Binnenlandsch Nieuws. -Ingezonden Stilkken. N.V. „DE TIJDGEEST". en ook quasiqynische gezichten, die nergens anders goed voor schijnen te zijn dan om er een flinke oor vijg op te geven, maar suikerzoet of quasicynisch gedegeneerd, dom, afgestompt zijn ze allen. In die hersentjes onder de gepomadeorde haarspiegels huist heel wat 'kennis omtrent die meest indrukwek kende dansposes, de beste ice-creamsoda, de nieuw ste schoen-modellen en ook omtrent minder onschul dage zaken; dat zij zich ooit met iets anders geënca- nailleerd hebben, is hoogst onwaarschijnlijk. De da mes, waarmede deze jongeheeren (tot over de 40 jaar; hun hartstocht voor de „dans"-sport bevredi gen, zijn bakvischjes, waaronder ook velen van twijfelachtigen leeftijd minder gedegenereerd, minder dom, minder afgestompt, doch veeleer mo reel verwaarloosd. Daar zoowel deze jonge heeren als deze jongedames te Berlijn zeer talrijk zijn, hou den de exploitanten der openbare pret duchtig re kening met hen, en in elke wijk, zelfs in do meer afgelegen voorsteden, vindt men „Tanzdleles", waar zij hun hart kunnen ophalen. 't Eene café na 't andere gaat er toe over 's mid dags tegen vijf uur een plaats tusschen de stoelen en tafeltjes vrij te maiken voor do danslustigen.. 't Eene café na 't andere engageert een paar „artis- ten", die de rustpoozen met voordrachten of plasti sche dansen vullen. En 't eene café na 't andere verhoogt, in overeenstemming met deze attracties, de prijzen der consumptie, en trekt steeds meer het zich aan Terpsichore offerende deel van jong en jeugdig Berlijn, dat ruim betalen kan van 't geld dat 't pas gedurende den oorlog uit patriottisme ver diend''heeft. Meer behoef ik omtrent de „Tanztees" wel niet te vertellen om u te doen beseffen, dat zonder haar de redelijke en materieel© „Wiederaufbau" van Duitschland uitgesloten is. De regeering, de indu- stiieelen, de economen zeggen: „Er moet meer ge werkt worden". Goed, maar dan moet de regeering 't volk zijn genoegens ook laten, opdat 't volk „ar- beitsfreudig" blijft. En dat de arbeider, de kan toorklerk, de winkelbediende de „Tanztees" nu toe vallig niet bezoekt, en dat de lieve knaapjes met ge- pomadeerde kopjes nu toevallig niet arbeiden, iets waarmee de regeering niets te maken heeft doet ook aan 't heilige beginsel niets af. Welk 'n bar baar is die Pruisische minister van binnenlandsche zaken, Se vering, die mir niks, dir niks, 'n verorde ning uitvaardigt ter beperking der vermakelijkhe den en der overtollige luxe, en deze verordening in de eerste plaats richt tegen 't Fünf-Uhr-Tanz-Tee- Gewerbe! Reeds hebben de hoofden en organisato ren dier bedrijven vergaderd; reeds hebben ze een motie aangenomen waarin gewezen wordt op de on ontbeerlijkheid dier bedrijven. Zij immers loven er van.... En door 't Berlijn der opgepoetste Jeugd en jeug digheid, gaat een schok van verontwaardiging. Men zou 't wagen in zoo droeve tijden dien armen dan sers hun eenige ontspanning te ontnomen! Waar wil Duitschland heen? Wat moet er worden van een volk, dat zijn Fünf-Uhr-Tanz-Tees verloochent I Nogmaals, „Helrr Poincaró", 'vrees Duitschland' niet; mannen als minister Severing maken 't wel zelf onschadelijk, door 't aan te tasten in de bron nen zijner kracht: de dansende jongelingen. EEN MASSA VERGADERING VAN BOOSDOENERS IN ITALIë. De correspondent van de „Times" tei Milaan zondt aan zijn blad een verhaal, waarbij men wel aan het gezegde „Se non veromoet denken. Hij vertolt dan, dat in den laatsten tijd te Alessandria in Piemont, zooveel diefstallen en andere misdrijven voorkwamen, dat de fascisti ter plaatse, die geen vertrouwen hadden in de doeltreffendheid der poli tie, besloten de zaak zelve ter hand te nemen. Na dat hun leider of consul van de politie de namen der misdadigers met de door hen gepleegde misdrij ven en ondergane gevangenisstraffen had gekregen, richtte hij een rondschrijven tot de dieven, waarin zij werden uitgenoodigd tot een vergadering op Zon dagavond te 9 uur, terwijl strenge straffen werden bedreigd tegen hen, die niet aanwezig zouden zijn. Zij verschenen allen op den vastgestelden tijd; het was een merkwaardig gezelschap van ongeveer twee honderd dieven, zakkenrollers, inbrekers en oplich ters, jong en oud, sommigen met een woest voorko men. anderen netjes gekleed, en voor het meeren- deel „gevangenis-veteranen". Zij waren verontrust door die buitengewone oproeping en niemand kon raden wat er de beteekenis van was, „tenzij", zooals een oude inbreker opmerkte, „ze willen hebben, dat we een bond van nachtarbeiders vormen". De consul omringd door een dozijn „zwarthemden", tot de tan den gewapend, leidde de bijeenkomst enhield een korte, zakelijke toespraak. „Wij hébben u hiep bijeengeroepen", zeide hij, „om u te waarschuwen dat er voortaan geen diefstal len meer mogen gebeuren in Alessancjria. De fascis ten zullen dat niet meer dulden. Ge kent ons. Als wij iets willen hebben, kan het ons niet schelen door welke middelen wij het bereiken. Ieder, die door ons op een misdaad wordt betrapt, zal worden dood geslagen. Gij hebt nu maar te kiezen. Of ge moet uw levenswijze veranderen, in welk geval wij een be trekking voor u zullen vinden of ge blijft volharden in uw kwade gewoonten en dan hebt ge u er op voor te bereiden om naar het ziekenhuis of naar het kerkhof te gaan". Het gehoor was zeer onder den indruk. Een voor een verklaardon de misdadigers zich* bereid tot ieder eerlijk werk, dat hun werd aangeboden. Een dozijn werd onmiddellijk in dienst genomen als jachtop zieners, aan anderen werden andere betrekkingen beloofd. Intusschen werdén er kaartjes rondgedeeld voor huisvesting en maaltijden. Aan het slot bracht een oude man, die vijftien maal gezeten had, den leider der bijeenkomst dank. Na de vergadering orga niseerden de fascisten hun politie, bestaande uit ver schillende groepen „zwarthemden", die eiken nacht van 11 tot 6 uur door de stad zullen patrouilleeïen. Maandag zijn zij voor het eerst handelend dpge- treden. Zij namen twee zakkenrollers, niet uit Ales sandria, gevangen, en sloegen zij zoo hevig, dat zij in stervenden toestand naar het ziekenhuis werden gebracht. EEN DOODE MET EEN KLOPPEND HART. In een hospitaal te Manchester, is gisteren een man genaamd Lees overleden, wiens hart nog on geveer vijf uren geklopt heeft nadat de ademha- j lingsorganen reeds hadden opgehouden te function- I neeren. Gedurende al dien tijd hebben doctoren en j verpleegsters alle mogelijke pogingen in het werk gesteld om de levensgeesten weder op te wekken, doch de hartslag werd desondanks hoe langer hoe flauwer, totdat het geheel stilstond. Lees overloed' I tengevolge van een gezwel in de hersenen, j Volgens verklaringen van artsen komt het in der gelijke gevallen wel voor, dat het hart korten tijd 'blijft doorwerken terwijl de ademhaling, reeds stil staat, doch een geval, waarin het hart zoolang zijn functies bleef vervullen, was in de medische we- j tenschap nog niet opgeteekend. I AFBROKKELING VAN DE DUINEN OP SCHIER MONNIKOOG. Gisteren en hedennacht, meldt het bureau V.D., zijn de lang door de zee bedreigde duinen voor het I Strandhotel door de stormgetijen zoovéél afgeno men, dat de muren om de keuken van het hotel heen reeds beginnen te scheuren. DE STATIONSTUNNEL TE BUSSUM. Bij het bouwen van den hoofdtunnel aaip het sta tion te Bussuni heeft men eenige jaren geleden met ontzettende moeilijkheden te kampen gehad om den krachtigen aandrang van het overvloedige welwater te overwinnen. Nadat de tunnel in gebruik genomen was bleek roods spoedig, dat ondanks de zware be tonnen afsluiting het water nog kon binnendringen, bet was en bleef vochtig langs den vloer. In den laatsten tijd' werd hot watervloeien zichtbaar erger, zoodat men er eindelijk toe gekomen is de granie ten traptreden uit te breken om het lek op te spo ren. Over de ontbloot© betonlaag kan1 men nu het, water naar binnen zien sijpelen en bet zal waar schijnlijk heel wat moeite kosten om .dat oogen- schijnlijk onschuldige, magere waterstraaltje de baas té worden. AANRANDING. Toen Dinsdagavond een jachtopziener den Pan- huizerweg te Veenendaal passeerde, werd hij on verwachts gegrepen door een landbouwer, die hem in de keel greep. Onder den uitroep „je" zult mij be talen, anders verzuip ik je", sleepte hij den jacht opziener naar don kant van het diepe vaarwater De Grift om aan zijn bedreiging uitvoering te geven. Het gelukte den jachtopziener zijn revolver te grij pen en te schieten. Het' schot miste, maar de aan rander ging op een loopen, zijn rijwiel in den steek latende. Des nachts hebben de marechaussees "hem van zijn bed gelicht en in hechtenis genomen. EEN RIJKAARD. Een inwoner van den Haag, die lang geleden eeni- gen tijd in Duitschland woonde, waar hem een doch ter werd geboren, moest voor het aanstaande hu welijk van deze jongedame een geboortebewijs heb ben. Niet zeker zijnd' van het bedrag, dat in den to- genwoordigen tijd zou worden gevorderd voor dit officieele stuk, voegde hij, vertelt de „Avp.", bij, zijn aanvraag een bankbiljet van 1000 mark (waarvoor Zulk eene wandeling kon de oude Bane toch niet gemaakt hebben. En waarom zou hij anders dezen huisje weer in gezelschap van een afschuwelijk lee- lijken hond, dien hij aan een koord met zich mee trok. Hij had opgemerkt dat Bane om den dag een an der paar schoenen aantrok, en volgens zijne bereke ning moest de Niemendal dien dag het paar schoe nen dragen, dat hij tevoren geprepareerd had. Winston hield den hond den geheelen dag bij zich op de kamer, om het beest wat te doen wennen. Eerst 's avonds laat, toen hij ervan overtuigd was, dat Bane zich ter ruste begeven had, gaf hij den hond lucht aan een fleschje, waarin een flauw- riekende vloeistof wa$. Het was water, vermengd met eenige druppels van "het sterke goedje, waarvan hij Bane's schoen zolen voorzien had. De hond begon onmiddellijk in een kring rond te draaien en liep de trap af, zoo 'snel, dat Winston moeite had hem te volgen. Voor Bane's kamerdeur had hij hem op het spoor gezet en de hond stond een minuut later voor het kantoor van Henderson en keek Winston kwispelstaartend aan. „Ja," zeide deze, „hier is hij geweest, maar ver der, waarheen is hij later gegaan?" Na eenigen tijd rondgescharreld te hebben, gelukte het hem eindelijk, zich door den hond té doen be grijpen, en het beest liep de volgende trap af. Daar hij met den neus vlak op den grond snuffelde, be greep Winston dat het spoor reeds eenige uren oud moest zijn en niet meer zoo duidelijk, doch eenmaal op den landweg gekomen, liep de hond snel voort, en twijfelde geen oogenblik. Dit kwam omdat het spoor hier niet door de onderscheidene voetstappen van anderen half uitgewischt was geworden, zooals in de stad het geval was. Het goedje, dat Winston aan Bane's schoenen gedaan had, voldeed uitstekend. In het'eerst meende Winston, dat de hond hem naar Eldstone voerde, doch al spoedig merkte hij:, dat dit niet het geval was. Dit droeg er niet toe bij om hem gerust te stellen. Het was hem liever, geweest, indien de hond rephtuit rechtaan op Eld- stone-park toe geloopen was, zooals hij wist, dat Bane al eens geloopen had. Thans was hij bang, dat het beest zich op een* dwaalspoor bevond. De hond twijfelde echter geen oogenblik aan het spoor dat hij volgde. Hij liep steeds rechtuit en stoor de zich gelukkig niet aan de overwegingen van den detective. Hij volgde slechts instinctmatig het spoor, dat hij eindelijk rook en liet zich door verstandige of logische redeneeringen niet van de wijs brengen, zooals met menschen meestal het geval is. hij 42 cent betaalde) en verzocht het eventueel1 over blijvende te storten in de armenkas. Enkele dagen later ontving hij het stuk en daar bij een warme dankbetuiging voor zijn gift. De kos ten van het stuk bedroegen 1 mark, het porto ech ter 120 mark, zoodat er 879 mark overbleef voor de armen. BEZUINIGING? Nu op de departementen bezuiniging troef is, is besloten den toren van bet nieuwe postkantoor te Haarlem voorloopig niet af te maken. Even boven den gevel is de toren nu met een tijdelijk dak afge dekt. Dit zou een bezuiniging geven van. een ton. Maar thans blijkt, zegt het „H. Dbl", dat de ma- I terialen voor den torenbouw al gekocht zijn. De i steenmassa's cr zijn klompen graniet vaii een kubieken meter bij! zijn nu opgestapeld in den 1 tuin van het gebouw. Het was zelfs noodig er een I bergplaats voor te maken. DE NIEUWE KOERS VAN HET P EN. In de Statenzitting heeft de heer Kooiman naar aan leiding van een bericht in het Hdbld. van 26 November Ged. staten geïnterpelleerd over de plannen van het P. E.N. tot levering van electrischen stroom direct aan huis, inplaats van aan de gemeentenetten. Door den heer Hendrix, lid van Ged. Staten is in zijn antwoord do indruk gewekt, dat het besluit tot directe leveringj te Edam veroorzaakt was doordat het gemeentebestuur de electrificaUe wegens het bezit van een gasfabriek niet ter hand wil nemen en het P. E. N. met een coö peratieve vererfniging niet. in zee wilde gaan; maar dat djis andere gemeenten, wier contract door een vrijwillige daad in plaats van over' 20 Jaar reeds 1 Jan. 1925 afloopt, geen gevaar voor annexatie van haar bedrijf «hebben te duchten. Dit dementi is schijnbaar officieel. Aan het college van Gedeputeerde Staten is misschien van den nieuwert koers nog niets bekend. Doch uitdrukkelijk is aan de Cooperatievo Vereeniglng door de commissie uit den Raad van Toezicht op het P. E. N. medegedeeld1, dat, ook ni zou Edam besluiten, een contract voor stroomlcvering bij het P. E. N. aan te vragen, dat verzoek niet zai worden toegestaan. Men wil geen contract meer met gemeentebesturen afsluiten, maar volkomen vrijheid van handelen behouden. Meo wil ook andere gemeenten, wier contract spoedig af- i loopt, dan laten betalen, wat zij nu met haar 50 pet." verliooging le kort betalen. De bedoeling is, zelf de winst binnen te halen, die de gem. bedrijven nu maken. De vraag zal zijn, wat er van die winst overblijft, wanneer het P. E. N. de exploitatie in de gemeenten gaat voeren. Doogere tarieven zullen zeker het gevolg zijn. -Vergelijk maar eens de tarieven in de concessiegebieden van het P. E. N. n.1. te Zandvoort cn Bloemendaal met die j in de G. E. B.'s. Wij achten dezen nieuwen koers van het P. E. N. zeer verkeerd. Het P. E. N. heeft nu reeds zooveel hooi op zijn vork, dat het rijn zaken volgens officieel© I rapporten nauwelijks kan beheerscben; verdere uitbrei ding zal gepaard gaan met uitbreiding van personeeL, dat men niet in de hand heeft, met nieuw risico en nieuwe verliezen. Men wil de levering-aan-huis gaan opdragen aan een bedrijf, bestuurd door allerlei colleges en commissies, die de lakens uitdeelen en toezeggingen van de directie voor nul en gecner waarde verklaren, zooals thans tegenover Edam. Moeten Ged. Staten tel kens beslissen of boer A, of arbeider B een aansluiting krijgt en of voor een klein complex van woningen, een niet rendabel netje gebouwd zal worden? Zou dit economischer rijn dan het gebruik maken van de plaatselijke*organen do gemeentebesturen, die de plaatselijke omstandigheden door en door kennen? Natuurlijk kan in den toestand van de Noordholland- schc laagspanningsbedrijven voel verbeterd ea..... be zuinigd worden. Het stelsel, dat iedor dorpje zijn eigen G. E. B. met eigen „directeur" en lijnwerker heeft, is oneconomisch. Wenschelijk is, dat verschillende gemeenten besluiten gezamenlijk haar G. E. B.'s te exploitcoren op de wijzo als de Mij. Zaanland. Do exploitatie kon dan aan beter onderlegde menschen worden toevertrouwd, de „detailhandel zou. streven naar de beste economie en het P. E. N. zou op rijn terrein het uiterste prestoeren, wat allereerst noodig is. BROEK OP LANGENDIJK. Benoemd tot tijdoJiik onderwijzeres aan do openbare school alhier Moj. J. Janssen te Bergon. 9 VEE-UITVOER. In de 4 weiken van 28 Oct. tot 25 Nov. bedroeg onze veeuitvoer naar het buitenlandFrankrijk 1947, België 2610, Spanje 562, Italië 162, Oostenrijk 32, Tsjecho- Slowakije 20, Naar Oost-Indië gingen 6 en naar Weft- Indië 4 runderen. BROEK OP LANGENDIJK. Benoemd tot Hoofd der Chr. Nat. School alhier de heer Buijze te Hellevoetsluis, welke benoeming door hem. werd aangenomen. Het tegenwoordige hoofd dier school, de heer A. Ouwehand, die onze gemeente gaat verlaten, werd tot tijdelijk Hoofd benoemd tot 1 Maart a.s. HOOGWOUD. Onze plaatsgenoote, mejuffrouw G. de Moei, on derwijzeres der R.-K. Bijzondere School is als zooda nig benoemd te Limmen met ingang van Febr. 1923. HOOGWOUD. De dienstplichtige Teunis- Molenaar, no. 1 der lich ting 1923, moet in het tijdvak van 15 Januari 1923 worden- ingélijfd bij het 2e Regiment Veldartillerie Bereclenen, le ploeg te 's-Gravenhage. Mijnheer de Redacteur, Beleefd verzoek ik u plaatsing voor het onder staande in uw blad. Het is voldoende bekend dat uw verslagen* in uw courant over do raadsvergaderingen steeds zeer cor rect. zijn. Maar met de laatste raadsvergadering van Zijpe misten wij uw verslaggever, maar het verslag van-die raadsvergadering was ook niet juist. Aan den voorzitter heb ik in die vergadering eenige vragen gesteld, cn nu heeft uw verslaggever het antwoord van den voorzitter niet juist weerge geven en juist dat antwoord van den voorzitter stel ik op prijs en is voor mij van belang dat het juist wordt, medegedeeld. Het antwoord op mijn vragen, door den voorzitter gegeven was als volgt: De voorzitter zegt; Mijnheer Nannis. ik had niet gedacht dat die onaangename kwestie nog weer aa,p de orde zou komen, maar ik wil u met genoe gen antwoorden. Ik heb een onderzoek ingesteld. Ik heb gehoord den opperbrandmeester en een spuit gast van Oudesluis en van Schagerbrug, een onpar tijdig persoon van Oudesluis en het raadslid den heer Hoogland. liet resultaat van -dat onderzoek is geweest, dat ik den indruk krijg, dat het optreden van den heer Hoogland oorzaak is geweest van de conflicten die hebben plaats gehad bij den brand te - Oudesluis. De hoer Hoogland heeft de motorspuit van Schagerbrug laten komen zonder in,overlog te treden met den opperbrandmeester. Hiermede was de opperbrandmeester niet tevreden on de ontevre denheid sloeg over op de spuitgasten vaa Oude sluis, en spoedig begonnen de conflicten. .Nu hoeft .echter de heer Hoogland mij medegedeeld, dat hij den man opdracht had gegeven mij in kennis te stellen dat er brand te Oudesluis was, en of ik het goed vond dat de motorspuit nuoens geprobeerd werd hoe of die werkte. De opdracht die don heer Hoogland aan dien-persoon hoeft gegeven Is mij na tuurlijk niet bekend, maar als dat zoo is, had ik het beter gevonden dat de heer Hoogland dit in de vorige vergadering had medegedeeld, inplaats van daar nu mede aan te komen. Wat uw laatste vraag betreft, bij een brand heeft de opperbrandmeester de leiding, aan hom heeft men zich te houden. Tevens, mijnheer de Redacteur, heeft uw verslag gever nog iets vergeten wat mijn inziens van veel belang is dat het publiek er mede bekend is, n.1. dit: Door den Raad is aangenomen, dat naast, het be staande tarief sou nieuw tarief voor het electrisch licht zal worden ingevoerd. Maar uw verslaggever heeft verzuimd er bij, te vermelden, dat bijl 't nieuwe tarief vervalt hot te garandeeren minimum stroom verbruik, zoodat met het nieuwe tarief men ge heel vrij is en niet meer stroom betaalt dan men gebruikt. Mijn dank voor de plaatsing. C. NANNIS. Lid v. d. Gemeenteraad van Zijpa Oudesluis, 7 December 1922. Winston keek zuchtend om zich heen. De weg dien de hond ingeslagen had, voerde naar oen klein plaatsje, dat minstens vier uiiji loopens verwijderd was. weg kiezen, dan om een zeker doel te bereiken, al was dat doel ook nog zoo onbegrijpelijk. Het tweede vermoeden, dat bij Winston opkwam, was, dat hij met iemand afgesproken had, elkander op een zekeren tijd op dezen weg te ontmoeten, ten einde er zeker van te zijn, dat niemand hem be spiedde. Indien dit zoo was, kon die iemand nie mand beter geweest zijn dan Claudine. Doch Winston besloot geduld te oefenen en volg de den hond, die opeens luid blaffend opsprong, zich 'aan Winston's handen ontrukte en vroolijk keffend en kwispelstaartend voor de deur van eene boeren woning bleef staan. Daarheen was het dus, dat Bane zijne schreden gericht had. Winston trok den hond terug en bekeek het huis. De boerenhoeve, waarvan het deel uitmaakte, was maar zeer klein. Onder een voorwendsel schelde Wi.nston aan en vroeg naar allerlei onbelangrijke zaken. Toen hij echter heen ging ,wist hij wat hij we-' ten wilde, en hij was ten zeerste voldaan met zijne ontdekking. „Bane is in den muizenval geloopen. De boerin die mij te woord stond, vertelde me, dat zij de vrouw was die twintig jaar geleden in Qdorp een weesje h.eft aangenomen cn met haar aangenomen kind vijf jaar geleden naar de stad is vertrokken. Ze kon echter het stadsleven niet goed uithouden, en heeft zich daarom maar voor pleizier weer een kleine boerderij aangeschaft, waarop za hara laatste levensdagen hoopt te slijten. Het is jammer, dat ik niet meer vrag->n kon, doch ik ben er zeker van. dat die aangenomen dochter niemand anders is, dan de vermiste erfgename van Eldstone en dat Bane daarmee op da hoogte is. Het is mij echter onbegrijpelijk, waarom hij niet wil, dat dit meisje haar rechtmatig erfdeel krijgt. Ik geloof echter, dat ik een goed eind gevorderd ben met mijn onderzoek." Dit zeggende bracht Winston den hond, die hem zulke goede diensten had bewezen, weer naar zijnen baas terug, en ging naar huis om na te denken over hetgeen hem thans te doen stond. XVI. De heer en mevrouw Pickering. De zaken van den heer Pickering te Old Point vanwaren niet bopaald schitterend van stapel geloopen. Of om juister te zeggen, do heer Pickering had zeer slechte zaken gemaakt, en wel zoo slecht, dat hij zich genoodzaakt voelde om in letterlijken en figuuriijken zin van het., woord zoo haastig mogelijk zijne tenten op te vouwen en het stof van zijne schoenen te schudden, om er weer nieuw stof van den landweg op te laten waaien De- heer Pickering verkeerde in een alleronaange naamste stemming en gaf zijn gemoed in een he vig gemopper lucht. „Je hebt je je fortuin uit de handen laten val len", verweet mevrouw Pickering. „Hoe bedoel je." „Ik bedoel", zeide ze nijdig, „ik bedoel, dat je een groote ezel bent en dat ben je" altijd geweest "Sinds je je zulk een groote ■belooning door de vingers hebt laten glijden cn je hand niet wou dicht maken om het geld er in vast te houden." De heer Pickering antwoordde niet, döch keek in gedachten voor zich uit. Hij zette de paarden tot wat meer spoed aan. „Ik heb je gewaarschuwd, Samuel. Je weet wel, dat ik een voorgevoel had". „En nu heb ik ook een voorgevoel", antwoordde Pickering boos. „Ik heb er een voorgeviel van, 'dat als je niet gauw onder de kap gaat, je kletsnat zal worden. Hier heb je mijn voorgèvoel, hier, een dik ken regendruppel op mijn neus, en nog een, en nog een". De heer Pickering had een wonderlijk voorgevoel van het weer, en als hij regendroppels voelde,de heele lucht zwaar bewolkt was, en het stof van den weg in kleine draaikolkjes door den wind op gevoerd werd, kon hij met een gerust geweten een heftige donderbui voorspellen. En de donderbui kwam. De heer Pickering had gehoopt zijne tent te kunnen opslaan in een dorpje waar ze. vlak bij waren. De regen plaste in stroo men neer, toen zij op de plaats van bestemming aangekomen waren, en de heer Pickering zocht hulp om zoo spoedig mogelijk de tent klaar te zetten, en groote reclamebiljetten werden aangeplakt, waarop in kleurige letters te lezen stond, dat het groote reizende circus Pickering den dorpsbewoners thans op voorstellingen zou onthalen. Tegen den avond bedaarde de regén wel Wat, doch de wand nam in kracht toe, en de heer en mevrouw Pickering, die binnen in de tent bezig waren om de voorstelling voor den volgenden avond voor te be reiden, keken elkander hoofdschuddend aan. Hoe later bet werd, hoe harder het begon te waaien, tot de wind bijna tot een orkaan was aan Trekking van 100 nam men een overstaan van Notaris A. G. Mulié. Donderdag 7 December 1922. Frya van 200 2C889 100 15932 Prijzen van 9U (oigen geld.) 14 1475 3625 6065 9309 11156 13126 16084T8773' 98 8J 96 6394 0908 11251 13206 1Ü334 18910 5U4 1527 4047 6520 o4 11387 133ü6 16004 .9029 59 1627 61 75 10012 11698 13404 2119656 67 1926 4450 88 10109 11787 13661 16827 20259 956 2348 4636 6600 *6 12126 13816 17264 20374 76 2723 5268 7311 10361 38 55 96 20499 1039 32 5409 7468 10421 40 15535 17897 20714 1270 2951 5764 7628 83 12234 45 18250 61 87 3636 75 7844 10663 12366 15675 18527 20892 1431 3234 5911 8080 11098 13009 15841 18681 Vorige lijst vervalt 20501. gegroeid. Het zeildoek van de tent klapte en flapte, en ruk te de palen, waarmede het vastgemaakt was, uit den grond. De tent stond even buiten het dorp juist op een allergunstigste plaats voor den wind om er v»t op te krijgen, en na een poos hevig worstelen, blies eindelijk een hevige windvlaag het heele zaakje om. De heer Pickering zag plotseling het. zeildoek op lichten, en met geweldige slagen tegen de palen aankomen, totdat deze omvielen, en. de heele massa zeildoek bobbelend en klapperend ineenzonk. De re gen stroomde plotseling naar binnen, op de fluwee- len stoelen, en de heer Pickering vond zich zelf lig gend tegen een steenen muur aan, zonder jas, drijf nat en met een gekneusden arm. Dit was inderdaad genoeg voor een ongelukkigen kermisreiziger, maar alsof het ongeluk hem op de hielen zat,, zag de heer Pickering toen hij zich over eind werkte, lappen zeildoek door den wind voort gejaagd in dolle vaart over akkers en slooten ver dwijnen. Wat er nog overbleef was oene hopelooze verwarring van gebroken, hout, gescheurd zeildoek en kapot geslagen attributen. „Goede God", zuchtte de ongelukkige man, „waar is mijn arme vrouw, en mijn lieve gedresseerde muil ezels, waar zijn die?" „Hier ben ik Samuel", riep een zwakke stem van onder een hoop vodden. •„Goddank, mijne vrouw is terecht. Maar de muil ezels? Die prachtige,, gedresseerde muilezels?" Helaas, deze laatsten waren verdwenen. De schrik had ze op hol gejaagd, en ze waren niet meer te zien. „Samuel? Hoor ik je nog spreken? Leef je nog?" „Wees nietgek", zeide de heer Pickering aan moedigend. „Probeer op te staan, dat we hier van daan wegkomen, naar een betere en drogere we reld". Gelukkig nam de storm thans in hevigheid af. Hij had in het dorp niet voel schade aangericht, be halve natuurlijk het verlies van het beetje aard^che bezittingen van den heer Pickering. Deze laatste vond zijn weg naar het dorpsloge ment, en trad binnen gevolgd door zijne vrouw. „Ik moet een kamer en een dokter hebben", deel de hij den verbaasden logementhouder mede. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 6