Alicieii Hienws- OE LANGE 4 DE IRMZ, DE WILDE JMHÏ Donderdag 19 October 1922. 65ste Jaargang. No. 7115. Uitgeversj N.V. v.h. TRAPMAN Co, Schagen Arrondissements Rechtbank te AVnnaar. HYPOTHEKEN. FEUILLETON. Gemengd Nieuws. SCHAGEH COURANT. Dit blad verschijnt viermaal pez week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij Inzending tot 'b morgens 8 aur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eorstultkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF no. 20 Prijs per 3 maanden f 1.85. Losse nummers 8 cent. ADVBRTEN- TïëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meez CO cent (bewljano. Inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Zitting van Maandag 16 Octo-ber 1922. Weggebleven. De Bovenkarspeler landlieden Klaas Jonkman en W. Brouwer, die jachtwetsovertreding hadden ge pleegd, moesten het eerst terechtstaan. Geen van bei den toonde belangstelling genoeg om te komen. De eisch was togen elk f 50 of 50 -dagen brommen. Na een, pleitrede van Mr. Zeilemaker luidde het vonnis voor Klaas f 100, subs, 25 dagien en voor Brou wer f 40 of 40 dagen. Niet hoiielijk. Antoon Romijn, een 32-jarige timmerman te West- Graftdijk, had een dorpascboone uithet nabijgele gen Akersloot heftig beleedigd. Het jonge deerntje, Leentje Donker geheeten, was niet contenf met die quaüficatiën. Tegen Toon werd 125 of 25 dagen zit ten gevorderd en hij mag nog van geluk spreken, dat hot vonnis maar f 20 of 20 daagjes aangaf. Vervallen verklaard. Voigen een tweetal verzetzaken van Hannes Kla ver uit Alkmaar, die wegens absentie van gedaagde allebei vervallen verklaard wordon. Lastige klanten. Geert Veeneman en zijn neefje Alle, Heldersche burgers, met geen al te rustige natuur, hel>ben wé- derspannighaid ern mishandeling gepleegd, ten aan zien van .den politie-agent Klaas Hesman. Tegen Geert werd een maand gev. gevorderd en hem werd twee maanden opgelegd. De eisch tegen Alle was f 40 boete of 40 dagen, het vonnis nog f 10 of 10 dagen hooger. Een oproerig drietaL Kees Mienis uit Noordscharwoude, Arie Schrieken, van Barsingerhorn en Wim Hoes uit Haarlem, volg den nu „en corps". Ze waren in den nacht van Dins dag 20 op Woensdag 21 Juni jl. op de kermis te Ver laat, gemeente Oude Niedorp, om den laatsten ker- misnacht aldaar in het cafó van Arie Mljts eens recht „gemütlich' mee te maken. Maar, ijverig pimpe lend, raakten zie zoo zoetjes aan in opgewonden stemming en het „gemüliche" was er voor goed af. Ze raakten In contact met de politie-; die door een j.aar krachtige ambtenaren vertegenwoordigd was. Toen or alle termen waren om Kees naar buiten te hobbelen, gebeurde dat ondanks het verzet van Kees die daarbij door zijn twee vriendjes geholpen werd. Ze konden het met hun drieën lang niet tegen de twee flinke politiemannen bezetten en bereikten niet veel anders dan dat ze alle -drie geverbaliseerd werden. Tegen Kees werd f30 of 30 dagen geëischt. terwijl hij mot oen vonnis tot f25 of 25 dagen werd opgeknapt,; tegen Ariie was de eisch f60 of 60 da gen en- hijl kwam er met f 40 of 40 dagen af en tegen Wim werd gevorderd f 30 of 30 dagen. Zijn vonhiB was f 25 of 25 dagen de doos In. Er mag niet gejut worden. Jan Stolk van Texel eigende zich aldaar in Juli jl. wederrechtelijk enkele aangespoelde schroten toe Dat hout verkocht hij voor 'n krats aan een eiland- genoot, Kees Halma geheeten. Eisch f 25 of 25 dagen zitten., vonnis f 20 of 20 da gen. Dat zaakje had ook voor Kees Halma nog een bit teren- nasmaak aangezien tegen hem wegens schuld holing f20 of 20 dagen word. geroquireerd, waartoe hij ook veroordeeld werd. Dat is de manier niet. De kastelein Sijpe Postma teHoorn, schold den 5 Augustus een klant, die niet best betalen wilde, uit en liep daarmee een eisch tot f 10 of 10 dagen en een vonnis tot f 5 of 5 dagen op. Solidariteit. L&urens Antbohlus Greve uit Alkmaar, belemmer de aldaar op 7 Augustus JL de politie toen die zijn vriend Singel enlberg opbracht,. Eisch f 30 of 30 dagen, hechtenis, vonnis dito. Met een ploertendooder. Simon Petrus, een cementwerker uit Enkhuizen, had op 13 Augustus iets tegen J. ,1. do Boer, aldaar en gaf uiting aan zijn gevoelens door de Boer met een ploertendooder op zijn kop te timmeren. Dat was een amusement dat bij de wet niet. is toegelaten. Dat bleek wel uit eisch en vonnis, die beiden f 50 of 50 dagen zitten aangaven. Een dure mep. De 19-jarige Tenin Vlam van Grootebroek, s.oeg Jan Jong aldaar met een hierfleschje op zijn tronie. Dat liep ook vast. De eisch was 2 maandjes voorwaarde lijk met een proeftijd van een jaar, plus schadever goeding ten bedrage van 'n goeie zestig gulden. Eeni rarer liefhebberij. Gerard Jozef Groot, een jongmensch uit den land bouwenden stand te Grootebroek, amuseerde zich in Augustus jl. ter gelegenheid van. de dorpskermis al daar, door de politie brutaalweg allerlei scuekina- men achterna te schreeuwen. Eisch en vonnis: f20 of 20 dagen, Eau h&idL Gert Visser, inanufacturenkoopman te Grootbroek, had ook mee Grootebroeker kermis gevierd- en toen er roods aardig wat herrie was op die kermis, die dit Jaar wat extra rommelig is gebleken te zijn, hit ste hij de drukke kermisklanten nog dapper aan om den boel maar kapot te slaan enz. Lef genoeg.... maar 't zal nu op „de büul" ankomine, Gert! Eisch f 20 of 20 dagen, vonnis f 25 of 25 dagen. Zoek xnaar 'n geel briefje klaar, jongen!. Als do katjes grauw zijn. Piet Selderbeek te Helder drentelde met onbeken de bedoelingen in een schoonen Augustusnacht de vischrookerij van Kraan binnen. Maar er was perso neel, dus hij kon er niet veel uitrichten. Vermoed word, dat Piet zoo en passant gratis een. hartigheidje had willen, meepikken. Wegens- het in den voor -den. nacht bestemden tijd zich begeven op andermans erf werd tegen Piet f 15 of 15 dagen brommen geöischt. Vonnis f20 of 20 da gen. zitten. Eeu drue dagi voorXees. Kees Kossen, een Zijper koopman, had zijn dorps genoot Westmeier op 14 Augustus -bij een twist ge weldig afgerost en werd opgeknapt met een eisch tot f50 of 50 dagen, terwijl het vonnis luidde f40 of 40 dagen, maarbeklaagde^ werd tevens veruor deel-d om ruim f57 schadevergoeding te tehokken. En dat is nog erger als het heele vonnis! Mishandeling. Bernard Henneman, van Bergen, heeft den 21 Augustus jl. nogal stevig er opgetimmerd, toen hij zijn. dorpsgenoot H. de Jong1 mishandelde. Eisch en vonnis kwamen voor hem neer op f20 of 20 dagon hechtenis. Dure boter. Tedde die Haan van Winkel, was poortsluiter. Hij heeft aldaar als bakkersknecht in de coöperatie „De Tijdgeest" gewerkt (thans is hij daar niet meer) en heeft to enop 18 Augustus jl. wederrechtelijk een pak je boter uit de coöperatieve bakkerij meegenomen, dat hij In zijn jas stopte. Dat is gezien. Eisch f50 of 50 dagen., vonnis f 60 of 60 dagen hechtenis. ALKMAAR. Ie SCHAGtN Uunderdaos In IIOlcl Viedelusl. Zitting van Dinsdag 17 October 1922. De gevonden portemonnaie. De voormalige schippersknecht met. een op dat vak zoo toepasselijker! naam. Dirk Schuit, in de registers van den Burgerl, Stand ingeschreven, vroeger aan de waterrijke streek Langedijk woonachtig, mocht eerst, terechtstaan. Hij huist thans aan de Keins) gem. Sehagen, is geen varensbec|iende meer. maar laat in 't onderhoud van z'n gezin voornamelijk door zijn vrouwtje voorzien, die als kelnerin verdienste in brengt, Zoo deelde de President tot verwijt aan Dirk heden mede. Dirk had een pohteironnaie met geld gevonden te Oudesluis en zich den buidel met inhoud wederrech telijk toegeëigend. De helft van het geld dat er in zat, gaf hij aan zekeren Kruin, die met hem fietste op het moment van de vondst, die in totaal ruim f55, bedroeg, dus voor elk een aardigheidje van dik f27 opleverde. De landbouwer H. C. Veltman. uit de Zijpe, had de portemonnaie met geld verloren. Had Dirk het zaak je maar stil laten liggen. Of anders er aangifte van gedaan, dat hij de vondst deod. Met het feit dat 26 Juni ji. plaatsvond, haalde Dirk zich nu een eisch tot een maand brommen op den hals. Petrus Johaimes Krum. laatstelijk kaasmakers- knecht In Sint Maarten. thans gedetineerd had ruim f27 van de vondst van Dirk Schuit van zoo even aangenomen en zich daardoor aan heling schul dig gemaakt.. Deswege werd tegen hem ook een maand gev. geëischt, Mr. C. J. de Lange, pleiter, vroeg ontslag van rechts vervolging. subs. voorwaardelijke veroordeeling. Overtreding der stedelijke verordening. Een 54-jarige melkverkooper in Den Helder, Si mon Bremer genaamd, had de stedelijke verorde ning overtreden bij het verkoopen van melk en was door den Kantonrechter ontslagen van rechtsvervol ging. Waarvan de Ambt. Openb. Min. in hooger be roep ging. Dat nu behandeld werd. Mr. Bnis uit Amsterdam vertegenwoordigde den beklaagde cis gemachtigde. De O.v.J. vroeg f5 of 5 dagen hecht. Mr. Buis daarna als pleiter een uitgebreid plei dooi houdende, vroeg bekrachtiging van het kan te nrechterlijk vonnis, waarbij zijn cliënt was ontsla' gen van rechtsvervolging. 'n Helder oogenblik. Jan Visser, een 38-jarige. knoestig, maar niet schrander uitziende jeneverlievende stratenmaker uit Hoorn, (gedetineerd) had te Schermerhorn een onbeheerd rijwiel van Klaa9 Out gegapt. Het karre tje deugde niet en een paar hondedr metef verder Het Jan het vehikel weer doodleuk liggen. Zeker vcor een anderen liefhebberdie er trouwens uok niets aan zou hebbenJan bad intusschen daar mee toch oneerlijkheid gepleegd. De O.v.J. vorderde tegen Jan, in wien Z.E.Gestr. een ouden bekende in de rechtspraak zag, een jaar gevangenis. Zoo dom was Jan nog niet. of hij had nog het benul om een lichtere straf te vragen, 'n Helder oogen blik!.... Mr. Kusters. verdediger, vond een jaar gev. *n te zware straf en verzocht een lichtere straf. PedelartJ. Dirk de Wit, een zwerver, zonder vaste woon plaats. had in September jl. te Alkmaar gebedeld. Tegen hem werd nu 3 dagen, hechtenis en 2 jaar en R maanden rijkswerkinrichting gevorderd. Twee zaakjes met geslot-on deuren/ tut besluit. A s Dinsdag uitspraken. naar het Amerikaansch door ZA.NE QREY, Bewerkt door W. J. A. ROLBANU8 J*. 35. Voor het avondeten ten einde was begreep Lucy dat Creech somber en droefgeestig was, omdat hij besloten had tot een offer, dat moeilijker te brengen was dan hij in de eerste opwelling van zijn edel gevoei gedacht had. Maar zij twijfelde niet langer aan hem. Zij was veilig. De King zou teruggeven worden. Zij' zou haar vader dwingen Creech paard voor paard te betalen. En misschien zou de les, die Bos til kreeg, alle leed, alle smart, die het haar gekost had, waard zijn- Toen zij dien nacht lag te luisteren .naar het huilen van den wind in de dennen, kwam een vreemd voorge voel als een mysterieuso stem tot haar met de zékerheid, dat Slone haar op het spoor was. Den volgenden dag scheen Creech alle somberheid van zich afgezet te hebben. Toch was hij niet spraak zaam. Hij deed niet veel anders dan van den rand hf kijken. - Lucy begon zich uitgerust te voelen. Die lange tocht met Creech had haar mager en sterk gemaakt. Uren lang lag zij in de schaduw van een ceder op den rand, die haar tegen zon en wind beschermde. De wind vooral was iets vrccsolijks. Er blies een storm uit het Westen, die door de dennentoppen huilde en het lange witte gras neersloeg. Dien dag moest Creech rotsblóloten om het kampvuur stapelen, om te verhinderen, dat het uitwoei. En voortdurend areigde het gevaar, dat het gras in brand zou raken. Lucy vroeg aan Creech wat er in dat geval gebeuren zou. „Het gras zal, denk ik, zelfs tegen dezen wind in terugbranden. Ik zou het vreeselijk vinden als de bos- schen in brand raakten voor er regen kwam. Het is de langste, droogste zomer dien ik ooit heb meegemaakt. Zonder dat zouden mijn paarden Dit is een Westen wind en hij zal wel regen meebrengen." Don volgenden dag omstreeks twaalf uur, toen het hard stormde en drukkend heet was, werd Lucy wakker uit een sluimering. Creech stond naast haar. Toen hij zijn blik van den canon afwendde, glimlachte hij'. Het was een triomphantelijk en droevig glimlachje Iegelijk. ,Joel komt met de paarden." Lucy sprong, bevend en zenuwachtig, op. Oh..., Waar, waaTT* Creech wees zorgvuldig niet gebogen hu na, precies als een Indiaan, maar Lucy kon of de richting niet volgen of niet ver genoeg zien. „precies langs de helling van dien rooden rotsmuur. Een rij paarden. Net een paar mieren.... En nu krui|>en zij uit het gezicht." „Ik kan ze niet zien," riep Lucy uit.. „Weet je Jiet ze&er?" „Positief zeker," antwoordde hij. „Joel komt. liet zal niet lang meer duren of hij is iiier. Het zal hél beste zijn hem hier te laten komen. Want hier is water en gras. Eu beneden is er zoo goed als niets." Het scheen Lucy een eeuw toe, voor zij paarden zag zigzaggen door de kloven. Zij rilde, toen zij Sage King en Sarchedon herkende. Dan verdwenen de paarden weer. Creech ging verder met ^jn kampwerkzaamheden. Zoolang zij hier waren, had hij altijd voor het middag maai gezorgd. Luc zag de paarden het eerst weer. Zij gilde Jict uit. Creech sprong naar haar toe. Joel Creech, op Sage King en met Sarchedon aan den teugel, kwam aangailoppeeren. De andere paarden volg den. „Wat beteekent die haast?" vroeg Lucy. „Na uit den canon geklommen te zjjn, moest Joel de paarden niet zoo Jagen" „Hij zal een flink, pak slaag krijgen, als ér geen reden voor is," bromde Creech. „De paarden zijn nat." „Kijk eens naar Sarch. Hij heeft Joel altijd gehaat." ,,Ik vertrouw het zaakje niet. Kijk eens naar Joel." prevelde Creech. terwijl hij zijn zoon tegemoet liep. Lucy vloog hem voorbij. Zij zag alleen Sage King. Hij zag haar, herkende haar en hinnikte, zelfs terwijl Joel hem inhield. Ditmaal toonde de King blij te zijn, dat hij Lucy zag. Hij had het zwaar te verantwoorden gehad Maar hij was niet uitgeput alleen warm en nat Zjj vergewiste zich daarvan en ging dan den stei- gcrenden Sarch kalmeeren. Hij werd dadelijk rustig en auwde zijn grooten neus bijna in haar gezicht. Zij streelde zijn langen, wannen nek. Hij beefde over al zijn leden. Lucy hoorde de andere paarden aanstormen; zij herkende Two Face's gehinnik; en in haar blijdschap wilden zij ze tegemoet loopen, toen Creech's hee$cnc stem haar tegenhield Het zien van Joei's gezicht deed haar plotseling bang worden. „Wat zeg je?" vroeg Creech. „Ik had een goede reden om de paarden naar boven te laten galoppeeren dat is allés." „Vooruit ermee." „Gordts en Iiutch." EEN PROCES WEOENS GODSLASTERING. Het eerste proces wegens godslastering sedert de revolutie is dezer dagen te Berlijn gevoerd. De be klaagden waren de schrijver Karl Eiristein en de uit- „SVat?" brulde. Creech, de» bieeken Joel beetpakkend en èaov öUtaar ftofcutidkuxl. „Gordts en Hutch hebben mij gezien. En zij zijn vlak achter ine." Creech nam het vreemde gezicht van zijn zoon goed op. Dan keerde hij zich ora. „Help me pakken. En Jij ook. We moeten zoo gauw mogelijk weg." Lucy verzette zich tegen een flauwte, die haar nutte loos dreigde te maken. Maar zij trachtte te helpen en dat maakte haar flinker. De Creeches hadden niet lang noodig om het kamp op te breken. Maar het bijeenkrijgen der paarden dreigde oponthoud te geven.7 barchedon had Dusty Ben en Two Face meegelokt naar het gras. Toen Joel ze ging halen, galoppeerden zij naar de bosschen. Joel kwam gauw terug. „Jij bent me ook een paardenkenner," riep Creech minachtend uit. „Wil ik ze met den King vangen?" „Neen. Houd den King vast" Creech wilde Plume gaan vangen, maar het zenuwachtige en slimme dier ontsnapte hem. Creech gaf het op. ving zijn eigen mustangs en haastte zich naar het kamp terug. „Lucy, als Gordts jacht maakt op Sarch en de andere, is net des te beter voor ons," zeide hij. Weldra reden zij het bosch in. Creech voorop, Lucy in het midden en Joel op den King in de achterhoede. Twee ongezadelde mustangs niet de bagage werden voor- uitgejaagd. Een koude angst had Lucy's hart weer aangegrepen. Wat zou het einde van deze vlucht zijn? De manier, waarop Creech omkeek, maakte haar angst nog grooter. Hoe vreeselijk zou het zijn, als Cordts uitvoerde, waar hij altijd mede gedreigd had haar en den King ont voeren. Lucy verloor haar vertrouwen in Creecch. Zij keek niet meer naar Joel. Een keer was voldoende geweest. Zij reed verder met een zwaar hart. Toch had zij nooit meer gelet op haar omgeving. Het bosch wenl al dichter en dichter. Den hemel kan zij slechts zien door een groen gékriskas van loof, dat in het huilen van den storm zwiepte. Toen zij uit het bosch kwam en een zacht gooiende grashclling afreden naar een opening in den canon, herkende Lucy tot haar verbazing die plek. Wat hadden zij het bosch gauw doorgereden. Creech steeg af. „Stap af, Lucy. En jij, Joel, geef mij fiuw dat kleine pak.... Ik neem Lucy en den King mede ierheen. Jij gaat dien kant met de paarden en doet alsof je het spoor verbergen wilt, maar je doet het niet. Begrepen?" geveErnst Ro^voblt. Einstein "had een boek ge schreven, „De kwade boodschap", waarin, hij Christus in onze moderne maatschappij Iaat. optreden. Chris tus wordt geplaatst tegenover zakenlui, woekeraars en speculanten. De aanklacht houdt in, dat het boek een beschimping van den cbristelijken godsdienst is, een vernedering van Christus, van de Moeder Gods en do leor van de opstanding, en zondenvergeving. Uit het- proces bleek, dat de fabrikant Schaufler, uit Neutlingén, een klacht had ingediend. Hij had uit artikelen in de Kreuzzeitung van het boek kennis gekregen, en geoordeeld, dat het boek een beschim ping van den christelijken godsdienst bevatta Hij had daarop in de Kreuzzeitung een advertentie ge plaatst, waarin hij her., die aan het boek aanstoot namen, uitnoodigdë, zich bijt hem te vervoegen. Twee personen hadden zich opgegeven, hij had toen het boek gekocht en een aanklacht ingediend. De per soon van Christus werd in het boek zóó naar beneden gesleurd, dat het een slag in het gelaat van ieder christenmensch was. Op een vraag van den verde diger, Wolfgang Heine. of niet bij hem het gevoel was opgekomen, dat daarmee slechts de slechtheid van hen gekenschetst werd, die op deze wijze over een zoo heilig mensch als Christus oordeelen, ant woordde Schaufler, dat Christus de God der Duit- s'chers is, de God van den Christel ijken staat. Het was ongehoord, dat dergelijke dingen konden wordien geschreven. Als deskundige werd o.a. de predikant Mauff ge hoord. De uitbeelding van deni persoon van Christus aldus deze getuige was zoo vol smaad en laster dat geen twijfel aan de bedoeling van godslastering mogelijk was. Hij trachtte dat te bówijzen door ver schillende gedeelten uit het boek aan te halen. De christelijke kerk, haar instellingen en gebruiken, het. wondergeloof, de Heilige Schrift, de opstanding en de verlossing waren zóó geteekend, dat ze als be schimping mopsten worden opgevat. Spot en hoon, ironie en satyre -worden over Christus uitgestort, zóó, dat orgieën van fanatieke bespotting van de Christe lijke kerk moeten worden ontketend in kringen, die elk contact met het christendom hadden verloren. Hier stort zich het bolsjewisme op het christendom. „Als het met dit streven zoo doorgaat, dan zijn wij verloren, dan wordt elk gezag ons ontnomen." Tegen over deze deskundigen traden anderen op. De lector dr. Paul Meyer, Thomas Mann, prof. Köster, prof. Tönniet gaven mondeling of schriftelijk zeer waardeerende oordeelvellingen over het boek. De beklaagden zelf ontkenden, dat het hun te doen was om Christus te hoonen, ze wilden slechts de diepe klové aanwijzen tusschen de huidige wereld en Christus. „Christus zou aan de wereld van nu moe ten tegronde gaan, omdat de liedenLdie zich christe nen noemen, dat niet zijn. De psychiatrie, -die met primitieve middelen werkt, zou Christus voor krank zinnig verklaren. De titel wil geen tegenstelling tot het Evangelie uitdrukken, maar alleen duidelijk ma ken. dat uit de blijde boodschap niet veel geworden is, dat men nog steeds moordt en kwaad doet De officier van justitie was van ooreel, dat hier van godslastering sprake was en eischte 6 maanden gevangenisstraf. Het geïncrimineerde boek is in beslag ogenomen, nadat 250 exemplaren verkocht waren. EEN EIGENAARDIGE VERVOLGING. De magistraat van Marlborough Street heeft dezer dagen oen 70-jarig heer wegens hinderlijk optreden in ITyde Park veroordeeld tot het maximum der daarop gestelde straf, een geldboete van 5 pond. De Lngelsche bladen hebben uitvoerige verslagen gege ven van dit geval, waarschijnlijk ook wel om de po sitie van den veroordeelde, Sir Almeric Fitzroy, se cretaris van den Privy CounciL De zaak komt in het kort hierop neer, dat Sir Almeric afgesproken had zijn vrouw 's avonds bij Hyde Park te ontmoe ten en daar hij wat vroeg was vooraf een wand el in- Joei xchudde zijn hoofd. Hij zag er gemelijk, vreemd uit. Zijn vader herhaalde wat hij gezegd had. „Wil je Gordts het spoor bijster doen worden?" vroefi^Joel. „Natuurlijk. Hij zal jou wel inhalen. Maar daar be hoef jij niet bang voor te zijn." „Ik doe het met." Waarom niet?" vroeg Creech langzaam, maar met verheffing van stem. „Ik ga met jou mee. Wat is je bedoeling met dien truc, vader? Je zal op die manier terug gaan nadr den Ford. En we zullen veiliger zijn, als we den ande ren weg nemen." Creech trirhtte blijkbaar met inspanning van alle krachten zijn zelfbeheersching te bewaren. „Ik breng Lucy en den King naar Bostil terug." Joel herhaalde de woorden, langzaam de beteekenis begrijpend. „Allebei. Het meisje.... En den King terug geven. „Ja, allebei. Ik ben van besluit veranderd, Joel. En —Jij Maar Creech voltooide niet wat hij wilde zeggen. Joel werd door een vreeselijke dolheid aangegrepen. Op dat oogenblik brak misschien de laatste draad, die zijn geest aan zijn denkvermogen bond. Zijn gezicht werd groen. Zijn vreemde oogen puilden uit. Schuim stond op zijn mond. Hij sprong, blijkbaar om bij zijn vader te komen, maar hij sprong èen heel andere richting uit. Toen hij zijn gezichtsvermogen teruggekregen had, keerde hij zich om en maakte hij vreemdè gebaren, steeds door onsamenhangend vloekend. Het gezicht van zijn vader begon walging uit te drukken. Dan begon Joel eenigszins begrijpelijke taal uit te slaan. „Houd je mond,' brulde Creech plotseling. „Dat doe ik niet," schreeuwde Joel. „En jij zal dat meisje niet thuis brengen.... Ik zal haar meenemen.... En jij brengt de paarden thuis." uJe bent gek," gilde Creech heesch. „Ze hebben het altijd wel gezegd. Maar ik heb het pooit geloofd." „En als ik gek ben, heeft die meid het me gemaakt... Weet ie wat ik doen zal?.... Ik zal haar spiernaakt uitkleeden en dan Lucy zag den ouden Creech voorover buigen en slaan. Zij hoorde den doffen slag. Joel vie! neer. Maar hij krabbelde weer op; ziin oogen en "zijn mond deden Lucy denken aan een dollen hond, dien zij eens gezien had. Het feit, dat hij tweemaal naar zijn revolver voelde en dien niet vinden kon, bewees, dat zijn geestvermogens niet meer werkten. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 1