goedkoopen prijs,
soliede stof
goedpassend model.
Speciale Maataideelini.
De Kanalisatie van Westfriesland.
EiUir,
ScKap,
Zaterdag 23 September 1922.
65ste Jaargang. No. 7100.
TWEEDE BLAD.
Let bi| den aankoop
FEUILLETON»
DE WILDFJACHT
Cosfuum, Demisoison,
Jekker of Regenjas
vooral op
Eigen Coupeur. Eigen Afslier.
Kledingmagazijnen
Spoorstraat.
Qoogzljde.
In Hoofdstuk II van haar Rapport zegt de Com
missie-Van Aalst o-ver het doel van de Kanalisa
tie van Westfriesland het volgende:
Om te kunnen bepalen welke kanalen moeten
worden eemaakt on welke hoofdafmetingen daar
aan zijn te geven, is in do eerste plaats noodlg een
nauwkeurige' bcstudeering van do goederenbeweging
in Westfriesland.
Tiet is bekend, dat in Westfriesland de industrie
van weinig beteekenis is. De producten, die tot af
koer te water komen, worden geleverd door land
en tuinbouw. Deze producten gaan in het alge
een eerst naar een markt in Westfriesland waar
zij verkocht worden en aan :n grootere hoeveelheden
naar de plaatsen van consumptie in of buiten Wost-
•rs'- nd. De gebruiksartikelen maken in het alge-
/in een soortgelijke beweging, eerst naar een en-
ni i van ops'ag en distributie, daarna in kleiner
^felheden naar de plaatsen van gebruik.
Po Wostfriesclie kanalen mocton dus verbetering
breipen:
ti>. in den aanvoer te water van de producten van
mud- en tuinbouw naar de markten.
>o. in den afvoer van de markten naar de plaut-
sen van consumptie.
>o. in den aanvoer van benoodigdheden naar de
centra van distributie dezer aitikelen.
io den afvoer cezer bonoodigcheden naar de
iualsen, waarvoor zij bestemd zijn.
Pot voor korten tijd had men hierbij slechts reke
ning to houden met den bestaanden topografi9chen
on waterstaatkundigen toestand Deze zaï verando
ren door do afsluiting en drooglegging der Zuider
se o, waarmede ingevolge de Wet van 14 Juni 198
St bid. no. 354) een I egin is gemaakt. Groote pol
ders zullen aun Noordhollaml worden toegevoegd
'•n nieuwe behoeften aan verkeer to water zullen
ontstaan. In de plannen is daarmede rekening te
houden.
Aanleg van scheepvaartkanalen is in Westfriesland
niet mogelijk zonder verband met de afwatering.
Deze mag in geen geval achteruitgaan, integen
deel is te bestudceren of zij niet door aanleg van
scheepvaartkanalen kan worden verbeterd.
Op bijlage A (kaart van den bestaanden toe-
siand van Westfriesland) zijn aangegeven de be
slaande markten. De leteekenis dier markten kan
blijken uit het overzuht in bijlage 1. Men ziet
markten daar bestaan en zich verder ontwikkelen,
waar de gelegenheid tot aanvoer te water is en de
afvoer per spoor of per schip in de onmiddellijke
nabijheid van de markt mogelijk is.
Zoo ziet men te Grootebroek en te Langend ijk een
drukke markt, omdat daar de producten te water
aan de veiling kunnen komen, te Grootebroek on
middellijk bij de veiling per spoor en te Langend ijk
per spoor en per klein schip (36 ton) kunnen wor
den afgevoerd. Enkhuizen ligt. wat den aanvoer
betreft, niet zooveel ongunstiger dan Grootebroek,
al 'tgt het aan den rand en Groootebroek in het
midden van hetzelfde Landbouwgebied, doch te
Enkhuizen is geen gelegenheid om onmiddellijk bij
de veiling in spoor of schip te laden. Terwijl te
Grootebroek in 1918 ongeveer 68000 ton per jaar
aan do markt wordt gebracht, is dit te F.nkhuizen
met slechts 4500 ton het geval.
Een nog beteekenender geval is het ontstaan van
de markt te Avenhorn en het daardoor achteruit
gaan van die te Hoorn. Aanvoer te water is te
Hoorn bijna niet, te Avenhorn, vooral sedert over-
toomen de Westerkogge ook met den Ursemerpol-
der en den polder Beschoot verbonden, uit een
groot gebied mogelijk.
De mark) te Alkmaar, nog in opkomst, is in om
zet nauwelijks een tiende van die van Broek op
...mgondijk. De eerste markt., gunstig gelegen wat
afvoer per spoor en per schip betreft, is niet gun-
stig gelegen voor den aanvoer.
Door den aanleg van tramwegen, gepaard gaan
de met toeneming van tuinbouw, is het aantal mark
ten in de laatste jaren toegenomen. Voor het maken
van een goeden prijs is een groot aantal tegelijk ge
houden veilingen niet goed. De markten moeten
meer geconcentreerd worden en wel daarheen, waar
o afvoerwegen het beste zijn. Op grond van deze
overweging komt men tot den wensch, de toevoer-
we tut naar de markten te verbeteren./ deze dus cm
rooter invloedsfeer te geven en tevens den afvoer
te water mogelijk te maken, dan wel te ver'be
teren.
Het is dan onwaarschijnlijk dat nog nieuwe mark
ten van beteekenis, tenzij aan de kanalen zullen
ontstaan. Het blijkt dat nu reeds producten, op
kleine markten geveild, worden vervoerd naa de
groote markten, omdat daar beter prijken zijn te
maken. Dit leidt tot den wensch de kanalen zoo in
te richten dat vervoer van de kleine naar de groote
markten mogelijk is en dat dit, na drooglegging der
Zuiderzee, ook mogelijk is uit de Wieringermeer en
den Hoornschen polder naar deze groote markten.
Wel zullen deze polders op den duur zich zoo kun
nen ontwikkelen dat zich belangrijke markten in
deze polders vormen, maar de ontwikkeling van den
tuinbouw en den fijneren landbouw zal toch zeer ge
leidelijk plaats vinden en dan juist door de bereik
baarheid van groote markten, met goede prijzen in
hunne ontwikkeling worden gesteund.
Hetzelfde geldt ten aanzien der distributiecentra.
Deze zijn thans reeds Alkmaar, Schagen, Medem-
blik, Enkhuizen en Hoorn. Zij zullen het langen tijd,
wellicht altijd, blijven ook voor de nieuw» Zuider
zeepolders.
Beschouwt men nu de genoemde hoofdplaatsen eik
op zich zelf, dan is het volgende op te inerken:
ALKMAAR is reeds bereikbaar voor groote binnen
schepen en geniet daarvan de voordeelen. Ook is het
uit de polders bereikbaar voor kleine schepen, wat
in de toekomst, als het een grooter achterland
krij .t n et zonder beteekenis is. De stad neemt, in
de laatste jaren gestadig in omvang toe. Het aan
tal inwoners klom van 1890 tot 1920 van 15500
t -t 2 755 Men vin 't er eenige industrie, maar in
hoofdzaak heeft zij toch beteekenis als distributie
centrum van het Noorderkwartier Men vindt er de
stapelplaatsen van bouwmaterialen, houtzagerijen,
veie en groote winkelzaken en druk bezochte mark
ten.
Iloo prooter de zaken, hoe beter zij haar klanten
van het platteland kunnen voorzien, maar ook, hoe
iremakkeiijker zij tct uitbreiding komen en kapitaal
kunnen vinden om haar opslaagplaatsen (werf of
pukhui9) en haar voorraden te vergrooten. Daarom
zal Alkmaur, ook al komt het na de drooglegging der
I beide Zuiderzeepolders Wieringermeer en Huorn-
sche lloppolders ver buiten het mathematische
zwaartepunt van het Noorderkwartier van Noordhol
land te liggen mits het door spoor-, land- en wu-
terwegen met die nieuwe gebieden op juiste wijze
is verbonden t t voornaamste centrum blijven,
dat alleen in een crisistijd zijn beteekenis kan ver
liezen (zooais b.v. Harlingen, dat in den oorlog haar
houthandel aan Delfzijl moest afstaan en hem nu
voor nood schijnt -'erloren te hebben.)
Alkmaar ontleent zonder twijfel haar beteekenis
mede aan de ligging aan het diepe en breede Noord-
hollarulsch Kanaal, waarop het mogelijk is groote
snelheden te ontwikkelen en waardoor het verkeer
met Amsterdam vrij goedkoop is. Het verkeer door
de Vlotbrug te Alkmaar bedroeg in 1918 ongeveer
1.160 000 ton.
Dc t Amsterdam niet meer dan thans het geval is,
met haar immers veel grootere zaken en voorraden,
de inwoners van het Noorderkwartier aantrekt, is
toe te schrijven aan het feit dat Amsterdam niet en
Alkmaar wel uit dit- kwartier in een dag per tram.
per boot en per as en ook per fiets is te bereiken.
Hit is een algemeen belang dat Alkmaar met de
omgeving tot en met uen Wieringermeerpolder goed
wordt verbonden, omdat de warenhandel dan zoo
veel mogelijk geconcentreerd kan blijven.
Lij liet besludeoren van nieuwe waterverbindingen,
is zooveel mogelijk verkeer te leiden langs het
Ntöruhollandsch Kanaal, dat er eenmaal is en
waarop altijd grooter snelheid kan woruen ontwik
keld, bij gelijke motorsterkte, dan op eenig nieuw
aun te leggen kanaal, uat toch nooit het mvarspro-
lic.l van liet Noorühollanusch Kanaal zal krijgen.
SCIIAGEN is thans alleen voor zeer kleine sche
pen \lot 24 ton) bereikbaar. Als belangrijke markt
plaats heeit het vooral beteekenis voor de Noorde
lijker gelogen paatsen en polders: den Wieringer-
waard, den Anna Paulownapolder, het Koegras, enz.
De zuidelijker gelegen plaatsen markten bijna niet
te Schagen, zij richten hun verkeer op Alkmaar.
Scliagen hee;t in de eerste plaats eene verbinding
niet het Noorühollandsc'h Kanaal noodig voor haar
handel en verder een verbinding met de Wieringer
meer eenerzijds en met het Koegras en omstreken
anderzijds voor toevoer naar de markt en afvoer van
hetgeen uit die streken te Schagen gekocht is. liet
oostelijk deel van don Wieringermeerpolder zal
waarschijnlijk wekelijks markten t6 Schagen en
voor grootei; en belangrijker inkoopen naar Alkmaar
gaan. Schugen heeft een welvarenden handeldrijven-
den middenstand. De bevolking neemt toe (3155 in
1890 tot 3482 in 1920).
MEDKMBLIK is toegankelijk voor vrij groote
schepen. Zij dankt dit aan haar vroegere bestem
ming als Marinehaven. De haven heelt echter geen
verbinding met het achterland, evenmin als de an-
dei-e havenplaatsen in Westfriesland. De stad is
j moge jaren achteruitgaanue geweest en maakt ook
ocii vi ijvvoi uouden indruk. Het aantal inwoners
ging achteruit, van 2U46 in 1890 tot 2890 in 1920. Er
VAN UW
naar het Amerikaansch door ZANE ttREY,
Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr.
30
Brackton wendde zijn blik af en stond plotseling
op alsof bet gesprek geëindigd was. „Nou. neem een
mad van mij aan en ga weg!" zeide hij, weggaande.
„Brackton, als je het goed met me meent, ben ik
jo zeer verplicht", antwoordde Slone, langzaam en
peinzend. Maar ik zal je raad niet opvolgen".
..Dat moot jij weten", zeido Brackton en ging weg.
Slone zag hem het pad afgaan en tusschen de
katoenboomen verdwijnen.
..Ken typische oude kerel 1" prevelde Slone. „Mis
schien is Creech niet de eenige idioot hier in den
omtrek".
Slone trachtte de uitwerking van het gesprek weg
f,) lachon, maar het bleef hem den heelen dag ver
volgen. Hij nam zioh voor na het avondeten naar
liot dorp to gaan en hij zou het ook gedaan hebben,
wanneer hij niet iemand het pad naar zijn huisje
had zien opklimmen. Toen hij den pikeur Holley
herkende, begreep hij dadelijk, dat er iets niet in
den haak was. Bostil's rechterhand zou niet om de
een of andere vriendschappelijke reden bij hem ko
nten. Holley kwam langzaam en onhandig als een
ruiter, die niet gewend is om te loopen, den heuvel
op. Slone had oen kleine portiek voor zijn huisje ge
maakt en daar een bank neergezet, die hij met gei-
tovollon bedekt had.
„Zoo, hoe gaat het, Jongen?" klonk Ilolley's teme
rige vraag. „Kerel, wat ben ik moe geworden van
Uat klimmenl"
Slone was verwonderd over dien vriendschappe-
lijken toon; hij kon zijn eigen ooren niet gelooven,
waarom hij Holley oens goed aankeek. En hij was
nog verbaasder toen hij zag, dat Holley het harte
lijk meendo.
„Allo Holley Hoe gaat het? Ga zitten.
„Zoo gezond als een vogeltje In de lucht. Maar dat
klimmen velt toch niet mee. Zeg, dat uitzicht ia nog
mooier dan dat von Bostii."
Ja het ifi prachtig," zeide Slone ©enigszins verlegen.
0RX« V\teAi* j $o\Ao*\ IR
e^xUV\«* A«x« «UaV»*
«tv Anarom xoo RtRVelt-
Ws-ÜaXtAlj.
zijn echter teekenen van opleving en wel door de
groentecultuur. In de nabijheid van Medemblik en
van Opperdoes, waar aanvoerweg (te water) en af-
voerweg (over den locaalspoorweg) bij elkaar komen,
hoert zich de tuinbouw ontwikkeld en or is alle
reden om daarvan verdere ontwikkeling te verwach
ten, daar de grond in do Vier Noorderkoggen van
zeer goede hoedanigheid is voor den fijneren tuin
bouw. Het hangt van. goedkooper toevoer- en afvoer-
mogelijkheden af. of de meer intensieve cultuur zal
worden bevorderd.
Het is waarschijnlijk dat, voor zoover op den duur
tuinbouw in de Wieringermeer zal ontstaan, de zuid
oostelijke gronden hunne producten te Medemblik
aan de markt zullen brenger.. Met markten gaat ge
paard het inkoopen van andere artikelen als daar
voor gelegenheid is. Het stadje Medemblik maakt
daarom wel kans van meer beteekenis te worden,
maar een verbinding met Hoorn en Alkmaar is
niettemin gewensebt..
ENKHUIZEN is evenals Hoorn in oude tijden, van
meer beteekenis geweest dan thans. Toch geeft het
nu reeds teekenen van opleving o.m. blijkende uit
een belangrijke toeneming der bevolking van 6334
in 1890 tot 8663 in 1920. Het is reeds thans bereik
baar voor grootere binnenschepen. Na de droogleg
ging der Zuiderzee zal het spoorwegverkeer in be
teekenis verminderen, daar vermoedelijk het spoor
wegverkeer zal worden vervangen door de verbin
ding over Wieringeiii. Als scheepvaartstation zal hot
beteekenis winnen, als uilgangs- en aankomst-
station vcor de vaart uit en naar Westfriesland over
het. JJseeJmeer. Etikhuizen heeft eeuige industrie. Er
i* reden om te gelooven. dat doof baar gunstige
ligging binnen de sluis fa EnVbujzen meer industrie
zicb daar zal vestigen, gemakMijV bereikbaar als
het over bet. I-Tsselmeer Ts.
Als marktplaats beeft, bet niet zooveel te betteke
nen. Do producteumarki Is soliede te Orootabrook
gevestigd, waar de spoorverbinding bij dr veiling
goed is ingericht, terwijl de trek van do Streek
verde»" naar Hoorn gaa t m na tot standkoming van
een kanaal in die richting zal blijven gaan. Toch
is ook voor Kakhuizen, nu de Hoornsche polder
waarschijnlijk ook het Enkhulzer zand geheel of
gedeeltelijk zal omvatten, een grooter toekomst weg
gelegd.
ÏIOORN is eveneens bereikbaar voor groote bin
nenschepen (tot 500 ton, bij uitzondering 1000 ton).
De stad is door den achteruitgang van den kaas
handel min of meer achteruitgaande. Het inwoner*
tal is reed* jarenlang sta'ïiwn.üair. haar auhtwr
land heeft zij geen verbinding li* ftut&jp.; m hit
punt tan samenkcmiJt van eau Toöihtkkig' ua
tramwegnet.
Door den aanleg van den nocï-nfichen polder sni
zij van bet ïJsselmeer worden afgesneden, Tbana lt
dat verkeer wel niet van bljzonderon omvang
(190842 ton in 1913 en 94408 ton. tn. 1918) maar door
aanleg van de nieuwe polders zal de behoefte aan
waren in Hoorn toenemen. Daarom moet de vaar
weg over de Zuiderzee, door een anderen vervangen
v. orden, hetzij door een westelijke .ringvaart- van den
Hoornschen polder, hetzij door deze tot Schardam en
verder door de verbeterde Trekvaart der Zes Steden
tot Purmerend.
Om de productie van Westfriesland te kunnen
schatten, is het noodzjdtelijk hot gebruik der gron
den te kennen. Dank zij de hulp van de Burgemees
ters der gemeenten, waarvan mag worden aange
nomen dat zij min of meer van eene kanalisatie
voordeel zullen hebben, is een tabel samengesteld, die
als bijlage 2 is bijgevoegd. Dan blijkt dat Westfries
land met eenige aangrenzende gemeenten, te zamon
groot is 67200 H.A. Hiervan is het grootste deel als
weiland geëxploiteerd, u.1. ruim 37570 HA.; verder
14050 H.A. als bouwland en 8700 HA. ais tuingrond
(hierbij is op to merken dat de gren» tusschen tuin
bouw en landbouw min ol meer willekeurig i*).
De opbrengst van bouwland en tuingrond 1« iu
het algemeen volumineuser dan van wei- en hooi
land, die voornamelijk uit de productie der auivol-
boerdorij bestaat. Wel levert de groenboerderlj (zoo
wordt de exploitatie van welland genoemd in tegen
stelling met zwartboerderij, de exploitatie van
bouwland en tuingrond) ook mest en hooi op en
heeft zij vervoer van ve6 naar en van de mark
ten tengevolge, alsook de aanvoer van «omraigo
kunstmeststoffen, doch uitvoer van mest en hooi uit
Westfriesland beeft weinig plaats,
der Westfrieesohe zuivelfabrieken, benevens haa*
te krijgen, zijn eenige gegevens verzameld over
het melkverbruik en de kaas- en boterproductie
Teneinde een denkbeeld van de zulvelfabricage
behoefte aan brandstof. Zij zijn verzameld in bijlage
3 De totale productie aan kaas en boter is te zamen
te stellen op rond 7250 ton. Hiervan wordt het
meeste vervoerd in Mei en Juni, nl. in elke maand
ongeveer 2/15 der maandpro'ductie. Stel dat het ver
voer naar de markten eens per week geschiedt, dan
geeft de zuivel dus een vervoer van hoogstens 240
ton per week.
De aanleg van kanalen zal wel invloed op de zul
velfabricage hebben. Vermoedelijk zal meer con
centratie langs de kanalen het gevolg zijn, maar
groote verwachtingen moet men daarvan riet heb
ben.
In het algemeen worden de scheepsvrachten der
zuivelproducten op niet grooter dan 20 ton gesteld
de melk wordt wellicht op grootere scheopjeB tot 40
ton aangevoerd. De grootste behoefte aan kolen
(Lutjewinkel en Opmeer) is ongeveer 27b ft 350 ton.
Men zal dus als men de noodzakelijkheid van West-
friesche Kanalen overweegt, meer moeten letten,
wat de afvoer van producten betreft op den land
en tuinbouw. Daarbij doet zich in de eorste plaats
de vraag voor, of met den tegenwoordigen toestand
moet worden rekening gehouden, dan wel met den
toekomstigen. Ongetwijfeld zal de aanleg van een
kanalennet de toeneming van den land- en tuin
bouw bevorderen. De bevolking neemt toch gesta
dig toe en alleen door omzetten van wei- in bouw
land kan men deze groeiende bevolking in West
friesland een middel van bestaan geven. Een aan
wijzing hiervoor geeft ©enigermate het overzicht
van de toeneming der bevolking van 1890—1920,
waarin men kan zien dat in de plaatsen, die zich
in hoofdzaak aan land- en tuinbouw zijn gaan wij
den, een groote toeneming van bevolking is waar
te nemen (Andijk, Boven karspel, Broek op Langen-
dijk, Grootebrook, e.d.) Ook is het bekend dat de,
tuinbouw in de gemeente Berkhout toeneemt door
de vestiging van de kinderen van de tuinbouwers
van „de Streek". De toeneming in beteekenis van
de veiling te AvervhorD is mede een gevolg van de
ze uitbreiding van den tuinbouw.
Naast de groentonteelt kan de teelt van suiker
bieten belangrijk worden.Zij wacht voor haar ver
dere ontwikkeling op de totstandkoming der kana
len, want door het ontbreken van goed vaarwater
terwiil hij op do trede van de portiek ging zitten. w!t
zou Holley von h
Holley van hem willen? Die oude pikeur
nieuwsgierigheid en praatje* verheven.
i boven
vSlone, Je neemt het me toch ulet kwalijk meer, da:
ik ëen pw iJngcn geleden proliccide je hel zwljgea op
te
„VS cl neen, Holley. heokMnnel niet, ik begrijp hol
volkomen. Je hadt gelijk. Maar BoölLI maakte me dol.
„Ja, die zou iedereen doi maken. En het is heel giroi,
ckat je hem eens bink de waarheid gezegd hebt. Maar
je hebt er je zelf kwaad mee gedaan, want Bostii heeft
nier ajles te zeggen. Je hebt jezelf in een moeilijk parket
gebracht, want Bostii heeft «ie pikeurs tegen je opgezet,
en dat slaan van Creech heeit ie geen goed gedaan bij
de dorpelingen. Waarom heb je nem eigenlijk geslagen?'
Slone ontgingen de hartelijke belangstelling e«i be
doeling van den ouden pikeur niet en zij wekten eèn
warm gevoel in hem op.
„Och,' zeide Holley, toen Slone aarzelde, ik kan je
eigenlijk net zoo goed dadelijk zeggen, dal Lucy weten
wil of je Joel geslagen hebt en., zoo ja, waarom?"
„Holley, heeft zij jo gevraagd dat te onderzoeken?"
„Ja zeker. Het jonge meisjo is de laatste dagen erg
zenuwachtig, SloneJij bent hier gebleven in je huis,
zie je. en daarom ben je niet op de hoogte van wat er
gei eurt."
„Brackton is vandaag hier geweest en heeft me ceü
heele loei verteld. En dot hindert me incer dan ik je
zeggen ken." zeide Slone neerslachtig.
^Lhit paard van je, W'üdfire, zou al voldoende zjjn
om je gehaat te maken bij Bostii cn de zijnen, zelfef
wanneer je je niet zoo belachelijk iaangesteld hadt,.
wat je zeker gedaan hebt"
Slone knikte toestemmend.
„Zit er eenige grond van waarheid in wat Creech
beweert gezien te hebben dat ie met Miss Lucy gedaan
hebt?' vroeg Holley ernstig. '„Zeg het me eerlijk, SJone.
De mcnschen gelooven het. En het heeft je in den hord
kwaad gedaan. Bostii heeft het nog niet gehoord ed
Lvfoy *-ect het niet Maar ik vermoed, dat je Joel gesla-
ygen hebt, omdat hij het je In je geddht gezegd heeit."
„Dat heeft hg gedaan en daarom heb ik hem een pak
slaag gegeven."
„Gefijk hadt je. Maar wat ik weten wil; is het .waar
wat Joel beweert gezien te hebben?"
„Het Is waar, HoÜey. Maar wat ik gedaan heb is zoo
slecht niet niet zoo slecht als hg het laat voorkomen."
„Ik "heb het wel geweten. Ik heb al lang gewetenj,
hoeveel1 Lucy van je Houdt" antwoordde de oude paikeur
hartelijk.
Slone keek vlug op. hij kon zijn ooren niet gelooven»
1 „H dley dat kan je niet in ernst bedoelen."
„Waarachtig wel1. Ik ben nu achttien jaar lang om
boq te zeggen een groote broer van Lucy geweest. Ik
heb ha;«r ge&agtn. wj vfiï a.wTardof wot;-#. dan
mijn fipomn. IV heb baar tam
gHeero .wat zij yoajuisLi wt Eu a^j' se «a^r
vb.q das naai- v&der. Ik heb baar loeren schieten. Ik
ken haar beter drm win ook. En in den laatsten ttfd is
zij anders geworden. Zij i* zenuwachtig en ongélukkig."
„Maar llollcv dat alles het. schijnt niet.
„Ik geloof, dat ze van je houdt," ging Holley voort,
toen Slone ophield. „En ik ben je vriend, Slon©. Je zult
het hier vroeger of latex zwaar te verantwoorden krij
gen. En dan zal ie een vriend noodig hebben
„Dank jo Holley", antwoordde Slone met on vaste
stem. Hij trilde onder den ijzeren greep van de harde
hand von den pikeur.
,,F.n er is nog een andere vriend, waarop je vertrouwen
kan." zeide Holley veelbeieekenend.
„Nog een? Wie dan?"
„Lucy Bostii. En vergeet ,dat niet. Ik wed, dat zij nog
meer lawaai maken zal dan Bostü, wanneer zij hoort
wat Joel Creech rondvertelt Want zij meet het liooren.
Van Sicklc zegt aan Iedereen» die het 'nooren wil, dat
hg het haar ver bellen en jou aun met een zweep alran-
ranselen zal.
„Wil hij dat?" bromde Slone onheilspellend.
„Ik heb zoo'n idee. dat Lucy remden heeft, waarom jg
Joel blagen hebt. Maar zij Wil hot zeker welen. Nou,
Slone, ik ral het haar zeggen."
„O neen, ris het je blief niet," zeide Slone onwil
lekeurig.
'„Het zal beter zijn, als zij: hot het eerst van iou en
van mg hoort. Neem dat maar van mjj aan. Ik zal Lucy
er op voorbereiden"
„Het maakt mc allemaal zoo bang," zeide Slone. Hij
dacht aan de schande, over Lucy kon komen. Het
koude zweet brak hem aan alle kanten uit. Wat zou
Bostii niet kunnen doen? yHolley. ik heb het meisje liet
En dus heb ik haar geen enkele beleadiging aange
daan. Bostii ral het nooit begrijpen. En wat ral hij doen,
als hij het hoort?"
Nou, laten we hopen, dat je fleon harder pak slaag
krijgt dan jij: Joel1 gegeven aebt"
„Laat Bostii me maar slaan," riep Slone uit „Ik
geloof, dat ik het toelaten zal, zooals ik het nu voel.
Maar ik ben driftig en Bostii pakt me op de verkeerde
manier aan."
„Nou, laat je revolver thuis en vecht met Bostii Hij
zal je ongetwijfeld een flink pok slaag geven, maar
misschien kan jij hem een blauw oog slaan.' Holley
lachte, alsof dot idee hein ontzettend vee} pleister deed,
„Met Bostii vechten?Lucy zou me gaan baten."
vOd4m. Je kent dal kind nfet Ate da pwie |e mishan
delen wil. zal "Lucy meer van j© gaan. hoiuden.
In sommiga opzfcten rij precies haar vader." Holley
hnakto een Jdeftaa, swart* pijp te voorschijn, stopte di«
en stok haar e*n. Hij scheen in gepeAa* verzonken^
Firwij! htj (fat deed. „En niet alleen Lucy heeft rae naar
je toe gestuurd. Bcetil' heeft me al dagen lang lastig
öevaflen. Maar ik heb er we.1 voor opgepast, tot Lucy
het me vroeg."
„Heeft Bostii Je geztuurd? Waarom T"
„Dat snap je even goed als ik. Hij kan njet slapen,
omdat dot roode paard van jou geen oogenblik uit zijn
gedachten is. Niemand van ons heeft Bostii ooit zoo
gezien. Hij heeft 'Sage King opgefokt. Maar hij heeft
altijd naar een groot wild paard «.verlangd. En toen
kwam jij en je paard drong den King uit de lxian
en toen hadt je de poppen aan het dansen."
„Holley, geloof jij, dat AVfldtire den King kan slaan?"
„Wis en drie. Lucy zegt het ook en ik ben het volko-
nseo. met fcfeax teer fk loop niet met 'mUfa mcenihg
te koop, beste jongen. Daar zou ik zelf door in moeilijk
heden geraken. Farlanc en de andere pikeurs rijn op de
hand van Bostü. Van heeft gewoon 'een vrceselijke
antipathie tegen je. En wat hij Bostii en. den pikeurs
van die race vertelt stemt niet overeen met wat Lucy
mij zegt Lucy zegt, dat Wildüje bij den start woest
werd rli wilde den 'Kioq dooien in plaats van to
racen. Zoo kwam het, dat hij drie lengten achter was,
toen Macomber de vlag liet vallen. Lucy zegt, dat de
King dadelijk zijn galop aannam. En rij aan net welen.
En toen kwam Wfldfire van achteren opzetten en 'haalj
den King in.Ven doet een heel ander verhaal."
.,Het is precies zoo gebeurd als Lucy je verteld heeft,"
zeide Slone. „Ik heb Iedere beweging gezien."
„Enfin, daar gaat het niet om. De kwestie is, wat cr
verder gebeuren moet. Bostü1 is woest sinds je hem do
waarheid gezegd hebt. Maar hij houdt zich in, omdat
hij nog met alle hoop opgegeven heeft WildÖre te
krijgen. En je bent verstandig genoeg, Slone, om te
begrijpen, dat je niet bier kan blijven, als Bostii hem
niet koopen kan."
„Dot begrijp Ik. Maar ik zal! Wildfire niet verkoopen."
„Nou jk zou me al deze moeite bespaard hebben,
als ik mo niet ongerust gemaakt had over Lucy. Je moet
ook wan haar denken.
Slone koek Holley bartstochetlijk aan. „Jij1 blijft vol
houden, dat er hoop voor mij is, terwijl ik weet, dat die
er niet is."
„Jij bent maar een jongen," antwoordde Holley.
„Kerel, zoolang cr leven is is er hoop. Ik zal je niet nog
eens zeggen, dat ik Lucy Bostii ken."
SlteflQö kow akst atübtoaa en ntot over