Overkleeding ierman nypels, WOLLEK ONDERGOEDEREN Zaterdag II November 1922. 65ste Jaargang. No. 7128. TWEEDE BLAD. Leeringen wekken, voorbeelden strekken. FEUILLETON. Het Geheim van Eidslone. Hel koude weer zal op Uw gestel geen na- deeligen invloed uitoefenen wannéér U zich voor den Winter voorziet van DEUGDELIJKE uil de bekende Heeren- Kinder- kledingmagazijnen van Schagen Helder. llit het Harvan Holland. Ik zou mijne lezeressen en lezers willen aanraden om als tegengift op mijne Engelsche verkiezingsartikelen eens de Pickwick papers van Charles Dickens op te alaan en eens de ailerkodidigste beschrijving der verkie zingen te lezen. Eigenlijk is er itiet veel veranderd. De geheele ver kiezingstijd in Engeland heeft iets humoristisch. Dat ligt natuurlijk ook aan den aard van het volk. Bij ons in Holland is zoo n verkiezing heelemaal niet humo ristisch, is doodelhk saai en vervelend. Toen indertijd ae ooiijke Arie Hoodhuijzen grapjes maakte, werd hem dat door heel veel kiezers verweten en kostte het hem stemmen. Neen, zoo'n echte dubbelgebeide dooie diender, die anderhalf uur lang niets dan politiek over de met si garen gedecoreerde hoofden uitgiet en dan later in het debat met een gezicht a.sof hij het laatste oordeel aan kondigt, de fioOiCn der onbarmhartigheid over den deba ter iaat toornen, dat is zoo de echte Nederlandsche Iva- mercandidaat bij uitnemendheid, ooms wordt het echter den Nedenandschen kiezer ook wel wat te zwaar op de hand. Daaraan moest ik weer denken, toen ik de eindeloos lange redevoering las, die de brave Professor Heeres in zijne Democraitsche Partij-vergadering ge houden heefL c Ik geloof bepaald, dat de brave professor niet geko zen is tot Kamerlid, omdat hij den kiezers te zwaar op de hand was. Het is de guiden middelmaat. Hier in Engeland kun nen de menschen gewoonweg niet lang luisteren. Zij zijn dat niet gewend. In de kerken wordt ook kort gepreekt. In de Engelsche Staatskerk wordt dat soms overdre ven. Ik heb dikwij.s ijverige kerkgangers hooien verkon digen, dal een preek van een kwartier veel te lang is en dat 3 minuten juist voldoende is om te zeggen, wat de dominee heeft te zeggen en de liimite voor den kerk ganger om niet in slaap te vallen. Daarop zijn dan ook de verkiezingsredevoeringen gebaseerd. Zoo kort mogelijk. Bij dezen verkiezingsstrijd is dat wel goed, want ze hebben allemaal al heei weinig te vertellen, ik lees met aandacht alles wat er gesproken wordt en ik ben nu zoo ver, dat ik Lloyd George voor conserva tief houd, Bonar Law voor een Vakvereenigingsman, dus een ouderwetsche Labour-man, Henderson, Glynes en Thomas voor Die Hards of Indepent Conservatieven als Lord Robert Cecil met de League of Nations als ver- kiezingssaus, Asquith voor socialist, Lord Grey of Falloden voor coalitie-liberaal. Morgen kan het weer anders zijn. Er wordt zoo ge- praai, gedraaid en gewrongen, dat niet alleen alle kiezers, maar ook alie candidaten hopeloos de kluts kwijt zijn. Principes, ho maan Alle partijen, zonder uitzondering, hebben maar één doei1: stemmen winnen. Het is zoo'n beetje ais met de raad, die een vader aan zijn zoon gaf, toen die de wijde wereld in ging „Nu jongen, het ga je goed, tracht rijk ,te worden, in dien mogelijk op eerlijke manier, maar in elk geval zie toe, dat je rijk wordt." Het is alsof elke partij denkt: „zie dat je kiezers Lokt, indien mogelijk op eerlijke manier, maar in ieder geval, zorg verkozen te worden." Het is niet de mooie geest van staatslieden, die hunne idealen in een partij-programma neerschrijven fcn die idealen propageeren en verdedigen tot het goedé of het bittere einde, maar een geest van: „ais ik maar verkozen worden zal, hoe ik er kom Hindert niet, als ik er maar kom." Het nieuwe ministerie zit nu in elkaar, maar het eenige geluid, dat men gehoord heeft was al zeer zwak. De moedelooze woorden van den Premier, die als in jeen mist staat, zijn bekend. De nieuwe minister van Financiën. ,Mr. Stanley Bal- divin, heeft reeds gezegd, dat men niet op belastiugveria- giug mag rekenen, omdat de reductie der uitgaveu met groote moeilijkheden gepaard zal gaan. Optimisten verwonderen zich daarover a.'Sferminst met een ministerie, waarin tot Marine-Minister Mr. Amery. de vroegere onderstaatssecretaris van Marine oenoema werd. Deze Amery heeft naam gemaakt wegens zijne felle bestrijding langs zijn chef Lord Lee en. iangs de andere ministers heen, van de Gcddes Commissie, de bezuinigjngscommissie, eene bestrijding van de com- Jnissieeljfers met cijfers, die niet voor correct gehouden •werden. Bezuiniging bij Marine is dus niot te wachten. Neen, net ziet er in Engeland niet rooskleurig uit Men js zich den toestand nog niet bewust. De Engelschen begrijpen eigenlijk van deze getieele crisis niets, Bonar Law niet, hij zegt het 'zelf, en de Vrij naar het Engelsch bewerkt <L FrtSD. C. BRENT. O 1. I Te Eldstone* „Ik legateer aan den staat élle mijne bezittingen, niet uitzondering van twintigduizend gulden in con tanten, welke uitsluitend bestemd moeten worden, voor het hieronder beschreven doel. De som van twintigduizend gulden zal uitsluitend dienen tot belooning voor alles wat aanleiding geeft tot de opsporing en de gevangenneming van Gaudine Deane, ook wel bekend als Gaudine Eldstone, die uit de gevangenis ontsnapte op den tienden September "an het jaar achttienhonderd en negentig Het was een langwerpig laag vertrek met de ouder wetsche ramen en de groote open hard van de huizen uit de vorige eeuw. In een hoek stond, daar waar de schaduwen net diepst en het somberst scnenen, een 1'edi- kant^ en een wit ingevallen gezicht lag eerder in dan op „Thomas," riep de zwakke stem van den zieken man. „ik hoor een rijtuig ratelen. Is hij gekomen?" „Nog niet, mijnheer,antwoordde Thomas vanaï zijnen zetel aan het hoofdeinde van het bed. „Het is nog zoo laat niet." „Ik zeg je, dat het tijd is," hield de stem aan, "die zoowel toorn als zwakheid verried. „Thomas, hoe durf je heb ',e^en sPreken- zeg je, dat ik voetstappen gehoord „Jawel mijnheerreide Thomas onderdanig. 'fNou, waarom laat je hem dan niet binnen. De zaak is dringend. Gek die ik geweest ben om tot nu toe te wachten met het maken van mijn testament. Maak de deur open." De oude knecht stond op, en geluidloos naar de andere zijde van het vertrék gaande, opende hij de deur zoo wijd mogelijk. ,k.Vnl nu ze^ zien, dat er niemand is', mijnheer'" zeide hij eerbiedig. rest niet, ^cidai rij' niet kannen begrepen, dat hét Coalitie-Ministerie niet ij gevallen ingevolge verlangen van de Engelsche kiezers, maar ingevolge van de con stante aanvallen van Frankrijk. Poincaré kan zich er op beroeme'n, dat hij het Mini- sterie-LLoyd George ten val heeft gebracht. Hij werd daarin bijgestaan door de Engelsche Pers. Wanneer ik gedurende het laatste jaar Times en Mor- ning Post las, dan vroeg ik mij wel eens af: „Zijn de eigenaren van die bladen werkelijk Britten?" De hoofdartikelen in een Morning Post ademden voor alles den geest van Frankrijk. Toch is de eigenaar niemand minder dan de Earl' of Bathurst, een echte Jingo. Maar op het punt der Fransche alliantie, rij° die Jingo's juist hall dwaas. Inpl'aats van te beseffen, dat Frankrijk niet buiten Engeland kan, doen zij het maar steeds aan hunne le zers voobkomen, alsof Engeland niet zonder Frankrijk kan. Wanneer de Franschen terecht of ten onrechte een keet opzetten, dan werd er in de Engelsche bladen niet getracht Engeland vrij te pleiten, Engeland's belan gen naar voren te brengen. Oh neen, dadelijk werd het coalitie-ministerie en vooral Lloyd George faire ge nomen en er op gewezen, dat het Engélands plicht was de wenschen van Frankrijk te eerbiedigen. De hielelichterijen van Franklin-Bouillon werden leukweg met den mantel der Geallieerde liefde bedekt. Nu is de Goalitie-regeering weg, een andere regeering, eene uitsluitend unionistische regeering is daarvoor in de plaats gekomen, de kiezers zullen uitspraak mogen doen op 1d Noveihber aanstaande, wat voor reseering Zjj willen hebben. een conservatieve, een liberale (As quith), eene arbeiders- of eene coalitie regeering. Of liever gezegd, zuiver wordt die quaestie eener ooalitie-regeering niet voor de kiezers gebracht. Slechts na den strijd zullen wellicht de cijfers der Unionisten ;en -fcr Coalitie Liberalen toonen, dat slechts een sa mengaan dezer beide partijen eene regeering met een voldoende meerderheid achter zich, mogelijk maakt. Het zou clan weer modderen worden. Maar ook wanneer de Conservatieven dadelijk een tneerderheid krijgen, zal1 het modderen blijven, omdat men verzuimd heeft de eenig juiste verkiezingsleuze naar voren te brengen, namelijk die der Britsche Politiek. Geen der partijen heeft gevoeld, dat de groote ellende in de wereld onder anderen te wijten is aan het gebrek eener Britsche politiek iu het Britsche Rijk. Het zal den lezer eigenaardig voorkomen, doch bij nader inzien zal hij toestemmen, dat slechts een zuiver egoïstische Britsche politiek de Europeesche chaos kan redden. Want het egoïsme van Groot-Britannië zou ïmeebrengen het verhinderen, het onmiddellijk zonder een moment langer te wachten van de verdere ineen storting van Europa. Mot of zonder Frankrijk. In élk gewai natuurlijk m e t Frankrijk, omdat Frankrijk tot Europa behoort, maar ilC meen met of zonder verdere geallieerdheid met j Frankrijk. I Groot-Britannië zich zeil weer wordende, moet uit zelfbehoud.Europa redden. Daar gaat het omi Indien Groot-Britannië de zaak met de oude zelf bewuste Britsche kracht, logica en flegma aanpakt, dan is de zaak reeds half gewonnen, doordat alle naar rust en arbeid snakkende wereldburgers zich zullen aan sluiten bij Groot-Britannië. Ook de verstandige naar vrede, rust en arbeid snak kende Franschen, die nu door ae politici als Poincaré' kalm gemolesteerd worden. Ook de verstandige naar rust en arbeid snakkende Duitschers. Ook de verstandige naar rust en arbeid snakkende Russen. Maar tevens zal Amerika dan van zelf zich aanslui ten. omdat Amerika er belang bij heeft ora bij eene rus tige oommercieele ontwikkeling van Europa niet buiten gesloten te zijn. Het egoïstische Amerika wil' niets te maken hebben met een bankroet of liquideerend Europa, maar met een herlevend Europa, Ja, daar moeten ae Amerikanen bij zijn, want daar is yoordeeT'te behalen. Om echter zich zelf to worden, heeft Groot-Britannië een man noodig, een staatsman, die durft Brit te zijn, vóór alles Brit, dan Geallieerde. Een soort Signor Boniti Mussolini. Wat men ook over dezen man mag denken, het is ten minste een man, een krachtige figuur, die weet wat hij wil. Bijna elk land heeft behoefte aan een man, die weet wat hij wil'. Ook Nederland i Ik ben nu eenige keeren in Holland geweest, en ik cofistatoer steeds met schrik den wer kelijk miserabelen toestand en vooral het gebrek aan moed om aan bekende verkeerde toestanden een einde te maken. Om te beginnen zijn er veel te veel ambtenaren en beambten. Wordt er nu het eenige probate, middel1 "ter hand genomen, n.ï. dat, om het aantal in 'te krimpen, ddor een groot aantal te ontslaan? Neem Kijk, het is natuurlijk niet prettig geweest voor de Directie der Amsterdamscne Bank om u(T ambtenaren- te ontsléan en de rest op hun salaris te gaan beknibbe len. Maur het zal toch voor het gros der ambtenaren en beambten een zegen zijn, want nu zal1 de Bank het bedriif kunnen voortzetten en weer ontplooien en zul len degenen, die blijven, deen angst behoeven te héb ben, aat zij later ytengevolge van liquidatie der Bank op straat zouden komen te staan. Het is alsof 1 persoon voor een stelletje van 5 moet werken en produceeren. Ik wil natuurlijk niet zeggen, dat' een ambtenaar niet werkt. Ik heb integendeel mijn leven lang bewondering De zieke tuurde vanuit zijnen donkeren hoek in de diepe duisternis van de gang. „Het is zoo," stemde nij wrevelig toe. „Hij komt niet erg vlug. Ga nu weer naast me zitten, Thomas, en houd mijne handen vast. Vreemd AH je mijne handen Losgelaten hebt, schijnt het me toe, als was ik reeds geheel los van de aarde en mijn aardsch bestaan." U is zwaar ziek, mijnheer." De zieke duwde toornig de handen weg die gehoor zaam de zijne vastgegrepen hadden. Loop rond Thomas, oude vrouw die je bent. Ben jij het; jij, die me trouw gediend hebt, als kind en als man. die me nu van ziek zijn kletst." „De dokters „Wie maalt er wat om dé dokters. Laat ze allemaal... Ze schrijven hooge rekeningen, Thomas, en dat is zoo wat het eenigste wat ze kunnen. Dokters zijn maar gewone menschen, en weten niets meer dan eén an der. Je moest eens lezen wat er in do geschiedenis van ze verteld wordt, Thomas". „Jawel mijnheer." „En in .de geschiedenis staat te lezen, dat toen ko ning Karei II eens een beetje verkouden was, zijne hovelingen er veertien dokters bij gehaald hebben. Fn toen ze den koning onderzocht hadden, spraken ze elkander en zichzelven tegen. Sommigen zeiden dat dé koning last had van niersteenen en anderen zeiden dat het van z jm maag kwam, en ten slotte werden ze het eens om zijne ziekte zwaarlijvigheid te noemen, en hebi hoeveelheden tamarinde te laten slikken. Eén alleen maar snapte de waarheid, en hij rende naar de koningin, en waarschuwde haar dat al zijne collega's samen den koning zouden doo- den als men hen hun gang liet gaan. In Macauly's geschiedenis van Engeland kan je het lezen, Tho mas". „En is de koning gestorven?" vroeg de knecht. .Eldstone barstte in een koortsachtig lachen uit. Ge storven?" vroeg hij." Dat zou ik. denken; hoe kon hij dat heipén met veertien dokters om zich heen dit allemaal hun eigen zin wilden doordrijven. Veertien tegen één, dat gaat niet op en hij moest wel sterven. Het was een geval van overmacht, en hij stierf maar. om van ze af te komen. Vergeet dat nu niet: Koning Karei II is dood gegaan om van zijne dokters.af te komen. Maar stil Hoor! Wat is dat?" Geen geluid verstoorde de stilte behalve dat van den wind die over het huis gierde, en fluitend door gehad voor den ambtenaar, die m&t lust en ijver zijn dikwijls zeer ondankbare en eentonige taak vervulde. Maar in het leven moet men practiscn zijn en iedereen kan begrepen, dat het voor een land van het grootste belang is, dat er zooveel mogelijk productieven ar beid gedaan wordt. Ontsla het te veel aan ambtenaren, zij' zullen eerst een moeilijken tijd hebben, doch nood leert bidden pnwerken, zij zullen aanpakken en den productieven arbeid vermeerderen en daardoor niet alleen de lasten verminderen dergenen, die vroeger voor hen werkten omdat zij niet meer aan den gröoten ambtenaren-ruif knabbelen, maar ook omdat zij, nu zij tot degenen zijn gaan behooren, die tot het instandhouden van die ruif door hun arbeid bijdragen. Men klaagt in Nederland over het 31 millioen tekort der Spoorwegen. Nergens reis je zoo ellendig als in Nederland. De rails liggen slecht, de wagons rammelen en tochten. In de le klasse „niet-rooken" profiteer je van den rook uit de compartimenten „rooken", zoo mooi zijn de wagens gebouwd. Je rijdt langzaam, maar schokt erger dan in het buitenland. Aan het kleinste station «jvordt eindeloos gestopt. De 3e klasse is zóó verdemo-eratiseerd, dat een zooge naamd kapitalistisch burger er weinig pleizier van be leeft, indien hij wegens finantieele omstandigheden 3e klasse reist. Het aantal ambtenaren en beambten op de stations is veel grooter dan in eenig a n.d«e r land, maar het aantal kruiers is er veef kleiner. Er zijn op de perrons meer controleurs dan kruiers, dus er is meer lést NIan pleizier voor den reiziger. Het aantal conducteurs op een trein is veel grooter dan in eenig ander land. (Ofschoon ik moet zeggen, dat het personeel over het algemeen heel be leefd en vriendelijk is, kan ik niet nalaten te zeggen, dat indien de helft ontslag kreeg, dienst en reizigers er van zouden profiteeren. Ik sta in mijn oordeel niet alleen, ik 'had juist gele genheid kort geleden het oordeel te krijgen van één Engelschman en van een Fransohman, die in Holland wonen. Hun oordeel' was niet anders. De Franschman kwam met voorbeelden over stations als dat in Dord recht, waajr 5 chefs en onderchefs zijn, van controle in treinen door 4 verschillende conducteurs tusschen Den Haag en de grens. Een paar weken celeden zou mijn kaartje Den Haag- Parijs gecontroleera worden. Het was zulk een boek— kaartje. Ik had er fcnijn suppretiebillet voor D.-treir* netjes ingel'egd, alles bij elkaar. De controleur kreeg mijn boekje en zonder zich de moeite te geven te kij ken, was dadelijk de vraag, waar is uw toeslagbillet? Kijk er waren 4 of 5 conducteurs op dien trein, na tuurlijk yeel te veel, met het gevolg, dat de conducteurs le slap worden om hun arbeid goed te doen. Wij hebben in Nederlbnd behoefte aan een man, iemand, die werkelijk 'de boel aandurft, het lègor, zooals het nu is, eenvoudig weg opdoekt en een mili tair politieleger creëert, gerecruteerd uit vechtlustigen van aanleg, menschep die als politie-agent of militair in den wieg gelegd zijn. Wij geven nu millioenen voor eennonsens leger uit. Indien er werkelijk oorlog zou komen, heeft het leger geen beteekenis. Tegen een mxx^ernên oorlog, tegen vliegtuigen en gas zijn wij niet gewapend, niet toegerust. Onze gasmaskers waren gèdurende den oorlog niet in orde, dat weet ik van officieren. Zouden zij nu in orde .Zijn? Zou een officier durven verklaren van wel? Onder eede.verklaren, niet aan de kletstafei in de soos. Kunnen wij tegen een luchtvloot op? Is er één officier, en de lange laan huilde die van den grooten weg naar het huis leidde. „Het was niets mijnheer. Alleen de wind," zeict* de bediende geruststellend. „Niets?" fluisterde Eldstone. „Alleen de wind, mijnheer". ..Vreemd", mompelde de zieke, „Ik zou gezworen hebben, Thomas dat ik Claudine's schreeuw hoorde dien akeligen, bovennatuurlijken kreet dien ze slaakte toen ze haar vonnis uitspraken ginds.met een bevenden dunnen vinger in de richting van de stad wijzend. „Denk daar nu niet aan. Dat is alles voorbij en voor eeuwig afgedaan", riep Thomas huiverend. „Niet er aan dénken?" riep Eldstone uit in plot selinge woede op de dekens slaande. „O, als ik maar een oogenblik kon ophouden met er aan te donken; maar het wil mij niet uit de gedachten". Tjiomas wierp zich op zijne knieën bij het bed van zijn stervenden meester. „O, als u alles uphel- derde, zou u vrede vinden", zeide hij ernstig. „Mijn beste goede, meester, hebt u daar nooit aan gedacht?" „Nooit zal ik ongedaan maken wat ik gedaan heb". „Maar uw belofte aan mij!" riep d!e oude Thomas handenwringend uit. „Jaren geleden beloofde u me, dat u niet zou sterven met die zonde op uw gewe ten". „Houd! op Thomas; wat moet dat. Kijk, daar ach ter die roode gordijnenik heb haar gezien!!" Hij stak zijne bevende handen uit, als om het schrik beeld af te weren. „Alleen uw verbeelding, mijnheer", zeide die knecht. „Höor je het? Wat duidelijk klinkt het vanavond. Vandaag is het precies twintig jaar geledendat ze veroordeeld werdom opgehangen te worden Ik hoor haar krijten! O-o-o!" „Denk er niet meer aan", trachtte de knecht te kalmeeren, het koude zweet van zijns meesters ge laat yegende. „Groote hemei! Je weet niet wat je vraagt. Je kon evengoed de zee bevelen om hare rustelooze bewe ging te staken. Nacht en dag, dag en nacht heeft die vreeselijke kreet mij in die ooren geklonken; twintig jaar lang. Hoor! Hoe duidelijk klinkt het thans". In doodsangst verborg hij het gelaat onder de de kens met het angstzweet op het gelaat, terwijl hij naar de ingebeelde kreten luisterde. Het getrappel van paardenhoeven, en het ratelen die durft beweren ;&n vr-eï? Denkt ze, dat er nu nog één aanvaller zich iets van onze Holiandsche Waterlinie zou aantrekken en zeggen: Jongen, jongen, dat is mooi, hoe kom ik daar over? De aanvaller zou met een Oostenwind gas op ons Loslaten en verder ons van uit de lucht bombaraeeren. Gevolg i Dat allerlei non-combattanten, dus rustige burgers, gegasd en gebombardeerd worden. Geven we daarvoor millioenen uit, die eigenlijk boven onze rkachten .gaan? De Duitschers? Och kom' De Belgen? Die houd je met een goed bewapend, goed geoefend, goed gelëi4 •militair politieleger heler in bedwang, dan met een quasi-Teger, dat rammelt. Want ons léger rammelt. Het is nooit in orde geweest en zal1 nooit in orde komen. De Nederlandsche burger of burgeres die rustig slaapt omdat hij of zij zoovéél belasting betaalt voor een leger, is slachtoffer van een illusie. Ik vind heerlijk, dat hij of zij zoo rustig slaapt, maar dat kunnen zij goed- kooper hebben. Zoo zijn er in Nederland een massa zaken, waarop bezuinigd, flink bezuinigd zou kunnen worden. Maar den moesten we een mannetjes-putter aan het hoofd van zaken hebben en niet een zacht eitje. Golijn zou tenminste een man uit één stuk zijn geweest? die gedurfd zou hebben. Het lijkt nu nergens naar. Slappe boeli Ontevredenheid en malaise troef. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Hef gaat bij ons met die Bezuinigingsbekje als verkiezingsleus, als met de Ontploffing in Oldebroek. Veed ophef, een paar ruiten stuk, maar resultaat nihil. Troost u echter, NederLandsche burger, in Engeland is het niet beter. De Engelschen noemden de ontploffing in Oldenbroék the Big Bang. Welnu, een spotprent op1 de Ministerie-wijziging geeft dit beeld Boven ziet men een ontzettende ontploffing, de Big Bang, allerlei menschen en de coalitie worden in de lucht geslingerd. Beneden zit rechts John Buil met zijn hand aan zijn oor te wachten op geluid, dat uit een gramophoon met als microphoon het hoofd van Bonar Law zal komen. Big Bang, boven. Beneden zegt Bonar Law: Waar ben ik? Dat is alles wat John Buil hoort. Zoo is het overal. Groote praatjes van Poincaré. Een begrooting, die sluitend gemaakt wordt met de Inkom sten der geheele vordering op Duitschland. Big Bang, maar resultaatscherpe daling in de franc. De eenige, die geen praatjes verkoopt, maar wat doet is: Mussólinii Engelschen en Hollanders zijn geen Zuidelijke heet hoofden. Engelschen en Hollanders zijn nuchter. Maar die nuchterheid schijnt zoowel hij Engelschen ais Hol landers zoek. Daarom moeten wij voor beide landen hopen op een nuchteren staatsman. Wij moeten in Holland een staatsman hebben, die niet de perspectieven, maar de realiteiten ziet "en aan durft. Zelfde recept voor Engeland en .koevele andere landen I Vanwege dé vreeselijke malaise, die zoo om zich heen grijpt, dat niemand meer geld heeft om het allernoodigste te bekostigen, is Den Haag van de week een nieuw bioscopepaleis rijker geworden, met daaraan verbonden theesalon en bierpaleis. Alle kranten vallen in meerdere of mindere onmacht over de schoonheden van de met blauw gestoffeerde, Oostersche zaal, en de koperen lichtkronen, allemaal echt-Indiisch, naar ontwerp van een professor uit Berlijn. Al wie in de termen valt voor een invitatie, kreeg er een thuis: raadsleden, inspecteurs en nog hoo- gere politiemannen, leveranciers, buren, .^deftige" concurrenten (dat zijn bioscopehouders met minimum entreeprijzen k een gulden) en hooge ambtenaren. Curieus was het verschijnsel dat ook het depar tement van Kunsten en Wetenschappen officieel nog liefst, bij dé openinig van dezen tooverlantaren ver tegenwoordigd was. Of het vanwege de afdeeling Kunst, of Onderwijs of Wetenschap was, valt niet uit te maken, doch het ministerie was er en daarmede is de vertoéning van een film erkend als kunst- of wetenschap: ik weet nog steeds niet, wat van de twee. Dit is weer een van die genoegelijke begripsver warringen, die men in onze dagen elk oogenblik ziet. Als er duizend' menschen staan te kijken naar twee en twintig voetballers, denken dié duizend, dat zij Sportsman zijn en niemand, die hen helpt uit dien waan. Als Bouwmeester den Shylock speelt, heelt niemand der toehoorders zich in, dat hij-zelf daardoor acteur is. Dat spreekt vanzelf, ofschoon zoo'n toe kijker bij een voetbalmatch zich zeer gechoqueerd zou voelen, door niet als sportman te worden 'bo- i schouwd. Nu fotografeert iemand het geheele too- neelstuk hetgeen (laten wij toegeven) kunst is of althans kan zijn.. En zoodra nu iemand die foto's door den tooverlantaren laat loopen hebben we er op eens een nieuwe kunst bijWat d?od anders die officieele heer daar? Hij kwam niet de filmactrico of den acteur of den opnemer de hand drukken, wat dan toch als de kunstmensohen van. het geval moe ten worden beschouwd, nademaal regisseur en I schrijver in het niet verzinken bij de „gloedvolle film- oogen" of den „filmkin" van held of heldin. Misschien vraagt iemand er in'i de Kamer eens van een snel naderend rijtuig leidden zijne aandacht af. „Steek het licht op", beval hij den knecht. „Steek alle lampen op, en laat me met hem alleen als hij hier is. Maar blijf niet achter de deur staan luiste ren; denk er om!" Thomas deed wat. hem bevolen was. Spoedig straal de een zee van licht uit de vele ramen van het groote huis en het schijnsel viel op een klein rijtuigje, dat voor de deur stilhield. Een stevig gebouwde man met grijs haar en een witten baard sprong er uit en trad het huis binnen. „Bent u daar eindelijk", zeide Eldstone. „U bent ook niet erg vlug!" „Ik was niet thuis toen uwe boodschap gebracht werd. Hoe voelt u zich vanavond?" „Zooals gewoonlijk," antwoordde de zieke, het hoofd onrustig op het kussen heen en weer bewegend. „Zoo als altijd, maar alleen dat vreemde gevoel dat over mij gekomen is* „Ik heb de papieren meegebracht, zooals u me liev weten." „Ja ja", met een ongeduldig wuiven van de witte hand. „Er is volstrekt geen haast bij. Thomas en die ellendige dokter^ vertelden, dat ik me voorbereiden moest om te sterven, en het is misschien wel goed om vanavond mijn testament te maken. Maar ik voel me toch niets zieker." „We moeten allen vroeg of laat sterven", zeide- de advocaat kalm. „Maar men 'behoort zijne zaken intijds te regelen." „Natuurlijk, dat is zoo. U hebt gelijk Henderson, zooals altijd." „Ik heb uw oud testament meegebracht, om het te vernietigen." „Verbrand het nu direct". Henderson legde het document op de weinige ko len die nog in den haardbrandden. Een plofje, toen een enkeie helle vlam die hoog op in de schoorsteen schoot, en het testament was voor eeuwig vernie tigd. „Ziezoo, het is weg. Ik ben gereed voot uwe verdere aanwijzingenzeide de advocaat, pen en papier op het tafeltje bij het bed in orde brengend. „Hu! riep Eldstone woest. „Hu! hoorde je dien kreet? Hoe vreeselijk klinkt het vannacht! Groote God, als ik dat nooit meer hoefdé te hooren, zou ik in vrede kunnen rusten". „Het is de wind", zeide Henderson een oogenblik

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 5