Alicmti Kiuis- Miirtiiiit- LnilniHil Woensdag 23 Augustus 1922. 65ste Jaargang. No. 7082. Uitgevers! N.V. v.h. TRAPMAN Co, Scliagen Brieven uit Engeland. Binnerüandsch Nieuws. FEUILLETON. DE WILDE JACHT SGHAGER cTfïïrr. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. BIJ inzending tot 's morgens 8 *ur, worden. Advor- tentiön nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. P0STREKEN1N0 No. 23330. INT. TÊLEP no. 20 Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN- TIÖN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (hewijano. inbegrepen). Grooto letters worden naar plaatsruimte berekend. Het -w-vie, 19 Augustus 1922. Men Zegt, is het opschrift van één bladzijde in. het Engelsche weekblaadje Home Chat. Altijd het laatste bladzij de op één na, evenals de plaatjes van Dokter Leeuw en zijn stoute leerlingen de kinderafdeeling steeds precies in het midden zijn te vinden. Wat men zegt? O, honderden dingen, waarvan ik uit, verschillende llome ChatB van do laatste weken hier eens een soort van bloemlezing zal geven. Men zegt dat: twee en dertig jaar geleden oen Afrikaansch op perhoofd, genaamd Mandombi, in het Londensche Ziekenhuis overleed aan slaapziekte. Hij was de eerste, die aan deze ziekte in Engeland stierf. Geheel uit eigen bewoging was hij naar Londen gekomen, om zich, ter wille van zijn volk, aun proefnemingen te onderwerpen. Drie maanden lang werd, geregeld eenige keeren por dag, een droppel bloed van hem genomen, om microscopisch onder zocht te worden. Het resultaat was, dat de patiënt stierf, doch de oorzaak van de ziekte ontdekt werd. Het flinke inenschlievende gedrag van Mandombi zal nu be loond worden door het plaatsen van een gedenk plaat met opschrift boven het bed, waarin het op perhoofd twee en dertig jaar geloden stierf. Men zegt dat: de twee mooie koning cobra's, die do Prins van Wales heeft meegebracht naar Engeland, juist zijn begonnen te eten in den Londenschen Dierentuin. Hun voedsel bestaat uit andere slangen. Jammer voor' die andere slangen, dat dc koning cobra's nog al hongerig ?ijn: ze eten minstens éénmaal in de maand. Andere slangen, pythons, bijvoorbeeld, vas ten een jaar of langer. De Londensche tuin heeft op hot. oogenblik een exemplaar, dat al in tweo jaar niets gebruikt heeft. In het begin, toen de dierentuin nog maar kort be stond, kwam een zending kostbare slangen aan, waarvoor natuurlijk uitstekend gezorgd werd. Tot groots ontsteltenis van de bewakers werd de verza meling echter steeds kleiner, totdat eindelijk bleek, dat een koning cobra zijn vriendjes oppeuzelde. Hij had toen evemvel al voor 600 gulden in zijn ko ninklijke maag. Men zegt dat: Mark Twain, de bekende Amerikaansche schrijver, in 1907 Londen bezocht, waar hij aankwam op den dag, waarop de gouden beker voor de Ascot-wed- strijden werd gestolen. Zooals men weet, doen do Engelsche bladen hun best door aanplakbiljetten met. pakkende opschriften lezers te winnen. Eén blad verscheen, mot hot volgende biljet: Aankomst van Mark Twain. Gouden Ascot-beker gestolen. Niemand vermaakte zich meer over de eigenaardige combinatie dan Mark Twain zelf. Men zegt dat: een kruier aan het station te Kingswear in De- vonshire een halve kroon liet vallen, juist toen do exprestrein naar Torquay het station verliet. Zoodra de trein weg was, werd overal naar het geldstuk gezocht, doch tevergeefs. Toch kreeg de kruier zijn geld terug De trein reed naar Tocquay, vandaar naar Newton Abbot en terug, eindelijk weer naar Kingswear, waar men de halve kroon zag liggen op de loopplank. Zouden de treinen in Holland ook zoo weinig schokken? Men zegt dat: in Amerika alle mogelijke moeite wordt gedaan om in deze slechte tijden de menschen in de schouw burgen te krijgen. Doozen met bonbons worden ge geven aan iedere dame, die komt in gezelschap van een heer. Tweo plaatsen worden bij middagvoorstel lingen gegeven voor den prijs van ééu. De eerste tweehonderd, die plaatsen komen hespreken, krij gen hun plaats voor niets. Ieder, die komt, krijgt een genummerd kaartje. Gedurende de pauze wordt op het tooneel een loterij gehouden, waarbij het gaat om prijzen als: een var-ken, een zak aardappe len, een vat meel. .Men zeg.t dat: een nieuw spelletje in Engeland bij tuinfeest is hot volgende: alle dames staan met do hoeden af m een rij, ieder voor een gesloten valies, en mer, oen opgerolde parapluie in do hand. Op een gegeven too- ken moeten de valiezen goipend worden en daaruit worden genomen een hoed en een paar handschoe- non. Do hoed moet worden opgezet en vastgespeld, i de handschoenen moeten aangetrokken. Daarna moet, de parapluie worden opgestoken en zoo snel mogelijk geloopen worden naar een andere plaats, waar hoed en handschoenen in het va'ies moeten worden geborgen en de parapluie moet worden op gerold. Ten slotte moet terug worden geloopen naar bet uitgangspunt, waar de eerst aangekomene als belooning voor haar vlugheid een doos chocola de vindt. Men zegt dat: een getuige bij een rechtzaak gevraagd werd, of hij ook broers of zusters had, waarop hij het volgen de onverwachte antwoord gaf: „Ik heb een broer gehad, maar die is honderd vijf tig jaar geleden gestorven". Hij legde daarop uit, dat zijn vader getrouwd was op den leeftijd van een en twintig jaar, en een zoon had gehad, die als klein kind was gestorven. Later was zijn vader voor de tweede maal getrouwd, toen hij 75 was. Getuige was een zoon uit dit huwe lijk, en aangezien hij zelf reeds 95 jaren telde, bleek het feit, dat zijn broer honderd vijftig jaar geleden gestorven was, niet onmogelijk. Men zegt dat: Sir Harry Louder, oen Schot, zooals men weet, onlangs op zijn reis door Australië, in een stadje kwam, waar verscheidenen van degenen, aan wie hij werd voorgesteld, Schotten waren. Hij maakte hierover oen opmerking, toen hij in gesprek was met den burgemeester, geen Schot, maar een Austra- I liër. „Ja", zei de burgemeester, „dat is zoo, maar de grootste beroerdigheid hier zijn de konijnen". Men zegt dat: een van de dingen, die tooneelspelers moeten leo- ren. is hot op de juiste manier dragen van babies. ..Loop zacht, neem het kleedje van baby's gezicht j wog, pas op baby's hoofdje houd het zacht maar I stevig vast, enz." Dit is een heel belangrijk gedeel- le van het werk van -den acteur. Als tijdens een voorstelling babies verkeerd gedragen worden, ook al zijn dat dan babios van papier maché, vergeten I de meeste vrouwelijke toeschouwers het geheele stuk en worden onrustig. Ze zouden niets liever doen dan opstaan, naar het tooneel loopen en baby overnemen van den onhandigen acteur. Men zegt. dat: een Canadeesch soldaat, die tijdens den oorlog oenigen tijd in Guildford, niet vor van Londen, was geweest,, zoo getroffen was door de knapheid en be valligheid van de meisjes daar, dat hij onlangs uit Amerika een brief schroef aan den burgemeoster van Guildford, met verzoek, hem een exemplaar toe te zenden: Leeftijd 20—25. Lengte ongevoor I M. 55. Beschaafd. Moet kunnen koken en voor oen huishouding zorgen." Men zegt dat: een bloemenwinkel in Londen veel nieuwe kian- ten gekregen heeft door het volgende opschrift op een van de ramen: Gevraagd nog één klant. Men zegt dat: een schoolopziener bezig was in een leeg lokaal o <>on school zi n rapport over die school samen te stellen, waarbij hij zeer werd gehinderd door het Hoe schooner het Is. hoe sneller het geneest Docr een 1 Jein vicrdje irv de huid tpeden itaC en vufl binnen eri verhinderen cfe genezing. LIFEBUOY-ZEEP brenö! een \^kiadib anüjepüaira ta de porifti van Uw huid Door geregeld LIFEBUOY-ZEEP te oebruüïen.vrapdl Uw huid en frisch en absoluut rein ÜFEEUOY HEALTH SOAP 0£LEVWWZES=fW VLAAanvKsen ïohr&antoi vsn lux en Tw ink lawaai in de klas naast hem. Eindelijk snelde hij m drift de rumoerige klas in, greep den grootsten jon gen bij zijn kraag en plakte hem bij zich neer op een stoel, mot; de vreesolijkste bedreigingen, indien hij het durfde wagen zijn mond open te doen. Daar op ging hij door met zijn rapport. In de klas naast hem was het nu stil. Na verloop van eenigen tijd werd er geklopt, en een jongen kwam binnen. „Wat wou je?" vroeg de schoolopziener. ..Ja. mijnheer, u heeft onzen meester", was het antwoord. Men zegtnog veel meer. DE DERDE WETHOUDER TE VENLO. Men schiijft'*aaii „De Tijd" uit Venïo. De Mark daalt en daalt en voor een stad als Venlö, zoo dicht bij de Duitsche grens, beleekent iedere daling een scherpere en snijdender vorm van malaise.... Venlo leeft grootendeels van den grocnte®cxport naar Duilschland en hoe meer do Mark daalt, hoe kleiner het afzetgebied in Duitschland zich inkrimpt De gardeniers en tuiners beleven dan ook slechte tijden en voor velen van onze werkzame tuinders is de toekomst dan ook zóó somber, dat het faillissement voor de deur Slaat. De salade kon men ais vrijwel waardeloos omspitten, het uitsteken niet waard en de boonOn leveren nog niet het pinkloon op. Ook in de industrie, vooral ook de heelden-industrie, neemt dc werkloosheid steeds toe en de winter nadert snel. Do mark daalt en Zondags gaat men met den eersten trein naar Keulen, komt des avonds weer terug en heeft voor een paar centen veel vermaak gehadde koop- lustigenstroom over de grens s.aat niet siii en mon zucnl onder den drukkeuden belastingdruk. Veel veronlwaar .i ging en algemeene ontevredenheid heeft dan ook in de stad het bericht verwekt dat in .September a.s een derde wethouder (en wel voor sociale aangelegenheden) zou worden benoemd en men van plan is dezo uit de ar beiders-raadsleden te nemen ©n dientengevolge het sa laris 03 li zien Lijk te verhoogen. Nu men i® alle standen der Venioschc bevolking den ondragelijken belastingdruk zoo voelt kwellen, slaakt 'iedereen een kreet naar be zuiniging. Tot voor enkele jaren hadden de wethouders ieder I 500, in 1916 is dit gebracht op f 800., in 1920 werd dit salaris (legen den zin der twee niéuwe wethouders) verdubbeld en gebracht op f 1600 en nu tracht men het te brengen op f 3200 om zoodoende het mogelijk te maken, dat een arbeider „wethouder" kan zijn? De verontwaardiging is algemeen en uit zich iin vele protesten in ingezonden stukken. 3200 Mark is moer dan genoeg, spotten sommigen. Men is algemeen benieuwd of de kleine groep d'r zin zal weten door te drijven. En do mark daalt $n daalt Niet gauw zal ik het gezicht van den Duitschen Pater vergeten die zich in Steijl liet overzetten door de® veerman en betaalde met een biljet van 1000 Kronen. Op de vraag van den veerman ol hij Ui>g terug kwam en weer de Maas over moest, antwoordde do Woeusche Pater: „Jae". „O, dan is hot zoo procies goed," zei de veerman en slak het biljet in zijn vestzakje. Overal driDgt de mark doon... In de kerk staat een offerblok waarin beleefd om marken wordt gevraagd voor het koopen van een altaar in Duitschland. En Venlo, dat den markendruk voelt als loode® en allen handel' verstikkende®, Jast, I vraagt om geen derden wethouder, wijl 3200 mark salaris in deze tijden nog te veel zou zijn vöw fnark daalt en daalt 'en.zakt steeds dieper af naar kroon en roebel. En dan? WONINGBOUW. Bij min. beschikking is gezien de K. B. van onder scheidene dagteekeningen e® nummers tot toekenning ingevolge de bepalingen der W|0®i®gwet, van voor schol ten uit 's Rijks kas ten behoeve van den bouw, hetzij van gemeentewege, hetzij door eene ingevolge de Woningwet toegelaten woningcorporatie, van arbeiders woningen, alsmede van buitengewone jaarlijksche bijdra gen in de betaling van de ter zake va®, de toegekende voorschotten verschuldigde annuïteiten, onder bepaling, dat uiterlijk na het einde van het exploitatiejaar 1921 in nadere overweging zal worden genomen of deze bijdragen opnieuw zullen worden verleend, hetzij' tót dezelfde, hetzij tot verminderde bedragen, dan wel diene®, te vervallen; gelet op de bepalingen der Woningwet e® op die van hei Woningbesluit bepaald, dat de bij de bedoelde K. B. toegekende bedragen tot dezelfde maximum bedragen ook na liet einde va® het exploitatiejaar 1921 aan de belang hebbende gemeenten worden toegekend, met bepaling, dat de ministers van Arbeid en van Financiën telken jare in verband met de uitkomsten van de exploitatie der met de voorschotten gebouwde woningen zullen nagaan óf, en, zoo ja, in hoeverre hare handhaving noodig is, en o®dor voorwaarde, dat 'de gemeenten, indien de bij drage is verstrekt ten behoeve van de exploitatie van een door een toegelaten woninglichaam gesticht complex, aan dlie corporaties zullen verleene® bijdrage® op dep voet van hetgeen te dien aanzie® voor elke gemeente in het desbetreffende K. B. is bepaald. „SL:Gt." DE KONINGIN NAAR AMERIKA? De „Chicago- Tribune" (Parijsche editie) verneemt uit Den Haag dat Ds. Charles S. Mc. Farland, verte genwoordigend de Federale raad van de Kerken in Christus in Amerika, door Koningin Wilhelrnina op liet Loo is ontvangen, ten einde als afgevaardigde van hot Hugenoten-comité, dat gevormd is ter her denking in 192>t van de stichting van New York en de centrale Amerikaansche staten door de Walen naar het Amerikaansch door ZANE GREY, Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr. 19. Op dat oogenblik kwam echter Slone met Wildfire terug. De hengst schitterde als een vlam in het zon licht. Zijn angst voor en haat tegen Slo®e verrieden zich in de wijze, waarop hij gehoorzaamde. Slone had hem gevangen en moest altijd de macht over hem houden. Van het eerste oogenblik af was het een gevecht tusschen man en dier geweest en Lucy geloofde, dat liet altijd zoo blijven zou. Maar Wildfire "werd een heel ander paard, wannee® hij Lucy zag. lederen dag ging Slone, naar het schee®., meer van hem houden en deed hij meer zijn best om iela te winnen van wat Wildfire bij het zie® van Lucy toonde. Toch was Slone trotsch op Lucy's macht over hei paard. Hij was er even vurig op gesteld de groote race te winnen als Lucy. In de® beginne had zij Wildfire zonder zadel gereden; later hadden zij' hem aan ee® zadel gewend. Dat trainen van Wildfire was een ennstige qruacslie en Slone had ten opzichte daarvan bijzondere ideeën. Lucy reed hem den pas op en neer, tot hij warm was. Dan sprong Slone op Sarchedon- Wildfire stuioof e® toonde altijd vechtlust bij het zien van den Ki®g of mgger, en de hengst Sarchedon maakte hem woedend omdat Sarchedon ook vechtlust toonde. Sdone reed dan voor Lucy uit èn zij hielden een wedren door de® langen pas. De baan was hard gepakt zand. Hoe sinel Sarchedon en welk een wcergeloos ruiter Slone ook was, toch was de race al bijna aqjeioopen., voor hij begon. Wildfire liep inderdaad als vuur voorden wind. Hij wilde galoppeeren cn het andere paard maakte hem woest. Als een klit hing Lucy Laag over zijn nek; zij maakte als het ware een deel van het paard uit ea zoo licht was zij, dat hij niet geweten zou hebben, dat hij haar droeg, als zij hem niet telkons iets in zijn oore® geroepen had. Lucy gebruikte nooit sporen met hem. Dien dag liep zij vlug van Slone weg en toe® zij aan het einde von de baan va® tweo mïil was, ree® zij in een kalm gangetje met Wildfire terug. Slone voegde Zich bjj haar en weldra waren zij in het kamp. Lucy steeg niet af. Zij was als in een soort geestver voering. Iedere race wond haar steeds meer op. Zij had een vurige® blos, was buiten adem en haar hare® wap perden. En zij lag op WüdfLre's nek en liefkoosde e® streelde hem. Slone steeg ai, bracht Sarchedon op een grasrijk plekje en ging din n »ar de plaats, waar Lucy WiklErtf nog stecos streelde. Hij bleef een oogenblik staa® om j naar haar te kijken, maar toen zij hem zag, ging hij verder naar haar toe. i ,.Je vloog als een kogel langs mij heen," zeide hij. ,Ja hè, wat kan hij loopen" prevelde zij. ,^Zou hij den King vandaag kun®en slaan?" „Ja, vandaag zou hij het kunnen- Dat weet ik. O, ik word zoo zoo opgewonden. Ik ik stel me zoo aan met hem. Maar het is ook zoo heerlijk hem te rijden, Lin." „En jij kan hem rijden. Ik kan nergens een fout zien in hem niet en niet i®. de manier, waarop je hejm berijdt. Hij breekt nooit uit. Hij wordt dol woest maar toch wil hij jouw zin doen. Lucy, ik heb nooit iets 'dergelijks gezien. Jij en Wildfire zijn één- Je ka® niet. geslagen worden." „Rijd ik hem goed?" vroeg zij zacht. I ,.'lk zou hem nooit zoo kunnen rijde®." „O Lin, dat zeg je alleen maar om me een compli mentje te maken- Van zou tegen jou niet kunne® rijden." „Dat laat me koud, Lucy. Jij hebt dat paard prachtig gereden. Ik heb je fouten zien maken op den King, op ie mus langs cn op Sarchedon. Maar op Wildfire, daar ben je als het ware mee samengegroeid." I „Wat zal vader wel zeggen? En Farlane en Hol]cv 'en. Van? O, ik zal Van overwinnen," zeide Lucy. „Ik verlang er al zoo naar Wildfire even Vóór het begin dei. races voor te rijden voor alle Indianen, ranchers, en pikeura. Wat zullen ze slaan kijken." ;JNeen, Lucy. Het 'beste is ze allemaal te verrassen- i Schrijf in voor de races, maar Iaat hem niet zien vóór alle ruiters aan den start zijn. „Ja, dat zal het beste zijnEn Lin, vijf dagen ®og maar vijf dagen!" Haar woorden deden Slone nadenken en Lucy, die dat zag, peinsde op haar beurt ook. „Zeker vijf dagen nog maar", herhaalde Slo ne langzaam. Zijn toon overtuigde Lucy, dat hij weer wilde spre ken, zooals hij eens te voren gesproken had, de eeni ge woordenwisseling, die zij ooit gehad hadden, ver haastend. „Weet iemand op BostiTs Ford, dlat jij mij hior ontmoet?" vroeg hij plotseling. „Alleen tante. Ik heb het haar een paar dagen geleden gezegd. Zij had mij nagegaan. Zij vermoed de iets. En daarom heb ik het haar verteld". „Wat heeft zij gezegd?" vroeg Slone nieuwsgierig. „Zij was dol. Zij heeft me uitgescholden. Zij zei de Maar ik heb haar laten beloven, hot niet ver der te vertellen." „Ik wil weten, wat zij gezegd hoeft", zeide hij j vastberaden. Lucy kreeg een kleur en zoowel het besef van I verlegenheid als Slone's toon maakten haar half hoos. „Zij zeide, dat het, wanneer zij me daar zagen, een heel geklets op Bostil's Ford zou geven. En zij zeide ook, dat ik nu een volwassen, meisje benO, zij ging- te keerlBostil zou je waarschijnlijk doodschieten. En als hij hot niet deed, zouden de pikeurs het. doenO, Lin, het was belachelijk, zooals ze uitpakte." „Dat vind ik niet", antwoordde Slone. .„Ik ben bang, dat ik er verkeerd aan gedaan heb, je hier te laten komenMaar ik heb er niet bij gedacht. Ik ben niet. gewoon om met meisjes om te gaan. Ik zal - ik zal mijn verdiende loon krijgen, omdat ik je hier heb laten komen". „Dat is mijn zaak", zeide Lucy levendig. „En ik geloof, dat zij or beter aan zullen doen, je met rust te laten". Slone schudde droefgeestig zijn hoofd. Hij had een van die sombere buien, welke Lucy niet kon uitstaan. Toch voelde zij haar polsen hameren „Lucy, er zal geen twijfel zijn omtrent mijn be doelingen wanneer ik Bo-stil ontmoet", zeide Slone I „Wat. bedoel je?" Lucy rilde oven. I Er was iets waardigs over Slone, dat zij nooit ge- kend had. „Ik zal hem vragen mij mot jou te la- ien trouwen". I Lucy keek hem verbijsterd aan. Slone leek volko men ernstige „Onzin 1" riep zij kortaf uit. „De mogelijkheid is het misschien wel", antwoord de hij bitter, „maar mijn motief niet". „Dat is het wel. Je kunt me maar een paar da genDat zou woest zijn. Hoogstwaarschijnlijk zou hij je doodslaan.... Denk er om, Lin, vader is vrij ruw. En juist nu de races naderen.... En als Wildfire den King slaat! „Wanneer Wildfire den King slaat, niet a 1 s", verbeterde Slone. „Zal vader woest zijn", waarschuwde Lucy.' „Vraa.g het hem als het' je blieft niet. Dan zou ieder-1 een weten, dat ik ik jou jou" „Dat is het juist. Ik wil, dat iedereen het weet bij jullie." „Maar het is een klein plaatsje", zeide Lucy. I .Iedereen kent mij. Ik ben het eenige jonge meisje. I Er zijn andere kerels geweest, dieEn o, ik wil niet, dat je uitgelachen wordt." „Waarom niet?" vroeg hij. Lucy keerde zich om zonder te antwoorden. Iets diep in haar ziel kalmeerde haar woede. Zij moest vechten om baas te blijven; en dat was makkelijk genoog, dacht zij, als zij slechts steeds aan Slone's verzet, tegen haar denken kon. Vreemd genoeg kwam zij nu tot de ontdekking, dat zij het altijd prettig gevonden had te zien, dat. hij door haar wil be heer scht werd. „Misschien begrijp je me verkeerd", begon hij dan. En zijn stem klonk onvast. „Ik vergeet niet, dat, ik maar een schooierige pikeur ben. Ik zou heel erna al niet naar het Ford hebben kunnen gaan ik was zoo'n landlooper „Praat niet zoo!" riep Lucy ongeduldig uit. „Luister", ging hij voort. „Dat ik Bostil om je hand vraag bct-eekent niet,, dat ik eenige hoop heb„. Ik wil alleen maar, -dat hij en iedereen weet, dat ik je gevraagd heb". „Maar vader en iedereen zullen denken, dat jij denkt, dat er een roden is, waarom je me het moet vragen", barstte Lucy met eer diepen blos uit. „Natuurlijk!" „Maar er is geen reden. Neenl Geen enkele reden onder de zon", antwoordde Lucy heftig. „Ik heb je hier gevonden. Ik heb je een kleinen dienst bewe zen. We hebben een plan gomaakt Wildfire te trai nen. En ik her» hier gekomen om hem te rijden Dat is alles!" Slone's donkere, vaste blik verbijsterde Lucy. „Maar niemand kent me en we zijn heimelijk alleen geweest." „Dat. is niet heelemaal waar. Ik ik heb het aan tante verield'aarzelde Lucy. „Ja, een paar dagen geleden pas." „Lin Sloné, ik zal het je nooit vergeven, als je aan Dad vraagt,' zeide Lucy met verrassende kracht „Zoo belangrijk is het niet." „O dus je geeft er niet om." Lucy voelde zich in een stemming, die zij zelf niet begreep. Haar bloed klopte in haar slapen. Zij wilde woest zijn op Slone, maar zij kon het toch niet goed. Hij had iets over zich, waardoor zij zich kloin en zelfzuchtig voelde. Slone had haar trots gekwetst. Maar waar zij hang voor was en wat zij niet begrijpen kon, was het vreemdo geluk, dat Slone's woorden in haar wekte. Zij trachtte haar aandoennigen te bo^ heerschen, zoodat zij zou kunnen nadenken. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 1