ROMMELKRUID.
LOS en VAST.
ogte-*.*""
dijkte Zijpe aanlegde, wijzen echter de
grond en de menigvuldige wortels van zware
boomen, die men hier van tijd tot lijd heeft
opgedolven,, duidelijk aan, dat hetzelve met
het aangrenzende Impkewerfö) tot het oude
Hoogeland behoort hebbe. Uit dien hoofde zijn
wij het met hen eens, die hier aan eene dier
heilige Hallen of bosschen denken, waarin onze
voorvaderen gewoon waren, hunnen af go de-
dienst te verrigten. In dusdanige Hallen ston
den hu.ine afgoden, aan welke hunne priesters
offers toebragten; daar voorspelden deze, door
den geest der Groote Media bezield, goed en
kwaad over land en volk, ja, daar spoorden zij
hen tot Vrede of oorlog aan, al naar dat zulks
met hunne bijzondere inzigten overeenkwam,
terwijl zij door hunne leken blindelings gehoor
•rji a_m d werden.
Wille brordus, op het einde der zevende
eeuw, uit Engeland hier overgekomen, predik
te (gelijk (bekend) het Evangelie met zeer veel
vrucht. Was hot nu hier, op dezen driesprong,
waar nog heden die witte paal staat, dat W i 1-
lebrordus, of een der zijnen, die blijde bood
schap met zoo veel zegen verkondigde, dat zeer
velen dezelve aannamen, geloofden, en zich in
het belendende meer lieten doopen? Ging
men van hier In optogt naar do Halle, die nu
op eenmaal hare heiligheid •verloren had, ten
einde de afgodsbeelden te vernielen, de altaren
ter neder te werpen, en de boomen omver te
houwen?.... dan voorzeker verdiende deze
driesprong wel, dat men denzelven door eenen
gedcnkpaal kenmerkte. „Later had men hier
„gewis een kruis of kapelletje opgerigt; maar
„de Christenen van dien tijd gevoelden te veel
„eerbied voor den Gekruigten, dan dat zij met
„dat schandhout, waaraan de Verlosser voor
„hen zoo bitter leed, en zulk eenen schandelij
ken dood onderging bij alle gelegenheden zou-
„den pronken. Het was toen den Gekruisten,
„en niet het vervloekte kruishout, welken men
„goddelijke eere bewees. Het toeken des krui-
„ses was toen niets meer, dan eene eenvoudi-
„ge leus om elkander van de Heidenen te on
derkennen. Om, door het maken van dit tee-
„ken, den duivel te verdrijven, had men toen
„nog geen denkbeeld; dit, zoo wel als het
„plaatsen van kapelletjes op kruiswegen en
„elders, is veel later door den beuzelgeest der
„middeleeuwen uitgovonden."6)
Wordt vervolgd.
1) Thans nog (1828) staat op diezelfde plaats
een wit paaltje. Zie verder het Voorberigt.
2) Men denke aan de Schager Appelmarkten.
3) De plaats, namelijk, van zekeren Wi-
chers, wiens broeder, in 1534, op beschuldiging
van de partij der Wederdoopers toegedaan, te
zijn, ter dood gebragt werd. Zie de Schager
Kronijk, en andera
4) Dit meer is nu geheel droog, maar wordt
nog de Meer genoemd.
5) Eigenlijk Heim- of Huiswerf.
6) Dit was in mijn handschrift, met eene
andere hand, aan den kant geschreven.
den komen, vooral met het oog op Henk's ge
zondheid. De luftit hier is zoo goed voor hem".
„*t Is wat moois", zei de juffrouw knorrig,,,
nu moet U op Uw leeftijd nog twee zulke kin
deren in huis neimeni Waarom neemt Uw doch
ter in Groningen ze niet?"
„Ik zei U immers al, dat onze buitenlucht
voor Henk zoo goed is. Bij mijn dochter zou
hij die midden in de stad niet veel kunnen ge
nieten 1"
„*t Bijn heel lastige kinderen", zei juffrouw
Jansen een poosje later, „U mag ze wel niet-
verwemnen."
„Laat dat maar aan mij over, juffrouw", zei
mijnheer van der Horst,
De juffrouw zweeg. Ze vond het vooruitzicht,
om over een maand een paar kinderen in huis
te krijgen, niets prettig.
Mijnheer van der Horst kende zijn huishoud
ster. Hij wist, dat ze humeurig was, .maar toch
een goed hart had. Reeds elf jaren deed zij de
huishouding, en nooit had hij er zich over be
klaagd, dat hij haar in dienst genomen had:.
Loes en Henk waren de kinderen van mijn-
heeris jongsten zoon, die stierf, toen Loes vier
en Henk twee jaar was. Twee jaar daarna
stierf ook hun moeder, en nu namen tante Le-
na en oom Piet de kinderen' in huis. Ruim vijf
jaren waren zij er nu al geweest, en nu Oom en
Tante besloten hadden naar Indié te gaan, was
het 1 beste, ze bij Grootvader te doen Mijn-
In den oertijd, eenige duizenden jaren geleden,
toen de mensch nog nolbewoner was, schepte hij
er behagen in aoo nu en dan een zijuer meuemen-
schen do hersenen in te slaan met een eindje
hout of 'een knots. Vooral minnenijd was vaak
oorzaak van deze liefelijke bezigheid.
Tegenwoordig, nu de mensch een cultuurwezen
genoemd wordt, ceü duizelingwekkende hoogte van
beschaving heeft bereikt, doet hij niet meer zoo
ruw Hij heeft nog wel rijn liefhebberijen, die hij
uilingen van sport noeuit. En een van che
sportieve daden komt tamelijk veel overeen met
wat de holbewoners doden. We bedoelen liet bok
sen. Niet reet een stuk hout gaan ze elkaar be-
wciken, neen, de beschaving heeft het elkaar toe
takelen veredeld. De boksers hebben hun handen
in zwachtels gewikkeld en daarover worden dikke,
gewatteerde handschoenen aangetrokken. En dan
mogen ze volgens bepaalde regelen elkaar toe
takelen aoo hard ze verkiezen.
Dit heet sport. En hij, die de hardste meppen
w<*et uit te deelen en zijn tegenstander het gruwe
lijkst kan toetakelen, wordt door het publiek toe
gejuicht als een held.
l)e Fransche bokser G a r p e n t i e r, die reeds
menige overwinning behaalde, heeft nu zijn man
gevonden in den oenegalschen neger Sild, den
bloerlneus-proleet, zooals Charivarius hem in de
Groene Amsterdammer noemt. Carpcuticr word
khock out geslagen en moest meer dood dan
levend worden weggedragen.
En nu gaat men oen neger bokser ecren nis een
held. In Rotterdam is men tot de ontdekking geko
men, dat Siki met een Rotterdauisch meisje
getrouwd is. En Rotterdam eischt nu ook een
deel van de «er op.
Kan het maller?
Voor de lezers, die misschien nooit een boks
wedstrijd hebben meegemaakt, geven we een korte
beschrijving.
De wedfetrijd vindt plaats in den ring, een hoog
podium van 7 M. ongeveer in het vierkant en
met stevige touwen omgeven.
Het slaan op «en koperen bekken geeft het s in
tot den aanranf. De boksers verschijnen op het
podium met hun helpers, de eersten in, de laat-
sten buiten den ring.
De beroepsboksers maken IX) ronden van
3 minuten. D.wjc. zij boksen drie minuten, waarna
een kleine pauze van 1 minuut gehouden wordt.
En ztoo tienmaal achter elkaar, als tl© strijd ten
minste niet eerder beslecht is.
De boksers hebben geen kleeren aan, alleen een
zwembroekje en korte sokken met gummischoe
nen. Hun handen zijn in dikke hokshandschoenen
gestoken, zooals reedt boven beschreven.
En dan bcffint de strijd. Deze geoefende men-
schen met hun krachtige knuisten timmeren er
maar op, en -niet zuinig ook. Ze mikken voort
durend op eikaars gezicht en op de maagstreek.
Want het doel is den tegenstander knock out
heer van der Horst vond het een aardig voor
uitzicht, zijn kleinkinderen om zich heen te
hebben. Jammer, dat juffrouw Jansen er niet
zoo over dacht.
II.
Da aankomst. Zwak ijs.
De dag was aangebroken, dat Loes en Henk
bij Grootvader zouden komen, 's Morgens vroeg
was juffrouw Jansen al in de weer, om alles in
de puntjes ft hebben, want al vond ze het nu
niet prettig, dat de kinderen kwamen, ze wil
de toch laten zien, dat zij iemand was, die
haar gasten behoorlijk weet te ontvangen. Ze
zou dan ook heel boos zijn geweest, «IsIemand
aanmerkingen had gemaakt op haar
werk. Om elf uur zou mijnheer van der
Horst zijn kleinkinderen met z'n rijtuig van het
station afhalen in de stad.
„Ze kunnen best alleen komen, vind ik," zei
de jufrouw vinnig, toen mijnheer aanstalten
maakte, om weg te gaan. Hij keek zijn huis
houdster ernstig aan.*
„Juffrouw, ik hoop, dat U vriendelijk voor de
kinderen zult zijn", zei hij.
„Als ze dan ook maar een beetje toeschiete
lijk zijn", antwoordde de juffrouw., „de keeren
dat ze hier geweest zijn, waren ze voor mij niet
bijzonder aardig, vooral dat meisje niet!"
„Ik hoop, dat mijn zoon en dochter hen ge
leerd zullen hebben, voor ieder mensch, dat
te slaan. Wat dat beteekent? Wel heel eenvoudig,
iemand is knoeit out, als hij zoo'n oplawaai heelt
gekregen, dat hij in elkaar zakt en minsten» 10
seconden blijft liggen.
Het gaat in ronden van drie minuten, schreven
we. Welnu, als een ronde ulgeloopen is, komt de
korte pauze. En dan komen de helpers in actie
De boksers gaan in een hoek van t podium op een
stoel zitten, Ze hangen zooveel mogedj'k achterover
en strekken hun armen langs de touwen uit. De
helpers wassohen de natte glimmende zwectlicha-
men met spons en water al en drogen ze na met
handdoeken. Zij geven wat te drinken en bren
gen aan de uitgeputte lichamen weer wat ver
kwikking.
Langer dan één minuut evenwel duurt dit niet.
Eu uuü ocgint het meppen, slaan en slooten
opnieuw.
Als men de beschrijvingen leest van die eente
beroepsweosu'ijden, in ahe details precies
weergegeven, uan griezelt men, zoo takelen zij
elkaar toe. liet einde is meestal, dat een der
krachtmenschen suf geslagen is en met bloeaueus,
gebroken uunii, óf iets dergelijks wordt wegge
dragen.
Den overwinnaar wordt dan een ovatie gebracht
en het puhliuk juicht, raast en tiert als een beze-
Lene.
iwintgste—eeuwsche beschaving
W ij kunnen veeel voor sport voelen, als het niet
overdreven wordt, maar de bokssporl doei ons
toch aan als iels ruws, den beschaafden mensch
onwaardig.
Ais men dan persé alles wil eeren, wat op een
of aouere wijze uitblinkt, waar is dan het einde.
Dan is er ook iets moois te zien in het werk
van den meest geraffiueerdeu s.c.h.ea.i»i.^u
wie doet dat nu
bij do Derby-races zag een detective een man
op verdachte wijze rondscharrelen tussciieu hei
publiek.
L>o man werd incqjenomen naar het politic
bureau. Maar onderweg liet hij een klein instru
ment vallen, hetgeen door den detective opfeilïeikt
werd, die het dingetje opraapte. Het bcMuiiu uit
een plat dun stalen plaatje, waarop een vlijm
scherpe helft van een schaar neerkwam.
Men begreep eerst niet, waartoe dit instrument
diende. Maar de gearresteerde deelde ten s.oue
mede, dat het een instrumentje was om polshorlo
ges te stelen
bij de wedrennen wacht de dief toi de drager
van ecu iiolshorloge sterk de aandacht gecon
centreerd heeft op den wedstrijd. Dan schuifi iuj
hei stalen plaatje onder het riempje waaraan het
horloge bevestigd is en kuipt met de schaar, die
ooor hel leer gaat alsof het papier was. Het hor-
Loge vait op den grond en wordt door den dief
opgeraapt.
Voor horloges', die aan gouden-, zilveren- of
platina armbauden bevestigd zijn, gebruikt de dief
een soortgelijk instrumentje.
We geven toe, dat het vernuftig bedacht isj
maar ueuken er toch geen oogenblik aan den ge
slepen dief als een held te vereeieu.
L. a n ui' u, de vrouweumoodrenaar, had ook
voor hen vriendelijk is, ook vriendelijk te zijn!"
Toen draaide de oude heer zich om en ging
naar buiten, waar Janus de knecht met 't rij
tuig stond te wachten.
Toen de trein aankwam, zag mijnheer al da
delijk een meisjeshoofd, dat door *t raampje
keek, en hij herkende zijn kleindochter.
Zoodra de trein stopte, sprong er, voordat
Grootvader had kunnen helpen, een! meisje van
een jaar of elf uit, langzaam gevolgd door een
bleek, tenger ventje.
„Dag grootpapa, bent u er zelf? Prettig, dat
we er zijn", en Loes omhelsde Grootvader on
stuimig.
Henk kwam langzaam naderbij.
..Dag grootpapa", zei h ij met zachte stem,
„hoe gaat het met u?"
Toen ze in het rijtuig zaten, begon Louis dade
lijk druk te babbelen.
„Fijn hé, Henk. dat we voortaan buiten zullen
wonen! Zeg grootpapa, mag ik ook eens op den
bok zitten en zelf mennen?"
„Later kindje, in den zomer". zei grootvader.
In stilte vergeleek hij de beide kinderen met
elkaar. Vlak tegenover hem zat Loes flink recht
op. een kleur van opwinding op haar gezicht,
druk te redeneeren: En naast hem, ineengedo
ken. zwijgend en stil, bleek van de kou, zat
Henk. Als Grootvader iets vroeg, gaf hij beleefd
antwoord, maar meer zei hij ook niet.
Wordt vervolgd.
iets zeer bijzonders over zich, dat hem van zijn
medemenschcn onderscheidde. Maar als een held
vereerd is hij toch niet.
Want wat hij uithaalde kon niet onder sport
gerangschikt worden. Vrouwen vermoodren is nu
eenmaal nog geen sportbeoefening. Maa .relkaar
bont en blauw slaan voor het oog van een groote
schare toeschouwers, dat is wel sport
Bij al de narigheid gedurende het Landru—
proces, bleef toch de komische noot ook bewaard-
Een der advocaten zei tijdens de pleidooien:
„Aanvankelijk heeft men dit misdrijf eigenlijk
niet au sérieux genomen. Voor het groote publiek
is Landru een Don Juan, de man met twee
honderd drie en tachtig vrouwen. Twee honderd
drie en tachtig vrouwen, stel u dat eens voor."
En toen riep iemand van de dicht bezette pu
blieke tribune; „Geen wonder, dat hij Zijn hoofd
gaat verliezen."
Het was gedurende de zittingsdagen van dat
groote proces te Versailles hijzonder druk,
waarvan vooral de bankethakkers geprofiteerd heb
ben. Hun winkels werden gedurende de pauze
eiken dag bestormd door de hongerige bezoekers
van de publieke tribune. Een groote schare Panj-
zeuaars trok eiken dag naar Versailles.
Dus toch een publieke vermakelijkheid, dat
Landru-proces We zouden 't haast gelooven.
Een soort van sport dus. Toen het vonnis uitge
sproken was, waren er dames, die smeekten pm
een haar uit den baard van den móordeuaar.
Wij hebben ons legen het boksen verklaard als
sport Maar we t wijf den alreeds of dal standpunt
juist is. Als zelfs het vrouwen-moorden door
velen, getuige het druk "bezoek te YersaiUes, uit
een sportief oo^rnnt bekeken wordt, dan
Is de wereld gek geworden? ÜL
v--t,yag-B?gg
BIJ DE VERLOVING VAN DEN EX KEIZER.
Zoo neemt dan nu Uw roem voorgoed ecii rinde,
Die steunde op Uw gestorven gemalin,
Het voorbeeld van opofferende liefde,
De Moeder van het Duitsche Huisgezin.
Ze was Uw troost in harde oorlogsjaren,
Toen t noodlot U met zware slagen sloeg
En de verwildering in stervensbange tijden.
Tenslotte :t onvermyd'lijk offer vroeg.
Toen heeft ze U aan 't leven weergegeven,
U doen gelooven aan wat stil geluk
In eigen kring, ver van veel dwaas bceeeret.
Ver van Uw plots verbrijzeld Keizersjujc!
Men had voor U een doornenkroon gevlochten.
De „Kaiser-haat" ging zengend in het rond.
Toen heeft ze vaak haar zachte vrouwenhanden
Aan die voor U gevlochten kroon gewond t
Ze heeft Uw levenstreurspel helpen spelen,
Dat groeven kerfde in ha^r moe gelaat,
Ze bleef aoo dapper door haar groote liefde
En ondanks al, ae eerste vrouw van Staat
Üfc «Me Q tfp rif UW zwese
Ze waakte troostend menig bangen nacht,
Totdat ze al haar kracht had uitgegeven
En toen ze stierf, was heel haar taak volbracht
Héér offer zal in Duitschland blijven levestp
Ten spijt van feilen revdlutiebrand,
Uw oef er wordt bespot vaak en veroordeeld,
Uw rol ii uit in 't hong rend vaderland
En telken jaar trekt men naar 't Mausoleurd £1)
Ten trouw devoten, stillen doodengroct,
Men lacht om U, om al Uw zwakke daden
En om Uw burgerlijken levensmoed:
U resten nog een luttel aantal jaren,
Waarin «"als ideaal hebt afgedaan,
Waarin men breed Uw zonden uit zal meten,
Door Uw benepen, burgerlijk bestaan
Welaan dan Keizer, roept Uw feestgenooten,
Nu zich Uw bruid ten blijden bruidsdag tooit.
Het lied is uit 't verleden zij vergeten.
Maar 't Duitsche volk vergeet z'n Moeder nooiti
October 1922. KROES.
Nadruk verboden.
(1) Graf der Duitsche 'Keizerin.
WARE WOORDEN.
Ook de menschen worden voor het meerendeel
eerst dén werkelijk ryp, wanneer de herfst komt
Zelfs-respeet, zelf kennis en zeU-beheersching,
dat zijn de eigenschappen, die het leven van een
menséh met zekerheid in de goede richting en tot
het succes brengen.
Eenzaamheid is voor den geest datgene, wat
dieet is voor het lichaam.
Ware vreugde is de kracht, het geloof in ons
zelf en in anderen, het vertrouwen in het leven
Zoekt het goede In alle dingen en schep be
hagen in do menschen en dingen zooals zo zijn.
Het is nuttiger in de harten te kunnen lezen
dan in de boeken.
Even laehen.
GEEN GERUSTSTELLING.
Een eerzame wandelaar raakte in doodsangst
voor eeni grooten hond, die luid blaffend tegen
hem opsprong.
„Wees niet bang", zei de eigenaar van het
beest. Denk aan het spreekwoord: blaffende
honden bijten niet."
„Alles goed en wel", zei de wandelaar, „jij
kent spreekwoorden en ik ken spreekwoorden^
maar de hond kent ze niet."
VERSTROOID.
„Vader daar loopt een spin tegen! het plafond!"
Vader in z'n krant verdiept: „Trap ze dood,
jongen, en^laat me met rust."
EEN VLUGGE GEEST.
Onderwijzer: „Kent ge de letters al, Frans?"
Frans: „Ja mijnheer".
Onderwijzer: „Welnu welke letter komt ach
ter de A.?"
Frans zegevierend: „Allemaal I"
DE SCHOONMOEDER.
„Waar gaat mevrouw N. nu wonen, nu haai
beide dochters getrouwd zijn? Bij haar schoon
zoon in Rotterdam, of bij haar schoonzoon in
Amsterdam?"
„Och, de een wil haar in Rotterdam hebben,
d ander in Amsterdam." e
„Wel, wel, wat 'n paar voorbeeldige schoon
zoons!"
„Ja maar, begrijp me wel, die een uit Rot
terdam wil haar in Amsterdam hebben, en
die uit Amsterdam wil haar in Rotterdam
hebben.'
DE GEHEIMEN VAN DÉN PAtINS.
Wij deelden indertijd mede.; aldus de Tel.,
dat ér onder leiding van den Deenschen zoöloog
Johs. Schmidt een diepzee-expeditie zou worden
ondernomen welke zich het onderzoek der biologie
van den paling ten doel stelde. De „Manchester
Guardian deelt de belangrijke resultaten van
deze expeditie mede, waaraan wij' het volgende
onti eenen
De volwassen palingen een mannelijke paling
Is volwassen op 5; of B, een vrouwelijke van 5
tot 20-jarigen leeftijd uit alle rivieren, meren
en golven van Europa, gaan in den herat en in
den winter naar zee. Zai rusten overdag en reizen
das nachts, voornamelijk bij nieuwe maan. Waar
schijnlijk leggen zij tien mijl1 per nacht af. Wan
neer aj de onen zee bereikt hebben, keeren zij
nooit terug. Wy weten nu echter wat er met hen
gebeurt
De plaats waar zij zich paren en waar de larven
der palingen geboren worden is een begrensd
gebied in den Noord Atlantischen Oceaan onge
veer 2500 mijl ten Z. W. vap Engeland en 500
mij ten N. O. van de Leeward Eilanden. Hier
worden de larven van den paling geboren in de
lente en den voorzomer, tusschen 700 en 1000
yoet beneden den zeespiegel.
Den volgenden zomer bevinden de eenjarige lar
ven zich in het midden van den Atlantischen
Oceaan, en een geheime kracht schijnt hen in
Noordoostelijke richting, naar Europa, te drijven.
Den daaropvolgenden zomer zijn zij bii de kusten
van Europa, en tien maanden na den derden
zomer ontwikkelen de larven zich tot paling-
broedsel en schijnen in het geheel geen voedsel te
gebruiken. Deze periode kost hun eenige inspan
ning, want zij moeten de rivieren binnendringen,
daarna de zijrivieren en zoo in verwijderde in het
land liggende wateren. Gedurende denzélfden tod
moeten rij hun uitrusting als het ware geschikt
maken voor zoet water. In April van het volgende
i'aar rijn zij kleiner dan zij' waren, maar zij hebben
iun doel bereikt
Aan deze Odyssea van den paling kunnen wij
nog een merkwaardige bizonaerheid toevoegen,
In dezelfde streek waar de Europeesche palingen
worden geboren legt ook een ander soort, de
Amerikaans che paling rijn eieren. De larven van
de twee soorten worden samen gevonden. Toch
zal, voor zoover békend is, nooit een Amerikaan-
sche larve naar Europa koers zetten evenmin als
een Europeesche larve naar Amerika. Dr. Schmidt
heeft geconstateerd dat do Amerikaansche paling
in één jaar zijn toestand als larve volbrengt een
tijd die juist lang genoeg is om de Amerikaansche
j kust te bereiken vóór zijn lichamelijke gesteldheid
zoet water noodig heeft. Indien het met den Euro-
peeschen paling eveneens zoo gesteld was, zou hij
midden in den Oceaan verloren zijn, zonder
een druppel water om te drinken. In het omge
keerde geval zou de Europeesche larve twee jaar
aan de Amerikaansche kust moeten wachten voor
zijn organisme geschikt was een rivier binnen te
gaan.
Men staat versteld over het volkomen zekere
instinct waarmee deze beide palingsoorten, zonder
eenigen gids, den juisten weg gaan. Men vraagt
zich af hoedanig 'de physieke omstan
digheden rijn waardoor deze dieren gedwongen
worden den weg te kiezen die hun rasgenooten
vroeger hebben afgelegd.
Dr. Schmidt heeft zijn Onderzoek op den At
lantischen Oceaan nog niet beëindigd, en is nog
steeds bezig met het uitvoeren van onderzoe
kingen over eenige curieuze détails.
DE SCHOENMAKER.
In 't begin der 19de eeuwi had1 een. schoenma
ker te Gent een uithangbord laten beschilderen
met een schoenmaker en een juffrouw op kou
sevoeten.
Daaronder prijkte het volgende rijm:
Meester Coene!
Maeckt mij een paar schoene.
Ja, Juffrouw, dat wil ik wel doene.
Meester Coene maeckt die schoon en sterk.
Ja juffrouw, dat i9 mijn werk.
Wanneer mag ik die komen halen?
Als gij geld hebt om te betalen.
Maar als ik geen geld heb om te betalen?
Dan hoefje ook geene schoene te komen halen.
Adieu, Meester Coene.
Adieu, juffrouw zonder schoene. M.
BELASTING OP BAARDEN.
Engelschen dragen zeldzaam baarden. Zij
hebben allen meestal het gezicht clean-saved.
Men zegt dat hier beginselen van hygiëne en
mannelijke schoonheid in 't spel zijn.
Maar de waarheid is anders. Gedwongen
door de noodzakelijkheid o<m nieuwe belastin
gen uit te schrijven en geen anderen weg meer
ziende stelde koning Hendrik VII een belas
ting in op het dragen van den baard. Daar
dit een belasting naar Ket inkomen was, steeg
de belasting naargelang van het fortuin van
den baarddrager. Koningin Elisabeth her
nieuwde deze belasting.
Daar deze belasting zeer hoog In de papie
ren liep, onttrokken de mannen zich aan deze
belasting door zich te laten scheren.
Wat bewijst dat onmogelijke belastingen al
tijd drijven naar wegen om zó te ontduiken.
HET LEVEN DER MIEREN.
Do heer Bouvier heeft aan de Académie des
Sciences een interessante mededeeling gedaan
over zijn onderzoekingen en over de roode
mieren en de veldmieren. Hij heeft geconsta
teerd, dat in de maand Juli in bepaalde mieren
hoopen slechts mannelijke mieren geboren
worden, terwijl andere mierenhoopen slechts
vrouwelijke mieren voortbrengen.
Na de bevruchting verliezen de mieren haar
vleugels. Maar er zijn eenige mieren die niet
bevrucht zijn. Om deze te verhinderen weg te
vliegen storten de „werkmieren" zich op haar
en scheuren haar de vleugels af, zoodat zij ge
dwongen zijn in de mierenhoop te blijven.
Zonder twijfel worden uit deze mieren de
koninginnen gekozen.
SLACHTOFFERS VAN HET WILDE
GEDIERTE.
Ondanks het geweldige aantal Jachtvergunnin-
ningen, dat jaarlijks wordt uitgereikt en de beloo
ningen, die de regeering uitlooft komt er weinig of
neen verandering in het aantal menschen, dat In
Engebch-Indië jaarlijks door verscheurende dieren
en slangen wordt gedood. Dit „seizoen" werden
3360 menschen gedood. Van hen namen de tijgen
er 1454 voor hun rekening, de luipaarden 560,
de wolven 556, de beren 69, de olifanten 70 en
de hyena's 10.
Aan slangenbeten stierven er verder 19.396.
Deze cijfers betreffen niet de onafhankelijke
en semi-onafhankelijke gebieden in Indië, waar
dergelijke ongevallen nog vaker voorkomen. Ge
durende dit jaar werden ongeveer 25.000 verscheu
rende dieren gedood, terwijl meer dan 60.000
slangen werden opgeruimjL
REUSACHTIG DROOGDOK.
Te New Castle heeft Vrijdag JJ. de London and
South western Raöway bij de firma Armstrong
Whithworth een order geplaatst voor het bouwen'
van een 60.000- tons (hefvermogen) drijvend droog-
dok, dat te Southampton zal worden gestation-
neerd Het dok zal 960 voet lang zijn en zai de
grootste stoomschepen der wereld kunnen lichten.