VIERDE BLAD.
Raad Warmenhuizen.
Raad Oudkarspel.
Zaterdag 28 October 1922.
65sle Jaargang. Mo. 7120.
Vergadering van den Raad op Vrijdag 27 October
1922, des middags 2 uur.
Aanwezig allen.
Voorzitter de lieer J. Burger, burgemeester, secre
taris de heer Rijs.
Na opening volgt vaststelling der notulen.
De heer Gutker vraagt, wat de heer Slot verstond
onder valsche democratie, een uitdrukking vorig
maal door den heer Slot geuit, doch voorzitter acht
dit niet een aanmerking op de notulen.
Voorzitter deelt mede, dat het leveren van basalt
is opgedragen aan de firma P. Messelaar te Alkmaar
voor f 8.75 per M3.
Van den1 kantoorhouder Reinders is het verzoek in
gekomen om een indertijd door hem ingezonden
verzoek om grond te mogen koopen voor f2.50 per
meter nog eens in behandeling te nemen. In handen
gesteld van B. en W.
Van h9t Burgerlijk Armbestuur is ingekomen een
subsidieaanvrage voor 1923 ad f1550. Bij de behan
deling der begrooting wordt dit verzoek toegestaan.
Te Warmenhuizen meldden zich 31 leerlingen voor
het vervolgonderwijs aan, welk aantal in 2 klassen
is verdeeld.
Algemeene belangstelling van den kant der ouders
blijkt hieruit, zegl Voorzitter.
Ingekomen is het verslag van den toestand der ge
meente over 1921. Zal: circulceren.
Aan de orde wordt gesteld de verordening op de ge
meenschappelijke vleeschkeuring, omvattende de gemeen
ten Koedijk, Schoorl', Warmenhuizen. Aan de leden is
'n afschrift van deze verordening toegezonden en de
heer Slot informeert of dit afschrift conform het origi-
gineele is op welke vraag Voorzitter bevestigend ant
woordt.
De heer Slot merkt dan op, dat de stijl van deze
verordening verschrikkelijk is en hoewel hij geen taal
kundige is, taalfouten zijn er bij tientallen in, het is
heel erg. Spr. hoopt dat de verordening zoo niet ter
goedkeuring naar Ged. Staten wordt gezonden.
Voorzitter zegt, dat de verordening ïïit Schoorl is
ontvangen en spr. heeft enkele fouten opgemerkt. Aan
de strekking der verordening doet het echter niet af.
De heer Slot vraagt de noodige inlichtingen, wijst op
verschillende onduiaelijkheden, onvoldoende omschrij-
"voorzitter belooft, dat de verordening goed zal worden
nagegaan en zoo noodig duidelijker omschreven.
De verordening worat tenslotte goedgekeurd.
In behandeling wordt genomen; de gemeentebegroo-
ting, dienst 1923. Hoewel de begrooting door alle
raadsleden is nagezien, heeft de commissie geen rap
porteur benoemd, terwijl de bemerkingen niet allen
zijn aangeteekend.
De heer Slot noemt het van decommis-
sie wel onactief. Het gevolg is, dat, hoewel de be
grooting door B. en W. en den geheelen Raad is na
gezien, we toch postgewijze behandeling der begroo
ting krijgen.
De heer Slot geeft de wenschelijkheid te kennen
dat de vergaderkosten zoo laag mogelijk gehouden'
worden. Een voorstel tot verlaging van den post zal
spr. niet doen.
Voorzitter doet toezegging, dat de zuinigheid be
tracht zal worden, maar de kosten voor commissie
vergaderingen enz. worden, orvan betaald, vergade
ringen commissie tot wering van schoolverzuim enz.
De heer Gutker brengt in bespreking den post kos
ten ophalen vuilnis ad f200. Uit de mededeelingen
blijkt, dat aan een gepensionneerd gemeentewerk
man eerst f 100 toeslag op zijn pensioen is gegeven
en bovendien wordt hem nu f200 gegeven voor het
ophalen van vuilnis. Spr. wijst er echter op, dat
ook in het andere deel van de gemeente, de Noord,
menschen zijn, die met de vuilnis verlegen zijn en
het zou wel gewenscht zijn, dat bedoelde werkman
dan ook daar kwam.
Voorzitter zegt, dat het hier feitelijk een officieuse
ophaaldienst is. Er wordt vuilnis gehaald bij 27 of
28 personen. Uitbreiding van den dienst zou wel goed
zijn, maar het is de vraag, .of de man, die 80 jaar
is, het dan zou kunnen doen.
De heer Molenaar acht de kosten voor de gemeen
te veel te hoog voor die 27 menschen. Met wat me
dewerking kunnen de menschen, die geen mestvaalt
hebben, zelf een vuilnishok maken, en daarna zou
de gemeente-arbeider de vpilnis kunnen weghalen.
De heer De Groot wijst op de slechte medewerking
van de burgerij.
Voorzitter zegt, dat in het begin meer regelmatig
het geheel e dorp werd rondgegaan, maar juist, de
weinige medewerking was oorzaak, dat de dienst
hier tot 27 of 28 menschen beperkt is.
Na een uitvoerige bespreking stelt de heer Mole
naar voor, den post te schrappen. Dit voorstel wordt
verworpen met 4 tegen 3 stemmen, voor de heeren
Nannis, Molenaar en Slot. De post blijft gehand
haafd.
Voorzitter zal trachten den dienst met dezelfde kos^
ten uit te breidem i i i
De post kleeding en uitrusting en gratificatie po
litie f225, acht de commisie buitensporig hoog, zegt
de heer Slot. Spr. heeft gelezen, dat in Scliagen,
waar het politiecorps eenigszins grooter is, de kos
ten voor kleeding van de politie f156 waren.
Voorzitter zegt, dat in 1921 f 300 is verbruikt, doch
B. en W. vonden dat te hoog en hebben voor klee
ding uitgetrokken! 175, als toelage voor de fiets f 50,
Spr. meent, dat een volledig uniform f150 kost en
een post van f 175 is dus niet te hoog.
De heer Slot meent, dat er op die uitgaaf van 1921,
f300, dan wel een paar jaar geteerd kan worden.
De diensten die de veldwachter verricht, zijn niet
zoo, dat hij elk jaar een pak verslijt en in het raads-
verslag van Schagen stond, dat een nieuw pak f 85
kost. Ook de vergoeding van de fiets, f50, dat lijkt
nergens naar, In 2 jaar tijd zou daarvoor een nieu
we fiets gekocht kunnen worden.
Voorzitter merkt op, dat de vergoeding voor de
fiets op f 50 is bepaald door den Raad, daaraan is
dus niet meer te tornen, t Is mogelijk, dat een pak
voor f85 gekocht kan worden, maar de veldwach
ter van Harenkarspel moest niet lang geleden nog
f 150 geven.
De heer Molenaar stelt zich de vraag, of de veld
wachter elk jaar een pak noodig heeft.
Voorzitter deelt mede, dat hij aan Pronk gevraagd
heeft om de quitanties, teneinde een inzicht te heb
ben. Quitanties waren er echter niet en Pronk heeft
ze toen qua form gemaakt.
De heer Slot schudt afkeurend zijn hoofd.
De heer Slot wil den post wel op f225 laten, als
B. en W. dan maar beoordeelen of kleeding aange
schaft moet worden of niet. De gelden moeten niet
als een soort toelage kunnen worden aangewend.
De heer Swan dacht, dat het ook geen vaste post
van f 175 voor kleeding was, doch voorzitter en de
heer De Groot zeggen van wel. Pronk krijgt f175.
Overeenkomstig het idee van den heer Slot wordt
besloten.
Buitengewone politiediensten f 125. Op een vraag
van den heer Slot zegt voorzitter, dat dit bedrag be
stemd is voor rijks- en gemeentepolitie, als beloo
ning voor de buitengewone diensten bij kermis en
uitvoeringen.
De heer Slot acht die extra belooning van de ge-
meentc-politie niet noodig. Die werkzaamheden be-
hooien bij zijn ambt.
Voorzitter zegt, dat de post al jaren op de begroo
ting staat en het algemeene usance is. Spr. heeft wel
niet die beschikking over de rijkspolitie, die hij heeft
over de gemeente-politie, maar als er hulp wordt ge
vraagd, wordt die verleend, ook zonder die extra-
fcelooning. Als de post wordt geschrapt, zou dus de
rijkspolitie ook geen vergoeding krijgen. Die diensten
bij kermissen en uitvoeringen noemt spr. geen lol
letje.
De heer Molenaar meent ook, dat het behoort tot
de werkzaamheden van de politie en stelt voor den
post te schrappen.
Voorzitter wijst op de opbrengsten van de belas
ting op publieke vermakelijkheden, waaruit de kos
ten kunnen worden verhaald. De heer Swan meent,
dat met de vaststelling van 't salaris met deze emo
lumenten rekening is gehouden, het is nu wat
schriel ze weer te ontnemen.
De heeren Molenaar en Slot achten het salaris
van den gemeente-veldwachter voldoende, f 1700 a
f1800.
De hoer Gutker wijst op den vrijen tijd die de
veldwachter schijnt te hebben. Hij zal gauw den
grootsten eendenhouder van het dorp zijn.
Het voorstel-Molenaar wordt aangenomen met 5
tegen 2 stemmen., tegen de heeren de Groot en Swan
Bij den post verwarming schoollokalen enz. geeft
de heer Molenaar in overweging 's Woensdags den
geheelen dag school te houden en Zaterdags in het
geheel niet. Dit zal bezuiniging op de brandstoffen
geven.
Voorzitter zegt, dat B. en W. hieraan hun aandacht
zullen schenken en met de hoofden der scholen in
overleg zullen treden.
Bij den post verpleging krankzinnigen wijst de heer
Slot op de wenschelijkheid van die kosten een gedeelte
te verhalen op die familieleden van een verpleegd^,
die kunnen bijdragen. Meer arme gezinnen, die een
zieke thuis ter verpleging hebben, hebben de kosten
Seheel ten hunne laste en spr. acht 't daarom billijk
it familieleden van een krankzinnige zoo mogelijk
iu de kosten bijdragen.
B. en W. zullen dit overwegen en met belangheb-
beenden een praatje maken.
Ten opzichte van het verhaaf van pensioenbijdragen
stellen B. en W. voor het meerdere bedróg, zijnde
31/2 pet, wat ingevolge de wet meer moei bijgedragen
worden, op de ambtenaren te verhalen.
De heer Slot wil dat verhaal op hel maximum, zijnde
81/0 pet. stellen, doch onder de gemeente-ambtenaren
Zijn ook begrepen de geëmployeerden der gasfabriek,
die moeten zeker dan ook 8 'A pet. storten?
Voorzitter zegt, dat de wet geen vrijheid geeft in het
eene geval minder te verhalen dan in hel andere.
De heer Slot zegl, allijd op het standpunt te hebben
gestaan, dat de pensioenbijdragen door de betrokken
ambtenaren zelf moeten worden gestort. Het geeft een
verbetering voor hun toekomst en naar sprekers meening
hebben de ambtenaren de plicht dat zelf te bepalen.
Evenwel zijn er arbeiders, die spr. buiten de regeling zou
willen laten vallen, als blijkt, dat het door hem voor
gestelde verhaal te hoog is.
Voorzitter zegt, dat het verhaal een vermindering
van inkomsten beteekent voor de ambtenaren, die
toch op een zeker salaris zijn benoemd en aangesteld.
Spr. weet wel, dat er voordeelen tegenover staan,
maar op dit oogenblik is het een vermindering. Het
giïjpt nogal in en de eene ambtenaar zal het beter
kunnen betalen dan de ander, er zijn er ook die weer
een stand hebben op te houden. In de regeling van
verhaal kan men progressie maken.
De heer Molenaar houdt een heele beschouwing
over den economischen toestand, zoowel in buiten
als in het binnenland- Op de vraag of aan de hand
van den economischen toestand verlaging van sal^rig
te billijken is, meent spr. onomwonden ja te kunnen
zeggen. Spr. zou die verlaging -evenwel wat meer ge
leidelijk willen en stelt daarom voor, hot verhaal niet
op SX pet., maar op 5 pet. te bepalen.
De heer Gutker staat op het standpunt van den
heer Slot. Hij meent, dat het de tijd is om in te grij
pen en het maximum geheven dient te worden. Een
bijzondere regeling zou kunnen worden getroffen
ten aanzien van de ambtenaren, met de laagste sala
rissen.
Voorzitter erkent, dat de levensstandaard wat is
gedaald, maar het is niet erg prettig voor de ambte
naren hun inkomsten te zien verminderen. De amb
tenaren hebben geen schuld aan den minder gun-
stigen toestand. Men mag zeggen, dat ook andere
menschen hun levensverzekering zelf moeten beta
len, maar het is de vraag, of de ambtenaren in dat
geval het zouden, kunnen doen. Om een regeling te
treffen, waarbij zij -met 'n salaris van zqoveel, min
der bijdragen, is ook moeilijk. Er kunnen ambtena
ren zijn met een laag salaris, bijv. de dokter, die toch
zeer goed de meerdere bijdrage kan betalen.
De heer Molenaar merkt op, dat de pensionnee-
ring den ambtenaar ten goede komt, en het. zou niet
goed wezen, als zij zich daarvoor geen enkele opof
fering getroostten. Met een vermindering van in
komsten moeten zij zich maar vertrouwd maken. We
gaan dien tijd tegemoet.
Voorzitter hoopt, dat de heer Molenaar te pessimis
tisch is. Tuin- en landbouw hebben wel meer een
slechten tijd meegemaakt en het mag nu wat meer
ingrijpen, het is mogelijk dat de toestand zich her
stelt. Moet men daarom nu direct zoo in de salariee-
ring ingrijpen.?
De heer Molenaar merkt op, dat niet de malaise
in tuin- en landbouw de aanleiding geeft tot zijn
voorstel. Het is juist de algemeene toestand.
De heer Gutker herhaalt, dat de heer Slot en hij
voorstellen 8X pet. bijdrage te heffen. Dat geschiedi
over alle salarissen, dus ook van den dokter. Blijkt
dan later dat de salarissen van enkele arbeiders
verhoogd dienen te worden, dan kan dat later.
Voorzitter zegt, dat men, niet elk geval op zichzelf
mag beschouwen. Ged. Staten willen een, algemee
ne regeling.
De heer Gutker herhaalt, dat de heer Slot en hij
een algemeen verhaal van 8X pet. willen. Als la
ter blijkt, dat enkele salarissen te laag zijn, lcan-
daarvoor een regeling worden getroffen.
Voorzitter acht tenslotte dit mogelijk.
Door den heer Swan wordt betwijfeld of het thans
wel de tijd is tot verlaging van salaris ovér te gaan.
Bovendien geldt het, voorstel niet voor het oogenblik
maar voor later ook. Een slecht jaar, daardoor mo
gen we ons niet laten beinvloeden.
De heer Molenaar zegt, dat de algemeene gang van
zaken hem het voorstel doet doen.
Het voorstel Slot-Gutker wordt verworpen met 4
legen 3 stemmen, voor de heeren Slot, Gutker en
Nannis. Het voorstel-Molenaar, 5 pet. te heffen wordt
met 4 tegen 3 stemmen aangenomen, tegen de hee
ren Swan, de Groot en Slot.
Bij de ontvangsten geeft de heer Slot in overweging
de hondenbelasting te verhoogen, omdat er zoovel
honden op den weg zijn B. en W. zullen met den
v/ensch rekening houden.
De begrooting wordt hierna vastgesteld op een be
drag van f 126175.20. Door enkele aangebrachte ver
anderingen wordt de post hoofdelijke omslag terug-
gebracht vanf 14400 op f 14000. De post onvoorziene
uitgaven bedroeg ruim f 4000 en de heer Swan wees
op de te verwachten werkloosheid. Daarom is het
goed een flinke post onvoorzien te hebben.
De begroting van het gasbedrijf wordt vastgesteld
op f73000.
De heer Slot verzocht om meer specificatie der
posten, waardoor de begrootingsposten beter zouden
zijn na te gaan.
B. en W. wenschen, wat vacatiegelden betreft, voor
de leden van het stembureau, gezien de tegenwoor
dige malaise, hiertoe niet over te gaan. Indien de
Raad echter van meening is, wel vacatiegelden toe
te kennen, zullen B. en W. zich daartegen niet
verzetten.
De heer Slot vraagt, of dit voorstel betrekking
heeft op het komende jaar of op het loopende jaar.
Voorzitter: Op beile jaren.
De heer Slot merkt dan op, dat vorig maal reeds
is besloten, naar aanleiding van een bemerking van
den heer Swan, vacatiegelden uit te keeren.
Voorzitter zegt, dat geen definitief besluit is ge-
Voorzitter zgt, dat geen definitief besluit is ga-
.De heer Slot zegt, van misschien wel niet officieel,
maar dat komt, omdat, voorzitter niet erg officieel
is aangelegd. Een, besluit evenwel is genomen.
Voorzitter, gesteund door den heer Molenaar,
blijft ontkennen.
De notulen worden nageslagen en daaruit blijkt,
dat hesloten is vacatiegelden uit te keeren, 't bedrag
wordt overgelaten aan B. en, W..
Voorzitter trekt zijn woorden in.
De heer Slot vindt het wat ver gaan om uit be
zuiniging geen vacatiegeld te geven voor iets waac
'eëii lange dag niee gemoeid is.
De heeren Molenaar eni Gutker kunnen met het.
idee van B. en W. meegaan. De laatste met de opmer
king, dat de presentiegelden niet verlaagd zijn, juist,
met het oog op de commissievergaderingen. Spr. zou
de zitting van het stembureau als een commissie
vergadering willen beschouwen.
De heer Swan meent, dat het plaatsen van dezen
nieuwen uitgaafpost, indruischt tegen het algemeen
streven naar bezuiniging.
De heer Slot zegt, dat dan 2 of 3 slachtoffers zijn.
Als men die richting uit wil, laat men dan alle pre
sentiegelden afschaffen.
Het voorstel-Slot, vacatiegelden voor de leden van
het stembureau, wordt niet ondersteund, zoodat voor
zitter zegt, dat geen vacatiegelden zullen worden
uitbetaald.
De heer Slot merkt op, dat dit betrekking heeft op
volgend jaar, Voor dit jaar was reeds besloten tot be
taling.
Voorzitter tracht zich met een gekheidje van dit
geval af te maken, doch de heer Slot houdt vol, dat
de Raad dat reeds had besloten.
Voorzitter zegt, dat B. en W. dan wel zoo'n klein
bedrag zouden kunnen bepalen, dat de Raad het
beter vond geen vacatiegelden uit te keeren.
De heer Slot meent van B. en W. te mogen ver
wachten, dat ze zooiets niet zouden doen.
Voorzitter meent, dat nu maar van dit punt moet
worden afgestapt.
Nog dient, de Raad een besluit te nemen over een
ambtenaar ter secretarie, op te roepen tegen een sa
laris van f700.
De heeren Molenaar en Slot zijn tot de overtui
ging gekomen, dat een ambtenaar noodig is. kunnen
met het voorstel meegaan, maar willen dat sollici
tanten er op wordt gewezen dat geen verhooging van
salaris zal plaats hebben. De heer Molenaar wil het
hier dus als 'n soort doorgangshuis beschouwd zien.
Algemeen gaat men met het voorstel van B. en W.
moe.
Bij de rondvraag bespreekt de heer Swan het doen
van pogingen om de kosten van verpleging krank
zinnigen op het Rijk over te dragen. Spr. zou die
zaak in de Vereeniging vari Nederlandsche Gemeen
ten ter sprake willen zien gebracht
Voorzitter is daartoe bereid, maar meent, dat dit
al is gedaan in verband met de financieele verhou
ding tusschen rijk en gemeente.
In verband met de te verwachten werkloosheid,
geeft de heer Swan in overweging in enkele groote
perceelen gemeente-weilanden slooten te graven. Spr.
lijkt dit productief werk, de huuropbrengst der per
ceelen zal er misschien door tijgen. Overleg met
de huurders zal noodig zijn.
De heer Slot vraagt of de verwarming der school
lokalen op bureaucratische wijze wordt geregeld,
doordat een vaste tijd is bepaald voor het zetten
der kachels, of dat men zich regelt naar de weers
gesteldheid.
Voorzitter zegt dat als het koud is de kachels
worden geplaatst. Ditmaal zijn ze door de abnor
male omstandigheden niet op tijd geplaatst. De vo
rige smid had ze in desolaten toestand achtergela
ten en wat noodig was voor herstelling, was niet
aanwezig.
De heer Slot vraagt of aan veldwachter Pronk
is opgedragen diensten te verichten of inlichtingen
te verstrekken over dingen die niet tot zijn com
petentie hehooren. In het bijzonder Zondagsavonds
schijnt Pronk dames vnn een zekeren leeftijd naar
huis te brengen of verleent daarbij assistentie. Alle
paartje worden dan op straat belicht en op 'n man
nier gehandeld die spr.'s instemming niet heeft. Spr.
weet een geval dat Pronk naar een ouder van een
meisje is gegaan en gevraagd heeft of die wist dat
de dochter met een zeker persoon stond te praten
en bovendien werd die knaap dan in een heel ver
keerd daglicht geplaatst door Pronk. Naar sprekers
meening ligt dat niet op den weg van den ge
meenteveldwachter en spr. meent dat dit ten sterk
ste moet worden veroordeeld, het moet niet plaats
vinden.
Voorzitter zegt in dien zin nooit een opdracht te
hebben gegeven. Spr. hoort er van op, dat er in
dien geest wordt gehandeld. Spr. wist niet. dat
Pronk een middernachtzendeling was. Als er din
gen. gebeuren die niet goed zijn is 't echter goed dat
ingegrepen wordt. Spr. zal er met Pronk 'n praatje
over houden.
De heer Gutker zegt dat nu weer de lantaarns aan
de Noord te laat worden ontstoken.
Voorziteer belooft onderzoek.
Sluiting.
Vergadering van den Raad dezer gemeente op Vrij
dag 27 October 1922, des avonds 7 uur.
Voorzitter-secretaris de heer A. C. Kroon., Burge
meester. Aanwezig alle leden.
De voorzitter opent met welkom de vergadering,
waarna dc notulen worden gelezen en onveranderd
vastgesteld.
Ingekomen stukken. Een schrijven van Ged. Sta^
ten, inzake de rekening. O.a. was de opmerking ge
maakt, dat in het batig saldo, groot f 950.85, een be
drag van f 121.11 als buitengewone ontvangst is op
genomen, dat gebruikt had moeten worden voor be
legging in rentegevend goed.
Besloten wordt, nu dit bedrag als aflossing te bezi
gen, waardoor het batig saldo f 121.11 lager wordt.
Goedkeuring op het besluit tot het aangaan van
een kqsgeldleening, groot f5000.
Bericht, dat de verhooging van het percentage op
vermogensbelasting moet ingaan 1 Mei, inplaats
1 Januari, waartoe wordt besloten.
Goedkeuring op de 'diverse besluiten inzake vee- en
vleeschkeuring.
Verslag van den'accountant, die kas en boeken van
de lichtbedrijven heeft nagegaan en waaruit bleek,
dat alles in volkomen orde is bevonden.
Bericht van den Rijksontvanger dat aan den ge
meente-ontvanger is uitbetaald f 2000 en f 59.51.
Verzoek van C. Put om afschrijving op den H.O.
wegens langdurige ziekte. Wordt toegestaan.
Het bekende adres van vier Statenleden, hetwelk
in zijn geheel wordt voorgelezen, omdat enkele hee
ren met den inhoud niet bekend zijn, B. en W. heb
ben hieromtrent geen voorstel.
De heer Bakker heeft het adres met belangstelling
gelezen en het heeft zijn volle sympathie. Toch
vraagt, hij, of het wel op den weg 'van den Raad ligt
zich over de diverse punten uit te spreken. Er zijn
verschillende vraagstukken, waar de Raad niets
van afweet.
De heer Hart stemt volkomen met Bakker eens,
Wel voelt hij veel voor de punten 1 en 3, doch wat
dé kanalisatie betreft, kan hij niet bekijken of het
voordeel geeft.
De heer Schrieken: We mogen veilig aannemen, dat
het hoofddoel van het adres is, de belangen der tuin
ders te behartigen. Wel zijn er enkele punten in, die
de Raad niet kan beoordeelen, doch met de uitvoe
ring van het adres wordt de tuinbouw gediend.
De heer Van Exter zou het adres voor kennisge-
j ving willen aannemen. Wel sympathiseert hij met
het doel, doch acht de kanalisatie geen direct be
lang voor den tuinbouw. Het X pet,, registratie acht
spreker een ongemotiveerde belasting.
Den heer Schrieken bevreemdt het ten zeerste dat
de heer Van Exter zich er tegen verklaart, vooral
waar hij zegt, er mee te sympathiseeren. Hij dacht
dat niet, mocht worden, nagelaten de belangen der
tuinders zooveel het kan te bevorderen.
De heer Van Exter: Ilc meen dat in het schrijven
niet genoeg uitkomt dat het doel is de tuinders te
helpen.
Voorzitter wijst op verschillende punten, die in het
direct belang der tuinders zijn.
De heer Groen kan zich met het aangehaalde punt
kanalisatie niet vereenigen, vooral in verband met
de hooge kosten. De tuinbouw heeft er niet het groo
te belang bij.
De heer Hart: Ze zullen met het kanalisatieplan
wel zeer voorzichtig zijn, en zeker afhankelijk stellen
van de centenkwestie.
De heer Paarlberg merkt op, dat door tegen te
stemmen, den indruk wordt gevestigd, dat met. pile
aangehaalde punten niet accoord gegaan wordt. Er
zijn te veel punten in die in het belang der tuinders
zijn en dus onze goedkeuring moeten kunnen weg
dragen. Als tegenmotief wordt aangehaald de kana
lisatie, doch als dit werkelijk een algemeen belang
geacht wordt, is het beter dit werk 'door de werkloo-
ze arbeiders te laten uitvoeren, dan de werkloozen
zonder arbeid finantieel te moeten steunen. Het adres
heeft dan 00'k zijn volle sympathie.
De heer Bakker merkt op, geen bewonderaar te zijn
van het hoogheemraadschap. Toch hebben Amster
dam en Haarlemwei eenigszins gelijk want in hoofd
zaak zijn de kosten teweeggebracht door de over
stroomingen en toen hadden genoemde steden geen
medezeggingschap in het onderhoud der dijken.
De heer Hart.: De watersnood was onder Amster
dam ook; een bewijs, dat ook daar de dijken niet
goed ondehouden werden.
Voorzitter: Voorheen betaalden de huizen ook niet
aan de waterkeering. De dijk te Anna Paulowna
werd alleen door Anna Paulowna onderhouden, wat
zeer onbillijk was. Toch zouden wij dan ook kunnen
zeggen, wij hadden geen medezeggingschap, dus is
het niet billijk ons een deel der kosten te laten be
talen.
De heer Bakker: U hebt gelijk.
In stemming gebracht wordt met 52 stemmen be
sloten adhaesie. te betuigen. Tegen stemmen de hee
ren Hart en Groen..
Ingekomen is een verzoek, geteeltend door C. Ban
kersen, om de beschikking van een schoollokaal, om
eens per 14 dagen een ontwikkelingsavond te hou
den. B. en W. stellen voor afwijzend te beschik
ken, omdat het schoollokaal bezet is door vakonder
wijs, tuinbouwcursus en herhalingsonderwijs.
De heer Bakker: Dus is er geen lokaal.
Voorzitter: Het is voor het onderwijzend personeel
zeer onprettig als de lokalen voor het lager onder
wijs in gebruik, ook voor andere doeleinden ge
bruikt worden. Ik ben er sterk voor het ook voor
het vakonderwijs niet meer te doen.
De heer Schrieken: De lokalen moeten blijven
voor het lager onderwijs.
Voorzitter: Het Vakonderwijs kan het roet één
lokaal niet doen.
De heer Bakker had een zoodanig antwoord van
B. en W. niet verwacht. Het gaat voor ontwikkeling
en dat heeft elk mensch noodig.
Voorzitter: B. en VV. zijn zeker voor ontwikkeling,
doch de ruimte laat, het niet toe.
De heer Bakker: Zoodanige clubs hebben meestal
geen middelen om zelf voor een lokaal te zorgen.
Dit antwoord had ik van B. en W. niet verwacht.
In vele gemeenten worden ontwikkelingsclubs op
gericht en wordt van een schoollokaal gebruik ge
maakt. Sommige gemeenten geven er zelfs nog een
onderwijzer bij.
De heer Hart: Het onderwijs aan de kinderen mag
er geen schade onder leiden.
De heer Bakker: Als het onderwijs er schade van
had zou ik er ook niet voor zijn.
De heer De Groot: Ze kunnen beter naar Vis of
v. Zalinge gaan. Spoedig zouden alle vereenigingen
aankloppen.
Den lieer Paarlberg bevreemdt het dat het vak
onderwijs twee lokalen in gebruik kan nemen, als
maar toestemming voor ééij lokaal gegeven is.
Voorzitter: Het was ons niet bekend dat het vorig
jaar ook twee lokalen in gebruik waren en dit jaar
is het als vorig jaar toegestaan.
Tenslotte wordt op het verzoek van de Ontwikke
lingsclub met 6—1 stem afwijzend beschikt. Voor de
heer Bakker.
De heer Paarlberg zegt tegen, te stemmen in ver
band met de mededeeling dat er geen ruimte be
schikbaar is.
Ter tafel komt een verzoek van de gymnastiekver-
ceniging Hercules om een subsidie van b.v. f 50, in
verband met den slechten toestand der finantiën.
B. en W. zijn overtuigd van het nut der gymna
stiek, doch stellen met het oog op de finantiën voor,
afwijzend op het verzoek te beschikken.
De heer Schrieken: De gemeente heeft al meerma
len getoond, het nut der gymnastiek terdege in te
zien, onnoodig is het daarom het nut er van te
bepleiten. Toch ben ook ik niet voor het beschikbaar
stellen van subsidie, omdat hier óf niet, óf zeer wei
nig plaatselijke belasting voor uitvoeringen geheven
wordt. De aanvraag zou niet noodig geweest zijn, als
het in de andere gemeente net was als hier. Het
vorig jaar moest van de feesten ruim' f 300 belasting
betaald worden. Dat de vereeniging nuttig werkt is
zeker. Een honderdtal kinderen genieten van het
onderwijs.
i De heer De Groot: Ik wensch de vereeniging alle
welvaart toe, doch meen dat het beter is om meer
donateurs te werven of lijsten te laten circuleeren,
doch niet de gemeente er mee te bezwaren.
De heer Bakker: Aanvankelijk was ik er .voor,
doch gehoord de rede van den heer Schrieken, kan
ik er in meegaan afwijzend te beschikken,
j De heer Paarlberg zegt ook aanvankelijk voor het
geven van eenige subsidie te zijn geweest, doch de
motieven door den 'heer Schrieken genoemd, geven
jook hem aanleiding tegen te stemmen.
I De voorzitter: Wat is het wat. Nu de heer Schrie
ken deze punten aanhaalt, gaan jullie mee, als B.
J en W. dat gedaan hadden, zou het niet gebeurd zijn.
Met allen tegen wordt op het verzoek afwijzend be
schikt.
Bij het volgende punt: Regeling jaarwedde ge
meente-ontvanger, wordt voorlezing gedaan van een
circulaire van de Vereeniging van Ned. Gemeenten
en een schrijven van de Vereeniging van Burge
meester^ en Secretarissen in het kanton Alkmaar.
In dit laatste wordt een schaal aangegeven, waarbij
het salaris voor een ontvanger in een plaats als deze
op f500 wordt aangegeven.
De heer Schrieken zou aan Ged. Staten willen be
richten, dat naar de meening van den Raad het
vaststellen van dit salaris gevoeglijk aan de be
trokken Raden kan worden overgelaten. Wij weten
het toch plaatselijk beter dan zij en nu zouden ze
weer verschillende klassen moeten maken.
Voorzitter: Het staat in de wet, dat het salaris
door Ged. Staten geregeld wordt.
De heer Hart zou liever geen ontvanger willen.
De heer Bakker vindt het beter aan Ged. Staten
mee te deelen, dat o.i. gemeenten beneden b.v. 3000
zielen geen ontvanger noodig hebben, daar dit werk
best op de secretarie kan worden verricht.
De heer Schrieken wil nog geen salaris vastge
steld zien. Dat is altijd vroeg, genoeg.
Het voorstel-Bakker wordt aangenomen, zoodanig
gewijzigd, dat beneden een zeker aantal inwoners
voor gemeenten als deze geen ontvanger noodig ge
oordeeld wordt.
Met het voorstel van de Gascommissie om de com
missie van beheer niet meer uit 5 doch uit 4 burge
meesters te 'doen bestaan, wordt accoord gegaan.
Vastgesteld wordt de le suppletoire begrooting,
dienst 1922, op een bedrag van f 11950.
Al9 armvoogd wordt met 5 van de 7 stemmen her
benoemd de heer Jb. Mosk.
Twee stemmen werden uitgebracht op den heer
Jb. v. Meurs. die mede op de door B. en W. opge
maakte aanbeveling voorkwam.
Rondvraag. De heer Van Exter: We leven in
een critieken toestand. Het tuinbouwbedrijf is haast
ten ondergang gedoemd. Ik zou daarom door de amb
tenaren een zeker bedrag in dem pensioengrondslag
willen laten betalen.
De heer Hart steunt dit voorstel. De slechte toe
stand brengt overal stagnatie en overal is men op
bezuiniging aangelegd.
De heer Bakker: Als de toestand verandert, ver
andert dan ook dit voorstel weer?
De heer Hart: De salarissen zijn zoodanig, dat het
er van betaald kan worden.
De heer Schrieken: De toestand is wel critiek, of
schoon we niet kunnen weten, wanneer dit veran
derd. Het voorstel komt echter wat onverwacht, we
zijn niet voorbereid. Als het alle ambtenaren in
sluit, is er wel wat tegen.
De heer Van Exter: Dat is niet direct mijn bedoe
ling. Mijn bedoeling is enkel de gemeenteambtena
ren, doch niet die van het gasbedrijf. Dit bedrijf be
druipt zich zelf.
De heer Schrieken: Dan kan ik er me wel mee
vereenigen.
De heer Bakker: Het komt onverwacht. Het is
een punt van bezuinigen* doch we zijn niet voorbe
reid. Het is beter er heden van af te stappen en dat
B. en W. later met een omlijnd voorstel komen.
De heer Hart wil direct behandelen. Wat de gas
fabriek betreft, kan hij niet over oordeelen, doch
voor de anderen wil hij betaling van 8 X voor
stellen.
De heer Paarlberg acht het beter het voorstel er
nu niet door te jagen. Het vroeger genomen besluit
om het uit de gemeentekas te betalen, is na rijp
beraad op goede gronden genomen. Laat ons nu niet
klakkeloos dat besluit vernietigen. Beter is het er
eerst nog eens over te denken en over te praten.
De heer Van Exter légt zich daarbij neer, waarom1
het voorstel 'tot de volgende vergadering wordt aange
houden.
De heer Paarlberg zegt, dat nu in de commissie van
beheer het tweemaal stemmen door één persoon verval
len is.
Zou het nu niet goed zijn, "dat "de raad aan de gas
commissie een zoodanig voorstel deed dat dit ook in
de volle commissie tot het verleden behoort. Het is
toch niet gezond, dat een lid kan zeggen: ik ben er
tweemaal voor, of ik' ben er tweemaal tegen.
Voorzitter gaat met dit idéé niet accoord, andere
heeren voelen er evenals de heer Paarlberg het eigen
handige van-
Ecnigen lijd wordt hierover nog gediscussieerd, het
voor en tegen besproken, waarna de heer Paarlberg zegt,
er nog geen voorstel' van te maken. 'De heeren kun
nen het eens in gedachten houden.
Hierna wordt de vergadering gesloten.