Alieitti NIeiws-
Ij
DE WILDE JACHT
IoStI IJLf
Woensdag 9 Augustus 19S2.
05ste Jaargang, No. 7074.
Uitgevers i N.V. v.h. THAPMAN CuScliagen
Binnenlandsch Nieuws.
LIFEBUOY
FEUILLETON.
N.V. „D£ TIJDGEEST".
83 M 8
SGSAGSR
ClIilAlT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. BIJ Inzonding tot 's morgens 8 uur, worde: Adver-
tentiön nog zooveel mogelijk in het oorstultkomend nummer geplaatst.
Prijs per 8 maanden f 1.(15. I.osse nummers fï cent. ADVKRTP.N-
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, ledore regel meer 20 cent, (hewljsno.
POSTREKENINO No. 23330. INT. TELEF. no. 20 inbegropen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
SALARISSEN OEMEENTE-ONTVANÖERB,
Men schrijft, ons:.
In verschillende gemeenteraden is vaak een on
derwerp van beraadslaging geweest do vaststelling
der salarissen van burgomoosters, secretarissen en
gemeente-ontvangers. Niet onduidelijk word door di
verse gemeenteraadsleden dikwijls te kennon gego-
ven, dat de Jaarwedden dier functionnairsson te
hoog waren in verband met de werkzaamheden. In
't bijzonder werd dit het geval geacht met de sala
rissen dor gemeente-ontvangers, wier werkkring
volgons de besprekingen in cle gemeenteraadsverga
deringen van dien aard was, dat de daaraan toege-
kendo bolooning veel te hoog moest worden genoemd
Een steen des aanstoots was ook voor velen, dat Ge
deputeerde Staten advies Inwonnen voor de vast
stelling van de Jaarwedden dier gemeente-ambtena
ren, doch dat met dit advlos geen rekening werd ge
houden, zoodat dit advies-inwinnen niets anders was
dan oen wassen neua.
Nu de circulaire van Ged. Staten aan de gemeen
tebesturen tor bohandoling is rondgezondon, in vor-
band mot do vormindorde werkzaamheden der ont
vangers, wijl nu do Hoofdelijke Omslag door de
Rijksontvangers zal worden geind, een groot deel
van hun werk uit do hond is genomon, ligt hot voor
de hand, dat dit opnieuw een onderwerp van war-
mo discussie zal uitlokken in verschillende gemeen
teraadsvergaderingen. Het stond toch reeds als een
feit vast, dat de salarissen der ontvangers, in aau-
merking genomen de betrekkelijk geringo workzaam-
heden, aan dat ambt verbonden, vrij hoog waren.
Voor do meeaten is het een bijbaantje, dat „netjes
meegenomen wordt", Wij vroozen echter, dat er, ko-1
men Gedoputeordo Staten niet tot ander inzicht, het
vechton tegen dd bierkaai zal blijven, als men do sa
larissen wil gaan verminderen. Immers gonoemd I
college snijdt daartoe don pas reeds bij voorbaat af
door vast te stollen, dat voor do in functie zijnde ont-
vangers geen salarisvermindering mag plaats heb-1
ben, doch dat hun werkzaamheden mogen worden
opgedragen, die in onmiddellijk of zijdelingsch ver
band mot dien werkkring staan. Het zal van den
llaad afhangen welke workza&mheden daartoe zijn
to rekenon, doch we zijn van meoning, dat deze van
niot grootcn omgang zullon zijn en het bovendien
nog <io vraag blijft, in 't belang eenor correcte be
handeling van zaken, of het niet beter 1b, dat zij
blijven geschieden door dien ambtenaar, welke daar
mee thans is belast.
Nu dezo zaak straks in do geheele provincio aan
do ordo komt, lijkt het ons niot ondienstig, dat door
de raadsloden wordt aangedrongen op een volledige j
opsomming van werkzaamheden, die voor do ge- j
meonte-ontvangers overblijven, om daarna to laten-
taxeeren door deskundigen, wat hot salaris bohoort
to zijn, wil hior van een goed loon gesprokon kunnen 1
worden. Misschien dat het dan blijkt, dat waarheid
bovat hot gezegde van zoo'n ambtonaar, die wou,I
vool zulke baantjes te hebbon, want,,, het wordt dik I
betaald". Blijkt dit dan zoo te zijn, dan zullen Ged.i
Staton wellicht rokonlng houden met een en ander,
vooral In deze tijden van versobering.
KRITIEKE TOESTAND.
In do jongste vergadering van het !>estuur der Ovcr-
ijsselscho Landbouw Maatschappij is in hoofdzaak be
sproken een schrijven van het X. N*. Landbouw Gomité,
waarin het oordeel van het bestuur werd gevraagd over
de middelen welke in dezen crisistijd de landbouwers
zouden kunnen steunen- In 'de eerste plaats werd 1
gesprokon over het landbouwonderwijs, dat men alge-1
meen van te groot nat achtte, om hot tn te krimpen. I
Wel kon het aantal minimum leerfingen per cursus
Denk
aan <fe honden
sulvw en a
qurv^smiddol
i eette a
den aiotfVje voerwerken-
■welke U noodaakelykerwifcte
dagelykj aonroakl! DU te.
vtr-t Mvcap op vocj° Uw
huid. Uw zeep moe) een
t afdoend D-efrtL
«ijn,
Gebruik daarom
HEALTH SOAP
Deciderende eigenschappen
vanUFEBUOY beschermen
Uw huid tegen gevoam
De LEVER.'3 ZEEP PTT
VLAARD1NOBM
worden vorhocujcl Bt) de bespreking over de techniek
van het bodrijf aas men van oordooi, dit het bedrijf
voordeeligor j»l zijn. Indien meer de uitbreiding van den
okkorbouw 'er hznd wordt genomen, holgeer. mogelijk ml
zijn door meer oordeelkundig gebruik te msljen van d.
aanwezige arbeidskrachten, eoorol uls-oo .dbouwfcrt
mei „eigen volk" zijn boerdcri,f exploiteert. In dit op
zicht zuilen do demonstrattebocracrijen, zoonis dc
Overijss. Landbouw Maatschappij er thans ecnigo In
-werking heefl, In do Joakomat groot nut kunnen stichten.
IJIJ 'luwpreking der veefokkerij werd gewezen op den
grooten nchterultganfi dor fokvoroonigingcm op. op het
naar het Amerlkaanaeh door ZAKE ÜRET,
Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr.
14.
Plotseling bleef Sage King staan, stak zijn ooren
op en hinnikte. Lucy schrok. Als King zoo iets deed,
moest er iets bijzonders zijn. Vlug wierp zij een
onderzoekenden blik op het voorterrein. Een mijl
verder, dicht bij de rots, was een kleine zwarte
vlek. Zij scheen roerloos. Maar bet gehinnik van
den King had bewezen dat het een paard was. Toen
Lucy ongeveer een kwart gedeelte van den tus-
schenliggenden afstand had afgelegd, kon zij het
paa-rd onderscheiden en zien, dat er iets vreemds
aan zijn houding was. Lucy bracht den King in
galop en was nu spoedig dichter bij. Het zwarte
paard had zijn kop naar beneden en toch scheen
het niet te grazen. Het stond zoo stil als een stand
beeld.
Plotseling verscheurde een geschreeuw de stilte.
De King sprong en snoof van schrik. Een oogenblik
voelde Lucy haar bloed koud worden, want het was.
een vreeselijko gil. Dan herkende zij het als het
gehinnik van oon paard in 'doodstrijd. Zij had kreu
pel gewordon en stervende paarden dat lang aange
houden, afgrijselijk gehinnik hooren uitstooton. Het
zwarte paard had zich niet bewogen en kon dus
dat gehinnik niet hebben uitgestooten. Lucy vond,
dat Sage King zenuwachtiger deed dan noodig was.
Zich dan de waarschuwing van haar vader herinne
rend, hield zij den King in boven op een/kleine ver
hevenheid, misschien een honderd yards van de
plek, waar het zwarte paard stond, en trachtte het
dier zoo goed mogelijk op te nomen.
Het was een groot, mager ruig paard;, dat zij
zag, mot het zad'ol verder op zijn schoften dan het
had moeten zitten. Het stond roerloos, alsof het to
taal uitgeput was. Zijn voorbeenen stonden schrap,
zoodat het eenigszins achterover leunde. Dan zag
Lucy een touw. Het was vastgebonden aan het zadel
en hing neer in de cactusscon. Er was geen ander
paard of eenig levend wezen to zien. De reusachtige
rots beheerschte het tooneel. Het geheel scheen Lycy
kolossaal, verheven, bijna angstaanjagend toe.
Zij aarzelde. Zn wist, dat er een onder paard was,
hoogMwaarachijnljjk aan bet andere einde vnn de#
las:>o. Blijkbaar was de ruiter afgeworpen, misschien
gedood. Ia ieder gsval was een mafer pi3*d gemond
Op dat oogenblik klonk hetzelfde gehinnik van een
paard in doodstrijd, maar zwakker en korter. Lucy
wa« niet langer bang voor een hinderlaag. Dat was een
gehinnik, dnt niet door een uicjjsck geïmiteerd of uil
een paard geforceerd worden kon- Al gaf den King
de sporen.
Zij moest oen helling af, oen klein dal door, oeui
helling op en dan was zij bij 't zv/arto paard. Sago
King naa eon hardere behandeling iDjoodig dan Lucy
haar ooit gegeven had.
„Wat'bezielt jou?' vroeg zij, zijn kop paar beneden
trekkend. Plotseling, toen zij "hem voelde beven, besefte
zij, da,t hij bang was.Dat is grappig. Toen zij hem
was gekalmeerd had, keek zij rond.
Het zwarte paard was inderdaad groot. Zijn manen
en zijn ruige flanken zagen eruit alsof zij met dik zeep
sop ingesmeerd waren. Het Thief zijn kop op om1 naar
haar te kijken. Lucy, heel haar leven aan paarden ge
wend, zag -Jat dit paard haar komst prettig vond. Maar
het stond bijna op het punt om te vanen.
Twee gespannen lasso's liepen van zijn zadelkop in
een inzinking vol met kreupelhout, cactussen en stee-
1*2q. Dan -iw Lucy een i*od paara, dal in eeQ abchuw-
lijken toestand verkeerde. Zij "hoorde zijn benauwde
ademhaling. Waarschijnlijk had het zijn been of zijn
rug gebroken.
Zij kon geen paard} dat leed, zien. Zij wilde doen
wat noodig was, desnoods, wanneer er niets anders
gedaan kon worden, het uit zijn lijdon helpen. Toch
nam zij de omgeving goed op en keek in de struiken
en achter de steenen vóór zij trachtte Sage King
vooruit te krijgen. Maar hij weigerde verder te gaan
en Lucy stapte af.
Het roode paard wa.s gedeeltelijk verborgen door
de overhangende struiken. Het was in een gat vol
cactussen gevallen. Om zijn neus had hel een hacka-
moro en om den nek een stijve lus. De lasso, die
om zijn nek was, zat ook om zijn voorbeenen. En
beide lasso's werdon strak gehouden door het zwar
te paard. Een gescheurde en vuile das hing slap om
den neus van het roode paard; de hackamore belet
te dat zij eraf viel.
„Een wild paard, een hengst, die getemd wordt!"
riep Lucy, die dadelijk de situatie overzag, uit. „O,
maar waar is de ruiter?"
Zij keek rond, liep naar verschillende kanten, keek
de kleine helling af, maar zij zag niets, dat op een
man geleek. Dan liep zij terug.
Lucy wierp nog een blik op den rooden hengst.
Zij geloofde niet, dat zijn beenen of zijn rug gekwetst
waren. Hij was uitgeput en verward in en gebon
den door de touwen en konj niet opkomen. Het ruige
zwarte paard stond daar schrap en onverwinlijk.
Maar ook dat stond bijna op bet pent om ie vallen»
groote gevaar, dat met haar val ook de oontrole vor-
ecniginflen zullen verdwijnen.
Men toonde zich angstvallig voor cene te gemakkelijke
credietverleening aan niet-*kapitaalkrachtige landbouwers.
Overwogen werd het denkbeeld, om kleine rouleeréndê
blanco cmijeten te verstrekken- Dan werd er op gevezétn,
dat de landbouw op 't oogenblik geen nieuwe lasten,
voortvloeiende uit sociale maatregelen, zal kunnen dra-
een. Men koesterde do vrees, dat bij do aangekondigde
D62iiinkSng op de Staatsmiddelen de landbouw wel in
de eerste plaats in de knol zal geraken- Aan het Kon-
Ned. Landbouw Comité zal worden gevraagd of het ook
gewenseht is, dat do landbouw hierin door een publiek
rechtelij ko organisatie zelve bi deze middelen voorziét.
Hiervoor zou dan een deel van do specifieke kradbouw-
beiasling, de grondbelasting, ter beschikking inioetefa
staan. Ju goen geval zou ditïldhanm1 meer lasten op den
landbouw mogen leggen- Bii een dergelijke organisatie
word gedacht aan de oprichting van Kamers van Land
bouw niet aan hot stichten van oen ^landbouwraad.
Ook do coop. aankoop ven grondstoffen e<a de dito
afzet van producten, werd in deze tijden van oneer
dan noodmiielïjk 'belang «echt. Dat de aankoopvorectni-
gingen op gemakkelijke wijz* aar. nlef-lodem Jovaroti, werd
veroordeeld.
Ten slotte werd hot gewijzigd ootwcrp-Jaohtwet nog
besproken. De mieorderhoid van hot bestuur verklaarde
zich 'hier vóór.
EEN AARDIGE YAOANTIE-GEDA CHTE.
Ilier en daar In het buitenland rijm vncantioscholen
waar de kinderen zich ljezi;^ houden met spelen in do
open lucht en In sommige doelen v&a Amerika geelt men
kinderen in 'Je va cautie gelegenheid ricch voor hun
genoegen met tuinbouw horig te houden.
bi ons Land rijn wo nog zoover niot Voor zwakke
kinderen Hebben we in elk geval iets, al is het ook
veel te weinigde vncantiekolonics, maar voor de
gezonde kinderen ia er vrijwel niets.
Dfit ecu gelegenheid om do vacantie werkelijk als
vacantie te genieten, wcnschelijk is, blijkt wel, als we
bedenken, dat in eon stad als Amsterdam een kledno
100.000 kinderen tussciieu 'drie en. vijftien jaren rond-
loopen. Niet 'alle kinderen hébben lust iiti stekeltjes
vangen, ruiten ingooien, door de straten slenteren en
gevaar loopen onder oen auto te geraken cm zuJke dingen
en daardoor is dc vacantie menigmaal heit territoir van
den Booze.
hST denkbeeld is gerezen, de vacanUes op verscKfllénde
tijden te doen vallen, b.v. een deel dor kinderen zou
die krijgen tn Mei, een ander doel in Juni, etiz.
In dat denkbeeld is wel Iets aardigs: men zou kolonie
hulzen, Bpcelterreir.en enz. niet overvuld krijgen oh ér
zouden niot zoovele kinderen tegelijk rondloopen- Ver
moedelijk zouden evenwel de onderwijzers en ook do
gezinnen van ouders, dte met bun kindertm uit de stad
willen gaan, daartegen ernstige hezwarem hebben-
Om iets te kunnen doen voor do kimderen, dio in do
vacantie niet „naar builen" $inm, wil de Bond van
Ainsterdnmscbe Speeltuinverecmigintfcn iin samenwerking
met do vereeniglng „Zomers Buiten in de omgeving van
Soostriuinen een groot vacsniisc-ord stichten, voor do
Amsterdfliuscho jeugd.
De heei' Anth. F. K. Per6e beschrijft het aldus iu
„Onze Speeltuinen":
,Een complex gebouwen, ecn reeks tenten, waar de
slaapgelegenheid en bij slecht wéér
heeft hier
vaenatieoord
voor grooteren., 'lat' óver oon capaciteit beschikt vol
doende om honderden kindoren ongelijks oen stcvlgcu
maaltijd enz. te verstrekken. Het meest moeilijke vraag
stuk bij va cautie-oorden voor de jeugd: de voedselvoor
ziening, Is hier dus opgelost.
„Dc SpccJtuiavcreenjg'ingen en nog zoovele ander6
jeugd-oimnisaties in onze slod, kunnen zeker wel voor
do noodig© Jeidsn^stors) zorgen, Als men weet, dal. de
Kijkend naar de condities van beide paarden en het
zadel en de lasso's zag Lucy wat een gevecht daar
gowoebt wa» en wat oen renl Waar was de ruiter?
Afgoworpen zeker, misschien dood of verminkt.
Lucy ging dichter naar den hengst toe, zoodat zij
hom bijna kon aanraken. Hij zag haar. Schuim on
bloed stroomden met iedore ademhaling uit. zijn bek
Zij moest, vlug iets doen. En in haar haast prikte
zij haar armen on schouders aan de cactussen.
Zij bracht hot zwarte paard wat dichter bij, zoo-
dat, de lasso's wat slapper hingen. Do zwarte scheen
daar even blij om als zij zelf was. Wat een trouw
hartig dier leek het! Lucy vond zijn oogen mooi.
Dan haande zij zich een weg tusschen do cactus
sen en de struiken. De roode hengst lag nu niet lan
ger in een gedwongen houding. Rij kon zijn kop
oplichten. Lucy zag, dat de lus nog strak om zijn
nek zat. Onbevreesd rukte zij die los. Dan ging zij
wat achteruit, raaar niet heolemaal buiten zijn be
reik. Hij hoestte en ademde langzaam met groote
zuchten. Don snoof bij.
„Nou ben je. weer een boel beter,' zeide Lucy kal
meerend. Langzaam stak zij een hand maar rijn kop
uit. Hij trok dien zoover als hij kon torug. Zij liep
nu om hom heen, zoo dat zij achter hem kwam, eu
liet een oogenblik zacht haar hand op hem rusten.
Dan sloop zij uit do struiken, maakte éón lasso van
den zadelknop los, ging naar den hengst torug en
trok hom ondor zijn boonen door. Hij was nu vrij, be
halve de hackamore, en dio lasso hing slap. Lucy
ging vlak bij hem staan, keek naar hem, praatte te
gen hom, wachtte tot hij op zou staan. Zij kon geen
zekerheid hebben of hij zwaar gewond was vóór hij
stond. In den beginne deed hij goen pogingen om op
te komen. Hij keek Lucy aan, minder angstig, naai
zij dacht. En zij verroerde zich niet. Zij wilde, dat
hij zag on begreep, dat zij hem geen kwaad gedaan
had en geon kwaad wilde doen. Hel. begon tot haar
door te dringen, dat het oon prachtdier was.
Eindelijk stond het met een langen, langzamen
zucht op. Lucy bracht het uit het hol op don vlak
ken grond. Zij, scheen vertrouwen te hebben. Zij zag
maar éón manier cm te handelen.
„Een beetje paardonvorstand, zooals Vader zou
zeggen", zeido zij tot zichzelf. En toen zij hem uit de
struiken had, stond zij als met verbazing geslagen.
„O, wat een prachtig paardl Wat een reusl Hij is
grooter dan do King. Als vader hem eens kon zien!"
De roode hengst scheen niet gewond te zijn. Het
trekken van zijn spieren moest veroorzaakt zijn door
de cactusdoornen die zich in hem geboord hadden.
Aan den eenen kant zag zij overal bloeddruppels.
Lucy dacht, dat zij die doornen best zou durven uit-
trekkon. ZIJ was in haar heele leven nog nooit voor
Trekking van 509 nummer» ten overstaan van
Notaris A. G. MuÜê.
Maandag 7 Augustus 1922.
i'rija van t 1000 6652 11450 20726
400 15239
200 8505
WO 12351 12486 16369 19962
Prijzen van t 90.-- (eigen geld»)
14 OTS 5081 732) 8585 11454 14087 1C474 185B4
SS S2 98,1 11535 14150 831«20
25 2810 08 Ü2 12 47 14234 07 21
.34 77 8152 74» 22 67 82 10523 &1
IU) 2805 5203 68 8732 77 14320 88 76
3 a 18 7568 3611811 4216623 86
85 39 81 7853 82 77 61 86 18898
•iS-JS 77!£ 904S,ITW 6416303 18UM1
SH .J8 771181814424 331M09
415 81 43 1808 82 38 6716818 46
56 3185 66 23 84 6614866 83
442 82 5430 71 00 68 MJ98 78 80
®!2 S *2} 14811 1083619224
.80 64 86 87 tOMiUSUQ 211706318355
«2 3314 5542
48 63 6684
86 87100107
>42 8001 79
I
872 342$
1141 48 &042
LilJ 38Ui 80
48 08 0067
N 3S35 öifc)
60 4ÜÜ9 &48
1374 27 10
1415 42 G39J
65 44 64j6
66 45 Ï3
1515 00 6559
a 4123 88
2ö 43 04
58 62 6610
64 4211 42
78 23 46
1603 4325 91
61 32 0705
71 41 44
1736 08 93
63 4434 0SÜ4
65 eo
2051 4551 6911
2232
7i
2300
1069 93QÏ
70 9478 1122? 13711
25» 4379 7115 08 8/
88 85 18
89 4802 7231
92 39 47
li) 83 51
2Ü23 4953 7308
MMÖQ
00 91
63 18
8325105531
SOKB63*
89 6712913
0442 71 7015360
.raS t30§ ,54W 4820143
S10810 77 47 18018 83
78 5513101 70 31 87
86 50 3215541 54 gj
8008 S 57 65 72 2023
35 83 Ld28215684 79 84
.-JK S 80 80
9318288 20410
1MX» 1380? 15807 90 67
W 021830-1 90
..,S 5 88 14 20540
>"25 8413921 49 88
52 13000 16057 7620679
4 g 18505 20753
80 T 70
161Q2 5020830
W (53 34
16232 69 45
10352 18600 53
Amsterdamsche Speel tuinen bij hun werk, dat tienduizen
den kinderen omvat, steeds voldoende leiding en toericht
beschikbaar hebben, dan vreezon wij met cfat ons
grootoch plan op dit punt zal aÉstuiten.'"
Over de finanrieelo zijde van het vraagstuk zegt
„Het benoodigde kapitaal. Kom, wanneer ieder g.
(AmsteMam teU thans ongeveer 120.000 gcrinaon) go-
middeld f 2.50 In-eens stort (het kan desnoods ook in
tien hrmijncn van f 0.25 per week) dan ia toch zeker
wel oen kapitaal van een paar ton bqeen, voldoendo om
met overheidssteun de benoodigde gebouwen enz. te
plaatsen."
Het denkbeeld, dat ons geenszins moeilijk uitvoerbaar
schijnt, is zeker aardig.
Misachten slagen zy, die het initiatief namen voor
éón paard bang geweest.
Farlnne, Holley, alle pikeurs en haar vader ook had
den getracht haar tot het besef Ie brengen, dat er
vroeg of laat gevaar school in een paard. Maar rij kon
er niets aan doen; rij was niet bang; rij geloofde, dat
een paard boosaardig werd door de natuurlijke vrees
voor een man; zij was geen man en had nooit, als
een man een paard behandeld. De roode hengst toon
de haat tegen het zwarte paard en het touw, dat hen
samenboDd; hij toonde eenigen wrok tegen het her
haalde hinniken van Sage King; maar hij toonde
geen. vrees voor Lücy.
„Het is een trotsche, wilde hengst geweest", dacht
Lucy. „En nu is hij getemd op vreesolijke wijze
getemd, bijna ten grende gericht".
Dan liep zij op een ongedwongen manier naar hem
toe, sprak zacht en stak haar hand naar zijn schoft
uit.
-jij©» Roodje. He nouZoo. Nou ben je een goed
beest. Heusch, ik zul je niet vastbinden oi slaan. Ik
ben maar een meisje".
Hij deed één enkele poging om te slaan, die zij
verhinderde, en dan bleef hij staan, huiverend en
haar aankijkend, terw ijl zij kalmeerend tegen hem
sprak en hem streelde en hem aankeek op een ma
nier, dio zij bij de meeste paarden onfeilbaar gevon
den had. Lucy geloofde, dat paarden als menschen
waren of nog makkelijker om mee om te gaan. Dan
trok zij zacht een dor cactusdoornen uit. Het paard
kromp ineen, maar bleef staan. Lucy was langzaam
voorzichtig, geduldig en handig. Do doornen zaten
los en konden makkelijk verwijderd worden. Einde
lijk had zij ze er alle uit en zij was daar bijna even
trotsch als blij om. Het paard had langzamerhand
zijn kop laten zakken, het was uitgeput en zijn geest
was gebrokon.
„Wat zal ik nu doen?" vroeg zij zich af. „Ik zal
het spoor der paarden in omgekeerde richting vol
gen. Zij kunnen hior niet lang geweest zijn vóór ik
ze zag. En de ruiter is misschien dicht bij. Zoo niet,
dan zal ik de paarden mee naar buis nemen i"
Zij liet do lus over den kop van den hengst glij
den, maar de hackamore zitten, waarna zij den 'asso
oprolde en om den zadelknop van den zwarte hing.
Dan nam zij den teugel.
„Kom mee", riep zij.
De zwarte volgde haar en de hengst, die nog aan
hem vast zat door den lasso, welken Lucy niet los
gemaakt had, liep met gebogen kop achter hem aan.
Lucy was in de wolkon. Maar Sage King beviel dat
alles heolemaal niet. Lucy moest den teugel loslaten
om den King te vangen en dan terugrijden om don
zwarte weer te leidon.
Wordt vervolgd.