ilisger Eer""
solide RATIMSEN,
B. H. lenghaus,
Het Huwelijk van Lady Tancred
Brieven uit IJsland.
De dingen om ons heen.
Ti|deli|ke aanbieding
152.00.
Zaterdag 13 Januari 1923.
66sle Jaargang. No. 7162.
TWEEDE BLAD.
Abonnementsgelden.
vóór 1 FEBRUARI a.s.
FEUILLETON.
mei prima voering en afwerking,
WINKEL.
Aan onze lezers bulten de gemeente Schagen doen
wij het verzoek het abonnementsgeld der Schager
Courant over het vierde kwartaal 1922, ten bedrage
van f 1*65 (voor courant met Zondagsblad f2.38),
aan ons Bureau te betalen, óf over te maken per
postwissel of over te laten schrijven op onze post
rekening No. 23330.
De laatste manier van vereffening raden wij ten
zeerste aan, daar dit slechts 5 cents kost; formu
lieren zijn aan alle postkantoren een halven cent
verkrijgbaar. Per postwissel daarentegen zijn de
kosten f 0.10.
Na genoemden datum wordt beschikt met f 0.14
verhooging. Toezenden is dus voordeelig!
Voor alle abonné's, die gewoon zijn het couranten-
geld aan onze Agenten (de plaatselijke kantoorhou
ders) te betalen, geldt dit verzoek niet
Zij, die bij ons op De Prins, Het Nieuwe Modeblad,
Gracieuse, of Kinderkleeding enz. zijn geabonneerd,
kunnen eveneens het abonnementsgeld 4e kwartaal
op dezelide wijze toezenden.
Voor De Prins is het bedrag f 2.33
Voor Het Nieuwe Modeblad f 1-25
Voor Gracieuse 12.15
Voor Kinderkleeding 10.95
Voor Panorama f 2.50
Voor Het Leven f2-50
DE ADMINISTRATIE.
oies hetzelfde verschijnsel voordeed, els in de hout
kwestie, n.l. dat Bradbury er geen opzettelijk" verzuim
in zag, althans geen, groot genoeg tot het wettigen van
sancties.
Nu staat er uitdrukkelijk in het 2e aanhangsel van de
vredesvoorwaarden, dat alle besluiten aangaande vermin
dering der Duitscne verplichtingen door do Commissie
met algemeene stemmen moeten worden genomén, tör-
wijl het ingebreke blijven naar analogie iets dergelijks
■moet worden verwacht. Immers, het is in zekeren 'zin
een ontheffing van verplichtingen als men zonder pro
test of straf net tekortschieen zou regisreeren. Nu die
eenstemmigheid aangaande de sanctie niet kon worden
bereikt, blijft de verplichting dus in haar geheelen om
vang bestaan.
Duitschland is derhalve ingebreke vrijwillig of
Sdwongen en dientengevolge had de Commissie van
erstei' de plicht aan de desbetreffende mededééling aan
de mogendheden, tevens toe te voegen welke maatre
gelen zij gewensent achtte als gevolg van den achterstand
getroffen te zien. Verder dan raadgeven en voorstellen
gaat haar recht niet en het is zelfs niet eens zeker dat
zij de plicht heeft zulke voorstellen te doen. Immers in
den Engelschen tekst staat, dat zij de voorstellen mag
doen terwijl de Fransche verlangt, dat zij die voorstel
len toevoegt aan de mededeeling, dat Duitschland in
'gebreke bleef. In ieder geval blijft het bij voorstellen.
De .mogendheden hebben zelf te beslissen. Zij kunnen
daartoe kiezen uit ..verbodsbepalingen" economische en
nnancieele represailles en in het algemeen al zulke
^maatregelen als de respectieve regeeringen door dé om
standigheden geboden zouden kunnen achten."
Met de slordigheid, welke de geheëlö vertaling van
net Verdrag kenmerkt., is ook nier Veder verschil
tusschen do Fransche en, de Engelscbe lezing. Hier
boven gaven wij de vertaling van dèn Fransc.hen tekst.
De Engelsche luidt, dat de maatregelen kunnen omvatten
„economische en financieel© verbodsbepalingen en re
presailles en in het algemeen zulke andere maatrege
len, als de respectieve regeeringen zullen besluitén, dat
in de omstandigheden noodzakelijk zijn." Als het woord
„respectieve" in deze paragraaf iets meer is dan een
stoplap, moet het dit zijn, dat aan zulk een beslissing
alleen kunnen medewerken de landen, die geïnteres
seerd zijn bij het verzuim van DuitschlancL D.w.z.
dat niet Haïti of Guatenala zal meespreken over een
Aekort van de houtleverantie aan Frankrijk, Italië "°n
Begië. doch dat alleen die drie landen zullen hebben
te beslissen hoe zij hun belangen zullen waarborgen.
Iets anders valt er redelijkerwijze niet uit te lezen. Dien-
Jengevolg is er geen sprake van, dat een der landen
ten opzichte waarvan Duitschland in verzuim is, op
eigen gelegenheid sanctie zal mogen toepassen. Alle
bdanghebbende landen hebben te beslissen. En daar
hier de bepaling ontbreekt of algemeene stemmen noo-
dig, dan wel de meerderheid voldoende is, zou art.
13 hier van toenassing zijn, waarbij in geval van twijfel
over do methode van beslissing de arbitrage door een
niet te zeer in het oog loopen.
Er komt nog iets bij. Zeer onlangs op het Haagsch
Congres werden er allerlei beloften gewisseld tus
schen de arbeiderspartijen van samenwerking in ge
val van dreigenden oorlog. Men zou desnoods door
staking zulk een oorlog onmogelijk maken gelijk
reeds vroeger herhaaldelijk was afgesproken. Van
zulk een internationale actie is in 1914 niet veel te
bespeuren geweest. Overal bleek men eerst patriot en
dan socialist te zijn. Het is echter de vraag of de
nieuwe sancties, die bij de arbeiders in alle landen
ook in Frankrijk 1 - afkeuring vinden, zonder
internationaal protest en zonder internationale actie
zullen passeeren.
Als we dus de voorloopigo balans opmaken, dan
zien wij dat Frankrijk door zijn eigenmachtig optre
den le. handelt tegen het vredesverdrag, 2e. Enge
land en Amerika notaben e de twee schuldeischers,
die het Fransche crediet geheel in de hand hebben 1
van zich vervreemdt; 3e. zich blootstelt aan een
vijandelijke beweging der Duitsche arbeiders en 4e.
aan éen actie in eigen land,
waartegenover het de kans heeft door het maken
van groote kosten (die bijgeschreven worden op de
toch al zeer problematiek-lange lijst der vorderin
gen op Duitschland) wat meer hout, kolen en cokes
te krijgen, dan anders, een kans, die zoo zij' al be
staat toch zeker niet groot is.
Maar Poincaré's plan zegeviert: Duitschland krijgt
een deuk en dat is het voornaamste
UITKIJK.
Het opmarcheeren van de Franschen in het Ruhrge-
bied is een daad van de allerverste strekking, die ver
moedelijk 'niet alleen voör Frankrijk en .Duitschland
van groote beteekenis zaï zijn, doch ook voor de verdere
ontwikkeling van de gebeurtenissen in Europa.
Zooals men weet, is het bezetten van Essen de eerste
stap. Het doel ervan xis zich zekerheid te verschaffen,
dat Duitschland zijn verplichtingen wat betreft de hout
leveranties zal nakomen. Met het groote vraagstuk der
schadevergoeding heeft dit opmarcheeren nog niets te
maken. Do dwang- of strafmaatregelen, die Frankrijk
in verband daarmede noodig acht, kunnen rochtcns
pas door de Entente worden genomen, als op 15 dezer
het moratorium afloopt, waarvan intusschen reeds de
verlenging is aangevraagd.
Daar echter deze verlenging een kwestie is, waarover
de Commissie van Herstel met algemeene stemmen moet
besluiten en de medewerking van Frankrijk tenminste,
lil do .tegenwoordige omstandigheden, niet kan worden
verwacht, moet rnen de bezetting van Essen beschouwen
als de eerste fase van het algemeen bezetten van het
Ruhrbekken, waartoe mon zooais gezegd rechtens
nog niet kan overgaan.
Frankrijk maakt nier op handige wijze gebruik van de
verklaring, afgegeven door de meerderheid, der Com
missie van Herstel dat Duitschland met zijn hout-
lcvcrantics opzettelijk achterstallig is.
Het ingebreke zijn staat vast. Daarover was de Com
missie het eens en niemand, ook Duitschland niet,
denkt aan tegenspraak van dit feit. Wei echter bestaat
er verschil van gevoelen over het opzettelijke van het
verzuim. Duitschland voert aan en naar het schijnt
terecht - dat het verzuim onvermijdelijk is geworden
door. het te laat indienen .der eischcn en door de o.a.
door Frankrijk gemaakte moeilijkheden. Het Engel
sche lid der Commissie, Bradbury, was hot met deze
verontschuldiging vrijwel eens. Althans hij stemde tegen
do verklaring van opzot, terwijl hij verder eveneens te
verstaan gaf, dat zelfs als hei verzuim opzetieÜjk was
geweest, nii clil feit toch nog niet als een voldoenden
grond beschouwde tot het nomen yan straf- en dwang
maatregelen, waarop de Fransche voorzitter Barthoti
dadelijk aanstuurde en tot hel motWeereil waarvan
de geheele „ingebreke stelling" aan do -orde was gebracht.
Was er voldoende hout geweest, dan had het aan de
kwaliteit gehaperd of had men iels 'anders gezocht. Do
hond moest geslagen 'het Ruhrbekken bezet worden,
om het even waar men 'het vandaan haalde. Om in elk
geval keker te gaan, heeft Frankrijk ook het tekort laten
constatecren in de steenkoollevcrantie, waaföij zich pro-
onpartijdige uitspraak moet doen.
Conclusie derhalve, dat afzonderlijk optreden van
drie der vier belanghebbende mogendheden voQrloopig in
strijd is met het Vredesverdrag zelf. Het is echter de
vraag of Frankrijk dat nu eenmaal zijn zinnen op die
bezetting heeft gesteld, bereid zou zijn van zijn besluit
af te stappen, gegeven zelfs dat iemand op art. 13' wees.
Dus Frankrijk marcheert op. Voorloopig naar Es
sen, straks naar de rest van bet Ruhrgebied en Bel
gië, die plechtig verklaart niet werkeloos te willen
profiteeren van de inspanning van een ander, stuurt
ook een divisie mee met de Franschen, terwijl Italië
o.m aan zijn steenkool te komen, een sectie inge
nieurs naar de Ruhr dirigeert.
Engeland doet niet mee. Het laat verkondigen geen
verantwoordelijkheid voor dezen stap te. willen dra
gen, waarvan het alle verkeerdheid en nutteloosheid
inziet, en zegt tevens, dat zijn soldaten in zijn be-
zettingsgebied blijven om te voorkomen dat de onver
mijdelijke opsVootjes uit de Ruhrstreek overslaan
naar de Keulsche districten. En officieus wordt hier
nog aan toegevoegd, dat, als Frankrijk met alle ge
weld de vingers wil branden en wil riskeeren niets
te krijgen, het maar door schade en schande wijs
meet worden.
Amerika gaa.t nog iets verder en laat te Washing
ton aan den Franschen gezant meedeelen, dat het de
Fransche handelwijze ten zeerste betreurt en zeer on
gaarne ziet. Zonder over të gaan tot een direct pro
test of veto is dit wel de meest krasse manier van
in te gaan tegen het Fransche besluit.
Intusschen heeft President Harding de Ameri-
kaansche troepen van den Rijn teruggeroepen.
De Franschen en Belgen rukken dus op, met de
j Italiaansche ingenieurs achter zich aan.
Tegenstand zal het Ruhrbekken niet bieden. Troe
pen zijn er niet. Hoogstens wat bewapende, politie,
uie tegen de invallers met hun ruiterij, tanks, vlieg-
tuigen en artillerie geen kans heeft.
Een geheel ander .vraagstuk is in hoeverre de be
volking van het gebied, de mijnwerkei's en fabrieks
arbeiders zich zullen houden. 01' die voor de Fran
sche meesters zullen werken. Dit lijkt zeer twijfel
achtig., t Zij hebben zoo vaak reeds geweigerd het te
cibon in Duitschland» belang, alleen omdat hun werk
zoo langs een oinweg nam de Entente ten goede zou
komen, dat hot bijna uitgesloten is, dnt zij thans voor
den overweldiger direct »zouden willen werken. En
gesield dat zij zich door hun regeering laten overha
len om den toestand niet nog moeilijker te maken
door een staking, dan is het toch wel vrij zeker, dat
geen kilo steenkool méér zal worden geproduceerd
aan precies hoog noodzakelijk is, wil de ÜJntrekkeriJ
De Prest in IJsland.
Ik had eigenlijk moeten zeggende Prest-Boer.
Want waar eindigt in IJsland, de Prest en beginjt
de boer en omgekeerd?
Die vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden.
In 1539 werd door der. Deenschen Koning het
Lutherschc Geloof in IJsland Ingevoerd en door hem
te Skalholt, een van de twee cudé Room^che bisschop
zetels, Gissur Einarsson, tot Luthersche bisschop be
noemd
Doch in een land als IJsland, kan ïöen gemakkelijker
iets zeggen of bevelen dan uivoeren of doen eerbiedigen.
Al. waren de Katholieke bisschoppen zelden populair
geweest, omdat rij vreemdelingen waren, al hadoen selfe
He JJslandera bisschop Jétt Gemkaon, eerc Deen, die
het. in 1433 wat al te bont in SkaSholi orogew.g ge
maakt hod. ito een gertopt en in de rivier
de Bruzró geworpen, toch wamt later, toe® slecht»
geboren IJslanden tot bisschoppen benoemd wde%
sommige bisschoppen zeer gezien.
Dat \vas in hef bu/r rider het geval met Jón Aresca,
die in 1524 Roomsch bisschop .te Hola? Hft Noord ï&v
land werd.
Jón Arason was een geloovig man, een krachtig
Roornsdh kerkvorst, rechtvaardig m m«t ijzeren irik
Wellicht doet he* vreemd aan, om le hoorenn, dat Jón
Arason, de Katholieke bisschop, vrouw en kinderen er
op na hield, maar wie, die te Holar., in het sombere
Hjaltadal geweest is, zal niet kunnen vergeven de af
wijking van het celibaat, begrijpen wat daar in dat
dal, waar zelfs des zomers de zon meer schaduw dan
stralen brengt, eene zorgende vrouw en vroobjke kinder
stemmen moet beteekener.?
Terwijl nu de Deensche Regeering feitelijk 'in IJsland
de reformatie opdrong stelde de vrijheidslievende IJs
lander, de geloovige Katholiek zich te weer. Hij bond
den strijd aan tegen Denemarken en Lutheranisme, hij
streed voor' vrijheid van IJsland en voor het Roomsche
geloof. Aanvankelijk met groot succes. Hij kreeg den
pauselijken zegen en pauselijke geschenken, (o.a. een
koorkleed, dat hier in het museum is) cn weigerde te
voldoen aan het hevel van den Koning, om naar
Denemarken te 'komen. De Koning verklaarde hem
j in 1549 vogelvrij.
De bisschop stoorde zich hier weinig aan. Hij bracht
zijn bisschopszetel Holar in staat van tegenweer et
zond 2 van zijne 6 kinderen, zijne zoons Bjórn en
IjAri naar Skalholt om zich van den* opvolger van Einars-
son, den Lutherschen bisschop Marteinn meester te
maken. Deze werd naar Holar gebracht en gevangen
gehouden.
Bisschop Arason nam bezit van Skalholt, verjoeg de
Denen van het eiland Vide> insde Faxabaai bij Reyk-
Naar het Engelsch van ELINOR GLYN„
HOOFDSTUK Hl.
Terwijl de financier tevreden zat te peinzen in zijn
stool naast het vuur, snelde zijn nicht, in. een donkeren
mantel en een dichte volle gehuld, het park in. Nauwe
lijks vijf minuten naüat hij haar bom alleen had gelaten,
was zij naar buiten geslopen. De zon was nu geheel
en ai' onder en het was mistig en koud, de verwelkte
bladeren dwarrelden in de herfstlucht.
Zara Shulski huiverde in weerwil van haar dikke
mantel, toen zij in de donkerte onder de hoornen kwam,
dicht bij het standbeeld van Aehilies. Het rendez-vous
was om zes uur, het was er nu ai twintig minuten over
en het was voor Mirko zoo slecht, in de kou te wach
ten. Misschien waren zij ai weggegaan. Maar neen,
toen zij dicht genoeg nabijgekomen was, kreeg zij
•vlak onder het standbeeld twee kleine figuurtjes in het
oog.
Zij' kwamen snel naar haar toe. En zelfs in het
.halfduister kon men nog zien dat de jongen een slecht
ontwikkeld, mismaakt kind was, van misschien -negen
'of tien jaar evenals men tiog kon zien dat, zelfs in
zijn versleten overjas en met zijn ouden, gevlekten vil't-
hoed, de man een schitterende, sierlijke figuur was,
Wat heerlijk dat je er weer bent, Chérisette. riep het
kina uit. Papa en ik hebben den heelen dag naar je
•Verlangd was óf het nooit zes uur zou worden.
Maar nu jo er bent, wil 11c je opeten ik' zal jo
opeten, en de dunne armpjes, vcei te lang voor het in
eengeschrompelde lijfje, klemden zich vast om haar
mus, toen zij hem opbeurde cn paar een bank droeg,
bespreke a'*° ®in®en z'lten om hunne zaken te
•~7 fci Mimo, zei gravin Shulski. ik ,wist er
r, - 4 1 ......w, 4.V1 K. >4 VIII UHUljni, .1Y1J1 ^1
hnk ,i,Van> dal te Zaterdag hier gekomen bent. Ik vind
nnhïie -S v,a'! tei Hat te wagen. Te Parijs zou madaihe
cnhniaLte *1<khhen laten blijven, al was je een week
fip)<Pp maar hier onder al die vreemde men
ie» Hat te wagen. Ie Parijs zou madaihe
ilmn UI„I „„t.
Toorn niet op ons, wijze Mentor, antwoordde
de man, met een innemenden glimlach. Mirko en ik
voelden allebei dat de zon weg was, toen je verleden
Donderdag vertrokken waart. Het regende en regende,
twee, drie dagen aan een stuk, en madame Dubois'
\kanarie werkte op onze zenuwen en God in den
hemel, Grisoldi bleef maar bij iederen maaltijd knoflook
in zijn eten doen en wij dachten al, dat hij met die
gewoonte gebrqken zou hebben, weet je niet? en dat
trok ai maar omhoog van zijn kachel. Bij Bacichus, dat
vermoordde alle inspiratie. Ilc kón niet meer schilderen,
beste Chérisette en Mirko kon niet meer speten en
toen zeiden wij1 tegen elkaarPer slot van rekening
moet in het nevelige Albion althans de zon van Chéri-
sette's haar schijnen we zullen er ook piaar naar
toe gaan ver weg van de kanarie en de knoflook,
ep de nevels zullen ons nieuwe ideeën aan de hand
doen en we zullen wonder mooie dingen maken. Is het
niet zoo, Mirko mio?
Zeker, papa, beaamde de jongen aanstonds en toen,
met een klein bevikje van angst in zijn stem: Je bent
toch niet boos op ons, lieve Chérisette? Zeg dat je niei
boos bent.
Mijn lieveling. Hoe kan dat nu? Ik kan toch
immers nooit boos zijn öp mijn Mirko, wat hij ook
doet en in de twee donkere oogen verzachtte de panter
achtige uitdrukking tot eene van hemelsche teederheid,
als in die der Sixtijnsche Madonna, terwijl zij het kleine
ventje vast tegen zich aan drukte en haar mantel om
hem heen sloeg.
Alleen ben ik bang, dat ik hier in Londen niet veel
voor je zaï kunnen doen, en als mijn oom het wist, dan
was alle hoop ooit iets van hem te krijgen, voor goed
vervlogen. Hij heeft uitdrukkelijk gezegd dat, indien ik
geheel alleen wilde komen en deze paar weken bij
nem wilde blijven, mij dat voordeel' zou aanbrengen, en
ik behoef ie biet te zeggen, dat ook jullie dat ten
goede zou komen. Je begrijpt wel, dat ik anders die
hartelijke gastvrijheid niet aangenomen zou hebben.
Je bent zoo goed voor ons. Chérisette, zei nu Mimo.
Je hebt waarlijk een engel van een zuster, Mirko mio
maar we zullen spoedig allemaal rijk en beroemd
zijn. Ilc heb daar laatst van gedroomd en ik ben al
een nieuwe schilderij begonnen vol grijs en mist van
deze vreemde nevels. Graaf Mimo Sykypri was een
besliste optimist.
En onderwijl wonen jullie in die eene kamer in
Neville Street, Tottenham Court Road. Ik vrees dat het
een armzalige buurt is.
AANBEVELEND,
jcviV en was bijna d.< ^jteMuondc koning y- IJsland.
Doch reeds in hetze Luie jaar werd hij door den
'leider 'der Deensch-Luthersche IJslanders door den boer
Dadi Gudmundsson en diens troepen verslagen, gevan
gen genomen en een maand later tezamen met z\jne
zoods Bjórn en Ari te Skalholt onthoofd.
Zijn lijK werd naar Holar gebracht en begraven, doch
is eeiiiga jaren geleden naar Rome overgebracht.
De nagedachtenis van den Matsten Katholieken bis
schop in IJsland, den dapperen Jón Arason, wordt
aldus door Rome geëerd, aoch ook de IJslanders her
denken in hem een groot vaderlander.
Holar kreeg na Arason's dood evenals Skalholt zijn
Lutbersche bisschoppen en van de eerste hunner zoowel
als van hunne vrouwen en kinderen vindt men in de
ikerken in beide plaatsen de mooie, zeer goed onder
houden grafeteenen. Men heeft er een vloer over heen
gelegd met luiken, zoodat de kerkgangers de steenen
niet kunnen afslijpen en de belangstellende toch de
steenen kan bestudeeren en bewonderen.
Een der meest belangrijkste Lutherschc bisschoppen
was Gulbrandur Thorlaksson, die in 1584 den bijbel
in het IJsland's vertaalde, van wien er verscheidene
-olieverfportretten in het Museum te Reykjavik han
gen, terwijl ik eenjge zijner afstammelingen neb mogen
ontmoeten.
Wat betreft de nazaten van groote IJslanders, zoo
heb ik ook afstammelingen van Snorri Sturlason en
zelfs van Ingplf en Hjorleifer ontmoet
Ik heb stainboomen gezien, die toen ik' tot 80ó
kwam, mij griezelig begonnen voor te komen, vooral
in dit land. Waarom in dit land, zult ge vragen? Omdat
hier beweerd wordt, dat er geen standverschil bestaat
en er b.v. door een gids een boekje geschreven is, waarin
hij dit nog eens vastlegt en er bij zegt, dat er wel eenige
regentenfamilies rijn? die het anders willen doen voor
komen, maar dat dit onzin is. Arme gids. Ik wil zijn
Saam niet noemen, maar reeds mijn brave gids Svein-
jorn is h^t niet, met hem eens. Sveinbjorn zei tegen
ex-minister 'Magnusson, toen die mij kwam opzoeken,
Meneer Jón (Herra Jón), en niet maar gewoon Jón,
terwijl hij tegen den bewasten schrijver spreekt van
Stefan, zonder me?r.
Natuurlijk is er hier ook stand-onderscheid, al zouden
wij e'Jeen het verschil van verstand als norm aannemen.
De beeldhouwer Eina.r Jonsson of mijn breve Svein
bjorn. Is daar geon verschil?
Maar wel is het hier oergenoegelijk onderling tus
schen di6 100.000 menschen. Dat komt vooral ook,
omdat men elkaar altijd bij den voornaam noemt. Dat
geeft iets gemoedelijks. De meid komt binnen en zegt:
Bjórn, or wordt getelephoneerd. Nu zegt die Bjórn b.v.
aan de tedephoon: hier is Bjórn. Welke Bjórn? wordt
gevraagd. Björn Bjórhsson zegt de ander
Wie hier tetephovieren wil, moet den voornaam vóór
alles weten, want Ei.nar Jonsson moet men bij E.,
dus Einar, vinder» in het telcphoonboek.
Men. heeft hier op enkele uitzonderragen na
geen familienamen. Jóu, zoon van Petur, tsJón Pc-
tursson; diens zoon Björn is: Bjórn Jónsson; diens
zoon Peter is: Peter Bjórnsson, enz.
Men zegt, als mep, iemand ontmoet heeft, eerst, dat
men Peter ontmoet heeft en dan pas, dat het Bjórns-
son was. Juist anders dan bij ons. Men zegt; ilc heb
de Vries ontmoet, welke? Louis de Vries. De voornaam
doet in IJsland dus geheel anders dienst dan bü ons.
Men wordt in IJsland bij den voornaam aangesproken.
Ik zou wel eens willen weten, wat dien Franschen
markies, die verleden jaar hier was, bezield heeft, toen
hij hier in IJsland zijn vrouw kwam halen. Niet omdat
hier geen mooie, lieve én goede vrouwen zijn, maar
om de reden. Deze markies Grimaldi kwam hier zijn
.vrouw zoeken, omdat hij, een afstammeling van Rollo
den Noorman, die in de 8e eeuw zich in Normandië
vestigde, en o.a. de stamvader werd van Willem den
Veroveraar, slechts te mogen trouwen met een vrouw,
die direct afstamde van lngolf of Hjorleifur, want hij,
de marquis, was een nazaat van Rollo in den 28cn
graad, .Hij was niet jong meer, hij was* weduwnaar,
hij was katholiek, maar toch had hij succes. Hij vond
een Luthersehe, jonge IJsiandsche, die aan cle ver
wachtingen beantwoordde en bereid was met hem te
huwen. Zij was inderdaad eene afstammelinge van Iljor-
leif en wel in den 36en graad. Het was betrekkelijk ge
makkelijk voor hem, haar te vinden, want.... zij was
kamermeisje in het hotel, waar hij "logeerde.
Of' de markiezin gelukkiger zal zijn dan in de dagen,
dat zij kamermeisje was? Het is hier in de hotels onder
het personeel zoo gemoedelijk, dat ik bijna de Markiezin
kan beklagen.
Of ik nazaten van bisschop Jón 'Arason ontmoet
heb, weet ik niet, maar soms heb ik een sterk ver
moeden gehad.
Men heeft thans in Holar en Skalholt geen bisschoppen
meer. Ook vindt men er geen overblijfselen van ^en
bisschoppelijk paleis of de ruïnes van de oorspronkelijke
kerken. Niets van dit alles. Die paleizen, aic kerken,
waren eenvoudige, betrekkelijk kleine gebouwen uit
hout, steen, maarhoofdzalcelijk aarde opgetrokken. Een
laag steen, een -laag aarde, een laag steen, een lóag
aarde, zooals men het hier nog ziet, al raakt het uit de
mode voo rhuizen en wordt het hoofdzakelijk 'nog voor
schuren en stallen toegepast. Maar wei' heeft men in
net museum nog de lettervormen van 'de drukkerij
van Jón Arason, later gebruikt door rijn Lutherschen
opvolger in Holar en Tieeft men nog betrekkelijk vele
werken, die daarmee cn daar gedrukt rijn.
Ook heeft men in Holar nog een levensgroot en "een
kleiner Crusifix uit den Roomschen tij4 in de tegen
woordige kerk een plaats gegeven, maar vergeefs zoekt
men in IJsland naar oude gebouwen en ruïnes. In dat
opricht viel IJsland mij tegen, vooraf omdat ik in dat
Het is er niets erger duü bij madame Dubois,
haastte Mimo zich haar gerust te stellen, en Londen
geeft me aiieuwe ideeën.
Mirko hoestte hevig met oen schor geluid. Gravin
Shulski trok hem dichter naast zich en stopte hem
vast in.
Ileb je het adres van Grisoldi gekregen? Hij
was een lief oud mannetje, in weerwil van de knof
look.
Ja, hij zei ons, dat het een niet dure verblijf
plaats was totdat het ons beter zou gaan; we gin
gen er direct naar toe en schreven dadelijk aan je.
Ik was heel verbaasd, toen ilc. je brief ontving.
Heb je wel geld, Mimo?
Zeker heb ik geld! en graaf Sykypri haalde
t.rotsch acht Fransche goudstukken uit zijn zak. -
We bezaten twee honderd franks toen wij hier aan
kwamen onze geringe behoeften en wat tubes
verf hebben twee van de twintig-frankstukken" ver
slonden, en nu hebben we er nog acht over. Dat's
een heel fortuin en daar kunnen we van leven tot
ik de Apache kan verkoopen ik zal het stuk mor
gen naar den kunsthandel brengen.
Het werd gravin Shulski droef te moe. Ze wist
van óuds maar al te goed hoe lang die acht goud
stukjes zouden duren! Hoe of Mirko ook ovèf zijn
vader waakte, dat heerschap was volmaakt in staat
om er een van aan een bedelaar te geven, wanneer
het gezicht van dien bedelaar en zijn gejammer
hem troffen en een paar ervan konden licht wor
den omgezet in een cadeau voor Mirko of voor haar
zelf dat dan later, als de nood aan den man
kwam weer naar den lommerd gebracht kon wor
telt. Graat' Sykypri was een wanhopig rnensch, voor
zoover het geldzaken betrof.
Haar eigen klein inkomen, dat van den overleden
Shulski kwam, was altijd reeds bij voorbaat uitge-
even voor de behoeften van het gezin, van het
'dein© broertje, dien zij aan haar verafgode overle
den moeder beloofd had. nooit te zullen verlaten.
Want toen de schoone echtgenoot© van Maurice
Grey. den misanthropischen excentrieken En-
gelschman, die op een kasteel in de buurt van
Praag woonde, gevlucht was met graaf Mimo Syky-
ri, was haai' dochter, toen dertien jaar oud, mee
gevlucht en beiden waren door haar familie in den
•an-gedaan. En Maurice Grey had zich, na beiden
vervloekt, en door een nieuw testament totaal ont-
eifd te hebben, in zijn kasteel opgesloten en zich in
minder dan een jaar tijds metgroote standvastig
heid doodgedronken. En de broeder van de schoone
mevrouw Grey Francis Markrute vergaf het
haar evenmin ooit hij wilde haar niet zien, noch
iets van haar hooren, zelfs niet nadat de arme klei
ne Mirko geboren was en- zij met graaf Sykypri
trouwde.
Want van vaders zijde behoorden de Markrute's,
broeder en zuster, tot de aanzienlijkste families
en zelfs met de balk in zijn wapenschild kon de fi
nancier Elinka's ongenade niet verbreken en hij
had haar lief gehad! Dat was de eenige zachte zij
de van dat rotsharde karakter. Het was of de on
genade van zijn zuster al zijn teederheid had doen
verstarren.
Gravin Shulski zweeg even, terwijl beiden, Mino
en Mirko angstig haar gelaat bespiedden zij had
haar voile opgeslagen.
En veronderstel nu eens dat je de Apache niet
verkoopt. Mimo? Je eigen geld komt niét binnen
voor Kerstmis en het mijne is al-op tot Januari toe
en het is koud van den winter en de kou is niet
goed voor Mirko, wat dan?
Graaf Sykypri was niet op zijn gemak er kwam
een droeve trek op zijn aardig gelaat, dat gelaat,
waarop zich iedere voorbijgaande ontroering dui
delijk afteekende, dat' gelaat, hetwelk liefde en ro
mantiek, vroomheid en teederheid kon uitdrukken,
dat een vogel van zijn boom kon lokken en liefde
uit het hart van een vrouw. En al wist Zara Shul
ski zeer goed hoe weinig waarde er te hechten viel
aan wat hij zeide, of deed, toch ontwapende zijn
verwonderlijke bekoring steeds weer haar boosheid
urn zijn gemis aan energie. Zij herhaalde dan ook
minder hard:
Wat dan?
Mimo stond van zijn bank op en strekte op dra
matische wijze zijn armen ten hemel.
Dat kan niet! zei hij. Ik moet de Apache
verkoopen en dan, al verkocht ik hem niet ik
zeg je dat deze vreemde grijze nevels mij nieuwe,
wondervolle ideeën geven duistere, geheimzinni
ge gedaanten twee figuren, die elkaar in den mist
ontmoeten! O, wat een prachtig idee dat moest in
ieder geval succes hebben!
Mirko sloeg zijn arm om den hals van zijn zuster
kuste haar op den wang en koerde teedere naampjes
in een zoetvloeiende Slavische taal, en twee dikke
tranen welden op in Zara Shulki's diepe oog-n.