 'de nieuwe
„communjstsiche" bourgeoisie., met Russische en buiten-
ia ndsche handelslieden.
Boeren en oogst.
Persoonlijk zijn "*ve met de boeren in de provincie
niet in aanraking gekomen. Maar ons werd over eeh
zeer belangwekkende endenz uit verschillende deelen van
het land bericht. De boeren, die vaak zijn overgegaan tot
net bedrijf in kleine zelfstandige boerderijen (Chutor) en
dus de door Stolypin bevorderde beweging voortzetten,
roepen de vroegere lamdgoedbezitters terug. Zij bieden
hun het landhuis, voor zoover nog Intact, en een deel
van het oude bezit aan, onder voorwaarde, (fat zij' het
overige land 'den boeren bij contract afstaan. Op deze
wijze trachten de voorzichtige boeren zich door een
particuliere overeenkomst met de grondeigenaars voor
alle gevallen in de toekomst'hun nieuw verworven grond
bezit te verzekeren.
Overgiens zal ontzaglijk veel afhangen van het resuTtaat
van den nieuwen oogst ..Deze schijnt, wat trouwens ai
blijkt uit bet dalen aer 'graanprijzen, beter te .rijn don
die van het vorige jaar. In het noorden was het 'winter
graan grootendeels bedorven. De akkers zijn echter in
grooten omvang beploegd en met zomergraan bezaaid.
„Van Belostrof aan de grens van Finland tot JVloskou,'"
zoo zeggen de reizigers, ,.,was al het 'land, dat men
uit den trein kon zien, met graan of ander gewas bedekt.
In de steden heeft men zelfs in de tuintjes groenten
gekweekt. De honger heeft de bevolking veel geleerd."
Een beetje politiek.
In de zoo ijverig bewerkte akkers en groentetuinen,
in den levendigen handel en het levendig bedrijf, mani
festeert zich de overwinnmgsgang van het economische
leven, dat het communisme heeft overwonnen- De door-
trekkende reiziger merkt niet veel van den grooten nood
der bourgeoisie. De zwakkere elementen zijn uitgestor
ven. de prachtigere hebben zich aangepast. Men ziet niet
veel verkommerde gestalten in de heide hoofdsteden,
bedelaars waren er altijd veel. Het woord „towansj3'
(kameraad), dai in de pers zooveel voorkomt, hoort men
in het leven nooit. Men wordt ,grashdania" (burger)
of „barin" (heer) genoemd.
Reeds hierin openbaart zich de algemeene scherpe
oppositie tegen den lijd der revolutie en het 'communis
me. Hand in hand hiermee gaat een toenemend antise
mitisme. In de provincie worden de joden,, mishandeld'
Men neemt onder de rijk geworden Joden en onder de
commissarissen een nerveuze angst waar. Zij voelen
de ontevredenheid die hen omgeeft. Echter er is nog
geen macht die een omwenteling zou kunnen bewerk
stelligen. Maar de bevolking is beter gevoed en dus
energieker geworden en men weet nooit waartoe dié
energie kan leiden en wanneer wellicht plotseling
eocn verandering kan komen.
Alle voorspellingen hierover en over de naaste toe
komst zijn slechts praatjes. De troepen zijn in goeden
staat en staan onder harde tucht. Men weet echter niet,
hoelang de onder voortdurende politieke agitatie der
commissarissen staande troepen werkelijk een bescher
ming van de Sovjetregeering zullen blijven. De breede
lagen van het yolk denken slechts aan bedrijf en winst,
maten aue buitenfandsche interventionistcn, de Entente
en grootendeels ook de Russische emigratie. Elke mtex-
veniie zou den communisten weer te paard kunnen
zetten. Alleen van binnen uit, van het economisch leven
uit kunnen en zullen ze overwonnen worden. Zij zullen
gedwongen zijn steeds verder toe te gevén. alleen cnn
het leven te behouden cn althans eenigermate dén roof
der laatste jaren te kuinnen redden. De Chineezen dié
eens zulk een groote rol speelden zijn geheel1 én al
verdwenen, omdat elke Chinees, dien men in h£ndon
kreeg, wera doodgeslagen. Zoo zullen ook de commu
nisten verdwijnen maar niemand kan zeggen wanneer.
EEN VOORSTEL TOT HET ANNULEEREN VAN
DE DUITSCHE SCHADEVERGOEDING EN DE
SCHULDEN DER GEALLIEERDEN.
Uit Londen. 1 Aug. Eon buitengewoon belang
rijke wijziging in de Britsche politiek wordt uit
eengezet in een nota aan de geallieerde regeerin
gen.
De Britsche regeering, zoo wordt verklaard, is
zoo diep overtuigd van de economische schade,
welke aan de wereld door de bestaande omstan
digheden wordt toegebracht, dat „Groot-Britannië
bereid zou zijn, van alle verdere rechten op de
Duitsche schadevergoeding af te zien, alsook van
alle vordering op de geallieerden, mits deze stap
een deel zal uitmaken van een algemeen plan, vol
gens hetwelk dit groote probleem in zijn geheel
zou kunnen worden behandeld en op bevredigende
wijze opgelost. Een algemeene regeling zou voor de
menschheid grooter waarde hebben dan een even
tueel gewin, dat zou kunnen worden verkregen, in
dien aan allo verplichtingen ten volle wordt vol
daan".
De nota, welke ls gedateerd 1 Augustus, is toe
gezonden aan de regeeringen van Frankrijk, Italië,
Servië, Roemenië, Portugal en Griekenland.
Zij begint met de verklaring, dat, ofschoon -die Brit
sche regeering de quaestie van de kwijtschelding
der intergeallieerde schulden op het huidig oogen
blik niet ter sprake wenschte te brengen, de jong
ste gebeurtenissen haar weinig, keus laten.
De nota gaat dan voort: De oorlogsschulden aan
Groot-Britannië, de interest niet inbegrepen, bedra
gen op het oogenblik nagenoeg 3400 millioen pond
sterling, waarvan Duitschland verschuldigd is 1450
millioen, Rusland 650 en de geallieerden 1300 mil
lioen.
Daartegenover is Engeland aan de Ver. Staten on
geveer een vierde gedeelte van deze som verschul
digd, nl. 850 millioen pond, met inbegrip van de
rente sedert 1919.
In afwachting van een regeling, welke het pro
bleem geheel zou oplossen, heeft de Britsche regee
ring zich onthouden haar geallieerden te verzoe
ken om betaling van, de rente of terugbetaling van
het kapitaal.
Indien zij een actie in deze aangelegenheid tot
dusver imopportuun heeft geacht, dan komt dit
niet, omdat zij de nadeelen van den huidigen stand
van zakeni onderschat of wel omdat zij er voor te
rugdeinst groote offers te brengen om er een eind
aan te maken. Integendeel. Zij is bereid, mits deze
stap een deel uitmaakt van een bevredigende inter
nationale regeling, af te zien van alle vorderingen,
die zij heeft op haar geallieerden tengevolge van
de hun verstrekte leeningen en op Duitschland in
verband met de schadevergoeding.
De jongste gebeurtenissen maken de vervulling de
zer politiek echter moeilijk.
Op de meest hoffelijke wijze en in de uitoefening
van haar onbetwistbaar recht heeft- de Amerikaan-
sche regeering van Engeland de betaling gevraagd
van de sedert 1919 opgeloopen rente der Engel-
sChe schuld aan Amerika, en voorgesteld deze te
converteerern in, een gefundeerde schuld, terug te be
talen in 25 jaar. Deze regeling zou volkomen in over
eenstemming zijn met het contract. De Britsche re
geering beklaagt zich daarover niet. Zij erkent haar
verplichtingen en is bereid deze na te komen. Maar
het is duidelijk, dat zij dit niet doen kan zonder
een belangrijke wijziging te brengen in den weg.
dien zij onder andere omstandigheden had wen-
schen te volgen. Zij kan de betaling der Engelsch-
Amerikaansche leening niet behandelen ais een op
zich zelf staand feit, waarbij alleen de Ver. Staten
en Groot-Britannië betrokken zijn. Deze vormt
slechts een sdhakel van de keten van transacties,
waarin Engeland nu eens debiteur en dan weer
crediteur is, en indien wij genoodzaakt worden aan
onze onbetwistbare verplichtingen als schuldenaar
te voldoen, kunnen wij niet afzien van onze even
onbetwistbare rechten als schuldeisdher.
Verder verklaart de nota, dat de Britsche regee
ring met den grootsten tegenzin overgaat tot deze
wijziging harer politiek. Het is waar, dat Engeland
meer heeft te vorderen dan het verschuldigd is en
indien alle intergeallieerde oorlogsschulden werden
betaald,, zou de Britsche schatkist daar groot voor
deel van hebben, maar kan de huidige toestand der
wereld wel van zulk een eng financieel standpunt
uit worden beschouwd?
Dit wordt in de Nota ontkennend beantwoord.
De economische euvelen toch, waaronder de we
reld lijdt, zijn aan tal van moreele en materieele
oerzaken te wijten, doch onder dezen moet stellig
worden gerekend het gewicht der internationale
schuld met haar ongunstige uitwerking op het ere-
diet, den wisselkoers, de nationale productie en den
naar het Amerikaansch door ZANE GREY,
Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr.
11.
,,'s Nachts dan zou ik om hem heen kunnen
komen", zeide Slone, al zijn denkkracht inspannend'
en nogmaals den omtrek van het geheele dal opne-,
mend. „Waarom niet?'s Nachts is er geen wind.
Dat gras zou langzaam smeulen tot den ochtend
tot de wind opkomt en die is nu al dagen lang
West geweest"
Plotseling begon Sloe den geduldigen Nagger te
slaan en uitgelaten tegen hem te schreeuwen.
„Oude jongen, we hebben hem te pakken.... Mor
gen om dezen tijd heeft hij een lasso om zijn nek!"
Slone gaf zich over aan deze woeste, vreemde
vreugde, die echter niet lang duurde, maar weldra
plaats maakte voor een diep nadenken. E ij reed een
mijl den kom in, om absolute zekerheid te krijgen,
dat Wildfire er aan dien kant niet uit kon komen.
De overzijde werd gevormd door een steilen rots
muur. Dan ging hij aan den linkerkant kijken. Hier
was de zandige helling bijna te steil zelfs voor hem.
En daar was gras, dat branden zou. Hij ging naar
den pas terug met de zekerheid, dat Wildfire ein
delijk terecht gekomen was in een val zooals Slone
zich nooit gedroomd had. Het groote paard was ge
doemd in een levend vuur of in de lus van een lasso
te loopen.
Dan dacht Slone na. Nagger had dien ochtend,
naar hartelust kunnen drinken. voor het eerst
na vele dagen. Als hij dien dag goed had kunnen
rusten, zou hij den dag daarna in conditie zijn voor
het gruwelijke werk, dat hij mogelijk voor den boeg
had. Slone deed het paard hot zadel af en liet het
dier los, dat onmiddellijk snuivend de helling af
liep naar het gras. Dan droeg Slone zijn zadel naai'
een schaduwrijk plekje, dat dcor een rotspunt en
een dwergceder gevormd werd, en maakte het zich
daar gemakkelijk om te rusten, te kijken, te den
ken en te wachten.
Wildfirie was nu op 'n afstand van nog geen twee
mijl heel goed te zien. Hij liep te grazen in de rich
ting van de overzijde van het bassin. Slone geloofde,
omdat de kom .zoo groot was, dat Wildfire dacht,
dat er een uitweg aan den anderen kant of over de
hellingen of door de ratsen. Nooit nog had de scherp
ziende hengst zich vergist. Plotseling voelde Slone
den angst in zich opkomen, dat er ergens een uit-
v/eg wezen zou. Maar de angst verdween weer spoe
dig. Hij had die hellingen en rotsmuren zorgvuldig
nagagaan. Wildfire kon er niet uit behalve door den
pas, waardoor hij binnengekomen was, tenzij hij
internationalen handel. De volken van alle landen
snakken naar een spoedigen terugkeer tot het nor
male leven. Doch hoe kan dit normale worden ver
kregen, wanneer wordt toegestaan, dat zulke ab-
norrpale toestanden blijven bestaan? En hoe kun
nen deze toestanden uit den weg worden geruimd,
zonder middelen, die op Ihet oogenblik geschikt schij
nen om te worden toegepast? Hot is duidelijk dat de
tot dusver door Engeland gevolgde politiek, n.1. te
weigeren om zijn schuldenaren eischen te stellen,
slechts duldbaar is zoo lang als zij algemeen wordt
aanvaard. Het kan niet Juist zijn, dat één deelge
noot in een gemeenschappelijke onderneming alles
wat hij heeft geleend terug zou krijgen, terwijl van
den ander, die niets terugkrijgt, zou worden ge-
elscht, dat hij alles betaalt wat hij heeft geleend.
Zulk een procedure is in strijd met elk beginsel van
recht, en het kan niet worden verwacht, dat zij het
Britsche volk aannemelijk zou toeschijnen."
Waar dus de Engelsche regeering tot haar leed
wezen genoodzaakt is de onderscheidenlijke geal
lieerde regeeringen te verzoeken regelingen te tref
fen, om n&ar haar beste vermogen do Britsche lee
ningen te behandelen, wenscht zij uiteen*te zetten,
dat het bedrag van de interest en de aflossing,
waar zij om vraagt, niet zoo zeer afhangt van het
geen Frankrijk en de andere geallieerden aan Groot
Britanniö verschuldigd zijn, als wel wat Groot-Bri
tannië aan Amerika heeft te betalen. De door de
Britsche regeering voorgestane politiek is die van
het afstand doen van haar aandeel in de Duitsche
schadevergoeding en het afschrijven, door een groo
te transactie, van de geheele intergeallieerde
schuld. Doch wanneer dit onmogelijk wordt geacht,
wenschen wij te doen begrijpen dat wij in geen ge
val wenschen profijt te trekken uit eenige mindere
bevredigende regeling. Onder geen omstandigheid
stellen wij ons voor méér van onze schuldenaren te
vragen dan noodig is om onze schuldeischers te be
talen.
HEDEN ONTVANGEN EEN PRACHTCOLLECTIC
Rijwiellanlaarns Zaklantaarns,
Batterijen en Lampies.
HECRENSTRAAT 30 - SCHADEN
NOORDSCHARWOUDE.
De voctbalvereenigüig Holland 1 speefdo Dinsdag
avond op eigen terrein een wedstrijd tegen Jong Holland
uit Alkmaar. De wedstrijd werd door Holland gewonnen
met 2—0. Holland X was onvoltallig.
OUDKARSPEL.
De voetbalvereenigiing D.T.S. zal Zondagmiddag een
medaillewedstrijd spelen tégen Rood—Wit 2 uit Alkmaar.
Voor de/en wedstrijd is een medaille bescliikbaar gesteld
door den heer J. Schrieken, lid van den raad alhier.
Voor den wedstrijd die D.T.S. I tegen een H.R.C.-
com'binatie uit Helder zal houden, is een medaille be
schikbaar gesteld door den heer Van Zalingen, café
houder. Ons fr-erd verzekerd, dat D.T.S. met dezen
wed»tr\j<i 't ?.r /w - ©u tegenstander tegen auMi zal "heMen.
DE POST LET OP DE KLEINTJES.
In ons nummer van 22 Juli plaatsten wij een adverten
tie betreffende de Sutnlight Producten, waarin een Bon
voorkwam. Door een misverstand wera verzuimd daarin
den naam van ons blad te drukken, de aanvragers vullen
dien m.u in, doch daardoor is verzending als drukwerk
niet toegelaten. Vele aanvragen zijn niet doorgezonden
en daarom1 is bedoelde bon in ons nummer van h ed e n
nogmaals afgedrukt. Deze bon kan nu als drukwerk
verzonden worden. Wij raden onzo lezers aan dit nog
maals te doen, 't fa wel de moeite waard.
GESLAAGD.
De heer P. Leguit alhier slaagde Dinsdag en
Woensdag voor het examen 2e stuurman Groote
Vaart.
GESLAAGD.
De heer P. Roggeveen alhier is geslaagd voor hot
eersto gedeelte van 'het Notarieel examen.
RECTIFICATIE.
In ons vorig blad fa de aanhef van het „Pers"-artikeltle,
getiteld: „Geen Hopte", op een verkeerde plaats al gedrukt.
Do laatste 6 regels von ao vierde kolom1 pp bladzijde 2,
zijfn 'bedoeld als aanhef van genoemd Pers-uittreksel.
B rgerlijke Stand.
GEMEENTE ZIJPE.
Ingeschreven van 29 Juli tot 1 Augustus 1922.
Geboren: Jan, zoon van Cornelis Hoep en Antje
van den Berg. Jan, zoon van Pieter Jongerling en
Iiillegonda KooiJ. Iebele, zoon van Geert van Brug
gen en Antje Houtkooper. Catharina Johanna, doch
ter van Adrianus Klaver en Johanna Maria Kager.
GEMEENTE ST. PANCRAS.
Ingeschreven gedurende de maand Juli 1922.
Geboren: Geertje Johanna, dochter van Jacob Wa
genaar en Matje v. d. Meer. Frans, zoon van Arie
kon vliegen.
Slone lag in de schaduw met zijn hoofd op zijn za
del en terwijl hij in het schitterende dal keek, be
gon hij plannen te maken. Hij berekende, dat bij
het vuur vlug over het andere einde van het bassin
brengen kon, zoodat hij niet lang afwezig zou zijn
van den ingang van den pas. Vuur maken was al
tijd een lastig iets, daar hij geheel afhankelijk was
van vuursteen en staal. Hij besloot te wachten tot
het donker was, een vuur aan te leggén van doode
cedertakken en een bosje daarvan met brandende
uiteinden mede te nemen. Hij wist zeker, dat de
wind, die door het rijden veroorzaakt werd, ze bran
dende zou houden. Wanneer hij het gras aangesto
ken had, behoefde hij niets anders te doen dan zich
terug haasten naar den pas en daar den loop der
gebeurtenissen afwachten.
De dag verstreek langzaam en het was heet. De
hittegolven rezefi in donkere, weifelende lijnen en
sluiers uit het dal op. De wind blies bijna met de
kracht van een storm. Dunne, kronkelende lakens
van zand joegen op de toppen der hellingen.
Tegen het einde van den middag at Slone zijn
laatste vleesch op. Met het ondergaan der zon ging
de wind liggen. Nagger was niet ver weg, maar
Wildfire was verdwenen, waarschijnlijk achter een
der heuvels.
Toen de schemering inviel, ging Slone Nagger' ha
len en deed hem teugels en zadel aan. Dan begon hij
te zoeken naar geschikte stukken hout. Verder te
rug in den pas vond hij kleine doode ceders en daar
van nam hij mede wat genoeg voor zijn doel was.
Hij stak een vuur aan en brandde de uiteinden der
takken tot roode sintels. Daarvan maakte hij een
bosje, stak dat met de gloeiende uiteinden naar ach
teren onder zijn arm en steeg dan op.
Het was juist donker, toen hij het dal inreed Zoo
dra hij op gelijken grond kwam, volgde hij den rand
van de linkerhelling en bracht hij Nagger in een
flinken draf. Gras en struiken waren hier schaarsch
en de kleur van het gras was licht, zoodat hij geen
moeilijkheden had met het rijden. Nu en dan ging
't paard door gras en 't drogie, knetterende gerit
sel, dat bewees hoe het branden zou, klonk als mu
ziek in de ooren. Langzamerhand begonnen de rot
sen op te doemen, zwart tegen de blauwe lucht met
sterren, die er vlak boven scheon te hangen. Slone
had berekend, dat het bassin kleiner was dan het
in werkelijkheid zoowel in lengte als breedte bleek
te zijn. Dat stemde hem onaangenaam. Wildfire
zou hem kunnen zien of hooren of ruiken, zoo snel
mogelijk naar den pas rennen en op die wijze ont
snappen. Na eenigen tijd moest hij door de donkerte
langzamer gaan rijden. Bij de rotsen gekomen, sloeg
hij rechts ai en reed het dal in. De grond was gelijk
en dicht begroeid, met lang, dood gras, dat zoo
droog was als kurk. Dit was makkelijk te verkla
ren door de droogte: in geen m&aiodeaa «gr
sneeuw of regen in den kom gevallen. Slone zwaaide
een dor takken in den wind en .weldra had het
smeulende einde roode vonken. Dan liet hij den tak
in het gras vallen, dat onmiddellijk knetterde en
vlam vatte.
Zonder om te kijken reed Slone door het dal, na
ieder kwart mijl een gloeienden tak in het gras
gooiend. Toen hij aan de overzijde kwam, brandde
het gras op een twaalf plekken langzaam en rezen
lui witte rookwolkjes op. Dan het hij Nagger naar
den pas terug draven. Daar zocht hij naar sporen.
Wildfire was er niet uitgegaan en Slone voelde zich
opgelucht en blij. Hij plaatste zich in het midden
van het nauwste gedeelte van den pas en daar be
gon hij', met Naggar voor alles gereed, weer te
kijken en te wachten.
Ver weg in de donkerte der vallei kropen twaalf
lijnen van vuur, ver van elkander gescheiden, naar
elkaar toe. Zij leken dun en traag, tervtijl slechts
hier en daar een vlam opsprong. Slone keek als be-
tooverd.
„Wat denk je daarvan?" zeide hij hardap. De vraag
was voor Wildfire bestemd.
Terwijl hij keek, begonnen de lijnen merkbaar lan
ger en breeder en bleeke schaduwen van rook zicht
baar te worden. Aan de linkerzijde van het dal
kropen de twee helderste vuren, de eerste, die hij
aangestoken had, al dichter en dichter naar elkaar
toe. Zij schenen er lang over te doen. om een klei
nen afstand af te leggen. Maar er was ook geen
briesje en bovendien bewogen zij zich misschien
snel, zonder dat Slone het zag. Toen de twee lijnen
elkaar ontmoetten ,werd de gloed plotseling feller.
„Hal" zeide de ruiter en dan keek hij naar de an
dere lijnen, die naar elkaar toe kropen. Wat be
weegt vuur zich toch langzaam, dacht hij. De roode
hengst zou alle gelegenheid hebben om tusschen die
lijnen door te loopen, als hij durfde.
Maar een wild paard was voor niets zoo bang als
voor vuur. En dit zou niet door de spitsroeden van
de vlammen gaan. Toch voelde Slone zich ver
lichter wanneer de lijnen dichter bij elkaar kwa
men.. De nachtelijke uren sleepten zich voort, tot
dat eindelijk één lange lijn van vuur zich over
het dal trok.
De donkerte der vallei veranderde. Het licht der
maan veranderde. De glans der sterren veranderde.
Of de vuurlijn vond dichter voedsel orn te verteeren
of zij kwam aanmerkelijk dichterbij, want de
vlammen begonnen grooter. te worden, te springen
en te flikkeren.
Slone luisterde gespannen of hij soms het ge
dreun van hoeven op zand hoorde.
Een breede gordel van de vallei werd helder in
hot licht en daarachter doemden de rotsen, spook
achtig en donker, op, terwijl kolommen witte en
gele rook ze omkransten.
Plotseling werd Slone's gevoelig co® getroffen
Horst en Dieuwertje Jongebloed. Femme, dochter
van Lammert v. d. Werff en Trijntje Smit.
Gehuwd: Jacob Hoek en Anna Catharina Abbes,
Overleden: Cornelis Roskamp Hz., 16 Jaren.
GEMEENTE HOOGWOUD.
Ingeschreven van 15 tot en met 31 Juli 1922.
Geboren: Martha Catharina, dochter van Jacob
Groot en van Margaretha Koppes. George, zoon van
Pieter Deken en van Maart je Wagenaar.
Overleden: Cornelis Bloothoofd, oud 63 jaar, man
van Trijntje Davidzon.
Ondertrouwd en Getrouwd: Geene.
GEMEENTE WINKEL.
Ingeschreven gedurende de maand Juli 1922.
Geboren: Dirk, zoon van Simon Bakker en Aafje
Kceman. Jan, zoon van Jan Kruit en Jannetje do
Boer.
Gehuwd: Pietor Mulder, oud 22 jaar en Eefrouw
Kuiper, oud 20 jaar. Pieter Kroon, oud 22 jaa?' en
Teetje de Jongh, oud 20 jaar.
Overleden: Pieter Smit, oud 59 jaar. Cornelis
Brugman, oud 83 jaar. Maartjo Korver, oud 64 jaar,
wed. van Evert Bakker. Pieter Krap, oud 79 jaar.
Jan Zeilemaker, oud 55 jaar.
NOTARIS TEXEL.
Benoemd tot notaris te Texel de heer G. J. B
Mulder, candidaat-notaris te Zaandam.
DIRKSHORN,
De heer N. Kistemaker alhier, is te Haarlem ge
slaagd voor de hoofdacts.
MOTORBOTSING.
Gistermiddag reden te Hoogkeppel twee motor
rijders, de heeren Soer uit Doetinchem en Te Boeck-
horst uit 's-IIeeronberg, in volle vaart tegen elkaar.
De heer Te Boeckhorst was terstond dood. De heer
Soer kreeg een dubbele armbreuk en een ernstige
open armwond. Hij werd de villa van den bur
gemeester binnengedragen en daar verbonden.
DE VOORGESTELDE TARIEVEN VAN HET
PJE.N.
Het comité der vereeniging van burgemeesters en
secretarissen te Hoorn, Purmerend, Alkmaar en
Schagen, stelt een onderzoek in naar de financieele
gevolgen voor de plattelandsgemeenten van de voor
stellen welke op 14 Juli j.1. zijn behandeld in de
vergadering der afdeeling Noordholland van de ver
eeniging van Nederiandsche gemeenten, betreffende
ie stroomprijzen van het P.E:N. Daartoe is aan de
gemeentebesturen een vragenlijst ter invulling toe
gezonden. Naar wij verder vernemen zal de afdee
ling Noordholland op 28 Augustus opnieuw verga
deren ter verdere behandeling van do bedoelde voor
stellen. Het verslag van de vergadering van 14 Juli.
met de inleiding van dr. Kuipers, waarin deze voor
stellen werden toegelicht en verdedigd, zal binnen
eenige dagen aan de gemeentebesturen worden toe
gezonden.
VERDUISTERING, BANKBREUK EN FRAUDU
LEUS BANKROET.
Voor de rechtbank heeft 'Dinsdag "terecht gestaan do
bankier ©n commlssionnair in effecten Lenacrts Wag'nor,
thans gedetineerd in het huis van bewaring aldaar, llcn*
wordt ten laste gelegd lo. verduistering van fondsen en
geldswaarden, ton bédrage van ca. 1 millioen gulden; 2o.
eenvoudige bankbreuk en 3o. frauduleus Iwnkroet.
Na \ernoor van bekl. ©n getuigen acht de Ambtenaar
van het 'Openbaar Ministerie zoowel do verduistering als
de (envoudige bankbreuk en de beide ten laste gélegdó
feiten bedricgclijkc bankbreuk volkomen wettig en
overtuigend bewezen. Alleen 'hot bedrag van f 750.000
is misschien niet 'geheel vast komen te slaan, maar dat
w ^an minder belang. In ieder geval" waren do effecten
een enorme som wnjwd.
Bekl. Jicefl mét <Ui effecten dingen gcdaaii, die hij
niet tiren. mocht, zelfs al was er jiceii tekort ontsta/»//-
In dat ge vol wuwsn do feiten alleen niet non nvn
gekomen, -■
D'ö manier, waarop do bekl. mot. hot geld is omgespron
gen, noemt spr. allerzonderlingst, vooral' wat betreft hel
koopen vain schilderijen en antiquiteiten.
De bekl. speelde mooi weer van aindermnn's gcldi
In Pulchri Studio speelde hij voor een Insiocenos. Dat is
natuurlijk heel nobel, althans als men het zolf betalen
NVat de bedriegelijke bankbreuk betreft, vflist sjfr. in
verband met de mededecling van den bekl., dat iiij
het geld van de Frninpcho "bank alleen opvroeg om naar
Holland te brengen, er op dat men per chèquo dit
evengoed had kunnen doen- Dit heeft bekl. als bankier
wel geweten. Zijn verhaal is dan ook onaannemelijk.
De bekl. heeft een zware straf verdiend. Hij heeft
feiten gepleegd, die van een bankier niet geduld kun
nen worden. Buitendien is hij zoo lichtzinnig mogelijk
met de gelden omgesprongen. De manier, waarop dit
gebeurd is, kan onmogelijk 'goed. gepraat worden.
Zeer ernstig fa, dat hy do laatste 3 weken nog groote
sommen heeft opgenomen.
door een trillend geluid. HU boog zich voorover,
om zijn oor op het zand te leggen. Snel, rhythmiscli
hoefgetrappel- deed hem opspringen; met zijn rech
terhand greep hij naar zijn lasso, met zijn linkpr
naar zijn geweer.
Nagger hief zijn kop op, 9noof ln de lucht en
hinnikte. Slone, staande in den zwarten, donkeren
gordel, die voor hem lag. Het zou mooilijk zijn
daar een paard te zien, tenzij het hoog genoeg werd
om zich af te teekenen tegen die lijn van vuur, dat
nu naar den hemel flikkerde. Maar hij hoorde het
hoefgetrappel, snel, scherp, luider, luider. De nacht
schaduwen waren bedriegelijk. Dat wonderbaarlijke
licht bracht hem in verwarring, maakte de omge
ving onwerkelijk. Droomde hij? Of hadden de lange
jacht en de ontberingen zijn geestvermogens ge
krenkt? Hij tastte naar Nagger. Neen! Het groote,
zwarte paard was werkelijkheid, leefde, klauwde in
het zand. Het rook een vijand.
Weer staarde Slone in het niet of wat het niet
scheen. Maar ook dat was veranderd en lichter ge
worden. De geheele vallei was nu helder. Groote
zuilen van kronkelende rook rezen wit cn geel op.
Op het bleeke pad voor Slone, die waaierachtige
helling van zand, welke in de vallei uitkwam, ver
scheen e envlug zich bewegend zwart voorwerp,
dat denken deed aan een vluchtend spook. Het was
een spookpaard. Slone voelde, dat zijn oogen, mis
leid door zijn geest, voortsnellende beelden zag.
Menige wilde jacht had hij medegemaakt in droo-
men in een ver verwijderde woestenij. Maar wat
was dat scherpe, vlugge, regelmatige, rhythmische
gedreun in. zijn oor? Nooit hadden zijn ooren hem
misleid. Nooit had hU dingen in zijn droomen ge
hoord. Dat voortsnellende voorwen) was een paard
en het naderde met de snolheid van den wind.
Slone voelde, dat iets in zijn hart greep.
Het vliegende paard bleef juist in den gordel van
licht van het brandende gras staan. Scherp afge-
teekend stond het daar, nog geen honderd pas van
Slone af. Het was Wildfirie.
Slone liet zich onwillekeurig een kreet ontval
len. Huivering na huivering doortrilde hem. Verruk
king en hoop cn angst en'wanhoop eischten hom in
snelle opeenvolging voor zich op. En dan weer
maakte de alles beheerschende passie van den ruiter
zich van hem meester de glorie alleeen van eon
prachtig en onbereikbaar paard. Want Slone gaf in
dat schitterende oogenblik Wildfirie op. Hoe had hij
ooit durven gelooven, dat hij dien wilden hengst
zou kunnen vangen? Slone keek en koek, vulde zijn
geest met het beeld, betreurde niets, zeker als hij
was, dat dit oogenblik bclooning genoeg was voor
alles wat hij geleden had.
iWjordt vervolgd.