goedkoopen prijs, soliede stof goedpassend model. Speciale Maataideelini. De Kanalisatie van Westfriesland. EiUir, ScKap, Zaterdag 23 September 1922. 65ste Jaargang. No. 7100. TWEEDE BLAD. Let bi| den aankoop FEUILLETON» DE WILDFJACHT Cosfuum, Demisoison, Jekker of Regenjas vooral op Eigen Coupeur. Eigen Afslier. Kledingmagazijnen Spoorstraat. Qoogzljde. In Hoofdstuk II van haar Rapport zegt de Com missie-Van Aalst o-ver het doel van de Kanalisa tie van Westfriesland het volgende: Om te kunnen bepalen welke kanalen moeten worden eemaakt on welke hoofdafmetingen daar aan zijn te geven, is in do eerste plaats noodlg een nauwkeurige' bcstudeering van do goederenbeweging in Westfriesland. Tiet is bekend, dat in Westfriesland de industrie van weinig beteekenis is. De producten, die tot af koer te water komen, worden geleverd door land en tuinbouw. Deze producten gaan in het alge een eerst naar een markt in Westfriesland waar zij verkocht worden en aan :n grootere hoeveelheden naar de plaatsen van consumptie in of buiten Wost- •rs'- nd. De gebruiksartikelen maken in het alge- /in een soortgelijke beweging, eerst naar een en- ni i van ops'ag en distributie, daarna in kleiner ^felheden naar de plaatsen van gebruik. Po Wostfriesclie kanalen mocton dus verbetering breipen: ti>. in den aanvoer te water van de producten van mud- en tuinbouw naar de markten. >o. in den afvoer van de markten naar de plaut- sen van consumptie. >o. in den aanvoer van benoodigdheden naar de centra van distributie dezer aitikelen. io den afvoer cezer bonoodigcheden naar de iualsen, waarvoor zij bestemd zijn. Pot voor korten tijd had men hierbij slechts reke ning to houden met den bestaanden topografi9chen on waterstaatkundigen toestand Deze zaï verando ren door do afsluiting en drooglegging der Zuider se o, waarmede ingevolge de Wet van 14 Juni 198 St bid. no. 354) een I egin is gemaakt. Groote pol ders zullen aun Noordhollaml worden toegevoegd '•n nieuwe behoeften aan verkeer to water zullen ontstaan. In de plannen is daarmede rekening te houden. Aanleg van scheepvaartkanalen is in Westfriesland niet mogelijk zonder verband met de afwatering. Deze mag in geen geval achteruitgaan, integen deel is te bestudceren of zij niet door aanleg van scheepvaartkanalen kan worden verbeterd. Op bijlage A (kaart van den bestaanden toe- siand van Westfriesland) zijn aangegeven de be slaande markten. De leteekenis dier markten kan blijken uit het overzuht in bijlage 1. Men ziet markten daar bestaan en zich verder ontwikkelen, waar de gelegenheid tot aanvoer te water is en de afvoer per spoor of per schip in de onmiddellijke nabijheid van de markt mogelijk is. Zoo ziet men te Grootebroek en te Langend ijk een drukke markt, omdat daar de producten te water aan de veiling kunnen komen, te Grootebroek on middellijk bij de veiling per spoor en te Langend ijk per spoor en per klein schip (36 ton) kunnen wor den afgevoerd. Enkhuizen ligt. wat den aanvoer betreft, niet zooveel ongunstiger dan Grootebroek, al 'tgt het aan den rand en Groootebroek in het midden van hetzelfde Landbouwgebied, doch te Enkhuizen is geen gelegenheid om onmiddellijk bij de veiling in spoor of schip te laden. Terwijl te Grootebroek in 1918 ongeveer 68000 ton per jaar aan do markt wordt gebracht, is dit te F.nkhuizen met slechts 4500 ton het geval. Een nog beteekenender geval is het ontstaan van de markt te Avenhorn en het daardoor achteruit gaan van die te Hoorn. Aanvoer te water is te Hoorn bijna niet, te Avenhorn, vooral sedert over- toomen de Westerkogge ook met den Ursemerpol- der en den polder Beschoot verbonden, uit een groot gebied mogelijk. De mark) te Alkmaar, nog in opkomst, is in om zet nauwelijks een tiende van die van Broek op ...mgondijk. De eerste markt., gunstig gelegen wat afvoer per spoor en per schip betreft, is niet gun- stig gelegen voor den aanvoer. Door den aanleg van tramwegen, gepaard gaan de met toeneming van tuinbouw, is het aantal mark ten in de laatste jaren toegenomen. Voor het maken van een goeden prijs is een groot aantal tegelijk ge houden veilingen niet goed. De markten moeten meer geconcentreerd worden en wel daarheen, waar o afvoerwegen het beste zijn. Op grond van deze overweging komt men tot den wensch, de toevoer- we tut naar de markten te verbeteren./ deze dus cm rooter invloedsfeer te geven en tevens den afvoer te water mogelijk te maken, dan wel te ver'be teren. Het is dan onwaarschijnlijk dat nog nieuwe mark ten van beteekenis, tenzij aan de kanalen zullen ontstaan. Het blijkt dat nu reeds producten, op kleine markten geveild, worden vervoerd naa de groote markten, omdat daar beter prijken zijn te maken. Dit leidt tot den wensch de kanalen zoo in te richten dat vervoer van de kleine naar de groote markten mogelijk is en dat dit, na drooglegging der Zuiderzee, ook mogelijk is uit de Wieringermeer en den Hoornschen polder naar deze groote markten. Wel zullen deze polders op den duur zich zoo kun nen ontwikkelen dat zich belangrijke markten in deze polders vormen, maar de ontwikkeling van den tuinbouw en den fijneren landbouw zal toch zeer ge leidelijk plaats vinden en dan juist door de bereik baarheid van groote markten, met goede prijzen in hunne ontwikkeling worden gesteund. Hetzelfde geldt ten aanzien der distributiecentra. Deze zijn thans reeds Alkmaar, Schagen, Medem- blik, Enkhuizen en Hoorn. Zij zullen het langen tijd, wellicht altijd, blijven ook voor de nieuw» Zuider zeepolders. Beschouwt men nu de genoemde hoofdplaatsen eik op zich zelf, dan is het volgende op te inerken: ALKMAAR is reeds bereikbaar voor groote binnen schepen en geniet daarvan de voordeelen. Ook is het uit de polders bereikbaar voor kleine schepen, wat in de toekomst, als het een grooter achterland krij .t n et zonder beteekenis is. De stad neemt, in de laatste jaren gestadig in omvang toe. Het aan tal inwoners klom van 1890 tot 1920 van 15500 t -t 2 755 Men vin 't er eenige industrie, maar in hoofdzaak heeft zij toch beteekenis als distributie centrum van het Noorderkwartier Men vindt er de stapelplaatsen van bouwmaterialen, houtzagerijen, veie en groote winkelzaken en druk bezochte mark ten. Iloo prooter de zaken, hoe beter zij haar klanten van het platteland kunnen voorzien, maar ook, hoe iremakkeiijker zij tct uitbreiding komen en kapitaal kunnen vinden om haar opslaagplaatsen (werf of pukhui9) en haar voorraden te vergrooten. Daarom zal Alkmaur, ook al komt het na de drooglegging der I beide Zuiderzeepolders Wieringermeer en Huorn- sche lloppolders ver buiten het mathematische zwaartepunt van het Noorderkwartier van Noordhol land te liggen mits het door spoor-, land- en wu- terwegen met die nieuwe gebieden op juiste wijze is verbonden t t voornaamste centrum blijven, dat alleen in een crisistijd zijn beteekenis kan ver liezen (zooais b.v. Harlingen, dat in den oorlog haar houthandel aan Delfzijl moest afstaan en hem nu voor nood schijnt -'erloren te hebben.) Alkmaar ontleent zonder twijfel haar beteekenis mede aan de ligging aan het diepe en breede Noord- hollarulsch Kanaal, waarop het mogelijk is groote snelheden te ontwikkelen en waardoor het verkeer met Amsterdam vrij goedkoop is. Het verkeer door de Vlotbrug te Alkmaar bedroeg in 1918 ongeveer 1.160 000 ton. Dc t Amsterdam niet meer dan thans het geval is, met haar immers veel grootere zaken en voorraden, de inwoners van het Noorderkwartier aantrekt, is toe te schrijven aan het feit dat Amsterdam niet en Alkmaar wel uit dit- kwartier in een dag per tram. per boot en per as en ook per fiets is te bereiken. Hit is een algemeen belang dat Alkmaar met de omgeving tot en met uen Wieringermeerpolder goed wordt verbonden, omdat de warenhandel dan zoo veel mogelijk geconcentreerd kan blijven. Lij liet besludeoren van nieuwe waterverbindingen, is zooveel mogelijk verkeer te leiden langs het Ntöruhollandsch Kanaal, dat er eenmaal is en waarop altijd grooter snelheid kan woruen ontwik keld, bij gelijke motorsterkte, dan op eenig nieuw aun te leggen kanaal, uat toch nooit het mvarspro- lic.l van liet Noorühollanusch Kanaal zal krijgen. SCIIAGEN is thans alleen voor zeer kleine sche pen \lot 24 ton) bereikbaar. Als belangrijke markt plaats heeit het vooral beteekenis voor de Noorde lijker gelogen paatsen en polders: den Wieringer- waard, den Anna Paulownapolder, het Koegras, enz. De zuidelijker gelegen plaatsen markten bijna niet te Schagen, zij richten hun verkeer op Alkmaar. Scliagen hee;t in de eerste plaats eene verbinding niet het Noorühollandsc'h Kanaal noodig voor haar handel en verder een verbinding met de Wieringer meer eenerzijds en met het Koegras en omstreken anderzijds voor toevoer naar de markt en afvoer van hetgeen uit die streken te Schagen gekocht is. liet oostelijk deel van don Wieringermeerpolder zal waarschijnlijk wekelijks markten t6 Schagen en voor grootei; en belangrijker inkoopen naar Alkmaar gaan. Schugen heeft een welvarenden handeldrijven- den middenstand. De bevolking neemt toe (3155 in 1890 tot 3482 in 1920). MEDKMBLIK is toegankelijk voor vrij groote schepen. Zij dankt dit aan haar vroegere bestem ming als Marinehaven. De haven heelt echter geen verbinding met het achterland, evenmin als de an- dei-e havenplaatsen in Westfriesland. De stad is j moge jaren achteruitgaanue geweest en maakt ook ocii vi ijvvoi uouden indruk. Het aantal inwoners ging achteruit, van 2U46 in 1890 tot 2890 in 1920. Er VAN UW naar het Amerikaansch door ZANE ttREY, Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr. 30 Brackton wendde zijn blik af en stond plotseling op alsof bet gesprek geëindigd was. „Nou. neem een mad van mij aan en ga weg!" zeide hij, weggaande. „Brackton, als je het goed met me meent, ben ik jo zeer verplicht", antwoordde Slone, langzaam en peinzend. Maar ik zal je raad niet opvolgen". ..Dat moot jij weten", zeido Brackton en ging weg. Slone zag hem het pad afgaan en tusschen de katoenboomen verdwijnen. ..Ken typische oude kerel 1" prevelde Slone. „Mis schien is Creech niet de eenige idioot hier in den omtrek". Slone trachtte de uitwerking van het gesprek weg f,) lachon, maar het bleef hem den heelen dag ver volgen. Hij nam zioh voor na het avondeten naar liot dorp to gaan en hij zou het ook gedaan hebben, wanneer hij niet iemand het pad naar zijn huisje had zien opklimmen. Toen hij den pikeur Holley herkende, begreep hij dadelijk, dat er iets niet in den haak was. Bostil's rechterhand zou niet om de een of andere vriendschappelijke reden bij hem ko nten. Holley kwam langzaam en onhandig als een ruiter, die niet gewend is om te loopen, den heuvel op. Slone had oen kleine portiek voor zijn huisje ge maakt en daar een bank neergezet, die hij met gei- tovollon bedekt had. „Zoo, hoe gaat het, Jongen?" klonk Ilolley's teme rige vraag. „Kerel, wat ben ik moe geworden van Uat klimmenl" Slone was verwonderd over dien vriendschappe- lijken toon; hij kon zijn eigen ooren niet gelooven, waarom hij Holley oens goed aankeek. En hij was nog verbaasder toen hij zag, dat Holley het harte lijk meendo. „Allo Holley Hoe gaat het? Ga zitten. „Zoo gezond als een vogeltje In de lucht. Maar dat klimmen velt toch niet mee. Zeg, dat uitzicht ia nog mooier dan dat von Bostii." Ja het ifi prachtig," zeide Slone ©enigszins verlegen. 0RX« V\teAi* j $o\Ao*\ IR e^xUV\«* A«x« «UaV»* «tv Anarom xoo RtRVelt- Ws-ÜaXtAlj. zijn echter teekenen van opleving en wel door de groentecultuur. In de nabijheid van Medemblik en van Opperdoes, waar aanvoerweg (te water) en af- voerweg (over den locaalspoorweg) bij elkaar komen, hoert zich de tuinbouw ontwikkeld en or is alle reden om daarvan verdere ontwikkeling te verwach ten, daar de grond in do Vier Noorderkoggen van zeer goede hoedanigheid is voor den fijneren tuin bouw. Het hangt van. goedkooper toevoer- en afvoer- mogelijkheden af. of de meer intensieve cultuur zal worden bevorderd. Het is waarschijnlijk dat, voor zoover op den duur tuinbouw in de Wieringermeer zal ontstaan, de zuid oostelijke gronden hunne producten te Medemblik aan de markt zullen brenger.. Met markten gaat ge paard het inkoopen van andere artikelen als daar voor gelegenheid is. Het stadje Medemblik maakt daarom wel kans van meer beteekenis te worden, maar een verbinding met Hoorn en Alkmaar is niettemin gewensebt.. ENKHUIZEN is evenals Hoorn in oude tijden, van meer beteekenis geweest dan thans. Toch geeft het nu reeds teekenen van opleving o.m. blijkende uit een belangrijke toeneming der bevolking van 6334 in 1890 tot 8663 in 1920. Het is reeds thans bereik baar voor grootere binnenschepen. Na de droogleg ging der Zuiderzee zal het spoorwegverkeer in be teekenis verminderen, daar vermoedelijk het spoor wegverkeer zal worden vervangen door de verbin ding over Wieringeiii. Als scheepvaartstation zal hot beteekenis winnen, als uilgangs- en aankomst- station vcor de vaart uit en naar Westfriesland over het. JJseeJmeer. Etikhuizen heeft eeuige industrie. Er i* reden om te gelooven. dat doof baar gunstige ligging binnen de sluis fa EnVbujzen meer industrie zicb daar zal vestigen, gemakMijV bereikbaar als het over bet. I-Tsselmeer Ts. Als marktplaats beeft, bet niet zooveel te betteke nen. Do producteumarki Is soliede te Orootabrook gevestigd, waar de spoorverbinding bij dr veiling goed is ingericht, terwijl de trek van do Streek verde»" naar Hoorn gaa t m na tot standkoming van een kanaal in die richting zal blijven gaan. Toch is ook voor Kakhuizen, nu de Hoornsche polder waarschijnlijk ook het Enkhulzer zand geheel of gedeeltelijk zal omvatten, een grooter toekomst weg gelegd. ÏIOORN is eveneens bereikbaar voor groote bin nenschepen (tot 500 ton, bij uitzondering 1000 ton). De stad is door den achteruitgang van den kaas handel min of meer achteruitgaande. Het inwoner* tal is reed* jarenlang sta'ïiwn.üair. haar auhtwr land heeft zij geen verbinding li* ftut&jp.; m hit punt tan samenkcmiJt van eau Toöihtkkig' ua tramwegnet. Door den aanleg van den nocï-nfichen polder sni zij van bet ïJsselmeer worden afgesneden, Tbana lt dat verkeer wel niet van bljzonderon omvang (190842 ton in 1913 en 94408 ton. tn. 1918) maar door aanleg van de nieuwe polders zal de behoefte aan waren in Hoorn toenemen. Daarom moet de vaar weg over de Zuiderzee, door een anderen vervangen v. orden, hetzij door een westelijke .ringvaart- van den Hoornschen polder, hetzij door deze tot Schardam en verder door de verbeterde Trekvaart der Zes Steden tot Purmerend. Om de productie van Westfriesland te kunnen schatten, is het noodzjdtelijk hot gebruik der gron den te kennen. Dank zij de hulp van de Burgemees ters der gemeenten, waarvan mag worden aange nomen dat zij min of meer van eene kanalisatie voordeel zullen hebben, is een tabel samengesteld, die als bijlage 2 is bijgevoegd. Dan blijkt dat Westfries land met eenige aangrenzende gemeenten, te zamon groot is 67200 H.A. Hiervan is het grootste deel als weiland geëxploiteerd, u.1. ruim 37570 HA.; verder 14050 H.A. als bouwland en 8700 HA. ais tuingrond (hierbij is op to merken dat de gren» tusschen tuin bouw en landbouw min ol meer willekeurig i*). De opbrengst van bouwland en tuingrond 1« iu het algemeen volumineuser dan van wei- en hooi land, die voornamelijk uit de productie der auivol- boerdorij bestaat. Wel levert de groenboerderlj (zoo wordt de exploitatie van welland genoemd in tegen stelling met zwartboerderij, de exploitatie van bouwland en tuingrond) ook mest en hooi op en heeft zij vervoer van ve6 naar en van de mark ten tengevolge, alsook de aanvoer van «omraigo kunstmeststoffen, doch uitvoer van mest en hooi uit Westfriesland beeft weinig plaats, der Westfrieesohe zuivelfabrieken, benevens haa* te krijgen, zijn eenige gegevens verzameld over het melkverbruik en de kaas- en boterproductie Teneinde een denkbeeld van de zulvelfabricage behoefte aan brandstof. Zij zijn verzameld in bijlage 3 De totale productie aan kaas en boter is te zamen te stellen op rond 7250 ton. Hiervan wordt het meeste vervoerd in Mei en Juni, nl. in elke maand ongeveer 2/15 der maandpro'ductie. Stel dat het ver voer naar de markten eens per week geschiedt, dan geeft de zuivel dus een vervoer van hoogstens 240 ton per week. De aanleg van kanalen zal wel invloed op de zul velfabricage hebben. Vermoedelijk zal meer con centratie langs de kanalen het gevolg zijn, maar groote verwachtingen moet men daarvan riet heb ben. In het algemeen worden de scheepsvrachten der zuivelproducten op niet grooter dan 20 ton gesteld de melk wordt wellicht op grootere scheopjeB tot 40 ton aangevoerd. De grootste behoefte aan kolen (Lutjewinkel en Opmeer) is ongeveer 27b ft 350 ton. Men zal dus als men de noodzakelijkheid van West- friesche Kanalen overweegt, meer moeten letten, wat de afvoer van producten betreft op den land en tuinbouw. Daarbij doet zich in de eorste plaats de vraag voor, of met den tegenwoordigen toestand moet worden rekening gehouden, dan wel met den toekomstigen. Ongetwijfeld zal de aanleg van een kanalennet de toeneming van den land- en tuin bouw bevorderen. De bevolking neemt toch gesta dig toe en alleen door omzetten van wei- in bouw land kan men deze groeiende bevolking in West friesland een middel van bestaan geven. Een aan wijzing hiervoor geeft ©enigermate het overzicht van de toeneming der bevolking van 1890—1920, waarin men kan zien dat in de plaatsen, die zich in hoofdzaak aan land- en tuinbouw zijn gaan wij den, een groote toeneming van bevolking is waar te nemen (Andijk, Boven karspel, Broek op Langen- dijk, Grootebrook, e.d.) Ook is het bekend dat de, tuinbouw in de gemeente Berkhout toeneemt door de vestiging van de kinderen van de tuinbouwers van „de Streek". De toeneming in beteekenis van de veiling te AvervhorD is mede een gevolg van de ze uitbreiding van den tuinbouw. Naast de groentonteelt kan de teelt van suiker bieten belangrijk worden.Zij wacht voor haar ver dere ontwikkeling op de totstandkoming der kana len, want door het ontbreken van goed vaarwater terwiil hij op do trede van de portiek ging zitten. w!t zou Holley von h Holley van hem willen? Die oude pikeur nieuwsgierigheid en praatje* verheven. i boven vSlone, Je neemt het me toch ulet kwalijk meer, da: ik ëen pw iJngcn geleden proliccide je hel zwljgea op te „VS cl neen, Holley. heokMnnel niet, ik begrijp hol volkomen. Je hadt gelijk. Maar BoölLI maakte me dol. „Ja, die zou iedereen doi maken. En het is heel giroi, ckat je hem eens bink de waarheid gezegd hebt. Maar je hebt er je zelf kwaad mee gedaan, want Bostii heeft nier ajles te zeggen. Je hebt jezelf in een moeilijk parket gebracht, want Bostii heeft «ie pikeurs tegen je opgezet, en dat slaan van Creech heeit ie geen goed gedaan bij de dorpelingen. Waarom heb je nem eigenlijk geslagen?' Slone ontgingen de hartelijke belangstelling e«i be doeling van den ouden pikeur niet en zij wekten eèn warm gevoel in hem op. „Och,' zeide Holley, toen Slone aarzelde, ik kan je eigenlijk net zoo goed dadelijk zeggen, dal Lucy weten wil of je Joel geslagen hebt en., zoo ja, waarom?" „Holley, heeft zij jo gevraagd dat te onderzoeken?" „Ja zeker. Het jonge meisjo is de laatste dagen erg zenuwachtig, SloneJij bent hier gebleven in je huis, zie je. en daarom ben je niet op de hoogte van wat er gei eurt." „Brackton is vandaag hier geweest en heeft me ceü heele loei verteld. En dot hindert me incer dan ik je zeggen ken." zeide Slone neerslachtig. ^Lhit paard van je, W'üdfire, zou al voldoende zjjn om je gehaat te maken bij Bostii cn de zijnen, zelfef wanneer je je niet zoo belachelijk iaangesteld hadt,. wat je zeker gedaan hebt" Slone knikte toestemmend. „Zit er eenige grond van waarheid in wat Creech beweert gezien te hebben dat ie met Miss Lucy gedaan hebt?' vroeg Holley ernstig. '„Zeg het me eerlijk, SJone. De mcnschen gelooven het. En het heeft je in den hord kwaad gedaan. Bostii heeft het nog niet gehoord ed Lvfoy *-ect het niet Maar ik vermoed, dat je Joel gesla- ygen hebt, omdat hij het je In je geddht gezegd heeit." „Dat heeft hg gedaan en daarom heb ik hem een pak slaag gegeven." „Gefijk hadt je. Maar wat ik weten wil; is het .waar wat Joel beweert gezien te hebben?" „Het Is waar, HoÜey. Maar wat ik gedaan heb is zoo slecht niet niet zoo slecht als hg het laat voorkomen." „Ik "heb het wel geweten. Ik heb al lang gewetenj, hoeveel1 Lucy van je Houdt" antwoordde de oude paikeur hartelijk. Slone keek vlug op. hij kon zijn ooren niet gelooven» 1 „H dley dat kan je niet in ernst bedoelen." „Waarachtig wel1. Ik ben nu achttien jaar lang om boq te zeggen een groote broer van Lucy geweest. Ik heb ha;«r ge&agtn. wj vfiï a.wTardof wot;-#. dan mijn fipomn. IV heb baar tam gHeero .wat zij yoajuisLi wt Eu a^j' se «a^r vb.q das naai- v&der. Ik heb baar loeren schieten. Ik ken haar beter drm win ook. En in den laatsten ttfd is zij anders geworden. Zij i* zenuwachtig en ongélukkig." „Maar llollcv dat alles het. schijnt niet. „Ik geloof, dat ze van je houdt," ging Holley voort, toen Slone ophield. „En ik ben je vriend, Slon©. Je zult het hier vroeger of latex zwaar te verantwoorden krij gen. En dan zal ie een vriend noodig hebben „Dank jo Holley", antwoordde Slone met on vaste stem. Hij trilde onder den ijzeren greep van de harde hand von den pikeur. ,,F.n er is nog een andere vriend, waarop je vertrouwen kan." zeide Holley veelbeieekenend. „Nog een? Wie dan?" „Lucy Bostii. En vergeet ,dat niet. Ik wed, dat zij nog meer lawaai maken zal dan Bostü, wanneer zij hoort wat Joel Creech rondvertelt Want zij meet het liooren. Van Sicklc zegt aan Iedereen» die het 'nooren wil, dat hg het haar ver bellen en jou aun met een zweep alran- ranselen zal. „Wil hij dat?" bromde Slone onheilspellend. „Ik heb zoo'n idee. dat Lucy remden heeft, waarom jg Joel blagen hebt. Maar zij Wil hot zeker welen. Nou, Slone, ik ral het haar zeggen." „O neen, ris het je blief niet," zeide Slone onwil lekeurig. '„Het zal beter zijn, als zij: hot het eerst van iou en van mg hoort. Neem dat maar van mjj aan. Ik zal Lucy er op voorbereiden" „Het maakt mc allemaal zoo bang," zeide Slone. Hij dacht aan de schande, over Lucy kon komen. Het koude zweet brak hem aan alle kanten uit. Wat zou Bostii niet kunnen doen? yHolley. ik heb het meisje liet En dus heb ik haar geen enkele beleadiging aange daan. Bostii ral het nooit begrijpen. En wat ral hij doen, als hij het hoort?" Nou, laten we hopen, dat je fleon harder pak slaag krijgt dan jij: Joel1 gegeven aebt" „Laat Bostii me maar slaan," riep Slone uit „Ik geloof, dat ik het toelaten zal, zooals ik het nu voel. Maar ik ben driftig en Bostii pakt me op de verkeerde manier aan." „Nou, laat je revolver thuis en vecht met Bostii Hij zal je ongetwijfeld een flink pok slaag geven, maar misschien kan jij hem een blauw oog slaan.' Holley lachte, alsof dot idee hein ontzettend vee} pleister deed, „Met Bostii vechten?Lucy zou me gaan baten." vOd4m. Je kent dal kind nfet Ate da pwie |e mishan delen wil. zal "Lucy meer van j© gaan. hoiuden. In sommiga opzfcten rij precies haar vader." Holley hnakto een Jdeftaa, swart* pijp te voorschijn, stopte di« en stok haar e*n. Hij scheen in gepeAa* verzonken^ Firwij! htj (fat deed. „En niet alleen Lucy heeft rae naar je toe gestuurd. Bcetil' heeft me al dagen lang lastig öevaflen. Maar ik heb er we.1 voor opgepast, tot Lucy het me vroeg." „Heeft Bostii Je geztuurd? Waarom T" „Dat snap je even goed als ik. Hij kan njet slapen, omdat dot roode paard van jou geen oogenblik uit zijn gedachten is. Niemand van ons heeft Bostii ooit zoo gezien. Hij heeft 'Sage King opgefokt. Maar hij heeft altijd naar een groot wild paard «.verlangd. En toen kwam jij en je paard drong den King uit de lxian en toen hadt je de poppen aan het dansen." „Holley, geloof jij, dat AVfldtire den King kan slaan?" „Wis en drie. Lucy zegt het ook en ik ben het volko- nseo. met fcfeax teer fk loop niet met 'mUfa mcenihg te koop, beste jongen. Daar zou ik zelf door in moeilijk heden geraken. Farlanc en de andere pikeurs rijn op de hand van Bostü. Van heeft gewoon 'een vrceselijke antipathie tegen je. En wat hij Bostii en. den pikeurs van die race vertelt stemt niet overeen met wat Lucy mij zegt Lucy zegt, dat Wildüje bij den start woest werd rli wilde den 'Kioq dooien in plaats van to racen. Zoo kwam het, dat hij drie lengten achter was, toen Macomber de vlag liet vallen. Lucy zegt, dat de King dadelijk zijn galop aannam. En rij aan net welen. En toen kwam Wfldfire van achteren opzetten en 'haalj den King in.Ven doet een heel ander verhaal." .,Het is precies zoo gebeurd als Lucy je verteld heeft," zeide Slone. „Ik heb Iedere beweging gezien." „Enfin, daar gaat het niet om. De kwestie is, wat cr verder gebeuren moet. Bostü1 is woest sinds je hem do waarheid gezegd hebt. Maar hij houdt zich in, omdat hij nog met alle hoop opgegeven heeft WildÖre te krijgen. En je bent verstandig genoeg, Slone, om te begrijpen, dat je niet bier kan blijven, als Bostii hem niet koopen kan." „Dot begrijp Ik. Maar ik zal! Wildfire niet verkoopen." „Nou jk zou me al deze moeite bespaard hebben, als ik mo niet ongerust gemaakt had over Lucy. Je moet ook wan haar denken. Slone koek Holley bartstochetlijk aan. „Jij1 blijft vol houden, dat er hoop voor mij is, terwijl ik weet, dat die er niet is." „Jij bent maar een jongen," antwoordde Holley. „Kerel, zoolang cr leven is is er hoop. Ik zal je niet nog eens zeggen, dat ik Lucy Bostii ken." SlteflQö kow akst atübtoaa en ntot over

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 5