He! Huwelijk van Lady Tancred.
Drieven uit IJsland.
TWEEDE 8 LA O.
Bmnenlandsch Nieuws.
Zalciüag 10 Maarl 1923.
66sle Jaargang. No. 7194.
VI.
In het land der Sagas.
Het beklimmen van Reyniveller Holsi, den berg, die
het Laxa-dal van den Hvalfjord scheidt, ging deels te
paard, deels te voet. Wanneer wij rustten, hadden wij
een prachtig uitzicht yp het. dal en de achterliggende
Dergen.
Eindelijk waren wij boven en trokken een kleine
hoogvlakte over. Er lag sneeuw., ik vond het-koud en
wilde mijn jas hebben. Sveinbjorn en ik bleven met
onze paurdjjes cn een der pakponys, .waarop mijn
jas gesjord was, aehtei.
De rest van de karavaan trok langzaam door, plotseling
riep mijn vrouw en jawel, daar was „Blackv", ons kleine,'
zwarte palsfiaardje, aan net rollen, ondanks de pakken
op zijii rug. Ik galoppeerde er heen, want ik dacht
aan een fleschje inkt, dat met allerlei kaarten en pa
pieren in een der lassciicn zat. Alles was goed afgeloopen,
gauw was S. er ook bij gekomen en gespte do singels
weer vast van de scheefhangende bagagezakken.
Blaeky droeg namelijk zakken en daarboven boven
onze hold-all met slaapzakken, dekens, hojge laarzen
en \vagens, de andere twee ponys hadden' elk 'twee
kisten te dragen.
Maar wat was xlat. Daar was het pakpaard, dat wij
van mijn jas afgeholpen hadden, ons neelemaal' niet
meer gevolg, integendeel had rechtsomkeerd gemaakt en
liep .daar in de verte heel kalm weer terug in de rich
ting van het Laxa-dal.
Sveinbjorn was dadelijk to paard en galoppeerde den
deserteur achterop, die spoedig ingehaald en weer op
zt.,/1 plaats in de karavaan was.
Niet lang daarna begon het pad te dalen en kregen
wij een- schitterend uitzicht. Daar lag beneden ons de
Hvalfjord (walvischljord), omgeven door steile rolsea
en glooiende bergen. De Bosheidi steil uit het water
oprijzende, in de verte bekroond door het sneeuwwit
van den Eriksjókull, den g.eteher, die naar Erik ge
noemd is. Erik was één der 12 theologische studenten,
die eeuwen geieden te Skalholt. een" moord begaan
hadden engevlucht waren. De vogelvrij verklaarden
huisden tusschen de lavavelden. Maar ten Slotte hadden
zij behoefte naar de mis te gaan. Zij gingen naar de
ik, maar terwijl de dienst gaande was, maakte men
h op om hen gevangen te nemen. Rug aan rug vcch-
inde verlieten zij het 'kerkgebouw en wisten te ont-
- komen. Een van hen. een der dappersten, was Erik en
naar hem werd de gletcher, die nabij bun schuilplaats,
nabij Snitshellar te zien was en als het ware door
zijn ijzicen adem de achtervolgers der vogelvrijen terug
deed schrikken en zoo de ongel ukkigen beschermde,
genoemd.
Links in de verte de Borsular, de berg, waartegen-
hel vriendelijke havenplaatsje Akranes geleund ligt en
die ons hét uitzicht op zee beneemt.
Afdalend langs steile paden naderen wo groene weiden
en vriendelijke boerderijen en passeeren een brug over
een kohidorachtigen bergstroom. Later trokken we met
een boerenzoon als gids een rivier over en reden daarna
op een smal pad van den rotswand, terwijl recht boven
ons de machtige rotsblokken grimmig op ons neer
zagen, wij, diep benedens ons in het wei is waar mooie,
doch op dio diepte niet aanlokkende water van den
fjord keken.
Wanneer een steen onder de voeten der ponys weg
sprong en naar beneden danste, was dat héeLeinaal
geen leuk .voorbeeld om na te volgen. Ik llacht ban
Baedekcr: „Nur fur Schwindelfreien ungefóhrlich'', maar
vond dit allereerst ten opzichte der paardjes gelden. Maar
dio liepen kalm op dit. schapenpaadje langs een vrij
steilen wand. alsof het een breede boulevard was en
toch was "hel paÜ zóó, dat men het later van de over
zijde niet op den bergwand terug kon vinden, hoe men
ook tuurde.
Er was even een vriendelijker weg om een soort kleine
baai geweest. Die baai lag lekker in den zon. Ta.rijke
oude en jonge „Eiderècnden" zwommen daar rond,
de moedereenden n vrij kwaadaardige houding al
hoewel ongevaarlijk en doodonschuldig tegen ons
aannemend.
W at waren dat daar op het zand-en half in het water?
Waren dat omgekeerde kano's? Maor zij bewogen, Het
bleken zeehonden te*zijn, die zich in het zonnetje koes
terden na zeker een lekker vjschmaaf varorberd te heb
ben. Er lagen er een paar op rotsen, alreMei gekke gri
massen te maken. Wat is net leuk, die dieren in de
natuur te zien.
Wij trokken verder.de fjord rond en kwamen aan de
andere zijde, aan een moeilijke plek. Wij hadden hier
FEUILLETON.
Naar het Enyelsch van EL1NOR GLYN.
18.
- Kan ik u helpen? vroeg hij.
Het is zulk een zacht bont, dat ik dacht hem
niet ai' te hoeven zetten, antwoordde zij koel, maai
er is van achteren iets, waar ik tegen aanlig.
Hij nam den hoed met den kanten voile van haar
aan en de golvende vlechten van haar prachtig haar
maakten hem. toen zij daar bij hem lag, bijna waan
zinnig van verlangen orn haar te liefkozen.
Jloe zouden zij in Gods naam ooit zoó kunnen leven!
Hij moest naar buiten gaan om het met zichzelven
uit te vechten.
En zij vroeg zich af, waarom zijn gelaat zoo stug
werd. en toen.zij weer makkelijk lag en het schip
afgevaren was. liet hij haar alleen.
Het was gelukkig zulk ruw weer, dat er maar wei
nig menschen op dek waren en hij liep ver naar vo-
ïen. ging tegen de reeling leunen en liet de zilte
lucht in zijn gezicht waaien.
Hoe moest het gaan, wanneer ten laatste deze
woeste hartstocht voor haar hem ge-heel zou over
meesteren. en hij zou moeten bekennen dat haar
wreede taal hem niet verhinderde haar lief te heb
ben? Dat zou toch &1 te afschuwelijk zijn. Ilij moest
zich vermannen en alle ontroering flink onderdruk
ken. Hij besloot haar zoo weinig mogelijk te zien
wanneer zij te Parijs waren, en als die vreeselijke
wittebroodsweek voorbij was. die hij zoo vol ver
wachting en vreugde had tegemoet gezien, dan zou
den ze nhar Engeland teruggaan en 'hij zou zich
ijvorig aan de politiek wijden en trachten daarin ge
heel op te gaan.
Zara lag in de hut en was onbewust van eenige ge
dachte. die hear betrof;, zij was zich evenmin be
wust dat haar jonge knappe echtgenoot reeds eenigen
indruk op haar gemaakt had en dat in 't diepst
n haar ik in weerwil van al haar zprg voor
ar broertje en voor haar eigen aan^ele^enhe-'d
ijn beeld steeds vaster geprent werd en dat dit wel
een zeer opmerkelijk verschijnsel was..
Versterkt in zijn voornemen om de, fierheid der
Gulscards niet te verloochenen, kwam Tristam haar
halen, toen de boot de haven van Galais binnenliep.
een soort strand kunnen rijden, maar nu was daar een
rots, die in dep, fjord, uitstak omdat de vloed aoo hoog
gekomen was.
Sveinbjorn zou probesren of 'men toch nog ora (je
rots heen, door het water kon.
De ponys en wij wachten. Het 'ging goed en wij
reden toe. De ponys waren "even de Juuts kwijt., één
ervan, de pakpony-deserteur van 's morgens verveelde
het ge war woel van de anderen blijkbaar en had zijn
eigen meening pver de zaak. Hij stapte kaïm te water
maar iiep niet om de rots heen, maar in de richting:
overzijde. Hij stapte en stapte, voelde geen grond meer
en begon te zwemmen.
Ek riep Sveinbjorn en zag inmiddels met ontzetting
de kisten, dus ook het arme dier steeds dieper gaam
Ik kon niets doen, want daar ik achter hem was, zou
elke beweging hem aanmoedigen.
Ik begon echter te fiuiten, het signaal voor IJslandsche
paardjes pm testoppen, het paard keek om en zag
Sveinbjorn aan land. Die floot ook en de slimme
pony begreep verkeerd te zijn, hij draaide langzaafm
om en zwaar ademhalende zwom hij aan land. Ik
doopte hem den Zwemmer". Het was cên muis-
kleurige pony met leuke dikke manen en werd later
een van mijn lievelingsponys, mijn Zwemmer. Een
echte held, want later zou blijken, dat hij heelemaal
geen prima zwemmer was. De zwemmer was een groot
phiiosoof. De kisten waren van binnen droog gebleven,
liet waren de typische, van binnen met blik beslagen
IJslandsche pakkisten, ons door Mr. Zoëga geleverd.
Deze kisten zijn voor IJSiand bijzonder doelmatig, hujvcn
bij het oversteken van rivieren van binnen droog en
zijn sterk.
Na dii incident reden wij door cn naderden meer en
meer ïhyretl, een boerderij gelegen op een iioogen
landtong, die naai' beneden glooiend ver in de iival-
liord uitsteekt en die bijna in twee deeien splitst. Die
hooge landtong heeft achter zich de berg Thyrett, opstij
gend uit de groene'weiden van de boerderij verheffen
de bergwanden zich in jnajestueuse vormen. Reeds als
wij naderen zien wij die vormen, üerst schijnen he\
de ronde torens van een bergvesting, dan weer de min
der grimmige kanteeten van een oud kasteel, terwijl als
achtergrond van Thyrett s landtong het geheel voor
komt als een geweldige kathedraal, die de omgeving
tot reljgieuzc overpeinzing wil aansporen en wijst op
de onsterfelijkheid door U te doen zien naar den achter
gelegen Eriksjókull, met eeuwige sneeuw cn eeuwig ijs.
Het is bijna eenc humdristische tegenstelling, welke de
boerderij cn hare bewoners u biedt Pas op die deur,
die is zoo laag, dat zelfs een klein menscli gebukt
moet binnengaan. Men zegt, dat die deuren vroeger
eeuwen reeds zoo laag waren om den menscli steeds te
herinneren aan hoogcre machten, waarvoor men eer
biedig het hoofd moet buigen.
Gij staat „nu in een donker portaal met aarden vloer
en gaat op de tast verder, uw gastheer achterna. De
gang is van steenen cn aarde opgetrokken, gij ziet
rechts een soort smidse, komt door een andere gaitgl,
nu van hout, want gij zijt inmiddels in de houten woning
Aangeland, langs een keuken4 en een paar kamers in
een llink vertrek incl twee bedden. Aan den wand
portretten van Hallgrimur Petersson, staande in zijn
preekstoel, Jón Sigurdsson én Hannes Hafstein.
Allerlei visitekaartjes in de lijsten gestoken,' vertellen
van vroegere gasten, die hier vertoefd hebben.
Het is ue logeerkamer.
De aardige boerin en hapr leuke oudste dochtertje
zijn ai jn de kamer bezig 'om allés, wat ons in dep
weg zou kunnen staan, op te ruimen 'en verwelkomen
ons hartelijk. We krijgen een eenvoudig maal van allerlei
Soort eieren, kippen-, eenden - en ganzeneieren, wit-
cn bruin Iprood, boter, gedroo^öé visch en alieriel
soorten gezouten vleesch, waarbij zelfs zeehondcnvleesch.
Ik ben niet verder dan de eieren, het brood en de
boter gekomen, de rest is niet voor onze magen, ver
beelde ik mij zoo en nam maar het zekere voor he(l
onzekere. Een zeehondcnvlecseh-sandwich zou mij wel
licht 8 weken buiten gevecht gesteld hebben.
Onze gastheer boert 'goed. Hij heeft eeno flinke
vrouw en 9 kinderen, dié, op de allerkleinste na, allemaal
wat in boerderij of huishouding doen. Zoo past de op
één na de jongste op de allerjongste. Alles wat daarboven
is. werkt. De oudste jongens helpenbij de koeien,
paarden én schapen, zoowel als bij net visschen en zee
honden jagen. De jongère meisjes en jongens helpen
allemaal bij iets, passen op vee .paarden of schapen en
zoeken de eieren en heipen dij het verzamelen van
het eierdons uit de' broednesten der vele eidereenden.
jDe kinderen gaan niet op school, maar leeren, van ouders
en rondreizenden meester.
Het meisje van 10 jaar paste den geheelen nacht op
onze paarden het is 's nachts even licht als over
dag, dus kon vze breien en ontbrak ook later bij tle
kiek van de familie, omdat ze lekker uitsliep.
Do vrouw laat haar spinnewiel zien en alles wat zij
fémaakt heeft. In de lange winteravonden is zij met
aar dochtertjes druk in ae weer. Dan wordt de woi
gesponnen en al het breiwerk gedaan. Weven doet zij
ook, maar in de meeste IJslandsche boerderijen, wordt
niet moer geweven, maar toch laat bijna iedere boerin
met trots zien hetgeen, ze overigens 's winters ar1#.
handwerken maakt.
Wat een keurig kantwerk versiert in de kleinste
boerderij hel linnen en dikwijls de gordijnen der ramen.
I Voor zoo'n gezin van 11 personen is heel wat te dien
en is het. voor onze gastvrouw ook een voorrecht, dat zij
I zoo'n flinke oudste dochtertje van 15 jaar heeft, die met
alles mei-helfpl als oi ze geheel volwassen is.
j Wij turen uit het raam en genieten van het mooie
uitzicht. Daar ligt beneden ons dé landtong met Rnks
het geds&ti; y aa dgc >1:,-al fjord,dat wij' omgetrokken
zijn/w-j zien igQ dfc overzijde, de boerderijen, die
's morgens het ;and?char zoo bekoorlijk «naakten ea
daarachter de bergen, de 'Reymvellirhofsi, die wij al
lereerst dien dag over moesten.'
Rechts van de landtong ligt het grootste deef yan de
fjord, badend in het zonlicht, aat ,het water tin
telen doet en doet denken aan ,de zoe, die verderop
moet liggen.
Juist daar waar een schaduwplek' in het water plaats
maakt voor een eg^len Iichtblauwen spiegel, ligt een
eilandje, het schijnt 'wel een'klein hoog. bijna acht
hoekig rotsplateau, zooals het daar in clie fjord#ligt.
Steeds weer moeten wij er naar "kijken en w-ij spreken
er over hoe het eigenlijk heelemaal niet naar moet zijn,
daar op /lat kleurenrijke eilandje te wonen, vooral in
deze mooie, nooit eindigende zomerdagen.
Wij zagen er ons reeds kampeeren, bespraken schert
send, hoe wij de Hollandsche vllag zouden planten'
om "bezit te nemen van dat romantische plekje aaar in
de diepte, in jzee. Last van bezoekers zouden we wei
niet hebben, want het leëk ontzettend ongenaakbaar zoo
als het daar lag.
Zou het bewoond zijn geweest? Het moet wel, het
ligt daar zoo romantisch, een flink eind van het land af.
Dit eilandje is bewoond geweest en is veel grooter
dan daar boven van Thyrett schijnt
Het is Geirs Ilolmi, het Gierenland uit de Holmvardi rs
Saga.
Hord, de 'dappere echtgenoot van Heiga, ae dochter
van Graaf Harafd van Zweden, nad oe.i"vloek op zich
geladen door uit nieuwsgierigheid een graf te openen.
Hij vluchtte met Helga naar IJsland en vestigde zich
met zijne volgelingen op Geirsholmi, h3t eilana in de
Hvalfjorden.
Hier woonden de bannelingen in vrede, en leefden
van jacht en vischvangst.
Doch op de hofstede Thyritt woonde Porstein Gull-
knap en deze wist in het 'jaar 986 zijn buurman, cieni
vogelvrij verklaarden Hórd en diens volgelingen van
hel veilige Geirsholmi weg te lokken, de toeleg gelukte.
Hórd en de zijnen vielen in de door Porstein gelegde!
•ninderlaag en werden gedood.
Helga had het verraad gezien. Met haar 4-jarig zoontje
•Grimkel op den rug en haar 12-jarige Borg in haar
buurt, zwom zij van Geirsholmi naar land en trok met
hare kinderen langs den berg Thyrett, over een pad,
dat thans nog Helgir Sk'arth neet, naar het Skarradal,
waar haar .zuster Tjorbjórg met'haar man Indridi. nabij
net meer, aan den *voet van den hoogen Skessu Horn
woonde.
Tjorbjórg werd door het verhaal "yan den moord
zóó getronen, dat Vzij haar zuster beloofde, dat zij
niets ongedaan zou laten om te zorgen, dat de misdadi
ger gestraft, dus bloedige wraak genomen zou worden.
De hartstochtelijke zusters wisten Indridi te bewegen
Porstein te dooden.
Indridi wachtte Porstein op. toen deze naar den
heidenschen tempel nabij Thyrlett ging en sloeg hem
neer.
Maar nog was niet genoeg bloed vergoten. Indridi werd
uit weerwraak vermoord en Griokei kwam als jonge
knaap bij Hvitavelier bij de rivier Hvité (Kwiton); toen
hij eea der moordenaars van zijn vader wilde dooden,
om hef leven.
i Bjórn, die met zijn moeder Helga naar Zweden was
getrokken, groeide daar flink op-, werd een groot
krijgsman en rustte niet vóór en aleer hij naar IJsland
ging om 'daar vader en broeder te wreken,
i Zoo luidt de Saga.
I Het eiland lag daar zoo onschuldig, dat ik 'onwil
lekeurig het boek 'met dat bloedige verhaal' ongeduldig
neerlegde. Wij keken weer naar buiten, naar de mooie
natuur, naar Geirsholmi, en naar de sierlijke vogels, die
om en .nabij het eiland, boven het water cirkelden*
Wie wil bij al dat moois, in die^ootsche, doch toch
zoo vredige natuur aan het eeuwige, ellendig bloedver-
j gieten denken.
I Plons, het was werkelijk alSof wij een plons'hoorden
zoo schoot de grootste der rondcirkelende vogels met
snel geweld omlaag, in het water duikend.
Kijk, daar is hij weer aan de oppenvlakte, eeü
visch in den bek.
De eeuwig durende strijd om het bestaan!
Reclames.
L)e eindelooze taak van vrouwen
I Gemiddeld werkt een huisvrouw langer dan ieder
ander. .De rust, die zij Kan nemen, is slechts een onder
breking van haar nooit eindigende taak. Dit is te betreu
ren. Allo lichaamsorgancn voelen de inspanning, vooral
de nieren. Dan vertoonen zich urinestoornissen, zenuw
achtigheid, prikkelbaarheid, hoofdpijn, duizeligheid, p:jn
in den rug, of in de lendenen en zijden, loomheid,
moedeloosheid, bloedarmoede.
De vrouwen moeten er werkelijk op uit zijn om dit
te Veranderen. Meer tijd moet worden gevonden voor
rust cn voor ontspanning buitenshuis. Voorkom zoo
doende de ontwikkeling van rheumatiek, waterzucht,
steenvorming, graveel, of nier- en .blaasontsteking.
Laat Koster s Rugpijn Nieren Pillen u nu heihen.
Wacht niel, tot dc vermoeide nieren uitgeput zijn. Neem
een verstandige leefwijze aan en vertrouw het' her
stellende weik aan Foster's Pillen toe.
Verkrijgbaar in apotheken en drogistzaken h f 1.75
per doos.
ZUÏDEGEAR vv OUDE.
We gaven gaarne gevolg aan de nilnoodiging van uen
haar C. Jansen, eigenaai van de Electrische Wasch-,
Strijk- en Glansinriehliiig alhier, om eens een kijkje te
komen 'nemen in zijn zaak,die zoo'n aanmerkelijke
uitbreiding heeft ondergaan. Wie kennis heeft van de
primitieve inrichting in den aanvang, toen. de heer
•Jansen de zaak begon, staat nu toch werkelijk ver-
oaasd bij de vlucht, die dat bedrijf heeft genomen iti
den loop van enkele jaren, gedurende welke de heer J.
asc het hoofd staat. In den primitieven tijd geschiedde
alles met de hand, thans nemen de machines grooten-
'dcels dit werk over, dank zij het gas en dc eleclriciteit,
welke aan deze zaak dienstbaar zijn gemaakt.
- In de Wasch-, Strijk- en Glansinrichting, die een
oppervlakte beslaat van 12 bij 6 M., zien we idé
verschillende machines, die.met de hulp van den heer J.
en zijn huisgenooten, ons de gladgestreken boordjes
de glanzende schorten, de blinkende manchetten, de
stijve rokken enz. enz. bezorgen. Een machine voor
boorden, manchetten cn ander „kleingoed" verricht
haar werk op Jieuiige wijze, dat we nu heelemaal niet
meer versteld "staan over het onberispelijke werk, dat
wordt afgeleverd Een muldenmangel- of bakstrijkmachine
verzorgt de grootere stukken en maakt kleinere hard.
Een waschmachine van zoo'n constructe, dat de klceren
er in behandeld worden als een bakerkindje, zoo
voorzichtig en toch zoo helder en met de minst mogelijke
slijtage, en dan zoo productief mogelijk gebruikt. .We
hebben alles in zijn werken gadegeslagen en kunnen
niet anders dan roemen in de serieuse behandeli.nig
die onze „vuile wasch" daar ondergaat. In die inrichting
wordt dour den hècr J. en zijn huisgenooten gewerkt op
een ^vijze, die den meest werkzame en voortvanendö
jaloersch doet worden. Begrijpelijk wordt het dan, dat
deze inrichting, waarin alles met éigen krachten ge
schiedt, het werk tegen scherp concurreerc'nde prijzen
kan afleveren. Straks krijgen we over den 20 M.
langen droogzolder heen nog verwarmingsbuizen, om in
vochtige periodes, de kleeren wat "Spoediger droog te
doen zijn. Wij wensehen den heer J. in tzijn voorbeeldi-
gen ondernemingsijver veel 'succes.
SUIKERBIETENCONTRACT,
De Centrale Suikermaatschappij, Suikerfabriek
Halfweg, sluit thans in Hollands Noorden tegen de
volgende prijzen contracten af: basisprijs voor 1000
Kg. met een gehalte van 16 pet., f1650, met 12 cent
verhooging of verlaging voor elke 1/10 pvt. boven of
beneden dat gehalte.
VEE NAAR ITALIë.
Er schijnt iets leven in den uitvoerhandel van ge-
bruiksvee ie komen. Althans er werden 10 a 15 wa
gens, kalfkoeien én pinken van de Leeuwarder markt
naar Italië verzonden.
MIDDELBARE HANDELSDAGSCHOOL EN HOO-
GERE HANDELSSCHOOL TE HELDER.
Aan den heer D. Brethouwor, leeiaar in de Wis
kunde aan bovengenoemde scholen, is eervol ontslag
verleend wegens vertrek naar 's Gravenhage.
In zijn plaats is benoemd de heer W. F. Groten
dorst, Kapitein der artillerie aldaar.
KERKUILEN TE ENKHUIZEN.
Zooals we reeds mededeelden werd eenigen tijd ge
leden door den.Plantenziektenkundigendienst Je Wa-
geningen een onderzoek ingesteld naar de samen
stelling van een groot aantal uilenproppen te Enk
huizen, in een oud gebouw verzameld. Thans, in den
wintertijd, heeft men nogmaals een onderzoek inge-
steld. Dc nu opgestuurde proppen beva-tten geen en
kele rest van spreeuwen, waarvan er bij het vorige
onderzoek zooveel werden aangetroffen. Men vond
nu de overblijfselen van 72 musscben, vier ratten, 47
veldmuizen, een gierzwaluw, een onbekende vogel en
3 merels'.
HERVATTING VAN'HET BEDRIJF.
Naar het „Eindb. Dagblad" verneemt zal de N. V'.
v. d. Sanden's -Stoomschoenfabriek a.s. Maandag met
de helft van het personeel gaan werken.
GEEN VRIJMETSELARIJ?
De Wageningsche Studenten Debatingsclub wilde
in een openbare vergadering door den heer A. F. L.
Faubel oen lezing doen houden over: Het 'doel en
het wezen der Vrijmetselarij. Zij verzocht daartoe den
senaat der Landbouwhoogeschool voor deze lezing
de beschikking te mogen hebben over de hulpaula,
I welk verzoek werd ingewilligd.
Echter was ook nog de toestemming noodig van her
college van curatoren der Landbouwhoogeschool, dat
eerst de beslissing over het verzoek aanhield en
thans bericht heeft: „dat zij (curatoren) geen termijn
hebben gevonden om vergunning te verleenen tot
het gebruik van het hulpgebouw dor Landbouwhoo
geschool voor een lezing omtrent doel en wezen der
vrijmetselarij." Verder niets.
Hangende de beslissing gaven curatoren wèl verlof
tot gebruik van de aula aén een R.K. Studentenver-
eeniging, die op 2 dezer in een eveneens openbare
i vergadering liet optreden pater Populier met een
rede over de Chinee9che missie. En enkele maanden
geloden hield, mot toestemming van curatoren, in de
hulpaula Frederik van F.eden een lezing over zijn
bekoering in een voor ieder toegankelijke vergado-
HOOFDSTUK XVIII.
De bedienden in het 'Ritz-hotel te Parys uitstekend
gedresseerd als zij zijii bejegenden, toen dc bruid en
e bruidegom daar ongeveer om half acht aankwamen,
hen niet anders als wanneer zij een oudere broeder
cn zuster geweest waren, en zij werden naar de
prachtige Empire-suite op de eerste verdieping aan
de zijde van het Vcndomeplein gebracht. Alles was
in alle opzichten keurig in orde gemaakt en de bloemen
waren zóó mooi dat Zara, die veel van bloemen hield,
uitriep
O, die heerlijke rozen. Daar moet ik eerst mijn
gezicht eens instoppen.
Zij hadden de spoorreis er vrij goed afgebracht, wezen
lijk overstelpende moeheid had hen beiden doen slapen
en eerst in de auto, waarmede zij haar het hotel redea,
hadden zij stug een paar woorden gewisseld.
Morgenavond kunnen we in een restaurant di-
neeren, had Tristam gezegd, maar vanavond ben je
misschien te moe en wou je liever naar bed?
Ja, dat wilde ik graag, zei Zara want zij bedacht
dat zij aan Mirka moest schrijven ora hem te zeggerf
üoe zij nu heette én waar zij nu was. Zij trok dus een)
tea-gown aan en kwam iets over halfnegen bij' Tristam
in het salon. Als ze niet beiden zoo overspannen waren
geweest, zou hun beider zin voor humor hen aan 't
lachen gemaakt hebben. Daar zaten zij nu statig tegen
over elkaar cn als de kellners erbij waren, wisselden
zij een paar opmerkingen. Maar Zara merkte op dat
haar man haar nooit rechtstreeks aanzag en een koude
onverschilligheid aan den dag legde voor wat zij zeide.
Wij zullen hier die heele vervelende week moeten
blijven, zei hij, toen ten slotte de koffie geserveerd
en de tafel afgenomen was. Er zijn zekere verplich-
tingeri, waaraan iemands positie niet toelaat dat
hij zich onttrekt. Ik hoop dat ge dit begrijpt. Ik zal
trachten je dezen tijd zoo dragelijk mogelijk te ma
ken. Wil je nu eens vertellen, welke theaters je al
gezien hebt? dan kunnen we iederen avond ergens
heen gaan en overdag heb je misschien nog wat te
v/inkelen cn ik voor mij ken Parijs heel goed. Ik
kan mij zelf wel amuseeren.
Zara was daar niet buitensporig dankbaar voor,
maar.ze bedankte hem toch met een rustige stem, en
Tristam schelde en vroeg om de lijst der openbare
vermakelijkheden, en op do meest stijve gedwongen
manier koos hij met haar voor iederen avond een
verschillende uit.
Toen stak hij vastberaden een sigaar op en liep
naar de deuy.
ring.
Goedenavond, mylady, zei hij nonchalant, en
ging heen.
Zara zat nog bij de tafel en trok werktuigelijk een
onschuldige roos de bladen uit, en toen zij zich be
wust werd van wat zij deed, schrok zij op.
Niet voor den volgenden dag tegen vijl' uur ver
scheen hij weer in het gemeenschappelijk salon.
„Milor" was naar de wedrennen gegaan en had
een briefje achter gelaten voor milady, bad de ka^-
rnenier dien ochtend gezegd.
En Zara had het, nog op bed liggend, met een
vreemde sensatie opengemaakt.
Gij zult vandaag geen last van mij hebben, las
zij. Ik ga met een paar oude vrienden naar Maison
Lafitte, Daar men toch iets moet zeggen, heb ik
gezegd dat ge van de reis wild'et uitrusten. Ik heb
een diner voor ons besproken in het Café de Paris
om hall' acht; dan gaan we naar den Gymnase. Als
ge dit plan gewijzigd wilt hebben, zeg het dan aan
Higgins, mijn knecht. Het was niet eens getee-
kend.
Wel. het scheen dat zij verder niets van hem te
vreczen had; zij kon ruimer adem halen. En nu ge
noot zij van den rustigen dag.
Maar toen zij haar eenzaam ontbijt beëindigd en
haar brieven aan haar oom en Mirko geschreven» had.
zat zij doelloos te mijmeren in de vensterbank en
vroeg zich af of zij uit zou» gaan.
Zij had geen vrienden te Parijs, om te bezoeken.
Tijdens haar verblijf daar, had zij zich uitsluitend
aan haar bloedverwanten gewijd. Maar het was een
fraaie dag en te Parijs vindt men altijd iets te doen,
al was zij 't dan nog niet met zichzelve eens wat
misschien ging zij wel naar het Louvre.
Toen zonk zij neer in een groote sofai tegenover
het knetterende houtvuur en viel langzamerhand in
een diepen slaap. Zij sliep onafgebroken en vast
door tot laat in den namiddag, en sliep feitelijk nog,
toen Tristam binnenkwam.
In het begin zag hij haar hiet; de lichten waren
nog niet aan en het was bijna donker in de straten;
ook het vuur was bijna uit. Hij kwam naar voren,
liep toen weer terug cn draaide de lampen aan.
Toen werd Zara wakker en wreef de oogen uit. Een
zware vlecht van heur haar was los gegaan en langs
haar hoofd gevallen en zij zag er uit als een rozig,
slaperig kind.
Ik had je niet gezien! riep Tristam uit en toen
hij bemerkte hoe goddelijk mooi zij er uit zag, keer
de hij zich naar het vuur en begon dat flink op te
poken.
Toen. daar hij begreep dat hij zich zelf geen» secon
de langer kon vertrouwen, schelde hij en bestelde
thee. onderwijl hij naar zijn kamer ging om zijn over
jas uit te doen. En toen hij vond, dat de* thee ér al wel
zijn kon, ging hij terug.
Zara gevoelde niets bijzonders. Maar toch nam zij
oen ietwat verdedigende houding aan, bedacht op
eenmogelijken aanval.
Zoo zaten zij rustig naast elkaar en een paar mi
nuten lang spi-ak geen van beiden.
Zij had gedurende zijn afwezigheid heur haar weer
opgemaakt, was nu goed wakker en zag er keurig
uit.
Ik heb een heel ongelukkigen diag gehad, zei hij
om toch iets te zeggen. Ik heb geen enkelen win
ner kunnen treffen. Ik geloof dat ik genoeg heb ge
kregen va.n die wedrennen.
Ze hebben mij altoos vervelend toegeschenen,
zei ze.
Als liet er nog om ging de snélhcid te beproeven
yan een paard, dat men zelf opgefokt had, dan kon
ik mo de belangstelling beter begrijpen ol' als men
zelf rijdt en het van een tegenstander wil winnen.
Maar dat rijden met allerlei rare praktijken en voor
geld! Het lijkt me zoo iets banaals toe; 't heeft me
nooit kunnen interesseeren.
Is er iets wat je interesseert? waagde hij te zeg
gen en had er toen aanstonds spijt van, eenige be
langstelling voor haar te hebben getoond.
—•Ja, zei ze langzaam:, maar spel meestal niet.
Mijn leven is altoos te ondergeschikt geweest aan
het spel van anderen, om er zelf aan te kunnen den
ken hier brak zij plotseling af. Zij kon zich niet
voorstellen dat hij eenig belang kon stellen in wat
haar leven geweest was.
Maar zijn belangstelling daarin was integendeel
zéér groot.
Hij voelde een verlangen in zich opkomen om haar
dat te zeggen en dat hun heele tegenwoordige arer-
houding toch al te belachelijk was en dat hij graag
i haar diepste gedachten had willen kennen. Hij was
begonnen haar zuiver kritisch te beoordeelen. Bui-
ten zijn hartstochtelijke bewondering voor haar
I schoonheid, was er nog heel wat in haar te analysee-
l ren.
Wat was toch dat subtiele, geheimzinnige en aan
trekkelijke in haar? Waarom kon zij zich niet eens
laten gaan en hem zeggen wat die spookachtige don
kore oogen bedoelden? Hoe zouden die er wel uit
zien, als zij eens liefde en teederheid zouden! uitdruk
ken?
Had hij gedaan, waartoe hij zich op dat oogenblik
aangedreven gevoelde, dan zou misschien het ijs ge-