Alfimü Niens- it- Ml K. MIDDELBEEK, vi w. PRINS, DAMES- en HEEREHRUWIELLH Engeland en de Ruhr. KAKEL I RIJWIELEN Woensdag 7 Mnnrt 1923. 66ste Jaargang, No, 7192. EERSTE BLAD» munten uil in betrouwbaarheid en soliditeit. LOET E 62. Binnenlandsch Nieuws. SCHA Dit hhui w«chl]"nt vlormnal poj week: D!n.d««, Woomda» Donder- IlftffliMOTS N V V h TRAPMAN 8, ITfl SphanPIl Prli" p0r 3 miu"4den n-85- h""sa nimmota 8 cont. ADVKRTttN- dag er. Zaterdag. BIJ irizoadhts tot morjoo» 8 uur, worden Advor- Uli.jl.VLiD 1 N,V, V.il. IKArMAn (V !)U.| "Li.11 LH TlfiN van 1 tot 5 t0(Je!3 fUOi iodore M„al maon 80 cont (llowljjno, t -nt.ua riog zooveel mo&olljk ln hot eoratullkomond nummer gnplaatst. POSTREKENINO No. 23330. INT. TELEF. no. 20 Inbegrepen). Grooto lottere wonlon naar plaatmnilmto berekend, DIT NUM1UEH BESTAAT UIT TWEE BLADEN Toen ik mijn artikelen over het Britsche Parle ment en de Ruhr had verzonden, -was ik het een oogenblik niet met mij zelf eens. Ik was in tweestrijd of ik niet te veel van de aan dacht der lezeressen en lezers van de Schager Cou rant gevergd had door die aandacht naar die arti kelen over de Engelsche Tweede Kamer te concen- treeren. MaaV ik bleef ten slotte mij zelf toegeven, dat ik juist gedaan had, want, dat de Engelsche meening ten opzichte van de Ruhrquaestie niet uit de gehou den stemmingen over de ingediende amendementen op het Adres van Antwoord op de Troonrede kon blijken en het toch voor de Schager Courant abon- no's belangrijk moet zijn te weten, hoe werkelijk in Tweede Kaïjier van Engeland zoowel als door de egeeoring over die bezetting van' de Ruhr en het geheele optreden van Frankrijk gedacht wordt. Vuoral ook, omdat naar mijne meening de oplos sing van die netelige quaestie van Engeland zal mooten uitgaan: vroeger of later. En wel om twee redenen: le. uii sympathie voor Frankrijk en ten einde een gewissen ondergang van Frankrijk te voorkomen. L'e. uit zelfzuchtige Britsche overwegingen. Over hol eerste punt behoef ik wel niet verder uit to wijden. Men kont mijne zienswijze en mijn vrees. Wat het tweede punt betreft, daar zijn ook aan de lezers verschillende argumenten, die daarop be trekking hebben, bekend, ik wil eenige argumenten recapituleeren. Het gevaar voor Engeland, dat Duitschland economisch geheel een wrak wordt, waarmodo geen handel gedreven kan worden. Hei gevaar, dat. noch Duitschland, noch Frank, rijk, noch België op dezo manier ooit meer een cent zullen kunnen opbrengen, het eerste land om schadeloosstellingen te betalen, de beide an dere rijken om de int.ergeallieerde schuld geheel of gedeeltelijk af ie lossen. Want al houdt men in Engeland geen rekening met eenige betaling door Duitschland, Franlaijk of België, daarvoor zijn de Britten te verstandige en so- licde financiers, toch zou ecno eventueele betaling, zelfs al kwam die jaren later op een gloeienden steen vallen. De enorme betalingen, die Engeland jaren en ja ren - een mcnschlev-en lang aan Amerika te doen heeft, zijn ontegenzeggelijk oen vreeselijke last v.p de schouders der Engelsche Staatsburger», al zijn dio schouders nog zoo flink. Do Arnerikaansche Reprosentieve Colleges hebben hun goedkeuring gehecht aan de door Mr. Stonlye Baldwin te Washington gemaakte overeenkomst tot schulddelging, do President dor Vereenigde Staten hoeft hot stuk gatoekond. zoodat het eenige, dat ver dol ie doen is, beslaat uit hot betalen door Groot- Rriiannië aan do Vereenigde Staten, Pay up and lonk ploasant! Het is misschien gek, maar ik voel, nu ik hier* woon. mot een zeker gevoel van truts die daad van Engeland. Want hi-t is ecu daad om niet tc- vragen, hoh ik die schuid •dfrcnlljk nioi hoofdzakelijk voor derden aangegaan, en kan ik nu niet zeggen: die derden be talen mij niet, dus blijf ik huh portie schuldig? Neen de Brit zegt. ik hoh <le schulden gegarandeerd on ik betaal, hetgeen ik schuldig ben. Laten dogenon der Nederlanders, dio zoo pro- Duitsch zijn, on altijd eene verontschuldiging klaar hebben voor elke streek die de Duitschers weer op hun compas ontdekt hebben, nu eons een parallel trokken tusschen Brit cn Duitscher. De Brit, maakt geon gebruik van overigens heel plaueiebole argumenten om zich aan betaling te -onttrekken, maar befualt. Do pro-Duitscher zal toch'moeten erkennen, dat de Brit ook oorlog gehad heeft, ook enorm te lijden j heeft gehad gedurende en na den oorlog. Toch betaalt do Brit, onverschillig of de Regoe- ring democratisch of aristocratisch is. Zelfs indien een Labourpartij aan de Regeering ware, zou elke Brit, evenals nu de Solventie Politiek der Britsche Regeering. steunen. i De Engelsche adel en aristocratie zou niet zeggen zooals de Duitscho adel en aristocratie dat doet. wij willen met. eene rogeering van arbeiders en andere democraten niets te maken hebben. Een Britsche regeering van welke kleur ook j is de Regeering dor Britten, en dat beteekent, dat in zaken, die de eer, de solventie van Groot-Britannië raken, elke Brit achter de regeering staat: My coun try right or wrong! Wanneer dg Duitschors sedert den nederlaag ook eens hadden gezegd: My country richt or wrong, en ook eens a li e n achter de regeering. van welke kleur dan ook.- gestaan hadden, in zaken, die de eer en dc so 1 v e n t i e van het Duitscho rijk raken, zou dan de Ruhr bezet zijn? Teder weet ook de verstoktst.e pro-Duitscher zal dat moeten toegeven dat het antwoord is: Neen. Het. is \Veer de aard der Duitschers om zich altijd van onaangename consequenties van overeenkom sten Ie onttrekken en altijd naar argumenten te zoe ken. die in hun kraam te pas komen, die gemaakt heeft, dat, zii het heerliik vonden om de '•p^pprintr. ie het Vredesverdrag onderteokend had, niet in de akoming van het verdrag te steunen, maar juist- iedere regeering. die ging chicaneeren op dit verdrag van harte te steunen, daarbij eer en solventie van het Duitscho Riik naar de mestvaalt dragende. Zelfs geen poging om de verplichtingen behoorlijk na te komen, is gedaan. Daardoor is de bezetting van de Ruhr mogelijk ge weest. Ik keur die bezetting af, omdat 't den Vrede en dp rust voor Europa cn de wereld weer voor onafzien- baren f.iid verijdelt. Maar voor de daad van die bezetting ziin de Duitschers zeiven en niemand an ders, verantwoordelijk, Itet is hun eigen domme schuld! AANBEVELEND, Nu kan een pro-Duitscher weer komen met de ge ringe cijfers der laatste tekortkomingen. Mooi, blijf gelukkig met dat argument. Het gaat Duitschland als eiken recidivist en als: Tijl Uilenspiegèl, die tusschen ook een Duitscher was. Zoodat ik maar zeggen wil, dat. indien de Duit schers werkelijk getracht, in het fatsoenlijke en be hoorlijke getracht zouden hebben het verdrag van Versailles na te koihen, inplaats van dadelijk te chi caneeren, het nooit zoo ver gekomen zou zijn als thans met die Ruhrbezetting, zoodat de geheele we reld weer ten slotte al dat huidige en toekomstige verdriet aan de Duitscher» en aan niemaDd anders te danken heeft. Juist al dat gechicaneer heeft in Frankrijk weer do angst voor verraad ten opzichte van de weermacht wakker geschud en die angst van 50 millioon men- schen-, die in aantal afnemen, voor 70 millioen men- sehen, die welig tieren, is do moeder van de gedachte om, nu men toch aan Rijn en Ruhr is wegens het niot nakomen der betalingsverplichtingen, maar meteen te trachten het oude plan een bufferstaat tusschen Pruisen en Frankrijk te 9tichten een Rijnlandsche republiek dus te verwezenlijken. Daar zoowel Engeland als Amerika geweigerd heb ben een verdrag met Frankrijk te maken om Frank rijk in gevallen van oorlog te steunen, is deze wensen van Frankrijk zeer begrijpelijk. Het verdrag met België is een uitvloeisel van het streven om zich tegen latere aanvallen der Duitschers te beveiligen. Maar Frankrijk schijnt zelfs nog verder te gaan cn te trachten eene Latijnsche Bloc tot stand te brengen. Hot is wel merkwaardig, dat de plannen der Fran- sche regeering om eene Latijnsche Bloc (Italië-Bel- gië-Frankrijk) te stichten, bekend worden op den dag, dat Delcassé, de stichter der Engelsch-Fransche Enterite gestorven is. Zijn stichting, de Entente, is feitelijk dood. Wanneer het Latijnsche Bloc werkelijk een feit worden zou, dan is van eene Entente tusschen En geland en Frankrijk geen sprake meer. Dat Latijnsche Bloc zal zeker ook tot doel hebben de stichting van de Rijnlandsche of Rijnland-West- faalsche bufferstaat, met al de consequenties daar van, vooral industrieele commercieele consequenties. Het laat geen twijfel, of dio consequenties zouden tegon de Britsche belangen indruischen. Zoowel aan de Noordzee als aan de Middellandsche Zee, om maai- dicht bij huis te blijven. Malta is altijd een doorn in het oog van Italië, dat aan Engeland hot bezit van Malta niet gunt. Overal in het Naburige Oosten hebben de Italia nen wenschen, die door de Engelschen tegengehou den worden. Ook do Franschen vóelen do Britsche inmenging ln de Middellandsche Zee en wat daaraan vast zit, geweldig. Maar aan de Noordzee zou het dichter bij huis zijn en, heviger gevoeld worden door Groot-Britannië. Een Latijnsch Bloc met danrbij hot bezit van Rijn 'en Ruhr zou alle theoriën van een continentaal oven wicht in Europa in rook doen opgaan. De Latijnsche superioriteit zou althans aanvan kelijk onomstootelijk vast staan. De Britsche industrie, de Britsche handel de Brit sche scheepvaart zou gevaar loopen. zou bijna in de positie komen haar door den Eens sten Napoleon toegedacht. Die positie zou zeer netelig zijn. Zal Engeland reeds te voren maatregelen nemen om althans het Rijn-Ruhr-gevaar en dus den grootsten aanval op Britsche industrie, Britsche handel en scheep vaart te keeren? Of zal het zelf een Moe stichten, een verbond van Zeevarenden, een verbond met Nederland en Scandi navië? Wanneer het Latijnsche Bloc zou doorgaan met het verdere resultaat van eene Latijnsch gecontroleerde Rijn landsche Republiek, dan zou Nederland het zelfde gevaar gaan loopen als Engeland. De Nederlandsche Rijnvaartbelangen zijn .zoo groot, dat een Latijnsche Bloc dat Rijn en Ruhr zou contro» Ieern, ons land gevoelig zou knauwen. Slechts Engeland zou ons uit die netelige positie kunnen redden. Engeland en Nederland hebben de zelfde belangen bij een vrijen Rijn, een vrije Ruhr. Een Fransche Rijn, een Fransche Ruhr zou fataal zijn voor Engeland en voor Nederland. Maar ook voor Scandinavië ware het niet gewenscht, met name niet voor Zweden, met haar ertsbelangen. Wij staan weer voor duizelingwekkende problemen en ons vaderland is daar heel na bij' betrokken. Dan zou België door met Frankrijk door dik en dun re zijn gegaan hei goede paard hebben gevoed, want daü zou natuurlijk al het Rijn- en Ruhr verkeer met geweld over Antwerpen getrokken worden. Dan zouden aan de Nederlandsche Rijnreederijen allerlei moeilijkheden in den weg gelegd worden. Vóór den oorlog bestond er eene Internationale Rijn vaart Commissie. Sedert den oorlog is de commissie natuurlijk ook in het gedrang gekomen. In die Commissie waren de Duitschers indertijd ver deeld doordat de Pruisen zoowel als de Beieren (voor do Rheinpfalz) er zitting in hadden. Dit was voor de jflollandsche Commissieleden van voordeel want de Beieren zijn nu niet bepaald dol öp de Pruisen. Thans voeren in die zelfde Rijnvaart Commissie de Franschen en Belgen het hoogste woord en daar de belangen van dc Belgen gansch anders zijn dan die der 'Hollanders rivaliteit tusschen Antwerpen en onze havens Rotterdam en Amsterdam komen wij1 natuur lijk a2 heel gauw van sen koude kerauo. Buitendien .vraag ik mij fif, hoe zal dat nu verder op des Rijn gaan, wanneer de Franschen ook'"den Run ais douanegebied 'gaan beschouwen? Ik weet toevallig, omdat mijn vador ln de Rijnvaart Commissie gezeten heeft, iets van den Rijn af en moet eerlijk hekennoti, dat ik mijn hart vasthoud, voor de gevolgen voor Holland, wanneer de Franschen aan Rijn en Ruhr met hun drastische maatregelen doorgaan. De gewone Nederlandsche burger denkt onwillekeurig nooit zoolang na over het vitale belang, dat Nederland bij een vrije Rijnvaart heeft, maar ik: vrees, dat wel spoedig de belangstellling zal moeten komen, omdat het vrije Rijnvaartverkeer met bijna mathematische ze kerheid ln gevaar moet komen, indien Frankrijk de k nij pmaatregelen doorzet. Zoo voorspel ik dan ook binnenkort groóte dipló- matieke moeilijkheden tusschen Nederland en Frank- rijk. Doch eveneens zie ik moeilijkheden voor Engeland komen. Het moet in en om "Keulen spaak' loopen, dat kan niet anders. Bk weet wel, dat de Franschen «ta zullen doen om een conflict met Engeland en Nederland aan den Rijn te vermijden, doch het. kan niet uitblijven, vooral omdat Frankrijk altijd slechts gedeelten bezet heeft, terwijl in andere gedeelten de Duitschers nog hoer en meester zijn. Do Engelschen zijn zeer vredelievend gezind, dat is wel in Lausanne gebleken. Men kan gerust zeggen dat noch Engeland, noch de Engelsche Dominions zulfea v«cbt«a aoïsnghet aog ccjni'^szins te verm^d-Ctn is. Dat js een zegen voor de wereld. Maar het hoeft zijn schaduwzijde tevens, want indien Frankrijk zou weten, dat 'dei vriend yaa 1914 wel eens do vijand van 192.1 zou kunnen worden, dan zouden die Politieke Hoogspringers in Frankrijk wel gauw een toontje lager zingen. Zij behoeven oe geschiedenis maar na te gaan. De Zevenjarige oorlog kan een les zijn voor Poincaré. De Engelschen van 1923 zijn echjer vredelievender dan die van "1756. Er zijn buitendien in Engeland gelukkig veel personen Van groot gezag, die openlijk voor hunne vredelievende gevoelens durven uitkomen en dat is zeker wel een gunstig teekten des tijds - niet voor slechte patriotten gescholden worden. Er zijn lieden, die in het grootste Instituut, de Volken bond gelooven cn vertrouwen efl in dezen nood der tijden op dat Instituut als Redmiddel wijzen. Negen Britsche Kamerleden allen conser vatief en daaronder Lord Robert Cocil, Lord Henry Cavendisch Bentinck, en de kapitein-ter zee Carlyon Bellairs, hebben een brief aan de Times geschreven. (Ziet ge wel hoe hoog de Times aangeschre ven staat, zooals ik in mqn artikel „Het fatsoen der Pers" betoogde). In dien brief wijzen zij er op, dat zij de Regeering gesteund hebben toen het er om ging om het Adres van Antwoord op de Troonrede vast te stellen, zij "hebben daarom dan ook tegen de amendementen, die op de riuhr betrekking hadden, gestemd. RIJWIELEN in aroote keuze en uitvoering tegen billijke prijzen voorhanden. Laat thans Uw H1JWILL Vernikkelen en Emailleeren, Vraagt prijsopgave van le klas uitvoering. Groot» keuze Banden en Onderdeelen. G. ANNEVELDT, Dorpen, Laan, Scha gen. wel eens meegemaakt, dat "bon verwond zusje naar een ouder broertje tooging, dat juist in (le hoek! was geweest, waar de slagen vielen, en nu kwam zij met naar vingertje vlak' bij Zijn neus cn zei: „En ik kom toch niet an je. ik kom toch niet on je, lekker toch niet an je." Ik heb dat wel een» heel lang goed zien gaan maar ik heb ook wel eens gezien hoe aie valscho 'kat" later jammerde. Omdat broeder Jan zijn geduld verloren had. De dikke John Buil is goedig. Het bliiki wel, dat men in Engeland hoopt, 'dat Frank rijk tot bezinning zal komen. Wanneer de angst voor Duifschland wat gezakt zal raja. Maar zal die zakken? Monsieur Gaston Vidal verklaarde een paar dagen geleden: In 1936 zullen er 900.000 kleine Duitschertjes tegen slechts 110,000 kleine Franschmannetjes zijn. Daar zit de kneep. Daarom willen de Franschen aan de Ruhr blijvenj, begint men meer en meer te vreezen. Maar dc gevolgen -van het bezetten van de Ruhr zijn thans reeds ontzettend en verdere jzevolgen zijn niet te overzien. Kan Engeland dat toelaten? Kan Engeland dat toelaten al doet Amerika met eene inmenging niet mee? Zal Engeland Nederland op den Rijn steunen, wanneer dat soodtg mocht worden? Zal Engeland «verwis hij de annexatie-kwestie aan België en Frankrijk een „halt" toeroepen? EngelanAJ beroept K*th ste«d« eg stys» ip de bres springen voor fclei&a mogendheden. Zal her bij Rijn en^ïlubr den „Dutchman' in dep steek laten als dio in het gedrang komt? Men kan dezo vraag aeker met „neen" beantwoorden, indien, tegelijk met 'den Dutchraan. ook do „Balancc of Power' het Staatkundig Evenwicht op het Continent door Frankrijk te dreigend in gevaar gebracht wordt Maar veie conservatieven brachten hun stem tegen do amendementen uit, omdat zij vertrouwen hadden in <Je woorden van den Eersten Minister en den .Minister van Finantiën, die beiden veritlaard hebben, dot zij voortdurend doende waren om tot een spoedige regeling van het schadevergoedingsdispuut te geraken en dat zij hun invloed zouden gebruiken bij elke «enigszins gunstige gelegenheid. De briefschrijvers verklaren het gaarne aan de prudentie van de Regeering over te laten om het juiste oogenblik lot interventie te kiezen, doch dat dit oogenblik niet tot in het oneindige moet worden verschoven. Wanneer zij het oogenblik gekomen acht. Iaat dc Regeering dan vooral met nauwkeurigheid cn beslistheid optreden, zij kan (laarbij er op rekenen, dat "de geheele conservatieve partij achter haar zal staan. Dc onderteekenaars geven, zonder daarmede ten op zichte der belangen, aie op het spel staan, te willen vooruitloopen, toch als hunne meening te kennen, dat de hoofdzakelijke voorwaarde voor eenige regeling zal zijn de zekerheid, dat de Vereenigde Staten actief zullen deelnemen aan den economischen wederopbouw van Europa en dat de Volkenbond de algeheele beschikking zal hebben over het verzoeningsmateriaal. Wanneer, in Washington en in Parijs op den inhoud van dezen brief acht geslagen zal worden, kan dit niet anders dan een invloed ten goede hebben. Men kan den Engelschen zeker met, verwijlen* dat zij laks zijn in dezen. Maar hun positie is zeer moeilijk en indien Frankrijk en Amerika pas tot bede willen komen, wanneer het .te laat is, wat kan Engeland .daaraan doen? Engeland toont een onuitputtelijk geduld tegenover Frankrijk. Maar geduld raakt toch soms uitgeput. Het Latijnsche bloc-plan van Frankrijk, Italië en België is nu niet bepaald erg vriendschappelijk tegenover Enge land. Maar toch zal zonder Engeland dat 'zelfde bloc een doodgeboren kind zijn, al haalt het 'bloc er nog de geheele Kleine Entente bij. Ze mogen aanvankelijk Engeland even isolccren, maar toch zeker niet lang. De Britten zijn kooplieden en zullen geen moment aarzelen om met 'Scandinavië cn Holland en vervolgens met Duitschland cn Rusland handelsver dragen af te sluiten, waarvan dc Latijnsche hoeren niet terug zullen hebben. Wat moet broeder John wel van zusje Marianne denken? Marianne speelt in de Ruhr en aan den Rijn met vuur. Marianne coquetteert achter den rug van John mei Turkije. Marianne spreekt er nu weer over om een „losse verkeering met de Russische bolsji's te beginnen. Marianne gaat &n Latijnsche snoepwinkel opzetten. Maar broer John mag niet boos worden, zegt Marianne Weet ge waar dat op lykt. Ik heb in mijn kinderjaren PLANTEN 7.IEKTENLEER. XXXVI. (Vragen, deze rubriek betreffende, zoo noodig van goed verpakt materiaal vergezeld, in te sturen aan den neer K. van Keulen, Veenenlaan, Hoorn). ONDERZOEK PROPPEN KERKUILEN. De heer R. van der Meer, stelde mij weer in de gelegenheid een aantal proppen van kerkuilen te onder zooken. De heer Wolda, Ornitholoog bij den jpianten- zicktenkundigcn dienst heeft deze proppen weer onder zocht eu hét resultaat hiervan was, dat de proppen bleken te bevatten de resten van 72 musschea; 47 veld muizen, 46 spitsmuizen, 4 ratten, 3 merels 1 gier zwaluw en I onbekende vogel. De Plantenziekten kundi ge n dienst houdt zich aanbevolen meerdere proppen W ontvangen. DE SPRUITVPETER OF KNOP WORM DER BESSENSTRUIKEN. Daar dit insect spoedig wrel weer van zich zal doen spreken, willen we eens iets over zijn levenswijze mede- deelen, welke tamelijk ingewikkeld is. In het voorjaar,, bij gunstig weer reeds begin Februari of zeik nog vroeger, vindt men de jonge,'bloedroode, 3 m.M. lange rupsjes langs de takken kruipend, en zich invretend in ae knoppen, die dan nog si echts weinig gezwollen zijn. Meestal worden de dikkere knoppen, die op de zware twijgen voorkómen, het eerste aangetast/ Alen vindt dan de rupsjes bezig zich in de knoppen in te vreten, meestal óón rupsje in een knop, een enkele maal Iwse in één knop. Eenmaal ingevreten, neemt men van dc rupsjes weinig meer waar. Alleen kaq, men de aangetaste knoppen herkennen- aan een. propje van de korrelige uitwerp selen, die door een gat, dat zich meestal aan de naar de twijg gekeerde zijde, bevindt, naar buiten wordt gebracht, (net z.g. boormeel). Ook neemt men later nog wel frupsji^s waar. als zij zich van een uitgevreten knop naar een anderen begeven, om nieuw voedsel tc zoeken. \Uatter in den tijd kan men de aangetaste knoppen herkennen, doordat zij zich niet verder ontwikkelen en er dus kale einden aan de takken ontstaan, terwijl de aangetaste jonge scheutjes kenbaar zijn, doordat zij niet verder uitgroeien en de blaadjes gaan verwelken. Het rupsje, dot aanvankelijk bloedrood is, wordt tater meer vlceschkleurig. Er is echter geen sprake van meerdere soorten, slechts van kleurverandering. /Vis de rupsjes volwassen zijn gaan zij zich in den grond verpoppen. Eind Mei, begin Juni komt de vlinder te voorschijn. Vooral bij zonneschijn kan men ze waar nemen, ook veel 's morgens vroeg. Zij houden zich op in de omgeving van bessenstruiken en Jeggen daar ook hun eieren. Dit eierleggen geschiedt in ae groene, onrijpe bessen. De rupsjes die uit die eitjes komen, voeden zich met de jonge, zachte pitten. De aangetaste bes kleurt vroegtijdig en valt af. Voor de bes echter afvalt, verlaten de zeer kleine rupsjes deze en begeven zich naar de takken..J£ij zoeken daar een plaatsje op, waar zij kunnen overwinteren cn spinnen zich daartoe een coconnetje. Ze zijn zoo klein, dat men ze met het bloote oog niet of nauwelijks kan1 waarnemen. Ze overwinteren op hel oude hout, en zijn daar te dooden met eene 8 pet. oplossing van carboli- neum. Vooral in den Bangert bij1 Hoorn heeft'men vee! schade van dit insect ondervonden, maar ook op,andere plaatsen komt hij voor. De Controleur bij den Planlenziek'lenj- kundigen dienst te Hoorn, K. VAN KEULEN*, EEN KACHEL VOOR REDDINGSBOOTEN. De heer G. J. Smit, oud-gezagvoerder der Koninklijke Pakket Vaar!, heeft een verwarmingstoestel uitgevonden dat dient om in reddingsbooten de noodige gelegenheid le geven om wannen drank te verschaffen en verkleumde ledematen te verwannen. Het toestel is in den handel gebracht door de N.V. Electr. Smederij en Machine fabriek Addicks en Dirks te Rotterdam. Het bestaat uit een eenvoudig metalen kastje van 50 bij 40 bij 20 c.M., dat onder een roeibank kan worden bevestigd, en waarin zich bevinden: een reservoir voor olie of spiritus met vierpits-brander, een ketel, een reservetank en een kastje voor thee, koffie, bouillon-blokjes, windlucifers enzoovoorts. De totale hoeveelheid vloeiende brandstof, die het kan bevatten- is 10,/2 Liter; deze is voldoende om 81 uur te branden. Ook bij zeer ruw weer blij Ijl do vlam branden, zooals bü proefnemingen is gebleken. Het toestel dat door de Noorsche scheepvaartinspectie aanbevolen is, is gistermiddag door den uitvinder, te Amsterdam gedemonstreerd. De prijs bedraagt naar ge lang der gebezigde materialen f 25 tot f 180.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 1