He! Huwelijk van Lady Tancred. Drieven uit IJsland. TWEEDE 8 LA O. Bmnenlandsch Nieuws. Zalciüag 10 Maarl 1923. 66sle Jaargang. No. 7194. VI. In het land der Sagas. Het beklimmen van Reyniveller Holsi, den berg, die het Laxa-dal van den Hvalfjord scheidt, ging deels te paard, deels te voet. Wanneer wij rustten, hadden wij een prachtig uitzicht yp het. dal en de achterliggende Dergen. Eindelijk waren wij boven en trokken een kleine hoogvlakte over. Er lag sneeuw., ik vond het-koud en wilde mijn jas hebben. Sveinbjorn en ik bleven met onze paurdjjes cn een der pakponys, .waarop mijn jas gesjord was, aehtei. De rest van de karavaan trok langzaam door, plotseling riep mijn vrouw en jawel, daar was „Blackv", ons kleine,' zwarte palsfiaardje, aan net rollen, ondanks de pakken op zijii rug. Ik galoppeerde er heen, want ik dacht aan een fleschje inkt, dat met allerlei kaarten en pa pieren in een der lassciicn zat. Alles was goed afgeloopen, gauw was S. er ook bij gekomen en gespte do singels weer vast van de scheefhangende bagagezakken. Blaeky droeg namelijk zakken en daarboven boven onze hold-all met slaapzakken, dekens, hojge laarzen en \vagens, de andere twee ponys hadden' elk 'twee kisten te dragen. Maar wat was xlat. Daar was het pakpaard, dat wij van mijn jas afgeholpen hadden, ons neelemaal' niet meer gevolg, integendeel had rechtsomkeerd gemaakt en liep .daar in de verte heel kalm weer terug in de rich ting van het Laxa-dal. Sveinbjorn was dadelijk to paard en galoppeerde den deserteur achterop, die spoedig ingehaald en weer op zt.,/1 plaats in de karavaan was. Niet lang daarna begon het pad te dalen en kregen wij een- schitterend uitzicht. Daar lag beneden ons de Hvalfjord (walvischljord), omgeven door steile rolsea en glooiende bergen. De Bosheidi steil uit het water oprijzende, in de verte bekroond door het sneeuwwit van den Eriksjókull, den g.eteher, die naar Erik ge noemd is. Erik was één der 12 theologische studenten, die eeuwen geieden te Skalholt. een" moord begaan hadden engevlucht waren. De vogelvrij verklaarden huisden tusschen de lavavelden. Maar ten Slotte hadden zij behoefte naar de mis te gaan. Zij gingen naar de ik, maar terwijl de dienst gaande was, maakte men h op om hen gevangen te nemen. Rug aan rug vcch- inde verlieten zij het 'kerkgebouw en wisten te ont- - komen. Een van hen. een der dappersten, was Erik en naar hem werd de gletcher, die nabij bun schuilplaats, nabij Snitshellar te zien was en als het ware door zijn ijzicen adem de achtervolgers der vogelvrijen terug deed schrikken en zoo de ongel ukkigen beschermde, genoemd. Links in de verte de Borsular, de berg, waartegen- hel vriendelijke havenplaatsje Akranes geleund ligt en die ons hét uitzicht op zee beneemt. Afdalend langs steile paden naderen wo groene weiden en vriendelijke boerderijen en passeeren een brug over een kohidorachtigen bergstroom. Later trokken we met een boerenzoon als gids een rivier over en reden daarna op een smal pad van den rotswand, terwijl recht boven ons de machtige rotsblokken grimmig op ons neer zagen, wij, diep benedens ons in het wei is waar mooie, doch op dio diepte niet aanlokkende water van den fjord keken. Wanneer een steen onder de voeten der ponys weg sprong en naar beneden danste, was dat héeLeinaal geen leuk .voorbeeld om na te volgen. Ik llacht ban Baedekcr: „Nur fur Schwindelfreien ungefóhrlich'', maar vond dit allereerst ten opzichte der paardjes gelden. Maar dio liepen kalm op dit. schapenpaadje langs een vrij steilen wand. alsof het een breede boulevard was en toch was "hel paÜ zóó, dat men het later van de over zijde niet op den bergwand terug kon vinden, hoe men ook tuurde. Er was even een vriendelijker weg om een soort kleine baai geweest. Die baai lag lekker in den zon. Ta.rijke oude en jonge „Eiderècnden" zwommen daar rond, de moedereenden n vrij kwaadaardige houding al hoewel ongevaarlijk en doodonschuldig tegen ons aannemend. W at waren dat daar op het zand-en half in het water? Waren dat omgekeerde kano's? Maor zij bewogen, Het bleken zeehonden te*zijn, die zich in het zonnetje koes terden na zeker een lekker vjschmaaf varorberd te heb ben. Er lagen er een paar op rotsen, alreMei gekke gri massen te maken. Wat is net leuk, die dieren in de natuur te zien. Wij trokken verder.de fjord rond en kwamen aan de andere zijde, aan een moeilijke plek. Wij hadden hier FEUILLETON. Naar het Enyelsch van EL1NOR GLYN. 18. - Kan ik u helpen? vroeg hij. Het is zulk een zacht bont, dat ik dacht hem niet ai' te hoeven zetten, antwoordde zij koel, maai er is van achteren iets, waar ik tegen aanlig. Hij nam den hoed met den kanten voile van haar aan en de golvende vlechten van haar prachtig haar maakten hem. toen zij daar bij hem lag, bijna waan zinnig van verlangen orn haar te liefkozen. Jloe zouden zij in Gods naam ooit zoó kunnen leven! Hij moest naar buiten gaan om het met zichzelven uit te vechten. En zij vroeg zich af, waarom zijn gelaat zoo stug werd. en toen.zij weer makkelijk lag en het schip afgevaren was. liet hij haar alleen. Het was gelukkig zulk ruw weer, dat er maar wei nig menschen op dek waren en hij liep ver naar vo- ïen. ging tegen de reeling leunen en liet de zilte lucht in zijn gezicht waaien. Hoe moest het gaan, wanneer ten laatste deze woeste hartstocht voor haar hem ge-heel zou over meesteren. en hij zou moeten bekennen dat haar wreede taal hem niet verhinderde haar lief te heb ben? Dat zou toch &1 te afschuwelijk zijn. Ilij moest zich vermannen en alle ontroering flink onderdruk ken. Hij besloot haar zoo weinig mogelijk te zien wanneer zij te Parijs waren, en als die vreeselijke wittebroodsweek voorbij was. die hij zoo vol ver wachting en vreugde had tegemoet gezien, dan zou den ze nhar Engeland teruggaan en 'hij zou zich ijvorig aan de politiek wijden en trachten daarin ge heel op te gaan. Zara lag in de hut en was onbewust van eenige ge dachte. die hear betrof;, zij was zich evenmin be wust dat haar jonge knappe echtgenoot reeds eenigen indruk op haar gemaakt had en dat in 't diepst n haar ik in weerwil van al haar zprg voor ar broertje en voor haar eigen aan^ele^enhe-'d ijn beeld steeds vaster geprent werd en dat dit wel een zeer opmerkelijk verschijnsel was.. Versterkt in zijn voornemen om de, fierheid der Gulscards niet te verloochenen, kwam Tristam haar halen, toen de boot de haven van Galais binnenliep. een soort strand kunnen rijden, maar nu was daar een rots, die in dep, fjord, uitstak omdat de vloed aoo hoog gekomen was. Sveinbjorn zou probesren of 'men toch nog ora (je rots heen, door het water kon. De ponys en wij wachten. Het 'ging goed en wij reden toe. De ponys waren "even de Juuts kwijt., één ervan, de pakpony-deserteur van 's morgens verveelde het ge war woel van de anderen blijkbaar en had zijn eigen meening pver de zaak. Hij stapte kaïm te water maar iiep niet om de rots heen, maar in de richting: overzijde. Hij stapte en stapte, voelde geen grond meer en begon te zwemmen. Ek riep Sveinbjorn en zag inmiddels met ontzetting de kisten, dus ook het arme dier steeds dieper gaam Ik kon niets doen, want daar ik achter hem was, zou elke beweging hem aanmoedigen. Ik begon echter te fiuiten, het signaal voor IJslandsche paardjes pm testoppen, het paard keek om en zag Sveinbjorn aan land. Die floot ook en de slimme pony begreep verkeerd te zijn, hij draaide langzaafm om en zwaar ademhalende zwom hij aan land. Ik doopte hem den Zwemmer". Het was cên muis- kleurige pony met leuke dikke manen en werd later een van mijn lievelingsponys, mijn Zwemmer. Een echte held, want later zou blijken, dat hij heelemaal geen prima zwemmer was. De zwemmer was een groot phiiosoof. De kisten waren van binnen droog gebleven, liet waren de typische, van binnen met blik beslagen IJslandsche pakkisten, ons door Mr. Zoëga geleverd. Deze kisten zijn voor IJSiand bijzonder doelmatig, hujvcn bij het oversteken van rivieren van binnen droog en zijn sterk. Na dii incident reden wij door cn naderden meer en meer ïhyretl, een boerderij gelegen op een iioogen landtong, die naai' beneden glooiend ver in de iival- liord uitsteekt en die bijna in twee deeien splitst. Die hooge landtong heeft achter zich de berg Thyrett, opstij gend uit de groene'weiden van de boerderij verheffen de bergwanden zich in jnajestueuse vormen. Reeds als wij naderen zien wij die vormen, üerst schijnen he\ de ronde torens van een bergvesting, dan weer de min der grimmige kanteeten van een oud kasteel, terwijl als achtergrond van Thyrett s landtong het geheel voor komt als een geweldige kathedraal, die de omgeving tot reljgieuzc overpeinzing wil aansporen en wijst op de onsterfelijkheid door U te doen zien naar den achter gelegen Eriksjókull, met eeuwige sneeuw cn eeuwig ijs. Het is bijna eenc humdristische tegenstelling, welke de boerderij cn hare bewoners u biedt Pas op die deur, die is zoo laag, dat zelfs een klein menscli gebukt moet binnengaan. Men zegt, dat die deuren vroeger eeuwen reeds zoo laag waren om den menscli steeds te herinneren aan hoogcre machten, waarvoor men eer biedig het hoofd moet buigen. Gij staat „nu in een donker portaal met aarden vloer en gaat op de tast verder, uw gastheer achterna. De gang is van steenen cn aarde opgetrokken, gij ziet rechts een soort smidse, komt door een andere gaitgl, nu van hout, want gij zijt inmiddels in de houten woning Aangeland, langs een keuken4 en een paar kamers in een llink vertrek incl twee bedden. Aan den wand portretten van Hallgrimur Petersson, staande in zijn preekstoel, Jón Sigurdsson én Hannes Hafstein. Allerlei visitekaartjes in de lijsten gestoken,' vertellen van vroegere gasten, die hier vertoefd hebben. Het is ue logeerkamer. De aardige boerin en hapr leuke oudste dochtertje zijn ai jn de kamer bezig 'om allés, wat ons in dep weg zou kunnen staan, op te ruimen 'en verwelkomen ons hartelijk. We krijgen een eenvoudig maal van allerlei Soort eieren, kippen-, eenden - en ganzeneieren, wit- cn bruin Iprood, boter, gedroo^öé visch en alieriel soorten gezouten vleesch, waarbij zelfs zeehondcnvleesch. Ik ben niet verder dan de eieren, het brood en de boter gekomen, de rest is niet voor onze magen, ver beelde ik mij zoo en nam maar het zekere voor he(l onzekere. Een zeehondcnvlecseh-sandwich zou mij wel licht 8 weken buiten gevecht gesteld hebben. Onze gastheer boert 'goed. Hij heeft eeno flinke vrouw en 9 kinderen, dié, op de allerkleinste na, allemaal wat in boerderij of huishouding doen. Zoo past de op één na de jongste op de allerjongste. Alles wat daarboven is. werkt. De oudste jongens helpenbij de koeien, paarden én schapen, zoowel als bij net visschen en zee honden jagen. De jongère meisjes en jongens helpen allemaal bij iets, passen op vee .paarden of schapen en zoeken de eieren en heipen dij het verzamelen van het eierdons uit de' broednesten der vele eidereenden. jDe kinderen gaan niet op school, maar leeren, van ouders en rondreizenden meester. Het meisje van 10 jaar paste den geheelen nacht op onze paarden het is 's nachts even licht als over dag, dus kon vze breien en ontbrak ook later bij tle kiek van de familie, omdat ze lekker uitsliep. Do vrouw laat haar spinnewiel zien en alles wat zij fémaakt heeft. In de lange winteravonden is zij met aar dochtertjes druk in ae weer. Dan wordt de woi gesponnen en al het breiwerk gedaan. Weven doet zij ook, maar in de meeste IJslandsche boerderijen, wordt niet moer geweven, maar toch laat bijna iedere boerin met trots zien hetgeen, ze overigens 's winters ar1#. handwerken maakt. Wat een keurig kantwerk versiert in de kleinste boerderij hel linnen en dikwijls de gordijnen der ramen. I Voor zoo'n gezin van 11 personen is heel wat te dien en is het. voor onze gastvrouw ook een voorrecht, dat zij I zoo'n flinke oudste dochtertje van 15 jaar heeft, die met alles mei-helfpl als oi ze geheel volwassen is. j Wij turen uit het raam en genieten van het mooie uitzicht. Daar ligt beneden ons dé landtong met Rnks het geds&ti; y aa dgc >1:,-al fjord,dat wij' omgetrokken zijn/w-j zien igQ dfc overzijde, de boerderijen, die 's morgens het ;and?char zoo bekoorlijk «naakten ea daarachter de bergen, de 'Reymvellirhofsi, die wij al lereerst dien dag over moesten.' Rechts van de landtong ligt het grootste deef yan de fjord, badend in het zonlicht, aat ,het water tin telen doet en doet denken aan ,de zoe, die verderop moet liggen. Juist daar waar een schaduwplek' in het water plaats maakt voor een eg^len Iichtblauwen spiegel, ligt een eilandje, het schijnt 'wel een'klein hoog. bijna acht hoekig rotsplateau, zooals het daar in clie fjord#ligt. Steeds weer moeten wij er naar "kijken en w-ij spreken er over hoe het eigenlijk heelemaal niet naar moet zijn, daar op /lat kleurenrijke eilandje te wonen, vooral in deze mooie, nooit eindigende zomerdagen. Wij zagen er ons reeds kampeeren, bespraken schert send, hoe wij de Hollandsche vllag zouden planten' om "bezit te nemen van dat romantische plekje aaar in de diepte, in jzee. Last van bezoekers zouden we wei niet hebben, want het leëk ontzettend ongenaakbaar zoo als het daar lag. Zou het bewoond zijn geweest? Het moet wel, het ligt daar zoo romantisch, een flink eind van het land af. Dit eilandje is bewoond geweest en is veel grooter dan daar boven van Thyrett schijnt Het is Geirs Ilolmi, het Gierenland uit de Holmvardi rs Saga. Hord, de 'dappere echtgenoot van Heiga, ae dochter van Graaf Harafd van Zweden, nad oe.i"vloek op zich geladen door uit nieuwsgierigheid een graf te openen. Hij vluchtte met Helga naar IJsland en vestigde zich met zijne volgelingen op Geirsholmi, h3t eilana in de Hvalfjorden. Hier woonden de bannelingen in vrede, en leefden van jacht en vischvangst. Doch op de hofstede Thyritt woonde Porstein Gull- knap en deze wist in het 'jaar 986 zijn buurman, cieni vogelvrij verklaarden Hórd en diens volgelingen van hel veilige Geirsholmi weg te lokken, de toeleg gelukte. Hórd en de zijnen vielen in de door Porstein gelegde! •ninderlaag en werden gedood. Helga had het verraad gezien. Met haar 4-jarig zoontje •Grimkel op den rug en haar 12-jarige Borg in haar buurt, zwom zij van Geirsholmi naar land en trok met hare kinderen langs den berg Thyrett, over een pad, dat thans nog Helgir Sk'arth neet, naar het Skarradal, waar haar .zuster Tjorbjórg met'haar man Indridi. nabij net meer, aan den *voet van den hoogen Skessu Horn woonde. Tjorbjórg werd door het verhaal "yan den moord zóó getronen, dat Vzij haar zuster beloofde, dat zij niets ongedaan zou laten om te zorgen, dat de misdadi ger gestraft, dus bloedige wraak genomen zou worden. De hartstochtelijke zusters wisten Indridi te bewegen Porstein te dooden. Indridi wachtte Porstein op. toen deze naar den heidenschen tempel nabij Thyrlett ging en sloeg hem neer. Maar nog was niet genoeg bloed vergoten. Indridi werd uit weerwraak vermoord en Griokei kwam als jonge knaap bij Hvitavelier bij de rivier Hvité (Kwiton); toen hij eea der moordenaars van zijn vader wilde dooden, om hef leven. i Bjórn, die met zijn moeder Helga naar Zweden was getrokken, groeide daar flink op-, werd een groot krijgsman en rustte niet vóór en aleer hij naar IJsland ging om 'daar vader en broeder te wreken, i Zoo luidt de Saga. I Het eiland lag daar zoo onschuldig, dat ik 'onwil lekeurig het boek 'met dat bloedige verhaal' ongeduldig neerlegde. Wij keken weer naar buiten, naar de mooie natuur, naar Geirsholmi, en naar de sierlijke vogels, die om en .nabij het eiland, boven het water cirkelden* Wie wil bij al dat moois, in die^ootsche, doch toch zoo vredige natuur aan het eeuwige, ellendig bloedver- j gieten denken. I Plons, het was werkelijk alSof wij een plons'hoorden zoo schoot de grootste der rondcirkelende vogels met snel geweld omlaag, in het water duikend. Kijk, daar is hij weer aan de oppenvlakte, eeü visch in den bek. De eeuwig durende strijd om het bestaan! Reclames. L)e eindelooze taak van vrouwen I Gemiddeld werkt een huisvrouw langer dan ieder ander. .De rust, die zij Kan nemen, is slechts een onder breking van haar nooit eindigende taak. Dit is te betreu ren. Allo lichaamsorgancn voelen de inspanning, vooral de nieren. Dan vertoonen zich urinestoornissen, zenuw achtigheid, prikkelbaarheid, hoofdpijn, duizeligheid, p:jn in den rug, of in de lendenen en zijden, loomheid, moedeloosheid, bloedarmoede. De vrouwen moeten er werkelijk op uit zijn om dit te Veranderen. Meer tijd moet worden gevonden voor rust cn voor ontspanning buitenshuis. Voorkom zoo doende de ontwikkeling van rheumatiek, waterzucht, steenvorming, graveel, of nier- en .blaasontsteking. Laat Koster s Rugpijn Nieren Pillen u nu heihen. Wacht niel, tot dc vermoeide nieren uitgeput zijn. Neem een verstandige leefwijze aan en vertrouw het' her stellende weik aan Foster's Pillen toe. Verkrijgbaar in apotheken en drogistzaken h f 1.75 per doos. ZUÏDEGEAR vv OUDE. We gaven gaarne gevolg aan de nilnoodiging van uen haar C. Jansen, eigenaai van de Electrische Wasch-, Strijk- en Glansinriehliiig alhier, om eens een kijkje te komen 'nemen in zijn zaak,die zoo'n aanmerkelijke uitbreiding heeft ondergaan. Wie kennis heeft van de primitieve inrichting in den aanvang, toen. de heer •Jansen de zaak begon, staat nu toch werkelijk ver- oaasd bij de vlucht, die dat bedrijf heeft genomen iti den loop van enkele jaren, gedurende welke de heer J. asc het hoofd staat. In den primitieven tijd geschiedde alles met de hand, thans nemen de machines grooten- 'dcels dit werk over, dank zij het gas en dc eleclriciteit, welke aan deze zaak dienstbaar zijn gemaakt. - In de Wasch-, Strijk- en Glansinrichting, die een oppervlakte beslaat van 12 bij 6 M., zien we idé verschillende machines, die.met de hulp van den heer J. en zijn huisgenooten, ons de gladgestreken boordjes de glanzende schorten, de blinkende manchetten, de stijve rokken enz. enz. bezorgen. Een machine voor boorden, manchetten cn ander „kleingoed" verricht haar werk op Jieuiige wijze, dat we nu heelemaal niet meer versteld "staan over het onberispelijke werk, dat wordt afgeleverd Een muldenmangel- of bakstrijkmachine verzorgt de grootere stukken en maakt kleinere hard. Een waschmachine van zoo'n constructe, dat de klceren er in behandeld worden als een bakerkindje, zoo voorzichtig en toch zoo helder en met de minst mogelijke slijtage, en dan zoo productief mogelijk gebruikt. .We hebben alles in zijn werken gadegeslagen en kunnen niet anders dan roemen in de serieuse behandeli.nig die onze „vuile wasch" daar ondergaat. In die inrichting wordt dour den hècr J. en zijn huisgenooten gewerkt op een ^vijze, die den meest werkzame en voortvanendö jaloersch doet worden. Begrijpelijk wordt het dan, dat deze inrichting, waarin alles met éigen krachten ge schiedt, het werk tegen scherp concurreerc'nde prijzen kan afleveren. Straks krijgen we over den 20 M. langen droogzolder heen nog verwarmingsbuizen, om in vochtige periodes, de kleeren wat "Spoediger droog te doen zijn. Wij wensehen den heer J. in tzijn voorbeeldi- gen ondernemingsijver veel 'succes. SUIKERBIETENCONTRACT, De Centrale Suikermaatschappij, Suikerfabriek Halfweg, sluit thans in Hollands Noorden tegen de volgende prijzen contracten af: basisprijs voor 1000 Kg. met een gehalte van 16 pet., f1650, met 12 cent verhooging of verlaging voor elke 1/10 pvt. boven of beneden dat gehalte. VEE NAAR ITALIë. Er schijnt iets leven in den uitvoerhandel van ge- bruiksvee ie komen. Althans er werden 10 a 15 wa gens, kalfkoeien én pinken van de Leeuwarder markt naar Italië verzonden. MIDDELBARE HANDELSDAGSCHOOL EN HOO- GERE HANDELSSCHOOL TE HELDER. Aan den heer D. Brethouwor, leeiaar in de Wis kunde aan bovengenoemde scholen, is eervol ontslag verleend wegens vertrek naar 's Gravenhage. In zijn plaats is benoemd de heer W. F. Groten dorst, Kapitein der artillerie aldaar. KERKUILEN TE ENKHUIZEN. Zooals we reeds mededeelden werd eenigen tijd ge leden door den.Plantenziektenkundigendienst Je Wa- geningen een onderzoek ingesteld naar de samen stelling van een groot aantal uilenproppen te Enk huizen, in een oud gebouw verzameld. Thans, in den wintertijd, heeft men nogmaals een onderzoek inge- steld. Dc nu opgestuurde proppen beva-tten geen en kele rest van spreeuwen, waarvan er bij het vorige onderzoek zooveel werden aangetroffen. Men vond nu de overblijfselen van 72 musscben, vier ratten, 47 veldmuizen, een gierzwaluw, een onbekende vogel en 3 merels'. HERVATTING VAN'HET BEDRIJF. Naar het „Eindb. Dagblad" verneemt zal de N. V'. v. d. Sanden's -Stoomschoenfabriek a.s. Maandag met de helft van het personeel gaan werken. GEEN VRIJMETSELARIJ? De Wageningsche Studenten Debatingsclub wilde in een openbare vergadering door den heer A. F. L. Faubel oen lezing doen houden over: Het 'doel en het wezen der Vrijmetselarij. Zij verzocht daartoe den senaat der Landbouwhoogeschool voor deze lezing de beschikking te mogen hebben over de hulpaula, I welk verzoek werd ingewilligd. Echter was ook nog de toestemming noodig van her college van curatoren der Landbouwhoogeschool, dat eerst de beslissing over het verzoek aanhield en thans bericht heeft: „dat zij (curatoren) geen termijn hebben gevonden om vergunning te verleenen tot het gebruik van het hulpgebouw dor Landbouwhoo geschool voor een lezing omtrent doel en wezen der vrijmetselarij." Verder niets. Hangende de beslissing gaven curatoren wèl verlof tot gebruik van de aula aén een R.K. Studentenver- eeniging, die op 2 dezer in een eveneens openbare i vergadering liet optreden pater Populier met een rede over de Chinee9che missie. En enkele maanden geloden hield, mot toestemming van curatoren, in de hulpaula Frederik van F.eden een lezing over zijn bekoering in een voor ieder toegankelijke vergado- HOOFDSTUK XVIII. De bedienden in het 'Ritz-hotel te Parys uitstekend gedresseerd als zij zijii bejegenden, toen dc bruid en e bruidegom daar ongeveer om half acht aankwamen, hen niet anders als wanneer zij een oudere broeder cn zuster geweest waren, en zij werden naar de prachtige Empire-suite op de eerste verdieping aan de zijde van het Vcndomeplein gebracht. Alles was in alle opzichten keurig in orde gemaakt en de bloemen waren zóó mooi dat Zara, die veel van bloemen hield, uitriep O, die heerlijke rozen. Daar moet ik eerst mijn gezicht eens instoppen. Zij hadden de spoorreis er vrij goed afgebracht, wezen lijk overstelpende moeheid had hen beiden doen slapen en eerst in de auto, waarmede zij haar het hotel redea, hadden zij stug een paar woorden gewisseld. Morgenavond kunnen we in een restaurant di- neeren, had Tristam gezegd, maar vanavond ben je misschien te moe en wou je liever naar bed? Ja, dat wilde ik graag, zei Zara want zij bedacht dat zij aan Mirka moest schrijven ora hem te zeggerf üoe zij nu heette én waar zij nu was. Zij trok dus een) tea-gown aan en kwam iets over halfnegen bij' Tristam in het salon. Als ze niet beiden zoo overspannen waren geweest, zou hun beider zin voor humor hen aan 't lachen gemaakt hebben. Daar zaten zij nu statig tegen over elkaar cn als de kellners erbij waren, wisselden zij een paar opmerkingen. Maar Zara merkte op dat haar man haar nooit rechtstreeks aanzag en een koude onverschilligheid aan den dag legde voor wat zij zeide. Wij zullen hier die heele vervelende week moeten blijven, zei hij, toen ten slotte de koffie geserveerd en de tafel afgenomen was. Er zijn zekere verplich- tingeri, waaraan iemands positie niet toelaat dat hij zich onttrekt. Ik hoop dat ge dit begrijpt. Ik zal trachten je dezen tijd zoo dragelijk mogelijk te ma ken. Wil je nu eens vertellen, welke theaters je al gezien hebt? dan kunnen we iederen avond ergens heen gaan en overdag heb je misschien nog wat te v/inkelen cn ik voor mij ken Parijs heel goed. Ik kan mij zelf wel amuseeren. Zara was daar niet buitensporig dankbaar voor, maar.ze bedankte hem toch met een rustige stem, en Tristam schelde en vroeg om de lijst der openbare vermakelijkheden, en op do meest stijve gedwongen manier koos hij met haar voor iederen avond een verschillende uit. Toen stak hij vastberaden een sigaar op en liep naar de deuy. ring. Goedenavond, mylady, zei hij nonchalant, en ging heen. Zara zat nog bij de tafel en trok werktuigelijk een onschuldige roos de bladen uit, en toen zij zich be wust werd van wat zij deed, schrok zij op. Niet voor den volgenden dag tegen vijl' uur ver scheen hij weer in het gemeenschappelijk salon. „Milor" was naar de wedrennen gegaan en had een briefje achter gelaten voor milady, bad de ka^- rnenier dien ochtend gezegd. En Zara had het, nog op bed liggend, met een vreemde sensatie opengemaakt. Gij zult vandaag geen last van mij hebben, las zij. Ik ga met een paar oude vrienden naar Maison Lafitte, Daar men toch iets moet zeggen, heb ik gezegd dat ge van de reis wild'et uitrusten. Ik heb een diner voor ons besproken in het Café de Paris om hall' acht; dan gaan we naar den Gymnase. Als ge dit plan gewijzigd wilt hebben, zeg het dan aan Higgins, mijn knecht. Het was niet eens getee- kend. Wel. het scheen dat zij verder niets van hem te vreczen had; zij kon ruimer adem halen. En nu ge noot zij van den rustigen dag. Maar toen zij haar eenzaam ontbijt beëindigd en haar brieven aan haar oom en Mirko geschreven» had. zat zij doelloos te mijmeren in de vensterbank en vroeg zich af of zij uit zou» gaan. Zij had geen vrienden te Parijs, om te bezoeken. Tijdens haar verblijf daar, had zij zich uitsluitend aan haar bloedverwanten gewijd. Maar het was een fraaie dag en te Parijs vindt men altijd iets te doen, al was zij 't dan nog niet met zichzelve eens wat misschien ging zij wel naar het Louvre. Toen zonk zij neer in een groote sofai tegenover het knetterende houtvuur en viel langzamerhand in een diepen slaap. Zij sliep onafgebroken en vast door tot laat in den namiddag, en sliep feitelijk nog, toen Tristam binnenkwam. In het begin zag hij haar hiet; de lichten waren nog niet aan en het was bijna donker in de straten; ook het vuur was bijna uit. Hij kwam naar voren, liep toen weer terug cn draaide de lampen aan. Toen werd Zara wakker en wreef de oogen uit. Een zware vlecht van heur haar was los gegaan en langs haar hoofd gevallen en zij zag er uit als een rozig, slaperig kind. Ik had je niet gezien! riep Tristam uit en toen hij bemerkte hoe goddelijk mooi zij er uit zag, keer de hij zich naar het vuur en begon dat flink op te poken. Toen. daar hij begreep dat hij zich zelf geen» secon de langer kon vertrouwen, schelde hij en bestelde thee. onderwijl hij naar zijn kamer ging om zijn over jas uit te doen. En toen hij vond, dat de* thee ér al wel zijn kon, ging hij terug. Zara gevoelde niets bijzonders. Maar toch nam zij oen ietwat verdedigende houding aan, bedacht op eenmogelijken aanval. Zoo zaten zij rustig naast elkaar en een paar mi nuten lang spi-ak geen van beiden. Zij had gedurende zijn afwezigheid heur haar weer opgemaakt, was nu goed wakker en zag er keurig uit. Ik heb een heel ongelukkigen diag gehad, zei hij om toch iets te zeggen. Ik heb geen enkelen win ner kunnen treffen. Ik geloof dat ik genoeg heb ge kregen va.n die wedrennen. Ze hebben mij altoos vervelend toegeschenen, zei ze. Als liet er nog om ging de snélhcid te beproeven yan een paard, dat men zelf opgefokt had, dan kon ik mo de belangstelling beter begrijpen ol' als men zelf rijdt en het van een tegenstander wil winnen. Maar dat rijden met allerlei rare praktijken en voor geld! Het lijkt me zoo iets banaals toe; 't heeft me nooit kunnen interesseeren. Is er iets wat je interesseert? waagde hij te zeg gen en had er toen aanstonds spijt van, eenige be langstelling voor haar te hebben getoond. —•Ja, zei ze langzaam:, maar spel meestal niet. Mijn leven is altoos te ondergeschikt geweest aan het spel van anderen, om er zelf aan te kunnen den ken hier brak zij plotseling af. Zij kon zich niet voorstellen dat hij eenig belang kon stellen in wat haar leven geweest was. Maar zijn belangstelling daarin was integendeel zéér groot. Hij voelde een verlangen in zich opkomen om haar dat te zeggen en dat hun heele tegenwoordige arer- houding toch al te belachelijk was en dat hij graag i haar diepste gedachten had willen kennen. Hij was begonnen haar zuiver kritisch te beoordeelen. Bui- ten zijn hartstochtelijke bewondering voor haar I schoonheid, was er nog heel wat in haar te analysee- l ren. Wat was toch dat subtiele, geheimzinnige en aan trekkelijke in haar? Waarom kon zij zich niet eens laten gaan en hem zeggen wat die spookachtige don kore oogen bedoelden? Hoe zouden die er wel uit zien, als zij eens liefde en teederheid zouden! uitdruk ken? Had hij gedaan, waartoe hij zich op dat oogenblik aangedreven gevoelde, dan zou misschien het ijs ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 5