ROMMELKRUID. LOS en VAST. ogte-*.*"" dijkte Zijpe aanlegde, wijzen echter de grond en de menigvuldige wortels van zware boomen, die men hier van tijd tot lijd heeft opgedolven,, duidelijk aan, dat hetzelve met het aangrenzende Impkewerfö) tot het oude Hoogeland behoort hebbe. Uit dien hoofde zijn wij het met hen eens, die hier aan eene dier heilige Hallen of bosschen denken, waarin onze voorvaderen gewoon waren, hunnen af go de- dienst te verrigten. In dusdanige Hallen ston den hu.ine afgoden, aan welke hunne priesters offers toebragten; daar voorspelden deze, door den geest der Groote Media bezield, goed en kwaad over land en volk, ja, daar spoorden zij hen tot Vrede of oorlog aan, al naar dat zulks met hunne bijzondere inzigten overeenkwam, terwijl zij door hunne leken blindelings gehoor •rji a_m d werden. Wille brordus, op het einde der zevende eeuw, uit Engeland hier overgekomen, predik te (gelijk (bekend) het Evangelie met zeer veel vrucht. Was hot nu hier, op dezen driesprong, waar nog heden die witte paal staat, dat W i 1- lebrordus, of een der zijnen, die blijde bood schap met zoo veel zegen verkondigde, dat zeer velen dezelve aannamen, geloofden, en zich in het belendende meer lieten doopen? Ging men van hier In optogt naar do Halle, die nu op eenmaal hare heiligheid •verloren had, ten einde de afgodsbeelden te vernielen, de altaren ter neder te werpen, en de boomen omver te houwen?.... dan voorzeker verdiende deze driesprong wel, dat men denzelven door eenen gedcnkpaal kenmerkte. „Later had men hier „gewis een kruis of kapelletje opgerigt; maar „de Christenen van dien tijd gevoelden te veel „eerbied voor den Gekruigten, dan dat zij met „dat schandhout, waaraan de Verlosser voor „hen zoo bitter leed, en zulk eenen schandelij ken dood onderging bij alle gelegenheden zou- „den pronken. Het was toen den Gekruisten, „en niet het vervloekte kruishout, welken men „goddelijke eere bewees. Het toeken des krui- „ses was toen niets meer, dan eene eenvoudi- „ge leus om elkander van de Heidenen te on derkennen. Om, door het maken van dit tee- „ken, den duivel te verdrijven, had men toen „nog geen denkbeeld; dit, zoo wel als het „plaatsen van kapelletjes op kruiswegen en „elders, is veel later door den beuzelgeest der „middeleeuwen uitgovonden."6) Wordt vervolgd. 1) Thans nog (1828) staat op diezelfde plaats een wit paaltje. Zie verder het Voorberigt. 2) Men denke aan de Schager Appelmarkten. 3) De plaats, namelijk, van zekeren Wi- chers, wiens broeder, in 1534, op beschuldiging van de partij der Wederdoopers toegedaan, te zijn, ter dood gebragt werd. Zie de Schager Kronijk, en andera 4) Dit meer is nu geheel droog, maar wordt nog de Meer genoemd. 5) Eigenlijk Heim- of Huiswerf. 6) Dit was in mijn handschrift, met eene andere hand, aan den kant geschreven. den komen, vooral met het oog op Henk's ge zondheid. De luftit hier is zoo goed voor hem". „*t Is wat moois", zei de juffrouw knorrig,,, nu moet U op Uw leeftijd nog twee zulke kin deren in huis neimeni Waarom neemt Uw doch ter in Groningen ze niet?" „Ik zei U immers al, dat onze buitenlucht voor Henk zoo goed is. Bij mijn dochter zou hij die midden in de stad niet veel kunnen ge nieten 1" „*t Bijn heel lastige kinderen", zei juffrouw Jansen een poosje later, „U mag ze wel niet- verwemnen." „Laat dat maar aan mij over, juffrouw", zei mijnheer van der Horst, De juffrouw zweeg. Ze vond het vooruitzicht, om over een maand een paar kinderen in huis te krijgen, niets prettig. Mijnheer van der Horst kende zijn huishoud ster. Hij wist, dat ze humeurig was, .maar toch een goed hart had. Reeds elf jaren deed zij de huishouding, en nooit had hij er zich over be klaagd, dat hij haar in dienst genomen had:. Loes en Henk waren de kinderen van mijn- heeris jongsten zoon, die stierf, toen Loes vier en Henk twee jaar was. Twee jaar daarna stierf ook hun moeder, en nu namen tante Le- na en oom Piet de kinderen' in huis. Ruim vijf jaren waren zij er nu al geweest, en nu Oom en Tante besloten hadden naar Indié te gaan, was het 1 beste, ze bij Grootvader te doen Mijn- In den oertijd, eenige duizenden jaren geleden, toen de mensch nog nolbewoner was, schepte hij er behagen in aoo nu en dan een zijuer meuemen- schen do hersenen in te slaan met een eindje hout of 'een knots. Vooral minnenijd was vaak oorzaak van deze liefelijke bezigheid. Tegenwoordig, nu de mensch een cultuurwezen genoemd wordt, ceü duizelingwekkende hoogte van beschaving heeft bereikt, doet hij niet meer zoo ruw Hij heeft nog wel rijn liefhebberijen, die hij uilingen van sport noeuit. En een van che sportieve daden komt tamelijk veel overeen met wat de holbewoners doden. We bedoelen liet bok sen. Niet reet een stuk hout gaan ze elkaar be- wciken, neen, de beschaving heeft het elkaar toe takelen veredeld. De boksers hebben hun handen in zwachtels gewikkeld en daarover worden dikke, gewatteerde handschoenen aangetrokken. En dan mogen ze volgens bepaalde regelen elkaar toe takelen aoo hard ze verkiezen. Dit heet sport. En hij, die de hardste meppen w<*et uit te deelen en zijn tegenstander het gruwe lijkst kan toetakelen, wordt door het publiek toe gejuicht als een held. l)e Fransche bokser G a r p e n t i e r, die reeds menige overwinning behaalde, heeft nu zijn man gevonden in den oenegalschen neger Sild, den bloerlneus-proleet, zooals Charivarius hem in de Groene Amsterdammer noemt. Carpcuticr word khock out geslagen en moest meer dood dan levend worden weggedragen. En nu gaat men oen neger bokser ecren nis een held. In Rotterdam is men tot de ontdekking geko men, dat Siki met een Rotterdauisch meisje getrouwd is. En Rotterdam eischt nu ook een deel van de «er op. Kan het maller? Voor de lezers, die misschien nooit een boks wedstrijd hebben meegemaakt, geven we een korte beschrijving. De wedfetrijd vindt plaats in den ring, een hoog podium van 7 M. ongeveer in het vierkant en met stevige touwen omgeven. Het slaan op «en koperen bekken geeft het s in tot den aanranf. De boksers verschijnen op het podium met hun helpers, de eersten in, de laat- sten buiten den ring. De beroepsboksers maken IX) ronden van 3 minuten. D.wjc. zij boksen drie minuten, waarna een kleine pauze van 1 minuut gehouden wordt. En ztoo tienmaal achter elkaar, als tl© strijd ten minste niet eerder beslecht is. De boksers hebben geen kleeren aan, alleen een zwembroekje en korte sokken met gummischoe nen. Hun handen zijn in dikke hokshandschoenen gestoken, zooals reedt boven beschreven. En dan bcffint de strijd. Deze geoefende men- schen met hun krachtige knuisten timmeren er maar op, en -niet zuinig ook. Ze mikken voort durend op eikaars gezicht en op de maagstreek. Want het doel is den tegenstander knock out heer van der Horst vond het een aardig voor uitzicht, zijn kleinkinderen om zich heen te hebben. Jammer, dat juffrouw Jansen er niet zoo over dacht. II. Da aankomst. Zwak ijs. De dag was aangebroken, dat Loes en Henk bij Grootvader zouden komen, 's Morgens vroeg was juffrouw Jansen al in de weer, om alles in de puntjes ft hebben, want al vond ze het nu niet prettig, dat de kinderen kwamen, ze wil de toch laten zien, dat zij iemand was, die haar gasten behoorlijk weet te ontvangen. Ze zou dan ook heel boos zijn geweest, «IsIemand aanmerkingen had gemaakt op haar werk. Om elf uur zou mijnheer van der Horst zijn kleinkinderen met z'n rijtuig van het station afhalen in de stad. „Ze kunnen best alleen komen, vind ik," zei de jufrouw vinnig, toen mijnheer aanstalten maakte, om weg te gaan. Hij keek zijn huis houdster ernstig aan.* „Juffrouw, ik hoop, dat U vriendelijk voor de kinderen zult zijn", zei hij. „Als ze dan ook maar een beetje toeschiete lijk zijn", antwoordde de juffrouw., „de keeren dat ze hier geweest zijn, waren ze voor mij niet bijzonder aardig, vooral dat meisje niet!" „Ik hoop, dat mijn zoon en dochter hen ge leerd zullen hebben, voor ieder mensch, dat te slaan. Wat dat beteekent? Wel heel eenvoudig, iemand is knoeit out, als hij zoo'n oplawaai heelt gekregen, dat hij in elkaar zakt en minsten» 10 seconden blijft liggen. Het gaat in ronden van drie minuten, schreven we. Welnu, als een ronde ulgeloopen is, komt de korte pauze. En dan komen de helpers in actie De boksers gaan in een hoek van t podium op een stoel zitten, Ze hangen zooveel mogedj'k achterover en strekken hun armen langs de touwen uit. De helpers wassohen de natte glimmende zwectlicha- men met spons en water al en drogen ze na met handdoeken. Zij geven wat te drinken en bren gen aan de uitgeputte lichamen weer wat ver kwikking. Langer dan één minuut evenwel duurt dit niet. Eu uuü ocgint het meppen, slaan en slooten opnieuw. Als men de beschrijvingen leest van die eente beroepsweosu'ijden, in ahe details precies weergegeven, uan griezelt men, zoo takelen zij elkaar toe. liet einde is meestal, dat een der krachtmenschen suf geslagen is en met bloeaueus, gebroken uunii, óf iets dergelijks wordt wegge dragen. Den overwinnaar wordt dan een ovatie gebracht en het puhliuk juicht, raast en tiert als een beze- Lene. iwintgste—eeuwsche beschaving W ij kunnen veeel voor sport voelen, als het niet overdreven wordt, maar de bokssporl doei ons toch aan als iels ruws, den beschaafden mensch onwaardig. Ais men dan persé alles wil eeren, wat op een of aouere wijze uitblinkt, waar is dan het einde. Dan is er ook iets moois te zien in het werk van den meest geraffiueerdeu s.c.h.ea.i»i.^u wie doet dat nu bij do Derby-races zag een detective een man op verdachte wijze rondscharrelen tussciieu hei publiek. L>o man werd incqjenomen naar het politic bureau. Maar onderweg liet hij een klein instru ment vallen, hetgeen door den detective opfeilïeikt werd, die het dingetje opraapte. Het bcMuiiu uit een plat dun stalen plaatje, waarop een vlijm scherpe helft van een schaar neerkwam. Men begreep eerst niet, waartoe dit instrument diende. Maar de gearresteerde deelde ten s.oue mede, dat het een instrumentje was om polshorlo ges te stelen bij de wedrennen wacht de dief toi de drager van ecu iiolshorloge sterk de aandacht gecon centreerd heeft op den wedstrijd. Dan schuifi iuj hei stalen plaatje onder het riempje waaraan het horloge bevestigd is en kuipt met de schaar, die ooor hel leer gaat alsof het papier was. Het hor- Loge vait op den grond en wordt door den dief opgeraapt. Voor horloges', die aan gouden-, zilveren- of platina armbauden bevestigd zijn, gebruikt de dief een soortgelijk instrumentje. We geven toe, dat het vernuftig bedacht isj maar ueuken er toch geen oogenblik aan den ge slepen dief als een held te vereeieu. L. a n ui' u, de vrouweumoodrenaar, had ook voor hen vriendelijk is, ook vriendelijk te zijn!" Toen draaide de oude heer zich om en ging naar buiten, waar Janus de knecht met 't rij tuig stond te wachten. Toen de trein aankwam, zag mijnheer al da delijk een meisjeshoofd, dat door *t raampje keek, en hij herkende zijn kleindochter. Zoodra de trein stopte, sprong er, voordat Grootvader had kunnen helpen, een! meisje van een jaar of elf uit, langzaam gevolgd door een bleek, tenger ventje. „Dag grootpapa, bent u er zelf? Prettig, dat we er zijn", en Loes omhelsde Grootvader on stuimig. Henk kwam langzaam naderbij. ..Dag grootpapa", zei h ij met zachte stem, „hoe gaat het met u?" Toen ze in het rijtuig zaten, begon Louis dade lijk druk te babbelen. „Fijn hé, Henk. dat we voortaan buiten zullen wonen! Zeg grootpapa, mag ik ook eens op den bok zitten en zelf mennen?" „Later kindje, in den zomer". zei grootvader. In stilte vergeleek hij de beide kinderen met elkaar. Vlak tegenover hem zat Loes flink recht op. een kleur van opwinding op haar gezicht, druk te redeneeren: En naast hem, ineengedo ken. zwijgend en stil, bleek van de kou, zat Henk. Als Grootvader iets vroeg, gaf hij beleefd antwoord, maar meer zei hij ook niet. Wordt vervolgd. iets zeer bijzonders over zich, dat hem van zijn medemenschcn onderscheidde. Maar als een held vereerd is hij toch niet. Want wat hij uithaalde kon niet onder sport gerangschikt worden. Vrouwen vermoodren is nu eenmaal nog geen sportbeoefening. Maa .relkaar bont en blauw slaan voor het oog van een groote schare toeschouwers, dat is wel sport Bij al de narigheid gedurende het Landru— proces, bleef toch de komische noot ook bewaard- Een der advocaten zei tijdens de pleidooien: „Aanvankelijk heeft men dit misdrijf eigenlijk niet au sérieux genomen. Voor het groote publiek is Landru een Don Juan, de man met twee honderd drie en tachtig vrouwen. Twee honderd drie en tachtig vrouwen, stel u dat eens voor." En toen riep iemand van de dicht bezette pu blieke tribune; „Geen wonder, dat hij Zijn hoofd gaat verliezen." Het was gedurende de zittingsdagen van dat groote proces te Versailles hijzonder druk, waarvan vooral de bankethakkers geprofiteerd heb ben. Hun winkels werden gedurende de pauze eiken dag bestormd door de hongerige bezoekers van de publieke tribune. Een groote schare Panj- zeuaars trok eiken dag naar Versailles. Dus toch een publieke vermakelijkheid, dat Landru-proces We zouden 't haast gelooven. Een soort van sport dus. Toen het vonnis uitge sproken was, waren er dames, die smeekten pm een haar uit den baard van den móordeuaar. Wij hebben ons legen het boksen verklaard als sport Maar we t wijf den alreeds of dal standpunt juist is. Als zelfs het vrouwen-moorden door velen, getuige het druk "bezoek te YersaiUes, uit een sportief oo^rnnt bekeken wordt, dan Is de wereld gek geworden? ÜL v--t,yag-B?gg BIJ DE VERLOVING VAN DEN EX KEIZER. Zoo neemt dan nu Uw roem voorgoed ecii rinde, Die steunde op Uw gestorven gemalin, Het voorbeeld van opofferende liefde, De Moeder van het Duitsche Huisgezin. Ze was Uw troost in harde oorlogsjaren, Toen t noodlot U met zware slagen sloeg En de verwildering in stervensbange tijden. Tenslotte :t onvermyd'lijk offer vroeg. Toen heeft ze U aan 't leven weergegeven, U doen gelooven aan wat stil geluk In eigen kring, ver van veel dwaas bceeeret. Ver van Uw plots verbrijzeld Keizersjujc! Men had voor U een doornenkroon gevlochten. De „Kaiser-haat" ging zengend in het rond. Toen heeft ze vaak haar zachte vrouwenhanden Aan die voor U gevlochten kroon gewond t Ze heeft Uw levenstreurspel helpen spelen, Dat groeven kerfde in ha^r moe gelaat, Ze bleef aoo dapper door haar groote liefde En ondanks al, ae eerste vrouw van Staat Üfc «Me Q tfp rif UW zwese Ze waakte troostend menig bangen nacht, Totdat ze al haar kracht had uitgegeven En toen ze stierf, was heel haar taak volbracht Héér offer zal in Duitschland blijven levestp Ten spijt van feilen revdlutiebrand, Uw oef er wordt bespot vaak en veroordeeld, Uw rol ii uit in 't hong rend vaderland En telken jaar trekt men naar 't Mausoleurd £1) Ten trouw devoten, stillen doodengroct, Men lacht om U, om al Uw zwakke daden En om Uw burgerlijken levensmoed: U resten nog een luttel aantal jaren, Waarin «"als ideaal hebt afgedaan, Waarin men breed Uw zonden uit zal meten, Door Uw benepen, burgerlijk bestaan Welaan dan Keizer, roept Uw feestgenooten, Nu zich Uw bruid ten blijden bruidsdag tooit. Het lied is uit 't verleden zij vergeten. Maar 't Duitsche volk vergeet z'n Moeder nooiti October 1922. KROES. Nadruk verboden. (1) Graf der Duitsche 'Keizerin. WARE WOORDEN. Ook de menschen worden voor het meerendeel eerst dén werkelijk ryp, wanneer de herfst komt Zelfs-respeet, zelf kennis en zeU-beheersching, dat zijn de eigenschappen, die het leven van een menséh met zekerheid in de goede richting en tot het succes brengen. Eenzaamheid is voor den geest datgene, wat dieet is voor het lichaam. Ware vreugde is de kracht, het geloof in ons zelf en in anderen, het vertrouwen in het leven Zoekt het goede In alle dingen en schep be hagen in do menschen en dingen zooals zo zijn. Het is nuttiger in de harten te kunnen lezen dan in de boeken. Even laehen. GEEN GERUSTSTELLING. Een eerzame wandelaar raakte in doodsangst voor eeni grooten hond, die luid blaffend tegen hem opsprong. „Wees niet bang", zei de eigenaar van het beest. Denk aan het spreekwoord: blaffende honden bijten niet." „Alles goed en wel", zei de wandelaar, „jij kent spreekwoorden en ik ken spreekwoorden^ maar de hond kent ze niet." VERSTROOID. „Vader daar loopt een spin tegen! het plafond!" Vader in z'n krant verdiept: „Trap ze dood, jongen, en^laat me met rust." EEN VLUGGE GEEST. Onderwijzer: „Kent ge de letters al, Frans?" Frans: „Ja mijnheer". Onderwijzer: „Welnu welke letter komt ach ter de A.?" Frans zegevierend: „Allemaal I" DE SCHOONMOEDER. „Waar gaat mevrouw N. nu wonen, nu haai beide dochters getrouwd zijn? Bij haar schoon zoon in Rotterdam, of bij haar schoonzoon in Amsterdam?" „Och, de een wil haar in Rotterdam hebben, d ander in Amsterdam." e „Wel, wel, wat 'n paar voorbeeldige schoon zoons!" „Ja maar, begrijp me wel, die een uit Rot terdam wil haar in Amsterdam hebben, en die uit Amsterdam wil haar in Rotterdam hebben.' DE GEHEIMEN VAN DÉN PAtINS. Wij deelden indertijd mede.; aldus de Tel., dat ér onder leiding van den Deenschen zoöloog Johs. Schmidt een diepzee-expeditie zou worden ondernomen welke zich het onderzoek der biologie van den paling ten doel stelde. De „Manchester Guardian deelt de belangrijke resultaten van deze expeditie mede, waaraan wij' het volgende onti eenen De volwassen palingen een mannelijke paling Is volwassen op 5; of B, een vrouwelijke van 5 tot 20-jarigen leeftijd uit alle rivieren, meren en golven van Europa, gaan in den herat en in den winter naar zee. Zai rusten overdag en reizen das nachts, voornamelijk bij nieuwe maan. Waar schijnlijk leggen zij tien mijl1 per nacht af. Wan neer aj de onen zee bereikt hebben, keeren zij nooit terug. Wy weten nu echter wat er met hen gebeurt De plaats waar zij zich paren en waar de larven der palingen geboren worden is een begrensd gebied in den Noord Atlantischen Oceaan onge veer 2500 mijl ten Z. W. vap Engeland en 500 mij ten N. O. van de Leeward Eilanden. Hier worden de larven van den paling geboren in de lente en den voorzomer, tusschen 700 en 1000 yoet beneden den zeespiegel. Den volgenden zomer bevinden de eenjarige lar ven zich in het midden van den Atlantischen Oceaan, en een geheime kracht schijnt hen in Noordoostelijke richting, naar Europa, te drijven. Den daaropvolgenden zomer zijn zij bii de kusten van Europa, en tien maanden na den derden zomer ontwikkelen de larven zich tot paling- broedsel en schijnen in het geheel geen voedsel te gebruiken. Deze periode kost hun eenige inspan ning, want zij moeten de rivieren binnendringen, daarna de zijrivieren en zoo in verwijderde in het land liggende wateren. Gedurende denzélfden tod moeten rij hun uitrusting als het ware geschikt maken voor zoet water. In April van het volgende i'aar rijn zij kleiner dan zij' waren, maar zij hebben iun doel bereikt Aan deze Odyssea van den paling kunnen wij nog een merkwaardige bizonaerheid toevoegen, In dezelfde streek waar de Europeesche palingen worden geboren legt ook een ander soort, de Amerikaans che paling rijn eieren. De larven van de twee soorten worden samen gevonden. Toch zal, voor zoover békend is, nooit een Amerikaan- sche larve naar Europa koers zetten evenmin als een Europeesche larve naar Amerika. Dr. Schmidt heeft geconstateerd dat do Amerikaansche paling in één jaar zijn toestand als larve volbrengt een tijd die juist lang genoeg is om de Amerikaansche j kust te bereiken vóór zijn lichamelijke gesteldheid zoet water noodig heeft. Indien het met den Euro- peeschen paling eveneens zoo gesteld was, zou hij midden in den Oceaan verloren zijn, zonder een druppel water om te drinken. In het omge keerde geval zou de Europeesche larve twee jaar aan de Amerikaansche kust moeten wachten voor zijn organisme geschikt was een rivier binnen te gaan. Men staat versteld over het volkomen zekere instinct waarmee deze beide palingsoorten, zonder eenigen gids, den juisten weg gaan. Men vraagt zich af hoedanig 'de physieke omstan digheden rijn waardoor deze dieren gedwongen worden den weg te kiezen die hun rasgenooten vroeger hebben afgelegd. Dr. Schmidt heeft zijn Onderzoek op den At lantischen Oceaan nog niet beëindigd, en is nog steeds bezig met het uitvoeren van onderzoe kingen over eenige curieuze détails. DE SCHOENMAKER. In 't begin der 19de eeuwi had1 een. schoenma ker te Gent een uithangbord laten beschilderen met een schoenmaker en een juffrouw op kou sevoeten. Daaronder prijkte het volgende rijm: Meester Coene! Maeckt mij een paar schoene. Ja, Juffrouw, dat wil ik wel doene. Meester Coene maeckt die schoon en sterk. Ja juffrouw, dat i9 mijn werk. Wanneer mag ik die komen halen? Als gij geld hebt om te betalen. Maar als ik geen geld heb om te betalen? Dan hoefje ook geene schoene te komen halen. Adieu, Meester Coene. Adieu, juffrouw zonder schoene. M. BELASTING OP BAARDEN. Engelschen dragen zeldzaam baarden. Zij hebben allen meestal het gezicht clean-saved. Men zegt dat hier beginselen van hygiëne en mannelijke schoonheid in 't spel zijn. Maar de waarheid is anders. Gedwongen door de noodzakelijkheid o<m nieuwe belastin gen uit te schrijven en geen anderen weg meer ziende stelde koning Hendrik VII een belas ting in op het dragen van den baard. Daar dit een belasting naar Ket inkomen was, steeg de belasting naargelang van het fortuin van den baarddrager. Koningin Elisabeth her nieuwde deze belasting. Daar deze belasting zeer hoog In de papie ren liep, onttrokken de mannen zich aan deze belasting door zich te laten scheren. Wat bewijst dat onmogelijke belastingen al tijd drijven naar wegen om zó te ontduiken. HET LEVEN DER MIEREN. Do heer Bouvier heeft aan de Académie des Sciences een interessante mededeeling gedaan over zijn onderzoekingen en over de roode mieren en de veldmieren. Hij heeft geconsta teerd, dat in de maand Juli in bepaalde mieren hoopen slechts mannelijke mieren geboren worden, terwijl andere mierenhoopen slechts vrouwelijke mieren voortbrengen. Na de bevruchting verliezen de mieren haar vleugels. Maar er zijn eenige mieren die niet bevrucht zijn. Om deze te verhinderen weg te vliegen storten de „werkmieren" zich op haar en scheuren haar de vleugels af, zoodat zij ge dwongen zijn in de mierenhoop te blijven. Zonder twijfel worden uit deze mieren de koninginnen gekozen. SLACHTOFFERS VAN HET WILDE GEDIERTE. Ondanks het geweldige aantal Jachtvergunnin- ningen, dat jaarlijks wordt uitgereikt en de beloo ningen, die de regeering uitlooft komt er weinig of neen verandering in het aantal menschen, dat In Engebch-Indië jaarlijks door verscheurende dieren en slangen wordt gedood. Dit „seizoen" werden 3360 menschen gedood. Van hen namen de tijgen er 1454 voor hun rekening, de luipaarden 560, de wolven 556, de beren 69, de olifanten 70 en de hyena's 10. Aan slangenbeten stierven er verder 19.396. Deze cijfers betreffen niet de onafhankelijke en semi-onafhankelijke gebieden in Indië, waar dergelijke ongevallen nog vaker voorkomen. Ge durende dit jaar werden ongeveer 25.000 verscheu rende dieren gedood, terwijl meer dan 60.000 slangen werden opgeruimjL REUSACHTIG DROOGDOK. Te New Castle heeft Vrijdag JJ. de London and South western Raöway bij de firma Armstrong Whithworth een order geplaatst voor het bouwen' van een 60.000- tons (hefvermogen) drijvend droog- dok, dat te Southampton zal worden gestation- neerd Het dok zal 960 voet lang zijn en zai de grootste stoomschepen der wereld kunnen lichten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 14