Alicmti Kiuis-
Miirtiiiit- LnilniHil
Woensdag 23 Augustus 1922.
65ste Jaargang. No. 7082.
Uitgevers! N.V. v.h. TRAPMAN Co, Scliagen
Brieven uit Engeland.
Binnerüandsch Nieuws.
FEUILLETON.
DE WILDE JACHT
SGHAGER
cTfïïrr.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. BIJ inzending tot 's morgens 8 *ur, worden. Advor-
tentiön nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
P0STREKEN1N0 No. 23330. INT. TÊLEP no. 20
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN-
TIÖN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (hewijano.
inbegrepen). Grooto letters worden naar plaatsruimte berekend.
Het -w-vie, 19 Augustus 1922.
Men Zegt,
is het opschrift van één bladzijde in. het Engelsche
weekblaadje Home Chat. Altijd het laatste bladzij
de op één na, evenals de plaatjes van Dokter Leeuw
en zijn stoute leerlingen de kinderafdeeling
steeds precies in het midden zijn te vinden.
Wat men zegt? O, honderden dingen, waarvan ik
uit, verschillende llome ChatB van do laatste weken
hier eens een soort van bloemlezing zal geven.
Men zegt dat:
twee en dertig jaar geleden oen Afrikaansch op
perhoofd, genaamd Mandombi, in het Londensche
Ziekenhuis overleed aan slaapziekte. Hij was de
eerste, die aan deze ziekte in Engeland stierf.
Geheel uit eigen bewoging was hij naar Londen
gekomen, om zich, ter wille van zijn volk, aun
proefnemingen te onderwerpen. Drie maanden lang
werd, geregeld eenige keeren por dag, een droppel
bloed van hem genomen, om microscopisch onder
zocht te worden.
Het resultaat was, dat de patiënt stierf, doch de
oorzaak van de ziekte ontdekt werd. Het flinke
inenschlievende gedrag van Mandombi zal nu be
loond worden door het plaatsen van een gedenk
plaat met opschrift boven het bed, waarin het op
perhoofd twee en dertig jaar geloden stierf.
Men zegt dat:
de twee mooie koning cobra's, die do Prins van
Wales heeft meegebracht naar Engeland, juist zijn
begonnen te eten in den Londenschen Dierentuin.
Hun voedsel bestaat uit andere slangen. Jammer
voor' die andere slangen, dat dc koning cobra's nog
al hongerig ?ijn: ze eten minstens éénmaal in de
maand. Andere slangen, pythons, bijvoorbeeld, vas
ten een jaar of langer. De Londensche tuin heeft op
hot. oogenblik een exemplaar, dat al in tweo jaar
niets gebruikt heeft.
In het begin, toen de dierentuin nog maar kort be
stond, kwam een zending kostbare slangen aan,
waarvoor natuurlijk uitstekend gezorgd werd. Tot
groots ontsteltenis van de bewakers werd de verza
meling echter steeds kleiner, totdat eindelijk bleek,
dat een koning cobra zijn vriendjes oppeuzelde.
Hij had toen evemvel al voor 600 gulden in zijn ko
ninklijke maag.
Men zegt dat:
Mark Twain, de bekende Amerikaansche schrijver,
in 1907 Londen bezocht, waar hij aankwam op den
dag, waarop de gouden beker voor de Ascot-wed-
strijden werd gestolen. Zooals men weet, doen do
Engelsche bladen hun best door aanplakbiljetten
met. pakkende opschriften lezers te winnen. Eén
blad verscheen, mot hot volgende biljet:
Aankomst van Mark Twain.
Gouden Ascot-beker gestolen.
Niemand vermaakte zich meer over de eigenaardige
combinatie dan Mark Twain zelf.
Men zegt dat:
een kruier aan het station te Kingswear in De-
vonshire een halve kroon liet vallen, juist toen do
exprestrein naar Torquay het station verliet. Zoodra
de trein weg was, werd overal naar het geldstuk
gezocht, doch tevergeefs. Toch kreeg de kruier zijn
geld terug De trein reed naar Tocquay, vandaar
naar Newton Abbot en terug, eindelijk weer naar
Kingswear, waar men de halve kroon zag liggen op
de loopplank. Zouden de treinen in Holland ook zoo
weinig schokken?
Men zegt dat:
in Amerika alle mogelijke moeite wordt gedaan
om in deze slechte tijden de menschen in de schouw
burgen te krijgen. Doozen met bonbons worden ge
geven aan iedere dame, die komt in gezelschap van
een heer. Tweo plaatsen worden bij middagvoorstel
lingen gegeven voor den prijs van ééu. De eerste
tweehonderd, die plaatsen komen hespreken, krij
gen hun plaats voor niets. Ieder, die komt, krijgt
een genummerd kaartje. Gedurende de pauze wordt
op het tooneel een loterij gehouden, waarbij het
gaat om prijzen als: een var-ken, een zak aardappe
len, een vat meel.
.Men zeg.t dat:
een nieuw spelletje in Engeland bij tuinfeest is hot
volgende: alle dames staan met do hoeden af m
een rij, ieder voor een gesloten valies, en mer, oen
opgerolde parapluie in do hand. Op een gegeven too-
ken moeten de valiezen goipend worden en daaruit
worden genomen een hoed en een paar handschoe-
non. Do hoed moet worden opgezet en vastgespeld,
i de handschoenen moeten aangetrokken. Daarna
moet, de parapluie worden opgestoken en zoo snel
mogelijk geloopen worden naar een andere plaats,
waar hoed en handschoenen in het va'ies moeten
worden geborgen en de parapluie moet worden op
gerold. Ten slotte moet terug worden geloopen
naar bet uitgangspunt, waar de eerst aangekomene
als belooning voor haar vlugheid een doos chocola
de vindt.
Men zegt dat:
een getuige bij een rechtzaak gevraagd werd, of
hij ook broers of zusters had, waarop hij het volgen
de onverwachte antwoord gaf:
„Ik heb een broer gehad, maar die is honderd vijf
tig jaar geleden gestorven".
Hij legde daarop uit, dat zijn vader getrouwd
was op den leeftijd van een en twintig jaar, en een
zoon had gehad, die als klein kind was gestorven.
Later was zijn vader voor de tweede maal getrouwd,
toen hij 75 was. Getuige was een zoon uit dit huwe
lijk, en aangezien hij zelf reeds 95 jaren telde, bleek
het feit, dat zijn broer honderd vijftig jaar geleden
gestorven was, niet onmogelijk.
Men zegt dat:
Sir Harry Louder, oen Schot, zooals men weet,
onlangs op zijn reis door Australië, in een stadje
kwam, waar verscheidenen van degenen, aan wie
hij werd voorgesteld, Schotten waren. Hij maakte
hierover oen opmerking, toen hij in gesprek was
met den burgemeester, geen Schot, maar een Austra-
I liër. „Ja", zei de burgemeester, „dat is zoo, maar de
grootste beroerdigheid hier zijn de konijnen".
Men zegt dat:
een van de dingen, die tooneelspelers moeten leo-
ren. is hot op de juiste manier dragen van babies.
..Loop zacht, neem het kleedje van baby's gezicht
j wog, pas op baby's hoofdje houd het zacht maar
I stevig vast, enz." Dit is een heel belangrijk gedeel-
le van het werk van -den acteur. Als tijdens een
voorstelling babies verkeerd gedragen worden, ook
al zijn dat dan babios van papier maché, vergeten
I de meeste vrouwelijke toeschouwers het geheele
stuk en worden onrustig. Ze zouden niets liever
doen dan opstaan, naar het tooneel loopen en baby
overnemen van den onhandigen acteur.
Men zegt. dat:
een Canadeesch soldaat, die tijdens den oorlog
oenigen tijd in Guildford, niet vor van Londen, was
geweest,, zoo getroffen was door de knapheid en be
valligheid van de meisjes daar, dat hij onlangs uit
Amerika een brief schroef aan den burgemeoster
van Guildford, met verzoek, hem een exemplaar
toe te zenden: Leeftijd 20—25. Lengte ongevoor I M.
55. Beschaafd. Moet kunnen koken en voor oen
huishouding zorgen."
Men zegt dat:
een bloemenwinkel in Londen veel nieuwe kian-
ten gekregen heeft door het volgende opschrift op
een van de ramen: Gevraagd nog één klant.
Men zegt dat:
een schoolopziener bezig was in een leeg lokaal
o <>on school zi n rapport over die school samen te
stellen, waarbij hij zeer werd gehinderd door het
Hoe schooner het Is.
hoe sneller het geneest
Docr een 1 Jein vicrdje irv de
huid tpeden itaC en vufl binnen
eri verhinderen cfe genezing.
LIFEBUOY-ZEEP brenö! een \^kiadib
anüjepüaira ta de porifti van Uw huid
Door geregeld LIFEBUOY-ZEEP te
oebruüïen.vrapdl Uw huid en
frisch en absoluut rein
ÜFEEUOY HEALTH SOAP
0£LEVWWZES=fW
VLAAanvKsen
ïohr&antoi vsn
lux en Tw ink
lawaai in de klas naast hem. Eindelijk snelde hij m
drift de rumoerige klas in, greep den grootsten jon
gen bij zijn kraag en plakte hem bij zich neer op
een stoel, mot; de vreesolijkste bedreigingen, indien
hij het durfde wagen zijn mond open te doen. Daar
op ging hij door met zijn rapport. In de klas naast
hem was het nu stil. Na verloop van eenigen tijd
werd er geklopt, en een jongen kwam binnen.
„Wat wou je?" vroeg de schoolopziener.
..Ja. mijnheer, u heeft onzen meester", was het
antwoord.
Men zegtnog veel meer.
DE DERDE WETHOUDER TE VENLO.
Men schiijft'*aaii „De Tijd" uit Venïo.
De Mark daalt en daalt en voor een stad als Venlö, zoo
dicht bij de Duitsche grens, beleekent iedere daling een
scherpere en snijdender vorm van malaise.... Venlo leeft
grootendeels van den grocnte®cxport naar Duilschland
en hoe meer do Mark daalt, hoe kleiner het afzetgebied
in Duitschland zich inkrimpt De gardeniers en tuiners
beleven dan ook slechte tijden en voor velen van
onze werkzame tuinders is de toekomst dan ook zóó
somber, dat het faillissement voor de deur Slaat. De
salade kon men ais vrijwel waardeloos omspitten, het
uitsteken niet waard en de boonOn leveren nog niet
het pinkloon op. Ook in de industrie, vooral ook de
heelden-industrie, neemt dc werkloosheid steeds toe en
de winter nadert snel.
Do mark daalt en Zondags gaat men met den eersten
trein naar Keulen, komt des avonds weer terug en heeft
voor een paar centen veel vermaak gehadde koop-
lustigenstroom over de grens s.aat niet siii en mon zucnl
onder den drukkeuden belastingdruk. Veel veronlwaar .i
ging en algemeene ontevredenheid heeft dan ook in de
stad het bericht verwekt dat in .September a.s een derde
wethouder (en wel voor sociale aangelegenheden) zou
worden benoemd en men van plan is dezo uit de ar
beiders-raadsleden te nemen ©n dientengevolge het sa
laris 03 li zien Lijk te verhoogen. Nu men i® alle standen
der Venioschc bevolking den ondragelijken belastingdruk
zoo voelt kwellen, slaakt 'iedereen een kreet naar be
zuiniging.
Tot voor enkele jaren hadden de wethouders ieder
I 500, in 1916 is dit gebracht op f 800., in 1920 werd dit
salaris (legen den zin der twee niéuwe wethouders)
verdubbeld en gebracht op f 1600 en nu tracht men het
te brengen op f 3200 om zoodoende het mogelijk te
maken, dat een arbeider „wethouder" kan zijn?
De verontwaardiging is algemeen en uit zich iin vele
protesten in ingezonden stukken.
3200 Mark is moer dan genoeg, spotten sommigen.
Men is algemeen benieuwd of de kleine groep d'r zin
zal weten door te drijven.
En do mark daalt $n daalt
Niet gauw zal ik het gezicht van den Duitschen Pater
vergeten die zich in Steijl liet overzetten door de®
veerman en betaalde met een biljet van 1000 Kronen.
Op de vraag van den veerman ol hij Ui>g terug kwam
en weer de Maas over moest, antwoordde do Woeusche
Pater: „Jae".
„O, dan is hot zoo procies goed," zei de veerman
en slak het biljet in zijn vestzakje.
Overal driDgt de mark doon...
In de kerk staat een offerblok waarin beleefd om
marken wordt gevraagd voor het koopen van een altaar
in Duitschland.
En Venlo, dat den markendruk voelt als loode®
en allen handel' verstikkende®, Jast, I vraagt om geen
derden wethouder, wijl 3200 mark salaris in deze tijden
nog te veel zou zijn
vöw fnark daalt en daalt 'en.zakt steeds dieper af
naar kroon en roebel.
En dan?
WONINGBOUW.
Bij min. beschikking is gezien de K. B. van onder
scheidene dagteekeningen e® nummers tot toekenning
ingevolge de bepalingen der W|0®i®gwet, van voor
schol ten uit 's Rijks kas ten behoeve van den bouw,
hetzij van gemeentewege, hetzij door eene ingevolge de
Woningwet toegelaten woningcorporatie, van arbeiders
woningen, alsmede van buitengewone jaarlijksche bijdra
gen in de betaling van de ter zake va®, de toegekende
voorschotten verschuldigde annuïteiten, onder bepaling,
dat uiterlijk na het einde van het exploitatiejaar 1921 in
nadere overweging zal worden genomen of deze bijdragen
opnieuw zullen worden verleend, hetzij' tót dezelfde, hetzij
tot verminderde bedragen, dan wel diene®, te vervallen;
gelet op de bepalingen der Woningwet e® op die van hei
Woningbesluit bepaald, dat de bij de bedoelde K. B.
toegekende bedragen tot dezelfde maximum bedragen ook
na liet einde va® het exploitatiejaar 1921 aan de belang
hebbende gemeenten worden toegekend, met bepaling, dat
de ministers van Arbeid en van Financiën telken jare
in verband met de uitkomsten van de exploitatie der met
de voorschotten gebouwde woningen zullen nagaan óf,
en, zoo ja, in hoeverre hare handhaving noodig is,
en o®dor voorwaarde, dat 'de gemeenten, indien de bij
drage is verstrekt ten behoeve van de exploitatie van een
door een toegelaten woninglichaam gesticht complex,
aan dlie corporaties zullen verleene® bijdrage® op dep
voet van hetgeen te dien aanzie® voor elke gemeente in
het desbetreffende K. B. is bepaald. „SL:Gt."
DE KONINGIN NAAR AMERIKA?
De „Chicago- Tribune" (Parijsche editie) verneemt
uit Den Haag dat Ds. Charles S. Mc. Farland, verte
genwoordigend de Federale raad van de Kerken in
Christus in Amerika, door Koningin Wilhelrnina op
liet Loo is ontvangen, ten einde als afgevaardigde
van hot Hugenoten-comité, dat gevormd is ter her
denking in 192>t van de stichting van New York en
de centrale Amerikaansche staten door de Walen
naar het Amerikaansch door ZANE GREY,
Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr.
19.
Op dat oogenblik kwam echter Slone met Wildfire
terug. De hengst schitterde als een vlam in het zon
licht. Zijn angst voor en haat tegen Slo®e verrieden
zich in de wijze, waarop hij gehoorzaamde. Slone had
hem gevangen en moest altijd de macht over hem
houden. Van het eerste oogenblik af was het een gevecht
tusschen man en dier geweest en Lucy geloofde, dat
liet altijd zoo blijven zou.
Maar Wildfire "werd een heel ander paard, wannee®
hij Lucy zag. lederen dag ging Slone, naar het schee®.,
meer van hem houden en deed hij meer zijn best om iela
te winnen van wat Wildfire bij het zie® van Lucy
toonde. Toch was Slone trotsch op Lucy's macht over
hei paard. Hij was er even vurig op gesteld de groote
race te winnen als Lucy. In de® beginne had zij Wildfire
zonder zadel gereden; later hadden zij' hem aan ee®
zadel gewend.
Dat trainen van Wildfire was een ennstige qruacslie
en Slone had ten opzichte daarvan bijzondere ideeën.
Lucy reed hem den pas op en neer, tot hij warm was.
Dan sprong Slone op Sarchedon- Wildfire stuioof e®
toonde altijd vechtlust bij het zien van den Ki®g of
mgger, en de hengst Sarchedon maakte hem woedend
omdat Sarchedon ook vechtlust toonde. Sdone reed dan
voor Lucy uit èn zij hielden een wedren door de®
langen pas. De baan was hard gepakt zand. Hoe sinel
Sarchedon en welk een wcergeloos ruiter Slone ook
was, toch was de race al bijna aqjeioopen., voor hij begon.
Wildfire liep inderdaad als vuur voorden wind. Hij
wilde galoppeeren cn het andere paard maakte hem
woest. Als een klit hing Lucy Laag over zijn nek; zij
maakte als het ware een deel van het paard uit ea
zoo licht was zij, dat hij niet geweten zou hebben, dat
hij haar droeg, als zij hem niet telkons iets in zijn oore®
geroepen had. Lucy gebruikte nooit sporen met hem.
Dien dag liep zij vlug van Slone weg en toe® zij
aan het einde von de baan va® tweo mïil was, ree®
zij in een kalm gangetje met Wildfire terug. Slone voegde
Zich bjj haar en weldra waren zij in het kamp.
Lucy steeg niet af. Zij was als in een soort geestver
voering. Iedere race wond haar steeds meer op. Zij had
een vurige® blos, was buiten adem en haar hare® wap
perden. En zij lag op WüdfLre's nek en liefkoosde e®
streelde hem.
Slone steeg ai, bracht Sarchedon op een grasrijk
plekje en ging din n »ar de plaats, waar Lucy WiklErtf
nog stecos streelde. Hij bleef een oogenblik staa® om
j naar haar te kijken, maar toen zij hem zag, ging hij
verder naar haar toe.
i ,.Je vloog als een kogel langs mij heen," zeide hij.
,Ja hè, wat kan hij loopen" prevelde zij.
,^Zou hij den King vandaag kun®en slaan?"
„Ja, vandaag zou hij het kunnen- Dat weet ik. O, ik
word zoo zoo opgewonden. Ik ik stel me zoo
aan met hem. Maar het is ook zoo heerlijk hem te
rijden, Lin."
„En jij kan hem rijden. Ik kan nergens een fout zien
in hem niet en niet i®. de manier, waarop je hejm
berijdt. Hij breekt nooit uit. Hij wordt dol woest
maar toch wil hij jouw zin doen. Lucy, ik heb nooit iets
'dergelijks gezien. Jij en Wildfire zijn één- Je ka® niet.
geslagen worden."
„Rijd ik hem goed?" vroeg zij zacht.
I ,.'lk zou hem nooit zoo kunnen rijde®."
„O Lin, dat zeg je alleen maar om me een compli
mentje te maken- Van zou tegen jou niet kunne®
rijden."
„Dat laat me koud, Lucy. Jij hebt dat paard prachtig
gereden. Ik heb je fouten zien maken op den King, op
ie mus langs cn op Sarchedon. Maar op Wildfire, daar
ben je als het ware mee samengegroeid."
I „Wat zal vader wel zeggen? En Farlane en Hol]cv
'en. Van? O, ik zal Van overwinnen," zeide Lucy. „Ik
verlang er al zoo naar Wildfire even Vóór het begin dei.
races voor te rijden voor alle Indianen, ranchers, en
pikeura. Wat zullen ze slaan kijken."
;JNeen, Lucy. Het 'beste is ze allemaal te verrassen-
i Schrijf in voor de races, maar Iaat hem niet zien vóór
alle ruiters aan den start zijn.
„Ja, dat zal het beste zijnEn Lin, vijf dagen ®og
maar vijf dagen!"
Haar woorden deden Slone nadenken en Lucy,
die dat zag, peinsde op haar beurt ook.
„Zeker vijf dagen nog maar", herhaalde Slo
ne langzaam.
Zijn toon overtuigde Lucy, dat hij weer wilde spre
ken, zooals hij eens te voren gesproken had, de eeni
ge woordenwisseling, die zij ooit gehad hadden, ver
haastend.
„Weet iemand op BostiTs Ford, dlat jij mij hior
ontmoet?" vroeg hij plotseling.
„Alleen tante. Ik heb het haar een paar dagen
geleden gezegd. Zij had mij nagegaan. Zij vermoed
de iets. En daarom heb ik het haar verteld".
„Wat heeft zij gezegd?" vroeg Slone nieuwsgierig.
„Zij was dol. Zij heeft me uitgescholden. Zij zei
de Maar ik heb haar laten beloven, hot niet ver
der te vertellen."
„Ik wil weten, wat zij gezegd hoeft", zeide hij
j vastberaden.
Lucy kreeg een kleur en zoowel het besef van
I verlegenheid als Slone's toon maakten haar half
hoos.
„Zij zeide, dat het, wanneer zij me daar zagen,
een heel geklets op Bostil's Ford zou geven. En zij
zeide ook, dat ik nu een volwassen, meisje benO,
zij ging- te keerlBostil zou je waarschijnlijk
doodschieten. En als hij hot niet deed, zouden de
pikeurs het. doenO, Lin, het was belachelijk,
zooals ze uitpakte."
„Dat vind ik niet", antwoordde Slone. .„Ik ben
bang, dat ik er verkeerd aan gedaan heb, je hier te
laten komenMaar ik heb er niet bij gedacht. Ik
ben niet. gewoon om met meisjes om te gaan. Ik zal
- ik zal mijn verdiende loon krijgen, omdat ik je
hier heb laten komen".
„Dat is mijn zaak", zeide Lucy levendig. „En ik
geloof, dat zij or beter aan zullen doen, je met rust
te laten".
Slone schudde droefgeestig zijn hoofd. Hij had
een van die sombere buien, welke Lucy niet kon
uitstaan. Toch voelde zij haar polsen hameren
„Lucy, er zal geen twijfel zijn omtrent mijn be
doelingen wanneer ik Bo-stil ontmoet", zeide Slone
I „Wat. bedoel je?" Lucy rilde oven.
I Er was iets waardigs over Slone, dat zij nooit ge-
kend had. „Ik zal hem vragen mij mot jou te la-
ien trouwen".
I Lucy keek hem verbijsterd aan. Slone leek volko
men ernstige
„Onzin 1" riep zij kortaf uit.
„De mogelijkheid is het misschien wel", antwoord
de hij bitter, „maar mijn motief niet".
„Dat is het wel. Je kunt me maar een paar da
genDat zou woest zijn. Hoogstwaarschijnlijk
zou hij je doodslaan.... Denk er om, Lin, vader is
vrij ruw. En juist nu de races naderen.... En
als Wildfire den King slaat!
„Wanneer Wildfire den King slaat, niet a 1 s",
verbeterde Slone.
„Zal vader woest zijn", waarschuwde Lucy.'
„Vraa.g het hem als het' je blieft niet. Dan zou ieder-1
een weten, dat ik ik jou jou"
„Dat is het juist. Ik wil, dat iedereen het weet
bij jullie."
„Maar het is een klein plaatsje", zeide Lucy. I
.Iedereen kent mij. Ik ben het eenige jonge meisje. I
Er zijn andere kerels geweest, dieEn o, ik wil
niet, dat je uitgelachen wordt."
„Waarom niet?" vroeg hij.
Lucy keerde zich om zonder te antwoorden. Iets
diep in haar ziel kalmeerde haar woede. Zij moest
vechten om baas te blijven; en dat was makkelijk
genoog, dacht zij, als zij slechts steeds aan Slone's
verzet, tegen haar denken kon. Vreemd genoeg kwam
zij nu tot de ontdekking, dat zij het altijd prettig
gevonden had te zien, dat. hij door haar wil be
heer scht werd.
„Misschien begrijp je me verkeerd", begon hij
dan. En zijn stem klonk onvast. „Ik vergeet niet,
dat, ik maar een schooierige pikeur ben. Ik zou
heel erna al niet naar het Ford hebben kunnen gaan
ik was zoo'n landlooper
„Praat niet zoo!" riep Lucy ongeduldig uit.
„Luister", ging hij voort. „Dat ik Bostil om je
hand vraag bct-eekent niet,, dat ik eenige hoop heb„.
Ik wil alleen maar, -dat hij en iedereen weet, dat ik
je gevraagd heb".
„Maar vader en iedereen zullen denken, dat jij
denkt, dat er een roden is, waarom je me het moet
vragen", barstte Lucy met eer diepen blos uit.
„Natuurlijk!"
„Maar er is geen reden. Neenl Geen enkele reden
onder de zon", antwoordde Lucy heftig. „Ik heb je
hier gevonden. Ik heb je een kleinen dienst bewe
zen. We hebben een plan gomaakt Wildfire te trai
nen. En ik her» hier gekomen om hem te rijden
Dat is alles!"
Slone's donkere, vaste blik verbijsterde Lucy.
„Maar niemand kent me en we zijn heimelijk alleen
geweest."
„Dat. is niet heelemaal waar. Ik ik heb het
aan tante verield'aarzelde Lucy.
„Ja, een paar dagen geleden pas."
„Lin Sloné, ik zal het je nooit vergeven, als je
aan Dad vraagt,' zeide Lucy met verrassende kracht
„Zoo belangrijk is het niet."
„O dus je geeft er niet om." Lucy voelde zich
in een stemming, die zij zelf niet begreep. Haar
bloed klopte in haar slapen. Zij wilde woest zijn op
Slone, maar zij kon het toch niet goed. Hij had iets
over zich, waardoor zij zich kloin en zelfzuchtig
voelde. Slone had haar trots gekwetst. Maar waar
zij hang voor was en wat zij niet begrijpen kon,
was het vreemdo geluk, dat Slone's woorden in haar
wekte. Zij trachtte haar aandoennigen te bo^
heerschen, zoodat zij zou kunnen nadenken.
Wordt vervolgd.