Alfimü Niens-
it- Ml
K. MIDDELBEEK, vi w. PRINS,
DAMES- en HEEREHRUWIELLH
Engeland en de Ruhr.
KAKEL I RIJWIELEN
Woensdag 7 Mnnrt 1923.
66ste Jaargang, No, 7192.
EERSTE BLAD»
munten uil in betrouwbaarheid en
soliditeit.
LOET E 62.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHA
Dit hhui w«chl]"nt vlormnal poj week: D!n.d««, Woomda» Donder- IlftffliMOTS N V V h TRAPMAN 8, ITfl SphanPIl Prli" p0r 3 miu"4den n-85- h""sa nimmota 8 cont. ADVKRTttN-
dag er. Zaterdag. BIJ irizoadhts tot morjoo» 8 uur, worden Advor- Uli.jl.VLiD 1 N,V, V.il. IKArMAn (V !)U.| "Li.11 LH TlfiN van 1 tot 5 t0(Je!3 fUOi iodore M„al maon 80 cont (llowljjno,
t -nt.ua riog zooveel mo&olljk ln hot eoratullkomond nummer gnplaatst. POSTREKENINO No. 23330. INT. TELEF. no. 20 Inbegrepen). Grooto lottere wonlon naar plaatmnilmto berekend,
DIT NUM1UEH BESTAAT UIT TWEE BLADEN
Toen ik mijn artikelen over het Britsche Parle
ment en de Ruhr had verzonden, -was ik het een
oogenblik niet met mij zelf eens.
Ik was in tweestrijd of ik niet te veel van de aan
dacht der lezeressen en lezers van de Schager Cou
rant gevergd had door die aandacht naar die arti
kelen over de Engelsche Tweede Kamer te concen-
treeren.
MaaV ik bleef ten slotte mij zelf toegeven, dat ik
juist gedaan had, want, dat de Engelsche meening
ten opzichte van de Ruhrquaestie niet uit de gehou
den stemmingen over de ingediende amendementen
op het Adres van Antwoord op de Troonrede kon
blijken en het toch voor de Schager Courant abon-
no's belangrijk moet zijn te weten, hoe werkelijk in
Tweede Kaïjier van Engeland zoowel als door de
egeeoring over die bezetting van' de Ruhr en het
geheele optreden van Frankrijk gedacht wordt.
Vuoral ook, omdat naar mijne meening de oplos
sing van die netelige quaestie van Engeland zal
mooten uitgaan: vroeger of later.
En wel om twee redenen:
le. uii sympathie voor Frankrijk en ten einde een
gewissen ondergang van Frankrijk te voorkomen.
L'e. uit zelfzuchtige Britsche overwegingen.
Over hol eerste punt behoef ik wel niet verder
uit to wijden. Men kont mijne zienswijze en mijn
vrees.
Wat het tweede punt betreft, daar zijn ook aan
de lezers verschillende argumenten, die daarop be
trekking hebben, bekend, ik wil eenige argumenten
recapituleeren.
Het gevaar voor Engeland, dat Duitschland
economisch geheel een wrak wordt, waarmodo
geen handel gedreven kan worden.
Hei gevaar, dat. noch Duitschland, noch Frank,
rijk, noch België op dezo manier ooit meer een
cent zullen kunnen opbrengen, het eerste land
om schadeloosstellingen te betalen, de beide an
dere rijken om de int.ergeallieerde schuld geheel
of gedeeltelijk af ie lossen.
Want al houdt men in Engeland geen rekening
met eenige betaling door Duitschland, Franlaijk of
België, daarvoor zijn de Britten te verstandige en so-
licde financiers, toch zou ecno eventueele betaling,
zelfs al kwam die jaren later op een gloeienden
steen vallen.
De enorme betalingen, die Engeland jaren en ja
ren - een mcnschlev-en lang aan Amerika te
doen heeft, zijn ontegenzeggelijk oen vreeselijke last
v.p de schouders der Engelsche Staatsburger», al zijn
dio schouders nog zoo flink.
Do Arnerikaansche Reprosentieve Colleges hebben
hun goedkeuring gehecht aan de door Mr. Stonlye
Baldwin te Washington gemaakte overeenkomst tot
schulddelging, do President dor Vereenigde Staten
hoeft hot stuk gatoekond. zoodat het eenige, dat ver
dol ie doen is, beslaat uit hot betalen door Groot-
Rriiannië aan do Vereenigde Staten, Pay up and
lonk ploasant!
Het is misschien gek, maar ik voel, nu ik hier*
woon. mot een zeker gevoel van truts die daad van
Engeland.
Want hi-t is ecu daad om niet tc- vragen, hoh ik
die schuid •dfrcnlljk nioi hoofdzakelijk voor derden
aangegaan, en kan ik nu niet zeggen: die derden be
talen mij niet, dus blijf ik huh portie schuldig? Neen
de Brit zegt. ik hoh <le schulden gegarandeerd on ik
betaal, hetgeen ik schuldig ben.
Laten dogenon der Nederlanders, dio zoo pro-
Duitsch zijn, on altijd eene verontschuldiging klaar
hebben voor elke streek die de Duitschers weer op
hun compas ontdekt hebben, nu eons een parallel
trokken tusschen Brit cn Duitscher.
De Brit, maakt geon gebruik van overigens heel
plaueiebole argumenten om zich aan betaling te
-onttrekken, maar befualt.
Do pro-Duitscher zal toch'moeten erkennen, dat de
Brit ook oorlog gehad heeft, ook enorm te lijden j
heeft gehad gedurende en na den oorlog.
Toch betaalt do Brit, onverschillig of de Regoe-
ring democratisch of aristocratisch is. Zelfs indien
een Labourpartij aan de Regeering ware, zou elke
Brit, evenals nu de Solventie Politiek der Britsche
Regeering. steunen. i
De Engelsche adel en aristocratie zou niet zeggen
zooals de Duitscho adel en aristocratie dat doet. wij
willen met. eene rogeering van arbeiders en andere
democraten niets te maken hebben.
Een Britsche regeering van welke kleur ook j
is de Regeering dor Britten, en dat beteekent, dat in
zaken, die de eer, de solventie van Groot-Britannië
raken, elke Brit achter de regeering staat: My coun
try right or wrong!
Wanneer dg Duitschors sedert den nederlaag ook
eens hadden gezegd: My country richt or wrong, en
ook eens a li e n achter de regeering. van welke
kleur dan ook.- gestaan hadden, in zaken, die de eer
en dc so 1 v e n t i e van het Duitscho rijk raken, zou
dan de Ruhr bezet zijn?
Teder weet ook de verstoktst.e pro-Duitscher zal
dat moeten toegeven dat het antwoord is: Neen.
Het. is \Veer de aard der Duitschers om zich altijd
van onaangename consequenties van overeenkom
sten Ie onttrekken en altijd naar argumenten te zoe
ken. die in hun kraam te pas komen, die gemaakt
heeft, dat, zii het heerliik vonden om de '•p^pprintr.
ie het Vredesverdrag onderteokend had, niet in de
akoming van het verdrag te steunen, maar juist-
iedere regeering. die ging chicaneeren op dit verdrag
van harte te steunen, daarbij eer en solventie van
het Duitscho Riik naar de mestvaalt dragende.
Zelfs geen poging om de verplichtingen behoorlijk
na te komen, is gedaan.
Daardoor is de bezetting van de Ruhr mogelijk ge
weest.
Ik keur die bezetting af, omdat 't den Vrede en dp
rust voor Europa cn de wereld weer voor onafzien-
baren f.iid verijdelt. Maar voor de daad van die
bezetting ziin de Duitschers zeiven en niemand an
ders, verantwoordelijk,
Itet is hun eigen domme schuld!
AANBEVELEND,
Nu kan een pro-Duitscher weer komen met de ge
ringe cijfers der laatste tekortkomingen. Mooi, blijf
gelukkig met dat argument.
Het gaat Duitschland als eiken recidivist en als:
Tijl Uilenspiegèl, die tusschen ook een Duitscher
was.
Zoodat ik maar zeggen wil, dat. indien de Duit
schers werkelijk getracht, in het fatsoenlijke en be
hoorlijke getracht zouden hebben het verdrag van
Versailles na te koihen, inplaats van dadelijk te chi
caneeren, het nooit zoo ver gekomen zou zijn als
thans met die Ruhrbezetting, zoodat de geheele we
reld weer ten slotte al dat huidige en toekomstige
verdriet aan de Duitscher» en aan niemaDd anders
te danken heeft.
Juist al dat gechicaneer heeft in Frankrijk weer
do angst voor verraad ten opzichte van de weermacht
wakker geschud en die angst van 50 millioon men-
schen-, die in aantal afnemen, voor 70 millioen men-
sehen, die welig tieren, is do moeder van de gedachte
om, nu men toch aan Rijn en Ruhr is wegens het
niot nakomen der betalingsverplichtingen, maar
meteen te trachten het oude plan een bufferstaat
tusschen Pruisen en Frankrijk te 9tichten een
Rijnlandsche republiek dus te verwezenlijken.
Daar zoowel Engeland als Amerika geweigerd heb
ben een verdrag met Frankrijk te maken om Frank
rijk in gevallen van oorlog te steunen, is deze
wensen van Frankrijk zeer begrijpelijk.
Het verdrag met België is een uitvloeisel van het
streven om zich tegen latere aanvallen der
Duitschers te beveiligen.
Maar Frankrijk schijnt zelfs nog verder te gaan cn
te trachten eene Latijnsche Bloc tot stand te brengen.
Hot is wel merkwaardig, dat de plannen der Fran-
sche regeering om eene Latijnsche Bloc (Italië-Bel-
gië-Frankrijk) te stichten, bekend worden op den
dag, dat Delcassé, de stichter der Engelsch-Fransche
Enterite gestorven is.
Zijn stichting, de Entente, is feitelijk dood.
Wanneer het Latijnsche Bloc werkelijk een feit
worden zou, dan is van eene Entente tusschen En
geland en Frankrijk geen sprake meer.
Dat Latijnsche Bloc zal zeker ook tot doel hebben
de stichting van de Rijnlandsche of Rijnland-West-
faalsche bufferstaat, met al de consequenties daar
van, vooral industrieele commercieele consequenties.
Het laat geen twijfel, of dio consequenties zouden
tegon de Britsche belangen indruischen. Zoowel aan
de Noordzee als aan de Middellandsche Zee, om
maai- dicht bij huis te blijven.
Malta is altijd een doorn in het oog van Italië, dat
aan Engeland hot bezit van Malta niet gunt.
Overal in het Naburige Oosten hebben de Italia
nen wenschen, die door de Engelschen tegengehou
den worden.
Ook do Franschen vóelen do Britsche inmenging
ln de Middellandsche Zee en wat daaraan vast zit,
geweldig.
Maar aan de Noordzee zou het dichter bij huis zijn
en, heviger gevoeld worden door Groot-Britannië.
Een Latijnsch Bloc met danrbij hot bezit van Rijn
'en Ruhr zou alle theoriën van een continentaal oven
wicht in Europa in rook doen opgaan.
De Latijnsche superioriteit zou althans aanvan
kelijk onomstootelijk vast staan.
De Britsche industrie, de Britsche handel de Brit
sche scheepvaart zou gevaar loopen.
zou bijna in de positie komen haar door den Eens
sten Napoleon toegedacht.
Die positie zou zeer netelig zijn.
Zal Engeland reeds te voren maatregelen nemen om
althans het Rijn-Ruhr-gevaar en dus den grootsten
aanval op Britsche industrie, Britsche handel en scheep
vaart te keeren?
Of zal het zelf een Moe stichten, een verbond van
Zeevarenden, een verbond met Nederland en Scandi
navië?
Wanneer het Latijnsche Bloc zou doorgaan met het
verdere resultaat van eene Latijnsch gecontroleerde Rijn
landsche Republiek, dan zou Nederland het zelfde gevaar
gaan loopen als Engeland.
De Nederlandsche Rijnvaartbelangen zijn .zoo groot,
dat een Latijnsche Bloc dat Rijn en Ruhr zou contro»
Ieern, ons land gevoelig zou knauwen. Slechts Engeland
zou ons uit die netelige positie kunnen redden.
Engeland en Nederland hebben de zelfde belangen
bij een vrijen Rijn, een vrije Ruhr.
Een Fransche Rijn, een Fransche Ruhr zou fataal zijn
voor Engeland en voor Nederland.
Maar ook voor Scandinavië ware het niet gewenscht,
met name niet voor Zweden, met haar ertsbelangen.
Wij staan weer voor duizelingwekkende problemen en
ons vaderland is daar heel na bij' betrokken.
Dan zou België door met Frankrijk door dik en dun
re zijn gegaan hei goede paard hebben gevoed, want daü
zou natuurlijk al het Rijn- en Ruhr verkeer met geweld
over Antwerpen getrokken worden. Dan zouden aan de
Nederlandsche Rijnreederijen allerlei moeilijkheden in
den weg gelegd worden.
Vóór den oorlog bestond er eene Internationale Rijn
vaart Commissie.
Sedert den oorlog is de commissie natuurlijk ook in
het gedrang gekomen.
In die Commissie waren de Duitschers indertijd ver
deeld doordat de Pruisen zoowel als de Beieren (voor
do Rheinpfalz) er zitting in hadden. Dit was voor de
jflollandsche Commissieleden van voordeel want de
Beieren zijn nu niet bepaald dol öp de Pruisen.
Thans voeren in die zelfde Rijnvaart Commissie de
Franschen en Belgen het hoogste woord en daar de
belangen van dc Belgen gansch anders zijn dan die der
'Hollanders rivaliteit tusschen Antwerpen en onze
havens Rotterdam en Amsterdam komen wij1 natuur
lijk a2 heel gauw van sen koude kerauo.
Buitendien .vraag ik mij fif, hoe zal dat nu verder
op des Rijn gaan, wanneer de Franschen ook'"den Run
ais douanegebied 'gaan beschouwen? Ik weet toevallig,
omdat mijn vador ln de Rijnvaart Commissie gezeten
heeft, iets van den Rijn af en moet eerlijk hekennoti,
dat ik mijn hart vasthoud, voor de gevolgen voor
Holland, wanneer de Franschen aan Rijn en Ruhr
met hun drastische maatregelen doorgaan.
De gewone Nederlandsche burger denkt onwillekeurig
nooit zoolang na over het vitale belang, dat Nederland
bij een vrije Rijnvaart heeft, maar ik: vrees, dat wel
spoedig de belangstellling zal moeten komen, omdat
het vrije Rijnvaartverkeer met bijna mathematische ze
kerheid ln gevaar moet komen, indien Frankrijk de
k nij pmaatregelen doorzet.
Zoo voorspel ik dan ook binnenkort groóte dipló-
matieke moeilijkheden tusschen Nederland en Frank-
rijk.
Doch eveneens zie ik moeilijkheden voor Engeland
komen.
Het moet in en om "Keulen spaak' loopen, dat kan
niet anders.
Bk weet wel, dat de Franschen «ta zullen doen om
een conflict met Engeland en Nederland aan den Rijn
te vermijden, doch het. kan niet uitblijven, vooral omdat
Frankrijk altijd slechts gedeelten bezet heeft, terwijl
in andere gedeelten de Duitschers nog hoer en meester
zijn.
Do Engelschen zijn zeer vredelievend gezind, dat is
wel in Lausanne gebleken.
Men kan gerust zeggen dat noch Engeland, noch de
Engelsche Dominions zulfea v«cbt«a aoïsnghet aog
ccjni'^szins te verm^d-Ctn is.
Dat js een zegen voor de wereld.
Maar het hoeft zijn schaduwzijde tevens, want indien
Frankrijk zou weten, dat 'dei vriend yaa 1914 wel eens
do vijand van 192.1 zou kunnen worden, dan zouden die
Politieke Hoogspringers in Frankrijk wel gauw een
toontje lager zingen.
Zij behoeven oe geschiedenis maar na te gaan. De
Zevenjarige oorlog kan een les zijn voor Poincaré.
De Engelschen van 1923 zijn echjer vredelievender
dan die van "1756.
Er zijn buitendien in Engeland gelukkig veel personen
Van groot gezag, die openlijk voor hunne vredelievende
gevoelens durven uitkomen en dat is zeker wel een
gunstig teekten des tijds - niet voor slechte patriotten
gescholden worden.
Er zijn lieden, die in het grootste Instituut, de Volken
bond gelooven cn vertrouwen efl in dezen nood der
tijden op dat Instituut als Redmiddel wijzen.
Negen Britsche Kamerleden allen conser
vatief en daaronder Lord Robert Cocil,
Lord Henry Cavendisch Bentinck, en de kapitein-ter
zee Carlyon Bellairs, hebben een brief aan de Times
geschreven. (Ziet ge wel hoe hoog de Times aangeschre
ven staat, zooals ik in mqn artikel „Het fatsoen der
Pers" betoogde).
In dien brief wijzen zij er op, dat zij de Regeering
gesteund hebben toen het er om ging om het Adres van
Antwoord op de Troonrede vast te stellen, zij "hebben
daarom dan ook tegen de amendementen, die op de
riuhr betrekking hadden, gestemd.
RIJWIELEN in aroote keuze en uitvoering
tegen billijke prijzen voorhanden.
Laat thans Uw H1JWILL Vernikkelen en
Emailleeren, Vraagt prijsopgave van le klas
uitvoering.
Groot» keuze Banden en Onderdeelen.
G. ANNEVELDT, Dorpen, Laan, Scha gen.
wel eens meegemaakt, dat "bon verwond zusje naar
een ouder broertje tooging, dat juist in (le hoek! was
geweest, waar de slagen vielen, en nu kwam zij met
naar vingertje vlak' bij Zijn neus cn zei: „En ik kom
toch niet an je. ik kom toch niet on je, lekker toch
niet an je."
Ik heb dat wel een» heel lang goed zien gaan maar
ik heb ook wel eens gezien hoe aie valscho 'kat" later
jammerde. Omdat broeder Jan zijn geduld verloren had.
De dikke John Buil is goedig.
Het bliiki wel, dat men in Engeland hoopt, 'dat Frank
rijk tot bezinning zal komen.
Wanneer de angst voor Duifschland wat gezakt zal
raja.
Maar zal die zakken?
Monsieur Gaston Vidal verklaarde een paar dagen
geleden: In 1936 zullen er 900.000 kleine Duitschertjes
tegen slechts 110,000 kleine Franschmannetjes zijn.
Daar zit de kneep.
Daarom willen de Franschen aan de Ruhr blijvenj,
begint men meer en meer te vreezen.
Maar dc gevolgen -van het bezetten van de Ruhr zijn
thans reeds ontzettend en verdere jzevolgen zijn niet
te overzien.
Kan Engeland dat toelaten?
Kan Engeland dat toelaten al doet Amerika met eene
inmenging niet mee?
Zal Engeland Nederland op den Rijn steunen, wanneer
dat soodtg mocht worden?
Zal Engeland «verwis hij de annexatie-kwestie aan
België en Frankrijk een „halt" toeroepen? EngelanAJ
beroept K*th ste«d« eg stys» ip de bres springen voor
fclei&a mogendheden.
Zal her bij Rijn en^ïlubr den „Dutchman' in dep
steek laten als dio in het gedrang komt? Men kan dezo
vraag aeker met „neen" beantwoorden, indien, tegelijk
met 'den Dutchraan. ook do „Balancc of Power' het
Staatkundig Evenwicht op het Continent door Frankrijk
te dreigend in gevaar gebracht wordt
Maar veie conservatieven brachten hun stem tegen
do amendementen uit, omdat zij vertrouwen hadden in
<Je woorden van den Eersten Minister en den .Minister
van Finantiën, die beiden veritlaard hebben, dot zij
voortdurend doende waren om tot een spoedige regeling
van het schadevergoedingsdispuut te geraken en dat
zij hun invloed zouden gebruiken bij elke «enigszins
gunstige gelegenheid. De briefschrijvers verklaren het
gaarne aan de prudentie van de Regeering over te
laten om het juiste oogenblik lot interventie te kiezen,
doch dat dit oogenblik niet tot in het oneindige moet
worden verschoven.
Wanneer zij het oogenblik gekomen acht. Iaat dc
Regeering dan vooral met nauwkeurigheid cn beslistheid
optreden, zij kan (laarbij er op rekenen, dat "de geheele
conservatieve partij achter haar zal staan.
Dc onderteekenaars geven, zonder daarmede ten op
zichte der belangen, aie op het spel staan, te willen
vooruitloopen, toch als hunne meening te kennen, dat
de hoofdzakelijke voorwaarde voor eenige regeling zal
zijn de zekerheid, dat de Vereenigde Staten actief zullen
deelnemen aan den economischen wederopbouw van
Europa en dat de Volkenbond de algeheele beschikking
zal hebben over het verzoeningsmateriaal.
Wanneer, in Washington en in Parijs op den inhoud
van dezen brief acht geslagen zal worden, kan dit
niet anders dan een invloed ten goede hebben.
Men kan den Engelschen zeker met, verwijlen* dat zij
laks zijn in dezen. Maar hun positie is zeer moeilijk
en indien Frankrijk en Amerika pas tot bede willen
komen, wanneer het .te laat is, wat kan Engeland
.daaraan doen?
Engeland toont een onuitputtelijk geduld tegenover
Frankrijk. Maar geduld raakt toch soms uitgeput.
Het Latijnsche bloc-plan van Frankrijk, Italië en België
is nu niet bepaald erg vriendschappelijk tegenover Enge
land.
Maar toch zal zonder Engeland dat 'zelfde bloc een
doodgeboren kind zijn, al haalt het 'bloc er nog de
geheele Kleine Entente bij.
Ze mogen aanvankelijk Engeland even isolccren, maar
toch zeker niet lang. De Britten zijn kooplieden en zullen
geen moment aarzelen om met 'Scandinavië cn Holland
en vervolgens met Duitschland cn Rusland handelsver
dragen af te sluiten, waarvan dc Latijnsche hoeren niet
terug zullen hebben.
Wat moet broeder John wel van zusje Marianne
denken?
Marianne speelt in de Ruhr en aan den Rijn met vuur.
Marianne coquetteert achter den rug van John mei
Turkije.
Marianne spreekt er nu weer over om een „losse
verkeering met de Russische bolsji's te beginnen.
Marianne gaat &n Latijnsche snoepwinkel opzetten.
Maar broer John mag niet boos worden, zegt Marianne
Weet ge waar dat op lykt. Ik heb in mijn kinderjaren
PLANTEN 7.IEKTENLEER.
XXXVI.
(Vragen, deze rubriek betreffende, zoo noodig van
goed verpakt materiaal vergezeld, in te sturen aan den
neer K. van Keulen, Veenenlaan, Hoorn).
ONDERZOEK PROPPEN KERKUILEN.
De heer R. van der Meer, stelde mij weer in de
gelegenheid een aantal proppen van kerkuilen te onder
zooken. De heer Wolda, Ornitholoog bij den jpianten-
zicktenkundigcn dienst heeft deze proppen weer onder
zocht eu hét resultaat hiervan was, dat de proppen
bleken te bevatten de resten van 72 musschea; 47 veld
muizen, 46 spitsmuizen, 4 ratten, 3 merels 1 gier
zwaluw en I onbekende vogel. De Plantenziekten kundi
ge n dienst houdt zich aanbevolen meerdere proppen W
ontvangen.
DE SPRUITVPETER OF KNOP WORM DER
BESSENSTRUIKEN.
Daar dit insect spoedig wrel weer van zich zal doen
spreken, willen we eens iets over zijn levenswijze mede-
deelen, welke tamelijk ingewikkeld is.
In het voorjaar,, bij gunstig weer reeds begin Februari
of zeik nog vroeger, vindt men de jonge,'bloedroode, 3
m.M. lange rupsjes langs de takken kruipend, en zich
invretend in ae knoppen, die dan nog si echts weinig
gezwollen zijn. Meestal worden de dikkere knoppen, die
op de zware twijgen voorkómen, het eerste aangetast/
Alen vindt dan de rupsjes bezig zich in de knoppen
in te vreten, meestal óón rupsje in een knop, een
enkele maal Iwse in één knop.
Eenmaal ingevreten, neemt men van dc rupsjes weinig
meer waar. Alleen kaq, men de aangetaste knoppen
herkennen- aan een. propje van de korrelige uitwerp
selen, die door een gat, dat zich meestal aan de naar
de twijg gekeerde zijde, bevindt, naar buiten wordt
gebracht, (net z.g. boormeel). Ook neemt men later nog
wel frupsji^s waar. als zij zich van een uitgevreten knop
naar een anderen begeven, om nieuw voedsel tc zoeken.
\Uatter in den tijd kan men de aangetaste knoppen
herkennen, doordat zij zich niet verder ontwikkelen
en er dus kale einden aan de takken ontstaan, terwijl
de aangetaste jonge scheutjes kenbaar zijn, doordat
zij niet verder uitgroeien en de blaadjes gaan verwelken.
Het rupsje, dot aanvankelijk bloedrood is, wordt
tater meer vlceschkleurig. Er is echter geen sprake van
meerdere soorten, slechts van kleurverandering.
/Vis de rupsjes volwassen zijn gaan zij zich in den
grond verpoppen. Eind Mei, begin Juni komt de vlinder
te voorschijn. Vooral bij zonneschijn kan men ze waar
nemen, ook veel 's morgens vroeg. Zij houden zich op
in de omgeving van bessenstruiken en Jeggen daar ook
hun eieren. Dit eierleggen geschiedt in ae groene,
onrijpe bessen. De rupsjes die uit die eitjes komen,
voeden zich met de jonge, zachte pitten. De aangetaste
bes kleurt vroegtijdig en valt af.
Voor de bes echter afvalt, verlaten de zeer kleine
rupsjes deze en begeven zich naar de takken..J£ij zoeken
daar een plaatsje op, waar zij kunnen overwinteren cn
spinnen zich daartoe een coconnetje. Ze zijn zoo klein,
dat men ze met het bloote oog niet of nauwelijks kan1
waarnemen. Ze overwinteren op hel oude hout, en zijn
daar te dooden met eene 8 pet. oplossing van carboli-
neum. Vooral in den Bangert bij1 Hoorn heeft'men vee!
schade van dit insect ondervonden, maar ook op,andere
plaatsen komt hij voor.
De Controleur bij den Planlenziek'lenj-
kundigen dienst te Hoorn,
K. VAN KEULEN*,
EEN KACHEL VOOR REDDINGSBOOTEN.
De heer G. J. Smit, oud-gezagvoerder der Koninklijke
Pakket Vaar!, heeft een verwarmingstoestel uitgevonden
dat dient om in reddingsbooten de noodige gelegenheid
le geven om wannen drank te verschaffen en verkleumde
ledematen te verwannen. Het toestel is in den handel
gebracht door de N.V. Electr. Smederij en Machine
fabriek Addicks en Dirks te Rotterdam. Het bestaat
uit een eenvoudig metalen kastje van 50 bij 40 bij 20
c.M., dat onder een roeibank kan worden bevestigd, en
waarin zich bevinden: een reservoir voor olie of spiritus
met vierpits-brander, een ketel, een reservetank en een
kastje voor thee, koffie, bouillon-blokjes, windlucifers
enzoovoorts. De totale hoeveelheid vloeiende brandstof,
die het kan bevatten- is 10,/2 Liter; deze is voldoende
om 81 uur te branden. Ook bij zeer ruw weer blij Ijl
do vlam branden, zooals bü proefnemingen is gebleken.
Het toestel dat door de Noorsche scheepvaartinspectie
aanbevolen is, is gistermiddag door den uitvinder, te
Amsterdam gedemonstreerd. De prijs bedraagt naar ge
lang der gebezigde materialen f 25 tot f 180.