DE WITTE PAAL of JENDE. ROMMELKRUID. x Even laehen. ben zij nog wat meer te beteekenen. Zij, zijn uitstokende visschers en kunnen zich zonder staatsbemoeiingen redden. Toch heeft de Ca- nadeesche staat ook voor hen reserveterreinen aangewezen, voor 't geval die in de toekomst noodig mochten blijken. M. IV. Wij zeiden, dat zijn hart nu reeds weder aan een geheel ander voorwerp hing. Dat was ook waar, maar geen ander meisje had hem voor als nog bekoord, o neen; een verrekijker hield nu zijne aandacht bezig. Dit kunststuk, dat zijn vader hem ten geschenke gegeven had, was, hoe onvolmaakt ook, (want Drebbel werd eerst in het jaar 1572 te Alkmaar geboren.) in die dagen al iets zeldzaams. Van daar, dat hij het gestadig in de handen nam, om het te bezigtigen, en te beproeven, hoe ver hij er mede zien kon. Te dien einde beklom hij dikwijls den trans van het slot, en gluurde er dan mede naar alle kanten heen. Dit vond hii regt vermakelijk, want nu kon hij ook datgene, dat anders buiten het bereik van zijn gezigt lag, duidelijk ontwaren. Hij zag Me- demblik, de Zuiderzee, het eiland Wielingen, de reedc van Texel en aan de andere zijde, de Noordzee, de duinen, Alkmaar, en eene menigte dorpen en meren. Op deze wijze verbeuzelde hij nu ziinen tijd: dan moest dien kijker geheel uit elkander genomen, en schoongemaakt worden, en dan moest er weder het een of ander door gezien worden. O, hoe ijdel moet een hart zijn, dat zich aan eencn verrekijker, een eenvoudig menschenwerk, met evenveel geestdrift kan hech ten als aan een meisje, hetwelk verordend is. om het geluk en genoegen eens jongelings nier op aarde te vermeerderen: ja, zelfs om het eene het andere bijna geheel vergeet Aldra viel er in do verte niets nieuws meer te beschouwen. Van toen af vestigde hij zijne oogen op moer nabijgelegene voorwerpen: hier bespiedde hij nu oenen goudsmid in zijnen winkel, en daar weder een ouacu vrijer, terwijl bij zijne huishoud ster omhelsde. O. hoe aardig vond hij dat alles. Eindelijk viel zijn oog op Helena, de dochter van den baljuw en de minnaresse van Michaël. Zij zat onder een boom in haars vaders hof, en scheen in diepe gedachten verzonken. Nimmer had hij de schoone Helena met die opmerkzaam heid beschouwd. O, hoe bevallig fcwam zij hem nu voor. Hoezeer hij haar van jongs af gekend,' en hij, als kind, vaak met haar gespeeld, Ta zelfs naderhand dikwerf aan hare zijde gewandeld had, nimmer echter had hij iets meer voor haar ge voeld, dan de vriendschap, welke speelgenoolon voor elkander gevoelen, en nu klopte zijn hart 2. Kruis raadsel. Vul in: X X X X X X X X X X - X X 1. Een medeklinker. 2. Een viervoetig dier. 3. Iets, waarop menig "huis is gebouwd. 4. Een stad in Noord-Brabant. 5. Een meisjesnaam. 6. Een vlaktemaat 7. Een ledeklinker. Op de kruisjes moet dezelfde stad! komen. 3. Vul in: XXXXX 1 Een lang dier. X 2 Een plaatsje in N.-HoüandL X 3 Een heel groot rond voorwerp. X 4 Een instrument van de naaister X 5 Iets wat de naaister ook gebruikt. De rijen kruisjes noemen weer 't zelfde woord. Brieven naar L. Roggeveen, Nieuwe Rijn 49. Leiden. En nu plaatsen we, ter gelegenheid van het Sint Nicolaasfeest, nog een paar versjes, die enkelen mij zonden: geheel anders voor haar. Hoe was dat toch mogelijk? Thans beschuldigde hij zich van gebrek- aan gevoel voor bet waarlijk schoone. Michaël, dit moest hij betuigen^ had hem daaromtrent over troffen, want terwijl hij een nog kinderachtige Jenne zijn hart wijdde, koos deze zich eene geheel ontlokciiqxchoonheid. „Wplk een verschil toch „tusschenHelena en Jenne. Terwijl de laatste nog „zoo veel kinderlijks over zich heeft, betreedt de „eerste reeds, met onwankelbare schreden, het „pad, dat tot het geluk der minnenden leidt. „Wat is zij schoon. Waarlijk, zij is thans geheel „ontwikkeld, en Iaat den jongeling niets meer „te wenschcn overig, dan hein, door hare liefde, „tot den gelukkigs ten der stervelingen te maken. „Daar wandelt zij door den boomgaard. Wielk „een fiere tred. Welk eene edele houding. Daar „blijft zij peinzend staan. Waarover mag zij nu „wel deuken? -r- Over haren minnaar, over Mi- „chaël? Welnu, is zulk een stijve zoon van Mars „wel waardig, dat eene Hebé aan hem denkt? „Welligt treurt zij, welligt is hare verloving aan „dien steeds wikkenden en wegenden weifelaar „slechts een gevolg eener ouderlijke overeen komst, waaraan haar hart geen deel nam, ora- „dat men hetzelve niet raadpleegde. Ongelukkig „meisje. Hoe, wanneer ik, die haar van nu aan „reeds zoo geheel bemin, haar eens mijne liefde „verklaarde? Zij was mij altoos zoo hartelijk „genegenwelligt smeulde er reeds Jang eene „heimelijke liefde voor mij in haren boezem. Daar „slaat zij' hare schoone oogen naar mij op, „en knikt mij vriendelijk toe. Neen, nu kan ik „het niet langer uithouden." Zoo redekavelde de onbestendige jonker bij zich zeiven. De tuin des baljuws maakte, als ware het een gedeelte van dien van zijnen vader uit, dewijl dezelve slechts door een bruggetje van elkander gescheiden waren. Daar lag nu de verrekijker in oenen hoek, en de jonker stond bij Helena in den hot Zij groette hem, als naar gewoonte, zeer vriendelijk, want het was de jouker. Vervolgens n«m zij zijn verzoek tot eene wandeling door de lanen, zonder ©enigen achterdocht aan. Ai wandelende., verhaalde zij aan den vriend baars minnaars, in vertrouwen, hoe zij gisteren eenen brief van dezen ontvangen had, waarin hij haar berigtle, dat hij zich heden in den Haag bevond, en voor alsnog onzeker was, of hij den Koning van .Spanje nog langer zou blijven dienen dan wel, ol hij, op net spoor van zoo vele Nederlan ders, zich onder de vanen van den Prins van Oranje, waarbij men hem eene hopmans-plaats had aangeboden, zou scharen. Hij wilde echter dien stap nie» doen, dan na rijp beraad, en met overleg van beider ouders, als ook met volkomene toe stemming van haar zelve. Hij zou eerlang zelf hier komen, om aller gevoelen daaromtrent te vernemen. Zij betuigde, dat zulks haar zeer ver ontrustte, wijl zij' zeer wel wist, dat de gevoelens har er ouderen, dienaangaande, hoe langer hoe meer uit een liepen. Zijn vader zou hem zeker 1. Ter gelegenheid van den vorjaardag Van onzen goeden Sint, Hoop ik, dat ik stof genoeg Voor een versje vind, Om daaruit mijn achting voor 'Hem te laten blijken Want hij is de weldoener Voor armen en rijken. En, mocht mijn gedichtje In aanmerking komen Om in de Schager Courant Te worden opgenomen, Dan zal ik Zondag heel verheugd Staan te kijken, Als ook mijn. naam in de courant Zal prijken! Dan verheug ik mij dubbel Op 't Sinterklaasfeest, Op 't feest van hem, die eeuwen Een kindervriend is geweest. Daarom, mijn goede, beste Sint, Door oud en. jong zoo zeer bemind, Uw goedheid doet het mij verklaren: Verras ons steeds nog vele jaren! Een vlijtig lezeresje van de kinderrubriek MARIEI DEKKER. 2. ALS HET STROOIAVOND IS. Nu is het vijf December. De klok slaat zeven uren. Pietje kijkt een® op, Wie daar zoo staat te gluren. dien stap aanraden, en uit den geest van den brief meende zij te moeten opmaken, dat hij zelf ook naar dien kant overhelde, maar haar vader zou zulks nimmer goedkeuren. Dit alles hoorde de jonker met innig welge vallen aan, schoon hij, wat den opstand betrof, welk» reeds aan alle zijden in Hchtclaaije vlammen was uitgebarsten, geheel onverschillig was. Wajt bekommerde hij zich, of Alva, of de Prins van Oranje zegevierde; of men vervolgde, brandde en moordde al dan niet, indien hij maar eenen verreikijker had, of een meisje vond, met welk hij van tijd tot tijd een- verliefd gesprek kon voeren. „Alzoo, schoone Helena, bevallige vriendin," antwoordde hij, „alzoo zou het wel kunnen ge- keuren, dat uwe verbindtenis met dien weifelen- „den krijgsman nimmer tot stand kwam. Wel- „nu, mijn schoone,gij zult toch deswege niet „van hartzeer verkwijnen: er klopt nog een ander, „een meer standvastig hart voor u; een hart, dat ophouden zou te kloppen, wanneer het geene „wederliefde vond." Helena zag hem verwonderd aan: „Nu schertst „gij", jonker,zeide zij. Toen vatte hij met vuur nare hand, en drukte die op dezelfde plaats aan zijn hart, waar hij nog kort te voren de be vreesde hand van Jenne gelegd had. „Neen, „lieve Helena I" riep hij', „neen, ik scherts niet. „Neen, mijne liefde voor u rust op vaster gron den, dan die van hem, die het beminnelijkste „meisje kon verlaten, om aan zijne eerzucht bot „te vieren; dien het om het even schijnt, of hii, „als een getrouw onderdaan des Konings, deszslfs „regten verdedigt, of yoor eenen rebel strijdt, „wanneer zijne ijdele eerzucht slechts maar be- „vredigd wordt. En gij zoudt nog langer ver- „trouwen stellen op iemand, die geene kennis „heeft aan eenen haristogt, welke geene de minste „waarde heelt, zoo dezelve niet het geheele hart vervult?" Toen rukte Helena zich van hem los, en zeide; Jonker, ik zal ditmaal uwe ho gende taai als eer: beproeving mijner trouw „aanmerken; maar verzoek in het vervolg van „dezelve verschoond te worden." Dit zeggende» verliet zij hem en snelde naar hui3. Onze jonker, niet gewoon zich zoo spoedig te laten afschrikken, zag haar voortaan niet in den hof, of hij was terstond bij haar; doch onthield riet, om regtstreeks van zijne liefde te spreken: zuchten en handdrukken waren nu de tolken van zijn hart, dacht hij; maar Helena sloeg er niet de minst» acht op, ja spotte heimelijk met hem. Echter kwam hij al na oer en nader. Gaarne zou zij hem eens duchtig afgewezen hebben; maar het was de jonker, haar vader was afhankelijk van zijnen vadiïr, en zou zulks welligt eenmaal van hom zdven zijn- dus moest rij hem dulden, meen de rij, zoolang hij binnen zekere palen bleet Wordt vervolgd. „Wie is dat?" denkt Pietje. Moe zegt: „Zit nu recht!" Nu ziet hij het al; 'het is Sint Nicolaas met zijn knecht! Piet, zijn knecht, i® o zoo zwart! Daar ziet hij de Sint komen. Pietje krijgt van den Sint een> hand, Dat had hij toch nooit kunnen drooimen! Nu krijgt hij> een hand vol koekjes. „Kijk eens, Moe," zeg^ Pietje. „Ja, maar hoor", zegt Moeder, „Bewaar ook wat voor Grietje!" JAN BUISMAN. 3. EEN VERSJE VOOR SINT NICOLAAS. Klein Jantje ging schrijven Een brief aan Sinterklaas. Hij nam papier en potlood, En toen begon de baas. „Dag lieve besta Bisschop, Ik ben zoo vreeselijk blij, Dat U weer gauw bij ons komt. Wat heeft U weil voor mij?" En toen het 6 December was, Wat was ons Jantje blij! Toen kreeg hij ook een briefje En heel veel moois er bij! GUURTJE en MAKE ERIK9. SINTERKLAAS GOED HEILIG MAN Sinterklaas, goed1 heilig man. Hoor m'n simpel liedje an, 't Liedje van een menschje Met een levenswerischje In een wereld vol gekrijsch, Op een jammerlijke wijs! Sinterklaas, goed heilig man, 'k Zie de bodem van de kan! Houdt de gulden tegen, Plus kanonnenzegen, Breng ons tijdig' wat geluk, Want de wereld gaat aan stuk! Sinterklaas, goed heilig man, I.aat wat eetbaars in de pan, Voor de stille armen, Niemand heeft erbarmen, Help de boord- en hoedproleet Bij z'n zorg'lijk levensleed! Sinterklaas, goed heilig man, d'Oorlogstrom gromt rataplan Door de consequenties Van veel conferenties, Spaar ons *t heen en weer gepraat, Schenk ons op Uw dageen daad!! Sinterklaas, goed heilig man, Och, U weet er alles vanl Maak de mcnschen wijzer En hun wil van ijzer, Breng de maatschappij tot rust Door gezonde arbeidslust! Sinterklaas, goed heilig man. Brave grijsaard, luister dan, Bied ons één surprise. Voor we 't spel verlieze* Sinterklaas, milddadig heer, Geef onsaan ons zei ven weer! II Nadruk verboden. St. Nicolaas 1922. KROES. SKYSCHAPERS. In het ILdJtiLd. lazen wij Is de silhouet van New-York door de leeJijk- heid van de reusachtige gebouwen meer eigen aardig daD mooi, men moet verbaasd staan over de techniek, die mogelijk maakte dergelijke gebou wen neer te zetten. De noodzaak van het bouwen van zeer hooge huizen ontstond, toen de bevol king van New York zoo snel toenam, dat de grond met sprongen omhoog ging. terwijl zonder twijfel handige speculanten in aie rijzing ook de hand gehad hebben en nog hebben. De rente van de dure grondstukken kan alleen opgebracht worden wanneer groote sommen aan huur ver kregen worden en dit is alleen mogelijk door de hoogte in te gaan. Het hoogste gebouw van New York is de Woolworth Building, dat 250 meter hoog is en 55 verdiepingen boven en vier onder den grond telt. Hotels met twintig verdiepingen met logeerkamers en ettelijke meer voor andere doeleinden rijn geen uitzondering, terwijl ze veelal dan vijf verdiepingen onder den grond hebben voor de noodzakelijke dienstruimten. De rotsach tige bodem van New Yoik maakt het bouwen van dergelijke zware gevaarten op volkomen veilige manier mogelijk, terwijl stalen balken en pilaren, gewapend beton voor vloeren en dikwijls ook voor muren, de stevigheid van het gebouw zelf verzekeren, zelfs al zouden aardbevingen te vree zen zijn. Terwijl we bü ons te lande gewend rijn in een niet te diepen kuü de heimachines te zien staan, ziet men Dij het bouwen der hooge huizen in New York in de meeste gevallen groote stoom- Iocomobielen van ander type die in de eerste plaats te zorgen hebben voor het leveren van een froote hoeveelheid samengeperste lucht Deze ient voor het drijven der talrijke pneumatische boormachines, die in een oogwenk een aantal gaten boren van meer dan een meter diepte, waarin met dynamiet een ontploffing wordt ver oorzaakt, die de rots doet splijten. De groote brokken steen worden dan door middeT van kranen omhoog gehaald, tot de verlangde diepte is bereikt. De kanten van den kuil worden pneu matisch egaal gehakt Dat werken met dynamiet is zoo algemeen, dat het een gevaar wordt voor Amerika, daar tallooze misdadige elementen zoo'n vaardigheid verkregen hebben in het hanteeren der meest gevaarlijk ontploffingsmiddelen, dat on langs op een punt, waar dag en nacht een druk verkeer plaats vindt, drie groote brandkasten met nitroglycerine of met dynamiet uit elkaar ge slagen werden, zonder dat van de daders, die dat werkje, plus het berooven, in enkele minuten verrichtten, een spoor te bekennen was. Zoodra de grond voldoende open is gelegd, wordt begonnen mei het leggen der fundamenten en van den ondersten vloer van gewapend beton, waarop zeer snel het stalen geraamte van het huis gaat verrijzen; daarna 'gaan de betonnen vloeren in iets langzamer tempo omhoog. Ook de schutting om het gebouw is geheel anders dan bij ons te lande. In de meeste gevallen wordt die n.1'. veel steviger gemaakt en is over het trottoir een soort tunnel gebouwd van uiterst zware houten balken, waardoor het verkeer geleid kan worden, zonder dat gevaar behoeft te bestaan voor een voorbijgan ger, wanneer van die groote hoogte iets mocht neervallen. Vooral in de groote notels zijn de verdiepingen zeer interessaöt. Ze bevatten in de eerste plaats reusachtige toestellen- voor het léveren van worm water. Een hotel van 20 verdiepingen met 80 logeerkamers op elke verdieping, waarvan alle met centrale verwarming en warin en koud water ©n verreweg de meeste met badkamer, heeft Jhatuurlijlc ffiorme hoeveelheden warm waler noodig en dan nog onder hoogen druk, om ook de bovenste verdiepingen te kunnen voorzien. Bo vendien is de Amerikaan zeer royaal in het ge bruik van water, zoodat op veel grooter hoeveel heden'dan bij ons gerekend moet worden dan bij ons het geval zou zijn. Verder bevatten die onder- grondsche verdiepingen natuurlijk ook de keukens. Alle groote hotels hebben hun eigen wasch- inrichting in huis. De Amerikaan is zeer royaal met handdoeken en ook het tafelgoed wordt in een ongelooflijk aantal stuks ge bruikt, zoodat het vervoer buiten het hotel reeds groote bedragen zou vereischen. Vandaar dan ook oen complete waschinrichting met alle denkbare machines (b.v. mangels van drie me ter breedte voor tafelgoed en handdoeken), ter wijl ook een deel der wasscherij gebruikt wordt ten behoeve der gasten, die voor dezen dienst flink extra betalen, vooral als ze haast hebben. Een bijzonderheid is nog het ventilatiesysteem voor de ondergrondsche verdiepingen, die na tuurlijk evenmin vanzelf geventileerd1 zouden worden als een schip. Vandaar groote electro- motoren, die ventilatoren bewegen, welke van boven lucht aanzuigen om deze in regelmati- gen stroom onder den grond te voeren. De was scherij en de keukens worden tegelijk sterk ge ventileerd en van alle dampen en stoom bevrijd zoodiat het in de keukens in het algemeen niet te heet is en ook van allerlei luchtjes geen sprake is. Onder den grond bevinden zich ook de groo- ♦e machines voor de lifts. Er staan er meestal een achttal of meer., waarvan een deel bestemd is voor den snel dienst en enkele voor boemel- lift dienen om vooral de lagere verdiepingen te bedienen. In vele gevallen worden electri- sche lifts gebruikt, maar ook komen wel hy draulische voor, waarbij de liftkooi gedragen wordt door buizen, die in elkaar schuiven ais de buizen van een telescoop en dpor water ge dreven worden. Door het sterke brandstofgebruik zou het voordeelig zijn om eigen electriciteit op te wek ken, maar dit gebeurt bijna nooit, omdat de electrische centrales met dergelijke groote af nemers speciale contracten sluiten om stroom te leveren tegen zoo'n lagen prijs, dat een eigen installatie geen voordeel meer oplevert- Die la ge prijs is dan ook de reden, dat men zeer ver kwistend ermee omgaat en dat geen enkele employé van een hotel erop let of in een ka- mor alle lichten branden bij afwezigheid van den bewoner, of niet. Bovendien wordt in vele gevallen nog gebruik gemaakt van indirecte verlichting, die heel wat meer licht vereisöht dan de gewone. De hooge hotels en kantoorgebouwen en ook vele particuliere gebouwen hebben meestal een speciale platte buis in het centrum van het ge bouw, waardoor de brieven naar beneden ge worpen kunnen worden, om in een postbus neer te komen, die vanwege het postkantoor of vanwege d© directie regelmatig gelicht wordt. Telefoon is natuurlijk in elke kamer of in woonhuizen in elk flat aanwezig. De groote ho tels beschikken verder op elke verdieping over een „verreschrijver" (telewriter), zoodat bood schappen van het centrale kantoor af direct op schrift overgebracht worden naar de verdie ping waar de gast logeert. De begane grond van de groote gebouwen, die op goeden winkelstand gelegen zijn, is meestal zoo ingericht, dat de straatzijde door winkels in beslag wordt genomen, hetgeen na tuurlijk op de huuropbrengst een goeden in vloed heeft. In de groote kantoorgebouwen vindt men veelal groote restaurants, sterke kluizen, etc. De groote skyscrapers zijn In wer kelijkheid dorpen op zichzelf die overdag soms meer dan 10.000 inwoners geregeld aan net yverk hebben, zoodat het aangaan der kantoren in den morgen en het uittrekken tegen den avond de moeite waard is om te gaan zien. De gecompliceerdheid van den inwendigen dienst maakt natuurlijk ook, dat do kolossen hun zwakke zijde hebben. Onlangs, bij een* sta king van bet liftpersoneel, was het op tijd ko men op de kantoren een onmogelijkheid, voor al in de Woolworth Building, die zoowat drie maal zoo hoog is als de Amsterdamsche Wes tertoren, Komt er dezen winter een tekort aan brandstof, dan wordt het werken in die moei lijk te verwarmen gebouwen ook vrijwel on mogelijk. We zullen maar hopen dat het drei gement van het ontbreken van anthraciet ook slechts een uiting is van bluf, waarmee de Amerikaan nogal graag werkt. HET DICTEé VAN NAPOLEON. Een zekere Serin was in de dagen van Napo leon werkzaam aan het departement van oor log. Op zekeren dag werd deze man op de Tui- 1 oneen ontboden, waar hem werd gezegd, dat hij wegens zijn fraaie handschrift was aange wezen om een der secretarissen van den Keizer te vervangen. De man vertelt zelf, hoe verheugd hij was over deze onderscheiding. Hij zou heel nabij den Keizer zijtt Men leidde mij bevend in het werkvertrek, waar Napoleon, alOeen, met groote passen, op en neer ging. Als hij mij opmerkt, wijst hij mij een stoel aan een bureau in een hoek van het venster. Dan begint hij weor op en neer te loopen zonder op mij te letten. Wel hoorde ik, dat hij korte afgebroken woorden tusachen z'n lippen murmelde. Hij scheen buitengewoon slecht gehumeurd te zijn, en. uit bescheidenheid! deed ik m'n best om op zijn uitroepen geen adht te slaan. Ik wachtte geduldig op een order. Eindelijk kwam de Keizer op mij aangeste vend, ik greep naar mijn pen en mijn hoofd weggedoken tusschen de schouders, voelde ik hem heel dicht bij me. „Lees me de boel op!" „Oplezen, wat oplezen, Sire?" „Wat ik u zoo juist gedicteerd heb". „Gedicteerdstamelde ik. „Ik wist van niet9.ik heb niets opgeschreven.... ik meende. Als de bliksem op het paleis had! ingeslagen, dan was dat zelker niets geweest bij de kreet van toorn en drift, welke mijn verklaring af brak. Ik heb me nooit meer kunnen herinneren hoe ik buiten het paleis ben geraakt, hoe ik weer op straat ben gekomen, hoe ik mij- heb opgebor gen in m'n kleine kamertje en veertig jaren la ter kon ik nooit de Tuilerieën voorbij komen, zonder dat er een huivering door m'n leden voer. Msb. DE KRANT ALS BRON VAN INKOMEN. Een Duitscher heeft uitgerekend, dat hij als abonné van een krant eigenlijk nog meer geld terug krijgt dan hij er voor uitgeeft. De man abonneert zich met Januari op eenige kranten. Ze bezorgen hem prettige lectuur en zaken- verbindingen, dan laat hij de kranten liggen, totdat hij voor het oudpapier meer krijgt dan het abonnement hem gekost heeft. DAT WIST HU NOG NIET. Agent i „Ho eens wat hebben we daar in die tasch?" Vagebond„Om j© nou precies de waarheid te vertellen; ouwe jóngen, ik weet het niet D£ heb nog met gekeken.' MOZES OP SCHOOL. Meester: „Waarom maak jij de som niet, Mo- zes." MozesU kan toch niet van mij verwachten, dat 3c belang zou stellen in zoo'n onnoozeki 3Vt percent" AANBEVELING GENOEG. Mevrouw; „Wat kan ik je voor goeie getuigen geven, wat moet 3C voor goeds van je zetten?*- Dienstbode: „O, zet u alleen maar, dat ik Zes maanden bij u ben geweest" HET WAS NIET ZIJN SCHULD. Rechter: „De laatste keer dat je hier was heö je gezegd, dat ik! je nooit weer terug hoopjes te zien. Beklaagde„Ja mijnheer, dat weet ik, mijn heer,maar de agent wou me niet gelooven

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 12