p,|B|
PLANTA
De reis naar Algarije.
PLANTENBOTER
VOOROEELIC HEERLÏ1K VOEDZAAM
6 5 CENT PER POND
Reclames.
HOEDT U BIJTIJDS
in de economische gemeenschap, ziedaar wat de naaste
toekomst ons schijnt te zullen brengen.
Er zijn dus, hoe slecht de balans van 1922 er uitziet,
een paar memorieposten op, die vermoedelijk het na-
dcclig saldo der vorige jaren en ook van dit laatste
boekjaar binnen niet ai te langen tijd zullen kunneh
uitwisschen en in een, batig saldo zullen kunnen doen
verkeercn.
Do memorieposten zijn bi| het scheiden van dit
jaar naar onze opvatting, de allerbelangrijkste belang
rijker dan onverschillig weik feitelijk geleden verlies.
UITKIJK.
Om 11 uur 15 vertrok de vóórtrein eu 10 minuten
daarna stoomde de onze 't Victoria-station uit. Twee
Engelsche dames onder 't converseeren bleek ons,
dat de eene als doctoros in een Weensch ziekenhuis
gestudeerd had een klein, beleefd fnencèrtjc én wij.
Zoodra hij hoorde, dat we Hollanders waren, ging
met een breeden zwaai riin slappe hoed af en maakte
hij een elegante nijging, „ah", zei hij, de Hollanders zijn
verstandig, ze zijn slim, ze zijn knap. Mijn prettigste
vacautieclagen heb ik in Holland doorgebracht." Hij
haalde een papieren zakje te voorschijn: „Please, little
cakes from Holland". En jawel, 't was Jan Hagel, met
snippers suiker erop. In geen jaren geproefd.
't Meneertje vertelde, dat hij in den handel was, ze*
waren met hun achten broers, allen in den handej. Hij
kocht boter, kaas, kieine rooinkaasjes, hij spitste de
lippen en legue zijn duim en wijsvinger er tegen uan
en zwenkte deze toen naar boven. „Ja, ja, clever people
de Hollanders en ze kunnen goed wegen. Ze geven
terug
etc. Ik ben sinds 30 jaar Engelschman." „Nadler'
lazen wij, wat is dat voor een landsman eigenlijk'/ Hij
zag onze piekerende gezichten. „Kumeen' zei hij, „ik
Kim 'n Pntrwwin" umnr 7vuflai>l» -riin hnorl nf llnttiAnon
verschillende talen, óók net als de Hollanders.
Onze trein daverdo door, zonder- één koer te stoppen,
twee uur lang, men kan er lunchen, maar daarvan wordt
niet veel gebruik gemaakt, want bij aankomst in Dover,
kan men zich reeds spitsen op een uitstekend déjeuner
aan boord. De Sein per Paratus" lag klaar en onze
bagage werd ergens boven op een der banken gezet.
De passagiers van den voortrein zaten er al. Vele dames
hingen met lijdende uitdrukking op 't gezicht op
makkelijke stoelen of waren maar vast naar de dames-
kajuit gegaan; stellig van plón zeeziek te worden,
lagen ze languit op de sofa's met 't hoofd op hagel
witte kussens, de plaids over zich heen getrokken.
In Engeland is^t mistig weer^ sinds weken. Wat een
ül
zee was tamelijk "kalm, 't rolde een beetje, terwijl we
aan tafel zaten en onzen goeden lunch verorberden.
Nauwelijks hadden we dezen door de keel of Frankrijk
lag voor ons, we waren niet langer dan oen uurtje op
zee geweest. Kleino ronde vuurtorens aan een zandige
kust, kleine snelvuurkanonnen, zooaLs wo op do krijt
rotsen in Dover zagen.
Honderden kruiers met nummers op de petten, ston
den te wachten. De boot legde aan, de passagiers riepen
64, 75, 16, 22. De alzoo "aangeroopen nummers ant
woordden met teekens en gezichten vol verstandhouding.
Zij wierpen zich op de bagage en onder veei graatjes
sjorden ze die aan oen leeren riem voor ons' uit Wat
een drukte, wat een wanorde. Maar 't komt alles we*
terecht Vlug werd de bagage gevisiteerd na eèn grapje.
Een vrouwelijke douahe toekende wat krijtletters op
onze tasschen en klaar was Kees.
Nu weer in den klaarstaanden trein. De Rumeen
kwam in een coupé naast ons terecht en verscheen met
een elegante buiging en met een kistje fijne sigaren,
waaruit hij presenteerde. Daar wij niet rookten, trok
hij zich zeer teleurgesteld terug, maar kwam een paar
minuten daarna en offreerde my een verrukkelijke, fijne
sinaasappel.
De trein daverde aan één stuk door, drie en een
half uur tot het Gare du Nord. Daar begon de 'agitatie
weer onder 't regiment kruiers. Wagentjes werden aan
geduwd tegen de passagiers aan, men sprong links en
rechts op rij. De bagage werd U afhandig gemaakt, 't
was zaak om te zien op welk wagentje ze terecht
kwam. De kruier zette 't op een loopen. Engelsche en
Amerikaansche dames volgden hem, zooals kippen op
'n boerderij achter den man mot 't voer meestuiven. Met
hare parapluies tikten ze aldoor op hare tasschon. Wij
liepen in den stoet mee en opeens stonden 'we buiten.
Daar was 't èen getoeter en geschreeuw van taxi-
bestuurders. Do bagage werd ontward. Hoewei we heel
kalm stonden af te wachten, traden de bewegelijke
kruiers toch op, alsof ik een zenuwpatiënt was, die
gekalmeerd moest worden: „Dadelijk, dadelijk, wacht U
even, één momentje maart" Het duurde vele momenten
vóór wo begraven onder onze tasschen in een auto
zaten; de kruier nog altijd roepend: „één minuutje
geduld als 't U belieft." Het verschil van den Engel-
>schen porter, die alles opneemt en kalm alleen weg
wandelt, nu en dan eens - omkijkend, met zijn Fran-
schen portier, die alles opneemt en kal alleen weg-
aanmaant, is vermakelijk.
Van 't Gare du Nord tot Hotel Continental is een
ritje van een kwartier. Het viel mij op, <lat de straat
verlichting by die van Londen achterstaat, ook do win
kels rijn na sluiting niet meer verlicht, wat in Londen
nog enkele uren volgehouden wordt, de Opéra was in
't donker gehuld. AJieen de Magasins de Lalagette prijk-
vertellen. Mijne heeren, de man, die zich voor
Marttew Bane uitgeeft, op het oogeniblik, is de ware
Mattew Bane niet Het is in het geheel geen man,
maar niemand anders dan Claudine^TUdstonel"
Een scherpe kreet klonk van de lippen van den
Niemendal. Hij sprong op en stond een oogeniblik in
de heldere zonnestralen te zwaaien, toen viel hij
bewusteloos op den grond.
De kleine kermisreiziger keek even naiar de fi
guur die zoo plotseling oprees.
„Groote God!" riep hij uit. En toen drong hij zich
zelf tegen zijn1 stoel aan, als durfde hij niet nog
eens te kijken.
De detctive was opgesprongen en lichtte het be-
v/egenlooze lichaam op.
„Je Hebt hem vermoord," zéide Barman ingehouden.
„Haar moet u zeggen," zeide Winston, den bril
en andere vermommingsartikelen wegnemend. „Ik zeg u,
dat ik gelijk heb. Dit is Claudine Eldstone."
„Het is Lydia," zeide mevrouw Pickering, naar de
vrouw kijkend, die rij nooit had kunnen uitstaan. „Kijk
Pickering, het is Lydia zelf. O, lieve help, nu krijgt die
detective ten slotte nog de belooning."
„myyjuuti ivauiug, nvt M uu (,vvu t>>ju uiu
belooningen te praten," zeide Winston gestreng. „Ver
zaak uw vrouwelijk gevoel niet geheel' en al, en toon wat
medelijden met dit ongelukkige schepsel."
Barman veegde het bloedige schuim van Claudine's
lippen. Ilii was hevig geschokt. Hier onder zijne eigen
pogen had ze geleera en geleden jaren lang. Tranen
verduisterden zijne oogen, terwijl nij in het arme men-
schelijke wrak de schaduw herkende van wat ze eens
geweest was.
Claudino opende de oogen. Èen oogenblik keek ze
verwilderd ropd. Toen greep ze naar haar hoofd, waar
vandaan de pruik verdwenen was, evenals het onna
tuurlijke dunne baardje.
„Eindelijk opgejaagd,mompelde ze.
„Niet opgejaagd, Claudine, zeide Barman vriende
lijk, „maar gevonden. Gevonden, om je onschuld te
bewijzen, om je naam te zuiveren, en om je nieuw geluk
te schenken in de toekomst van je dochter."
„Mijne dochter. Mijne arme verwaarloosde dochter."
Zy snikte zachtjes.
XXVL
„Hier beneden woont een dokter," zeide Barman.
Winston had geen mèerdere aansporing noodig, hij"
was ai 'Verdwenen. M 4
„O. Claudine, waarom heb je me niet eerder verteld,
Wie je was?"
ten met een guirlande van gekleurde baionnetjes, ouder-
wctsch van stijl, twee schuinhangctide poppen^ torschei.<
oen mand en eèn hoorn van overvloed, waaruit bloemen
en vruchten vloeien en waarin speelgoed, in gekeurde
lichtjes prijkt. Bombastisch, kolossaal. Hier cn daar
stijve rechte drukletters van licht, heel anders dan de
steeds bewegende wielen, pijlen, treinen, sterren, wa
gons, gezichten en buitelaars in Piccadiily. In Frankrijk
is men zuiniger. Wat een gezellig hotel', 't Continental,
om een cour heeugebouwd, maar waar niet meer Inge
reden wordt, want de auto's toeterden te veel en stoom
den maar, de kamers kwanjen vol blauwe -rook en de
logé's konden niet slapen. In de glazen veranda's
zitten aan tafeltjes de eenzamen op hun ander ik te
wachten. Spoedig zijn do pahrftes compleet en genieten
van hun thee, koffie of chocola.
Wii gaan eten in een echt Fransch, klein restaurant,
piet bekend eigenlijk bij vreemdelingen, „au Cardinal".
Dit huis dateert al van 1755 en heette toen Maison d'An-
gest. Daarna werd het Maison Cardinal genoemd en
het portret van don Kardinaal, die er zijn „stamkroeg"
van maakte, kwam er te hangen. In dien tijd, in 177a,
bezocht de élegante wereld het lokaal en toen werd liet
vergroot. En nu dineert de Parijzenaar cr met zijne i
vriendin of echlgenoote, de laatste gedécolleteerd en
met een haaien hoed, de man in gewoon colbertje. Een
zuidelijk strijkje speelt de laatste wegsleepende romancen, j
Den volgenden dag had ik 't in mijn hoofd gezel
de kerk „L'égiise de la Madeleinen" te gaan zien.
Die breede trappen op, de zware pilaren langs en door
een klein lccr-cn-vil'lcn rijtocht deurtje, wat men open
duwt cn men staat in een bijna stikdonkere'ruimte. Bo
ven, hoog boven in 't dak zyn vier koepels met glas,
"waardoor onvoldoende licht schemert 'Vanaf de zoldering
hangen luphters aan lange ijzeren staven. Smakelooze
ronde kronen met omgedraaide rozetten van cuivre
poli, vroeger waren 't blijkbaar gaskronen. De electri-
seho bolletjes branden niet, evenmin de doorboorde
waskaarsen, waarboven men glazen qvfllcn knikkertjes
ziet. Deze vormen een haag achter de prachtige groep
van Maria cn de engelen, welke haar de blijde bood
schap brengen. Maria staat in 't midden en blikt omhoog.
Aan iederen kant twee engelen en nog cherubijnen aah
nare voeten. 'Voor een klein altaar, waarboven de
Christus troont, brandt een klein rood lichtje, het
ocuwige lampje, hangend aan kettingen. Enkele vrouwen
liggen hiervoor geknield. Nu en dan komt er eene j
binnen, bekruist zich, knielt en prevelt Veel' menschen
rijn er niet, men komt en gaat Aan den overkant van j
dit beeld is de Moeder Maria met het kind op den;.arm.
Iets verder links Jeanne d'Are. Hiervoor branden vijf
kaarsen. Op een bordje, dat los aah 'n balustrade i
bengelt, lezen we dat Jeanne tweemaal' Frankrijk gered
hoeftééns in 1429, toen zij voor de troepen uitreed
op een wit paard en Orleans binnentrok, vanwaar dej
victorie begon tegen Engeland en ééns in 1914, toeti
haar invloed bewerkte, dat'de slag aan do Marne dol
Duitsche kansen deed keeren.
Een feit is het dat én Engelschcn èn Franschen
beweren een witte gedaante gezien te hebben aan 't
noofd van een regiment, hetwelk plotseling als hulptroep j
verscheon en even snel zich later oploste als t aan j
den horizon gezien was. Ook hebben do Duitschers
verklaard, dat zij' wilde aanvallende troepen ergens zagen
opduiken, die hen plotseling gek van angst maakten."
Behalve een mooi groot schilderij van Maria Magda-
lena aan de voeten van Jezus is er verder geen kleur in
de kerk te bekennen. Er is nog een marmeren groèpl
van Christus, door Johannes gedoopt, wordend, waar
vlak bij het doopfont; verder het huwelijk dor Maagd
met den H. Jozef en Paus Pius VII mét twee jongentjes
aan de hand, leerlingen. De vloer is van ingelegd mar
mer. Wat koud en somber alles geen. rhmen van
gebrand glas. waardoor het licht in fijne en rijke
kleuren zweeft, zooals we in Engeland zagen. Dé „Suis-
se" een groote dikke man, met een steek op, zat met
de handen op rijn buik, de kin op de borst, tè "knikke
bollen, rijn neus was al even rood als zijne wangen.
Buiten, onder 'de Corinthische zuilen de traditioncele
Bedelares. Die kerk is eene getrouwe afbeelding, van
buiten, van een Romeinsche tempel. De openstaande
deuren rijn van mooi zwaar gedreven brons in relief.
Wat een fijne parêlmoerglans ligt er over de stad;
de lantarens schemeren door 't nevelgor-dijn, de Eif-
feltoren rijst op als een naald, 't gesuis van voertui
gen wordt overstemd] door 't toet-toet van de duizen
den auto's. Wat rijden deze chauffeurs uitstekend, ze
glippen elkaar voorbij, schuiven vóór elkaar, gebrui
ken een vlugge omnibus of tram als pace-maker,
hangen or om zoo te zeggen aan, verliezen geen me
ter ruimte, worden ala achter een magneet moege
trokken. Uit zijstraten stuiven auto's, staan driftig
to trillen en vliegen plotseling in de rij. Dozo chauf
feurs zijn boter <lan <le I-ondcnsche, maar de En-
golschman is van huis uit meer oen paarilonmonsch,
ze waren- vroeger mot hunno hansom-cahs moor op
drcèf, do Franaclvman is een geboren mecanicien
hij hoeft fijnor gehoor voor den polsslag van zijne
machine.
Op straat staat 'n koopman, met worstelende pop
petjes: „Siki en Carpcntier." Behendig* heeft men
die twee figuurtjes door middel van elastiekjes be
vestigd, ze worstelen en vallen om, maar springen
vanzelf weer op, men kan ze, door de elastiekjes óiq
en1 óm to draaien, opwinden.
Vóór de Galeris do la Fayetfc staat een lange file
van menschen te wachten om binnen te komen bij
de afdoeling voor speelgoed en Kerstmi»- of Nieuw
jaarspresentjes. Geduldig en wel, met kinderen aan
do hand schuiven ze. voetje voor voetje vooruit om
in het kinderparadijs te komen, waar treintjes, snor
ren, poppetjes dansen, molentjes draaien, hondjes
blaffen era schaapjes blaten. Wat een weelde, overal
in de andere afdeelingen, van fluweel, zijde met
goud' en zilver bewerkt en crêpe de chine, vooral dit
laatste hangt, in alle nuancen en kleuren van de
koperen roeden en wolkt op de toonbanken. Wij
moeten voeringzij hebben. Een afdeelingschef staart
aandachtig op het staaltje. „Duchesse", zegt hij:
„rechtuit, linksom, dan weer rechtuit een trapje op
en rechtsom." Wo vinden precies wat we noodig
hebben.
Nu naar het hotel terug. Daar heeft in de beschei
den verlichte glasvoranda chacun zijn chacuue
weder gevonden onder 't genot van een kopje thee.
Om 8.42 vertrekt de posttrein van het Garo de Lyon
naar Marseille. We gaan even naar boven, waar het
buffet ls, wat een zwaar gedecoreerde restauratie-
zaal, geen plekje is onbeschilderd! Reusachtige zee-
en stadsgezichten, havenpartijen en inboorlingen
van koloniën ln schilderachtige kleedcrdracht.on.
Daartusschen vergulde jonkvrouwen en engeltjes,
schuin tegen het koepelvormig plafond geplakt, over
dadig tijk versierd, Twee doofcen nemen wo mee met
brood, vleesph, wijn, mineraalwater en een appel;
een mesje, vorkje en kurketrekker krijg je er nog bij.
Trein 31, dat is ons gezegd, maai- wat een eind
nog loopen, 't lijkt wet een halve mijl op 't station,
naar een steeds donkerder wordend gedeelte, 30
denkt dat je al op een soort dood spoor komt. Daar
staat echter de trein kalmpjes klaar. De bagage is
er al in. Gelukkig bleven we alleen. De trein stopte
en floot nogal eens, omdat er een andere vóór schoen
te zijn. We hadden maar twee uur vertraging, toen
wo om een uur of 9 aan het kleine station Avignon,
(het oord waar velo pausen in ballingschap hebben
doorgebracht) enkele minuten stil hielden, waar
iedereen slaapdronken en huiverig .uit do coupé
stommelde en we genoegelijk in een hoefijzervorm
naast elkaar warme chocolademelk en een brioche
(oen soort doos) verorberden, achter een tafel. Een
fraai opgemaakto en hoog gekapte juffrouw schonk
de koppen in, rillend in haar kleine puntdoekje en
trappelend op hooggehakte schoontjes. Ze comman
deerde twee kellners, die af en aan vlogen. We
stoomden de Provence door, de platanen staan ont
bladerd. Dadels, olijven en vijgeboom en zijn in blad,
cypressen en populieren (de Napoleon's boomen)
wijzen- ten-hemel. Wat zijn de wegen stoffig, licht
geel
Men is aan 't ploegen met drie witte paarden naast
eflkaar gespannen. De oranjeboomen zijn ook kaal.
We kwamen Tarascon voorbij, waar do beroemde-
Tartarin vandaan kwam. Wie heeft niet do lotge
vallen van dezen „held" ln 't Fransch gevolgd, toen
hij zich oefende in die edele, elegante taal te leeren
lezen! Togen 11 uur te Marseille. Een onwillige koet
sier bracht ons naar Hotel Splendide, als 't ver was
„Hoe kon ik dat?" zeide zij fluisterend,
niemand mijn geheim toevertrouwen."
Ze maakte een beweging naar haren hals.
„Nooit," verklaarde Barman. „Daarvoor hoef jc nooit
meer te vreezen. Je onschuld is klaar en duidelijk bewe
zen. O. had ik kunnen vermoeden, wie je was. Doch
nooit dacht ik daar aan."
„Het is beter zoo" zeide Qaudine.
„Te denken, dat niemand je verdacht," vervolgde
Barman, en zijn stem klonk heel diep. „En dat jij daar
ellende en gebrek had. Het is mij nu alles duidelijk. Hier
was de eenigste plaats, waar we het minst van alles
konden vermoeden,, dat ie je zoudt durven wagen."
„Ik kon niet wegblijven. Haar stem klonk zoo zwak,
dat de advocaat zich over haar heen moest buigen 0111
haar te verstaan. „Ik werd door een "onweerstaanbare
kracht hier naar toe gedreven. Naar het graf van mijnen
man ook. Toen ik hier eenmaal was, kon ik niet meer
weg. Bovendien was ik hier het veiligst. Iedereen meende
dat ik hier vandaan zou blijven, zoover als het mij maar
mogelijk was. Dadelijk toen ik van Pickering afkwam,
ben ik als boekhouder in betrekking gegaan: met de
getuigschriften, die Pickering mij van zijnen neet Bane
gegeven had, kon ik gemakkelijk een plaats vinden.
Toen ik daar vandaan ging ben ik hier gekomen.
Van hier uit wist ik Onmiddellijk wanneer Eldstone
weder een poging in het werk stelde, om mij te vangen.
,Ik durfde Barman vroeg niets meer. Met rijn gezicht afgewend,
j weende hij bittere tranen, die hij zich niet behoefde te
schamen.
i „Het is misschien mogelijk," zeide do dokter, „dat
ze nog eenige maanden leeft, doch geheel herstellen zal
zal ze niet meer. Als ze familie heeft, 'deed u beter met
j die te laten roepen. Ik verwacht elk oogenblik het
Ik was altijd op mijn hoede. O, hoe vrecsclijk heb ik
geleden. EÏk<
lingen."
geleden. Eiken dag opnieuw dien angst en die kwel-
„i^at is nu voorgoed voorbij1," zeide de advocaat
v,Voorbij," mompelde zij. „Voorbij; toen ik later mijn
scnoonvader zag, toen hij in rijn kist lag, en nog later,
toen hij begraven werd, en ik ze hoorde zeggen: „Stof
rijt ge, tot stof zult ge wederkeeren," toen schreide
mijn arm hart ten hemel, en bad sprakeloos, dat eens
de schaduwen zouden worden weggenomen."
„De zon breekt door," zeide Barman.
Hij kreeg geen antwoord. De zieke was 'in Slaap ge
vallen. Geholpen door mevrouw P(ckerihg, legde Barman
haar op bed. Toen kwam' de dokter binnen, gevolgd
door Winston.
„Is er eenige hoop?" vroeg Barman angstig, toen de
dokter over Claudine gebogen stond.
„Neen," was het antwoord.
„Als er milliocnen noodig rijn, om "haar leven te
redden, dan moet ze gered worden, drong Barman aan,
met een stem die trilde van aandoening
„Ze is in - Gods hand. Het aardsche gold heeft hier
geen macht."
„Is het te laat?"
„Het is te laat"
ergste.'
Barman schreef sprakeloos een telegram, dat hij deed
I bezorgen. Het was geadresseerd aan Jenny en luidde:
„Kom onmiddellijk hier. Uw moeder is gevonden
'en stervende.
BARMAN."
XXVII.
Hereenigö.
Verschillende redenen hadden den heer Franklïn Jr.
er toe bewogen, om eens naar Old Point Va., te rei
zen, het badplaatsje waar rijn liefste in betrekking waS.
Als een goede zoon had hy het bèvcl van rijnen
vader opgevolgd en was op reis gegaan. De heor Fran-
klin Sr. had rijnen lieven zoon zelf naar den 'trein
gobracht, die naar het Zuiden ging, ën hem een goed
aantal kilometers van Jenny verwijderen moest. Teddy
was gehoorzaam ingestapt en afgereisd, "doch aan het
eerste het beste station was hij weder afgestapt, en had
hij rijn reis volgens eigen bedoelingen voortgezet
Zoo kwam het, dat hij des morgens vroeg, als de
wandelingen H H J
wist "bij ondervinding, ~dat Jenny altijd vroeg uit dê
veeren was, en 'dat hij haar^dan kon ontmoeten.
Daar het hondje des morgens het huis niet verlaten
jnocht, had Jenny eenige uren vrij', die ze besteedde om
met Teddy te wandelen.
Het telegram van den heer Barman bereikte Jenny
i'uist, toen ze op het punt stond om met Teddy, die op
laarstond te wachten, haar morgenwandelingetje te
maken.
,,Ik schrik altijd van telegrammen," zeide rij. „Ik
knjg altijd een schok als ik zoo'n groen ding krijg."
„Dat is niet te verwonderen," zeide Teddy. „Wat
met electriciteit gebeurt, geeft altijd schokken, lieve
ling," en hij sloeg lachend met'rijn wandelstok in het
1 zand.
Jenny uitte een kreet. „Teddy."
Ze was heei bleek en gaf hem het telegram over
met bevende handen.
I „Wel," zeide Teddy, „dat hakt den knoop door.
geweest, had hij oys geweigerd. Het déjeuner was
goed en 't strijkje speelde met vuur.
Toen naar do boot: -do „Egeno Pereire". Een klei
ne, tamelijk oudorwetsche boot, maar flink geladen
en goed de zee klievend,'. Veel leven en beweging ln
de haven. Mooi ging de zon onder, do wolken in, do
toere blauwe lucht rose tintend. Auto's gingen meo
e'n oen autobus, ook werd door een kraan op een
vlot oen hoolë meubelwagen aan boord geheschcn.
De boot is 2000 ton groot en loopt circa 15 knoopen
per uur.
We werden door twee kleine stoombootjes de nau
we haven uitgosjóuwd, éen er voor en een er achter
gespannen. Goede, ruime, zindelijke hutten, aardig
vriendelijk personeel, bereidwillige stewaas, die
't druk kreeg. Wiji waren niet zeeziek, verder alle da
mes en vel© heeren. Ze spraken er ook gedurig over
en informeerden steeds naar elkaar's bevinden,
't. Eten was goed, wijn gratis de Algerijnsche roo-
de en witte landwijn. Er waren officieren, rijk met
ordelintjes versierd, met-hunne vrouwen en kinde
ren, welke gedurende twee jaar in Mainz in Duitsch-
land gestationneerd waren geweest; ze hadden 't er
best gehad, niets geen last met dienstboden en von
den Wiesbaden een prachtig oord met vele prettige
uitstapjes in de buurt.
Verder was. er éen overwerkte Schot en een paar
Italianen en Spanjaarden. In de derde klasse was
het een bonte mengeling van zouaven, beide van
Fransche en Algerijnsche afkomst. In welk land1
vindt men het dat de blanke zoo gemoedelijk tege
lijkertijd als soldaat zijn dienst verricht als de don
kere broeder? Ze rooken samen sigaretjes en zingen
dezelfde cabaretliedjes. Napoleon zeide éena voor hij
Jo3éphine (eene créolo) trouwde: „Wie is er, dio de
genen welke in de Fransche koloniën zijn geboren,
geene Franschen zou durven! noemen?" Arabieren lig
gen en zitten in kringetjes, hoe schilderachtig staat
die kleddij: de witte burnousde de gestreepte mantel
soms daarover heen. om dè- schouders.
Er zijn ook1 matrozen, die aan de verschillende ha-
venposten gest.a.tionneerd zullen, worden; aardig die
strakke, ronde mutsjes, éen haalt een rieten hoepel
tje uit zijn muts en: repareert dat; nu zie ik meteen,
hoe de vorm zoo onberispelijk plat en/ rond blijft. In
Engeland en Holland zit een matrozenmuts vól deu
ken. Een matroos ie bezig zeer handig een torn te
repareeren in de pantalon van zijn kameraad. Deze
ligt op z'n buik en de hulpvaardige is met een lange
draad en naald aan 't werk; twee matrozen dio er
naast zitten, krijgen mij in de gaten en zien dat ik
mo amuseer. Het slachtoffer kijkt om en op en
schaamt zich, begint reusachtig te pruttelen, maar
't 'helpt hem niets, onder luid gehoon moot hij zich
koest houden, anders dan wordt hij nog geprikt. Nu
en dan krijgen een paar matrozen twist en dan
wordt een der officieren van zijn spelletje écarté
weggehaald om de orde te herstellen.
De Baléareiveilanden, waarvan de voornaamste
Majorea en Minorca, waren 's avonds prachtig door
de ondergaande zon verlicht en lagen, overgoten met
een paarsch. roze en oranjegloed, te pronken in de
diepe kobaltblauwe zee.
De reis duurde ongeveer 86 uur. Om 6 uur 's mor
gens stoomde de boot Oran binnen. Om 8 uur wan
delden we op de kade; deze was vol leven en» beweeg
van Arabieren; wat 'n mooie, sterke kerels en wat
tillen ze de zwaarste bagage als veertjes. Allen spre
ken vloeiend Fransch. De zon rijst boven do bergen,
't Is een koele Junidag gelijk!
Kou, tocht, griep, koorts, enz. veroorzaken tal van
nieraandoeningen. De nieren moeten dan deti bijstand
missen van de andere bloedreinigende organen: de
huidporiën, longen en ingewanden. Bij dc dubbole
inspanning en vaak verwaarloosd, is het 'geen wonder,
dat de nieren het afleggen. Dan is het tijd om een nier
geneesmiddel te gebruiKen om de nieren op te wekken
en te versterken.
Spoedig gebruik van Foster's Rugpijn Nieren Pillen
kan ernstige gevolgen als rheumatiek, ischias, j/pit,
blaasontsteking, nierzand, nierwaterzucht, niersteen voor
komen.
Doe wat gij kunt om uw levenskracht op peil te
houden, oefen uw ledematen en spieren, en zorg voor
oen goede bloedsomloop. Leef op verstandige wijze.
Foster's Rillen geven betrouwbare hulp. Zij werken
alleen op de nieren eu blaas maar dit doen rij goed
cn terdege.
Verkrijgbaar in apotheken en drogistzaken 11.75
per doos.
Jenny-lief nu is het toch eindelijk in orde, hoop ik."
„Ik moet gaan."
„Natuurlijk moet je gaan. Over èen uurtje gaat er
een trein. Maak gauw voort, ik zat" je helpen om je
zaakjes in te pakken. Als je er niets tegen nebt, wilde
ik ook "wel met je mee gaan. Die Barman is een
slimme, oude kerel. Ik heb je altijd wel gezegd, dat
die ons helpen zou. Ik hen benieuwd wat hij te vertel
len heeft. En nu, lieveling, denk aan je belofte. Onze
trouwdag is nu vastgesteld! ^éÉébIhéh
over zes weken."
Ik stel het op van daag
De heer Barman zelf haalde hen van den trein.
„Ik moet u feliciteeren," zeide hij', Jenny de hand
schuddend.
„Als het maar om te feliciteeren is," Zeide Jenny
zenuwachtig. „Ik heb me ze!f al zitten pijnigen met de
gedachte wat nu te voorschijn zal komen."
„U bent heel rijk," zeide de advocaat.
„Zeg dat niet, want dan zaï'ze haar best doen om
van mij af te komen," schertste Teddy.
„Neen, neen," zeide Jenny lachende en huilende
tegelijk, „in armoede of rijkdom, voorspoed of tegen
spoed, wij zijn één."
„Onthoud het goed, Jenny" lachte Teddy.
„Hoe is het met mijne moeder?" vroeg Jenny.
„Ze is ziek, te ziek om op beterschap te hopen."
..Laat mij1 naar haar toegaan."
De advocaat nam hen direct naar zijn kantoor, waói
ze Pickering aantroffen.
„Maar dat is mijn eigen, lieve Jenny," zeide deze. „Ik
kreeg al zoo een gevoel, toen ik u een poos geleden zag,
>Wel, hoe is dat meisje opgegroeid. Ikenhm.,„.
wel.... hoe..... hoe gaat net ermee?" Pickering slikte.
Mijnheer Pickering is een van uw beste en oudste
menden," zeide Barman.
;,Bent u door hem aan mijn stamboom gekomen?"
„Ja, grootcndeels wel. Maar Iaat ik u bij uw eigen
,naam noemen; Charlotte Eldstone."
„Eldstone?" riep Teddy uiterst verbaasd uit.
„Eldstone, zoo is het. Jenny is de erfgename van het
landgoed en ongeveer vijf mülöen. Uw vader kan wel
tevreden rijn met het huwelijk, dat rijn zoon doet."
„Ik kan mij1 niet herinneren, dat ik u gevraagd heb\
om een zo oenorm groot vermogen voor Jenny te vin
den; mijne vooruitzichten verzinken, in vergelijking
met hetgeen rij1 heeft, volkomen in het niet," zeide Fran-
klin Jr. teleurgesteld.
„Als ik het wel heb. dan zal dat groote vermogen u
niet scheiden van juffrouw Eldstone."
SVbrdt vervolgd.