ilisger Eer"" solide RATIMSEN, B. H. lenghaus, Het Huwelijk van Lady Tancred Brieven uit IJsland. De dingen om ons heen. Ti|deli|ke aanbieding 152.00. Zaterdag 13 Januari 1923. 66sle Jaargang. No. 7162. TWEEDE BLAD. Abonnementsgelden. vóór 1 FEBRUARI a.s. FEUILLETON. mei prima voering en afwerking, WINKEL. Aan onze lezers bulten de gemeente Schagen doen wij het verzoek het abonnementsgeld der Schager Courant over het vierde kwartaal 1922, ten bedrage van f 1*65 (voor courant met Zondagsblad f2.38), aan ons Bureau te betalen, óf over te maken per postwissel of over te laten schrijven op onze post rekening No. 23330. De laatste manier van vereffening raden wij ten zeerste aan, daar dit slechts 5 cents kost; formu lieren zijn aan alle postkantoren een halven cent verkrijgbaar. Per postwissel daarentegen zijn de kosten f 0.10. Na genoemden datum wordt beschikt met f 0.14 verhooging. Toezenden is dus voordeelig! Voor alle abonné's, die gewoon zijn het couranten- geld aan onze Agenten (de plaatselijke kantoorhou ders) te betalen, geldt dit verzoek niet Zij, die bij ons op De Prins, Het Nieuwe Modeblad, Gracieuse, of Kinderkleeding enz. zijn geabonneerd, kunnen eveneens het abonnementsgeld 4e kwartaal op dezelide wijze toezenden. Voor De Prins is het bedrag f 2.33 Voor Het Nieuwe Modeblad f 1-25 Voor Gracieuse 12.15 Voor Kinderkleeding 10.95 Voor Panorama f 2.50 Voor Het Leven f2-50 DE ADMINISTRATIE. oies hetzelfde verschijnsel voordeed, els in de hout kwestie, n.l. dat Bradbury er geen opzettelijk" verzuim in zag, althans geen, groot genoeg tot het wettigen van sancties. Nu staat er uitdrukkelijk in het 2e aanhangsel van de vredesvoorwaarden, dat alle besluiten aangaande vermin dering der Duitscne verplichtingen door do Commissie met algemeene stemmen moeten worden genomén, tör- wijl het ingebreke blijven naar analogie iets dergelijks ■moet worden verwacht. Immers, het is in zekeren 'zin een ontheffing van verplichtingen als men zonder pro test of straf net tekortschieen zou regisreeren. Nu die eenstemmigheid aangaande de sanctie niet kon worden bereikt, blijft de verplichting dus in haar geheelen om vang bestaan. Duitschland is derhalve ingebreke vrijwillig of Sdwongen en dientengevolge had de Commissie van erstei' de plicht aan de desbetreffende mededééling aan de mogendheden, tevens toe te voegen welke maatre gelen zij gewensent achtte als gevolg van den achterstand getroffen te zien. Verder dan raadgeven en voorstellen gaat haar recht niet en het is zelfs niet eens zeker dat zij de plicht heeft zulke voorstellen te doen. Immers in den Engelschen tekst staat, dat zij de voorstellen mag doen terwijl de Fransche verlangt, dat zij die voorstel len toevoegt aan de mededeeling, dat Duitschland in 'gebreke bleef. In ieder geval blijft het bij voorstellen. De .mogendheden hebben zelf te beslissen. Zij kunnen daartoe kiezen uit ..verbodsbepalingen" economische en nnancieele represailles en in het algemeen al zulke ^maatregelen als de respectieve regeeringen door dé om standigheden geboden zouden kunnen achten." Met de slordigheid, welke de geheëlö vertaling van net Verdrag kenmerkt., is ook nier Veder verschil tusschen do Fransche en, de Engelscbe lezing. Hier boven gaven wij de vertaling van dèn Fransc.hen tekst. De Engelsche luidt, dat de maatregelen kunnen omvatten „economische en financieel© verbodsbepalingen en re presailles en in het algemeen zulke andere maatrege len, als de respectieve regeeringen zullen besluitén, dat in de omstandigheden noodzakelijk zijn." Als het woord „respectieve" in deze paragraaf iets meer is dan een stoplap, moet het dit zijn, dat aan zulk een beslissing alleen kunnen medewerken de landen, die geïnteres seerd zijn bij het verzuim van DuitschlancL D.w.z. dat niet Haïti of Guatenala zal meespreken over een Aekort van de houtleverantie aan Frankrijk, Italië "°n Begië. doch dat alleen die drie landen zullen hebben te beslissen hoe zij hun belangen zullen waarborgen. Iets anders valt er redelijkerwijze niet uit te lezen. Dien- Jengevolg is er geen sprake van, dat een der landen ten opzichte waarvan Duitschland in verzuim is, op eigen gelegenheid sanctie zal mogen toepassen. Alle bdanghebbende landen hebben te beslissen. En daar hier de bepaling ontbreekt of algemeene stemmen noo- dig, dan wel de meerderheid voldoende is, zou art. 13 hier van toenassing zijn, waarbij in geval van twijfel over do methode van beslissing de arbitrage door een niet te zeer in het oog loopen. Er komt nog iets bij. Zeer onlangs op het Haagsch Congres werden er allerlei beloften gewisseld tus schen de arbeiderspartijen van samenwerking in ge val van dreigenden oorlog. Men zou desnoods door staking zulk een oorlog onmogelijk maken gelijk reeds vroeger herhaaldelijk was afgesproken. Van zulk een internationale actie is in 1914 niet veel te bespeuren geweest. Overal bleek men eerst patriot en dan socialist te zijn. Het is echter de vraag of de nieuwe sancties, die bij de arbeiders in alle landen ook in Frankrijk 1 - afkeuring vinden, zonder internationaal protest en zonder internationale actie zullen passeeren. Als we dus de voorloopigo balans opmaken, dan zien wij dat Frankrijk door zijn eigenmachtig optre den le. handelt tegen het vredesverdrag, 2e. Enge land en Amerika notaben e de twee schuldeischers, die het Fransche crediet geheel in de hand hebben 1 van zich vervreemdt; 3e. zich blootstelt aan een vijandelijke beweging der Duitsche arbeiders en 4e. aan éen actie in eigen land, waartegenover het de kans heeft door het maken van groote kosten (die bijgeschreven worden op de toch al zeer problematiek-lange lijst der vorderin gen op Duitschland) wat meer hout, kolen en cokes te krijgen, dan anders, een kans, die zoo zij' al be staat toch zeker niet groot is. Maar Poincaré's plan zegeviert: Duitschland krijgt een deuk en dat is het voornaamste UITKIJK. Het opmarcheeren van de Franschen in het Ruhrge- bied is een daad van de allerverste strekking, die ver moedelijk 'niet alleen voör Frankrijk en .Duitschland van groote beteekenis zaï zijn, doch ook voor de verdere ontwikkeling van de gebeurtenissen in Europa. Zooals men weet, is het bezetten van Essen de eerste stap. Het doel ervan xis zich zekerheid te verschaffen, dat Duitschland zijn verplichtingen wat betreft de hout leveranties zal nakomen. Met het groote vraagstuk der schadevergoeding heeft dit opmarcheeren nog niets te maken. Do dwang- of strafmaatregelen, die Frankrijk in verband daarmede noodig acht, kunnen rochtcns pas door de Entente worden genomen, als op 15 dezer het moratorium afloopt, waarvan intusschen reeds de verlenging is aangevraagd. Daar echter deze verlenging een kwestie is, waarover de Commissie van Herstel met algemeene stemmen moet besluiten en de medewerking van Frankrijk tenminste, lil do .tegenwoordige omstandigheden, niet kan worden verwacht, moet rnen de bezetting van Essen beschouwen als de eerste fase van het algemeen bezetten van het Ruhrbekken, waartoe mon zooais gezegd rechtens nog niet kan overgaan. Frankrijk maakt nier op handige wijze gebruik van de verklaring, afgegeven door de meerderheid, der Com missie van Herstel dat Duitschland met zijn hout- lcvcrantics opzettelijk achterstallig is. Het ingebreke zijn staat vast. Daarover was de Com missie het eens en niemand, ook Duitschland niet, denkt aan tegenspraak van dit feit. Wei echter bestaat er verschil van gevoelen over het opzettelijke van het verzuim. Duitschland voert aan en naar het schijnt terecht - dat het verzuim onvermijdelijk is geworden door. het te laat indienen .der eischcn en door de o.a. door Frankrijk gemaakte moeilijkheden. Het Engel sche lid der Commissie, Bradbury, was hot met deze verontschuldiging vrijwel eens. Althans hij stemde tegen do verklaring van opzot, terwijl hij verder eveneens te verstaan gaf, dat zelfs als hei verzuim opzetieÜjk was geweest, nii clil feit toch nog niet als een voldoenden grond beschouwde tot het nomen yan straf- en dwang maatregelen, waarop de Fransche voorzitter Barthoti dadelijk aanstuurde en tot hel motWeereil waarvan de geheele „ingebreke stelling" aan do -orde was gebracht. Was er voldoende hout geweest, dan had het aan de kwaliteit gehaperd of had men iels 'anders gezocht. Do hond moest geslagen 'het Ruhrbekken bezet worden, om het even waar men 'het vandaan haalde. Om in elk geval keker te gaan, heeft Frankrijk ook het tekort laten constatecren in de steenkoollevcrantie, waaföij zich pro- onpartijdige uitspraak moet doen. Conclusie derhalve, dat afzonderlijk optreden van drie der vier belanghebbende mogendheden voQrloopig in strijd is met het Vredesverdrag zelf. Het is echter de vraag of Frankrijk dat nu eenmaal zijn zinnen op die bezetting heeft gesteld, bereid zou zijn van zijn besluit af te stappen, gegeven zelfs dat iemand op art. 13' wees. Dus Frankrijk marcheert op. Voorloopig naar Es sen, straks naar de rest van bet Ruhrgebied en Bel gië, die plechtig verklaart niet werkeloos te willen profiteeren van de inspanning van een ander, stuurt ook een divisie mee met de Franschen, terwijl Italië o.m aan zijn steenkool te komen, een sectie inge nieurs naar de Ruhr dirigeert. Engeland doet niet mee. Het laat verkondigen geen verantwoordelijkheid voor dezen stap te. willen dra gen, waarvan het alle verkeerdheid en nutteloosheid inziet, en zegt tevens, dat zijn soldaten in zijn be- zettingsgebied blijven om te voorkomen dat de onver mijdelijke opsVootjes uit de Ruhrstreek overslaan naar de Keulsche districten. En officieus wordt hier nog aan toegevoegd, dat, als Frankrijk met alle ge weld de vingers wil branden en wil riskeeren niets te krijgen, het maar door schade en schande wijs meet worden. Amerika gaa.t nog iets verder en laat te Washing ton aan den Franschen gezant meedeelen, dat het de Fransche handelwijze ten zeerste betreurt en zeer on gaarne ziet. Zonder over të gaan tot een direct pro test of veto is dit wel de meest krasse manier van in te gaan tegen het Fransche besluit. Intusschen heeft President Harding de Ameri- kaansche troepen van den Rijn teruggeroepen. De Franschen en Belgen rukken dus op, met de j Italiaansche ingenieurs achter zich aan. Tegenstand zal het Ruhrbekken niet bieden. Troe pen zijn er niet. Hoogstens wat bewapende, politie, uie tegen de invallers met hun ruiterij, tanks, vlieg- tuigen en artillerie geen kans heeft. Een geheel ander .vraagstuk is in hoeverre de be volking van het gebied, de mijnwerkei's en fabrieks arbeiders zich zullen houden. 01' die voor de Fran sche meesters zullen werken. Dit lijkt zeer twijfel achtig., t Zij hebben zoo vaak reeds geweigerd het te cibon in Duitschland» belang, alleen omdat hun werk zoo langs een oinweg nam de Entente ten goede zou komen, dat hot bijna uitgesloten is, dnt zij thans voor den overweldiger direct »zouden willen werken. En gesield dat zij zich door hun regeering laten overha len om den toestand niet nog moeilijker te maken door een staking, dan is het toch wel vrij zeker, dat geen kilo steenkool méér zal worden geproduceerd aan precies hoog noodzakelijk is, wil de ÜJntrekkeriJ De Prest in IJsland. Ik had eigenlijk moeten zeggende Prest-Boer. Want waar eindigt in IJsland, de Prest en beginjt de boer en omgekeerd? Die vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden. In 1539 werd door der. Deenschen Koning het Lutherschc Geloof in IJsland Ingevoerd en door hem te Skalholt, een van de twee cudé Room^che bisschop zetels, Gissur Einarsson, tot Luthersche bisschop be noemd Doch in een land als IJsland, kan ïöen gemakkelijker iets zeggen of bevelen dan uivoeren of doen eerbiedigen. Al. waren de Katholieke bisschoppen zelden populair geweest, omdat rij vreemdelingen waren, al hadoen selfe He JJslandera bisschop Jétt Gemkaon, eerc Deen, die het. in 1433 wat al te bont in SkaSholi orogew.g ge maakt hod. ito een gertopt en in de rivier de Bruzró geworpen, toch wamt later, toe® slecht» geboren IJslanden tot bisschoppen benoemd wde% sommige bisschoppen zeer gezien. Dat \vas in hef bu/r rider het geval met Jón Aresca, die in 1524 Roomsch bisschop .te Hola? Hft Noord ï&v land werd. Jón Arason was een geloovig man, een krachtig Roornsdh kerkvorst, rechtvaardig m m«t ijzeren irik Wellicht doet he* vreemd aan, om le hoorenn, dat Jón Arason, de Katholieke bisschop, vrouw en kinderen er op na hield, maar wie, die te Holar., in het sombere Hjaltadal geweest is, zal niet kunnen vergeven de af wijking van het celibaat, begrijpen wat daar in dat dal, waar zelfs des zomers de zon meer schaduw dan stralen brengt, eene zorgende vrouw en vroobjke kinder stemmen moet beteekener.? Terwijl nu de Deensche Regeering feitelijk 'in IJsland de reformatie opdrong stelde de vrijheidslievende IJs lander, de geloovige Katholiek zich te weer. Hij bond den strijd aan tegen Denemarken en Lutheranisme, hij streed voor' vrijheid van IJsland en voor het Roomsche geloof. Aanvankelijk met groot succes. Hij kreeg den pauselijken zegen en pauselijke geschenken, (o.a. een koorkleed, dat hier in het museum is) cn weigerde te voldoen aan het hevel van den Koning, om naar Denemarken te 'komen. De Koning verklaarde hem j in 1549 vogelvrij. De bisschop stoorde zich hier weinig aan. Hij bracht zijn bisschopszetel Holar in staat van tegenweer et zond 2 van zijne 6 kinderen, zijne zoons Bjórn en IjAri naar Skalholt om zich van den* opvolger van Einars- son, den Lutherschen bisschop Marteinn meester te maken. Deze werd naar Holar gebracht en gevangen gehouden. Bisschop Arason nam bezit van Skalholt, verjoeg de Denen van het eiland Vide> insde Faxabaai bij Reyk- Naar het Engelsch van ELINOR GLYN„ HOOFDSTUK Hl. Terwijl de financier tevreden zat te peinzen in zijn stool naast het vuur, snelde zijn nicht, in. een donkeren mantel en een dichte volle gehuld, het park in. Nauwe lijks vijf minuten naüat hij haar bom alleen had gelaten, was zij naar buiten geslopen. De zon was nu geheel en ai' onder en het was mistig en koud, de verwelkte bladeren dwarrelden in de herfstlucht. Zara Shulski huiverde in weerwil van haar dikke mantel, toen zij in de donkerte onder de hoornen kwam, dicht bij het standbeeld van Aehilies. Het rendez-vous was om zes uur, het was er nu ai twintig minuten over en het was voor Mirko zoo slecht, in de kou te wach ten. Misschien waren zij ai weggegaan. Maar neen, toen zij dicht genoeg nabijgekomen was, kreeg zij •vlak onder het standbeeld twee kleine figuurtjes in het oog. Zij' kwamen snel naar haar toe. En zelfs in het .halfduister kon men nog zien dat de jongen een slecht ontwikkeld, mismaakt kind was, van misschien -negen 'of tien jaar evenals men tiog kon zien dat, zelfs in zijn versleten overjas en met zijn ouden, gevlekten vil't- hoed, de man een schitterende, sierlijke figuur was, Wat heerlijk dat je er weer bent, Chérisette. riep het kina uit. Papa en ik hebben den heelen dag naar je •Verlangd was óf het nooit zes uur zou worden. Maar nu jo er bent, wil 11c je opeten ik' zal jo opeten, en de dunne armpjes, vcei te lang voor het in eengeschrompelde lijfje, klemden zich vast om haar mus, toen zij hem opbeurde cn paar een bank droeg, bespreke a'*° ®in®en z'lten om hunne zaken te •~7 fci Mimo, zei gravin Shulski. ik ,wist er r, - 4 1 ......w, 4.V1 K. >4 VIII UHUljni, .1Y1J1 ^1 hnk ,i,Van> dal te Zaterdag hier gekomen bent. Ik vind nnhïie -S v,a'! tei Hat te wagen. Te Parijs zou madaihe cnhniaLte *1<khhen laten blijven, al was je een week fip)<Pp maar hier onder al die vreemde men ie» Hat te wagen. Ie Parijs zou madaihe ilmn UI„I „„t. Toorn niet op ons, wijze Mentor, antwoordde de man, met een innemenden glimlach. Mirko en ik voelden allebei dat de zon weg was, toen je verleden Donderdag vertrokken waart. Het regende en regende, twee, drie dagen aan een stuk, en madame Dubois' \kanarie werkte op onze zenuwen en God in den hemel, Grisoldi bleef maar bij iederen maaltijd knoflook in zijn eten doen en wij dachten al, dat hij met die gewoonte gebrqken zou hebben, weet je niet? en dat trok ai maar omhoog van zijn kachel. Bij Bacichus, dat vermoordde alle inspiratie. Ilc kón niet meer schilderen, beste Chérisette en Mirko kon niet meer speten en toen zeiden wij1 tegen elkaarPer slot van rekening moet in het nevelige Albion althans de zon van Chéri- sette's haar schijnen we zullen er ook piaar naar toe gaan ver weg van de kanarie en de knoflook, ep de nevels zullen ons nieuwe ideeën aan de hand doen en we zullen wonder mooie dingen maken. Is het niet zoo, Mirko mio? Zeker, papa, beaamde de jongen aanstonds en toen, met een klein bevikje van angst in zijn stem: Je bent toch niet boos op ons, lieve Chérisette? Zeg dat je niei boos bent. Mijn lieveling. Hoe kan dat nu? Ik kan toch immers nooit boos zijn öp mijn Mirko, wat hij ook doet en in de twee donkere oogen verzachtte de panter achtige uitdrukking tot eene van hemelsche teederheid, als in die der Sixtijnsche Madonna, terwijl zij het kleine ventje vast tegen zich aan drukte en haar mantel om hem heen sloeg. Alleen ben ik bang, dat ik hier in Londen niet veel voor je zaï kunnen doen, en als mijn oom het wist, dan was alle hoop ooit iets van hem te krijgen, voor goed vervlogen. Hij heeft uitdrukkelijk gezegd dat, indien ik geheel alleen wilde komen en deze paar weken bij nem wilde blijven, mij dat voordeel' zou aanbrengen, en ik behoef ie biet te zeggen, dat ook jullie dat ten goede zou komen. Je begrijpt wel, dat ik anders die hartelijke gastvrijheid niet aangenomen zou hebben. Je bent zoo goed voor ons. Chérisette, zei nu Mimo. Je hebt waarlijk een engel van een zuster, Mirko mio maar we zullen spoedig allemaal rijk en beroemd zijn. Ilc heb daar laatst van gedroomd en ik ben al een nieuwe schilderij begonnen vol grijs en mist van deze vreemde nevels. Graaf Mimo Sykypri was een besliste optimist. En onderwijl wonen jullie in die eene kamer in Neville Street, Tottenham Court Road. Ik vrees dat het een armzalige buurt is. AANBEVELEND, jcviV en was bijna d.< ^jteMuondc koning y- IJsland. Doch reeds in hetze Luie jaar werd hij door den 'leider 'der Deensch-Luthersche IJslanders door den boer Dadi Gudmundsson en diens troepen verslagen, gevan gen genomen en een maand later tezamen met z\jne zoods Bjórn en Ari te Skalholt onthoofd. Zijn lijK werd naar Holar gebracht en begraven, doch is eeiiiga jaren geleden naar Rome overgebracht. De nagedachtenis van den Matsten Katholieken bis schop in IJsland, den dapperen Jón Arason, wordt aldus door Rome geëerd, aoch ook de IJslanders her denken in hem een groot vaderlander. Holar kreeg na Arason's dood evenals Skalholt zijn Lutbersche bisschoppen en van de eerste hunner zoowel als van hunne vrouwen en kinderen vindt men in de ikerken in beide plaatsen de mooie, zeer goed onder houden grafeteenen. Men heeft er een vloer over heen gelegd met luiken, zoodat de kerkgangers de steenen niet kunnen afslijpen en de belangstellende toch de steenen kan bestudeeren en bewonderen. Een der meest belangrijkste Lutherschc bisschoppen was Gulbrandur Thorlaksson, die in 1584 den bijbel in het IJsland's vertaalde, van wien er verscheidene -olieverfportretten in het Museum te Reykjavik han gen, terwijl ik eenjge zijner afstammelingen neb mogen ontmoeten. Wat betreft de nazaten van groote IJslanders, zoo heb ik ook afstammelingen van Snorri Sturlason en zelfs van Ingplf en Hjorleifer ontmoet Ik heb stainboomen gezien, die toen ik' tot 80ó kwam, mij griezelig begonnen voor te komen, vooral in dit land. Waarom in dit land, zult ge vragen? Omdat hier beweerd wordt, dat er geen standverschil bestaat en er b.v. door een gids een boekje geschreven is, waarin hij dit nog eens vastlegt en er bij zegt, dat er wel eenige regentenfamilies rijn? die het anders willen doen voor komen, maar dat dit onzin is. Arme gids. Ik wil zijn Saam niet noemen, maar reeds mijn brave gids Svein- jorn is h^t niet, met hem eens. Sveinbjorn zei tegen ex-minister 'Magnusson, toen die mij kwam opzoeken, Meneer Jón (Herra Jón), en niet maar gewoon Jón, terwijl hij tegen den bewasten schrijver spreekt van Stefan, zonder me?r. Natuurlijk is er hier ook stand-onderscheid, al zouden wij e'Jeen het verschil van verstand als norm aannemen. De beeldhouwer Eina.r Jonsson of mijn breve Svein bjorn. Is daar geon verschil? Maar wel is het hier oergenoegelijk onderling tus schen di6 100.000 menschen. Dat komt vooral ook, omdat men elkaar altijd bij den voornaam noemt. Dat geeft iets gemoedelijks. De meid komt binnen en zegt: Bjórn, or wordt getelephoneerd. Nu zegt die Bjórn b.v. aan de tedephoon: hier is Bjórn. Welke Bjórn? wordt gevraagd. Björn Bjórhsson zegt de ander Wie hier tetephovieren wil, moet den voornaam vóór alles weten, want Ei.nar Jonsson moet men bij E., dus Einar, vinder» in het telcphoonboek. Men. heeft hier op enkele uitzonderragen na geen familienamen. Jóu, zoon van Petur, tsJón Pc- tursson; diens zoon Björn is: Bjórn Jónsson; diens zoon Peter is: Peter Bjórnsson, enz. Men zegt, als mep, iemand ontmoet heeft, eerst, dat men Peter ontmoet heeft en dan pas, dat het Bjórns- son was. Juist anders dan bij ons. Men zegt; ilc heb de Vries ontmoet, welke? Louis de Vries. De voornaam doet in IJsland dus geheel anders dienst dan bü ons. Men wordt in IJsland bij den voornaam aangesproken. Ik zou wel eens willen weten, wat dien Franschen markies, die verleden jaar hier was, bezield heeft, toen hij hier in IJsland zijn vrouw kwam halen. Niet omdat hier geen mooie, lieve én goede vrouwen zijn, maar om de reden. Deze markies Grimaldi kwam hier zijn .vrouw zoeken, omdat hij, een afstammeling van Rollo den Noorman, die in de 8e eeuw zich in Normandië vestigde, en o.a. de stamvader werd van Willem den Veroveraar, slechts te mogen trouwen met een vrouw, die direct afstamde van lngolf of Hjorleifur, want hij, de marquis, was een nazaat van Rollo in den 28cn graad, .Hij was niet jong meer, hij was* weduwnaar, hij was katholiek, maar toch had hij succes. Hij vond een Luthersehe, jonge IJsiandsche, die aan cle ver wachtingen beantwoordde en bereid was met hem te huwen. Zij was inderdaad eene afstammelinge van Iljor- leif en wel in den 36en graad. Het was betrekkelijk ge makkelijk voor hem, haar te vinden, want.... zij was kamermeisje in het hotel, waar hij "logeerde. Of' de markiezin gelukkiger zal zijn dan in de dagen, dat zij kamermeisje was? Het is hier in de hotels onder het personeel zoo gemoedelijk, dat ik bijna de Markiezin kan beklagen. Of ik nazaten van bisschop Jón 'Arason ontmoet heb, weet ik niet, maar soms heb ik een sterk ver moeden gehad. Men heeft thans in Holar en Skalholt geen bisschoppen meer. Ook vindt men er geen overblijfselen van ^en bisschoppelijk paleis of de ruïnes van de oorspronkelijke kerken. Niets van dit alles. Die paleizen, aic kerken, waren eenvoudige, betrekkelijk kleine gebouwen uit hout, steen, maarhoofdzalcelijk aarde opgetrokken. Een laag steen, een -laag aarde, een laag steen, een lóag aarde, zooals men het hier nog ziet, al raakt het uit de mode voo rhuizen en wordt het hoofdzakelijk 'nog voor schuren en stallen toegepast. Maar wei' heeft men in net museum nog de lettervormen van 'de drukkerij van Jón Arason, later gebruikt door rijn Lutherschen opvolger in Holar en Tieeft men nog betrekkelijk vele werken, die daarmee cn daar gedrukt rijn. Ook heeft men in Holar nog een levensgroot en "een kleiner Crusifix uit den Roomschen tij4 in de tegen woordige kerk een plaats gegeven, maar vergeefs zoekt men in IJsland naar oude gebouwen en ruïnes. In dat opricht viel IJsland mij tegen, vooraf omdat ik in dat Het is er niets erger duü bij madame Dubois, haastte Mimo zich haar gerust te stellen, en Londen geeft me aiieuwe ideeën. Mirko hoestte hevig met oen schor geluid. Gravin Shulski trok hem dichter naast zich en stopte hem vast in. Ileb je het adres van Grisoldi gekregen? Hij was een lief oud mannetje, in weerwil van de knof look. Ja, hij zei ons, dat het een niet dure verblijf plaats was totdat het ons beter zou gaan; we gin gen er direct naar toe en schreven dadelijk aan je. Ik was heel verbaasd, toen ilc. je brief ontving. Heb je wel geld, Mimo? Zeker heb ik geld! en graaf Sykypri haalde t.rotsch acht Fransche goudstukken uit zijn zak. - We bezaten twee honderd franks toen wij hier aan kwamen onze geringe behoeften en wat tubes verf hebben twee van de twintig-frankstukken" ver slonden, en nu hebben we er nog acht over. Dat's een heel fortuin en daar kunnen we van leven tot ik de Apache kan verkoopen ik zal het stuk mor gen naar den kunsthandel brengen. Het werd gravin Shulski droef te moe. Ze wist van óuds maar al te goed hoe lang die acht goud stukjes zouden duren! Hoe of Mirko ook ovèf zijn vader waakte, dat heerschap was volmaakt in staat om er een van aan een bedelaar te geven, wanneer het gezicht van dien bedelaar en zijn gejammer hem troffen en een paar ervan konden licht wor den omgezet in een cadeau voor Mirko of voor haar zelf dat dan later, als de nood aan den man kwam weer naar den lommerd gebracht kon wor telt. Graat' Sykypri was een wanhopig rnensch, voor zoover het geldzaken betrof. Haar eigen klein inkomen, dat van den overleden Shulski kwam, was altijd reeds bij voorbaat uitge- even voor de behoeften van het gezin, van het 'dein© broertje, dien zij aan haar verafgode overle den moeder beloofd had. nooit te zullen verlaten. Want toen de schoone echtgenoot© van Maurice Grey. den misanthropischen excentrieken En- gelschman, die op een kasteel in de buurt van Praag woonde, gevlucht was met graaf Mimo Syky- ri, was haai' dochter, toen dertien jaar oud, mee gevlucht en beiden waren door haar familie in den •an-gedaan. En Maurice Grey had zich, na beiden vervloekt, en door een nieuw testament totaal ont- eifd te hebben, in zijn kasteel opgesloten en zich in minder dan een jaar tijds metgroote standvastig heid doodgedronken. En de broeder van de schoone mevrouw Grey Francis Markrute vergaf het haar evenmin ooit hij wilde haar niet zien, noch iets van haar hooren, zelfs niet nadat de arme klei ne Mirko geboren was en- zij met graaf Sykypri trouwde. Want van vaders zijde behoorden de Markrute's, broeder en zuster, tot de aanzienlijkste families en zelfs met de balk in zijn wapenschild kon de fi nancier Elinka's ongenade niet verbreken en hij had haar lief gehad! Dat was de eenige zachte zij de van dat rotsharde karakter. Het was of de on genade van zijn zuster al zijn teederheid had doen verstarren. Gravin Shulski zweeg even, terwijl beiden, Mino en Mirko angstig haar gelaat bespiedden zij had haar voile opgeslagen. En veronderstel nu eens dat je de Apache niet verkoopt. Mimo? Je eigen geld komt niét binnen voor Kerstmis en het mijne is al-op tot Januari toe en het is koud van den winter en de kou is niet goed voor Mirko, wat dan? Graaf Sykypri was niet op zijn gemak er kwam een droeve trek op zijn aardig gelaat, dat gelaat, waarop zich iedere voorbijgaande ontroering dui delijk afteekende, dat' gelaat, hetwelk liefde en ro mantiek, vroomheid en teederheid kon uitdrukken, dat een vogel van zijn boom kon lokken en liefde uit het hart van een vrouw. En al wist Zara Shul ski zeer goed hoe weinig waarde er te hechten viel aan wat hij zeide, of deed, toch ontwapende zijn verwonderlijke bekoring steeds weer haar boosheid urn zijn gemis aan energie. Zij herhaalde dan ook minder hard: Wat dan? Mimo stond van zijn bank op en strekte op dra matische wijze zijn armen ten hemel. Dat kan niet! zei hij. Ik moet de Apache verkoopen en dan, al verkocht ik hem niet ik zeg je dat deze vreemde grijze nevels mij nieuwe, wondervolle ideeën geven duistere, geheimzinni ge gedaanten twee figuren, die elkaar in den mist ontmoeten! O, wat een prachtig idee dat moest in ieder geval succes hebben! Mirko sloeg zijn arm om den hals van zijn zuster kuste haar op den wang en koerde teedere naampjes in een zoetvloeiende Slavische taal, en twee dikke tranen welden op in Zara Shulki's diepe oog-n.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 5