Engelsche en Schotsche Stoffen Het Huwelijk van Lady Tancred. 1 TWEEDE BLAD. QUO VAD1S? FEUILLE TON. ONTVANGEN: prima B. H. LENGMAUS, De dingen om ons heen. Zaterdag 27 Januari 1923. 66ste Jaargang. No. 7170. Sedert een paar dagen ben ik weer in Engeland na de laatste weken in Frankrijk en Duitschland (be zette gebied) to zijn geweest. Ik vraag mij af, of het niet de meest zachtaardige oplossing zou wezen, indien nu eindelijk maar eens heusch de wereld verging. Ik wae te Parijs terwijl Bonar Law en Poincaró confereerden. Mijne Franscho vrienden waren in de grootst denk bare opwinding. De Frunschen waren omtrent, de Engelsche «mee rling eik-omen- op een dwaalspoor. Toen ik vorig maal in Parijs was, kwam daar het bericht, van het aftreden van Lloyd George. De Franschen riepen, dat, hebben wij gedaan, de Franscho politiek is de juiste en onze wil heeft den man, die tegen mijn politiek gekant was, .doen vallen. Het was natuurlijk een dwaze ijdelhoid, de ijdel- heid v.an den liaan in Rostand's Chantecler, do haan, die zich verbeeldt door zijn gekraai den zon te doen opgaan. Men moet het, Engelsche volk toch wel heel weinig kennen om zich te verbeelden, dat vreemde invloed een Prime Minister, neen, oen heel kabinet over boord kan worpen. Men was in Engeland de coalitie moe en het daar door steeds weer, het Engelsche volk, het Engelsche karakter initeerende, hinken op twee gedachten. Dit hinken op twee gedachten is iets wat het En gelsche volk niet kan uitstaan. Lloyd George moest, met de coalitie achter zich, hinken op twee gedachten, daardoor vermoeide hij het Engelsche volk, steeds breedere lagen van het volk werden wars van dat eeuwige hinken, wilden eindelijk wel weer eens op vasten grond staan en kozen de soliden Britschen conservatieven grond. Nu is er weer rust in Engeland* Iedere Engelsch- uan woet, dat precies dezelfde fouten gemaakt wor den als voorhoen, maar het gebeurt nu principieel onder éen kleur, sportief t nder dc blauwe kleuren van het conservatisme en nu moeten 'die blauwen maar eens eerst oen eerlijken kans hebben, dan zul len we verder zien. Maar dat een vreemdeling op de! Engelsche politiek werkelijk invloed zou kunnen uitoefenen is ondenk baar. En onze brave Lloyd George zou tegen de Fran schen kunnen roepen: „Had je me maar". Want met Bonar Law zijn zij nu toch eigenlijk te gen do lomp gevlogen. Die stijle Canadeesche Schot, die zakelijke zaken man, heeft in Parijs zijn voorstel, zooals hij als za kenman dat op basis van het voorstel, dat hij bij zijn voorganger Lloyd George op zijn eersto-ministers- sch rijf tafel vond, naar eigen rustig inzicht gewijzigd had, aan Poincaró voorgelegd. Niet met mooie juridische phrasen, zooals de oolij"- ke advocaat Lloyd George dat altijd deed, maar koel en hoogst gentlemanlike! Poincaró kwam met het zelfgenoegzame gebaar. dat dezen burgerlijken man eigen is, zijn prachtige voorstol daartegenover leggen en gaf geen, haarbreed toe. Wie niet h opren wil moet maar voelen, dacht Bod nar La>v, bevestigde als verstandige, fatsoenlijke Brit do Entente cordiale tusschen Engeland en Frankrijk, maar: ging heen. Ik herinner mij, hoe diep de Fransche bladen dat arme Engeland, dat nu door iedereen in den steek gelaten was en in volkomen isolement zijn eigen boontjes moest doppen, beklaagden. Immers, volgens de Franschen was niet alleen het edele België, doch ook Italië geheel op Frankrijks hand. Of Italië de rol van een Miachavelli gespeeld heeft en zich verlustigde in de toekomst, die Frankrijk zou vernederen en verzwakken? Wie zal dat zeggen? Voor België is het een gevaarlijk spel. België heeft altijd meer verdiend.aan Duitschland dan aan Frankrijk en wellicht zullen de havens van. België •op den duur verzanden, omdat de Duitsche door voel hand.-,! dat, land zal mijden. Dan zullen do Vlamingen van Antwerpen lijden on der de Franskiljons, die ten slotte als industrieelen, de Duitschers minder noodig hebben. Zou België niet reeds thans berouw hebben? Want heeft het schitterende plan van Poincaró en Foch eenig nuttig effect? Eenigo maanden geleden- was ik met Fransche vrienden in het Ruhrgebiod en het was mij toen reeds duidelijk, dat zij eigenlijk mijn advies alleen wilden, wanneer ik ja en amen op hunne denkbeel den zeide. Men verweet mij, dat ik nimmer 1'esprit francais had leeren kennen, dat ik pro-Britsch, pro-Lloyd George dacht. Ik bleef bij mijne meening, dat slechts, indien zij het buntenlandsche bezit en geld der Duit schers konden benaderen, er sprake van eenige be taling van oorlogsschulden zou zijn en eene occupa tie van de Ruhr zou beteekenen, goed geld naar kwaad geld gooien. Ik reisde verloden week Vrijdag langs den Rijn en trof óen der Fransche hoeren. Zijn gezicht was zeer bedrukt, hij sprak van fouten, die gemaakt waren en ik liet hem praten In het huis van den gehangene spreekt men niet over den strop! Frankrijk, arm Frankrijk, dacht ik bij mij zelf, wat hebben jullie Franschen den Duitschers weer ver keerd beoordeeld. Wat geeft het of jullie.de mijnen nemen, overal militair leggen, de directeuren gevangen nemen? Eefi mijn, die niet werkt, is niet alleen geen geld, maar een strop! Wat heeft het voor nut. gehad beslag te leggen bij de Deutsche Rijksbank? Daar ligt geen buitenlandsch geld! Het buitenland sche gold der particuliere banken is .allemaal naar Keulen gebracht in heiligheid. Keulen is veilig, want daar ligt de Engelschman en die zal noch hot geld nemen, noch het uitleveren. Zoo redeneeren de" Duitsghers. Zouden zij de Engel- schen hierbij overschatten? De Duitsche stemming is geweldig pro-Engelsch in I het bezette gebied. i Men zag mij, toen ik een dansgelegenheid binnen kwam, aan voor een Engelschman cn men wilde Rule Britn.nnia spelen. De Duitschers verbeelden zich, dat de Engelsehen hun partij zullen kiezen, Duitschland zullen bijstaan in een nieuwen oorlog tegen Frankrijk. Wat kennen die Duitschers de Engelschen al weer slecht. Neen, dat doet do* Brit niet. De Brit is verbaasd over het optreden der Fran schen, voelt ook wel het addertje onder het gras te- gen de Britsche idustrie, is wel even huiverig over dit optreden van Frankrijk, dat behalve eene be dreiging voor de wereld ook eene bedreiging der Britsche industrie beteekent. Bladen als do Daily Mail verbloemen alles wat van Fransche zijde anti- Britsch is en schrijven zoo pro-Fransch, dat men zich afvraagt of die bladen 'een Engelsche meening bezitten. Maar al zou de Daily Mail minder pro-Fransch schrijven, zou daarmee nog niet een stemming in En geland vaardig worden, zooals de Duitschers zich verbeelden, omdat zij dat -graag zouden willen. Wel is.de stemming in Engeland zeer verdeeld, i Het gros keurt de houding der Franschen af, maar anderen verheugen zich in de vernedering van j „Fritz", die altijd zoo'n grooten mond had en met zijn Zeppelin cn zijne duikbooten het Engelsche volk geprikkeld heeft. I Maar het Engelsche volk is blij buiten de Ruhr te staan, want zij begrijpen wel, dat anders nu reeds in Engeland gemobiliseerd zou moeten worden met alle ellende daaraan verbonden. De oudere middenstanders en arbeiders zien nu pas in hoe innig dankbaar zij moeten zijn, voor het, feit, dat Engeland den oorlog niet verloren heeft cn dat hot kabinet Lloyd George de juiste finantieele politiek gevolgd heeft, waardoor men wel is waar veel belasting heeft betaald, maar dan ook eene uit muntende finantieele positie inneemt. Een oude werkman zei vandaag nog. dat het beter was six pence (30 ets.) voor een glas bier te betalen dan er tusschen te zitten als degeen, die den oorlog verloren heeft. Ja, wanneer Duitschland den oorlog gewonnen had, wat dan? Verleden week was ik bij een dentist in Duitsch land, betaalde hem 1500 mark, dus juist 3 stuiver en Eraatte lang met hem. Kijk eens, zei hij, wanneer luitschland gewonnen had, dan zouden wij veel erger opgetreden zijn dan de Franschen tegen ons. Wij zouden buitendien Scandinavië en Holland gepakt hebben. Ik behoor niet tot die Duitschers, die dit wenschen te verhelen, het zou eenvoudig door ons zóó gedaan zijn, dat weet ieder Duitscher wel, zei hij. Maar anderszijds hebben wij Duitschers evenveel'recht om een grootc keel op te zetten, nu de Franschen ons komen knijpen, als elke patiënt van mij, indien ik hem pijn doe. Wanneer wij slechts met knuppels en hooivorken een kans op succes hadden, zei mijn Duitsche overbuurman aan tafel in het hotel tegen mij, dan zouden wij vandaag reeds de Franschen te lijf gaan. Ondanks alles zei diens buurman weer. zullen wij Duitschers over 25 jaar weer dc zelfde positie innemen als vóór den oorlog, wij zullen overal handelshuizen en banken hebben en .overal geld- en zakenwezen be- hoerschcn, maar wij zullen aan nog vaster inwortelen VOOR HET A.S. SEIZOEN. UOE PRIJZEN. - VRAAGT STALEN. Aanbevelend, Confectie- en Maatkleermakerij WINKEL. OVERAL T t ONTBIEDEN. dan vóór 1914, zoodat wij de geheele wereld zullen beheerschen. Ik vond 25 jaar wat kort, zei ik droogweg, maar mijne Duitsche buren aan tafei wilden dan wei tot 30 jaar gaan? maar dan in 30* jaar zouden zij weer eene positie innemen in de wereld, die eiken oorlog overbodig j maakte, omdat de Duitschers de wereld zouden be heerschen. Prosit Mahlzeiti I Wanneer dat gezegd wordt doo rindustrieelen van j naam? terwijl de Dollar juist 20.000 Mark waard is 'en die zelfde lieden verkondigen dat men dan geen 1 zaken kan doen, dan weet men niet of men waakt I of droomt. Ik was met een kennis in een .winkeiy waar die kennis wat moest koopen. Toen de Winkelier I vroeg of ik niet moest koopen, zei ik, dat dit naar mijne moemng voor een vreemdeling-passant oncorrect was, 'vooral daar de Duitsche regeering het in het belang- der Duitschers verbood. Maar, meneer, koop mijn geheele winkel als liet u belieft,' riep de winkelier. Ik moet toch eten; indien de vreemdelingen niet kochten, i hing ik reeds lang aan mijn deurpost. Ik kan toch de artikelen in mijn winkel uiet eten. I Deze winkelier zag de toekomst vrij gunstig in. Eerst, I zei hij, zaï de Mark nog dalen, dan krijgen wij een moratorium en dan stijgt de Mark. Wat een vertrouwen toch in Duitsche kracht en energie. De papiermolen der Markenfabrikatie draait en de mark blijft dalen. Ik zie 'nog niet in hoe de mark kan stijgen, ik geloof dat mijn brave winkelier zijne '•toekomstdroomen voorloopig nog niet verwezenlijkt zien zal. Do Franschen hielden eene parade in een plaats van het bezette gebied. Ik ben er met een Zweedsch vriendinnetje naar gaan kijken. De Zwccfen zijn nu eenmaal pro-Duitsch, dus bleet er niet veel goeds voor dc Franschen over. Maar .#3 moest mij toegeven', dat de boet "er keurig uftzag, maar, zei ze er bij, dank zij jouw vrienden de lEngelsChen. Ach, dacht ik, ware de boef'in 1&70 maar zoo goecl bij do Franschen in orde geweest dan hadden wij wellicht nooit deze ellende beleefd, iwant dan zou Pruisen nooit zoo machtig zijn geworden. I Dat Pruisen een echte militairstaat was. is niet te loochenen. Ik had het er met een nicht van mij, een. Duitsche „Gréfin" over. Al haar broeders waren officier ge- worderi, alle vijf. Ik tro'k toen de paralei met een Engelsch geslacht van dezelfde positie als het hare, waardoor bleek dat van de 5 Engelsche jongens er één bij de landmacht, en één bij de zeemacht was -gegaan, er één dominee. één bankier en één industrieel was geworden, terwijl buitendien de oudste alleen maar korten tijd officier was geweest, toeu diplomaat geworden, daarna zijn I vader en diens titel was opgevolgd en met succes de goederen beheerde en adellijke vetweider was. i Waarmede ik maar wilde bewijzen, dat die Duitsche adellijke familie, een blok (*an liet been der Duitsche i'gemeenschap was, want allen alen uit den staatsruif, zoodat andere Duitschers voor h£n moesten werken, opdat zij lóter voor Duitschland zouden vechten. In het Engelsche adellijke geslacht werkte een deel van de familie leitelyk voor het andere, was er dus een behoorlijk economisch- evenwicht. In Duitschland, met name in Pruisen, was alles op oorlog gebaseerd. Daaronder lijdt Duitschland thans en zul net voorloopig nog blijven lijden. Hetgeen echter niet wegneemt, dat de Franschen hoog spel spelen. 1 Nu de banken gesloten worden lijden daaronder de Fransche officiers-families even hard als een ander. 1 Of zal Frankrijk eigen geld voor "het bezette gebied gaan maken? Wat zal <3e toekomst brengen. Bolsjewisme? Zal Rusland Duitschland gaan steunen in een strijd tegen Frankrijk? Dan ontbrandt een wereldkrijg, waarbij Nederland niet neutraal zal kunnen blijven uit zelfbehoud. liet heet, dat duizenden Duitschers in het Russische leger dienen, in de Russische kanonnen-, geweer-, vlieg tuig- en munitiefabrieken werken. I Wanneer dat zoo is en waarom zou dat niet waar zijn, dan is een conflict bijna niet meer te vermijden. De haat op den Balkan is zoo hevig, dat daar bijna niets behoeft te gebeuren, of men vliegt elkaar in 't haar. Ik sprak een Hongaar, die mtij zeido, wanneer er nu y/cvr strijd komt tusschen Hongarije cn Rumenië, dan zal één van beide volken totaal uitgeroeid worden, mannen, vrouwen cn kinderen, want er is slechts plaats hetzij voor Iioren orvoor Ruinenen, wij weten huu 7. Naar het Engelsch van ELINOR GLYN. Nu, als ge dat huwelijk dan zoo beslist wilt doorzetten, voor uw eigen plannen ik kan niet gissen welke richt het dan zóó in dat ik alleen naar Parijs kan gaan alleen, verweg van hem, tot aan den dag van het huwelijk. Hij moet de ge dachte daaraan wel even zeer haten als ik dat doe. Wij zijn waarschijnlijk beiden marionetten in uw hand. Zeg dien man-,, dat ik mij niet wil vernederen door de komedie te spelen van een engagement vooral niet hier, in dit Engeland, waar, zooals mama me eens verteld heeft, ze met hun genegenheid te koop loopen en financés minnenden zijn. Mon Dieu! ik wil mijn rol spelen door de beleefdheidsvisites te maken, die ik zeker aan zijn familie behoor te brengen maar dat daargelaten, wil ik hem, van vandaag af, niet alleen' ontvangen en niet met hem omgaan. Is dat goed begrepen? Francis Markrute zag haar met stijgende bewon dering Naan. Zij was o zoo bekoorlijk in haar boos heid. Het leven bood hem buitengewoon veel ver maak alleen reeds door zijn gewoonte van abstracte waarneming. Hij kon de menschen in hun smartelijke ontroeringen gadeslaan, gelijk een eigenaar zijn paar den gadeslaat bij hun oefening. Ik heb het .begrepen, zei hij. Hij wist dat het verstandiger was nu verder maar nergens op aan te dringen. Zij met haar karakter, zou dat in geen ge: dulden hij wist dart hij op haar eer en op «aar fierheid kon rekenen, voor het nakomen van naar verplichtingen bij het verdrag, wanneer zij al- niet tot het uiterste gedreven werd. zal aan c'en lunch dat alles aan Lord Tan- cl zeggen, zei hij, dat je hem dezen namiddag wilt 'a,n^Pn- en dat je dan naar Parijs gaat en niet de fnmrr1 v^ór liet huwelijk. Je zult je schikken in nietwaar6nd*6 volstrekt onvermijdelijk zijn, n :L~ 5?.at heb ik reeds gezegd, maar laten het er wei- L n en 200 kort mo*e,ijk- bent lan&er in_bcslag nemen. Je stond °en schoone vrouw, Zara, zei Francis Markrute, liik-P vw en k,,ste. haar dn hand. Geen van de konink- nU p<.7ï lS11, .van wie J® afstamt, zag er ooit méér haar in uit. Hij ging do kamer uit en liet naar in haar zwijgen. Toen zij alleen was, wrong ze de handen en liep een paar minuten op en neer; haar geheele. slang achtige, lenige lichaam Wrong zich in hartstochte- lijken toorn en smart. Ja, zij wfis eene schoone vrouw en zij had recht op haar eigen levon en haar eigen vreugden, zoo nis ieder ander en nu was zij weer aan een an- ider gebonden aan een echtgenoot! I Les infames, siste zij,.— Maar dat zal ik niet verdragen! Tot aan het huwelijk zal ik zoo goed vein zen als ik vermag maar dan En a!s lord Tancred haar op dat oogenblik had kunnen zien. zou hij beseft hebben, dat hij den moed. dien hij in zich had gevoeld, toen hij tegenover dien grooten leeuw stond, spoedig weer opnieuw noodig zou hebben.! I Maar vóór een bediende haar de bankbiljetten in een enveloppe had gebracht, had zij zich al weer gedwongen kalm te zijn en maakte, zij toebereidselen om uit te gaan. Het goede gedeelte van het nieuws moest toch medegedeeld worden aan die twee arme schepsels in hun schuilhoek in Tottenham Court Road! Toen zij in een huurauto voortsnelde haar oom [had een van zijn vele auto-mobielen te harer beschik king gesteld, maar die kon zij bezwaarlijk gebrui ken voor een bezoek aan zulk een buurt berede- j ueerde zij met zich zelf dat het beter zou zijn dat geld 1 niet allemaal in eens aan Mimo te geven. Zij wist van te vpren wat daarvan 't gevolg zou zijn: niet alleen zou hij aanstonds naar de noodzakelijke be tere woning gaan omzien, maar er zou dadelijk duur j gedineerd worden in het naastbijzijnde restaurant en 'stellig zou hij bonbons en cadeautjes koopen voor Mirko en nieuwe kleeren; kon hij credit krij- jgen, dat zou hij nog tweemaal zooveel uitgeven, en clan kwamen later de akelige rekeningen en dc 1 zerg. Als Mirko nu maar goedvond om van zijn lie- ven, doch ontoerekenbaren metgezel gescheiden te 'leven, voor een tijdlang althans! Het zou zoo veel beter zijn voor zijn gezondheid en voor zijn kansen om een bruikbaar mensch te worden in de wereld! Mimo bedoelde het altoos zoo goeïl en hij deed altoos zoo dwaas! Met het geld, dat zij persoonlijk voor haar huwelijk zou krijgen, zou zij Mimo beha- gelijk installeercn in een atelier te Parijs, waar hij schilderijen kon maken, van de soort, die hij niet (verkocht en zijn vrienden kon bezoeken want hij had nog eenige weinige vrienden, die, wanneer zijn kleeren in voldoend goeden staat verkeerden, hem en zijn betooverenden, goedhartigen, glimlach wel kom heetten. Mimo kon een prettige gast zijn, al hadden cle jaren en de armoede hem wel veranderd. En Mirko zou in een .gezonde omgeving komen dat alles was liet. toch bij slot van rekening wel waard. De auto reed cle onaanzienlijke straat in, zij stapte uit, betaalde den chauffeur en klopte aan een don kere deur. Een onzindelijke, armoedige, kleine dienstmeid (leed open. Neen, de vreemde mijnheer cn de kleine jongen waren niet thuis ze hadden gezegd, dat ze binnen een paar minuten thuis zouden zijn wilde de dame niet binnen komen en wachten? Zij volgde het griezelige wezen de trappen op tot een groote zol derkamer. Die scheen voor atelier gebouwd te zijn. Kr viel een prachtig licht uit het noorden' door een groot venster en het was er volmaakt zindelijk, hoe wel het beschadigde huisraad betere dagen gekend moest hebben. Zindelijkheid was een van graaf Sykypri's eigen aardigheden onverschillig in welke kamers hij woonde, hij hield ze steeds netjes en zindelijk. Dit instinct voor orde scheen in strijd met heel zijn overige, luchtige karakter. Het was de correctheid van den edelman, die hem nooit verliet. Zara her kende den ouden reisdeken, die over twee ezels hing om de ijzeren ledikanten te maskeeren, waar in hij en Mirko sliepen. Het nieuwe wonder dat verkocht moest worden'was reeds aangevangen, daar op een derden ezel. Hij zag er in zijn tegen- woordigen staat nog niet veel belovend uit. De violen van Mirko en van zijn vadfer stonden in hun kisten op een stoel naast een klefti stapeltje muziek in de waterkan stond een bos gele chrysanthen, waar schijnlijk op straat gekocht. Gravin Shulski had sinds den dood van haar echt genoot heel wat doorgemaakt met die twee. maar zelden misschien maar ééns waren zij in zulk een armoedige omgeving gehuisvest geweest. Ge woonlijk hadden zij te Parijs of te Florence in een of andere kleine woning gewoond, met niet al te ruime maaltijden tegen het einde van het kwartaal. Gedurende het leven van graaf Shulski had zij steeds óf in een mooie villa te Nizza gewoond, óf een zwer vend bestaan geleid in hotels, en in later jaren, toen hij zich geheel placht over te geven aan zijn nei ging tot vermaken, liet hij haai in een of andere oude Normandische boerderij achter, maar Al te ge lukkig aan zijn gehaat bijzijn te ontsnappen cn daar kwamen Mimo en Mirko dan bij haar. Terwijl die beiden schilderden en musiceerden, placht zij te le zen. Haar geheele innerlijke leven had zij aan boeken te danken. Onder de duistere gezellen, waarmee hun echt genoot omging, was zij bekend als: „De Steen". Zij liet zich nimmer gaan en, al hoewel haar schoonheid en haar buitengewoon type iederen man aantrokken, dat voor beiden gttn plaats meer is op de wereld. Een prettige wereldbeschouwing. Men rilt als men zooiets noort. Ik'sprak met een Duitscher verleden Donderdag over wereldvrede, vertelde van mijn vertrouwen in deri Volkerenbond. De Duitscher gaf mij een koude douche door ten opzichte der Franschen cn Duitschers hetzelfde te verkondigen als de Hongaar over Hongaren en Ru- 'menen gezegd had. Mijn Zwecdschc vriendinnetje en ik keken naar het defilceren der Fransche militairen, Europeesche £n Zwarte troepen, keurig gekleed, goed bewapend, goed geoefend, zelfs de drie compagniën wielrijders reden, alsof het aan touwtjes ging, de muildieren maakten) geen bokkesprongen voor de machinegeweren of voor de 75 c.M. kanonnen, alles ging keurig. Maar de brutale, wellustige blikken der Arabieren en negers naar het mooie, elegante, schattige Zweedsche meisje naast me, deden mij plotseling huiveren. Zij huiverde ook, wij keken elkaar aan, zeiden niets en liepen verder. Onze prettige, vroolijke ochtendwandd- ling wus bedorven. Quo Vadis? Als de correspondenten in het Ruhrgebied voor zoover zij Fransch of Duitsch zijn, niet zoo gruwelijk eenzijdig waren en als de overheden, die de neutrale berichtgever inlichten, niet allemaal wat „te bewij zen" hadden, zou het misschien mogelijk zijn zich eenigszins een beeld te vormen van den toestand aldaar. Nu is 'het ondoenlijk. Als Duitsche berichten spreken van stakingen, waarbij anderhalf honderdduizend man zijn betrokken, zeggen dio uit Franschen koker, dat alles normaal is en dc mijnwerkers gewoon afdalen. Als Duitschers klagen, dat de mijneigenaars en -direc teuren, die zich in preventieve hechtenis bevinden, worden behandeld als tuchthuisboeven en geen bezoek mogen ontvangen, publiccercn Fransche bladen de lijst der verdedigers en de namen dergenen, met wie de arrestanten nebben geconfereerd. Men wordt verzocht uit deze dingen wijs te worden. Een ding echter staat vast: Frankrijk heeft zich in een wespennest gestoken en tot dusverre nog geen blijk gegeven krachtig toe te grijpen, wat, volgens de Duitsche spreuk noodzakelijk is in zulk een geval. Het spreekt van zelf, dat dit aoo is en dat Frankrijk geen krachtige maatregelen kan nemen. Het moge inge nieurs uitzenden cn troepen beschikbaar stellen, uat gaat, maar zelfs een groot corps ingenieurs van allerbeste hoedanigheid kan niet in één dag of zelfs niet in één maand de vijfduizend vaklieden vervangen, die in het Rukrbekken als leiders werkzaam waren en de schachten door en door kenden. Bovendien missenl de Franschen natuurlijk al is er nog zooveel gespio neerd de transportorganisatie, waardoor cle kolen op de meest economische wijze konden worden vervoerd naar het oord hunner bestemming. Bovenal mist Frank rijk, waar bijna geen werkloosheid bestaat, het getal arbeiders, noodig om de stakers tc vervangen. Of, zoo het woord ..stakers" te sterk is, dat der lijntrekkers of saboteurs, want alle tegenspraken van Fransche zijde ten spijt, blijkt uit alles, dat het werken aan de Ruhr, voor zoover dit aan de bezettende mogendheden ten goede moet komen, meer schijn dan werkelijkheid is. Frankrijk, dat blijkens het contract tusschen Luber- sac en Rathcnau geslotenzelfs Duitsche arbeider* wensehte voor de normalisatie van de Rhone, evenals voor het herbouwen van Noord-Frankrijk, geen men schen te missen heeft, kan dus zeker de paar millioen arbeiders in de mijnen, hoogovens en "fabrieken aan| de Ruhr niet vervangen. Dientengevolge is het duidelijk, dat, zoolang de Duitschers hun lijdelijk verzet volhou den, Frankrijk niet verder komt. De eenige vraag voor Duitschland en Frankrijk 'is dus, wie net 't langst volhoudt. Frankrijk spreekt van „mura maken' 'in drie weken tot hoogstens drie maanden. Dan zal Duitschland moeten toegeven, zegt men aan de Quai fl'Orsay, cn de bladen, die geroepen zijn deze wijsheid te verkondigen, doen alsof zij het werkelijk gelooven.... Ongetwijfeld is het een hard gelag voor" Duitschland na de kolenbeddingen, die het reeds verloor, na de inkrimping zijner industrie, ook' het Ruhrbelcken te moeten missen. Want, aikrijgt Frankrijk geen kolen, het spreekt vanzeU. dat de bezetting kan verhinderen, dat er 'een trein of schip met stcenKooi' naar Duitsch land gaat. Dit beteekent stilstand van fabrieken, van spoorwegen, van velerlei diensten en ontbering voor velen. Maar de steenkool, die Duitschland uit eigen bodem niet kan krijgen, kan het koopen. Ruilen tegeni producten, als het die heeft, 'koopen voor stapels en kilo's van zijnpapieren marken. Dat beteekent natuurlijk een'verdere daling «doch in de tegenwoordige omstandigheden frijn de Duitschers daarover niet meer bekommerd. In de eerste plaatfc hebben zij aan het buitenland tegen goed geld en waren stapels marken verkocht en tevens cle waarde van hun binnenlandscho schuld teruggebracht op /ten cijfer, dat voor een Engelsch millionair overkomelijk zou zijn. Maar bovendien is da gencclo wereld op Poincaré nfi, overtuigd, dat alken een buitenlandsche leening of een binnenlandsche dito in goud kan te weeg brengen, dat do mark ooit weder eenigszins stabiel wordt cn. op peil komt. dien zij ontmoette, gaven zij hun vervolging al heel spoedig op. Zij maakte iémand wanhopig, zeiden zij. en anderen voegden er bij: zij was niet goed wijs, Geen andere vrouw kon urepi lang zitten zwijgen, gelijk zij deed. Zara dacht aan dit alles terwijl zij in een kreupelen stoel zat in dit huurvertrek in Neville- Street. Iloe had zij die heele omgeving verfoeid! Hoe haatte zij die bohémiens en die avonturiers geen woorden konden het uitdrukken. Zoolang haar moeder leefde, was er van dat alles geen sprake geweest. Hoezeer zij ook in rang gedaald was, Elinka, Markrute's zuster en de dochter van een keizer, bleef in den volstrekten zin van het woord eene grande dame die nooit omging of zich afgaf met iemand, die. niet tot haar kring behoor de. Maar nu zij dood was had1, de arme Mimo wel een9 gezelschap gezocht in andere kringen dan zijn eigene. Tot dusver hadden Zara's gedachten zich nog niet gericht naar het nieuwe bestaan, dat ging komen. Zij had als 't ware een gordijn geschoven voor haar geest- Zij wist maar heel vaag iets over het leven in En geland zij h^.d nooit Engelsche vriendinnen gehad. Een of twee spelers waren vaak haar mans gasten peweest op hun villa te Nizza en behalve dat zij er fatsoenlijker uitzagen en goedzittende kleeren droegen, had zij ze op één lijn gesteld met de overige kennissen van haar man. Zij had tal van Engelsche klassieken gelezen, maar feitelijk'geen romans en zoodoende kon zij zich geen denkbeeld vormen over Engelsche milieux. Iedere dag had genoeg aan zijn eigen leed. Zij werd eenigszins ongeduldig, toen tenslotte de twee thuis- kwamen. Zij haclden haar komst al vernomen; dat merkte zij aan de vroolijke, rumoerige manier, waarop zij de trappen opsprongen en de deur open gooiden. Cherisette! Engel! Wat heerlijk! en Mirko snel de m haar armen, terwijl "Mimo haar de hand kuste hij legde nooit zijn vroegere paleismanieren af. Ik heb goed nieuws meegebracht, zei ze en haal de tweo bankbiljetten van tien pond voor den dag Ik heb mijn oom tot rede gebracht. Hier is al vast iets voor het eerste ©ogenblik en hij heeft zulk een aardig en vriendelijk plannetje voor Miko's gezondheid. Luister, dan zal ik het vertellen. Zij kwamen om haar staan, terwijl zij, 'het zoo aantrekkelijk makend als zij maar kon, afschilderde "v\at den jongen te wachten stond, maar in weerwil van alles betrok het gelaat van het kind, toen hij begreep dat hij van zijn vader gescheiden zou wor den. Hot zal maar voor een poosje zijn, lieveling, zei

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 5