DE WITTE PAAL of JENDE.
ROMMELKRUID.
x
Even laehen.
ben zij nog wat meer te beteekenen. Zij, zijn
uitstokende visschers en kunnen zich zonder
staatsbemoeiingen redden. Toch heeft de Ca-
nadeesche staat ook voor hen reserveterreinen
aangewezen, voor 't geval die in de toekomst
noodig mochten blijken. M.
IV.
Wij zeiden, dat zijn hart nu reeds weder aan
een geheel ander voorwerp hing. Dat was ook
waar, maar geen ander meisje had hem voor als
nog bekoord, o neen; een verrekijker hield nu
zijne aandacht bezig. Dit kunststuk, dat zijn
vader hem ten geschenke gegeven had, was, hoe
onvolmaakt ook, (want Drebbel werd eerst in
het jaar 1572 te Alkmaar geboren.) in die dagen
al iets zeldzaams. Van daar, dat hij het gestadig
in de handen nam, om het te bezigtigen, en te
beproeven, hoe ver hij er mede zien kon. Te
dien einde beklom hij dikwijls den trans van het
slot, en gluurde er dan mede naar alle kanten
heen. Dit vond hii regt vermakelijk, want nu kon
hij ook datgene, dat anders buiten het bereik van
zijn gezigt lag, duidelijk ontwaren. Hij zag Me-
demblik, de Zuiderzee, het eiland Wielingen, de
reedc van Texel en aan de andere zijde, de
Noordzee, de duinen, Alkmaar, en eene menigte
dorpen en meren. Op deze wijze verbeuzelde
hij nu ziinen tijd: dan moest dien kijker geheel
uit elkander genomen, en schoongemaakt worden,
en dan moest er weder het een of ander door
gezien worden. O, hoe ijdel moet een hart zijn,
dat zich aan eencn verrekijker, een eenvoudig
menschenwerk, met evenveel geestdrift kan hech
ten als aan een meisje, hetwelk verordend is. om
het geluk en genoegen eens jongelings nier op
aarde te vermeerderen: ja, zelfs om het eene
het andere bijna geheel vergeet
Aldra viel er in do verte niets nieuws meer te
beschouwen. Van toen af vestigde hij zijne oogen
op moer nabijgelegene voorwerpen: hier bespiedde
hij nu oenen goudsmid in zijnen winkel, en daar
weder een ouacu vrijer, terwijl bij zijne huishoud
ster omhelsde. O. hoe aardig vond hij dat alles.
Eindelijk viel zijn oog op Helena, de dochter
van den baljuw en de minnaresse van Michaël. Zij
zat onder een boom in haars vaders hof, en
scheen in diepe gedachten verzonken. Nimmer
had hij de schoone Helena met die opmerkzaam
heid beschouwd. O, hoe bevallig fcwam zij hem nu
voor. Hoezeer hij haar van jongs af gekend,'
en hij, als kind, vaak met haar gespeeld, Ta zelfs
naderhand dikwerf aan hare zijde gewandeld had,
nimmer echter had hij iets meer voor haar ge
voeld, dan de vriendschap, welke speelgenoolon
voor elkander gevoelen, en nu klopte zijn hart
2. Kruis raadsel. Vul in:
X
X
X X X X X X X
X -
X
X
1. Een medeklinker.
2. Een viervoetig dier.
3. Iets, waarop menig "huis is gebouwd.
4. Een stad in Noord-Brabant.
5. Een meisjesnaam.
6. Een vlaktemaat
7. Een ledeklinker.
Op de kruisjes moet dezelfde stad! komen.
3. Vul in:
XXXXX 1 Een lang dier.
X 2 Een plaatsje in N.-HoüandL
X 3 Een heel groot rond voorwerp.
X 4 Een instrument van de naaister
X 5 Iets wat de naaister ook gebruikt.
De rijen kruisjes noemen weer 't zelfde woord.
Brieven naar L. Roggeveen, Nieuwe Rijn 49.
Leiden.
En nu plaatsen we, ter gelegenheid van het
Sint Nicolaasfeest, nog een paar versjes, die
enkelen mij zonden:
geheel anders voor haar. Hoe was dat toch
mogelijk? Thans beschuldigde hij zich van gebrek-
aan gevoel voor bet waarlijk schoone. Michaël, dit
moest hij betuigen^ had hem daaromtrent over
troffen, want terwijl hij een nog kinderachtige
Jenne zijn hart wijdde, koos deze zich eene geheel
ontlokciiqxchoonheid. „Wplk een verschil toch
„tusschenHelena en Jenne. Terwijl de laatste nog
„zoo veel kinderlijks over zich heeft, betreedt de
„eerste reeds, met onwankelbare schreden, het
„pad, dat tot het geluk der minnenden leidt.
„Wat is zij schoon. Waarlijk, zij is thans geheel
„ontwikkeld, en Iaat den jongeling niets meer
„te wenschcn overig, dan hein, door hare liefde,
„tot den gelukkigs ten der stervelingen te maken.
„Daar wandelt zij door den boomgaard. Wielk
„een fiere tred. Welk eene edele houding. Daar
„blijft zij peinzend staan. Waarover mag zij nu
„wel deuken? -r- Over haren minnaar, over Mi-
„chaël? Welnu, is zulk een stijve zoon van Mars
„wel waardig, dat eene Hebé aan hem denkt?
„Welligt treurt zij, welligt is hare verloving aan
„dien steeds wikkenden en wegenden weifelaar
„slechts een gevolg eener ouderlijke overeen
komst, waaraan haar hart geen deel nam, ora-
„dat men hetzelve niet raadpleegde. Ongelukkig
„meisje. Hoe, wanneer ik, die haar van nu aan
„reeds zoo geheel bemin, haar eens mijne liefde
„verklaarde? Zij was mij altoos zoo hartelijk
„genegenwelligt smeulde er reeds Jang eene
„heimelijke liefde voor mij in haren boezem. Daar
„slaat zij' hare schoone oogen naar mij op,
„en knikt mij vriendelijk toe. Neen, nu kan ik
„het niet langer uithouden." Zoo redekavelde
de onbestendige jonker bij zich zeiven.
De tuin des baljuws maakte, als ware het een
gedeelte van dien van zijnen vader uit, dewijl
dezelve slechts door een bruggetje van elkander
gescheiden waren. Daar lag nu de verrekijker in
oenen hoek, en de jonker stond bij Helena in den
hot Zij groette hem, als naar gewoonte, zeer
vriendelijk, want het was de jouker. Vervolgens
n«m zij zijn verzoek tot eene wandeling door
de lanen, zonder ©enigen achterdocht aan. Ai
wandelende., verhaalde zij aan den vriend baars
minnaars, in vertrouwen, hoe zij gisteren eenen
brief van dezen ontvangen had, waarin hij haar
berigtle, dat hij zich heden in den Haag bevond,
en voor alsnog onzeker was, of hij den Koning
van .Spanje nog langer zou blijven dienen dan
wel, ol hij, op net spoor van zoo vele Nederlan
ders, zich onder de vanen van den Prins van
Oranje, waarbij men hem eene hopmans-plaats had
aangeboden, zou scharen. Hij wilde echter dien
stap nie» doen, dan na rijp beraad, en met overleg
van beider ouders, als ook met volkomene toe
stemming van haar zelve. Hij zou eerlang zelf
hier komen, om aller gevoelen daaromtrent te
vernemen. Zij betuigde, dat zulks haar zeer ver
ontrustte, wijl zij' zeer wel wist, dat de gevoelens
har er ouderen, dienaangaande, hoe langer hoe
meer uit een liepen. Zijn vader zou hem zeker
1. Ter gelegenheid van den vorjaardag
Van onzen goeden Sint,
Hoop ik, dat ik stof genoeg
Voor een versje vind,
Om daaruit mijn achting voor
'Hem te laten blijken
Want hij is de weldoener
Voor armen en rijken.
En, mocht mijn gedichtje
In aanmerking komen
Om in de Schager Courant
Te worden opgenomen,
Dan zal ik Zondag heel verheugd
Staan te kijken,
Als ook mijn. naam in de courant
Zal prijken!
Dan verheug ik mij dubbel
Op 't Sinterklaasfeest,
Op 't feest van hem, die eeuwen
Een kindervriend is geweest.
Daarom, mijn goede, beste Sint,
Door oud en. jong zoo zeer bemind,
Uw goedheid doet het mij verklaren:
Verras ons steeds nog vele jaren!
Een vlijtig lezeresje van de kinderrubriek
MARIEI DEKKER.
2. ALS HET STROOIAVOND IS.
Nu is het vijf December.
De klok slaat zeven uren.
Pietje kijkt een® op,
Wie daar zoo staat te gluren.
dien stap aanraden, en uit den geest van den
brief meende zij te moeten opmaken, dat hij
zelf ook naar dien kant overhelde, maar haar
vader zou zulks nimmer goedkeuren.
Dit alles hoorde de jonker met innig welge
vallen aan, schoon hij, wat den opstand betrof,
welk» reeds aan alle zijden in Hchtclaaije vlammen
was uitgebarsten, geheel onverschillig was. Wajt
bekommerde hij zich, of Alva, of de Prins van
Oranje zegevierde; of men vervolgde, brandde
en moordde al dan niet, indien hij maar eenen
verreikijker had, of een meisje vond, met welk
hij van tijd tot tijd een- verliefd gesprek kon
voeren.
„Alzoo, schoone Helena, bevallige vriendin,"
antwoordde hij, „alzoo zou het wel kunnen ge-
keuren, dat uwe verbindtenis met dien weifelen-
„den krijgsman nimmer tot stand kwam. Wel-
„nu, mijn schoone,gij zult toch deswege niet
„van hartzeer verkwijnen: er klopt nog een ander,
„een meer standvastig hart voor u; een hart, dat
ophouden zou te kloppen, wanneer het geene
„wederliefde vond."
Helena zag hem verwonderd aan: „Nu schertst
„gij", jonker,zeide zij. Toen vatte hij met vuur
nare hand, en drukte die op dezelfde plaats aan
zijn hart, waar hij nog kort te voren de be
vreesde hand van Jenne gelegd had. „Neen,
„lieve Helena I" riep hij', „neen, ik scherts niet.
„Neen, mijne liefde voor u rust op vaster gron
den, dan die van hem, die het beminnelijkste
„meisje kon verlaten, om aan zijne eerzucht bot
„te vieren; dien het om het even schijnt, of hii,
„als een getrouw onderdaan des Konings, deszslfs
„regten verdedigt, of yoor eenen rebel strijdt,
„wanneer zijne ijdele eerzucht slechts maar be-
„vredigd wordt. En gij zoudt nog langer ver-
„trouwen stellen op iemand, die geene kennis
„heeft aan eenen haristogt, welke geene de minste
„waarde heelt, zoo dezelve niet het geheele hart
vervult?" Toen rukte Helena zich van hem
los, en zeide; Jonker, ik zal ditmaal uwe ho
gende taai als eer: beproeving mijner trouw
„aanmerken; maar verzoek in het vervolg van
„dezelve verschoond te worden." Dit zeggende»
verliet zij hem en snelde naar hui3.
Onze jonker, niet gewoon zich zoo spoedig te
laten afschrikken, zag haar voortaan niet in den
hof, of hij was terstond bij haar; doch onthield
riet, om regtstreeks van zijne liefde te spreken:
zuchten en handdrukken waren nu de tolken van
zijn hart, dacht hij; maar Helena sloeg er niet
de minst» acht op, ja spotte heimelijk met hem.
Echter kwam hij al na oer en nader. Gaarne zou
zij hem eens duchtig afgewezen hebben; maar het
was de jonker, haar vader was afhankelijk van
zijnen vadiïr, en zou zulks welligt eenmaal van
hom zdven zijn- dus moest rij hem dulden, meen
de rij, zoolang hij binnen zekere palen bleet
Wordt vervolgd.
„Wie is dat?" denkt Pietje.
Moe zegt: „Zit nu recht!"
Nu ziet hij het al; 'het is
Sint Nicolaas met zijn knecht!
Piet, zijn knecht, i® o zoo zwart!
Daar ziet hij de Sint komen.
Pietje krijgt van den Sint een> hand,
Dat had hij toch nooit kunnen drooimen!
Nu krijgt hij> een hand vol koekjes.
„Kijk eens, Moe," zeg^ Pietje.
„Ja, maar hoor", zegt Moeder,
„Bewaar ook wat voor Grietje!"
JAN BUISMAN.
3. EEN VERSJE VOOR SINT NICOLAAS.
Klein Jantje ging schrijven
Een brief aan Sinterklaas.
Hij nam papier en potlood,
En toen begon de baas.
„Dag lieve besta Bisschop,
Ik ben zoo vreeselijk blij,
Dat U weer gauw bij ons komt.
Wat heeft U weil voor mij?"
En toen het 6 December was,
Wat was ons Jantje blij!
Toen kreeg hij ook een briefje
En heel veel moois er bij!
GUURTJE en MAKE ERIK9.
SINTERKLAAS GOED HEILIG MAN
Sinterklaas, goed1 heilig man.
Hoor m'n simpel liedje an,
't Liedje van een menschje
Met een levenswerischje
In een wereld vol gekrijsch,
Op een jammerlijke wijs!
Sinterklaas, goed heilig man,
'k Zie de bodem van de kan!
Houdt de gulden tegen,
Plus kanonnenzegen,
Breng ons tijdig' wat geluk,
Want de wereld gaat aan stuk!
Sinterklaas, goed heilig man,
I.aat wat eetbaars in de pan,
Voor de stille armen,
Niemand heeft erbarmen,
Help de boord- en hoedproleet
Bij z'n zorg'lijk levensleed!
Sinterklaas, goed heilig man,
d'Oorlogstrom gromt rataplan
Door de consequenties
Van veel conferenties,
Spaar ons *t heen en weer gepraat,
Schenk ons op Uw dageen daad!!
Sinterklaas, goed heilig man,
Och, U weet er alles vanl
Maak de mcnschen wijzer
En hun wil van ijzer,
Breng de maatschappij tot rust
Door gezonde arbeidslust!
Sinterklaas, goed heilig man.
Brave grijsaard, luister dan,
Bied ons één surprise.
Voor we 't spel verlieze*
Sinterklaas, milddadig heer,
Geef onsaan ons zei ven weer! II
Nadruk verboden.
St. Nicolaas 1922. KROES.
SKYSCHAPERS.
In het ILdJtiLd. lazen wij
Is de silhouet van New-York door de leeJijk-
heid van de reusachtige gebouwen meer eigen
aardig daD mooi, men moet verbaasd staan over
de techniek, die mogelijk maakte dergelijke gebou
wen neer te zetten. De noodzaak van het bouwen
van zeer hooge huizen ontstond, toen de bevol
king van New York zoo snel toenam, dat de
grond met sprongen omhoog ging. terwijl zonder
twijfel handige speculanten in aie rijzing ook
de hand gehad hebben en nog hebben. De rente
van de dure grondstukken kan alleen opgebracht
worden wanneer groote sommen aan huur ver
kregen worden en dit is alleen mogelijk door de
hoogte in te gaan. Het hoogste gebouw van New
York is de Woolworth Building, dat 250 meter
hoog is en 55 verdiepingen boven en vier onder
den grond telt. Hotels met twintig verdiepingen
met logeerkamers en ettelijke meer voor andere
doeleinden rijn geen uitzondering, terwijl ze veelal
dan vijf verdiepingen onder den grond hebben
voor de noodzakelijke dienstruimten. De rotsach
tige bodem van New Yoik maakt het bouwen van
dergelijke zware gevaarten op volkomen veilige
manier mogelijk, terwijl stalen balken en pilaren,
gewapend beton voor vloeren en dikwijls ook
voor muren, de stevigheid van het gebouw zelf
verzekeren, zelfs al zouden aardbevingen te vree
zen zijn.
Terwijl we bü ons te lande gewend rijn in een
niet te diepen kuü de heimachines te zien staan,
ziet men Dij het bouwen der hooge huizen in
New York in de meeste gevallen groote stoom-
Iocomobielen van ander type die in de eerste
plaats te zorgen hebben voor het leveren van een
froote hoeveelheid samengeperste lucht Deze
ient voor het drijven der talrijke pneumatische
boormachines, die in een oogwenk een aantal
gaten boren van meer dan een meter diepte,
waarin met dynamiet een ontploffing wordt ver
oorzaakt, die de rots doet splijten. De groote
brokken steen worden dan door middeT van
kranen omhoog gehaald, tot de verlangde diepte is
bereikt. De kanten van den kuil worden pneu
matisch egaal gehakt Dat werken met dynamiet
is zoo algemeen, dat het een gevaar wordt voor
Amerika, daar tallooze misdadige elementen zoo'n
vaardigheid verkregen hebben in het hanteeren
der meest gevaarlijk ontploffingsmiddelen, dat on
langs op een punt, waar dag en nacht een druk
verkeer plaats vindt, drie groote brandkasten met
nitroglycerine of met dynamiet uit elkaar ge
slagen werden, zonder dat van de daders, die
dat werkje, plus het berooven, in enkele minuten
verrichtten, een spoor te bekennen was.
Zoodra de grond voldoende open is gelegd,
wordt begonnen mei het leggen der fundamenten
en van den ondersten vloer van gewapend beton,
waarop zeer snel het stalen geraamte van het huis
gaat verrijzen; daarna 'gaan de betonnen vloeren
in iets langzamer tempo omhoog. Ook de schutting
om het gebouw is geheel anders dan bij ons te
lande. In de meeste gevallen wordt die n.1'. veel
steviger gemaakt en is over het trottoir een soort
tunnel gebouwd van uiterst zware houten balken,
waardoor het verkeer geleid kan worden, zonder
dat gevaar behoeft te bestaan voor een voorbijgan
ger, wanneer van die groote hoogte iets mocht
neervallen. Vooral in de groote notels zijn de
verdiepingen zeer interessaöt. Ze bevatten in de
eerste plaats reusachtige toestellen- voor het léveren
van worm water. Een hotel van 20 verdiepingen
met 80 logeerkamers op elke verdieping, waarvan
alle met centrale verwarming en warin en koud
water ©n verreweg de meeste met badkamer, heeft
Jhatuurlijlc ffiorme hoeveelheden warm waler
noodig en dan nog onder hoogen druk, om ook
de bovenste verdiepingen te kunnen voorzien. Bo
vendien is de Amerikaan zeer royaal in het ge
bruik van water, zoodat op veel grooter hoeveel
heden'dan bij ons gerekend moet worden dan bij
ons het geval zou zijn. Verder bevatten die onder-
grondsche verdiepingen natuurlijk ook de keukens.
Alle groote hotels hebben hun eigen wasch-
inrichting in huis. De Amerikaan is zeer
royaal met handdoeken en ook het tafelgoed
wordt in een ongelooflijk aantal stuks ge
bruikt, zoodat het vervoer buiten het hotel
reeds groote bedragen zou vereischen. Vandaar
dan ook oen complete waschinrichting met alle
denkbare machines (b.v. mangels van drie me
ter breedte voor tafelgoed en handdoeken), ter
wijl ook een deel der wasscherij gebruikt
wordt ten behoeve der gasten, die voor dezen
dienst flink extra betalen, vooral als ze haast
hebben.
Een bijzonderheid is nog het ventilatiesysteem
voor de ondergrondsche verdiepingen, die na
tuurlijk evenmin vanzelf geventileerd1 zouden
worden als een schip. Vandaar groote electro-
motoren, die ventilatoren bewegen, welke van
boven lucht aanzuigen om deze in regelmati-
gen stroom onder den grond te voeren. De was
scherij en de keukens worden tegelijk sterk ge
ventileerd en van alle dampen en stoom bevrijd
zoodiat het in de keukens in het algemeen niet
te heet is en ook van allerlei luchtjes geen
sprake is.
Onder den grond bevinden zich ook de groo-
♦e machines voor de lifts. Er staan er meestal
een achttal of meer., waarvan een deel bestemd
is voor den snel dienst en enkele voor boemel-
lift dienen om vooral de lagere verdiepingen
te bedienen. In vele gevallen worden electri-
sche lifts gebruikt, maar ook komen wel hy
draulische voor, waarbij de liftkooi gedragen
wordt door buizen, die in elkaar schuiven ais
de buizen van een telescoop en dpor water ge
dreven worden.
Door het sterke brandstofgebruik zou het
voordeelig zijn om eigen electriciteit op te wek
ken, maar dit gebeurt bijna nooit, omdat de
electrische centrales met dergelijke groote af
nemers speciale contracten sluiten om stroom
te leveren tegen zoo'n lagen prijs, dat een eigen
installatie geen voordeel meer oplevert- Die la
ge prijs is dan ook de reden, dat men zeer ver
kwistend ermee omgaat en dat geen enkele
employé van een hotel erop let of in een ka-
mor alle lichten branden bij afwezigheid van
den bewoner, of niet. Bovendien wordt in vele
gevallen nog gebruik gemaakt van indirecte
verlichting, die heel wat meer licht vereisöht
dan de gewone.
De hooge hotels en kantoorgebouwen en ook
vele particuliere gebouwen hebben meestal een
speciale platte buis in het centrum van het ge
bouw, waardoor de brieven naar beneden ge
worpen kunnen worden, om in een postbus
neer te komen, die vanwege het postkantoor of
vanwege d© directie regelmatig gelicht wordt.
Telefoon is natuurlijk in elke kamer of in
woonhuizen in elk flat aanwezig. De groote ho
tels beschikken verder op elke verdieping over
een „verreschrijver" (telewriter), zoodat bood
schappen van het centrale kantoor af direct
op schrift overgebracht worden naar de verdie
ping waar de gast logeert.
De begane grond van de groote gebouwen,
die op goeden winkelstand gelegen zijn, is
meestal zoo ingericht, dat de straatzijde door
winkels in beslag wordt genomen, hetgeen na
tuurlijk op de huuropbrengst een goeden in
vloed heeft. In de groote kantoorgebouwen
vindt men veelal groote restaurants, sterke
kluizen, etc. De groote skyscrapers zijn In wer
kelijkheid dorpen op zichzelf die overdag soms
meer dan 10.000 inwoners geregeld aan net
yverk hebben, zoodat het aangaan der kantoren
in den morgen en het uittrekken tegen den
avond de moeite waard is om te gaan zien.
De gecompliceerdheid van den inwendigen
dienst maakt natuurlijk ook, dat do kolossen
hun zwakke zijde hebben. Onlangs, bij een* sta
king van bet liftpersoneel, was het op tijd ko
men op de kantoren een onmogelijkheid, voor
al in de Woolworth Building, die zoowat drie
maal zoo hoog is als de Amsterdamsche Wes
tertoren, Komt er dezen winter een tekort aan
brandstof, dan wordt het werken in die moei
lijk te verwarmen gebouwen ook vrijwel on
mogelijk. We zullen maar hopen dat het drei
gement van het ontbreken van anthraciet ook
slechts een uiting is van bluf, waarmee de
Amerikaan nogal graag werkt.
HET DICTEé VAN NAPOLEON.
Een zekere Serin was in de dagen van Napo
leon werkzaam aan het departement van oor
log. Op zekeren dag werd deze man op de Tui-
1 oneen ontboden, waar hem werd gezegd, dat
hij wegens zijn fraaie handschrift was aange
wezen om een der secretarissen van den Keizer
te vervangen.
De man vertelt zelf, hoe verheugd hij was
over deze onderscheiding.
Hij zou heel nabij den Keizer zijtt
Men leidde mij bevend in het werkvertrek,
waar Napoleon, alOeen, met groote passen, op
en neer ging. Als hij mij opmerkt, wijst hij
mij een stoel aan een bureau in een hoek van
het venster. Dan begint hij weor op en neer
te loopen zonder op mij te letten. Wel hoorde
ik, dat hij korte afgebroken woorden tusachen
z'n lippen murmelde.
Hij scheen buitengewoon slecht gehumeurd
te zijn, en. uit bescheidenheid! deed ik m'n best
om op zijn uitroepen geen adht te slaan. Ik
wachtte geduldig op een order.
Eindelijk kwam de Keizer op mij aangeste
vend, ik greep naar mijn pen en mijn hoofd
weggedoken tusschen de schouders, voelde ik
hem heel dicht bij me.
„Lees me de boel op!"
„Oplezen, wat oplezen, Sire?"
„Wat ik u zoo juist gedicteerd heb".
„Gedicteerdstamelde ik. „Ik wist van
niet9.ik heb niets opgeschreven.... ik
meende.
Als de bliksem op het paleis had! ingeslagen,
dan was dat zelker niets geweest bij de kreet
van toorn en drift, welke mijn verklaring af
brak.
Ik heb me nooit meer kunnen herinneren hoe
ik buiten het paleis ben geraakt, hoe ik weer op
straat ben gekomen, hoe ik mij- heb opgebor
gen in m'n kleine kamertje en veertig jaren la
ter kon ik nooit de Tuilerieën voorbij komen,
zonder dat er een huivering door m'n leden
voer. Msb.
DE KRANT ALS BRON VAN INKOMEN.
Een Duitscher heeft uitgerekend, dat hij als
abonné van een krant eigenlijk nog meer geld
terug krijgt dan hij er voor uitgeeft. De man
abonneert zich met Januari op eenige kranten.
Ze bezorgen hem prettige lectuur en zaken-
verbindingen, dan laat hij de kranten liggen,
totdat hij voor het oudpapier meer krijgt dan
het abonnement hem gekost heeft.
DAT WIST HU NOG NIET.
Agent i „Ho eens wat hebben we daar in die
tasch?"
Vagebond„Om j© nou precies de waarheid
te vertellen; ouwe jóngen, ik weet het niet D£
heb nog met gekeken.'
MOZES OP SCHOOL.
Meester: „Waarom maak jij de som niet, Mo-
zes."
MozesU kan toch niet van mij verwachten,
dat 3c belang zou stellen in zoo'n onnoozeki
3Vt percent"
AANBEVELING GENOEG.
Mevrouw; „Wat kan ik je voor goeie getuigen
geven, wat moet 3C voor goeds van je zetten?*-
Dienstbode: „O, zet u alleen maar, dat ik Zes
maanden bij u ben geweest"
HET WAS NIET ZIJN SCHULD.
Rechter: „De laatste keer dat je hier was heö
je gezegd, dat ik! je nooit weer terug hoopjes
te zien.
Beklaagde„Ja mijnheer, dat weet ik, mijn
heer,maar de agent wou me niet gelooven